CHRISTINA VERKOOS DE VRIJHEID BOVEN EEN TROON Het archief van Dr. Goebbels I Patronenfabricage aan de Hembrug H I K 5 Na haar troonsafstand werd zij katholiek Holl. preciesheid viert hier hoogtij N V A gfR I Labyrint der kranten r I V'J Hl Vol wonderlijke tegenstellingen buitengewoon begaafd en tegelij kertijd grillig en avontuurlijk Tal van contróle-proeven vereischt Zelfkennis n zelfkennis en openhartigheid wordt zij door weinigen overtroffen: ,4k was,” schrijft zij, „korzelig en opbruisend, trotsch en ongedul- I '.'3 Laatste levensjaren Naar de vrijheid p-v y had heimwee naar algeheele vrijheid en stelde zich *t leven in het buitenland in de schitterendste kleuren voor. Weg de kwel lingen van lastige en vervelende regeeringszaken en langdurige zittingen van den ministerraad; adel van Christina 4 en een stalen mantel. ■Hi Bich van Gravure van Gustaaf Adolf te paard, die als overwinnaar van tal van oorlogen Zweden groot maakte den werd nooit verkregen. Hier ligt voor de moderne psychiatrie van de twintigste eeuw nog een vruchtbaar terrein van onderzoek open! Christina, koningin van Zweden, dochter van Gustaaf Adolf pater schied. state vermaning om l rustiger te ge- een I de rozenkrans, kerkelyke soms wijse slechts een enkelen ring. zy maakt volstrekt geen werk van naar toilet. Slechts eens in de week laat zij bet haar kappen, ja somtijds ge schiedt dit maar eens in de veertien dagen. Ik heb dikwijls bespeurd, dat haar hemdsmouwen vol inktvlakken waren en soms heb ik ook ge merkt, dat haar lijfgoed gescheurd was." Dit alles is onvermijdbaar, «én enkel projec tiel. dat op een gegeven moment tijdens een ge- vechtsaanraklng, door een minutieuze afwijking van kaliber of vorm, storing zou veroorzaken in een mitrailleur, kan het leven van onse men- schen kosten en den uitslag van het gevecht in gevaar brengen Met echt-Hollandsche pre ciesheid wordt hiertegen gewaakt en de man. die te velde trekt kan er zeker van zijn, dat elke patroon in zyn tasch of mitraUleurband nauwkeurig ia gecontroleerd. gordel op by- j 4- ‘s K- n 1668 kwam zij eindelijk tot rust. Christina vestigde zich te Rome, vssr zij. met haar kostbare bibliotheek en wetenschappelijke verzamelingen, het middelpunt was van een kring van geleerden. Een van haar geschiedschrijvers merkt echter niet zeer voorkomend op. dat zij op naar ouden dag nog. slechts tot de .meubels” der Eeuwige Stad behoord». - Zij stierf reeds, toen zij 63 jaar oud was, in 1680. Een grootach grafmonument werd voor haar opgericht. Haar uitgebreide -etenschappe- lyke verzamelingen kwamen in het bezit van de Vaticaanse!» bibliotheek. zoo ontzaglijk veel voorraad van aangemaakt die in verschillende deelen des lands is opge- slagen, dat wij op dat punt paraat geacht kun nen worden. Het is dan ook alleen uit een oog punt van exempel, dat wij in vogelvlucht hlei even aangeven, wat er alzoo moet geschieden, alvorens die eenvoudige geweerpatroon afge leverd kan worden. Zooals men weet, bestaat deze uit het projec Van Parijs begaf Christina zich naar Com- plègne. waar zich destijds het hof ophield en hier maakte zy kennis met de koninklijke fa milie. alsmede met den kardlnaal-eerste minis ter Mazarin, met wien zij zeer bevriend werd. Den eersten tijd van Christina’s verblijf in Frankrijk was zij het zenith van haar omge ving. Dit bleef echter niet zoo en allengs vergat men. dat zij koningin was geweest, die uit een wjjsgeerig begrip haar kroon neergelegd had. Toen de glans der nieuwheid nog niet verbleekt was. had men de schaduwzijden van haar ka rakter niet willen opmerken en heette alles genialiteit, wat later aan ironische kritiek on derworpen werd. Toch heeft zij nog een twaalftal jaren. voor namelijk op het kasteel te Fontainebleau, in Frankrijk gewoond. In dien tusschentijd is zy ook nog eenige malen in Zweden geweest, waar in 1680 haar opvolger Karei Gustaaf overleed en een ziekelijken, zwakken zoon naliet. Haar nei gingen, weer de regeerlng op zich te willen nemen, werden door de Zweedsche machthebbers niet gunstig ontvangen, daar zij niets voor een katholieke vorstin voelden. Ook in Polen heeft Christina in 1668 in dié richting gewerkt, echter zonder resultaat. z<j zou zich aan wetenschappen en aan kunst en de wijde wereld in De van schen gezant het Zweedsche Hof, Mariner een ka- vgn bekentenis. ,Jk was ten eenenmale ongeschikt voor alle vrouwelijke handwerken en had een onoverwinbaren afkeer en tegenzin voor alles wat vrouwen doen en zeggen....** Tot gravin d’ Aulnay sou zjj eens gezegd hebben: „Ik mag de mannen gaarne lijden, niet slechts omdat zij mannen zijn, maar omdat zi) geen vrouwen zijn...." an een artikel in de Bremer Nachrichten” ZX over het archief van het Ryksmtnisterie van Propaganda, ontleenen wy het vol gende: Het archief Is gevestigd in de benedenverdie ping van het achter het Miniserie voor Propa ganda gelegen tuinhuis, waar eiken dag twee duizend der grootste Dull ache en bultenland- sche kranten binnenkomen Belangrijke artike len en commentaren van polltleken. economl- schen en eultureelen aard, redevoeringen, onder- handelingen, bevelen, besluiten, wetten. Inter views, caricaturen, materiaal over bekende tijd- genooten alles wordt uitgeknipt en opgeplakt en gaat van de afdeelingen. waar dit werk ge schiedt, naar de respectievelijke Ministeries, waar het bewerkt wordt, om tenslotte in het centraal archief te belanden. Hier wordt het op wetenschappelijke wijze geschift en beschikbaar gehouden voor het practlsche werk der Ministe ries en der pers. TTrl» deze koningin Christina wel was, wier Vy handschriften in de twintigste eeuw nog met goud betaald worden en zooveel strijd opleveren? Christina, koningin der Zweden, was de meest merkwaardige vrouw uit de zeventiende eeuw en haar figuur is ook voor ons nog belangwek kend genoeg om even bij haar stil te staan en onzen lezers iets van haar leven te vertellen. Een geëmancipeerde vrouw, die haar vrijheid boven een troon verkoos, buitengewoon begaafd en tegelijkertijd grillig, nonchalant, wispelturig een vrouw vol wonderlijke tegenstellingen. Tallooze biografen hebben het leven van deze vorstlnneflguur beschreven en telkens opnieuw trachtten zy het karakter van Christina te doorgroiiden. Het is echter tot nu toe nog steeds by een pogen gebleven. Volkomen helderheid omtrent de beweegredenen van haar somtijds vreemde en opzienbarende gedragingen en da- ■a r»ar dit pryzenswaardig gedrag was niet ly I van biyvenden duur en geleidelijk werd kr A. Christina meer en meer „geëmancipeerd”. De nauwgezette waarneming van haar staatkun dige plichten maakte plaats voor zekere luste loosheid om zich altoos met ernstige zaken te bemoeien. Haar zucht naar verstrooiing en haar verspilling werden grooter, haar wispelturigheid nam toe. Haar verwisseling van gunstelingen gaf voortdurend grooter ergernis. Terwijl zij haar koninklijke plichten, meer en meer verwaarloosde, namen haar drift, wispel turigheid en trots met den dag toe en zij legde die ook aan den dag tegenover haar raadslieden, zelfs tegenover den grijzen Oxenstjema, die aller achting verdiende. Tevens begonnen zich de nadeelige gevolgen van haar meer dan slor diggeldelijk beheer te wreken. Ds ontzaglijke buit, in den oorlog met Dultschland gemaakt, was reeds by den Westfaalschen vrede geheel versmolten. In 1651 was de bodem van de schatkist zichtbaar. Liet dus Christina's financieel regeeringsbe- leid veel te wenschen over en zuchtte het volk onder zware belastingen, ook de lastige poli tieke kwesties verveelden haar op den duur. Ten slotte wekte het haar wrevel op, dat haar minis ters en de Ryksstenden haar voortdurend lastig vielen met den raad een huwelyk aan te gaan overeenkomstig haar rang en een huwelyk met haar neef, den paltsgraaf Karei Oustaaf zeer wenscheiyk achtten, zy had niets tegen haar doorluchtigen neef, die op haar verliefd was of althans daarvan den schyn gaf, maar trouwen, een huwelyk sluiten, zich binden, de lieve vrij- heid prijs geven dat verkoos Christina niet. aar vader was de beroemde Gustaaf Adolf II, die door tal van gunstig verloopen oorlogen Zweden groot gemaakt had. HU stierf in 1632. toen ziin eenlg dochtertje den leeftyd van zes jaar had bereikt. De dlkwyis onverklaarbare neigingen van Christina op la- teren leeftyd waren ook niet vreemd aan haar moeder, Maria Eleonora van Brandenburg, die een hoogst zonderlinge vrouw moet geweest zyn. Deze Brandenburgsche vorstin toch verzette zich by den dood van haar gemaal hardnek kig, om van het stoffeiyk overschot te scheiden, terwyi zy, eindelyk toegevende, later *s konings hart In een gouden doos steeds by zich droeg. De kleine Christina werd dan ook niet aan haai leiding toevertrouwd, maar aan die van haai tante Katharina van Tweebruggen. Mag men geloof slaan aan haar eigen levens- dig, vol minachting en spotziek. Myn prikkel baar en onstuimig karakter heeft my evenzeer vatbaar voor liefde als voor eerzucht gemaakt.” Toen zy nauwelyks achttien jaar was, nam zy de regeerlng over van den voogdyraad, waar in de even begaafde als intelligente rijkskanse- Her Axel Oxenstjema de leidende rol speelde. Aanvankeiyk ging alles goed. Het jonge meisje beyverde zich niet slechts als koningin zich voor te doen, maar het ook te zyn. zy legde zich op de staatszaken toe en presideerde met waardig heid den ministerraad. By de behandeling van moeiiyke kwesties legde zy groote scherpzinnig heid en kennis van zaken aan den dag. Dat zy bovendien de belangen van wetenschap en kunst behartigde en aan haar hof luister trachtte by te zetten door het noodlgen van beroemde geleerden en staatslieden uit den vreemde was alleszins loffeiyk, zoolang zy in staat was dit te bekostigen en het Zweedsche volk daar geen zwaarder belastingen voor be hoefde op te brengen, zy correspondeerde met geleerden als Hugo de Groot, Descartes en Vos- sius. zy was goed thuis in de klassieke schryvers en in haar paleis had zy een prachtige verza meling munten, schilderijen, handschriften en boeken byeengebracht. Intusschen, het verbiyf van al die vreemdelin gen oefende op de jeugdige koningin geen be paald gunstlgen invloed uit Over het algemeen heeft Christina zich toch den eersten tyd steeds zoo gedragen, dat zy den lof verdiende, dien de Fransche gezant aan haar hof, Chanut, haar in zyn mémoires schenkt. 30 35 00 35 00 25 25 25 25 25 25 25 20 12 15 19 15 a. Het 1 dige van is, dat hoorders, waariyk den hadden om *t heengaan van deze grillige vrouw te betreuren, tot tra nen toe geroerd waren. biechtvader den Spoan- aan j—ezer dagen bereikte ons uit Parijs het be- 1 richt, dat er een conflict is uitgebroken tusschen den minister van onderwijs, Guemut en de universiteit van Montpellier. De aanleiding hiertoe vormt een verzameling van twee en twintig deelen handschriften, die de z.g. „manuscripten van koningin Christina van Zweden” bevatten. Op grond van „algemeen gel dende begrippen van internationale hoffeiyk- heid” besloot minister Ouemut onlangs deze manuscripten aan de zweedsche regeerlng af te staan. De rector van genoemde universiteit echter kon de hoffeiyke handelwijze van minister Guemut minder apprecieeren en in een belegde spoedvergadering besloot het bestuur der uni versiteit hiertegen te protesteeren. De betreffen de handschriften toch worden op een waarde van meer dan honderdduizend gulden geschat en hebben reeds sinds 1904 aan dé universiteit toebehoord. Naast brieven van vorsten, kardinalen en am bassadeurs aan de koningin bevatten de hand schriften ook uitspraken van Christina, neerge schreven door een copiïst, maar door de ko ningin van correcties voorzien. Ook b:vinden In deze verzameling zich nog vier door Lodewyk XIV eigenhandig geschreven brieven. Het is heel begrypelyk, dat de Zweedsche re geerlng deze handschriften op zeer hoogen prijs stelt. Het bestuur der universiteit echter, dat zeer trotsch op dit kostbare bezit is, biyft van mee- nlng, dat de Zweden heel goed zouden kunnen volstaan met de handschriften te fotografeeren. et vooruitzicht om den tegenstander ge- makkeiyker door ons open land op het iyf te vallen, dan over den betonnen vestlng- 1 langs de gemeenschappeiyke grenzen, lévert voor ons het grootste gevaar op om het slagveld te worden voor een nieuwen Europee- schen oorlog. Alleen de sekeriieid. dat de weg door ons land geenszins „open” ligt, kan den aanvaller den lust ontnemen om er gebruik van te maken. Het is met deze zekerheid voor oogen, dat onze defensie-ingenieurs want dat is de beste benaming voor den modernen officier doelmatige struikelblokken hebben gelegd op de meest doelmatige en meest verrassende plaat sen In den eventueelen doormanchweg. En vast houdende aan de natuuriyke en kunstmatige steunpunten, zullen wy den doortocht tan den Invaller tot het tegendeel van een plezlerwande- llng maken. Daarvoor zijn behalve geoefende en goed-ge- lelde en dappere soldaten ook wapens noodlg. Draagbare wapens, zooals geweren en mitrail leurs en geschat In allerlei hoedanigheid en kaliber. Om deze wapens te kunnen gebruiken, hebben wy munitie noodlg en niet zoo weinig, omdat de mpdeme wapens een vuursnelheid hebben, die astronomische cyfers aan kogels vergt Maar niet alleen geoefende en goedge- leide manschappen en perfecte wapens bepalen den weerstand, dien een modem volk aan een In- of doorrukkenden vyand kan bieden. Neen, daar spreken alle factoren mede, die het cul- tureele peil van dat volk bepalen. De weerkracht van een volk Is de totale som van alle geeste- iyke en materiëele waarden, die het op een ge geven moment van hooge spanning kan op brengen. Het goede school-onderricnt is even gewichtig als de Uchamelyke opvoeding, de zede- lyke norm, de karaktervastheid en het Gods vertrouwen. De geesteiyke capaciteit der inge nieurs- en hoofdarbeiders is even onmisbaar als de bedrevenheid der vakarbeiders. De natuur- lyke gesteldheid van den bodem en de natuur- lyke barrières die ten onzent b.v den oprukken- den Invaller door de rivier in den weg worden gesteld, moeten hun aanvulling vinden in de beschikbare fabrieken en industrieën, die ons de Op deae wijze tracht het Ministerie voor Pro paganda de byzonderheden van het hedendaag- sche politieke en cultureele wereldgebeuren vast te leggen. Heeft men het .allerheiligste” betreden, dan bevindt men zich in een lange breede gang, die aan beide zyden tot aan den zolder toe in genomen wordt door boekenrekken, die geheel met mappen zyn gevuld. Ter rechter- en linkerzijde liggen de afzon- deriyke vertrekken. Ingedeeld volgens landen en naar den aard van het daar bewaarde materiaal. Zoo zijn er b.v. twee vertrekken gereserveerd voor de bultenlandsche politiek. In een ander vertrek liggen krantenknipsels over Amerika. In weer een ander de „verzamelde werken” van den Volkenbond. In deze landen-archieven Is alles te vinden, wat in de laatgte jaren over politiek werd geschreven. Nergens is meer iets te zien van de muren, daar van den vloer tot aan den zolder, elk plekje is uitgebuit. Alles is genummerd en bovendien door het gebruik van verschillende kleuren ken baar. terwyi een catalogus. Ingedeeld in 43 categorieën als gids dient in dit labyrint der kranten. De catalogus bevat afdeelingen als: financiën, voedselvraagstukken. wetenschappen, rechtspleging, schandalen, bestuursvraagstuk ken, enz. Pd HoUandsche soldaat kan er verzekerd van zijn, dat elke patroon in fijn tgech of t^traaigvbund MUX keurig it gecgntroleerd Frankryk vertrok. In September 1867 betrok zy het kasteel te Fontainebleau. Het Fransche hof had alle reden, om aan de dochter van Gustaaf Adolf een konlnkiyke ont vangst te bereiden en Christina vergold dit in dien zin. dat haar verschynlng te Parijs in de verschillende kringen, op de kasteelen van den konlng en van den hoogen adel, een merkwaar dig episode vormde In het Fransche hofleven. 8 September hield Christina te paard haar glorieuzen Intocht te Parijs, vyfduizend man van de nationale garde stonden in den fau bourg St. Antoine onder de wapenen en „tout Paris” was op de been, om dat Gothische won der van een vrouw te zien. De stoet trok aller eerst naar de Notre Dame, waar de gcesteiyk- held in groot ornaat de koningin aan den in gang ontving om haar naar de kerk te bege leiden. waar een Te Deum gezongen werd. Ver volgens brach men haar naar het Louvre, waar prachtige vertrekken voer haar waren Ingericht. a t» haar troonsafstand verliet Christina byna 1^ onmiddeliyk haar land met "n groot gevolg en tal van kisten, k aten en koffers. Nadat zy in Hamburg aan land was gegaan, verliet zy den 30sten Juni de Hansestand en reisde naar Münster, waar zy een Jezuïetencollege bezichtig de en verdei over Deventer, Amersfoort. Utrecht, Antwerpen naar Brussel toog, waar zy door den Spaanschen stadhouder aartshertog Leopold, den 23sten December met grooten luister en praal werd ontvangen. De plannen van de voormalige koningin om tot de Roomsch-Katholieke Kerk over te gaan waren ook tot in het protestantsche Zweden doorgedrongen. Ijlings zond men vanuit Stock holm graaf Tott, die een van haar gunstelingen aan het hof was geweest, om Christina van haar voornemen te trachten af te brengen, zy gaf geen rechtstreeksch uitsluitsel omtrent haar plannen, maar bracht den graaf onder het oog. dat zy van den troon afstand gedaan had, om haar volle vryheid te genieten.... Den 24den December 1654 bracht zy te Brussel haar voornemen reeds ten uitvoer en werd In den moederschoot der RK. Kerk opgenomen. beschryving, die zy acht Jaar voor haar dood van zich zelve.gaf, dan liet die opvoeding veel te wenschen over. Onbewimpeld beweert zy, dat men haar reeds vroeg bedierf door een te groote toegevendheid en vleiery. Dit kan echter moeliyk op haar verstandeiyke ontwikkeling slaan, want reeds op zeer Jeugdi gen leeftyd onderscheidde zy zich in vele vakken van wetenschap. „Ik leerde,” schreef zy, „In den kori sten tyd alle talen, wetenschappen en lichaamsoefeningen waarin ik onderwijs ontving." Reeds vroeg sprak zy Duitsch, Fransch, Ita- llaansch en Spaansch, terwyi zy op achttienjarigen leeftyd het La tijn en Grieksch voldoende machtig was om Tacitus en Thucydides te begrypen. Vele geschiedschrijvers noemden haar *n monster van vrou- weiyke geleerdheid. Met de li chaamsoefeningen was het evenzoo: naast dansen en paardrijden kon zy alle wapenen vry goed hantee- ren. Zoeken wy verder In haar Jeugdherinneringen dan vinden wy nog de volgende merkwaardige stond ongedwon- vsn tyd tyd belette haar onmisbare verdedigingswapens moeten kunnen leveren. Dit Is de reden waarom de Defensie niet meer uitsluitend één departement regardeert, maar onze geheele regeerlng. Het ligt dan ook In de bedoeling der regeerlng, binnen korten tyd een interdepartementale commissie In het leven te roepen, tot de organisatie der geheele volks- weerkracht. Onze defensle-technlcl hebben dit reeds jaren voor odgen gehouden, zooals ons bleek en de burger-lndustrleën in de voorbereiding der de fensietaak. zooveel mogeiyirs. ingeschakeld. De Hembrug is een moderne fabriek, waarin honderden arbeiders hard werken, onder leiding van bekwame wetenschap*- en practykmannen, met medewerking van verschillende officieren, die zich op dit zuiver technische gebied gespecia liseerd hebben. Deze fabriek is niet in staat om in al onze defensle-behoeften te voorzien, zy wil dit ook niet, zy is de proeffabriek waarin onder optimale conditiën het materiaal wordt vervaardigd, dat wy noodlg hebben voor onze verdediging, opdat de diverse industrieën in den lande het daar kunnen zien en de inge nieurs kunnen leeren, hoe het gemaakt moet worden. Dat klinkt nu wel een beetje pedant, maar het is nu eenmaal niet anders. De elschen, die gesteld worden aan de onderdeelen der diverse schietwapens zün veel strenger, dan die men normaal pleegt te stellen aan onderdeelen van machinerieën. En lang niet elke gieterij of draaierij is dadelijk in staat, om dit werk over te nemen en naar den elsch uit te vóeren Maar met een beetje goeden wil biykt het toch te gaan, al dreigt er aanvankeiyk soms eenlg mis verstand. Aan een schietwapen worden veel hoogere elschen gesteld, dan aan een motor of een ma chine. Het metaal moet meer verduren, het is aan sterker schokken blootgesteld, het moet wat de onderdeelen betreft, buitengewoon pre cies zyn afgeweskt. omdat het onderling ver wisselbaar moet zyn in alle denkbare combina ties en permutaties, enz. Wat voor da wapens geldt, is nog dwingender voor de munitie. Elke patroon moet volkomen gelyk- en geiykvormig zyn aan haar voorgang ster, niet alleen naar» het ulteriyk. maar ook in het ballistische gedrag van den kogel. Wie dan ook de patronen-fabricage ziet aan de Hembrug. wordt getroffen door de rchier einde- looze reeks van controle-proeven welke de kogel, dfe huls, het slaghoedje en de buskruitvulllng moeten ondergaan, alvorens waardig gekeurd te worden in den patroonhouder of mitraUleurband geschoven te worden. De vervaardiging der geweer- en mltrallleur- munitie la een speciaal-fabricage, welke uit sluitend aan de Hembrw. ter hand wordt ge nomen. WH hebben daar In den loop der jaren at Christina nog altyd niet van haar gril- 1 ligheid en overige eigenaardigheden geheel genezen was, bleek al spoedig by haar verbiyf te Rome. Zoo zond Paus Alexander VII haar eens als Duitschlands eerste propagandist. Dr. I. Goebbels yojhristlna was een geëmancipeerde vrouw, schreven wy reeds. En zy bevestigde dit ook door haar daden, zy blééf nergens lang en was altyd in beweging om te zien en wellicht tevens om gezien te worden. In September 1656 zag Brussel haar vertrekken en be zocht Christina over Keulen. Frankfort en Augs burg Innsbrück. In de laatste stad werd haar over- gang naar het Ka tholicisme seer lidsterryk gevierd. Hetgeen te Brussel in »Ue stilte ge schied was, werd hier met alle plechtigheid open lijk herhaald. Dan begaf zy zich naar Rome, waar zy in December met een prachtlgen stoet de Porta del Popolo binnentrok om in het Palazzo Far nese haar intrek te nemen. Den vol genden dag werd zy by den Paus ten maaltyd genoo- dlgd. Haar geloofsver andering verwekte in Zweden groote ergernis. Nu zy zelf buiten bereik was, wreekte men zich in Johan Matthia, den vroe- geren godsdienst- leeraar van Chris tina. Hy werd broodeloos gemaakt en ofschoon de goede man zich verdedigde, dat hy, een lutheraan, toch niet de oorzaak kon wezen, dat zyn vroegere leerlinge katholiek was geworden, voegde men hem toe, dat hy het geweten had en het met voorkomen ■'-‘i ■- een zich wat dragen, daar zy plechtigheden oneerbiedige woonde. De Romeinsche sloofde zich uit in het bereiden van feesten ter eere van Christina, maar zy reageerde hier zeer koel op. En vooral toen zy al dien ducas en prlnctpi liet gevoelen, dat zy te genover hen neg altyd de dochter van den grooten Gustaaf Adolf was, verkil de de warme bewondering, welke de Romeinsche kringen aanvankeiyk voor de beroemde Koningsdoch ter aan den dag legden, aanmerkeiyk. Zoo vond niemand het spijtig, dat zy na een een jarig verbiyf te Rome naar heeft Interessante rakterschets de zeven-en-twin- tlgjarige Christina gegeven: „Haar gestalte is niet bo ven het middelma tige; zy heeft een breed voorhoofd, haar oogen hebben een fraaien vorm en afwisselend een zachte en vurige uitdrukking, zy heeft een haviksneus en geen te grooten goed gevormden mond. Van het vrouweiyke is haar niets eigen dan haar geslacht. Haar stem, haar wijze van spreken, haar gang, haar gebaren en bewegin gen, alles is manneiyk. Al zit zy als een dame te paard, men moet haar toch van zeer naby zien, om haar niet voor een ruiter te houden. Nooit heb ik goud of zilver aan haar kleederen. haar hals of haar kapsel ontwaard, zy draagt De landen-archieven zyn tevens een goede spiegel van het wereldgebeuren. Zoo heerscht er momenteel groote bedrijvigheid in het ver trek. waar de mappen van Italië zyn geborgen en groote stapels knipsels over Abessinlë bedek ken er de tafels, om opgeborgen te worden. Over de Staatslieden en persooniykheden uit het buitenland wordt al het krantenmateriaal, waarover men beschikken kan*, in de afzonder lijke archieven bewaard. Over Lloyd George b.v. zyn niet minder dan 80 mappen aanwezig. Alle beroemde redevoeringen, in bultenland sche parlementen gehouden, zyn hier te vinden, naast belangrijke gebeurtenissen* in andere staten. De redevoeringen van den Führer alleen reeds vullen 35 deelen. Bovendien zyn er nog de commentaren der binnen- en bultenlandsche pers, die heele rekken in beslag nemen. De eerste propagandist van t Derde Ryk heeft t tot nu toe tot 20 deelen in *t archief gebracht. Bovendien is er voor Dr. Goebbels nog een privé-archief. waarin alles is verzameld, wat deze in kranten heeft geschreven en wat in kranten over hem werd geschreven. Verder is het materiaal over het Verdrag van Versailles afzonderlyk ondergebracht in een veertiental archiefkasten. Bijzonder in zün soort is ook het personen archief, dat ondergebracht is in archlef-laden Alle persooniykheden. die in het openbare leven naar voren zyn gekomen, en aan wie de kranten hun aandacht gewyd hebben, zyn in deze laden te vinden. kunnen gaan wyden trekken. Zoo had zy er geen beswaar In, afstand te doen van de regeering. In October 1651 deelde zy haar voornemen aan den rijksraad mede en wees haar neef Karei Gustaaf als haar opvol ger aan, voor wien zy yverig den weg tot den troon geëffend had. In plaats van tot haar ge maal, maakte zy hem tot konlng der Zweden. „Hy zal zich over de weigering van myn hand wel troosten, zeide zy, een kroon is ook (I) een schoone jonkvrouw.” Het duurde toch nog tot 21 Mei 1654. alvorens Christina een vergadering van de Ryksstenden belegde, om plechtig haar kroon neder te leg gen. Zy toonde Intusschen daarby, dat zy het rekenen nog niet verleerd was en wist te be dingen. dat zy een Jaargeld uitgekeerd kreeg van 240.000 Zweedsche ryksdaalders, een zeer behooriyk bedrag ook voor een vorstin. Een harer tydgenooten. Peter Brake, be schrijft haar troonafstand in de volgende be woordingen. „De abdicatie der koningin had plaats op den morgen van den zesden Juni en het was een droevige gebeurtenis. Christina verliet hare ver trekken met de kroon op het hoofd, den scepter en den rijksappel in de handen en omhangen met den konlnkiyken mantel, waaronder zy een kleed van wit atlas droeg. Aldus gekleed hield zy haar rede. Daarop legde zy de zinnebeelden van het konlnkiyk gezag achtereenvolgens neder, steeg van den troon en sprak haar op volger, Karei Gustaaf van Tweebruggen, aan, die daarop terstond tot konlng gekroond werd, zy drukte hem op het hart voor de welvaart des lands te zorgen en gaf hem vele schoone en treffende wenken en vermaningen. Hare Ma jesteit stond en sprak gen; tot aandoening voort te gaan, zy bewoog mannen en vrouwen tot tranen toe, toen zy zeide, dat zy zeide, dat zy aan haar geslacht vroe ger een einde maakte dan God had gewild.” merkwaar- i het geval de toe- die toch geen re tie!den kogel en uit de huls, waarin de ex plosieve lading geborgen is, welke den kogel by het schot uit den loop van het geweer moet drijven. De kogel bestaat uit een looden kern de huls uit messing Deze huls wordt uit een messingen piaat,e ge modelleerd in tallooze tempo’s, waarbij het materiaal telkens een vormverandering on dergaat. Eerst wordt het cirkelvormige plaatje uit een messingen plaat gestanst, dan wordt van dit schyfje nesslng een dopjé ge perst. dit vingerhoed-achtige dikke dopje wordt uitgerekt tot een cylindertje, dit cylindertje wordt telkens verder uitgerekt waarby de wand natuuriyk dunner wordt. Aan dit cylindertje wordt een bodem met kraag geforceerd, in dien bodem een inzinking met aambeeldje en ont- steklngsgaatje voor het slaghoedje. De cyllnder- vormige huls krygt vervolgens den bekenden fleschvorm en wordt precies op maat afge sneden. Inmiddels is de kern van den kogel op maat afgesneden van een dikke rol lood-en-antl- mlntun.-draad. Precies afgewogen op détails van een millgram. Om deze kern ia de stalen mantel geschoven, aan het bodemdeel rondgeniet on. de loodkem. Dan krygt het projectiel nog een groefje waarin straks de hulsrand wordt vastgeklemd. Intusschen worden de hulzen voorzien van een dopje met slagkwlk en daarna in een vernuftige automaat, precies volgens doseering gevuld met kruit. De kogel wordt in den hals geschoven,-het groefje in den kogel wordt even Ingevet en ver volgens wordt de hulshals er omheen vastge wurgd. Het slaghoedje in den bodem wordt aan den rand luchtdicht afgesloten met een smal en precies streekje lak. Daarmee is het projectiel dus klaar voor geweer of mitrailleur. Niets daarvan. Eiettegenstaande het tydens de vervaardiging in d- diverse stadia herhaaldeiyk werd gemeten en gewogen in tallooze ingenieuze en precieze automaten, wordt nu het geheel nog eens ge wogen, gemeten en afgetast door critlsche con- trole-toestellen, die een afwykend product mee- doogenlooe uit de serie werpen, hetzy voor den sloop of voor herstel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 17