eten dag
wn
Wat Kikker Karei en Tuimeltje Veleef4en
J
De wichelroede
H
F 750.-
DE ST. SERVATIUSBRON
L
et eiland der eenzamen
p I
'4
Uitgedroogd?
Kostbaar psalmboek
Verwoeste stad gevonden
Totale zonsverduistering
Een gezellige
*- reis
Vervaardigd tuttehen 1248
en 1262
Katholicisme in het
Derde Rijk
ZATERDAG 2MEI 19Ö6
«3
r ik 3
En de wetenschap
AT f A °P blad 5!lJn ^gevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 - levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 7^ A bÜ een ongeval met p OKA
ZAI «I ril JI W lil r. O ongevallen veraekerd voor een der volgende ultkeeringen WWe verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen WW»" doodelljken afloop fciWWa"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
w.
op
perkamentachtig
Maastricht.
FR. DAZERT
B
t
1
verder.
TWAALFDE HOOFSTUK
(Wordt vervolgd)
1
ten,
krant
was
weer
»Un
t
s
1
De radlo-meester in het paleis had al in de gaten, dat er
iets niet in orde was. De radio kraakte en piepte, alsof aan
den anderen kant de wereld verging en even daarna hoorde
hij heelemaal niets meer. HU draaide eens aan alle knopjes,
zocht wel twintig stationnetjes op, maar het was en bleef
doodstil.
Tn de komende zes weken zullen uit alle doe
len van de wereld geleerden in Japan aanko
men, teneinde waarnemingen te doen tijdens de
totale zonsverduistering, die op 19 Juni aa. op
Hokkaido zichtbaar zal zün. De eerste groep is
reeds gearriveerd onder leiding van Prof. Dr.
Frederick Stratton, hoogleeraar aan de Unl-
versitelt van Cambridge. Deze expeditie heeft
84 kisten met instrumenten meegebracht. De
zer dagen worden de vertegenwoordigers van
bet Mount Wilson Observatorium uit Califor
nia en verscheidene Italiaansche geleerden in
Japan verwacht.
Een H. Hartbeeld, metaal-plastiek, ge
maakt uit dun bladkoper door Leo Brom
voor de dezer dagen geconsacreerde
nieuwe kerk te Roosendaal (N.B.). Het
beeld is 2 Meter hoog
eb je alles?"
.Jawel!”
En Hein Greten maakte dat hij weg
kwam. Ja. hü had den geheeten bulten van een
zakkenrollersbende bU zich, moest nu zien den
eersten den besten trein te halen.
Puffend en blazend rende hü het perron op.
vloog letterlijk een wlllekeurigen coupé in. Vlak
daarop ging het fluitje voor vertrek en lang
zaam rolde de trein het station uit.
De Sint Servatiusbron aan den Canner
weg bij Maastricht
i
J
t
i
Roman van Paul Keiler
Vertaald door Louis de Bourbon
bron
langs
de
zijde
starenden blik bleef zij zoo langen tijd zitten
nadenken. Dan stond zij op. Zü had een besluit
genomen.
J
f--
Ondanks de vervolgingen waaraan de Katho
lieke Kerk in het Derde Rijk is blootgesteld is
het toch een verheugend verschijnsel, dat het
godsdienstig leven der overtuigde Duitsche Ka
tholieken belangrijk is versterkt. De actie die
van regeeringswege tegen de Katholieke Volks
bibliotheken werd ondernomen heeft een sterke
reactie verwekt. Zoo is b.v. het ledental van de
Vereeniglng van den H. Carolus Borromeus,
(welke zich ten doel stelt in iedere parochie
een Katholieke Volksbibliotheek op te richten)
belangrijk gestegen. Alleen in het Aartsbisdom
Paderborn, dat een uitgestrekt Diaspora-gebied
vormt, waar weinig Katholieken wonen, is het
ledenaantal van genoemde vereeniglng ter ver
spreiding van het goede boek van 23.187 gestegen
tot 30.930. Ook het werk der gesloten retraiten
heeft in het Aartsbisdom Paderborn op een be
langrijke stijging van het aantal deelnemers kun
nen wuzen. In het afgeloopen jaar is het aan
tal retraitanten met bijna 20 procent toegeno
men.
-r angen tijd heeft de offideele wetenschap
1 ^«en sceptisch oordeel Óver de resultaten
der wlchelroedegangers uitgesproken. Dit
was te meer begrijpelijk, omdat de methode, die
voor het opsporen van water in don bodem
werd gebruikt, in een geheimzinnig waas was
gehuld, op onbekende krachten zou berusten,
op de begaafdheid van sommige uitverkorenen,
alles bijeen genoeg om een crittech onderzoek
te bemoeilijken.
Direct werd de radio-dokter gewaarschuwd en deze kwam
met zijn koffertje vol met allerlei gereedschap op het kasteel
aan. Intusschen was kikker Karei als een wilde het paleis in
gehold en vertelde wat er met Tuinjeltje gebeurd was. Nu was
het geheim van de radio Ineens opgelost. Heel vlug ging de
radio-dokter op bet dak zitten en maakte de antenne weer in
orde.
bü verlies van een hand,
een voet of een oog
zeggen dat het tusschen 1248 en 1282 werd ver
vaardigd.
Te Evesham zün vijf boeken in handschrift
voortgebracht, doch tot nu toe ia dit werk het
eenlge belangrijke manuscript van deze Abdij
dat aan bet licht gekomen is.
Afgezien van het geschiedkundige belang dat
dit boek heeft, munt het uit door groote schoon
heid van verluchting. De illustraties en versie
ringen zün niet alle van de hand van één-
zelfden kunstenaar.
De belangrUkste verluchting is een miniatuur
van 9 bij 5% inch, over een heele bladzijde, en
de Kruisiging voorstellend. De H. Maagd en de
H. Johannes staan aan weerszijden van het
Kruis; daarboven zweven twee engelen, waar
van de een een zon. de ander een maan in de
handen houdt. Een voor het Kruis knielende
abt is waarschjjnlUk de abt van Evesham, voor
wien het boek gemaakt werd. Men heeft niet
kunnen ontdekken welke meester deze schoone
illustratie vervaardigd heeft
Een andere zeer belangrijke verluchting stelt
een Christus-kop voor, geteekend met een Inge
houden kracht, welke een waar meesterschap
verraadt.
Dit hoofd herinnert sterk aan dat, ’t welk
voorkomt in een psalmboek van St. Albans, in
het Britsch Museum, en deskundigen nemen
aan, dat het geteekend is door een kunstenaar
van de school van St. Albans, dat in de Mid
deleeuwen een van Engelands kerkelUke en
kultureele middelpunten was, en welks tegen
woordige kathedraal een der grootste en
mooiste van Engeland toen eveneens een
kloosterkerk der Benediktijnen was. (AI te veel
Nederlanders, die Londen bezoeken, verzuimen
een dag af te zonderen voor het prachtige, an
tieke St. Albans, dat even ten noorden van de
hoofdstad ligt.)
Uit een in het manuscript voorkomend ge
slachtswapen leidt men af dat bet boek ook
toebehoord heeft aan Richard, Graaf van Corn
wall (1209—1272), Roomsch Konlng. en broeder
van Hendrik III.
Tegen den morgen woei er een zuidenwind,
die den hemel schoonveegde. Een warme voor
jaarsdag brak aan. Gunther, die weinig gesla
pen had, stak al vroeg zijn hoofd door het ven
ster van zijn huisje.
Dit is een dag, om naar de eerste viooltjes
te zoeken, zoo dacht hü. om uit te kijken naar
zwaluwen of om een fluitje te snijden uit wil
genhout. HU voelde zich weer als een kind.
Misschien dat in bet zonlicht van dezen
Juist had de reparateur het laatste stukje Ijzerdraad aan
den paal bevestigd, toen hü ineens voelde dat er aan den paal
gerukt werd. HU hield hem stevig vast, maar daar het dak
van het paleis zoo glad was, rolde hü er al heel gauw af en
zag dat niemand anders dan Tuimeltje hem naar beneden trok.
Tuimeltje zweefde nog al tüd op de fuikantenne door de lucht
en de radio-dokter vloog hem In een reuze vaart achterna.
De oude vrouw schrok wakker. Zü schreeuwde.
ZU wierp zich op den dief. ZU riep luid om
hulp. Er ontstond een worsteling.
De gek rukte zich los.
„Geef mü het geld!" siste hü. -Ik weet alles.
Ik weet, dat de jonker Clothllde leert lezen en
schrijven. Ik weet, dat hU piet haar wil trou
wen. Ik weet, dat hU Jou veel geld geeft. Ik
«al alles tegen den graaf zeggen.”
-Je bent een duivel!”
De gek lachte, stootte de oude vrouw van zich
*f, greep de kous, die nog voor de helft gevuld
was, en liep weg.
Dora was een beroerte nabü- Langzaam her
stelde zü zich. Dan liep zü radeloos en handen
wringend heen en weer. Na eenlgen tüd stak
zü haar olielampje aan, maar blies het weer
bit. Tenslotte ging zü naar bulten en hurkte
de llefdebron neer, die haar arm geheim
zinnig naar den bleeken nachthemel ophief. In
het korte, dorre wintergras legde Dora een spel
kaarten uit. Zü boog zich diep, om met haar
oude oogen de figuren te herkennen, en streek
met haar rimpellgen vinger over de rij heen en
•esr. Eindelük schoof zü de kaarten Ineen. Met
St Servaas, dat plechtig werd ingesegend. Ten
slotte plantte men om de weide een haag van
groen.
Sinds deze hernieuwing hadden jarenlang ge-
regekMprocessiën plaats ult"de St Servaaskerk
naar de bron. Ook was er een aanzienlük bezoek
van particulieren. Maar wat verandert niet In
den loop van den tüd? De verkeersmiddelen
verbeterden en ook de lange reizen kwamen
binnen het bereik der beurzen van kleinere
menschen. Bedevaarten naar verder afgelegen
plaatsen als Lourdes en Rome, waaraan iedereen
kon deelnemen, werden georganiseerd. Het be
zoek aan de meer omliggende oorden kreeg van
deze verandering wel eenigszins den terugslag.
Ook bet bronnetje aan den Cannerweg ligt er
thans eenzaam en verlaten. Zelfs op 13 Mei.
den feestdag van St. Servaas, komt er slechts
nu en dan even iemand küken. Processiën schü-
nen niet meer plaats te hebben.
Toch stond nu twee jaar geleden het histo
risch plekje nog eens in het centrum der be
langstelling. De couranten schreven er over en
oude legenden en geschiedenissen werden weer
opgediept. Maastricht vierde toen een van zün
merkwaardige St. Servatiusfeesten en het denk
beeld werd geopperd, een artistieke fontein op
het Vrijthof te bouwen en daarheen weer, aoo-
als in vroegere eeuwen, het water der bron door
een onderaardsche buis te lelden. Waar dit mo
nument. versierd met het beeld van 8t. Ser
vaas. aan den zoom zelf van zün kerk zou wor
den geplaatst, wat zou er stlchtender geweest
zün dan daar ook het origineele water te zien
ontspringen? Doch het Idee kwam slechts ge-
deeltelük tot uitvoering. De fontein met de ge
stalte van den ^heilige werd opgetrokken, maar
de onderaardsche verbinding met de bron niet
aangelegd. Men heeft zich beholpen met Maas
trichtsen leidingwater.
Ik heb gemeend, dit stukje historie nog eens
te moeten ophalen naar aanleiding van een
bericht, onlangs in een onzer Llmburgsche bla
den verschenen. Daarin werd gemeld, dat de
St. Servatiusbron sinds eenlgen tüd droog sou
liggen, terwül als oorzaak van dit verschünsel
werd genoemd de aanleg van het een half uur
verder gegraven Albertkanaal. De correspon
dent gaf voorts als zün meenlng te kennen, dat
het bronnetje, ook dan wanneer het weer water
zou krijgen, toch niet meer in zün oorspron-
kelüken toestand sou weerkeeren. De lectuur
van dit alles noopte mü. op een drogen namid
dag. zooals wü er weinige in April gekend
hebben, eens naar bet historische plekje te
wandelen, ten einde daar self een onderzoek in
te stellen en te constateeren, of werkelük, na
een werkzaamheid van zoovele eeuwen, de St.
Servatiusbron haar taak zou hebben neerge
legd.
Inderdaad zag ik al dadelük bü mün aan
komst. dat door de opening in den muur geen
water meer vloeide en dat dus niet meer kon
worden geschept. Evenwel is het onjuist, dat
de bron droog ligt. Er is nog een vrü groote
hoeveelheid water zichtbaar. AanvankeUjk
meende ik, dat dit van regen afkomstig kon
zün, maar de bewoner van het bügelegen huls
gaf mü de verzekering, dat nog een fijë! straaltje
uit den bodem omhoog borrelde. Ik vernam
verder, dat reeds büna een jaar de spiegel was
beginnen te dalen, een verschünsel. dat zich
vroeger nog nooit had voorgedaan. Vóór eenlge
maanden was de opening daarna lager uit
gekapt. met het gevolg, dat het water weer
naar buiten stroomde. Maar later verminderde
de hoeveelheid in het putje weer en nu had bet
uitvloeien geheel opgehouden.
Ook mün zegsman meende de oorzaak van
den nieuwen toestand te moeten zoeken in den
aanleg van het Albertkanaal. Sinds dit tot
stand kwam, was ook overal in den omtrek het
gronowater gezakt. Weiden, die voorheen dras
sig waren, vertoonden dit verschünsel thans
niet meer. Ook in de aan deze züde van dien
nieuwen waterweg gelegen dorpen brachten de
putten der bewoners geen water meer op, zoo-
dat de boeren ze dieper hebben moeten doen
uitgraven. Daarentegen hadden de landbouwers
aan de overzüde van het Albertkanaal last van
een teveel aan water. Het vermoeden bestond,
dat bü de graafwerken een ader zou zün door
gekapt en als gevolg daarvan de toevoer aan
deze züde gestremd.
Tüdens graafwerkzaamheden voor het aan
leggen van een put zün in Britach-Indië puin-
hoopen gevonden van *n bloeiende stad, welke,
naar meh gelooft, in het jaar 83 a. d. door een
aardbeving Is verwoest. De naam van de stad
zou lulden Prehpatan, gelegen nabü het hui
dige Phayavadar in de provincie Bombay.
een groote kamer gelükvloers, waarvan de ven
sters getralied waren.
„Neemt u plaats." zei hü; ,Jk aal den graaf
melden, dat wü er zün."
HÜ verliet het vertrek en deed de deur van
bulten op slot. Gunther sloeg tegen de deur en
protesteerde luid; maar bet hielp niets. Nie
mand luisterde naar hem.
Wel twee uren verstreken. Toen maakte Lucas
de deur weer open. Guntber keurde den politie
man geen woord waardig en volgde hem
zwügend naar de volgende verdieping. Zü be
reikten een groot, somber, op het noorden ge
legen vertrek. Achter een tafel zat de graaf mat
de vier rechters van het eiland. Rechts zaten
de overste en de dichter, links de molenaar,
dien Gunther eerst onlangs bü het smokkelen
had betrapt, en de smid, van wien het gerucht
ging, dat hü zün vrouw had gewurgd.
Guntber maakte een korte buiging voor den
graaf.
„U hebt mü laten roepen, heer graaf, en de
krenkingen, die mü intusschen werden aange
daan, zün zeker wel uitsluitend te wüten aan
de lompheid van uw aoogenaamden politieman.”
„U staat voor het ellandgerecht, jonker.”
„Wat is het ellandgerecht? Wie heeft het
opgericht? Wie, geeft het jurisdictie over mü?*
„Hebt u daar het recht toe, heer graaf? Bent
u een souverein vorst, of staat u niet veeleer
onder den keizer en onder de wetten van het
land?"
reed de trein bet station binnen. Hein deed
dadelük het raampje weer open, stak zün
hoofd door bet gat en ademde de frissche bui
tenlucht in, die hem bepaald goed deed.
Langzaam minderde de trein vaart; noc? een
paar laatste schokkenen hü stond stil.
Toen merkte Hein, dat hü uit het verkeerde
portier hing; trok zün hoofd weer In, keerde
zich om en zag het perkament je morrelen aan
het andere portier. Hü kon zich nu niet langer
bedwingen; drong het oude heertje oprij, duw
de het onzacht terug op zün plaats, trapte dan
wild het portier open.... en vloog het per
ron op.
HU zocht op zün gemak een anderen coupé
uit, wel-rooken, maar zonder perkamentjes. En
voelde zich gelukkig, toen de trein weer weg
reed en hü den coupé voor zich alleen behou
den had.
Wéér zette hü zün onschuldig koffertje in
het net, voelde zün zakken.... en werd soowit
als sneeuw.
Zün zakken waren leeg, klles was hü kwüt.
Vond alleen een onnoosel briefje met de vol
gende krabbels er op:
„Neem déze waarheid ter harte van een
Ouderen collega: „Dat geprikkelde en
geïrriteerde personen steeds het ge-
makkelükst zün af te leiden en daarom
onze dankbaarste slachtoffers zün.”
Groote belangstelling beerscht In kringen van
Engelsche verzamelaars en deskundigen voor
de manuscriptenveiling, welke den 19den Mei
te Londen gehouden zal worden. Een van de
mooiste middeleeuwsche Engelsche psalmboe
ken, dat geschreven en verlucht werd in de be
faamde Benedlktüner-Abdü van Evesham in
het Graafschap Worcestershire, zal dan In vei
ling komen. Het Is het eigendom van den
Graaf van Dalhousle, doch men weet niet hoe
en wanneer het In het bezit züner familie ge
raakt is.
Den tüd, waarin het boek vervaardigd werd,
beeft men behalve uit den stül. afgeleid uit
het feit, dat de kalender, welke een deel van
het manuscript vormt, wel gewag maakt van
St. Edmund, die In 1248 heilig verklaard werd,
doch niet van Richard de Wyche, den in 1282
gecanonlseerden blsschop van Chichester. Aan
gezien deze hoog vereerd werd in het Westen
van Engeland waar ook de Abdü van Evesham
gevestigd was zou zün naam zeker in het
psalmboek opgenomen zün Indien hü reeds
heilig verklaard was toen het werk uitgevoerd
werd
Met büna volkomen zekerheid mag men dus
steken?”
.Als u geen bezwaar hebt, zou Ik dat wel
heel graag doen.... ja, het was inderdaad wel
mün bedoeling om deze sigaar op te steken.”
.Maar münheer! Weet u dan niet, dat dit
een coupé niet-rooken Is? Het staat daar met
groote letters.en Ik zou u wel willen ver
zoeken u aan dat voorschrift te houden."
Snüdend sprak het oude heertje en Hein Gra
ten voelde een stevige drift naar zün hoofd
stügen.... maar nam toch de sigaar uit zün
mond en legde die weer in zün koker. Ging
Wacht maar, ik kom naar bulten om je mores
te leeren!”
„Kom maar liever niet." zei Lucas. ,Jk heö
het immers niet zelf verraden. Valentin, de gek,
heeft u gisteren bü mü aangeklaagd, en het
Is mün plicht, het den graaf te melden."
„De gek? Hoe weet die het?”
„Hü heeft u besplonneerd.”
„Ik sla hem dood. En en wat is er met
Clothllde gebeurd?”
„Die zit in den toren."
„Lucas!"
Gunther kleedde zich snel aan en kwam naar
bulten. Hü drong er bü den bewaker op aan,
hem alles te vertellen én zette met een fooi
zün verzoek de noodlge kracht bü. De man kon
echter niet veel ipeer tneedeelen. dan dat de
graaf bü het bericht in een boosaardig hoon
gelach was uitgebarsten. Daarna was Lucas
weggestuurd en had alleen nog maar onder
het venster gehoord, hoe de graaf luid had ge
schreeuwd en Clothllde even luid had geant
woord. Maar hü had niets kunnen verstaan.
„Kom. Lucas!”
Zü gingen naar het kasteel. Toen zü voorbü
het huls van de watervrouw kwamen, wenschte
Gunther eenlge oogenbflkken met Dora te spre
ken; maar Lucas zei bedroefd, dat Dora ver
dwenen was. HÜ had opdracht gekregen, ook
haar te arrestee ren, maar zü was niet te vin
den. Zü moest zich ergens hebben verborgen en
hü zou zich nu wel half dood moeten loopen,
eer hü haar vond.
In het kasteel voerde Lucas sün arrestant m
Het huis, dat de gek bewoonde, lag dicht bü
den «Kapellenberg. Het was, gelük de meeste
woningen op het eiland, niet aan den grooten
weg gelegen, maar verdoken achter struikgewas
en slechts langs een smal voetpad te bereiken.
Het was rond middernacht. Zoolang de ster
ren schenen, had de gek voor zün hut gezeten
en telkens weer opnieuw het gestolen geld ge
teld. Daarbü had hü zün laatste flesch bran
dewijn opgedronken, die hü in een kleinen,
natuurlüken rotskelder had bewaard. Toen het
geheel donker was, ging de gek naar binnen en
legde zich half dronken te slapen. Maar hü
sliep niet lang. Hü werd wakker, woelde rus
teloos op zün bed heen en weer, steunde,
zuchtte en stond eindelük op. Hü stak twee
vetkaarsen aan, zette deze op tafel neer, deed
een greep in een verbergen muurnis en bracht
een boek te voorzchün. Het was een psalmen
boek. De gek sloeg het boek open en begon met
eentonlg-zeurige stem de boetpsalmen te lezen.
Toen hü klaar was, stond hü op, zuchtte, en
wilde weer naar bed gaan. Maar hü bedacht
zich, zette zich weer aan tafel en begon op
nieuw psalmen te lezen.
Daar ging de deur achter hem open, een
spook verscheen, een witte gedaante met een
sluier voor het gezicht. In de hand hield de
gestalte een zwarte buis. Onbeweeglük stond
daar het spook, terwül de gek de psalmen las.
Toep droomde de Koude lucht van de deur
angs den -weg van Maastricht naar het
Belgische plaatsje Canne ligt, in het om
zün natuurschoon bekende Jekerdal, de
historische St. Servatiusbron. Volgens een le
gende zou St. Servatlus, toen hü op zün vlucht
van Tongeren naar Maastricht door dorst ge
kweld werd, zün staf In den grond gestoken
hebben, waarop hier onmiddellük een water
straal den bodem ontsprong. Eeuwenlang was
deze plaats daarom een aantrekkingspunt voor
bedevaartgangers, die hier water kwamen schep
pen. Zelfs werd in 1605 een houten buis aan
gelegd, waardoor over een afstand van meer
dan een half uur gaans het St. Servatiuswater
uit de bron vloeide naar het Vrijthof te Maas
tricht, waar een fraaie fontein was opgericht.
Doch tüdens de belegering en bü de inneming
der stad door de Fransche troepen in 1672
moest dit monument veel lüden en verviel het
büna geheel tot een puinhoop. Deze fontein is
later niet meer hersteld.
Tot voor een vüftlg jaar is de bron tn
haren natuurstaat in een weide langs den
Cannerweg blüven liggen. Tusschen een paar
mergelblokken borrelde het glasheldere water
onveimoeid en ongestoord, zonder onderbreking,
op. Een naburig beekje leidde het af naar den
Jeker. Maar de vereerders van St. Servatlus
begonnen in te zien, dat zü het aan de eeuwen
lange legende omtrent het ontstaan dezer bron
verschuldigd waren, aan deze plaats eenig
cachet te geven en haar tevens tegen alle be
schadiging, ontsiering of vandalisme te be
schermen. Zoo kwam in 1888 de verbetering.
Rondom de plaats, waar het water ontsprong,
werd een muurtje gebouwd, waarin een opening
bleef, zoodat het vrü kon blüven ultstroomen.
Door langs eenlge trapjes af te dalen, bleef
de bezoeker in de gelegenheid het water te
scheppen. Boven den put verrees een beeld van
op hem aan. Hü keerde zich om, zag den geest,
brulde van angst, en viel lallend ter aarde.
De gestalte richtte de zwarte buis op hem,
keek er lang doorheen, terwül de ander op den
grond lag te kermen en zei met een grafstem:
„Ik zie met dezen verreküker tot in je hart!
Doe boete voor je zonden! Binnen vier weken
kom Ik terug. Als je dan niet alles hebt goed
gemaakt, wurg ik je!"
Na dit te hebben gezegd, verdween het spook
üllngs door de deur, die open bleef staan en ot
koude nachtlucht naar binnen liet.
.Een verreküker een verreküker tot in het
hart,” lalde de dronken man, en kromde zich
in krampachtige stuiptrekkingen.
Pas na langen tüd kwam hü wat tot zichzelf.
Ziek en beangst sleepte hü zich voort over het
eiland, en legde de gestolen kous met geld bü
moeder Dora op den drempel. Dan sloop hü
groef in het bosch twee kistjes met
papieren geld op en stookte daarvan in zün
huis een vuur.
lentedag de blauwe bloem van zün levensgeluk
zou ontbloeien; misschien had hü op de omhel
zing van zün beminde slechts moeten wachten,
tot de lente was teruggekeerd In het Duitsche
land, omdat deze er bü wilde zün, als het
reinste en mooiste meisje in het rijk voor het
eerst haar oogen zou opslaan naar den hemel
der liefde.
Terwül de jonker zoo droomde in het licht
van den rozlgen morgen, kwam Lucas, de bewa
ker, om den hoek van het huis, stak Gunther
zün lans vlak onder den neus en zelde op bar-
schen toon:
„Heer jonker, u bent mün gevangene! Maak
geen complimenten en kom mee. en dwing mü
niet, om geweld tegen u te gebruiken.”
Eerst was Gunther verrast, dan zelde hü:
„Hoho, vriend Lucas, wil Je mü arresteeren?
Denk Je misschien, dat ik de magnetische kracht
van je lans heb gestolen? Maak geen grapjes
en stoor mü niet!” „Ik maak geen grapjes ik
kom In naam van den graaf, die mü naar u
heeft toegestuurd."
Nu werd Gunther ernstiger.
„In naam van den graaf? Wat wil hü van
mü?”
„U moet voor het ellandgerecht verschonen.
U hebt zich aan een ernstig vergrüp schuldig
gemaakt.”
„Wat heb ik dan gedaan?”
„V hebt Clothllde leeren lezen en schrijven,
u hebt haar het hoofd op hol gebracht, u wilt
haar trouwen...."
„Houd je mond, schavuit! Je hebt staan af-
luisteren en je hebt ons verklikt, JU schoft!
Hein zette zün koffertje in het net. een héél
onschuldig koffertje met louter relsbenoodlgtf-
heden. Voelde dan zün zakken na en een
grüns kwam op zün gelaat; horloges, kettin
gen, armbanden, dasspelden.... van alles was
daarin zoowat aanwezig.
Tevreden ging hü zitten tegenover zün me
depassagier. die zich verborg achter een groote
krant en de eenlge was. die met hem den coupé
deelde Aangenaam vond hü dit niet, hü was
liever alleen, maar ja. hü had het nog slechter
kunnen treffen.
Langzaam kwam Hein tot rust. Dan nam hü
zün koker, kreeg daaruit een füne sigaar,
rolde haar tusschen zün vingers, rook er eens
aan,.beet het puntje er af, stak haar dan in
zünjmond.
D$ar ging de krant neer van zün mederei
ziger en een perkamentachtig oud heertje
staarde hem aan met een paar doordringende
oogen.
.Münheer!" zelde hü scherp. „Het is toch
zeker niet uw bedoeling om die sigaar op te
dan naar het "portierraampje, gooide dat woe-
dend open,
„Het stinkt hier!" zelde hü met, opgetrokken
neus en keek in het büzonder in de richting
van het perkamentachtige oude heertje. Zon
der een woord te zeggen stond deze op. deed
het portierraampje waer dicht, waardoor Hein
ietwat bulten zichzelf geraakte. Opnieuw
gooide hü het portierraampje open, iets woester
nog dan den vorlgen keer.
En opnieuw sloot het oude heertje het weer.
Hein was door het dolle been, moest zich
bedwingen om dat oude perkamentje niet op
zün gezicht te slaan. Wilde zich wreken en
dacht aan niets anders meer dan aan wraak. w
De ander
inmiddels
rustig in
hoekje gaan sit-
had
gelegd en dom
melde nu zoo’n
beetje. Hein sloeg hem zandachtig gade, hl
een paar vernietigende blikken voortdurend
hem gericht. Zag hem dan plots gaan knik
bollen, hoorde even later een zacht snurkt
geluld.
Nu was het zün beurt....
Zacht sloop hü naar hem toe, nam ham-,
eerst horloge en ketting af, liet die In zün zak
glüden. Maar nóg was hü niet tevredeh! Voor
zichtig nam hü een sigaar uit zün koker....
plantte die met kracht in den open mond
van den slapende.
Het perkamentje schrok wakker.
Maar was heel niet boos integendeelI'
Hü nam de sigaar dadelük uit zün mond, be
keek haar met welgevallen, lachte eens, kreeg
dan een goed gevulden sigarenkoker te voor-
schün en borg haar daarin weg.
Hein stond nu op het punt van te bar
sten. ergerde zich tot in het oneindige. De
vernietiging van zün wraak was het ergste, dat
het perkamentje hem nog had kunnen aan
doen. Hü was niet zeker meer van zichzelf,
voelde een soort razemü in zich opkomen....
En juist op dat moment ging de stoomfluit.
Geleidelük is er in het wicbelroede-vraagstuk
eenlge verheldering gekomen, en wel doordat
men de verschillende verschünselen op zich zelf
ging beschouwen en onderzoeken. In de eer
ste plaats controleerde men de resultaten der
practisch werkzame water-soekers. Daarbü
bleek al spoedig, dat Inderdaad een aantal
wichelroedeloopers zeer goede resultaten ver
kregen, hoewel er natuurlijk ook onbekwame
personen genoeg waren, die daarom nog niet
alrijd tot de groep van de bedriegers behoefden
gerekend te worden.
Een tweede probleem was de aard van de
stoffen of toestanden van den bodem vast te
stellen, waardoor de wichelroede .reageert”.
Dese vraag Is nog lang niet volledig opgelost.
Behalve verborgen water, kunnen sommige
wlchelroedegangers ook ertsenophoopingen aan
geven. terwül ook vage opgaven over het rea-
geeren op de z.g. aardstralen bestaan. Zeker Is
het dat op plaatsen, waar in den bodem zich
een waterophooplng of erts bevindt, met ge
voelige physische apparten een vertewerking
kan worden aangetoond. Hoe de drager van de
wichelroede dezen invloed waarneemt, is niette
zeggen, daar deze gewaarwording geheel onbe
wust plaats heeft. Onwaarschünlük te het, dat
een bepaald zintuig deze gewaarwordingen
levert, maar dat algemeene llchaamsgevoelens
hier een rol spelen, zooals dit bü verschillende
klimaatinvloeden het geval is. Men behoeft
maar aan het moeheidgevoel, onbestemde angst
enz. te denken, die sommige menschen bü na
derend onweer bemerken en waarvoor men
eigenlük nog geen goede verklaring beeft ge
geven. Misschien, dat geringe veranderingen In
de luchtsamenstelling in de ademwegen werden
waargenomen en secundair op de lichaams
functies (bloeddruk, spierspanning) invloed uit
oefenen. In ieder geval bestaan er ten opzichte
van de kllmaatwerkingen zeer groote indlvi-
dueele verschillen en zijn er zeker overge
voelige personen, die over een nnmtdr.nh.rp
voorspellingsgave voor klimaatveranderingen,
beschikken.
Een ding is echter zeker, nj. dat de invloed
van de bodemgesteldheid niet rechtstreeks op
de wichelroede wordt uitgeoefend. Vroeger
meende men, dat dit instrument uit een ge
spleten tak van de hazelaar moest bestaan
mgar tegenwoordig gebruiken de wlchelroede
gangers ook metalen roeden. Altüd te het echter
een eenigszins veerende staaf, die in het mid
den geknikt aan de einden in de handen wordt
vastgehouden. Gemeenschappelük aan alle wi
chelroeden te het labiele evenwicht. Door een
geringe beweging wordt de roede Uit haar even
wicht gebracht, zoodat zü de hierdoor begonnen
beweging schünbaar zelfstandig voortafet Houdt
men een wichelroede op de voorgeschreven ma
nier met beide handen vast, dan kan men er
zich gemakkelük van overtuigen, dat door een
büna onmerkbare draaiing van de onderarm of
spanningsverandering der spieren, de roede uit
slaat. Hierbü heeft men den indruk alsof deze
uitslag „van zelf” geschiedt. De wichelroede .te
dus een apparaat, dat door onbewuste zeer ge
ringe bewegingen hl bdrefcldg komt.De per
soon, die met de wichelroede naar water zoekt,
moet in een zeer gevoelig ingestelden evenwlcht-
toestand van zün spierspanningen verkeeren.
zoodat de indruk, dien het verborgen water on
bewust uitoefent, deze spanningen in een be
paalde richting veranderen kan.
Al is met deze feiten en beschouwingen het
vraagstuk der geheimzinnig^ opsporingen van
bronnen, ertsen enz. met de wichelroede nog
lang niet opgelost, toch te door de Indeellng
van het probleem het voordeel verkregen, dat
er eenig verband met andere natuurverschün-
selen cn menschelijke gewaarwordingen is ge
legd. Zoo kan zich het onderzoek langzaam
onder controleerbare omstandigheden ontwik
kelen en zullen ook geleerden hieraan kunnen
deelnemen. In de wetenschap te men al ver
trouwd geraakt met de gedachte, dat er onbe
wuste gewaarwordingen bestaan, al kent men
hiervan nog niet den omvang en de wetmatig
heden.