Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden I XetmAaal win F 250.- F 750.- ALLE ABONNÊ’S H I WIJLEN AMBASSADEUR V0NH0ESCH B"' N+ET-I^A-A-S^E-bKAA-R jfeb Nederland— Tsjecho- Slowakije J et eiland der eenzamen ZATERDAG 18 APRIL 1936 Het blauw grijze veertje De Glae-harmonica Een eigenaardige klok r Waardigheid ontbrak ’5 Wittems eeuwfeest n r 5gj Het horlogevak in vroeger tijden...» 4 I Merkwaardige muziek instrumenten £en man die Duitechland vertegen woordigde, zooals het op beet ie f./ i - t. a het Muziekhistorisch hier ‘1 i Glasharmonica, begin 19e eeuw ..Wat ZU1- iWbrdt vervolgd) I Kijkje in een der zalen van de Europeesche afdeeling van Museum te Den Haag Tuimeltje zat nu zoo dik onder de kussens, dat hü niets meer hoorde of zag en dat vond hij toch wel een beetje ver velend. Weet je wat, sei hU in zichzelf, ik kruip er stilletjes onder uit en ga eens kijken of 'ik Kikker Karei niet bang kan maken. En zoo stil hij kon, kroop hjj tusschen de kus sens uit en sloop naar bulten. Nu had Tuimeltje een kussensloop gevonden, die hij erg Uiterst hinderlijk an vol ge varen is het. wanneer meer dan twee fietsers naast elkaar rijden. (Op smalle wegen en paden I* zelfs twee nog te veell eg om i club en de er dat nip knagen aanfhet hart. De ambassadeur Is aan een hartkwaal bezweken. Hoe men In zijn eigen land over hem oor- deelen zal, weten wij niet, maar te Londen treurt men oprecht over het heengaan van een man die Dultschland vertegenwoordigde zooals het op sh best is. n de Me eeuw waren de horloges nog zeer zeldzaam en vanzelfsprekend ook kostbaar. Vorstelijke personen betaalden er graag groo- Bet eerste eeuwfeest van de vestiging van de Paters Redemptoristen te Wittem aal van 34—37 Juni as. worden herdacht Dord- speeld, lertijd heef* ng I n in ïcht- i bet weer men eiden t ook ZjjD van i wit- eilijks ertui- kam- in op ultaat kleine r bet L dat n in- geen Roman van Paul Kollar Vertaald door Louis de Bourbon Europa ontstane derivaten van dit speeltuig als de Theorbe en de Chltarone completeeren deze zeer belangwekkende afdeeling. De harp heeft tot het einde van de 16de eeuw volhard in haar primitiviteit; van de verande ringen, sindsdien ontstaan chromatische harp, hakenharp. pedaalharp. dubbelpedaalbarp ge tuigt de verzameling Scheurleer. Uit de strijk instrumenten een greep doende, noemen wü eerst de Trompette marine, een hoogst eigen aardig. veelal met één snaar bespannen speel tuig. dat op zeer speciale wijze wordt bespeeld. De plaatsing van de vingertoppen tusschen kam en strijkstok, gecombineerd met de eigenaardige constructie van den kam, geven aan het geluid het wonderlijke karakter van trompetachtige flageolettenen. Opvallend is ook de Draailier, een instrument waarbij de strijkstok is vervan gen door een schijf, die door een krukas rond gedraald wordt, terwijl de snaren worden ver kort door een reeks toetsen, verbonden aan tangenten die tegen de snaar aangedrukt wor den. Voor bepaalde effecten zijn nog andere, bijzondere snaren toegevoegd, maar het gelu'.d bleef snerpend en dun. Toch heeft de draaU'er kans gezien in baar bloeiperioden door te dringen tot den adel en de hofkringen in Frankrijk, waar is geëindigd in handen van bedelaars en soortgenooten.” Nadat de heer Balfoort nog de blokfluit, de gitaar, den doedelzak en de verschillende Viola- soorten behandeld heeft, besluit hij dit interes sant artikel aldus: „Zonder de noodlge kennis van de muziek geschiedenis sou bet echter nooit mogelijk zijn ons doel te bereiken. En niet alleen „ons doel”. Voor tallooze andere onderwerpen, op de muziek betrekking hebbende, is de bestudeerlng van de muziekgeschiedenis hoogst noodzakelijk. Daar om noemen wij tot slot nog even de zeer be langrijke bibliotheek die tevens tot de verzame ling Scheurleer behoort, waar iedere musicoloog kostbare studiewerken zal vinden, bronnen die hij menigmaal elders tevergeefs zal zoeken.” Ze droegen Tuimeltje naar het dichtst bijzijnde huls en stopten hem In bed, want hij had wis en zeker kou gevat. Hij deed niets dan hoesten en rilde over heel zijn lichaam. Kikker Karei kwam om vergiffenis vragen en beloofde hem gauw beter te zullen maken. Daarom ging hij al de kussens die maar in het huis waren bijeen zoeken en bracht die op het bed van Tuimeltje. D. J. van Balfoort, de conservator van het IfllrtelrWgllwIsnll Museum te ’s-Gravenhage zet in „De Delver” van deze maand zijn beschou wingen over merkwaardige muziekinstrumenten voort. - goed gebruiken kon. HU deed dat over zUn hoofd, stapte er met zijn bcenen in en maakte hem aan den zijkant dicht. Ik ga eens probeeren of Ik zoo niet loopen kan, set hjj. en jawel hoor, langzaam aan kreeg hü er slag van. Eerst viel hü nog wel eens een keer, maar het ging toch beter dan hü verwacht had. Rondom hem liepen kikkers en torretjes ver schrikt weg, mpar hij deed net of hU er niets van merkte en ze! geen woord. Van den overleden Engelachen koning bestaat een schilder dat. naar experts beweren, tot de beste portretten behoort, welke van hem ver vaardigd zijn. Toch heeft het geen plaats in een groote verzameling gekregen. De maker 1» een lid van de Koninklijke Academie, Richard Sickert geheeten. Aanvankelük was het be stemd voor de Londensche Tate Gallery. Maar de directeur weigerde tenslotte tot aankoop over te gaan. HU gaf toe dat het de levendigste afbeelding was. die hu van den koning kende, maar hü had niettemin geen ruimte voor het. werk beschikbaar. Het werd daarop gekocht door een dame, die het aan de stad Glasgow wilde afstaan, maar ook hier kon men niet tot aanvaarding beslui ten. Enkele Engelsche critici meenden aL dat de ongetemde Schotten uit Glasgow geen kUkop kunst hadden, maar deze wezen de aantijging verontwaardigd van de hand en verklaarden, dat de weigering om redenen van niet artis- tleken aard geschied was. Men moest het po»; tret maar eens goed bekUken. En Inderdaad. De fout, die de schilder begaan heeft, is, dat aan zün vereeuwiging van den monarch leder teeken ontbreekt, dat de konink lijke waardigheid aanduldt. Het portret zou dat van den eersten den besten welgestelden koop man kunnen zUn. In plaats van een kroon draagt de vorst een bolhoed, voorts geen her- melünen mantel maar een ulster, verder niet den ketting van een grootkruis, maar een cache- nez. En wat de deur dicht deed, was het feit, dirt de koning stond te praten met den trainer van een zijner renpaarden, die precies aoo ge kleed was als hjj. F— olgens een beechrUving in de Fransche ge schiedenis zou in t jaar 807 aan Karei den Grootpa door iemand, Hamen al Raschid geheeten, een prachtklok ten geschenke zün aangeboden. Deze klok was van een dusda nige buitengewoonheid, dat Karei (en zün ge- heele hofhouding) er telkens opnieuw met ver bazing naar keek, wanneer ze een bepaald uur aangaf. Op de wijzerplaat waren twaalf kleine deur tjes aangebracht, die de uren aanduidden. Eén dezer deurtjes ging bü ieder héél uur open terwül er dan een aantal koperen balletjes uit te voorschUn kwam. Deze vielen op een bel en gaven alzoo ’t juiste uur aan. De deurtjes, die zoogenaamd „gebruikt" wa ren, bleven openstaan tot twaalf uur. Op dit tijdstip kwamen dan opeens twaalf „ridders” uit de klok te voorschUn. die eenige malen op de wijzerplaat ronddraafden, waarna de deurtjes zich weer sloten. j. M „Water van de liefdebron, Maakt liefde zuiver als de son. Maakt alle harten goed en rein. Behoedt ae voor verlies en pijn. Groen bloempje. Woel in zon en dauw Frisch als de eeuwig-groene trouwt” te geldsommen voor, zooals de koningin van En geland, de hertoginnen van Brabant en Bour gogne, en enkele anderen. Eduard III, koning van Engeland, gaf In t jaar 1368 vrijgeleidebrleven aan de horloge makers van Delft. Daarin stond, dat stf ver zocht werden, naar Engeland té komen, om daar dan *t zelfde vak uit te oefenen, dat zü in ,hun eigen land beoefenden. Dit verzoek was dus wel eervol voor de Delftsche horloge makers, die hun vak dan ook goed moeten heb ben verstaan. e Duitsche ambassadeur te Londen, dr. L. 11 G. A. von Hoesch, is onverwacht ge- s-' sterven op een leeftUd waarop andere diplomaten de groote ambassadeursposten eerst hopen te bereiken. HU was 54 jaar oud. en had den hoogsten dlplomatieken rang bekleed sinds zijn 41ste jaar. toen hU. korten tUd na de be zetting van het Roergebied door de Franschen, dr. Meyer opvolgde als ambassadeur te ParUs. waar hU eerst gezantschapssecretaris geweest *Ondanks de uit den aard der zaak niet ge- makkelUke positie welke toen een Duitsch am bassadeur in de Fransche hoofdstad innam, zoo schrUft onze Londensche correspondent, verwierf hU zich daar door zUn tact vele vrien den, en de toenadering tusschen FrankrUk en Dultschland, welke in 1931 merkbaar was, mocht voor een niet gering deel toegeschreven warden aan zUn beleid. Velen meenden dat hU de grootste Duitsche diplomaat van onzen tUd zou worden. In November 1932 volgde hu baron von Neu- rath, die tot minister van Bultenlandsche Za ken benoemd was, als ambassadeur bU het hof van St. James op. Een voortreffelijke roep ging hem vooraf: men kon niets anders tegen hem inbrengen dan dat hU een vrijgezel was, het geen met het oog op de representatieve plich ten welke een ambassadeur, vooral te Londen, te vervullen heeft, als een nadeel geldt. Toch werd dr. von Hoesch, die veel prjjs stelde op zUn persoonlUk voorkomen, en een man van zeer aangename en gemakkelUke manieren was, ju de Londensche wereld bijzonder populair. Men had gevreesd hem hier zeer spoedig weer te zullen verliezen, want weinige maan den nadat hU de ambassade van baron von Neurath overgenomen had, maakte Hitler zich ta Dultschland meester van de macht Men verwachtte, dat het nieuwe regiem ook een verandering in de voornaamste gezantschaps- posten met zich brengen zou. Hitler evenwel wilde voordeel trekken van het persoonlUke vertrouwen, dat Herr von Hoesch en andere ambassadeurs genoten in de landen waar zij geaccrediteerd waren. Toch gingen destUds te Londen geruchten volgens welke dr. von Hoesch, die geen sympathie had voor het nieuwe regiem, ontslag uit den dlplomatieken dienst nemen zou. Loyautelt jegens Baron von Neurath, en de hoop dat hU ook onder de nieuwe omstandigheden zUn land te Londen belangrUke diensten zou kunnen blUven bewij zen. waren waarschUnlUk oorzaak dat de hard nekkige geruchten betreffende zUn aftreden niet verwezenlijkt werden. ZU herhaalden zich evenwel tot in den aller jongsten tUd toe; terecht of ten onrechte meende men te Londen dat Hitler slechts het gunstige oogenblik afwachtte om hem te ver vangen door een volbloed Nazi. Dit gunstige oogenblik zou evenwel niet aanbreken alvorens Engeland meer vertrouwen ging stellen in Hitler persoonlijk een vertrouwen dat nog steeds ontbreekt. Herr von Ribbentrop, die reeds meer dan eens als de opvolger van dr. von Hoesch gedoodverfd is geworden, schünt bU zUn jongste bezoeken aan Londen in dlploma tieken zin geen bijzonder gunstigen indruk ge maakt te hebben. Ofschoon een aangename persoonlükheid, heeft hU. naar ingewijden be weren. niet de diplomatieke manieren welke in Lenden het meest op prUs gesteld worden. Dat dr. von Hoesch onder de zeer moeUUke cmstahdijpledén, welke door de Hltleriaansche methodes geschapen werden, zUn ambt te Lon den met groots waardigheid en grooten tact ver vuld heeft, werd algemeen erkend voor hij ge storven was, en toen het dus niet een doode, doch een levende was dien men prees. Maar diezelfde omstandigheden beletten hem zUn talenten ten volle te ontplooien. gelUk hü te Parijs gedaan had. Zün nominale chef, baron von Neurath. werd herhaaldelitk op den ach tergrond gedrongen door dr. Alfred Rosenberg en diens amateur-dlnlomaten, en dr. von Hoesch had de moeilüke, ondankbare en vaak onmogelüke taak om al wat dezen te Londen bedierven, weer eenigszins goed te maken. Vooral den laatsten tijd heeft hü veel zelfbe dwang noodlg gehad om een taak te ver vullen. die hem door Berlün niet alleen zeer moeilük. maar ook zeer onaangenaam gemaakt werd. r>>t deze kneppe rtinlomaat. die te PartH zoo schitterend zün sporen verdiend had, bü de besprekingen weltee de laatste weken te Londen gevoerd werden, op den achtergrond moest blüven ten gunste van Herr von Ribben trop, was zeer hard. Het was misschien erger dan hard; het kon noodlottig zün. Want ofschoon ambassadeurs op instructies handelen en slechts de uitvoer ders zün van de orders hunner regeering, zün zü ook de adviseurs der regeering. en treden zü namens deze op, terwül zü zich laten leiden door de ervaring welke zij op hun post opge daan hebben. Het was Herr von Ribbentrop die bü alle besprekingen der laatste weken de hoofdrol gespeeld heeft. Dr. von Hoesch mocht toezien en er het züne van danken. Waarschün- lük zjjn z*n gedachten vaak niet büzonder prettig geweest. Geen vakman ziet graag aan matigende amateurs het werk verknoeien. Dr. von Hoesch was een rük man, een suc- eesrol man. en blükbaar in leder opzicht een gunsteling der fortuin. Toch zal hü de laatste jaren velen wier looobaan minder schitterend, en wier positie nederiger was dan de züne, be- nüd hebben. PersoonlUke zorgen kende hü niet, maar andïre zorgen kunnen niet minder vin- ,Bü de bespreking van de exotische speel tuigen hebben wü,” aldus schr., „opgemerkt, dat bü deze van een ontwikkeling niet gesproken kan worden; bü de Europeesche instrumenten is het tegendeel het geval. Om nu dien ont wikkelingsgang te kunnen toonen, leek*het ons van het grootste belang, een zelfde Instrument in zün verschillende staten in een zelfde zaal onder te brengen. Zoo zün wü er toe gekomen gelüksoortige Instrumenten bü elkaar te hou den. In één zaal zün de blaasinstrumenten ook de orgels en harmoniums hlerbü inbegrepen geplaatst, in twee andere de toets- en tokkel- instrumenten. terwül de strüklnstrumenten in een vierde zaal zün opgesteld. Volkomen streng konden wü ons aan die in- deeling niet houden. Zoo hebben wü ons de vrüheid veroorloofd, dadelük in de zaal van de blaasinstrumenten enkele speeltuigen te plaat sen die er niet thuis hooren, o.a. de Glashar monica, een Instrument, niet alleen merkwaar dig door zün uitvinder, den staatsman-natuur- kundlge. Benjamin Franklin, maar ook doordat het zoo*n büzonder teeren klank heeft en toch betrekkelük gauw is vergeten. Het is een ver- tijnd glazenspel (verrillon), waarbü een reeks glazen kommen van verschillende grootte, in elkaar sluitend en om een spil draaiend, door de vingertoppen in trilling gebracht wordt. Het viel een poos lang zeer in den smaak, zelfs Mozart heeft er een stuk voor gecomponeerd, maar het is gauw verlaten, waarschünlük ten gevolge van de zenuwstoornissen die het bü den speler door een niet opgehelderde oorzaak ver wekte. Dat wü zooveel tokkelinstrumenten aan den wand hebben hangen, danken wü al is het dan ook niet onmlddeUük voor een gedeelte aan de Arabieren, want zü hebben de luit naar Europa gebracht, waar zü, speciaal in de 17de eeuw, zeer veel bespeeld werd. Verschillende in Van het Tsjecho-Slowaaksche dagblad Nérodnl Listy, ontvingen wü een nummer ge heel aan Nederland en de Nederlandsche re laties gewüd. -dta. de Graeff en dr. Kamil Krotter, minis ters van Bultenlandsche Zaken der beide landen, schreven ieder een inleidend artikel, beide in de twee landstalen. Van verschillen de economische autoriteiten werden büdragen in de Tsjechoslowaaksche taal opgenomen en om gekeerd van verschillende Tsjechoslowaaksche autoriteiten büdragen in het Nederlandsch. Het geheel maakt een keurigen Indruk en geeft een goed inzicht in' de beteekenis van de zen jongen Staat en van de waarde onzer rela ties met zün bedrijfsleven. Maar Clothilde kreeg Gunther in het oog en vroeg: .Hebt u misschien al van het water gedron ken?" HU ktaik.e „Brrrl” deed zü en groot het water uit. Daarna spoelde zü eerst het kopje zorgvuldig om, vulde het dan opnieuw en dronk met gretige teugen. JDat smaakt," zei ze. en gaf de gastvrouw l*et bakje terug. De vrouw glimlachte weer, bukte zich, vulde bet potje met vochtige, bruine aarde, nam een paar zaadkorreltjcs uit haar zak en legde die er in. Terwül zij met haar bruinen vinger leder korreltje in de losse •arde drukte, song zü daarbü zachtjes het Volgende lied: aags voordat Gonnsen naar Nestreep 1 reisde, waar hü een betrekking als in- specteur van den tuinbouw gevonden bad, liep hü door den botanlschen tuin om de ge wassen te beküken of er misschien nog iets zün zou wat hem tn zün nieuwe betrekking van nut kon zijn. Daar ontdekte hü een blauw-grüze veer, raapte ze op en stak ze tusschen den band van zijn hoed. Ben dame, die voorbü ging, lachte veelbetee kenend. Toen hü den volgenden morgen aan boord van het stoomschip ging, bemerkte hü dat hü niet de eenige was die een veer op den hoed had. Op het promenadedek slenterde een man, wiens hoed versierd was met een groote zwarte veer. Deae veer viel zeer in het oog. Ook den man zelf kon men niet goed over Hét hoofd zien. Hü was buitengewoon zelfbewust. Gorm- sen voelde dat hü hem. ofschoon hü hem totaal onbekend was, niet goed lijden kon. Het gezicht van den heer had een brutale, harde uitdruk king. Het was een frissche dag met een klaren he mel en een scherpen wind. Toen men in open zee kwam, waar het schip van koers verander de, werd de wind plotseling zóó krachtig, dat alles wegvluchtte en zich tegen den wind trachtte te beschutten. Ook de onsympathieke heer zocht een beter heenkomen. Maar terwül hü opstond, rukte de wind zün hoed af en een golf spoelde hem over boord. Gormaen was innerlük blü en keek ver baasd op, toen de man rechtstreeks naar hem toekwam. „Wilt u mü uw hoed verkoopen?” vroeg hü met gemaakte* vriendelükheid. Zoo voorkomend mogelük, antwoordde Oorm- aen: ..Het spüt me, maar ik heb mün hoed zelf noodlg." De man keerde zich bruusk cm. Toen de stoomboot tegen den middag Sendborg bereikte, waar Gormaen aan land moest gaan, stapte ook de man zonder hoed uit. Het gelukte Gorm- sen onder de eersten te zün die aan land gin gen, terwül de andere ver achter hem bü de landingsbrug stond, waar de passagiers elkaar verdrongen. Gonnsen had nauwelUks eenige schreden aan land gedaan of hü .werd door een jonge dame aangehouden. Ze reikte hem de hand toe en zet. „Goeden morgen I” Gonnsen was verbaasd, hü had niet verwacht dat iemand van het land goed hem zou afhalen en wel allerminst dat men hem een jong meisje tegemoet stuurde. „Komt u mü afhalen?'’ vroeg hü aarzelend. ,Ja zeker.” antwoordde zü en keek hem eenigszins verbaasd aan. als vond zü >Un vraag overbodig. „Ik heb een auto besteld, die u straks naar huis brengt» Laten we eerst in een café op de Markt een kop thee nemen?" Hü kon daar niets tegen Inbrengen en toen hü in den auto zat, die hem later verder bren gen aou. had hü schik in dit onverwachte avon tuur. „Naar huls rüden" zou de wagen hem misschien was zü wel de dochter van den land eigenaar.... In het Markt-café vonden zü een gezellig plekje aan een hoekraam. Men kon door het venster het bedrüvlg gedoe op de Markt gade slaan en bleef zelf voor nieuwsgierige blikken verborgen. Het meisje keek met belangstelling naar bui ten. naar het marktplein. ZU was ook verlegen en wist niet goed hoe zü het gesprek moest aanvangen. Ook hU vond niet de juiste woor den, maar plotseling vroeg hü toch: „Bent u de dochter van den landeigenaar Eckberg, juffrouw?" Zü staarde hem verbluft aan. „Neen, maar hoe komt u daarbü.... bent u dan münheer Flint niet?” .Neen. neen, mün naam is Gormaen." ,34aar maar.u had toch een veer op uw hoed?" Zü stond plotseling en verward op en scheen haast te hebben om weg te komen. Maar Gorm- sen legde kalmeerend zün hand op haar arm: „Blüf kalm, juffrouw. We sullen dit misverstand btj verlies van een hand, een voet of een oog „Bahl” Minuten lang liep zü zwügend naast hem voort. Hü had haar beleedigd. Toen zei hü: „Ik wilde u natuurlük niet kwetsen t Het immers prachtig als de menschen u zoo geheel vertrouwen. Ik was vandaag ook blü. torn Fridolin mü zün geheimen spaarpot liet sten.” Daarop barstte zü in een luid gelach uit. Onder voortdurend proesten en giebelen zei ae: „Zün geheime spaarpot die laat hü aan iedereen zien iedereen zeg ik ul En alle ezels gelooven hem. Maar ik heb bü mezelf gedacht; als hü dezen spaarpot laat zien, dan heeft hü zeker nog een andere. En toen heb ik zün verzameling leesten doorzocht." „Clothilde!” schreeuwde de schoenmaker, die plotseling verbleekte. ^Ja zeker, oudje.” knikte zü gemoedelük. .Je hebt nog vier leesten vol geld. En die groote leest met dat eene goudstuk er in, die heb je alleen maar voor de domkoppenI” Fridolin liet het hoofd hangen als een strateeg, wiens geniaalste krügsplan door den vüand is doorzien. Hü begon te snikken en keerde om. Gunther echter, wien weliswaar de uitdrukkingen „de ezels" en „de domkoppen” wat eigenaardig in de ooren klonken, keek toch, vol bewondering naar het jonge meisje. „Ik sta verstomd.” zet hü. .dat u aoo aoo aoo...” .Dat ik aoo doortrapt ben,” vulde zü De zonnige uitdrukking verdween voor een oogenblik van haar gezicht, en haar stem klonk ernstiger, toen ae zei: J3at komt aoo vanzelf. Als je hier op het 9 r wel even oplossen Wilde u een man ontmoeten, die een veer op den hoed droeg?” ^Ja. iemand dien ik niet ken. We hebben elkaar eenige brieven geschreven tot nog toe. Tenslotte stelde hü mü voor, dat hü naar hier zou komen, om elkaar te leeren kennen. Ik heb niet eens een foto van hem gezien. Maar hü schreef dat hü een veer op den hoed zou dra gen. Was er nog iemand aan boord met een op don hoed?" Ja. maar de hoed vloog in zee; de storm rukte hem den hoed van bet hoofd. U moet or u maar niet over ergeren, want ik geloof dat u van dien mijnheer geen spüt behoeft te heb ben." ..Kent u hem dan?" Inplaats van de vraag te beantwoorden, woes hü naar de markt: .Daar gaat hü!” Zü keek met spanning naar buiten, maar schoot terug, soo- dra ze hem ge zien had. Flint maakte op dit oogenblik ook niet juist den besten indruk. De wind rukte aan zün dunne haren en zün gezicht was rood en ver wrongen van woede en ergernis. HU liep met korte woedende schreden en keek toornig naar alle kanten rond. Hü was blükbaar tot een daad van geweld bereid. Gormaen' keek haar aan en vroeg: „Zal ik hem roepen en hem uitleggen hoe de situatie is?" ,J«een, neen!" verzocht zü. „laat hem maar verder loopen. Ik kon immers ook niet weten dat hü er zoo ultzlet. De brieven waren aoo heel anders dan hü zich hier vertoont.” Flint verdween om een hoek en het meisje slaakte een zucht van verlichting, i .Drink uw kopje eerst leeg," zei hü. .«n tracht de geschiedenis te vergeten. Ik kan u nu, jam mer genoeg, niet langer gezelschap houden. Ik heb een betrekking in Nestreep gekregen bü den landeigenaar Eckbert, «He hier uitge strekte tulnderüen bezit. Maar als u het goed vindt, kunnen we misschien Zondag elkaar ont moeten en wat met elkaar keuvelen. Zondag het café op denzelfden tüd?” Zü knikte en zü ontmoetten elkaar niet al leen op den afgesproken Zondag, maar ook in de week later, zeer dikwüla En nu heet zü mevrouw Gonnsen en bewaart onder haar sou venirs als grootsten schat een blauw-grüs veertje. anders?’ antwoordde zü verwonderd. Denkt u soms, dat ik zooiets zou willen mis sen?” „Meent u dan, dateer iets te beleven valt, als ik het lagerhuis betrek?" en-- ,1 Clothilde sloeg de handen samen. naar voren, dreigde „Maar natuurlük. Het heele eiland loopt al om het jagershuis heen en weer, om te wach ten tot u komt. Alleen mün vader, de overste en Madeleine zün er niet. Al de anderen wel." ,Jk zou wel eens willen weten, wat er dan te zien valt," zei Gunther verlegen. „Te zien? Erg slim schünt u niet te zün. Ten eerste is er de guirlande, die ik met Wanda aan uw deur heb opgehangen. Zü bestaat voomamelük uit groene takken, want er zün niet veel bloemen meer om dezen tüd. Hier, kük maar eens hoe ik mü in mün vinger heb gestoken!” Zü hield haar kleine, stevige hand dicht voor zün oogen. Het was een bekoorlüke geste; hü greep haar hand en wilde die kussen; maar zü voorkwam hem, gaf hem zonder om weg een opstopper tegen zün neus en zei: „Doe niet zoo dwaas!” Daarna lachte zü- .Ja, u bent zeker verbaasd, dat wü aoo goed voor u zün, terwül u het toch heelemaal niet aan ons hebt verdiend. Maar bü ons is nu eenmaal het egoïsme niet zóó zeer de wortel van alle leven als in de wereld!” Zü trok een gewichtig gez'cht, toen zü deze nageprate wüsheid uitkraamde, die aoo heele maal niet bü haar paste, en vervolgde: wKom au mee, de anderen wachten ook!** eiland een beetje triester wilt hebben, dan moet Je het gappen." Bü het woord gappen” lachte zü alweer. Op deze wandeling door het met herfst kleuren getooide woud werd het Gunther duldelük. dat Clothilde een lang niet alle- daagsch menschenkind was. een karakter van waarde. Hü keek haar van terzüde aan en weer vielen hem haar frischheid en haar schoon heid op. Er was niets in zün hart, dat op liefde geleek, maar hü had een eerlüken wensch, dat dit eigenaardige kind eenmaal veilig mocht landen in de haven van een rustig geluk. Het tapüt van den herfst lag over den weg gespreid, fel van kleur en toch fün-genuan- ceerd. bont en toch harmonisch. De lucht was vol kruidige geuren: wl'-te paddestoelen, don kere aarde, goudgeel hare, dennennaalden en bonte bladeren, pittige boomschors en een paar late bloemen, zü allen mengden hun geuren dooreen, en de zon goot haar stralen in het wel riekend woud. Het was een wonderlüke wereld, dit .eiland. Misschien doorschouwde niemand het leven dezer eenzamen beter dan dit bloeende meisje, dat zoo onbezonnen scheen en toch aoo ver standig was. Gunther dacht over haar na, ter wül hü zoo naast haar voortschreed. HU had zich door een eenvoudigen schoenmaker laten beetnemen en had nochtans op zich genomen, een donker levensraadsel op te lossen voor de aan zün bescherming toevertrouwde Madeleine. Clothilde brak in een zacht, zilverhelder lachen uit. Dan zeide zü: „Het is goed, dat wü geen van belden bab belkousen zijn, anders zou het je slecht ver- gaan, Dora! Maar maar staat de gek daar niet te luisteren? Die boef!" Zü kwam drie passen iia*r den gek met haar vuist en riep: .Maak dat je wegkomt of ik geef je een aframmeling!" De gek hief een luid gelach aan en begon te zingen: De Jager staat te lonken, De jonkvrouw heeft gedronken, De watervrouw is ook erbü, Vroolük is de Jachtpartij!” „Houd je kop dicht, JU schooier!” schreeuwde Clothilde, nam een steen zoo groot als een vuist en wierp dien naar den gek. zoo handig, dat zü hem onfeilbaar zeker tegen het hoofd zou hebben getroffen, als de bedre'gde zich n’et oogenbllkkelük op den grond had geworpen Hü gromde en lachte nog hoonend, dan ver dween hü in het struikgewas. Het, te een afechuwelüke kerel,” sei Clothilde -Timmor dat hü zich op den grond liet vallen, ïk had het eigenlük kunnen weten en direct naar beneden moeten mikken.” Dan wendde zü zich tot Gunther. „Waar blüft u eigenlük aoo lang? Ik heb al boot» tüd op de oude houten bank voor 1/i jagershuis gezeten, dat ik er lam en scheef ’*jUia zei Gunther. „U hebt toch niet op mü gewacht?’* Zü gingen. Onderweg wendde Clothilde zich tot den schoenmaker Fridolin, die nog altüd bü hen was, en vroeg: „Heb Je den jonker je geheimen spaarpot ook laten zien?” ,Bst! sst!" deed Fridolin verschrikt. Clothilde lachte. „Die oude deugniet drüft handel en heeft geldt! Zooals allen hier! De watervrouw drüft ook handel. Zü Verkoopt wonderwater en bloempotjes. De menschen gelooven er weer aan. En toen zü genoeg geld had, toen heeft zü»iets slims gedaan. Haar dochter wilde name lijk graag met den vroegerën jager trouwen, maer omdat zulks niet wordt toegestaan, en omdat ook het oudje vanwege de goede zaken niet van het eiland weg wilde, heeft zü zieb zoo onschuldig als een kind voorgedaan en zelf het paar bü het ellandgerecht aangeklaagd. Ze moesten toen weg van het eiland, zü gaf hun helmelük geld mee, en als zü genoeg heeft, dan trekt zü hen achterna.” „Hoe weet u dat allemaal? Dat wist Kaje- tan niet eens. HU zei slechts, dat de Jager en de dochter van-de watervrouw hadden moeten weggaan en dat zü nu een el’endlg leven leid de i in de stad, waar zij alle dagen moesten Verken." „Ik weet alles." zei Clothlld- .En verraadt u niets aan uw strengen vader?” Zt) keek hun aan met een b'leedlgden blik, alsof zü wilde zeggen: voor hoe slecht of voor hoe dom zie je mü eigen’ük aan? Ze bepaalde zich echter tot een handbeweging, die ver achting uitdrukte. I op dit blad rijn Ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen TT 7^ft - by leven-,lanKe geheele ongeschiktheid tot werken door p 7Rft 5LSemi“lgeVB1,1met I ^gevallen venekerd toot een der volgende uitkeerlngen WWe" verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen doodeUJken afloop "aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uiterlijk drie maal vier en twintig uur na het ongeval 250

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 19