Militaire voorbereidingen
Wat Kikker Karei en Tuimelt je beleefden
1
tfCetwbfiaal aan den dag
F 750.-
F 250.
Abdij van Postel
I LIEFDE I
EN EER I
DE MAGINOT-LINIE
Het systeem
Haar geschiedenis
Hollandsch sleepwerk
Glazoenof overleden
mo
Mussert, de welgedane
onder-Hitler
Effectieve beveiliging
geboden
Forten, op kunstige wyze verwerkt
in het landschap, door deskun
digen onneembaar geacht
□OOR M. E. FRANCIS
„Een verschijnsel, goed om de
Zondagen mee door te
komen”
I
I
I
t>U verlies van een hand,
een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ZATERDAG 28 MAART 1936
178
4
Oost en
\t ontmoeten elkaar in Moekden, de hoojdstad van Mandsjoerije
4
F. SERMO6.
liefste,” aei hy „Ik ben blind en
want
was vol
geweest. Ik heb jou alles laten
en
Moet
EINDE
4
i
t
i
Het grootste werk van dit soort, dat vroeger
werd uitgevoerd, was het sleepen van de Mau
retania, die, thans eveneens op de Clyde wordt
gesloopt. Deze boot moest gedurende een sta
king door het Kanaal worden gesleept.
In het paleis zelf ontmoette Tuimeltje de huishoudster, die
een zwarten sluier droeg. Ze had het kroontje op haar hoofd
dat ze eens van den koning gekregen had, omdat ze zoo lang
in dienst was en in haar handen had ze een krans, dien ze op
het bed van den koning ging leggen. Nu Tuimeltje zag hoe de
koning door iedereen bemind was, had hy er spijt van, dat
hy den koning zoo veel geplaagd had.
's Morgens werd Tuimeltje wakker en zag in zijn schoen een
heel groot el liggen. Wie zou dat voor me gebracht hebben,
dacht hij. Zeker een goede vriend van my, en hij ging zoo
gauw hij kon kikker Karei opzoeken. Met het e* in zijn handen
kwam hl) bij kikker Karei aan en in plaats dat deze het leus
vond dat iemand aan Tuimeltje dat ei gegeven had, was hy
erg verontwaardigd.
„Zie je niet, dat het een ooievaarsei is?” vroeg kikker Karei
aan Tuimeltje. „Als dat zoo is", antwoordde Tuimeltje, ,dan
heeft de ooievaar dat vannacht in mijn schoen gelegd, wat
een brutaliteit!'’ En van kwaadheid liet Tuimeltje het ei uit
zijn handen vallen. Toen viel het stuk en Tuimeltje liep van
kwaadheid met zijn handen in zijn zakken weg. Kikker Karei
riep hem nog na, maar hij deed of hij niets hoorde.
Hollandsche sleepbooten hebben opnieuw een
kranig stuk werk volbracht door den uitgebran-
den romp van den Franschen Oceaanreus „At-
lantique” van Cherbourg naar Port Glasgow aan
de Clyde (W.-Schotland) te sleepen. Het duurde
juist een week voor het gevaarte van 42.000 ton
den afstand van 600 mijl had afgelegd. On 13
Maart werd om 9 uur des morgens de Atlan-
tique voor anker gelegd in de Clyde, terwijl
men oorspronkelijk had gerekend op een aan
komst in den avond.
■schlktheld tot werken door
tide beenen of belde oogen
1
1
dat
was
„Dat is een schitterend succes voor u, mr.
Murphy I" prees directeur Clarke den volgenden
morgen den Jongen detective. „Naar ik hoor
hebt u een der handigste inbrekers van Chicago
te pakken gekregen. En vertelt u nu eens, hoe
het u gelukt is, dat heerschap te ontdekken.”
1
i
I
1
1
i
1
i
graf.
Het
van deze ontmoeting opgevrooiykt door geklik
van hakken en Hitler-groeten, een vermakeUJae
herinnering.
In werkelijkheid wantrouwt Holland den Dult-
schen nabuur. Men heeft er vrees voor. Hol
land waakt té zorgzaam over zijn neutraliteit
om het officieel te zeggen, dat het kwaad slechts
van dien kant kan komen; maar weten doet
men het heel goed.
Onder het kundig bestier van den grooten
staatsman Coiyn ziet men koelbloedig de na
tionale verantwoordelijkheden onder de oogen
en men bereidt zich voor om zoo noodig te
strijden, daar waar het gevaar mocht verschij
nen.
Kapitein Hoeven, die het commando over de
vier sleepbooten voerde, vertelde—aan een re
porter van de North Mail een en ander over
de reis, die een kalm verloop had gehad.
„Gedurende de eerste dagen hield tegenwind
ons op, maar daarna ging het vlugger. Wij
sleepten met twee booten tegelijk en waren biy,
dat we geen zware zeeën ontmoetten."
Het werk werd uitgevoerd onder omstandig
heden, die moeilijk waren voor de 15 man. die
gedurende den overtocht het wrak bewoonden.
Het vuur heeft niet veel gespaard van het
schip, dat eens ruim 20 millioen kostte. Het
Ijzerwerk is grootendeels verbogen en verroest,
zoodat het moeite kostte voor de bemanning
nog een verblijfplaats in te richten.
De Atlantlque zal worden gemeerd bij de
werf van Smith en Houston te Port Glasgow,
om te worden gesloopt; dit zal minstens een
Jaar duren.
kalm wachtje ge
klopt als deze
laatste acht dag
gen Joe soes
de een beetje bo
ven zijn krant en
Murphy stak rus
tig zijn zooveelste
sigaret op. Toen
Hoe langer Joe Brown, de eenige nachtwaker,
die in gezelschap van Murphy des nachts in de
„European” vertoefde, er over nadacht, hoe
zonderlinger hem het „waaksysteem” van den
detective voorkwam. Zij deden warempel niet
veel meer dan sigaretten rooken en kranten en
tijdschriften lezen! Murphy toonde niet de
minste behoefte tot het maken van ronden door
het gebouw, iets waaraan Joe zoo gewend was.
Soms verdacht de^sr zijn „baas” zelfs van, dat
hy een uiltje zat te knappen! Een rare ver-
tooning! Nou, hem een zorg, als hij zijn baantje
maar hield. Een rustig leventje was het wel, dat
moest Joe toegeven. In tijden had hjj niet zoon
Ergens ver dreunen twee zware slagen van
een torenklok. Geheimzinnig en zwijgend steekt
de enorme massa van de „European” af tegen
den nachtelljken hevnel In alle vertrekken
heerscht diepe stilte. Neen, toch niet in alle.
In kantoor 213, op de een-en-twintigste ver
dieping sluipt een gestalte voorzichtig over het
dikke tapijt. Een flits van de zaklantaarn.
Juist, déAr staat de brandkast! Behoedzaam
knielt de inbreker neer, haalt een paar gereed
schappen te voorschijn en begint rustig zijn
vernielingswerk. Hjj grijnslacht achter zijn
zwarte masker. Dan.... opeens, een gerulsch!
Vliegensvlug wendt de inbreker het hoofd om,
den adem inhoudend, en bliksemsnel boort hij
den lichtbundel van zijn lantaarn in de duister
nis, gereed om op te springen. Te laat! in
dezelfde seconde is het licht in het vertrek aan
geknipt en ontzet staart de boef in den loop
van Murphy's browning, die dreigend op hta
gericht is.
„Hands up!” klinkt het bevelend.
Aarzelend, met tegenzin, voldoet de inbreker
aan het bevel. Niets aan te doen; hij zit in de
val. Zelfs al zou hjj er in slagen dien vent
tegenover hem de browning uit de handen te
slaan, dan zou die reus van een kerel naast
hem, hem onschadeljjk maken. Het spel''is ver
loren Een half uur later is hjj aan de po
litie overgeleverd. Murphy heeft zijn eerste suc
ces geboekt!
wat Ik zeggen
haar, dat ik terug ga, naar
ten de monniken belasting betalen voor de mo
lens, omdat de wind, die ze deed draaien, eigen
dom was van den Hertog van Brabant; op de
zelfde wijze moest voor het water schatting
worden betaald.
Hieruit is te verklaren, dat de abdij nooit rijk
is geweest. In den tijd van den vrede van Mun
ster moesten verschillende bezittingen worden
verkocht en op andere eigendommen werd een
hypotheek genomen van f 150.000.De kloos
terlingen moesten door hun familieleden onder
houden worden. Aan het volk konden geen aal
moezen meer worden uitgereikt. De bewoners van
de omgeving werden hierover zoo woedend, dat
het klooster in 1653 is geplunderd. Dan is de
rijke geschiedenis van Postel voorbij en de
abdij leeft arm voort. In 1799 werden de kloos
terlingen verbannen, in 1828 kwamen ze terug,
maar hun domein, dat eerst 4500 H. A. had
bedragen, was toen niet grooter meer dan onge
veer 100 H. A.
In „Paris-Solr” schrijft Claude Blanchard
over een bezoek aan Holland, waar hl) zich eens
op de hoogte stelde van de houding die wjj
aannemen ten opzichte van het Duitsche drei
gement en het sabelgerinkel van Hitler. HU
komt tot de conclusie, dat men voor dezen
laatste over ’t algemeen weinig achting heeft en,
hoe paisibel men ook gestemd is, toch bereid
blijft iedere schending van het grondgebied met
de wapenen te keeren.
Er bestaan bij dit vredelievende volk, zegt hl],
eenige politieke kringen waar de ganzenpas en
de groote trom toch een Ideaal schijnen te be-
teekenen.
En niet onvermakelijk gaat hij voort: In 't
bijzonder is dit het geval by de NSB., die
wordt geleid door een welgedanen onder-Hitler,
zonder lok of voorspellende oogappels, genaamd
Mussert, die geregeld wijst op de imperialistische
neigingen van Frankrijk ten aanzien van den
Rijn. Maar de overgroote meerderheid der kie
zers neemt hem niet au sérieux. zy beschouwt
hem vooral als een verschijnsel, dat goed Is om
de Zondagen mee door te komen. Ik heb dit
heerschap eenige jaren geleden bezocht in zijn
spelonk van een hoofdkwartier en Ik bewaar
„Als u de geheimen van mijn syfteem kent,
zult u begrijpen, dat ik om zoo te zeggen, de
dieven slapende vang!” lachte Murphy. „Kijkt
u eens, de zaak zit zoo: vóór elke brandkast
heb Ik op onopvallende wijze een drempeltje
laten aanbrengen, niet hooger dan een paar
millimeter. In het lokaal waar ik met Joe den
nacht doorbreng, liet ik een tableau monteeren
waarop de nummers voorkomen van alle ver
trekken, waar een brandkast staat. Welnu,
wanneer iemand op het drempeltje komt, rin
kelt in het wachtlokaal een bel en tevens be
gint op het tableau het nummer van het ver
trek waar het contact gemaakt wordt, rood te
gloeien. Wjj hebben niets anders te doen, dan
dit nummer op te nemen en ons naar het be
wuste vertrek te begeven. U ziet, de „Jongens”
zijn zoo welwillend ons hun komst even te
melden!!!”
degelijk iets voor uw voorstel. Doch wjj willen
natuurlijk eerst eens graag weten...."
cago’s beroemden wolkenkrabber, zat met|- „Het spijt mij, heeren!” onderbrak de bezoe
ker, „bijzonderheden over mijn systeem kan ik
niet mededeelen. Tenminste nu nog niet. Als
eenmaal de eerste inbreker geknipt is, dan, ja.
dan heb ik er niets op tegen u alles op te hel
deren. Tot zoo lang moet u geduld hebben. Ik
garandeer u echter, dat u tevreden zult zijn!”
Clarke en Smith keken elkaar vragend aan.
Die Jongeman maakte een betrouwbaren Indruk,
dat stond vast. Waarom zouden zy het niet
eens probeeren? Tien minuten later was de
zaak in kannen en kruiken.
„O,” riep zij uit. „Dus de kleine John Heek
krijgt wat hem toekomt. Niet, dat we niet
gelukkig zijn geweest,” ging zij bevend voort,
„ik ben volmaakt gelukkig geweest. Maar ik
vind, dat het kind het recht heeft op alles wat
zijn moeder hem geven kan, zoowel als zijn
vader.”
„Bejty,
zelfzuchtig
opofferen en ik heb niets voor jou gedaan.”
„Zoo moet Je niet praten.” viel zy hem in
de rede. „Je hebt me alles gegeven, wat ik in
de wereld verlang. Mijn leven is vol geluk
geweest. Voor mijzelf heb ik niets meer noodig,
maar in deze laatste dagen heb ik wel nage
dacht, ot het eerlijk zou zijn, den kleinen John
zijn erfdeel te onthouden."
Dan kuste Roger eerst haar en toen den
baby.
„De kleine Johan Beck zal hebben, wat hem
toekomt,” zei hjj.
bij een ongeval met
dood elij ken afloop
ATT T A TT/^’VA.T'K.TTT’ 9C* op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen E* bij levenslange geheele ongel
I t| <r< [11 /IN IN s» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen VV« verlies van beide armen, bel
De geestelijke Invloed der abdij is zeer groot
geweest, vooral door het parochiewerk. Met fier
heid kunnen de Norbertijnen van Postel ver
klaren. dat alle parochies, die zij gesticht of
bediend hebben, thans alle nog geheel en al Ka
tholiek zjjn. In de geschiedenis van dit deel
van Brabant hebben de Norbertijnen een voor
name rol gespeeld. In dén tijd, dat Postel door
armoede geen grootsche liefdadigheid meer kon
beoefenen, hebben de Norbertijnen aan deze
streek veel groote diensten bewezen door hun
zorg voor het geestelijk heil der bewoners.
„Je hebt Je te moe gemaakt.” zei hjj berouw
vol.
„Nee, ik ben niet moe, maar mijn tellingen
willen niet uitkomen."
Roger kuste eerst haar en dan het kleine
donzige hoofdje naast haar op het kussen.
,Jk heb een geschenk meegebracht, Betty,”
zei hy.
„Wat?" riep Petty. .Hollen?"
„Nee, het is een geschenk voor den jongen
heer Beck van zijn grootvader.
„O,” zei Betty blij, en nieuwsgierig. ,En wat
geeft paps aan baby?”
„Nu, het is voor Jou ook, het is voor ons
allemaal. Het hangt er van af, of je het heb
ben wilt, Betty. Het is Je bruidschat."
zy werd bleek en keek Roger vragend aan.
Met een schok zag hy den smeekenden blik in
haar oogen. Dan zei ze langzaam:
„Het hangt van mij af, zeg je, of ik bet
hebben wil?”
,Ja.” aei hy stil. „Van Jou. Betty-Mef.”
Hy kon byna het kloppen van haar hart
hooren. hij voelde het, toen zy zyn hoofd
omlaag trok, tot naast dat van het slapende
kind.
„Ik denk, dat we het moesten aannemen,”
zei zij.
„Ik denk het ook,” stemde hy toe.
Hij hief zyn hoofd op en zag haar galaat
stralend van inwendige vreugde.
te loopen. Maar Joe ging zonde: medeiyden
voort: „Hy heeft me gezegd, dot Betty s bruid
schat voor haar klaar ligt en hy vindt, nu
het kind er is, dat zy het geld moet hebben."
„Zoo, is het dat?" zei Roger half tot zich
zelf.
Ja, hy zei. dat je voort kon gsan met idioot
te doen, hy zou zyn woord tegenover Betty
houden, of Je kon, zooals hy het ultdrukte. op
houden met blind en zelfzuchtig zyn en haar
haar deel geven. Denk er nu maar eens over.
Roger.”
Hy stond op en schoof zyn stoei achteruit.
„Ga je?” vroeg Roger als was hy gehypno
tiseerd.
„Ja. ik ga. Ik heb gezegd,
moest. O, zeg
Gibraltar.”
„Naar Gibraltar?" riep Roger Uit
„Ja. ik denk, dat het me beter zal bevallen
dan Ierland.”
Iets in zyn gezicht gaf Roger antwoord, meer
dan zyn woorden. Gribraltar was beter voor den
majoor, omdat het verder weg was.
De herhaalde uitnoodiglngen van Sam Hor-
nock en het onschuldige aandringen van Betty
zouden hem daabsfl^et meer hinderen.
Roger stond verstonTO^peze toevallige herin
nering aan de grootte van Joe's offer toonde
hem helder de kleinzieligheid van zUn houding
De muur van vooroordeelen scheen om te vallen
•«--y e directie der Maatschappij tot Exploi-
I Jtatie van de „European Building”, Chi-
de handen in het haar. Flguurlyk tenminste,
want mr. Clarke trommelde nerveus op zyn
schryfbureau, terwijl zyn collega Smith zich
met zyn zyden zakdoekje koelte toewuifde.
„Er móét iets op gevonden warden, Clarke!”
zei Smith tusschen twee roffels door, „zóó gaat
het niet langer. Drie inbraken in twee weken
tyds is te veel. De huurders dreigen de contrac
ten te annuleeren. Waar zy trouwens het recht
^Jpe hebben, wy zyn immers contractueel ver
plicht voor een behooriyke bewaking van het
gebouw te zorgen!”
,Als ik maar wist wAt!” zuchtte Clarke, „wy
hebben notabene tien vaste nachtwakers in on
zen dienst en het gaat toch niet aan in elk lo
kaal, waar een brandkast staat, een mannetje
neer te zetten. Dat zou me een dure grap
worden!”
Op dat oogenbllk werd er energiek op de
matglazen deur geklopt. Nu is het altijd ener-
veerend by Je gewichtige overpeinzingen ge
stoord te worden. Clarke deed een kwaadaardi-
gen trek aan zyn dikke sigaar en smith stiet
zoo onheusch mogeiyk „Binnen!” uit. De slan
ke, goedgekleede jongeman, die het privékan-
toor blanenstapte, bleek een vlotte kerel. Hy
groette de directeuren opgewekt en nog vóór zy
een woord hadden kunnen uitbrengen, had hy
reeds in een clubfauteuil tegenover hen plaats
genomen en stak onmiddelljjk van wal:
„Heeren, om maar dadeiyk met de deur in
huis te vallen: myn naam is Frank Murphy.
Particulier detective, ik weet, dat er de laatste
twee weken reeds driemaal een brandkast in de
„European” Is leeggeplunderd. Hoeveel nacht
wakers hebt u? Tien? Absoluut niet noodig,
heeren, twéé is voldoende! Ik neem aan, met
twee man het gebouw afdoende tegen Inbraak
te beveiligen! Myn systeem is even eenvoudig
als gemakkeiyk! Elke Inbreker, of hy op de
tweede of op de vier-en-twintigste verdieping
zyn slag tracht te slaan, wordt geknipt! Laat
my u myn diensten eens aanbieden. Uw huur
ders zullen zich weer voor honderd procent vei
lig voelen!"
Clarke schudde ongeloovig het hoofd en
Smith snauwde iets van humbug”. De bezoe
ker veerde overeind en met een: „Als de heeren
er niets voor voelen..,.” stapte hy naar de
deur.
„Dat zeggen wy niet!” haastte Clarke zich
den Jongeman te verzekeren, „wy voelen wel
en een stroom van licht vloeide over zyn ver
stand en hart.
Joe greep zyn hand met een PÜniyke stevig
heid en ging naar de deur.
„Ga Je heusch?” vroeg Roger beesch.
„Ja, dag, oude Jongen.”
Weg was hy.
Roger stond hem na te staren, tot het gesnor
van zyn motor verstorven was. Hy
berouw en schaamte en een vloed van gevoelens
overstelpte hem.
Joe ging in ballingschap, Joe, die hem zyn
groot geluk had bezorgd en wat had hy ge
daan? Hy had zyn eigen leven verder geleefd,
hy had geen enkele gewoonte veranderd, hy
had, zooals Joe zei, alles genomen en niets
teruggegeven. En wat was liefde waard, als zy
zelfzuchtig was?
Hy keerde zich om en vloog de trap op.
Betty lachte hem toe, van achter haar witte
bedgordynen, zulk een beeld van geluk, dat het
Joe’s woorden scheen uit te wlsschen. Maar
Roger, nu gewaarschuwd, meende, dat zy er
moe uitzag.
zy stak een waarschuwenden vinger op.
„Baby slaapt,” fluisterde zy. „Ik heb Juist
de eleren-rekening nagezien, maar het wil niet
uitkomen.”
Een stapeltje kasboekjes lag by haar bed,
Roger nam ze en legde ze buiten haar be
reik.
„Het zyn niet alleen myn nersooniyke ge
voelens, als ik.... als ik net geld van de
Hornocks aannam, zou ik dwars ingaan,
tegen alles wat de oudjes me geleerd hebben.”
„God zegen ons, man, Je maakt me kwaad.’
riep Joe uit. „De oudjes liggen in hun
laat hun vooroordeelen met hen rusten.
gaat toch om de toekomst.”
„De toekomst.” herhaalde Roger vaag,
hy was geschrokken van de uitbarsting.
„Ja, Betty's kinderen en kleinkinderen. Jou
kinderen en kleinkinderen. Moet de familie
langzamerhand lager en lager zakken?
Betty zwoegen en slaven, tot ze er by neer
valt?”
„Groote hemel,” riep Roger uit. „Zwoegen en
slaven."
.Daar draait het toch op uit, myn jongen.
Je moet de zaken nemen zooals ze zyn."
„Wat moet ik dan doen?" vroeg Roger ge
slagen.
„Je theorieën overboord gooien en je styven
nek buigen. Ja daar zit hem de knoop. Je
hebt een harden kop en een styven nek. Die
moet Je nu voor Betty maar eens buigen.”
Roger antwoordde niet, hy was doodsbleek.
„Je schoonvader heeft er met me over gespro
ken.” ging Joe zachter verder. „Hy denkt
vindt, dat het tyd wordt, dat Je Betty niet meet
hindert."
Roger stond vlug op en begon de kamer door
De Führer houdt verkiezingsredevoeringen
dat de spaanders er van af vliegen. Het is thea
traal en rhetorisch voortreffeiyk. Met zyn
prachtige baritonstem begint hy als een orgel,
gedragen, weemoedig byna. Langzaam zwelt hy
aan, hy wikkelt zyn hoorders in men voelt zelfs
door de radio hoe de spanning onder de dui
zenden in de groote hal stygt. En ook het tempo
van zyn woordenstroom wordt opgevoerd. Men
merkt hoe hy zich bedrinkt aan zyn eigen
phrases, men kan zich zyn van passie vertrok
ken gelaat en zyn gebaar duideiyk voorstellen.
Dan bereikt hy den climax, en het wordt een
opgewonden gekrijsch van snel uitgestooten,
hltsende, korte woorden. Men voelt het applaus
en het antwoord-gekrysch van de zaal aanko
men. DAar is het alen het slot van den
zin wordt onhoorbaar in een gemeenschap-
peiyke opwinding zonder weerga.
■w -root den Katholieken Kring te Eindhoven
heeft de Eerw. Heer E. Nieuwenhuize van
z de Norbertynenabdy te Postel een voor
dracht gehouden over de geschiedenis van deze
abdy.
zy is, aldus spr„ ontstaan in de twaalfde
eeuw, als priory, die afhankeiyk was van de
abdy van Floreffe. Postel lag langs verschillende
groote wegen; langs den weg van Leuven via
Heusden naar Gorlnchem; langs den weg van
Leuven naar Den Bosch. Ook de wegen van
Antwerpen naar Turnhout en’van Breda naar
Maastricht gingen langs Postel. Op dit kruis
punt werd in 1144 een kapel gesticht, welke bhj-
kens de kronieken werd ingewüd onder groote
belangstelling en met feesteiykheden. In den
loop der volgende Jaren werd Postel met een
groot aantal goederen verrykt, zoodat deze ab
dy kort na haar ontstaan een klooster was met
vele bezittingen, welke zich tot in Gelderland
uitstrekten. Het domein rond Postel zelf,
een aaneengesloten stuk grond vormde,
ruim 4500 H. A. groot.
In 1648 by den vrede van Munster werd aan
Postel een groot aantal van de buitenbezittin
gen ontnomen, waaronder vele landhoeven en
een aantal molens. Het eigeniyke domein is ty-
dens de Fransche Revolutie in handen van an
deren gekomen. Evenzoo de verschillende tiend
rechten en patronaten.
Met al deze bezittingen had Postel een rij
ke abdy moeten zyn, doch dit is niet het ge
val geweest. Postel, dat aan een kruispunt van
groote wegen lag, gaf aan ontelbare reizigers
gastvrij en kosteloos verbiyf, hetwelk de abdy
zeer veel geld kostte. De feiten wyzen uit, dat
Postel tot deze gastvrijheid verplicht was, maar
men kan de bullen, die hierop betrekking heb
ben, niet meer vinden, doch het schynt, dat
vele schenkingen werden gedaan onder deze
voorwaarde. Ook aan de armen werd de liefda
digheid beoefend. Soms kwamen per week meer
dan duizend armen. Voorts moest Postel gast-
vryheld verleenen aan de doortrekkende legers,
die er vaak dagen lang vertoefden. Op twee da-
pen per Jaar nml. Vetten Donderdag voor Vas
tenavond en Witten Donderdag werd aan dui
zenden armen per persoon twee brooden en een
pond spek geschonken^ het vleesch werd op
Witten Donderdag vervangen door twee harin
gen en een pot bier. Op zulke dagen werden
vaak 6000 brooden uitgereikt.
Daarnaast werd vaak door de hertogen van
Brabant een beroep gedaan op de abdy en
werden de kloosterlingen schatplichtig gesteld
by oorlogen en andere gelegenheden. Zoo moes-
Roger sprak niet en Rickstead ging met
groeiende ontroering verder:
„Tot nu toe is het van haar kant alleen
maar geven geweest, nooit nemen."
,Maar ze is gelukkig, Joe," hield de jonge
vader vol. .Jk zou het toch weten, als ze niet
gelukkig was.”
„Zorg, dat Je daar zeker van biyft," ze! Joe.
„Zij bracht haar offer met graagte, nu moet jy
aan het jouwe gaan denken. Je zult niet altyd
Jong biyven en misschien gaan de zaken niet
altyd goed. Heb je daar nooit aan gedacht?"
„Maar ik zal toch zorgen, dat Betty nooit
te kort komt,” antwoordde Roger blozend.
„Pff." zei de ander. ,Xn als die kleine boven
nu eens broertjes en zusjes krijgt? Dan zal
Betty toch graag hebben, dat ze goed opgevoed
en goed verzorgd worden.*'
Roger zweeg en zei dan met donkeren Mik:
infanteristen beschikbaar, dat de verbinding
tusschen de forten onderhoudt en zich met
groote snelheid naar bedreigde punten kan be
geven. De sterkst-verdedigde punten van de Unie
worden door de jnUltalre autoriteiten geiyk-
waardig geacht aK de Maginot-linle.
Er schynt echter een Dultsch aanvalsplan te
bestaan (plan Von Epp>, waarin de Duitsche
troepen zoowel de bestaande Fransche als de
Belgische verdedigingswerken laten voor wat
ze zyn en waarin de hoofdmacht de Nederland-
sche grens ter hoogte van Susteren zou over
schrijden. om in zeer korten tyd de Belgische
Kempen te bereiken. In een rede te Namen
heeft Devéze verklaard, dat de mogeiyke schen
ding van de Nederlandsche neutraliteit op de
zelfde wyze de vooruitziende aandacht vergt als
de Oosteiyke grens en geheel nieuwe straiQ
gische vraagstukken opwerpt. Daarom wï!
Devèze ook de Noordeiyke grens van België ver
sterken, waar opnieuw een paar honderd mll-
lloen voor noodig zouden zyn.
Er is in België een sterke st rooming, vooral
onder de Vlamingen, tegen deze plannen. Men
wil zich militair niet geheel afhankeiyk maken
van Frankryk. Men betoogt, dat een zelfstandige
militaire politiek de Belgische landsverdediging
een bestendiger en objectiever uitzicht zal ge
ven. Men wil het vraagstuk der landsverdediging
in zyn geheel aan een nieuw critlsch onder
zoek onderwerpen en zich losmaken van ver
plichtingen met vreemde mogendheden, om te
rug te keeren tot de neutraliteit, waarmee men
de veiligheid van kleine staten het best ge
diend acht.
De zaak is nog niet uitgevochten, maar wy
achten de argumenten der tegenstanders be
grijpelijk. zyn zy echter Juist? Is effectieve be
veiliging niet geboden, nu het ryk van Hitler
voor geen verdragsschennis biykt terug te
schrikken? En voorname vraag is het
ook voor Nederland niet noodzakeiyk, het mili
taire vraagstuk eens geheel opnieuw te beky-
ken?
Van geen mogeiykheid tot vreedzame rege
ling mag men afzien. Neutraliteit is het prach
tigste wat een klein land kan bezitten. Doch
moet men daarom verwaarloozen te letten op
overduideiyke teekenen en zich de ooren stop
pen als de sabels rinkelen?
Er staat een Chineesche muur om Duitsch-
land heen. Een Chineesche muur van nlet-meer-
begrijpen. Neen, menschen met normale zenu-
wen snappen dit niet meer. Men moet Duitscher
zyn om dit te vatten en.... te waardeeren
Want lees nu zoo n redevoering eens na! Wat
bevat zy? Nihil. Geen enkele stelling die niet
direct bestrydbaar is, met duldeiyke feiten.
Geen enkele poging tot argumenteeren. Geen
grein van logica. Niets dan een bespelen van
het klavier der volksconsclëntie, met de meest
primitieve sentimenten. Het kkn niet dom en
verblind genoeg!
We vingen letteriyk het volgende op.
Hitler spreekt zyn gehoor toe over de her
bezetting van Dultschland en zoekt deze ver
dragsschennis dan te rechtvaardigen in naam
van de eer en de vrijheid van het groote vader-
land. Men vraagt, zoo zegt de Führer, vooial
in het buitenland, waarom dat her-bezetten dan
juist nü moest geschieden. En dan komt het
verbysterende. Men verwacht een rechtvaardi
ging, een verdediging, een klemmend argument.
Mis, men krygt een evidentie te hooren zóó
verbazingwekkend, dat men rich afvraagt, of
in Dultschland. waar men dit savouteert, nog
plaats is voor verbazing, s -Y-
„Warum muss es Jetzt sein?
.„Weil ich Jetzt eben lebe muss es jetzt sein”..
Wy hebben de grootste bewondering voor de
diplomaten der andere naties, die by zulke
woorden correct en beleefd bUJven, en tot pra
ten bereid.
Trouwens, zy zullen wel niet alleen praten.
Zy zyn zoo verstandig om rekening te houden
met de mogeiykheid dat deze opwinding leidt
tot het wapengeweld dat wy allen vreezen, dat
eigeniyk niemand wil, maar dat wel komen
moet, als de geesten niet van deze kookhitte
af geraken. Ziet men de militaire voorbereidin
gen die worden getroffen, dan Mykt dat de
Duitschers gevreesd worden als de Mantsjoes
van Europa. Dok tegen hen is men bezig een
onoverschrydbaren muur op te trekken. Wie dit
niet begrypt geeft biyk, geen goeden kyk te
hebben op de mentaliteit achter onze Oost
grenzen, het ontbreekt hem aan nuchterheid en
realistisch gevoel. Onverklaarbaar iykt ons dan
ook het gedrag van generaal Snyders, oud-
opperbevdhebber van het Nederlandsche leger,
die toch weten kan door welk een fractie van
een toeval Dultschland ons In 1914 heeft ge
spaard, maar die nu in de „Limburger Koerier
en zelfs in het Duitsche blad .Die Wehrfront”.
artikelen schrijft, waarin hy het verdrag tus
schen 'Frankryk en Rusland een gevaar voor
den Europeeschen vrede noemt.
Door allerlei verdragen, laatstehjk met Rus
land, heeft Frankryk er voor gezorgd dat
Dultschland. wanneer het in het Westen weer
mocht aanvallen, in het Oosten wordt „bezig
gehouden”. Geweldig zyn de Fransche verde
digingswerken. waar het land aan Dultschland
grenst. Daar vindt men de Maginot-linle, een
onafgebroken keten van tegen ieder geschut en
alle luchtaanvallen beveiligde forten, die op
kunstige wyze zyn verwerkt in het landschap.
By militaire deskundigen gelden deze werken
als onneembaar, tenzy Dultschland het een of
andere geheime middel in petto mocht hebben,
waarvan de kracht nog niet is na te gaan.
Door den invloed van den Belgischen minister
van Nationale Verdediging Devèze, die al sinds
1932 aan het bewind is. is deze linie thans met
enorme kosten practlsch doorgetrokken langs
de grenzen tusschen België en Luxemburg en
België en Dultschland. Van Arion uit, over
Martelonge, Bastogne, Houffalize, Malmédy,
Dolhaln, Hombourg tot Vlsé liggen driehonderd
gecamoufleerde betonnen verdedigingswerken.
Bovendien beeft men alle kruispunten der
voornaamste wegen versterkt en gezorgd, dat
springstoffen in de nabyheid zyn. Omdat tegen
woordig groote legerafdeellngen gemotoriseetd
zyn, Is het beheerschen van de gewone, voor
autoverkeer bruikbare wegen, van meer gewicht
geworden dan het gebruik der spoorwegen. Bd
het eerste alarm kan men thans de wegen pn-
bruikbaar maken en uit de kazematten wordt
er een vernietigend mltrailleurvuur op gericht.
Voor de bergachtige streek van de Ardennen
heeft men een welgeoefend corps wielryders-
Te Parijs is op 71-Jarigen leeftyd overleden
de Russische componist Alexander Glazoenof,
een belangrijke meester, een der voornaamste
vertegenwoordigers van de na-romantische
school. e-
Alexander Konstantinowltsj Glazoenof is ge
boren te Petersburg 10 Augustus 1865. Al op
16-Jarigen leeftyd schreef hy een symphonie,
welke in 1884 onder leiding van Liszt te Weimar
werd uitgevoerd. Hy ontving zyn opleiding aan
het Conservatorium in zyn geboortestad onder
leiding van RimskyKorsakof. In 1899 werd
hy leeraar aan die instelling en hy is er van
1905 tot 1913 directeur van geweest.
Als componist heeft Glazoenof zich vooral
grooten naam gemaakt door zyn vierde Sym
phonie. Van zyn omvangrijk oeuvre noemen wy
voorts de orkestwerken Stenka Razien en Kreml,
een vioolconcert, ouvertures, voorts strijkkwar
tetten, pianosonaten, liederen, enz. Met Rimsky-
Korsakof heeft hy de door Boradien onvoltooid
nagelaten opera Knjaz Ignor’ voleindigd.
Ook te 'onzent is Glazoenof nog opgetreden
als gastdlrigent van het Concertgebouw.
119