Militaire voorbereidingen Wat Kikker Karei en Tuimelt je beleefden 1 tfCetwbfiaal aan den dag F 750.- F 250. Abdij van Postel I LIEFDE I EN EER I DE MAGINOT-LINIE Het systeem Haar geschiedenis Hollandsch sleepwerk Glazoenof overleden mo Mussert, de welgedane onder-Hitler Effectieve beveiliging geboden Forten, op kunstige wyze verwerkt in het landschap, door deskun digen onneembaar geacht □OOR M. E. FRANCIS „Een verschijnsel, goed om de Zondagen mee door te komen” I I I t>U verlies van een hand, een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ZATERDAG 28 MAART 1936 178 4 Oost en \t ontmoeten elkaar in Moekden, de hoojdstad van Mandsjoerije 4 F. SERMO6. liefste,” aei hy „Ik ben blind en want was vol geweest. Ik heb jou alles laten en Moet EINDE 4 i t i Het grootste werk van dit soort, dat vroeger werd uitgevoerd, was het sleepen van de Mau retania, die, thans eveneens op de Clyde wordt gesloopt. Deze boot moest gedurende een sta king door het Kanaal worden gesleept. In het paleis zelf ontmoette Tuimeltje de huishoudster, die een zwarten sluier droeg. Ze had het kroontje op haar hoofd dat ze eens van den koning gekregen had, omdat ze zoo lang in dienst was en in haar handen had ze een krans, dien ze op het bed van den koning ging leggen. Nu Tuimeltje zag hoe de koning door iedereen bemind was, had hy er spijt van, dat hy den koning zoo veel geplaagd had. 's Morgens werd Tuimeltje wakker en zag in zijn schoen een heel groot el liggen. Wie zou dat voor me gebracht hebben, dacht hij. Zeker een goede vriend van my, en hij ging zoo gauw hij kon kikker Karei opzoeken. Met het e* in zijn handen kwam hl) bij kikker Karei aan en in plaats dat deze het leus vond dat iemand aan Tuimeltje dat ei gegeven had, was hy erg verontwaardigd. „Zie je niet, dat het een ooievaarsei is?” vroeg kikker Karei aan Tuimeltje. „Als dat zoo is", antwoordde Tuimeltje, ,dan heeft de ooievaar dat vannacht in mijn schoen gelegd, wat een brutaliteit!'’ En van kwaadheid liet Tuimeltje het ei uit zijn handen vallen. Toen viel het stuk en Tuimeltje liep van kwaadheid met zijn handen in zijn zakken weg. Kikker Karei riep hem nog na, maar hij deed of hij niets hoorde. Hollandsche sleepbooten hebben opnieuw een kranig stuk werk volbracht door den uitgebran- den romp van den Franschen Oceaanreus „At- lantique” van Cherbourg naar Port Glasgow aan de Clyde (W.-Schotland) te sleepen. Het duurde juist een week voor het gevaarte van 42.000 ton den afstand van 600 mijl had afgelegd. On 13 Maart werd om 9 uur des morgens de Atlan- tique voor anker gelegd in de Clyde, terwijl men oorspronkelijk had gerekend op een aan komst in den avond. ■schlktheld tot werken door tide beenen of belde oogen 1 1 dat was „Dat is een schitterend succes voor u, mr. Murphy I" prees directeur Clarke den volgenden morgen den Jongen detective. „Naar ik hoor hebt u een der handigste inbrekers van Chicago te pakken gekregen. En vertelt u nu eens, hoe het u gelukt is, dat heerschap te ontdekken.” 1 i I 1 1 i 1 i graf. Het van deze ontmoeting opgevrooiykt door geklik van hakken en Hitler-groeten, een vermakeUJae herinnering. In werkelijkheid wantrouwt Holland den Dult- schen nabuur. Men heeft er vrees voor. Hol land waakt té zorgzaam over zijn neutraliteit om het officieel te zeggen, dat het kwaad slechts van dien kant kan komen; maar weten doet men het heel goed. Onder het kundig bestier van den grooten staatsman Coiyn ziet men koelbloedig de na tionale verantwoordelijkheden onder de oogen en men bereidt zich voor om zoo noodig te strijden, daar waar het gevaar mocht verschij nen. Kapitein Hoeven, die het commando over de vier sleepbooten voerde, vertelde—aan een re porter van de North Mail een en ander over de reis, die een kalm verloop had gehad. „Gedurende de eerste dagen hield tegenwind ons op, maar daarna ging het vlugger. Wij sleepten met twee booten tegelijk en waren biy, dat we geen zware zeeën ontmoetten." Het werk werd uitgevoerd onder omstandig heden, die moeilijk waren voor de 15 man. die gedurende den overtocht het wrak bewoonden. Het vuur heeft niet veel gespaard van het schip, dat eens ruim 20 millioen kostte. Het Ijzerwerk is grootendeels verbogen en verroest, zoodat het moeite kostte voor de bemanning nog een verblijfplaats in te richten. De Atlantlque zal worden gemeerd bij de werf van Smith en Houston te Port Glasgow, om te worden gesloopt; dit zal minstens een Jaar duren. kalm wachtje ge klopt als deze laatste acht dag gen Joe soes de een beetje bo ven zijn krant en Murphy stak rus tig zijn zooveelste sigaret op. Toen Hoe langer Joe Brown, de eenige nachtwaker, die in gezelschap van Murphy des nachts in de „European” vertoefde, er over nadacht, hoe zonderlinger hem het „waaksysteem” van den detective voorkwam. Zij deden warempel niet veel meer dan sigaretten rooken en kranten en tijdschriften lezen! Murphy toonde niet de minste behoefte tot het maken van ronden door het gebouw, iets waaraan Joe zoo gewend was. Soms verdacht de^sr zijn „baas” zelfs van, dat hy een uiltje zat te knappen! Een rare ver- tooning! Nou, hem een zorg, als hij zijn baantje maar hield. Een rustig leventje was het wel, dat moest Joe toegeven. In tijden had hjj niet zoon Ergens ver dreunen twee zware slagen van een torenklok. Geheimzinnig en zwijgend steekt de enorme massa van de „European” af tegen den nachtelljken hevnel In alle vertrekken heerscht diepe stilte. Neen, toch niet in alle. In kantoor 213, op de een-en-twintigste ver dieping sluipt een gestalte voorzichtig over het dikke tapijt. Een flits van de zaklantaarn. Juist, déAr staat de brandkast! Behoedzaam knielt de inbreker neer, haalt een paar gereed schappen te voorschijn en begint rustig zijn vernielingswerk. Hjj grijnslacht achter zijn zwarte masker. Dan.... opeens, een gerulsch! Vliegensvlug wendt de inbreker het hoofd om, den adem inhoudend, en bliksemsnel boort hij den lichtbundel van zijn lantaarn in de duister nis, gereed om op te springen. Te laat! in dezelfde seconde is het licht in het vertrek aan geknipt en ontzet staart de boef in den loop van Murphy's browning, die dreigend op hta gericht is. „Hands up!” klinkt het bevelend. Aarzelend, met tegenzin, voldoet de inbreker aan het bevel. Niets aan te doen; hij zit in de val. Zelfs al zou hjj er in slagen dien vent tegenover hem de browning uit de handen te slaan, dan zou die reus van een kerel naast hem, hem onschadeljjk maken. Het spel''is ver loren Een half uur later is hjj aan de po litie overgeleverd. Murphy heeft zijn eerste suc ces geboekt! wat Ik zeggen haar, dat ik terug ga, naar ten de monniken belasting betalen voor de mo lens, omdat de wind, die ze deed draaien, eigen dom was van den Hertog van Brabant; op de zelfde wijze moest voor het water schatting worden betaald. Hieruit is te verklaren, dat de abdij nooit rijk is geweest. In den tijd van den vrede van Mun ster moesten verschillende bezittingen worden verkocht en op andere eigendommen werd een hypotheek genomen van f 150.000.De kloos terlingen moesten door hun familieleden onder houden worden. Aan het volk konden geen aal moezen meer worden uitgereikt. De bewoners van de omgeving werden hierover zoo woedend, dat het klooster in 1653 is geplunderd. Dan is de rijke geschiedenis van Postel voorbij en de abdij leeft arm voort. In 1799 werden de kloos terlingen verbannen, in 1828 kwamen ze terug, maar hun domein, dat eerst 4500 H. A. had bedragen, was toen niet grooter meer dan onge veer 100 H. A. In „Paris-Solr” schrijft Claude Blanchard over een bezoek aan Holland, waar hl) zich eens op de hoogte stelde van de houding die wjj aannemen ten opzichte van het Duitsche drei gement en het sabelgerinkel van Hitler. HU komt tot de conclusie, dat men voor dezen laatste over ’t algemeen weinig achting heeft en, hoe paisibel men ook gestemd is, toch bereid blijft iedere schending van het grondgebied met de wapenen te keeren. Er bestaan bij dit vredelievende volk, zegt hl], eenige politieke kringen waar de ganzenpas en de groote trom toch een Ideaal schijnen te be- teekenen. En niet onvermakelijk gaat hij voort: In 't bijzonder is dit het geval by de NSB., die wordt geleid door een welgedanen onder-Hitler, zonder lok of voorspellende oogappels, genaamd Mussert, die geregeld wijst op de imperialistische neigingen van Frankrijk ten aanzien van den Rijn. Maar de overgroote meerderheid der kie zers neemt hem niet au sérieux. zy beschouwt hem vooral als een verschijnsel, dat goed Is om de Zondagen mee door te komen. Ik heb dit heerschap eenige jaren geleden bezocht in zijn spelonk van een hoofdkwartier en Ik bewaar „Als u de geheimen van mijn syfteem kent, zult u begrijpen, dat ik om zoo te zeggen, de dieven slapende vang!” lachte Murphy. „Kijkt u eens, de zaak zit zoo: vóór elke brandkast heb Ik op onopvallende wijze een drempeltje laten aanbrengen, niet hooger dan een paar millimeter. In het lokaal waar ik met Joe den nacht doorbreng, liet ik een tableau monteeren waarop de nummers voorkomen van alle ver trekken, waar een brandkast staat. Welnu, wanneer iemand op het drempeltje komt, rin kelt in het wachtlokaal een bel en tevens be gint op het tableau het nummer van het ver trek waar het contact gemaakt wordt, rood te gloeien. Wjj hebben niets anders te doen, dan dit nummer op te nemen en ons naar het be wuste vertrek te begeven. U ziet, de „Jongens” zijn zoo welwillend ons hun komst even te melden!!!” degelijk iets voor uw voorstel. Doch wjj willen natuurlijk eerst eens graag weten...." cago’s beroemden wolkenkrabber, zat met|- „Het spijt mij, heeren!” onderbrak de bezoe ker, „bijzonderheden over mijn systeem kan ik niet mededeelen. Tenminste nu nog niet. Als eenmaal de eerste inbreker geknipt is, dan, ja. dan heb ik er niets op tegen u alles op te hel deren. Tot zoo lang moet u geduld hebben. Ik garandeer u echter, dat u tevreden zult zijn!” Clarke en Smith keken elkaar vragend aan. Die Jongeman maakte een betrouwbaren Indruk, dat stond vast. Waarom zouden zy het niet eens probeeren? Tien minuten later was de zaak in kannen en kruiken. „O,” riep zij uit. „Dus de kleine John Heek krijgt wat hem toekomt. Niet, dat we niet gelukkig zijn geweest,” ging zij bevend voort, „ik ben volmaakt gelukkig geweest. Maar ik vind, dat het kind het recht heeft op alles wat zijn moeder hem geven kan, zoowel als zijn vader.” „Bejty, zelfzuchtig opofferen en ik heb niets voor jou gedaan.” „Zoo moet Je niet praten.” viel zy hem in de rede. „Je hebt me alles gegeven, wat ik in de wereld verlang. Mijn leven is vol geluk geweest. Voor mijzelf heb ik niets meer noodig, maar in deze laatste dagen heb ik wel nage dacht, ot het eerlijk zou zijn, den kleinen John zijn erfdeel te onthouden." Dan kuste Roger eerst haar en toen den baby. „De kleine Johan Beck zal hebben, wat hem toekomt,” zei hjj. bij een ongeval met dood elij ken afloop ATT T A TT/^’VA.T'K.TTT’ 9C* op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen E* bij levenslange geheele ongel I t| <r< [11 /IN IN s» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen VV« verlies van beide armen, bel De geestelijke Invloed der abdij is zeer groot geweest, vooral door het parochiewerk. Met fier heid kunnen de Norbertijnen van Postel ver klaren. dat alle parochies, die zij gesticht of bediend hebben, thans alle nog geheel en al Ka tholiek zjjn. In de geschiedenis van dit deel van Brabant hebben de Norbertijnen een voor name rol gespeeld. In dén tijd, dat Postel door armoede geen grootsche liefdadigheid meer kon beoefenen, hebben de Norbertijnen aan deze streek veel groote diensten bewezen door hun zorg voor het geestelijk heil der bewoners. „Je hebt Je te moe gemaakt.” zei hjj berouw vol. „Nee, ik ben niet moe, maar mijn tellingen willen niet uitkomen." Roger kuste eerst haar en dan het kleine donzige hoofdje naast haar op het kussen. ,Jk heb een geschenk meegebracht, Betty,” zei hy. „Wat?" riep Petty. .Hollen?" „Nee, het is een geschenk voor den jongen heer Beck van zijn grootvader. „O,” zei Betty blij, en nieuwsgierig. ,En wat geeft paps aan baby?” „Nu, het is voor Jou ook, het is voor ons allemaal. Het hangt er van af, of je het heb ben wilt, Betty. Het is Je bruidschat." zy werd bleek en keek Roger vragend aan. Met een schok zag hy den smeekenden blik in haar oogen. Dan zei ze langzaam: „Het hangt van mij af, zeg je, of ik bet hebben wil?” ,Ja.” aei hy stil. „Van Jou. Betty-Mef.” Hy kon byna het kloppen van haar hart hooren. hij voelde het, toen zy zyn hoofd omlaag trok, tot naast dat van het slapende kind. „Ik denk, dat we het moesten aannemen,” zei zij. „Ik denk het ook,” stemde hy toe. Hij hief zyn hoofd op en zag haar galaat stralend van inwendige vreugde. te loopen. Maar Joe ging zonde: medeiyden voort: „Hy heeft me gezegd, dot Betty s bruid schat voor haar klaar ligt en hy vindt, nu het kind er is, dat zy het geld moet hebben." „Zoo, is het dat?" zei Roger half tot zich zelf. Ja, hy zei. dat je voort kon gsan met idioot te doen, hy zou zyn woord tegenover Betty houden, of Je kon, zooals hy het ultdrukte. op houden met blind en zelfzuchtig zyn en haar haar deel geven. Denk er nu maar eens over. Roger.” Hy stond op en schoof zyn stoei achteruit. „Ga je?” vroeg Roger als was hy gehypno tiseerd. „Ja. ik ga. Ik heb gezegd, moest. O, zeg Gibraltar.” „Naar Gibraltar?" riep Roger Uit „Ja. ik denk, dat het me beter zal bevallen dan Ierland.” Iets in zyn gezicht gaf Roger antwoord, meer dan zyn woorden. Gribraltar was beter voor den majoor, omdat het verder weg was. De herhaalde uitnoodiglngen van Sam Hor- nock en het onschuldige aandringen van Betty zouden hem daabsfl^et meer hinderen. Roger stond verstonTO^peze toevallige herin nering aan de grootte van Joe's offer toonde hem helder de kleinzieligheid van zUn houding De muur van vooroordeelen scheen om te vallen •«--y e directie der Maatschappij tot Exploi- I Jtatie van de „European Building”, Chi- de handen in het haar. Flguurlyk tenminste, want mr. Clarke trommelde nerveus op zyn schryfbureau, terwijl zyn collega Smith zich met zyn zyden zakdoekje koelte toewuifde. „Er móét iets op gevonden warden, Clarke!” zei Smith tusschen twee roffels door, „zóó gaat het niet langer. Drie inbraken in twee weken tyds is te veel. De huurders dreigen de contrac ten te annuleeren. Waar zy trouwens het recht ^Jpe hebben, wy zyn immers contractueel ver plicht voor een behooriyke bewaking van het gebouw te zorgen!” ,Als ik maar wist wAt!” zuchtte Clarke, „wy hebben notabene tien vaste nachtwakers in on zen dienst en het gaat toch niet aan in elk lo kaal, waar een brandkast staat, een mannetje neer te zetten. Dat zou me een dure grap worden!” Op dat oogenbllk werd er energiek op de matglazen deur geklopt. Nu is het altijd ener- veerend by Je gewichtige overpeinzingen ge stoord te worden. Clarke deed een kwaadaardi- gen trek aan zyn dikke sigaar en smith stiet zoo onheusch mogeiyk „Binnen!” uit. De slan ke, goedgekleede jongeman, die het privékan- toor blanenstapte, bleek een vlotte kerel. Hy groette de directeuren opgewekt en nog vóór zy een woord hadden kunnen uitbrengen, had hy reeds in een clubfauteuil tegenover hen plaats genomen en stak onmiddelljjk van wal: „Heeren, om maar dadeiyk met de deur in huis te vallen: myn naam is Frank Murphy. Particulier detective, ik weet, dat er de laatste twee weken reeds driemaal een brandkast in de „European” Is leeggeplunderd. Hoeveel nacht wakers hebt u? Tien? Absoluut niet noodig, heeren, twéé is voldoende! Ik neem aan, met twee man het gebouw afdoende tegen Inbraak te beveiligen! Myn systeem is even eenvoudig als gemakkeiyk! Elke Inbreker, of hy op de tweede of op de vier-en-twintigste verdieping zyn slag tracht te slaan, wordt geknipt! Laat my u myn diensten eens aanbieden. Uw huur ders zullen zich weer voor honderd procent vei lig voelen!" Clarke schudde ongeloovig het hoofd en Smith snauwde iets van humbug”. De bezoe ker veerde overeind en met een: „Als de heeren er niets voor voelen..,.” stapte hy naar de deur. „Dat zeggen wy niet!” haastte Clarke zich den Jongeman te verzekeren, „wy voelen wel en een stroom van licht vloeide over zyn ver stand en hart. Joe greep zyn hand met een PÜniyke stevig heid en ging naar de deur. „Ga Je heusch?” vroeg Roger beesch. „Ja, dag, oude Jongen.” Weg was hy. Roger stond hem na te staren, tot het gesnor van zyn motor verstorven was. Hy berouw en schaamte en een vloed van gevoelens overstelpte hem. Joe ging in ballingschap, Joe, die hem zyn groot geluk had bezorgd en wat had hy ge daan? Hy had zyn eigen leven verder geleefd, hy had geen enkele gewoonte veranderd, hy had, zooals Joe zei, alles genomen en niets teruggegeven. En wat was liefde waard, als zy zelfzuchtig was? Hy keerde zich om en vloog de trap op. Betty lachte hem toe, van achter haar witte bedgordynen, zulk een beeld van geluk, dat het Joe’s woorden scheen uit te wlsschen. Maar Roger, nu gewaarschuwd, meende, dat zy er moe uitzag. zy stak een waarschuwenden vinger op. „Baby slaapt,” fluisterde zy. „Ik heb Juist de eleren-rekening nagezien, maar het wil niet uitkomen.” Een stapeltje kasboekjes lag by haar bed, Roger nam ze en legde ze buiten haar be reik. „Het zyn niet alleen myn nersooniyke ge voelens, als ik.... als ik net geld van de Hornocks aannam, zou ik dwars ingaan, tegen alles wat de oudjes me geleerd hebben.” „God zegen ons, man, Je maakt me kwaad.’ riep Joe uit. „De oudjes liggen in hun laat hun vooroordeelen met hen rusten. gaat toch om de toekomst.” „De toekomst.” herhaalde Roger vaag, hy was geschrokken van de uitbarsting. „Ja, Betty's kinderen en kleinkinderen. Jou kinderen en kleinkinderen. Moet de familie langzamerhand lager en lager zakken? Betty zwoegen en slaven, tot ze er by neer valt?” „Groote hemel,” riep Roger uit. „Zwoegen en slaven." .Daar draait het toch op uit, myn jongen. Je moet de zaken nemen zooals ze zyn." „Wat moet ik dan doen?" vroeg Roger ge slagen. „Je theorieën overboord gooien en je styven nek buigen. Ja daar zit hem de knoop. Je hebt een harden kop en een styven nek. Die moet Je nu voor Betty maar eens buigen.” Roger antwoordde niet, hy was doodsbleek. „Je schoonvader heeft er met me over gespro ken.” ging Joe zachter verder. „Hy denkt vindt, dat het tyd wordt, dat Je Betty niet meet hindert." Roger stond vlug op en begon de kamer door De Führer houdt verkiezingsredevoeringen dat de spaanders er van af vliegen. Het is thea traal en rhetorisch voortreffeiyk. Met zyn prachtige baritonstem begint hy als een orgel, gedragen, weemoedig byna. Langzaam zwelt hy aan, hy wikkelt zyn hoorders in men voelt zelfs door de radio hoe de spanning onder de dui zenden in de groote hal stygt. En ook het tempo van zyn woordenstroom wordt opgevoerd. Men merkt hoe hy zich bedrinkt aan zyn eigen phrases, men kan zich zyn van passie vertrok ken gelaat en zyn gebaar duideiyk voorstellen. Dan bereikt hy den climax, en het wordt een opgewonden gekrijsch van snel uitgestooten, hltsende, korte woorden. Men voelt het applaus en het antwoord-gekrysch van de zaal aanko men. DAar is het alen het slot van den zin wordt onhoorbaar in een gemeenschap- peiyke opwinding zonder weerga. ■w -root den Katholieken Kring te Eindhoven heeft de Eerw. Heer E. Nieuwenhuize van z de Norbertynenabdy te Postel een voor dracht gehouden over de geschiedenis van deze abdy. zy is, aldus spr„ ontstaan in de twaalfde eeuw, als priory, die afhankeiyk was van de abdy van Floreffe. Postel lag langs verschillende groote wegen; langs den weg van Leuven via Heusden naar Gorlnchem; langs den weg van Leuven naar Den Bosch. Ook de wegen van Antwerpen naar Turnhout en’van Breda naar Maastricht gingen langs Postel. Op dit kruis punt werd in 1144 een kapel gesticht, welke bhj- kens de kronieken werd ingewüd onder groote belangstelling en met feesteiykheden. In den loop der volgende Jaren werd Postel met een groot aantal goederen verrykt, zoodat deze ab dy kort na haar ontstaan een klooster was met vele bezittingen, welke zich tot in Gelderland uitstrekten. Het domein rond Postel zelf, een aaneengesloten stuk grond vormde, ruim 4500 H. A. groot. In 1648 by den vrede van Munster werd aan Postel een groot aantal van de buitenbezittin gen ontnomen, waaronder vele landhoeven en een aantal molens. Het eigeniyke domein is ty- dens de Fransche Revolutie in handen van an deren gekomen. Evenzoo de verschillende tiend rechten en patronaten. Met al deze bezittingen had Postel een rij ke abdy moeten zyn, doch dit is niet het ge val geweest. Postel, dat aan een kruispunt van groote wegen lag, gaf aan ontelbare reizigers gastvrij en kosteloos verbiyf, hetwelk de abdy zeer veel geld kostte. De feiten wyzen uit, dat Postel tot deze gastvrijheid verplicht was, maar men kan de bullen, die hierop betrekking heb ben, niet meer vinden, doch het schynt, dat vele schenkingen werden gedaan onder deze voorwaarde. Ook aan de armen werd de liefda digheid beoefend. Soms kwamen per week meer dan duizend armen. Voorts moest Postel gast- vryheld verleenen aan de doortrekkende legers, die er vaak dagen lang vertoefden. Op twee da- pen per Jaar nml. Vetten Donderdag voor Vas tenavond en Witten Donderdag werd aan dui zenden armen per persoon twee brooden en een pond spek geschonken^ het vleesch werd op Witten Donderdag vervangen door twee harin gen en een pot bier. Op zulke dagen werden vaak 6000 brooden uitgereikt. Daarnaast werd vaak door de hertogen van Brabant een beroep gedaan op de abdy en werden de kloosterlingen schatplichtig gesteld by oorlogen en andere gelegenheden. Zoo moes- Roger sprak niet en Rickstead ging met groeiende ontroering verder: „Tot nu toe is het van haar kant alleen maar geven geweest, nooit nemen." ,Maar ze is gelukkig, Joe," hield de jonge vader vol. .Jk zou het toch weten, als ze niet gelukkig was.” „Zorg, dat Je daar zeker van biyft," ze! Joe. „Zij bracht haar offer met graagte, nu moet jy aan het jouwe gaan denken. Je zult niet altyd Jong biyven en misschien gaan de zaken niet altyd goed. Heb je daar nooit aan gedacht?" „Maar ik zal toch zorgen, dat Betty nooit te kort komt,” antwoordde Roger blozend. „Pff." zei de ander. ,Xn als die kleine boven nu eens broertjes en zusjes krijgt? Dan zal Betty toch graag hebben, dat ze goed opgevoed en goed verzorgd worden.*' Roger zweeg en zei dan met donkeren Mik: infanteristen beschikbaar, dat de verbinding tusschen de forten onderhoudt en zich met groote snelheid naar bedreigde punten kan be geven. De sterkst-verdedigde punten van de Unie worden door de jnUltalre autoriteiten geiyk- waardig geacht aK de Maginot-linle. Er schynt echter een Dultsch aanvalsplan te bestaan (plan Von Epp>, waarin de Duitsche troepen zoowel de bestaande Fransche als de Belgische verdedigingswerken laten voor wat ze zyn en waarin de hoofdmacht de Nederland- sche grens ter hoogte van Susteren zou over schrijden. om in zeer korten tyd de Belgische Kempen te bereiken. In een rede te Namen heeft Devéze verklaard, dat de mogeiyke schen ding van de Nederlandsche neutraliteit op de zelfde wyze de vooruitziende aandacht vergt als de Oosteiyke grens en geheel nieuwe straiQ gische vraagstukken opwerpt. Daarom wï! Devèze ook de Noordeiyke grens van België ver sterken, waar opnieuw een paar honderd mll- lloen voor noodig zouden zyn. Er is in België een sterke st rooming, vooral onder de Vlamingen, tegen deze plannen. Men wil zich militair niet geheel afhankeiyk maken van Frankryk. Men betoogt, dat een zelfstandige militaire politiek de Belgische landsverdediging een bestendiger en objectiever uitzicht zal ge ven. Men wil het vraagstuk der landsverdediging in zyn geheel aan een nieuw critlsch onder zoek onderwerpen en zich losmaken van ver plichtingen met vreemde mogendheden, om te rug te keeren tot de neutraliteit, waarmee men de veiligheid van kleine staten het best ge diend acht. De zaak is nog niet uitgevochten, maar wy achten de argumenten der tegenstanders be grijpelijk. zyn zy echter Juist? Is effectieve be veiliging niet geboden, nu het ryk van Hitler voor geen verdragsschennis biykt terug te schrikken? En voorname vraag is het ook voor Nederland niet noodzakeiyk, het mili taire vraagstuk eens geheel opnieuw te beky- ken? Van geen mogeiykheid tot vreedzame rege ling mag men afzien. Neutraliteit is het prach tigste wat een klein land kan bezitten. Doch moet men daarom verwaarloozen te letten op overduideiyke teekenen en zich de ooren stop pen als de sabels rinkelen? Er staat een Chineesche muur om Duitsch- land heen. Een Chineesche muur van nlet-meer- begrijpen. Neen, menschen met normale zenu- wen snappen dit niet meer. Men moet Duitscher zyn om dit te vatten en.... te waardeeren Want lees nu zoo n redevoering eens na! Wat bevat zy? Nihil. Geen enkele stelling die niet direct bestrydbaar is, met duldeiyke feiten. Geen enkele poging tot argumenteeren. Geen grein van logica. Niets dan een bespelen van het klavier der volksconsclëntie, met de meest primitieve sentimenten. Het kkn niet dom en verblind genoeg! We vingen letteriyk het volgende op. Hitler spreekt zyn gehoor toe over de her bezetting van Dultschland en zoekt deze ver dragsschennis dan te rechtvaardigen in naam van de eer en de vrijheid van het groote vader- land. Men vraagt, zoo zegt de Führer, vooial in het buitenland, waarom dat her-bezetten dan juist nü moest geschieden. En dan komt het verbysterende. Men verwacht een rechtvaardi ging, een verdediging, een klemmend argument. Mis, men krygt een evidentie te hooren zóó verbazingwekkend, dat men rich afvraagt, of in Dultschland. waar men dit savouteert, nog plaats is voor verbazing, s -Y- „Warum muss es Jetzt sein? .„Weil ich Jetzt eben lebe muss es jetzt sein”.. Wy hebben de grootste bewondering voor de diplomaten der andere naties, die by zulke woorden correct en beleefd bUJven, en tot pra ten bereid. Trouwens, zy zullen wel niet alleen praten. Zy zyn zoo verstandig om rekening te houden met de mogeiykheid dat deze opwinding leidt tot het wapengeweld dat wy allen vreezen, dat eigeniyk niemand wil, maar dat wel komen moet, als de geesten niet van deze kookhitte af geraken. Ziet men de militaire voorbereidin gen die worden getroffen, dan Mykt dat de Duitschers gevreesd worden als de Mantsjoes van Europa. Dok tegen hen is men bezig een onoverschrydbaren muur op te trekken. Wie dit niet begrypt geeft biyk, geen goeden kyk te hebben op de mentaliteit achter onze Oost grenzen, het ontbreekt hem aan nuchterheid en realistisch gevoel. Onverklaarbaar iykt ons dan ook het gedrag van generaal Snyders, oud- opperbevdhebber van het Nederlandsche leger, die toch weten kan door welk een fractie van een toeval Dultschland ons In 1914 heeft ge spaard, maar die nu in de „Limburger Koerier en zelfs in het Duitsche blad .Die Wehrfront”. artikelen schrijft, waarin hy het verdrag tus schen 'Frankryk en Rusland een gevaar voor den Europeeschen vrede noemt. Door allerlei verdragen, laatstehjk met Rus land, heeft Frankryk er voor gezorgd dat Dultschland. wanneer het in het Westen weer mocht aanvallen, in het Oosten wordt „bezig gehouden”. Geweldig zyn de Fransche verde digingswerken. waar het land aan Dultschland grenst. Daar vindt men de Maginot-linle, een onafgebroken keten van tegen ieder geschut en alle luchtaanvallen beveiligde forten, die op kunstige wyze zyn verwerkt in het landschap. By militaire deskundigen gelden deze werken als onneembaar, tenzy Dultschland het een of andere geheime middel in petto mocht hebben, waarvan de kracht nog niet is na te gaan. Door den invloed van den Belgischen minister van Nationale Verdediging Devèze, die al sinds 1932 aan het bewind is. is deze linie thans met enorme kosten practlsch doorgetrokken langs de grenzen tusschen België en Luxemburg en België en Dultschland. Van Arion uit, over Martelonge, Bastogne, Houffalize, Malmédy, Dolhaln, Hombourg tot Vlsé liggen driehonderd gecamoufleerde betonnen verdedigingswerken. Bovendien beeft men alle kruispunten der voornaamste wegen versterkt en gezorgd, dat springstoffen in de nabyheid zyn. Omdat tegen woordig groote legerafdeellngen gemotoriseetd zyn, Is het beheerschen van de gewone, voor autoverkeer bruikbare wegen, van meer gewicht geworden dan het gebruik der spoorwegen. Bd het eerste alarm kan men thans de wegen pn- bruikbaar maken en uit de kazematten wordt er een vernietigend mltrailleurvuur op gericht. Voor de bergachtige streek van de Ardennen heeft men een welgeoefend corps wielryders- Te Parijs is op 71-Jarigen leeftyd overleden de Russische componist Alexander Glazoenof, een belangrijke meester, een der voornaamste vertegenwoordigers van de na-romantische school. e- Alexander Konstantinowltsj Glazoenof is ge boren te Petersburg 10 Augustus 1865. Al op 16-Jarigen leeftyd schreef hy een symphonie, welke in 1884 onder leiding van Liszt te Weimar werd uitgevoerd. Hy ontving zyn opleiding aan het Conservatorium in zyn geboortestad onder leiding van RimskyKorsakof. In 1899 werd hy leeraar aan die instelling en hy is er van 1905 tot 1913 directeur van geweest. Als componist heeft Glazoenof zich vooral grooten naam gemaakt door zyn vierde Sym phonie. Van zyn omvangrijk oeuvre noemen wy voorts de orkestwerken Stenka Razien en Kreml, een vioolconcert, ouvertures, voorts strijkkwar tetten, pianosonaten, liederen, enz. Met Rimsky- Korsakof heeft hy de door Boradien onvoltooid nagelaten opera Knjaz Ignor’ voleindigd. Ook te 'onzent is Glazoenof nog opgetreden als gastdlrigent van het Concertgebouw. 119

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 10