land Zielzorg het nieuwe Wie dezen KWIEK EN VIEE is onze „Omroeper”, aken avond weer upniiB* ipreekt hij In 80000 gezinnen, waar hij een trouw gehoor vindt, zaken-Omroepers ct per regel. Particuliere Omroepers 20 m zomer den Geïllustreerden Reisgids welke voor - belangstellenden en hun behulp- vormen van Plaats dan een „Omroeper” gezinnen Personeel? FOTOREPORTAGE KOLONISTEN-DEMO- CRATIE H C BOEK EN BLAD £*n kort gebed tn het meert ver laten kerkje oan den Witten Donderdag De Wieringermeer- pastoor vertelt z 8. I Rot o aan senl hoe hoe nsd wij krill aan, welke voor gratis verkrijgbaar is zaam zal zijn bij het reisplannen. voornemens is, een reisje te maken vrage aan het CENTRAAL REISADRES DINSDAG 14 APRIL 1936 7 1 nlet 4 «t> get regal. «m nem mis aan een traditie van katholiek leven.... En geen katholieke schaol. Interessanter en voor de zielzorg vooral belangrijker is echter, dat de menschen, hoewel ze uit allerlei landstreken stammen, toch allen uit één stand komen, één stand vormen athans. „De Menschen hebben hun gebre ken”, door A. van Duinkerken. O We KOI Voll van D de nat utst D herl van Diet cler geei van kan D mei ka tl sen 8D dat gen 8D O vort mee geei H vaa deel bon nat O van Am ttjp D par wap den kan en D den stut waa teg< stat de en doo zige groi D dit uitt viss H bjjz ion dig< E kies har B ver Dit dac aan E rak gm •en tion don VOO nati «ijn non feit, mai Wot aan star wel moe Ii frac ovei 81 gelil D feni erk< O gnx wö 81 zich sief nati wiei D niet ken zij i leen stal A mei liek doel ons voo: den dat O het ®en lognet of hun face a main komen bekijken of de boel van hun was, of sjj ’t hier hadden opgebouwd, of ze in *n soort dierentuin zitten en dap moet Je hooren hoe die toeristen zich verbazen over wat ze hier zien. Ja t gaat hier beter dan in de oude polders, waar iedere kolonist op zijn eigen Initiatief bleef aange wezen. Hier regelt vadertje Staat de koloni satie. En dat gaat heusch zoo kwaad niet. Hier is heusch geen Wild West. En de menschen, pastoor? De menschen komen hier van alle kan ten, dat weet u wel. Als u bet mij vraagt heeft Nederland geen elf provincies, maar wel dub bel zooveel, wanneer ten minste ieder gewest zijn eigen dialect spreekt. Wat Je hier alle maal niet hoortI En alles Nederlandsch. Het gebeurt hier herhaaldelijk, dat twee arbeiden elkaar niet verstaan en elkaar dan verwijten dat ze geen goed Nederlandsch spreken! i In de stilte van het wijde nieuwe land gaan i onze gedachten nog over dit alles: tot de auto de houten brug weer over rammelt, idie naar den ouden polder voert, waan weer boomen staan, en waar een lange historie ligt Ji geschreven in de bonte, oude bekken en de kromme sloten en de bochten van de hobbe- Uge wegen.... Ook al Ja! Wij hebben hier bijzonder neu traal onderwijs, dat weet^u. Ideaal is het na tuurlijk niet, maar in de gegeven omstandig heden geloof ik, dat het voor hier het best- bereikbare is. Beschouwt men het zóó, dat de openbare school vooral een gevaar vormt door de q u a s i-neutrallteit van haar leer krachten, dan zijn de gevaren hier sterk ver minderd. Hier beeft een schoolbestuur, waarin Z. Hoogw. Exc. onze thans regeerende Blsschop Mgr. Hulbers als Deken van Hoorn nog zitting bad, de benoeming tn handen en ik moet zeggen bet personeel is uitstekend. Voor het godsdienstonderwijs moeten wij echter een stap terug. Niet meer de meester, doch moe der moet voortaan toezien, dat de kinderen hun les leeren. Is dat eigenlijk wel een achter uitgang? v V dt twee stoelen, mag Ik uw 'blflettée even zien? (Politiken) Zoo zit ik ook njet andere dingen. Al mijn bijzondere plechtigheden mijn eerste com munies, plechtige communies en vormsels moet Ik op Zondag houden. Ooor de week hebben de menschen geen tijd. Zoo gebeurt het, dat b(j een spoedbedlening mijn huis houdster achter het stuur moet gaan zitten om mij met Ons Heer weg te brengen. Men heeft mt) daar wel eens gek om aangekeken, maar wat wil ik anders? Tachtig van de hon derd menschen kunnen hier chauffeeren, maar ik kan er niet één van zijn werk afhalen. En het peil van uw menschen, pastoor? Uitstekend. Zooals ik zeg: ze moeten nog wennen aan het idee, dat zij hier zelf de élite van de parochie Amo^ten vormen, al lemaal samen. Maar nzkri’e kerk komen se trouw, ook van grootefii Afstand. En dat weet ik van allemaal. In oude parochies, vooral In de stad, komt het noga] eens voor, dat bij een missie of zoo plotseling een aantal „ka tholieken” opduikt, die de pastoor nooit als zoodanig heeft gekend. Hier komt alles nieuw binnen. Ik weet precies wie katholiek is of van katholieke afkomst en wie niet. Hebt u veel parochianen uit de katho lieke streken van het land? Neen, gelukkig niet, 't Zijn beste, dlep- geloovige menschen, maar *t valt hun hier toch erg koud op het lijf, de dageliJksche om gang met andersdenkenden en dat totale ge- De geest, die hier onder de menschen heerscht is die van een volmaakte kolonisten-democratie. Allen zqn jong verreweg de meesten althans. Allen moeten den heelen dag door hard werken. Ouden van dagen of menschen die niets te doen hebben kennen wjj hier niet. Alles werkt aan dezelfde cultuurmaatschappij. Een paar zelf standige pachtboeren doen toch óók dezelfde soort arbeid. „Notabelen" zjjn er niet. Op Middenmeet woont een dokter en we hebben een paar onderwijzers en ingenieurs, maar geen daarvan hoort tot mijn paro chianen. Allen zijn hier even wjjs, even machtig en even goed. Wjj leven hier werkelijk in een volko men democratie. Hier ziet men on der zijn oogen hoe in een land 'als Amerika het door-en-door-demo- cratische voelen groeide. 8LOOTDORP, 8 April. - tt de Anna-Paulownapolder rijden I wtj de Wleringermeer binnen bet wijde, vlakke nieuwe land, waar nog maar enkele Jaren geleden de zee overheen stond en waar nu wijd verspreid, beelemaal los en ver van elkaar splinter nieuwe boerderijen met helder-roode pan nendaken uit den grand worden ópgetrok ken. Wijd en zjjd, wAAr men ook kijkt nergens valt één enkele boom te bespeu ren. Alléén maar boerderijen steken hier wtt de vlakte omboog als vroeger de schepen kilometers ver. Land zonder boomen zonder traditie zonder his torie. Dat geeft natuurlijk zijn problemen tn de zielzorg? Heel eigenaardige problemen zelfs. In oude gevestigde parochies, u weet dat wel, beeft de pastoor sltUd boo’d groepje parochla- Zoo, dat zijn onze problemen, gaat u nu nog even mee naar mijn kerkje? Het kerkje ligt aan den overkant. Een paar kinderen spelen er vóór. ■egel. Betrekkingen (gevraagd en aangui*!***' nen, die over wat vrijen tijd beschikken, die graag allerlei akkefietjes opknappen, waar eigenlijk bet parochieleven zoo’n beetje op steunt. Daar is hier geen sprake van. Op het altaar, in dit kleine, breed-gebouwde, witte godshuis, branden de kaarsen, en geuren de bloemen. Onze Lieve Heer staat hier maar gewoon in het taberna kel. Het kan niet anders. Eén en kele eenvoudige jonge vrouw bidt in een zijbankje. De menschen kunnen niet komen, fluistert de pastoor mjj in. Zjj zjjn aan het werk. Zjj kunnen er niet van af. En de vrouwen zjjn bjj de kleine kinderen. Het zjjn al lemaal jonge gezinnen. Dat ééne meisje daar komt van acht kilome ter ver. Overal in het land staan de ker ken open. Overal knielen héél den dag menschen, die tjjd hebben, voor de versierde Sacramentsaltaren. Hier in de kolonie, onder deze goe de, hard werkende menschen, moet Onze Lieve Heer alleen blijven, in het meest verlaten kerkje van den blanken. Witten Donderdag. Wij rijden het „dorp” binnen een van de drie plekken in de meer waar een paar hulzen wat dichter op elkaar staan gebouwd, waar een breed soort dorpsstraat, gloednieuw in helderroods baksteen zich in de lengte rekt. In het laatste van deze Hlootdorpsche hul sen woont de pastoor, pastoor Braak een vlotte, hartelijke man, die ons met utt- geetrekte hand al tegemoet komt, ah zijn vriéndelijks huishoudster ons maar amper bin nen beeft gelaten en ons met een „welkom tn de negorij’ zijn gezellige huls-zlt-studeer- karnpr htnnpnlpidt. T_Zóór. we zullen maar eens beginnen mot de radlo-centrale af te netten, dan kunnen we rustig praten, niet? Centrale, ael U? ja zeker, man, «rij krijgen hier de radio per centrale. Dat dacht u niet hé? Dat den ken trouwens de meesten niet: sa meenen hier allemaal in een land te komen, waar de men- whem nog in holen wonen en met dieren vellen om loopen. Nu kennen wij hier na tuurlijk met de geneuchten van een groote stad. Maar hebt n wel gezien boe keurig wij bier wonen, langs ones asphaltwegen? Hebt u dat volmaakt-correcte restaurant gezien, ginds Mn den hoek? Moet u ’szomere eens sten. Dan komen hier de autobussen met rijtjes achter elkaar met van die menschen. die bier de zaak door hun Laat ik u eens vertellen van «ten eersten Zondag den besten hier tn mijn kerkje. Toen de Blsschop wijlen Mgr. Aengenent bet kerkje was komen Inzegenen, Hep alles prach tig maar den Zondag daarna.—. Ik had am per twee misdienaars. Een organist kon ik niet vinden, zangers evenmin. Als collectant had zich zegge en schrijve één Jongeman aan gemeld, die vroeger, in de parochie waar hij vandaan kwam ook wel eens met t derde zakje had grioopen. Alles moest worden op gebouwd. Een organist heb Ik zelf zoo goed en zoo kwaad als het ging, moeten vormen zij heeft u daarstraks open gedaan, bet te mijn eigen huishoudster. Ik moest wel man nen, die tijd hebben om het orgelspel te gaan leeren heb Ik niet. Om nu den goeden gang van zaken niet al te veel aan mijn eigen huishouden te binden als Ik wordt over geplaatst moet er toch iemand zt)n die orgel speelt heb Ik naar een nieuwe kracht bm- gekeken. En ik heb er een gevonden; wéér een meisje, een kind van 13 Jaar met groote be gaafdheid. De Jongens werken als se 14 wor den even hard als de vader. Zóó is het leven hier. dangers had ik niet. Kwamen andere pastoors uit weeldee tot den volkszang. Ik moest er mijn toevlucht toe nemen uit armoe. Voor collectant durfde niemand zich opgeven, om dat ieder gewend was, in de parochie, waar hU vandaan kwam, anderen dat werk te zien opknappen. Daar deed de kerk geen beroep op ben. Men achtte zich daardoor eigenlijk nog niet waardig tot bet vervullen van zulke functies. Ik ben toen denzelfden weg opgegaan als met den zang: Ik heb ze allemaal tot col lectant gebombardeerd. Wie het «lichtste bij zit, of het eerste naar voren komt, neemt bet zakje en gaat rond. En dat gAAt! Men klaagt allerwegen over de verwildering van onzen tijd En voer menigeen is deze ver wildering een raadsel b(| de uitgebreidheid vaa onderwijs en ontzaglijke sommen gelds welke nog dagelijks voor allerlei onderwijsinrichtin gen worden uitgetrokken. Met recht wtjsv men op vroegere tijden waar oneindig meer met veel minder geldverkwlstlng bereikt werd. Men vergeet echter daarbij dat het on derwijs van vroeger een heel ander karakter droeg. Het was vooral bezield met een anderen geest. De vorming van den mensch, én niet veelweterij, stond op bet voorplan. Geen me* chanlsatle, maai» humanisatie waa het «tod waar men naar streefde. Nu is de mensch ge worden het verlengstuk der machine, 8pvoe- ding schi^zlch naar efficiency; keifs de ziels vermogens worden getest, machinaal vastge legd, gematerialiseerd, wetenschappelijk ge kweekt om als goedkoop en economisch ver antwoord product op de markt des levens te worden gegooid. Er komt vast een tijd waarin de gébreken van den mensch een kostbare dy namische waarde zullen hebben, een tjjd. waar in wij er om zullen treuren dat «rij zonder bochel, of doofbéid. of blindheid. of de hemel Weet welk gebrek, ter wereld zjjn gekomen. Als inleiding tot dit glanstijdperk der nieuwe tij den is het boekje van van Duinkerken een kostelijke sa tyre. Hoe wij de grootheid van Ho merus, Esopus, Ronsard en andere genieën kunnen aankweeken Is ons nu bekend gewor den. Wellicht krijgen wij binnenkort een nieu we wereldgeschiedenis op verbeterden grond slag en een Vondelverklaring waaruit blijkt dat de glorieuze visies zijner bespiegelingen zonder sjjn kousenhandel niet tot stand wa ren gekomen. Moge dit verschiet onze In ar moe levende dichters tot het kousenvak be- keeren. Inmiddels biedt het boek van van Duinkerken een verheugenden positieven kant. Hjj vestigt wederom de aandacht der le zers op de oudheid. Het zijn de klassieken <üe Holland hebben groot gemaakt. De gouden eeuw is hun werk. Orooter en onvergankelij ker dan welk stoffelijk bezit Is de humanisti sche rijkdom welken onze voorouders uit de werken en bet leven der klassieken hebben gepuurd. En het is bet verwaarloozen en het minachten dezer schatten dat ons gebracht heeft tot de geestelijke en zedeiyke Inzinking waarover nu zoo geklaagd wordt. Het is vM Dulnkerken’s verdienste ons wederom te heb ben ingeleld in populairen vorm, bi) enkele fi guren der oudheid ot der herboren oudhete. Moge deze poging succes oogsten en de b»” langstelling voor de bron eener betere en hu manere beschaving nieuw leven Inblazen. WO hebben het meer dan noodlg in dezen tijd van steeds wassende brutaliteit en schaamtete»* held. N.Z. VOORBURGWAL 67-73, AMSTERDAM, N te der Het elftal van Feyenoorddat Zondag in den wedstrijd te gen Excelsior te Rotterdam hetafdeelings- kampioen- schap behaalde Het vreeselijk auto-ongeluk te Heesch heeft aan drie personen het leven gekost. De vernielde wagen op de plaats des onheils 4 A- éW

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 14