eten dag wn Wat Kikker Karei en Tuimeltje Veleef4en J De wichelroede H F 750.- DE ST. SERVATIUSBRON L et eiland der eenzamen p I '4 Uitgedroogd? Kostbaar psalmboek Verwoeste stad gevonden Totale zonsverduistering Een gezellige *- reis Vervaardigd tuttehen 1248 en 1262 Katholicisme in het Derde Rijk ZATERDAG 2MEI 19Ö6 «3 r ik 3 En de wetenschap AT f A °P blad 5!lJn ^gevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 - levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 7^ A bÜ een ongeval met p OKA ZAI «I ril JI W lil r. O ongevallen veraekerd voor een der volgende ultkeeringen WWe verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen WW»" doodelljken afloop fciWWa" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL w. op perkamentachtig Maastricht. FR. DAZERT B t 1 verder. TWAALFDE HOOFSTUK (Wordt vervolgd) 1 ten, krant was weer »Un t s 1 De radlo-meester in het paleis had al in de gaten, dat er iets niet in orde was. De radio kraakte en piepte, alsof aan den anderen kant de wereld verging en even daarna hoorde hij heelemaal niets meer. HU draaide eens aan alle knopjes, zocht wel twintig stationnetjes op, maar het was en bleef doodstil. Tn de komende zes weken zullen uit alle doe len van de wereld geleerden in Japan aanko men, teneinde waarnemingen te doen tijdens de totale zonsverduistering, die op 19 Juni aa. op Hokkaido zichtbaar zal zün. De eerste groep is reeds gearriveerd onder leiding van Prof. Dr. Frederick Stratton, hoogleeraar aan de Unl- versitelt van Cambridge. Deze expeditie heeft 84 kisten met instrumenten meegebracht. De zer dagen worden de vertegenwoordigers van bet Mount Wilson Observatorium uit Califor nia en verscheidene Italiaansche geleerden in Japan verwacht. Een H. Hartbeeld, metaal-plastiek, ge maakt uit dun bladkoper door Leo Brom voor de dezer dagen geconsacreerde nieuwe kerk te Roosendaal (N.B.). Het beeld is 2 Meter hoog eb je alles?" .Jawel!” En Hein Greten maakte dat hij weg kwam. Ja. hü had den geheeten bulten van een zakkenrollersbende bU zich, moest nu zien den eersten den besten trein te halen. Puffend en blazend rende hü het perron op. vloog letterlijk een wlllekeurigen coupé in. Vlak daarop ging het fluitje voor vertrek en lang zaam rolde de trein het station uit. De Sint Servatiusbron aan den Canner weg bij Maastricht i J t i Roman van Paul Keiler Vertaald door Louis de Bourbon bron langs de zijde starenden blik bleef zij zoo langen tijd zitten nadenken. Dan stond zij op. Zü had een besluit genomen. J f-- Ondanks de vervolgingen waaraan de Katho lieke Kerk in het Derde Rijk is blootgesteld is het toch een verheugend verschijnsel, dat het godsdienstig leven der overtuigde Duitsche Ka tholieken belangrijk is versterkt. De actie die van regeeringswege tegen de Katholieke Volks bibliotheken werd ondernomen heeft een sterke reactie verwekt. Zoo is b.v. het ledental van de Vereeniglng van den H. Carolus Borromeus, (welke zich ten doel stelt in iedere parochie een Katholieke Volksbibliotheek op te richten) belangrijk gestegen. Alleen in het Aartsbisdom Paderborn, dat een uitgestrekt Diaspora-gebied vormt, waar weinig Katholieken wonen, is het ledenaantal van genoemde vereeniglng ter ver spreiding van het goede boek van 23.187 gestegen tot 30.930. Ook het werk der gesloten retraiten heeft in het Aartsbisdom Paderborn op een be langrijke stijging van het aantal deelnemers kun nen wuzen. In het afgeloopen jaar is het aan tal retraitanten met bijna 20 procent toegeno men. -r angen tijd heeft de offideele wetenschap 1 ^«en sceptisch oordeel Óver de resultaten der wlchelroedegangers uitgesproken. Dit was te meer begrijpelijk, omdat de methode, die voor het opsporen van water in don bodem werd gebruikt, in een geheimzinnig waas was gehuld, op onbekende krachten zou berusten, op de begaafdheid van sommige uitverkorenen, alles bijeen genoeg om een crittech onderzoek te bemoeilijken. Direct werd de radio-dokter gewaarschuwd en deze kwam met zijn koffertje vol met allerlei gereedschap op het kasteel aan. Intusschen was kikker Karei als een wilde het paleis in gehold en vertelde wat er met Tuinjeltje gebeurd was. Nu was het geheim van de radio Ineens opgelost. Heel vlug ging de radio-dokter op bet dak zitten en maakte de antenne weer in orde. bü verlies van een hand, een voet of een oog zeggen dat het tusschen 1248 en 1282 werd ver vaardigd. Te Evesham zün vijf boeken in handschrift voortgebracht, doch tot nu toe ia dit werk het eenlge belangrijke manuscript van deze Abdij dat aan bet licht gekomen is. Afgezien van het geschiedkundige belang dat dit boek heeft, munt het uit door groote schoon heid van verluchting. De illustraties en versie ringen zün niet alle van de hand van één- zelfden kunstenaar. De belangrUkste verluchting is een miniatuur van 9 bij 5% inch, over een heele bladzijde, en de Kruisiging voorstellend. De H. Maagd en de H. Johannes staan aan weerszijden van het Kruis; daarboven zweven twee engelen, waar van de een een zon. de ander een maan in de handen houdt. Een voor het Kruis knielende abt is waarschjjnlUk de abt van Evesham, voor wien het boek gemaakt werd. Men heeft niet kunnen ontdekken welke meester deze schoone illustratie vervaardigd heeft Een andere zeer belangrijke verluchting stelt een Christus-kop voor, geteekend met een Inge houden kracht, welke een waar meesterschap verraadt. Dit hoofd herinnert sterk aan dat, ’t welk voorkomt in een psalmboek van St. Albans, in het Britsch Museum, en deskundigen nemen aan, dat het geteekend is door een kunstenaar van de school van St. Albans, dat in de Mid deleeuwen een van Engelands kerkelUke en kultureele middelpunten was, en welks tegen woordige kathedraal een der grootste en mooiste van Engeland toen eveneens een kloosterkerk der Benediktijnen was. (AI te veel Nederlanders, die Londen bezoeken, verzuimen een dag af te zonderen voor het prachtige, an tieke St. Albans, dat even ten noorden van de hoofdstad ligt.) Uit een in het manuscript voorkomend ge slachtswapen leidt men af dat bet boek ook toebehoord heeft aan Richard, Graaf van Corn wall (1209—1272), Roomsch Konlng. en broeder van Hendrik III. Tegen den morgen woei er een zuidenwind, die den hemel schoonveegde. Een warme voor jaarsdag brak aan. Gunther, die weinig gesla pen had, stak al vroeg zijn hoofd door het ven ster van zijn huisje. Dit is een dag, om naar de eerste viooltjes te zoeken, zoo dacht hü. om uit te kijken naar zwaluwen of om een fluitje te snijden uit wil genhout. HU voelde zich weer als een kind. Misschien dat in bet zonlicht van dezen Juist had de reparateur het laatste stukje Ijzerdraad aan den paal bevestigd, toen hü ineens voelde dat er aan den paal gerukt werd. HU hield hem stevig vast, maar daar het dak van het paleis zoo glad was, rolde hü er al heel gauw af en zag dat niemand anders dan Tuimeltje hem naar beneden trok. Tuimeltje zweefde nog al tüd op de fuikantenne door de lucht en de radio-dokter vloog hem In een reuze vaart achterna. De oude vrouw schrok wakker. Zü schreeuwde. ZU wierp zich op den dief. ZU riep luid om hulp. Er ontstond een worsteling. De gek rukte zich los. „Geef mü het geld!" siste hü. -Ik weet alles. Ik weet, dat de jonker Clothllde leert lezen en schrijven. Ik weet, dat hU piet haar wil trou wen. Ik weet, dat hU Jou veel geld geeft. Ik «al alles tegen den graaf zeggen.” -Je bent een duivel!” De gek lachte, stootte de oude vrouw van zich *f, greep de kous, die nog voor de helft gevuld was, en liep weg. Dora was een beroerte nabü- Langzaam her stelde zü zich. Dan liep zü radeloos en handen wringend heen en weer. Na eenlgen tüd stak zü haar olielampje aan, maar blies het weer bit. Tenslotte ging zü naar bulten en hurkte de llefdebron neer, die haar arm geheim zinnig naar den bleeken nachthemel ophief. In het korte, dorre wintergras legde Dora een spel kaarten uit. Zü boog zich diep, om met haar oude oogen de figuren te herkennen, en streek met haar rimpellgen vinger over de rij heen en •esr. Eindelük schoof zü de kaarten Ineen. Met St Servaas, dat plechtig werd ingesegend. Ten slotte plantte men om de weide een haag van groen. Sinds deze hernieuwing hadden jarenlang ge- regekMprocessiën plaats ult"de St Servaaskerk naar de bron. Ook was er een aanzienlük bezoek van particulieren. Maar wat verandert niet In den loop van den tüd? De verkeersmiddelen verbeterden en ook de lange reizen kwamen binnen het bereik der beurzen van kleinere menschen. Bedevaarten naar verder afgelegen plaatsen als Lourdes en Rome, waaraan iedereen kon deelnemen, werden georganiseerd. Het be zoek aan de meer omliggende oorden kreeg van deze verandering wel eenigszins den terugslag. Ook bet bronnetje aan den Cannerweg ligt er thans eenzaam en verlaten. Zelfs op 13 Mei. den feestdag van St. Servaas, komt er slechts nu en dan even iemand küken. Processiën schü- nen niet meer plaats te hebben. Toch stond nu twee jaar geleden het histo risch plekje nog eens in het centrum der be langstelling. De couranten schreven er over en oude legenden en geschiedenissen werden weer opgediept. Maastricht vierde toen een van zün merkwaardige St. Servatiusfeesten en het denk beeld werd geopperd, een artistieke fontein op het Vrijthof te bouwen en daarheen weer, aoo- als in vroegere eeuwen, het water der bron door een onderaardsche buis te lelden. Waar dit mo nument. versierd met het beeld van 8t. Ser vaas. aan den zoom zelf van zün kerk zou wor den geplaatst, wat zou er stlchtender geweest zün dan daar ook het origineele water te zien ontspringen? Doch het Idee kwam slechts ge- deeltelük tot uitvoering. De fontein met de ge stalte van den ^heilige werd opgetrokken, maar de onderaardsche verbinding met de bron niet aangelegd. Men heeft zich beholpen met Maas trichtsen leidingwater. Ik heb gemeend, dit stukje historie nog eens te moeten ophalen naar aanleiding van een bericht, onlangs in een onzer Llmburgsche bla den verschenen. Daarin werd gemeld, dat de St. Servatiusbron sinds eenlgen tüd droog sou liggen, terwül als oorzaak van dit verschünsel werd genoemd de aanleg van het een half uur verder gegraven Albertkanaal. De correspon dent gaf voorts als zün meenlng te kennen, dat het bronnetje, ook dan wanneer het weer water zou krijgen, toch niet meer in zün oorspron- kelüken toestand sou weerkeeren. De lectuur van dit alles noopte mü. op een drogen namid dag. zooals wü er weinige in April gekend hebben, eens naar bet historische plekje te wandelen, ten einde daar self een onderzoek in te stellen en te constateeren, of werkelük, na een werkzaamheid van zoovele eeuwen, de St. Servatiusbron haar taak zou hebben neerge legd. Inderdaad zag ik al dadelük bü mün aan komst. dat door de opening in den muur geen water meer vloeide en dat dus niet meer kon worden geschept. Evenwel is het onjuist, dat de bron droog ligt. Er is nog een vrü groote hoeveelheid water zichtbaar. AanvankeUjk meende ik, dat dit van regen afkomstig kon zün, maar de bewoner van het bügelegen huls gaf mü de verzekering, dat nog een fijë! straaltje uit den bodem omhoog borrelde. Ik vernam verder, dat reeds büna een jaar de spiegel was beginnen te dalen, een verschünsel. dat zich vroeger nog nooit had voorgedaan. Vóór eenlge maanden was de opening daarna lager uit gekapt. met het gevolg, dat het water weer naar buiten stroomde. Maar later verminderde de hoeveelheid in het putje weer en nu had bet uitvloeien geheel opgehouden. Ook mün zegsman meende de oorzaak van den nieuwen toestand te moeten zoeken in den aanleg van het Albertkanaal. Sinds dit tot stand kwam, was ook overal in den omtrek het gronowater gezakt. Weiden, die voorheen dras sig waren, vertoonden dit verschünsel thans niet meer. Ook in de aan deze züde van dien nieuwen waterweg gelegen dorpen brachten de putten der bewoners geen water meer op, zoo- dat de boeren ze dieper hebben moeten doen uitgraven. Daarentegen hadden de landbouwers aan de overzüde van het Albertkanaal last van een teveel aan water. Het vermoeden bestond, dat bü de graafwerken een ader zou zün door gekapt en als gevolg daarvan de toevoer aan deze züde gestremd. Tüdens graafwerkzaamheden voor het aan leggen van een put zün in Britach-Indië puin- hoopen gevonden van *n bloeiende stad, welke, naar meh gelooft, in het jaar 83 a. d. door een aardbeving Is verwoest. De naam van de stad zou lulden Prehpatan, gelegen nabü het hui dige Phayavadar in de provincie Bombay. een groote kamer gelükvloers, waarvan de ven sters getralied waren. „Neemt u plaats." zei hü; ,Jk aal den graaf melden, dat wü er zün." HÜ verliet het vertrek en deed de deur van bulten op slot. Gunther sloeg tegen de deur en protesteerde luid; maar bet hielp niets. Nie mand luisterde naar hem. Wel twee uren verstreken. Toen maakte Lucas de deur weer open. Guntber keurde den politie man geen woord waardig en volgde hem zwügend naar de volgende verdieping. Zü be reikten een groot, somber, op het noorden ge legen vertrek. Achter een tafel zat de graaf mat de vier rechters van het eiland. Rechts zaten de overste en de dichter, links de molenaar, dien Gunther eerst onlangs bü het smokkelen had betrapt, en de smid, van wien het gerucht ging, dat hü zün vrouw had gewurgd. Guntber maakte een korte buiging voor den graaf. „U hebt mü laten roepen, heer graaf, en de krenkingen, die mü intusschen werden aange daan, zün zeker wel uitsluitend te wüten aan de lompheid van uw aoogenaamden politieman.” „U staat voor het ellandgerecht, jonker.” „Wat is het ellandgerecht? Wie heeft het opgericht? Wie, geeft het jurisdictie over mü?* „Hebt u daar het recht toe, heer graaf? Bent u een souverein vorst, of staat u niet veeleer onder den keizer en onder de wetten van het land?" reed de trein bet station binnen. Hein deed dadelük het raampje weer open, stak zün hoofd door bet gat en ademde de frissche bui tenlucht in, die hem bepaald goed deed. Langzaam minderde de trein vaart; noc? een paar laatste schokkenen hü stond stil. Toen merkte Hein, dat hü uit het verkeerde portier hing; trok zün hoofd weer In, keerde zich om en zag het perkament je morrelen aan het andere portier. Hü kon zich nu niet langer bedwingen; drong het oude heertje oprij, duw de het onzacht terug op zün plaats, trapte dan wild het portier open.... en vloog het per ron op. HU zocht op zün gemak een anderen coupé uit, wel-rooken, maar zonder perkamentjes. En voelde zich gelukkig, toen de trein weer weg reed en hü den coupé voor zich alleen behou den had. Wéér zette hü zün onschuldig koffertje in het net, voelde zün zakken.... en werd soowit als sneeuw. Zün zakken waren leeg, klles was hü kwüt. Vond alleen een onnoosel briefje met de vol gende krabbels er op: „Neem déze waarheid ter harte van een Ouderen collega: „Dat geprikkelde en geïrriteerde personen steeds het ge- makkelükst zün af te leiden en daarom onze dankbaarste slachtoffers zün.” Groote belangstelling beerscht In kringen van Engelsche verzamelaars en deskundigen voor de manuscriptenveiling, welke den 19den Mei te Londen gehouden zal worden. Een van de mooiste middeleeuwsche Engelsche psalmboe ken, dat geschreven en verlucht werd in de be faamde Benedlktüner-Abdü van Evesham in het Graafschap Worcestershire, zal dan In vei ling komen. Het Is het eigendom van den Graaf van Dalhousle, doch men weet niet hoe en wanneer het In het bezit züner familie ge raakt is. Den tüd, waarin het boek vervaardigd werd, beeft men behalve uit den stül. afgeleid uit het feit, dat de kalender, welke een deel van het manuscript vormt, wel gewag maakt van St. Edmund, die In 1248 heilig verklaard werd, doch niet van Richard de Wyche, den in 1282 gecanonlseerden blsschop van Chichester. Aan gezien deze hoog vereerd werd in het Westen van Engeland waar ook de Abdü van Evesham gevestigd was zou zün naam zeker in het psalmboek opgenomen zün Indien hü reeds heilig verklaard was toen het werk uitgevoerd werd Met büna volkomen zekerheid mag men dus steken?” .Als u geen bezwaar hebt, zou Ik dat wel heel graag doen.... ja, het was inderdaad wel mün bedoeling om deze sigaar op te steken.” .Maar münheer! Weet u dan niet, dat dit een coupé niet-rooken Is? Het staat daar met groote letters.en Ik zou u wel willen ver zoeken u aan dat voorschrift te houden." Snüdend sprak het oude heertje en Hein Gra ten voelde een stevige drift naar zün hoofd stügen.... maar nam toch de sigaar uit zün mond en legde die weer in zün koker. Ging Wacht maar, ik kom naar bulten om je mores te leeren!” „Kom maar liever niet." zei Lucas. ,Jk heö het immers niet zelf verraden. Valentin, de gek, heeft u gisteren bü mü aangeklaagd, en het Is mün plicht, het den graaf te melden." „De gek? Hoe weet die het?” „Hü heeft u besplonneerd.” „Ik sla hem dood. En en wat is er met Clothllde gebeurd?” „Die zit in den toren." „Lucas!" Gunther kleedde zich snel aan en kwam naar bulten. Hü drong er bü den bewaker op aan, hem alles te vertellen én zette met een fooi zün verzoek de noodlge kracht bü. De man kon echter niet veel ipeer tneedeelen. dan dat de graaf bü het bericht in een boosaardig hoon gelach was uitgebarsten. Daarna was Lucas weggestuurd en had alleen nog maar onder het venster gehoord, hoe de graaf luid had ge schreeuwd en Clothllde even luid had geant woord. Maar hü had niets kunnen verstaan. „Kom. Lucas!” Zü gingen naar het kasteel. Toen zü voorbü het huls van de watervrouw kwamen, wenschte Gunther eenlge oogenbflkken met Dora te spre ken; maar Lucas zei bedroefd, dat Dora ver dwenen was. HÜ had opdracht gekregen, ook haar te arrestee ren, maar zü was niet te vin den. Zü moest zich ergens hebben verborgen en hü zou zich nu wel half dood moeten loopen, eer hü haar vond. In het kasteel voerde Lucas sün arrestant m Het huis, dat de gek bewoonde, lag dicht bü den «Kapellenberg. Het was, gelük de meeste woningen op het eiland, niet aan den grooten weg gelegen, maar verdoken achter struikgewas en slechts langs een smal voetpad te bereiken. Het was rond middernacht. Zoolang de ster ren schenen, had de gek voor zün hut gezeten en telkens weer opnieuw het gestolen geld ge teld. Daarbü had hü zün laatste flesch bran dewijn opgedronken, die hü in een kleinen, natuurlüken rotskelder had bewaard. Toen het geheel donker was, ging de gek naar binnen en legde zich half dronken te slapen. Maar hü sliep niet lang. Hü werd wakker, woelde rus teloos op zün bed heen en weer, steunde, zuchtte en stond eindelük op. Hü stak twee vetkaarsen aan, zette deze op tafel neer, deed een greep in een verbergen muurnis en bracht een boek te voorzchün. Het was een psalmen boek. De gek sloeg het boek open en begon met eentonlg-zeurige stem de boetpsalmen te lezen. Toen hü klaar was, stond hü op, zuchtte, en wilde weer naar bed gaan. Maar hü bedacht zich, zette zich weer aan tafel en begon op nieuw psalmen te lezen. Daar ging de deur achter hem open, een spook verscheen, een witte gedaante met een sluier voor het gezicht. In de hand hield de gestalte een zwarte buis. Onbeweeglük stond daar het spook, terwül de gek de psalmen las. Toep droomde de Koude lucht van de deur angs den -weg van Maastricht naar het Belgische plaatsje Canne ligt, in het om zün natuurschoon bekende Jekerdal, de historische St. Servatiusbron. Volgens een le gende zou St. Servatlus, toen hü op zün vlucht van Tongeren naar Maastricht door dorst ge kweld werd, zün staf In den grond gestoken hebben, waarop hier onmiddellük een water straal den bodem ontsprong. Eeuwenlang was deze plaats daarom een aantrekkingspunt voor bedevaartgangers, die hier water kwamen schep pen. Zelfs werd in 1605 een houten buis aan gelegd, waardoor over een afstand van meer dan een half uur gaans het St. Servatiuswater uit de bron vloeide naar het Vrijthof te Maas tricht, waar een fraaie fontein was opgericht. Doch tüdens de belegering en bü de inneming der stad door de Fransche troepen in 1672 moest dit monument veel lüden en verviel het büna geheel tot een puinhoop. Deze fontein is later niet meer hersteld. Tot voor een vüftlg jaar is de bron tn haren natuurstaat in een weide langs den Cannerweg blüven liggen. Tusschen een paar mergelblokken borrelde het glasheldere water onveimoeid en ongestoord, zonder onderbreking, op. Een naburig beekje leidde het af naar den Jeker. Maar de vereerders van St. Servatlus begonnen in te zien, dat zü het aan de eeuwen lange legende omtrent het ontstaan dezer bron verschuldigd waren, aan deze plaats eenig cachet te geven en haar tevens tegen alle be schadiging, ontsiering of vandalisme te be schermen. Zoo kwam in 1888 de verbetering. Rondom de plaats, waar het water ontsprong, werd een muurtje gebouwd, waarin een opening bleef, zoodat het vrü kon blüven ultstroomen. Door langs eenlge trapjes af te dalen, bleef de bezoeker in de gelegenheid het water te scheppen. Boven den put verrees een beeld van op hem aan. Hü keerde zich om, zag den geest, brulde van angst, en viel lallend ter aarde. De gestalte richtte de zwarte buis op hem, keek er lang doorheen, terwül de ander op den grond lag te kermen en zei met een grafstem: „Ik zie met dezen verreküker tot in je hart! Doe boete voor je zonden! Binnen vier weken kom Ik terug. Als je dan niet alles hebt goed gemaakt, wurg ik je!" Na dit te hebben gezegd, verdween het spook üllngs door de deur, die open bleef staan en ot koude nachtlucht naar binnen liet. .Een verreküker een verreküker tot in het hart,” lalde de dronken man, en kromde zich in krampachtige stuiptrekkingen. Pas na langen tüd kwam hü wat tot zichzelf. Ziek en beangst sleepte hü zich voort over het eiland, en legde de gestolen kous met geld bü moeder Dora op den drempel. Dan sloop hü groef in het bosch twee kistjes met papieren geld op en stookte daarvan in zün huis een vuur. lentedag de blauwe bloem van zün levensgeluk zou ontbloeien; misschien had hü op de omhel zing van zün beminde slechts moeten wachten, tot de lente was teruggekeerd In het Duitsche land, omdat deze er bü wilde zün, als het reinste en mooiste meisje in het rijk voor het eerst haar oogen zou opslaan naar den hemel der liefde. Terwül de jonker zoo droomde in het licht van den rozlgen morgen, kwam Lucas, de bewa ker, om den hoek van het huis, stak Gunther zün lans vlak onder den neus en zelde op bar- schen toon: „Heer jonker, u bent mün gevangene! Maak geen complimenten en kom mee. en dwing mü niet, om geweld tegen u te gebruiken.” Eerst was Gunther verrast, dan zelde hü: „Hoho, vriend Lucas, wil Je mü arresteeren? Denk Je misschien, dat ik de magnetische kracht van je lans heb gestolen? Maak geen grapjes en stoor mü niet!” „Ik maak geen grapjes ik kom In naam van den graaf, die mü naar u heeft toegestuurd." Nu werd Gunther ernstiger. „In naam van den graaf? Wat wil hü van mü?” „U moet voor het ellandgerecht verschonen. U hebt zich aan een ernstig vergrüp schuldig gemaakt.” „Wat heb ik dan gedaan?” „V hebt Clothllde leeren lezen en schrijven, u hebt haar het hoofd op hol gebracht, u wilt haar trouwen...." „Houd je mond, schavuit! Je hebt staan af- luisteren en je hebt ons verklikt, JU schoft! Hein zette zün koffertje in het net. een héél onschuldig koffertje met louter relsbenoodlgtf- heden. Voelde dan zün zakken na en een grüns kwam op zün gelaat; horloges, kettin gen, armbanden, dasspelden.... van alles was daarin zoowat aanwezig. Tevreden ging hü zitten tegenover zün me depassagier. die zich verborg achter een groote krant en de eenlge was. die met hem den coupé deelde Aangenaam vond hü dit niet, hü was liever alleen, maar ja. hü had het nog slechter kunnen treffen. Langzaam kwam Hein tot rust. Dan nam hü zün koker, kreeg daaruit een füne sigaar, rolde haar tusschen zün vingers, rook er eens aan,.beet het puntje er af, stak haar dan in zünjmond. D$ar ging de krant neer van zün mederei ziger en een perkamentachtig oud heertje staarde hem aan met een paar doordringende oogen. .Münheer!" zelde hü scherp. „Het is toch zeker niet uw bedoeling om die sigaar op te dan naar het "portierraampje, gooide dat woe- dend open, „Het stinkt hier!" zelde hü met, opgetrokken neus en keek in het büzonder in de richting van het perkamentachtige oude heertje. Zon der een woord te zeggen stond deze op. deed het portierraampje waer dicht, waardoor Hein ietwat bulten zichzelf geraakte. Opnieuw gooide hü het portierraampje open, iets woester nog dan den vorlgen keer. En opnieuw sloot het oude heertje het weer. Hein was door het dolle been, moest zich bedwingen om dat oude perkamentje niet op zün gezicht te slaan. Wilde zich wreken en dacht aan niets anders meer dan aan wraak. w De ander inmiddels rustig in hoekje gaan sit- had gelegd en dom melde nu zoo’n beetje. Hein sloeg hem zandachtig gade, hl een paar vernietigende blikken voortdurend hem gericht. Zag hem dan plots gaan knik bollen, hoorde even later een zacht snurkt geluld. Nu was het zün beurt.... Zacht sloop hü naar hem toe, nam ham-, eerst horloge en ketting af, liet die In zün zak glüden. Maar nóg was hü niet tevredeh! Voor zichtig nam hü een sigaar uit zün koker.... plantte die met kracht in den open mond van den slapende. Het perkamentje schrok wakker. Maar was heel niet boos integendeelI' Hü nam de sigaar dadelük uit zün mond, be keek haar met welgevallen, lachte eens, kreeg dan een goed gevulden sigarenkoker te voor- schün en borg haar daarin weg. Hein stond nu op het punt van te bar sten. ergerde zich tot in het oneindige. De vernietiging van zün wraak was het ergste, dat het perkamentje hem nog had kunnen aan doen. Hü was niet zeker meer van zichzelf, voelde een soort razemü in zich opkomen.... En juist op dat moment ging de stoomfluit. Geleidelük is er in het wicbelroede-vraagstuk eenlge verheldering gekomen, en wel doordat men de verschillende verschünselen op zich zelf ging beschouwen en onderzoeken. In de eer ste plaats controleerde men de resultaten der practisch werkzame water-soekers. Daarbü bleek al spoedig, dat Inderdaad een aantal wichelroedeloopers zeer goede resultaten ver kregen, hoewel er natuurlijk ook onbekwame personen genoeg waren, die daarom nog niet alrijd tot de groep van de bedriegers behoefden gerekend te worden. Een tweede probleem was de aard van de stoffen of toestanden van den bodem vast te stellen, waardoor de wichelroede .reageert”. Dese vraag Is nog lang niet volledig opgelost. Behalve verborgen water, kunnen sommige wlchelroedegangers ook ertsenophoopingen aan geven. terwül ook vage opgaven over het rea- geeren op de z.g. aardstralen bestaan. Zeker Is het dat op plaatsen, waar in den bodem zich een waterophooplng of erts bevindt, met ge voelige physische apparten een vertewerking kan worden aangetoond. Hoe de drager van de wichelroede dezen invloed waarneemt, is niette zeggen, daar deze gewaarwording geheel onbe wust plaats heeft. Onwaarschünlük te het, dat een bepaald zintuig deze gewaarwordingen levert, maar dat algemeene llchaamsgevoelens hier een rol spelen, zooals dit bü verschillende klimaatinvloeden het geval is. Men behoeft maar aan het moeheidgevoel, onbestemde angst enz. te denken, die sommige menschen bü na derend onweer bemerken en waarvoor men eigenlük nog geen goede verklaring beeft ge geven. Misschien, dat geringe veranderingen In de luchtsamenstelling in de ademwegen werden waargenomen en secundair op de lichaams functies (bloeddruk, spierspanning) invloed uit oefenen. In ieder geval bestaan er ten opzichte van de kllmaatwerkingen zeer groote indlvi- dueele verschillen en zijn er zeker overge voelige personen, die over een nnmtdr.nh.rp voorspellingsgave voor klimaatveranderingen, beschikken. Een ding is echter zeker, nj. dat de invloed van de bodemgesteldheid niet rechtstreeks op de wichelroede wordt uitgeoefend. Vroeger meende men, dat dit instrument uit een ge spleten tak van de hazelaar moest bestaan mgar tegenwoordig gebruiken de wlchelroede gangers ook metalen roeden. Altüd te het echter een eenigszins veerende staaf, die in het mid den geknikt aan de einden in de handen wordt vastgehouden. Gemeenschappelük aan alle wi chelroeden te het labiele evenwicht. Door een geringe beweging wordt de roede Uit haar even wicht gebracht, zoodat zü de hierdoor begonnen beweging schünbaar zelfstandig voortafet Houdt men een wichelroede op de voorgeschreven ma nier met beide handen vast, dan kan men er zich gemakkelük van overtuigen, dat door een büna onmerkbare draaiing van de onderarm of spanningsverandering der spieren, de roede uit slaat. Hierbü heeft men den indruk alsof deze uitslag „van zelf” geschiedt. De wichelroede .te dus een apparaat, dat door onbewuste zeer ge ringe bewegingen hl bdrefcldg komt.De per soon, die met de wichelroede naar water zoekt, moet in een zeer gevoelig ingestelden evenwlcht- toestand van zün spierspanningen verkeeren. zoodat de indruk, dien het verborgen water on bewust uitoefent, deze spanningen in een be paalde richting veranderen kan. Al is met deze feiten en beschouwingen het vraagstuk der geheimzinnig^ opsporingen van bronnen, ertsen enz. met de wichelroede nog lang niet opgelost, toch te door de Indeellng van het probleem het voordeel verkregen, dat er eenig verband met andere natuurverschün- selen cn menschelijke gewaarwordingen is ge legd. Zoo kan zich het onderzoek langzaam onder controleerbare omstandigheden ontwik kelen en zullen ook geleerden hieraan kunnen deelnemen. In de wetenschap te men al ver trouwd geraakt met de gedachte, dat er onbe wuste gewaarwordingen bestaan, al kent men hiervan nog niet den omvang en de wetmatig heden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 21