CHRISTINA VERKOOS DE VRIJHEID
BOVEN EEN TROON
Het archief van
Dr. Goebbels
I
Patronenfabricage aan de Hembrug
H
I
K
5
Na haar troonsafstand
werd zij katholiek
Holl. preciesheid viert
hier hoogtij
N
V A
gfR
I
Labyrint der kranten
r
I
V'J
Hl
Vol wonderlijke tegenstellingen
buitengewoon begaafd en tegelij
kertijd grillig en avontuurlijk
Tal van contróle-proeven
vereischt
Zelfkennis
n zelfkennis en openhartigheid wordt zij door
weinigen overtroffen: ,4k was,” schrijft zij,
„korzelig en opbruisend, trotsch en ongedul-
I
'.'3
Laatste levensjaren
Naar de vrijheid
p-v y had heimwee naar algeheele vrijheid en
stelde zich *t leven in het buitenland in de
schitterendste kleuren voor. Weg de kwel
lingen van lastige en vervelende regeeringszaken
en langdurige zittingen van den ministerraad;
adel
van Christina
4
en een stalen mantel.
■Hi
Bich
van
Gravure van Gustaaf Adolf te paard, die als overwinnaar
van tal van oorlogen Zweden groot maakte
den werd nooit verkregen. Hier ligt voor de
moderne psychiatrie van de twintigste eeuw nog
een vruchtbaar terrein van onderzoek open!
Christina, koningin van Zweden,
dochter van Gustaaf Adolf
pater
schied.
state vermaning om
l rustiger te ge-
een
I de
rozenkrans,
kerkelyke
soms
wijse
slechts een enkelen ring. zy maakt volstrekt
geen werk van naar toilet. Slechts eens in de
week laat zij bet haar kappen, ja somtijds ge
schiedt dit maar eens in de veertien dagen. Ik
heb dikwijls bespeurd, dat haar hemdsmouwen
vol inktvlakken waren en soms heb ik ook ge
merkt, dat haar lijfgoed gescheurd was."
Dit alles is onvermijdbaar, «én enkel projec
tiel. dat op een gegeven moment tijdens een ge-
vechtsaanraklng, door een minutieuze afwijking
van kaliber of vorm, storing zou veroorzaken in
een mitrailleur, kan het leven van onse men-
schen kosten en den uitslag van het gevecht
in gevaar brengen Met echt-Hollandsche pre
ciesheid wordt hiertegen gewaakt en de man.
die te velde trekt kan er zeker van zijn, dat
elke patroon in zyn tasch of mitraUleurband
nauwkeurig ia gecontroleerd.
gordel
op
by-
j
4- ‘s
K-
n 1668 kwam zij eindelijk tot rust. Christina
vestigde zich te Rome, vssr zij. met haar
kostbare bibliotheek en wetenschappelijke
verzamelingen, het middelpunt was van een
kring van geleerden.
Een van haar geschiedschrijvers merkt echter
niet zeer voorkomend op. dat zij op naar ouden
dag nog. slechts tot de .meubels” der Eeuwige
Stad behoord». -
Zij stierf reeds, toen zij 63 jaar oud was, in
1680. Een grootach grafmonument werd voor
haar opgericht. Haar uitgebreide -etenschappe-
lyke verzamelingen kwamen in het bezit van
de Vaticaanse!» bibliotheek.
zoo ontzaglijk veel voorraad van aangemaakt
die in verschillende deelen des lands is opge-
slagen, dat wij op dat punt paraat geacht kun
nen worden. Het is dan ook alleen uit een oog
punt van exempel, dat wij in vogelvlucht hlei
even aangeven, wat er alzoo moet geschieden,
alvorens die eenvoudige geweerpatroon afge
leverd kan worden.
Zooals men weet, bestaat deze uit het projec
Van Parijs begaf Christina zich naar Com-
plègne. waar zich destijds het hof ophield en
hier maakte zy kennis met de koninklijke fa
milie. alsmede met den kardlnaal-eerste minis
ter Mazarin, met wien zij zeer bevriend werd.
Den eersten tijd van Christina’s verblijf in
Frankrijk was zij het zenith van haar omge
ving. Dit bleef echter niet zoo en allengs vergat
men. dat zij koningin was geweest, die uit een
wjjsgeerig begrip haar kroon neergelegd had.
Toen de glans der nieuwheid nog niet verbleekt
was. had men de schaduwzijden van haar ka
rakter niet willen opmerken en heette alles
genialiteit, wat later aan ironische kritiek on
derworpen werd.
Toch heeft zij nog een twaalftal jaren. voor
namelijk op het kasteel te Fontainebleau, in
Frankrijk gewoond. In dien tusschentijd is zy
ook nog eenige malen in Zweden geweest, waar
in 1680 haar opvolger Karei Gustaaf overleed en
een ziekelijken, zwakken zoon naliet. Haar nei
gingen, weer de regeerlng op zich te willen
nemen, werden door de Zweedsche machthebbers
niet gunstig ontvangen, daar zij niets voor een
katholieke vorstin voelden. Ook in Polen heeft
Christina in 1668 in dié richting gewerkt, echter
zonder resultaat.
z<j zou zich aan wetenschappen en aan kunst
en de wijde wereld in
De
van
schen gezant
het Zweedsche Hof,
Mariner
een
ka-
vgn
bekentenis. ,Jk was ten eenenmale ongeschikt
voor alle vrouwelijke handwerken en had een
onoverwinbaren afkeer en tegenzin voor alles
wat vrouwen doen en zeggen....**
Tot gravin d’ Aulnay sou zjj eens gezegd
hebben: „Ik mag de mannen gaarne lijden, niet
slechts omdat zij mannen zijn, maar omdat zi)
geen vrouwen zijn...."
an een artikel in de Bremer Nachrichten”
ZX over het archief van het Ryksmtnisterie
van Propaganda, ontleenen wy het vol
gende:
Het archief Is gevestigd in de benedenverdie
ping van het achter het Miniserie voor Propa
ganda gelegen tuinhuis, waar eiken dag twee
duizend der grootste Dull ache en bultenland-
sche kranten binnenkomen Belangrijke artike
len en commentaren van polltleken. economl-
schen en eultureelen aard, redevoeringen, onder-
handelingen, bevelen, besluiten, wetten. Inter
views, caricaturen, materiaal over bekende tijd-
genooten alles wordt uitgeknipt en opgeplakt
en gaat van de afdeelingen. waar dit werk ge
schiedt, naar de respectievelijke Ministeries,
waar het bewerkt wordt, om tenslotte in het
centraal archief te belanden. Hier wordt het op
wetenschappelijke wijze geschift en beschikbaar
gehouden voor het practlsche werk der Ministe
ries en der pers.
TTrl» deze koningin Christina wel was, wier
Vy handschriften in de twintigste eeuw nog
met goud betaald worden en zooveel
strijd opleveren?
Christina, koningin der Zweden, was de meest
merkwaardige vrouw uit de zeventiende eeuw
en haar figuur is ook voor ons nog belangwek
kend genoeg om even bij haar stil te staan en
onzen lezers iets van haar leven te vertellen.
Een geëmancipeerde vrouw, die haar vrijheid
boven een troon verkoos, buitengewoon begaafd
en tegelijkertijd grillig, nonchalant, wispelturig
een vrouw vol wonderlijke tegenstellingen.
Tallooze biografen hebben het leven van deze
vorstlnneflguur beschreven en telkens opnieuw
trachtten zy het karakter van Christina te
doorgroiiden. Het is echter tot nu toe nog steeds
by een pogen gebleven. Volkomen helderheid
omtrent de beweegredenen van haar somtijds
vreemde en opzienbarende gedragingen en da-
■a r»ar dit pryzenswaardig gedrag was niet
ly I van biyvenden duur en geleidelijk werd
kr A. Christina meer en meer „geëmancipeerd”.
De nauwgezette waarneming van haar staatkun
dige plichten maakte plaats voor zekere luste
loosheid om zich altoos met ernstige zaken te
bemoeien. Haar zucht naar verstrooiing en haar
verspilling werden grooter, haar wispelturigheid
nam toe. Haar verwisseling van gunstelingen gaf
voortdurend grooter ergernis.
Terwijl zij haar koninklijke plichten, meer en
meer verwaarloosde, namen haar drift, wispel
turigheid en trots met den dag toe en zij legde
die ook aan den dag tegenover haar raadslieden,
zelfs tegenover den grijzen Oxenstjema, die
aller achting verdiende. Tevens begonnen zich
de nadeelige gevolgen van haar meer dan slor
diggeldelijk beheer te wreken. Ds ontzaglijke
buit, in den oorlog met Dultschland gemaakt,
was reeds by den Westfaalschen vrede geheel
versmolten. In 1651 was de bodem van de
schatkist zichtbaar.
Liet dus Christina's financieel regeeringsbe-
leid veel te wenschen over en zuchtte het volk
onder zware belastingen, ook de lastige poli
tieke kwesties verveelden haar op den duur. Ten
slotte wekte het haar wrevel op, dat haar minis
ters en de Ryksstenden haar voortdurend lastig
vielen met den raad een huwelyk aan te gaan
overeenkomstig haar rang en een huwelyk met
haar neef, den paltsgraaf Karei Oustaaf zeer
wenscheiyk achtten, zy had niets tegen haar
doorluchtigen neef, die op haar verliefd was of
althans daarvan den schyn gaf, maar trouwen,
een huwelyk sluiten, zich binden, de lieve vrij-
heid prijs geven dat verkoos Christina niet.
aar vader was de beroemde Gustaaf Adolf
II, die door tal van gunstig verloopen
oorlogen Zweden groot gemaakt had. HU
stierf in 1632. toen ziin eenlg dochtertje den
leeftyd van zes jaar had bereikt. De dlkwyis
onverklaarbare neigingen van Christina op la-
teren leeftyd waren ook niet vreemd aan haar
moeder, Maria Eleonora van Brandenburg, die
een hoogst zonderlinge vrouw moet geweest zyn.
Deze Brandenburgsche vorstin toch verzette
zich by den dood van haar gemaal hardnek
kig, om van het stoffeiyk overschot te scheiden,
terwyi zy, eindelyk toegevende, later *s konings
hart In een gouden doos steeds by zich droeg.
De kleine Christina werd dan ook niet aan haai
leiding toevertrouwd, maar aan die van haai
tante Katharina van Tweebruggen.
Mag men geloof slaan aan haar eigen levens-
dig, vol minachting en spotziek. Myn prikkel
baar en onstuimig karakter heeft my evenzeer
vatbaar voor liefde als voor eerzucht gemaakt.”
Toen zy nauwelyks achttien jaar was, nam
zy de regeerlng over van den voogdyraad, waar
in de even begaafde als intelligente rijkskanse-
Her Axel Oxenstjema de leidende rol speelde.
Aanvankeiyk ging alles goed. Het jonge meisje
beyverde zich niet slechts als koningin zich voor
te doen, maar het ook te zyn. zy legde zich op
de staatszaken toe en presideerde met waardig
heid den ministerraad. By de behandeling van
moeiiyke kwesties legde zy groote scherpzinnig
heid en kennis van zaken aan den dag.
Dat zy bovendien de belangen van wetenschap
en kunst behartigde en aan haar hof luister
trachtte by te zetten door het noodlgen van
beroemde geleerden en staatslieden uit den
vreemde was alleszins loffeiyk, zoolang zy in
staat was dit te bekostigen en het Zweedsche
volk daar geen zwaarder belastingen voor be
hoefde op te brengen, zy correspondeerde met
geleerden als Hugo de Groot, Descartes en Vos-
sius. zy was goed thuis in de klassieke schryvers
en in haar paleis had zy een prachtige verza
meling munten, schilderijen, handschriften en
boeken byeengebracht.
Intusschen, het verbiyf van al die vreemdelin
gen oefende op de jeugdige koningin geen be
paald gunstlgen invloed uit
Over het algemeen heeft Christina zich toch
den eersten tyd steeds zoo gedragen, dat zy den
lof verdiende, dien de Fransche gezant aan haar
hof, Chanut, haar in zyn mémoires schenkt.
30
35
00
35
00
25
25
25
25
25
25
25
20
12
15
19
15
a.
Het 1
dige van
is, dat
hoorders,
waariyk
den hadden om *t
heengaan van deze
grillige vrouw te
betreuren, tot tra
nen toe geroerd
waren.
biechtvader
den Spoan-
aan
j—ezer dagen bereikte ons uit Parijs het be-
1 richt, dat er een conflict is uitgebroken
tusschen den minister van onderwijs,
Guemut en de universiteit van Montpellier. De
aanleiding hiertoe vormt een verzameling van
twee en twintig deelen handschriften, die de
z.g. „manuscripten van koningin Christina van
Zweden” bevatten. Op grond van „algemeen gel
dende begrippen van internationale hoffeiyk-
heid” besloot minister Ouemut onlangs deze
manuscripten aan de zweedsche regeerlng af
te staan.
De rector van genoemde universiteit echter
kon de hoffeiyke handelwijze van minister
Guemut minder apprecieeren en in een belegde
spoedvergadering besloot het bestuur der uni
versiteit hiertegen te protesteeren. De betreffen
de handschriften toch worden op een waarde
van meer dan honderdduizend gulden geschat
en hebben reeds sinds 1904 aan dé universiteit
toebehoord.
Naast brieven van vorsten, kardinalen en am
bassadeurs aan de koningin bevatten de hand
schriften ook uitspraken van Christina, neerge
schreven door een copiïst, maar door de ko
ningin van correcties voorzien. Ook b:vinden In
deze verzameling zich nog vier door Lodewyk
XIV eigenhandig geschreven brieven.
Het is heel begrypelyk, dat de Zweedsche re
geerlng deze handschriften op zeer hoogen prijs
stelt. Het bestuur der universiteit echter, dat zeer
trotsch op dit kostbare bezit is, biyft van mee-
nlng, dat de Zweden heel goed zouden kunnen
volstaan met de handschriften te fotografeeren.
et vooruitzicht om den tegenstander ge-
makkeiyker door ons open land op het iyf
te vallen, dan over den betonnen vestlng-
1 langs de gemeenschappeiyke grenzen,
lévert voor ons het grootste gevaar op om het
slagveld te worden voor een nieuwen Europee-
schen oorlog. Alleen de sekeriieid. dat de weg
door ons land geenszins „open” ligt, kan den
aanvaller den lust ontnemen om er gebruik van
te maken. Het is met deze zekerheid voor oogen,
dat onze defensie-ingenieurs want dat is de
beste benaming voor den modernen officier
doelmatige struikelblokken hebben gelegd op de
meest doelmatige en meest verrassende plaat
sen In den eventueelen doormanchweg. En vast
houdende aan de natuuriyke en kunstmatige
steunpunten, zullen wy den doortocht tan den
Invaller tot het tegendeel van een plezlerwande-
llng maken.
Daarvoor zijn behalve geoefende en goed-ge-
lelde en dappere soldaten ook wapens noodlg.
Draagbare wapens, zooals geweren en mitrail
leurs en geschat In allerlei hoedanigheid en
kaliber. Om deze wapens te kunnen gebruiken,
hebben wy munitie noodlg en niet zoo weinig,
omdat de mpdeme wapens een vuursnelheid
hebben, die astronomische cyfers aan kogels
vergt Maar niet alleen geoefende en goedge-
leide manschappen en perfecte wapens bepalen
den weerstand, dien een modem volk aan een
In- of doorrukkenden vyand kan bieden. Neen,
daar spreken alle factoren mede, die het cul-
tureele peil van dat volk bepalen. De weerkracht
van een volk Is de totale som van alle geeste-
iyke en materiëele waarden, die het op een ge
geven moment van hooge spanning kan op
brengen. Het goede school-onderricnt is even
gewichtig als de Uchamelyke opvoeding, de zede-
lyke norm, de karaktervastheid en het Gods
vertrouwen. De geesteiyke capaciteit der inge
nieurs- en hoofdarbeiders is even onmisbaar als
de bedrevenheid der vakarbeiders. De natuur-
lyke gesteldheid van den bodem en de natuur-
lyke barrières die ten onzent b.v den oprukken-
den Invaller door de rivier in den weg worden
gesteld, moeten hun aanvulling vinden in de
beschikbare fabrieken en industrieën, die ons de
Op deae wijze tracht het Ministerie voor Pro
paganda de byzonderheden van het hedendaag-
sche politieke en cultureele wereldgebeuren vast
te leggen.
Heeft men het .allerheiligste” betreden, dan
bevindt men zich in een lange breede gang,
die aan beide zyden tot aan den zolder toe in
genomen wordt door boekenrekken, die geheel
met mappen zyn gevuld.
Ter rechter- en linkerzijde liggen de afzon-
deriyke vertrekken. Ingedeeld volgens landen en
naar den aard van het daar bewaarde materiaal.
Zoo zijn er b.v. twee vertrekken gereserveerd
voor de bultenlandsche politiek. In een ander
vertrek liggen krantenknipsels over Amerika. In
weer een ander de „verzamelde werken” van
den Volkenbond. In deze landen-archieven Is
alles te vinden, wat in de laatgte jaren over
politiek werd geschreven.
Nergens is meer iets te zien van de muren,
daar van den vloer tot aan den zolder, elk plekje
is uitgebuit. Alles is genummerd en bovendien
door het gebruik van verschillende kleuren ken
baar. terwyi een catalogus. Ingedeeld in 43
categorieën als gids dient in dit labyrint der
kranten. De catalogus bevat afdeelingen als:
financiën, voedselvraagstukken. wetenschappen,
rechtspleging, schandalen, bestuursvraagstuk
ken, enz.
Pd HoUandsche soldaat kan er verzekerd van zijn, dat elke patroon in fijn tgech of
t^traaigvbund MUX keurig it gecgntroleerd
Frankryk vertrok. In September 1867 betrok
zy het kasteel te Fontainebleau.
Het Fransche hof had alle reden, om aan de
dochter van Gustaaf Adolf een konlnkiyke ont
vangst te bereiden en Christina vergold dit in
dien zin. dat haar verschynlng te Parijs in de
verschillende kringen, op de kasteelen van den
konlng en van den hoogen adel, een merkwaar
dig episode vormde In het Fransche hofleven.
8 September hield Christina te paard haar
glorieuzen Intocht te Parijs, vyfduizend man
van de nationale garde stonden in den fau
bourg St. Antoine onder de wapenen en „tout
Paris” was op de been, om dat Gothische won
der van een vrouw te zien. De stoet trok aller
eerst naar de Notre Dame, waar de gcesteiyk-
held in groot ornaat de koningin aan den in
gang ontving om haar naar de kerk te bege
leiden. waar een Te Deum gezongen werd. Ver
volgens brach men haar naar het Louvre, waar
prachtige vertrekken voer haar waren Ingericht.
a t» haar troonsafstand verliet Christina byna
1^ onmiddeliyk haar land met "n groot gevolg
en tal van kisten, k aten en koffers. Nadat
zy in Hamburg aan land was gegaan, verliet zy
den 30sten Juni de Hansestand en reisde naar
Münster, waar zy een Jezuïetencollege bezichtig
de en verdei over Deventer, Amersfoort. Utrecht,
Antwerpen naar Brussel toog, waar zy door den
Spaanschen stadhouder aartshertog Leopold,
den 23sten December met grooten luister en
praal werd ontvangen.
De plannen van de voormalige koningin om
tot de Roomsch-Katholieke Kerk over te gaan
waren ook tot in het protestantsche Zweden
doorgedrongen. Ijlings zond men vanuit Stock
holm graaf Tott, die een van haar gunstelingen
aan het hof was geweest, om Christina van haar
voornemen te trachten af te brengen, zy gaf
geen rechtstreeksch uitsluitsel omtrent haar
plannen, maar bracht den graaf onder het oog.
dat zy van den troon afstand gedaan had, om
haar volle vryheid te genieten....
Den 24den December 1654 bracht zy te Brussel
haar voornemen reeds ten uitvoer en werd In
den moederschoot der RK. Kerk opgenomen.
beschryving, die zy acht Jaar voor
haar dood van zich zelve.gaf, dan
liet die opvoeding veel te wenschen
over. Onbewimpeld beweert zy, dat
men haar reeds vroeg bedierf door
een te groote toegevendheid en
vleiery. Dit kan echter moeliyk op
haar verstandeiyke ontwikkeling
slaan, want reeds op zeer Jeugdi
gen leeftyd onderscheidde zy zich
in vele vakken van wetenschap. „Ik
leerde,” schreef zy, „In den kori
sten tyd alle talen, wetenschappen
en lichaamsoefeningen waarin ik
onderwijs ontving." Reeds vroeg
sprak zy Duitsch, Fransch, Ita-
llaansch en Spaansch, terwyi zy
op achttienjarigen leeftyd het La
tijn en Grieksch voldoende machtig
was om Tacitus en Thucydides te
begrypen. Vele geschiedschrijvers
noemden haar *n monster van vrou-
weiyke geleerdheid. Met de li
chaamsoefeningen was het evenzoo:
naast dansen en paardrijden kon
zy alle wapenen vry goed hantee-
ren.
Zoeken wy verder In haar Jeugdherinneringen
dan vinden wy nog de volgende merkwaardige
stond
ongedwon-
vsn tyd
tyd belette
haar
onmisbare verdedigingswapens moeten kunnen
leveren.
Dit Is de reden waarom de Defensie niet meer
uitsluitend één departement regardeert, maar
onze geheele regeerlng. Het ligt dan ook In
de bedoeling der regeerlng, binnen korten tyd
een interdepartementale commissie In het leven
te roepen, tot de organisatie der geheele volks-
weerkracht.
Onze defensle-technlcl hebben dit reeds jaren
voor odgen gehouden, zooals ons bleek en de
burger-lndustrleën in de voorbereiding der de
fensietaak. zooveel mogeiyirs. ingeschakeld.
De Hembrug is een moderne fabriek, waarin
honderden arbeiders hard werken, onder leiding
van bekwame wetenschap*- en practykmannen,
met medewerking van verschillende officieren,
die zich op dit zuiver technische gebied gespecia
liseerd hebben. Deze fabriek is niet in staat om
in al onze defensle-behoeften te voorzien, zy
wil dit ook niet, zy is de proeffabriek waarin
onder optimale conditiën het materiaal
wordt vervaardigd, dat wy noodlg hebben voor
onze verdediging, opdat de diverse industrieën
in den lande het daar kunnen zien en de inge
nieurs kunnen leeren, hoe het gemaakt moet
worden.
Dat klinkt nu wel een beetje pedant, maar
het is nu eenmaal niet anders. De elschen, die
gesteld worden aan de onderdeelen der diverse
schietwapens zün veel strenger, dan die men
normaal pleegt te stellen aan onderdeelen van
machinerieën. En lang niet elke gieterij of
draaierij is dadelijk in staat, om dit werk over
te nemen en naar den elsch uit te vóeren Maar
met een beetje goeden wil biykt het toch te
gaan, al dreigt er aanvankeiyk soms eenlg mis
verstand.
Aan een schietwapen worden veel hoogere
elschen gesteld, dan aan een motor of een ma
chine. Het metaal moet meer verduren, het is
aan sterker schokken blootgesteld, het moet
wat de onderdeelen betreft, buitengewoon pre
cies zyn afgeweskt. omdat het onderling ver
wisselbaar moet zyn in alle denkbare combina
ties en permutaties, enz.
Wat voor da wapens geldt, is nog dwingender
voor de munitie. Elke patroon moet volkomen
gelyk- en geiykvormig zyn aan haar voorgang
ster, niet alleen naar» het ulteriyk. maar ook
in het ballistische gedrag van den kogel. Wie
dan ook de patronen-fabricage ziet aan de
Hembrug. wordt getroffen door de rchier einde-
looze reeks van controle-proeven welke de kogel,
dfe huls, het slaghoedje en de buskruitvulllng
moeten ondergaan, alvorens waardig gekeurd te
worden in den patroonhouder of mitraUleurband
geschoven te worden.
De vervaardiging der geweer- en mltrallleur-
munitie la een speciaal-fabricage, welke uit
sluitend aan de Hembrw. ter hand wordt ge
nomen. WH hebben daar In den loop der jaren
at Christina nog altyd niet van haar gril-
1 ligheid en overige eigenaardigheden geheel
genezen was, bleek al spoedig by haar
verbiyf te Rome.
Zoo zond Paus Alexander VII haar eens als
Duitschlands eerste propagandist.
Dr. I. Goebbels
yojhristlna was een geëmancipeerde vrouw,
schreven wy reeds. En zy bevestigde dit ook
door haar daden, zy blééf nergens lang en
was altyd in beweging om te zien en wellicht
tevens om gezien te worden. In September 1656
zag Brussel haar
vertrekken en be
zocht Christina
over Keulen.
Frankfort en Augs
burg Innsbrück. In
de laatste stad
werd haar over-
gang naar het Ka
tholicisme seer
lidsterryk gevierd.
Hetgeen te Brussel
in »Ue stilte ge
schied was, werd
hier met alle
plechtigheid open
lijk herhaald. Dan
begaf zy zich naar
Rome, waar zy in
December met een
prachtlgen stoet de
Porta del Popolo
binnentrok om in
het Palazzo Far
nese haar intrek te
nemen. Den vol
genden dag werd
zy by den Paus
ten maaltyd genoo-
dlgd.
Haar geloofsver
andering verwekte
in Zweden groote
ergernis. Nu zy
zelf buiten bereik
was, wreekte men
zich in Johan
Matthia, den vroe-
geren godsdienst-
leeraar van Chris
tina. Hy werd
broodeloos gemaakt
en ofschoon de goede man zich verdedigde, dat
hy, een lutheraan, toch niet de oorzaak kon
wezen, dat zyn vroegere leerlinge katholiek was
geworden, voegde men hem toe, dat hy het
geweten had en het met voorkomen
■'-‘i ■-
een
zich wat
dragen,
daar zy
plechtigheden
oneerbiedige
woonde.
De Romeinsche
sloofde zich uit in het
bereiden van feesten ter
eere van Christina, maar
zy reageerde hier zeer
koel op. En vooral toen zy
al dien ducas en prlnctpi
liet gevoelen, dat zy te
genover hen neg altyd de
dochter van den grooten
Gustaaf Adolf was, verkil
de de warme bewondering,
welke de Romeinsche
kringen aanvankeiyk voor
de beroemde Koningsdoch
ter aan den dag legden,
aanmerkeiyk.
Zoo vond niemand het
spijtig, dat zy na een een
jarig verbiyf te Rome naar
heeft
Interessante
rakterschets
de zeven-en-twin-
tlgjarige Christina
gegeven: „Haar
gestalte is niet bo
ven het middelma
tige; zy heeft een
breed voorhoofd,
haar oogen hebben
een fraaien vorm en afwisselend een
zachte en vurige uitdrukking, zy heeft een
haviksneus en geen te grooten goed gevormden
mond. Van het vrouweiyke is haar niets eigen
dan haar geslacht. Haar stem, haar wijze van
spreken, haar gang, haar gebaren en bewegin
gen, alles is manneiyk. Al zit zy als een dame
te paard, men moet haar toch van zeer naby
zien, om haar niet voor een ruiter te houden.
Nooit heb ik goud of zilver aan haar kleederen.
haar hals of haar kapsel ontwaard, zy draagt
De landen-archieven zyn tevens een goede
spiegel van het wereldgebeuren. Zoo heerscht
er momenteel groote bedrijvigheid in het ver
trek. waar de mappen van Italië zyn geborgen
en groote stapels knipsels over Abessinlë bedek
ken er de tafels, om opgeborgen te worden.
Over de Staatslieden en persooniykheden uit
het buitenland wordt al het krantenmateriaal,
waarover men beschikken kan*, in de afzonder
lijke archieven bewaard. Over Lloyd George b.v.
zyn niet minder dan 80 mappen aanwezig.
Alle beroemde redevoeringen, in bultenland
sche parlementen gehouden, zyn hier te vinden,
naast belangrijke gebeurtenissen* in andere
staten.
De redevoeringen van den Führer alleen
reeds vullen 35 deelen. Bovendien zyn er nog
de commentaren der binnen- en bultenlandsche
pers, die heele rekken in beslag nemen.
De eerste propagandist van t Derde Ryk heeft
t tot nu toe tot 20 deelen in *t archief gebracht.
Bovendien is er voor Dr. Goebbels nog een
privé-archief. waarin alles is verzameld, wat
deze in kranten heeft geschreven en wat in
kranten over hem werd geschreven.
Verder is het materiaal over het Verdrag van
Versailles afzonderlyk ondergebracht in een
veertiental archiefkasten.
Bijzonder in zün soort is ook het personen
archief, dat ondergebracht is in archlef-laden
Alle persooniykheden. die in het openbare leven
naar voren zyn gekomen, en aan wie de kranten
hun aandacht gewyd hebben, zyn in deze laden
te vinden.
kunnen gaan wyden
trekken.
Zoo had zy er geen beswaar In, afstand te
doen van de regeering. In October 1651 deelde
zy haar voornemen aan den rijksraad mede en
wees haar neef Karei Gustaaf als haar opvol
ger aan, voor wien zy yverig den weg tot den
troon geëffend had. In plaats van tot haar ge
maal, maakte zy hem tot konlng der Zweden.
„Hy zal zich over de weigering van myn hand
wel troosten, zeide zy, een kroon is ook (I) een
schoone jonkvrouw.”
Het duurde toch nog tot 21 Mei 1654. alvorens
Christina een vergadering van de Ryksstenden
belegde, om plechtig haar kroon neder te leg
gen. Zy toonde Intusschen daarby, dat zy het
rekenen nog niet verleerd was en wist te be
dingen. dat zy een Jaargeld uitgekeerd kreeg
van 240.000 Zweedsche ryksdaalders, een zeer
behooriyk bedrag ook voor een vorstin.
Een harer tydgenooten. Peter Brake, be
schrijft haar troonafstand in de volgende be
woordingen.
„De abdicatie der koningin had plaats op den
morgen van den zesden Juni en het was een
droevige gebeurtenis. Christina verliet hare ver
trekken met de kroon op het hoofd, den scepter
en den rijksappel in de handen en omhangen
met den konlnkiyken mantel, waaronder zy een
kleed van wit atlas droeg. Aldus gekleed hield
zy haar rede. Daarop legde zy de zinnebeelden
van het konlnkiyk gezag achtereenvolgens
neder, steeg van den troon en sprak haar op
volger, Karei Gustaaf van Tweebruggen, aan,
die daarop terstond tot konlng gekroond werd,
zy drukte hem op het hart voor de welvaart
des lands te zorgen en gaf hem vele schoone
en treffende wenken en vermaningen. Hare Ma
jesteit stond en
sprak
gen;
tot
aandoening
voort te gaan, zy
bewoog mannen
en vrouwen tot
tranen toe, toen
zy zeide, dat zy
zeide, dat zy aan
haar geslacht vroe
ger een einde
maakte dan God
had gewild.”
merkwaar-
i het geval
de toe-
die toch
geen re
tie!den kogel en uit de huls, waarin de ex
plosieve lading geborgen is, welke den kogel by
het schot uit den loop van het geweer moet
drijven. De kogel bestaat uit een looden kern
de huls uit messing
Deze huls wordt uit een messingen piaat,e ge
modelleerd in tallooze tempo’s, waarbij het
materiaal telkens een vormverandering on
dergaat. Eerst wordt het cirkelvormige
plaatje uit een messingen plaat gestanst, dan
wordt van dit schyfje nesslng een dopjé ge
perst. dit vingerhoed-achtige dikke dopje wordt
uitgerekt tot een cylindertje, dit cylindertje
wordt telkens verder uitgerekt waarby de wand
natuuriyk dunner wordt. Aan dit cylindertje
wordt een bodem met kraag geforceerd, in dien
bodem een inzinking met aambeeldje en ont-
steklngsgaatje voor het slaghoedje. De cyllnder-
vormige huls krygt vervolgens den bekenden
fleschvorm en wordt precies op maat afge
sneden.
Inmiddels is de kern van den kogel op maat
afgesneden van een dikke rol lood-en-antl-
mlntun.-draad. Precies afgewogen op détails van
een millgram. Om deze kern ia de stalen
mantel geschoven, aan het bodemdeel rondgeniet
on. de loodkem. Dan krygt het projectiel nog
een groefje waarin straks de hulsrand wordt
vastgeklemd.
Intusschen worden de hulzen voorzien van een
dopje met slagkwlk en daarna in een vernuftige
automaat, precies volgens doseering gevuld met
kruit. De kogel wordt in den hals geschoven,-het
groefje in den kogel wordt even Ingevet en ver
volgens wordt de hulshals er omheen vastge
wurgd. Het slaghoedje in den bodem wordt aan
den rand luchtdicht afgesloten met een smal en
precies streekje lak. Daarmee is het projectiel
dus klaar voor geweer of mitrailleur. Niets
daarvan.
Eiettegenstaande het tydens de vervaardiging
in d- diverse stadia herhaaldeiyk werd gemeten
en gewogen in tallooze ingenieuze en precieze
automaten, wordt nu het geheel nog eens ge
wogen, gemeten en afgetast door critlsche con-
trole-toestellen, die een afwykend product mee-
doogenlooe uit de serie werpen, hetzy voor den
sloop of voor herstel.