Zoekt gij betrouwbaar gezinnen Plaats dan een „Omroeper” voor 80. WEDSTRIJDEN Voor jaa rsf ietstocht Paaschei-versiering 'N VERSJE VAN VONDEL De V.P.D. v; r n Paascheieren DONDERDAG 2 APRIL 1936 11 Ezels tellen niet mee Mm J pi< je de Fabel van den beer en den leeuw -» t Het escadron pantserwagens, dat Is opgericht, deed Woensdag zijn intocht in den Bosch, waar het nieuwe escadron gestationneerd zal zijn aan de orde je maar een hebt, ben je Neen, aardig di d< De allermooiste zoekt hij uit. Hij moet het heel goed weten; Voor alle kinderen groot en klein Moeten er immers eitjes zijn. Hij wil niet één vergeten/ Want ook een ei van chocola Is heusch wel aan te raden; Of suiker, lekker rose of wit, Dat tn een aardig mandje zit, Is ook niet te versmaden! Is juffrouw Kip dan uitverkocht, Dan moet de Haas betalen; En dan gaat hij, je raadt het goed. Vlug nog naar bakker Suikerzoet, Om daar nog iets te halen! Ml vai au Za Maar eindelijk heeft meneer de Haas Genoeg voor al z’n vrinden; Al wie er braaf heeft opgepast. Die zal op 1 goede Paaschfeest vast Wel heel veel eitjes vinden! I Hel 30 WW bet ma 1 atai bes we tigi der die Po ter Rc De mooiste, grootste eieren, Die legt ze op een rijtje; Want strakjes komt mijnheer de Haas, Dat is in 't koopen vast een baas, Die keurt altijd een tijdje! Ier is een versierd Paaachel *n visch. De vinnen en den staart knip je van gekleurd papier, b.v. rood of oranje. Jullie ziet wel hoe dat gaat. Er komen lip jes aan, die omgebogen worden en op het el geplakt. BIJ de kieuwen heeft de vlsch aan weerszijden een vin. De oogen, schub ben, kieuwen en bek worden er netjes op geschilderd of geteekend. Je kunt *t heele ei oranje kleuren, dan wordt het *n goud- vlsch. Kroonprinses Ingrid, de echtgenoote van Kroonprins Fredorik Denemarken, arriveerde-Woensdag op Schiphol Als het zoo tegen Paschen gaat, Is juffrouw Kip vroeg bij de hand. Dan kan ze heusch niet zeuren, Ze heeft zooveel te keuren, Te schikken in haar mand! was ook wel te krijgen. Nadat ieder zich *n bosje had gesneden, werd de thuisreis aan vaard, die nog gemakkelijker ging dan de heenweg, want nu hadden ze den wind, die intusschen was opgestoken, In den rug. Onder de belofte spoedig weer een derge- 1 ij ken tocht te ondernemen, ging het club je In de beste stemming uiteen. A. L. genoot van *t natuurschoon om hem heen, kwam hem *n boer achterop rijden. *t Was toevallig *n kennis van Vondel en daarom maakte deze van de gelegenheid gebruik, om den boer te vragen of hij mee mocht rijden. De boer wilde al zeggen: „Natuurlijk mag u dat,** toen hij zich opeens bedacht. „Nou goed.” zei hij dan, ,,’t Is voor mij ’n groote eer, *n dichter zooals u bent, naast me op den wagen te hebben. U mag dus méérijden, maar onder één voorwaarde. Eens was Vondel, de meester van onze Vaderlandsche dichters, zoo wordt ver haald, op reis van Amsterdam naar Lelden. Terwijl de dichter zijn weg vervolgde en Hol- kunnen dan beter voor den dag met onzen schaakkampioen Max CEDA Prof. J. C. van Eerde, directeur der afdeeling Volkenkunde van het Kolo niaal Instituut te Amsterdam, is over leden lijk niet, yrant terwijl men rijdt moet men zijn aandacht verdeelen tusschen het ei en het stuur. Als je het laatste vergeet, lig je in een oogenblik tegen de vlakte en au je bet el vergeet, heb je het gauw tusschen je vingers stuk geknepen. In Parijs hebben elk jaar wedstrijden plaats van kellners, die met een blad vol glazen en kopjes het eerst aan een zeker punt moeten zijn; van winkelmeisjes, die hun hoedendoos aan het eindpunt moeten brengen en van de sjouwers van de „Hal les”, de groote levensmiddelenmarkt van. Parijs, die met vrachten van een paar hon derd kilo moeten hollen. In Engeland heb ben nu en dan wedstrijden plaats tusschen de dragers van de fruitmarkt. De deel nemers moeten wel een dozijn groente- manden op hun hoofd torsen. En dat is geen kleinigheid, want deze manden zijn in den regel 25 cM. hoog en 50 cJd. In doorsnee. De Schotten houden er een eigenaardig spel op na, waarvoor men al over een bui tengewonen voorraad kracht moet beschik ken. *n Dikken stok, „caber” genaamd, die 8 M. lang is en wel 100 kilo zwaar, moeten ze eerst tot aan hun schouder opheffen en dan zoodanig werpen, dat de „caber” een halven cirkel beschrijft. Een spel in Perzlë - is dat. waarbij twee mannen rug aan rug op een paard rtttan. Het kamp wordt in tweeën verdeeld orberd; Bob Bamett, omdat hij twee en zestig'eieren in één uur naar binnen had gewerkt; Hauning Westnut om z'n record van zeventig abrikozen In zeven minuten. Patrick Driver is de wereld-Mefstuk-kam- ploen, want hlj at er acht kilo van bij een enkelen maaltijd. W(j zouden deze heeren wel kampioenen gulzigheid kunnen noemen en wij, landers, komen Eu we. „Heer Leeuw," zei eens de beer beleefd, „’k word door verdriet verteerd, dat gindse ezel, majesteit, uw grootheid maar niet eert. Hij spot met uw rechtvaardigheid en hekelt uw talent, zegt dat van alle dieren, u, de grootste nietsnut bent. En zelfs dat uw grootmoedigheid niets dan komedie is! Gooi toch die ezel, majesteit, in de gevangenis." De leeuw keek peinzend voor zich htt en zei toen„Och welnee, laat toch die ezel praten, Beer, een „ezel" telt niet meel" Dr. j. Swierstra te Hulzum (Fr.) is be noemd tot inspecteur van den Vee- artsenijkundigen Dienst, tevens inspec- Te Muiderberg is Woensdag het stof felijk overschot van piloot Beekman, den commandant van de .Uiver* ter aarde besteld. Verschillende bekende vliegers volgden de lijkbaar grafwaarts de aandacht. Was het een vogel? toen zij goed keken, was het een eekhorentje, dat, verbaasd over de bezoe kers, even In het dorre gras bleef zitten en toen met vlugge bewegingen naar den naastbijzljnden boom wipte om langs den stam omhoog klimmend te verdwijnen. En het bleef niet bij een eekhoorn (flg. 4), spoedig zagen zij een tweeden, een derden, en zelfs een vierden; het leek wel of alle eekhoorns met elkaar hadden afgesproken hier bijeen te komen. Overal zag mooie staartpluimen omhooggaan. In het bosen werd een oogenblik halt gehouden om de meegebrachte appels op te eten. De schillen werden netjes in een oud konijnenhol begraven. Toen herinner de Evelien zich, dat zij beloofd had gagel mee te brengen (flg. 5). Nu, dat was geen bezwaar. Vlak bij was een soort vennetje, waar gagel bij massa stond en een mes s Is natuurlijk de overwinnaar. Dan hebben we nog de wedstrijden in oehendigheid, zooals er *n poosje geleden In Londen een gehouden is voor de kap pers. De opgaaf was, om twee kinnen In den kortst mogelljken tijd te scheren. Twintig candidaten namen aan den wed strijd deel en het was een Italiaan, die met glans al zijn collega’s versloeg door in den tijd van 8 minuten en 12 seconden zijn twee klanten te scheren. In het organiseeren van wedstrijden spant Amerika natuurlijk de kroon, want de eene is hier al dwazer dan de andere' Denk eens, dat er een prijs uitgeloofd werd voor dengene, die het eerst een reusachti ge taart had opgegeten, zonder er *n drup pel bij te drinken. Lekker, zeg je? Het zou je niet meevallen, maar je zult van je moe der wel geen kans krijgen om het te pro- beeren. De namen van eenlge winnaars van zulke onzinnige wedstrijden werden ttt ielerwedstrijden zijn wW van den dag. Als paar sterke longen al een heel eind op streek. Maar als iedere deelnemer in zijn linkerhand een ei tus- schen duim en wijsvinger moet houden en bet eindpunt moet bereiken, zonder het el te breken, terwijl hij zoo snel mogelijk moet rijden, nu dat Is lang zoo gemakke- *t Was een heel troepje, dat op dezen moeien Maartschen dag een fietstochtje maakte. Voorop reden Bram en Kees, dan volgden Rob en Evelien en eindelijk kwa men Mlentje en Toos. Er was bijna geen wind, de lucht was strak blauw, kortom *t beloofde een schitterende tocht te zullen worden. Het doel was eigenlijk driedubbel, zooals Kees gezegd had. Ten eerste een mobien fietstocht maken, ten tweede boechanemonen zoeken en ten derde kij ken of er van de boschbewoners ook iets te zien was. Voor de boschanemonen was *t terrein al gauw bereikt. Midden door den grooten weg, die naar het bosch leidde, stroomde een beekje en juist bij de brug kon je gemakkelijk den slootkant bereiken, waar het meestal wemelde van de bosch anemonen. Nu was het nog wat vroeg in den tijd, maar het was er ook eigenlijk om te doen, plantjes mee te nemen om in den tuin te zetten en daarvoor was deze tijd juist de goede. Het duurde niet lang of Mlentje had tusschen de dorre bladeren de fijne blaadjes ontdekt (flg. 1). Voorzichtig werd een stuk wortelstok met de blaadjes eraan uitgegraven en In een krant gepakt. Het was nog flink vochtig, zoo van den slootkant, gevaar voor uitdrogen bestand niet. Nu ontdekten ook de anderen plantjes van anemonen en spoedig was een tiental plantjes verzameld. Ook de dotterbloemen (flg. 2) begonnen al voor den dag te ko men en zelfs te bloeien; zij waren dus al verder dan de anemonen. Speenkruid (flg. 3) werd ondanks alle moeite niet gevonden. Wel waren hier en daar in de slooten al kikkereieren te vin den. Beladen met den buit werd weer ver der gereden, een zijpad bracht hen mid den in het bosch. Daar trok eenig geritsel ▼1 VI U B nei dai «er de Zaï •en «1 81 d oi n v li 81 „Dat u éérst *n versje maakt....”, klonk het plagend. De dichter, die zijn man kende en drom mels goed wist, dat deze zijn vee dikwijls heimelijk liet grazen in de welden van zijn buurman, ging op die eigenaardige voor waarden aanstonds in. Zonder lang na te denken, zei hij: ,lk zal me op deez1 wagen wagen. Die me zal naar Leiden leiden; God zal met Zijn plagen plagen. Die in anders weiden weiden." De boer had méér dan genoeg aan dit rake versje, en probeerde het niet, om er nog *n ander bij te vragen. Het lesje, dat Vondel hem in dichtvorm zoo vlug en goed koop gegeven had, had hij maar al te goed begrepen! Koning Leopold van België bracht deze week een bezoek aan de Coc- kerill-werven te Antwerpen, waar de .Ville de Liège* wordt omgebouwd tót transportschip voor auto's De afgetreden vlootvoogd, vice-admiraal M. H. van Duim is Woensdag uit Indië teruggekeerd In ons land met het m.s. .Mamlx van St Aldegonde* en het is nu zaak zijn tegenstanders van het paard te werpen en degene, die de zelfs in alle kranten vermeld. Zoo werd mijnheer Mackey gehuldigd, omdat hij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 14