Wat Kikker Karei en‘Tuimeltje. beleefden Sïrf wtóaüL «cm dm dag F 750.- HET BLOED KRUIPT. SOPRON IN HONGARIJE J. H. F. Claessens et eiland der eenzamen ZATERDAG 16 MEI 1936 De etad van da trouw Stemming omgeslagen r Heden 70 jaar Kunstnaaldwerk Joodsche bibliotheek te Warschau De kriel- kuikentjes Drie grodfhn in Engeland, die alle driebeen verechillend inzicht hebben in *t Abezzinizche conflict Scipio en Jïannibal o bU verlies van Mn hand, een voet of een oog Onze kunst in nieuwen vorm óók F- I tot werken door Ni een ongeval met 17 beenen of beide oogen F OVe" doodeljjkra afloop F dbOUe" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL J len had men die. naar achteren slofte, lag er een vreemde pUm- •fe 1—ux ver- ZESTIENDE HOOFDSTUK 41 boer, die als büzitter het proces mee- (Wordt vervolgd.) bem over het welland naar bet boeoh liep. der stad Sop zün gebleven Roman van Paul' Keiler Vertaald door Louis de Bourbon voornaamste dier gezlchi sche publiek. Diegenen, danks het bestaan van den Volkenbond.’ Ita- mandant mensch, gered. p*7^0 bU levenslange geheele ongeschiktheid Mv<l“ verlies van belde armen, belde beenei Ik geloof, dat Ik toen van u hield. En u soudt een man van eer zijn gebleven en met uw ver stand en dapperheid soudt u nu reeds lang generaal zijn geweest.... Jammer. Zoo sprak zü en de arme, gemartelde man sag In het verleden, ver terug op zün levens weg, de poort van een paradijs, die hü verzuimd had te openen. Boven hen geurde het lentewoud, de gulden zon speelde met jong loof. „Hoe mooi is het in het bosch, de wereld is zoo ver, en het hart wordt stil. Voelt u zich niet goed? Is het niet mooi, zoo samen te wan delen, een man en een vrouw heel alleen?’' Toen keerde hij zich naar haar toe. nam haar in zijn armen en kuste haar. Bet bloed week uit haar wangen, zij werd sneeuwwit en met een lichten zucht verloor sü het bewustzijn. Hij nam haar op, droeg haar als een kind, gaf haar de liefste namen, kuste haar telkens weer, zijn ge zicht rood van geluk. Hij keek met stralende oogen het boech in, en een luid lachen steeg op uit zijn geweldige borst. Hij droeg haar nog toen zij ontwaakte. Toen liet hij haar zachtjes op den grond neer en ondersteunde haar, opdat zij niet zou vallen. Zij deed hem geen verwijten, doch zei slechts: .Kom mee naar mijn hui*.** Zwijgend gingen sjj naast elkaar voort, tot «U het zachte rulschen van de rivier hoorden en bet huls zichtbaar werd. Den volgenden morgen werd le echter gewekt door een ge weldig lawaai. Op de buitenplaats van het kasteel hoorde le niets dan hoesten en slaan. Het waren de arme kikkers, die vol meel zaten. Onder het maken van de gekste geluiden probeerden ze van al dat meel af te komen, maar hoe meer ze klopten, des te grooter waren de stofwolken, die zich ver spreidden. e - Op aanraden van de huishoudster gingen al de witte kikkers naar de dlchstbüzünde sloot cm zich af te spoelen, maar daar het water wat lauw was van do beete zon, maakten ge het daar alleen maar erger door. Al bet meel begon te pruttelen en de kikkers konden slechts met moeite asm wal zwemmen, zoo benauwd kregen ze hst. De Italiaansche regisseur Garmine Callcne la in Jtome met de voorbereidingen voor de. Ita liaansche film .Scipio en Hannibal” begonnen, in welke film de Hongaarsche actrice SybUle Schmitz een der hoofdrollen vervult. De rol van Scfplozal waarschijnlijk gespeeld worden door den Franschen acteur Pierre Blanchard. ,Jk ben geen rechter en geen keizer, ig kan den graaf niet vrijlaten. Ga naar den keizer, maar kom niet meer bij mij, anders sla ‘ik je dood.” Ik opende het venster naar den tuin toe en wierp den kerel naar buiten op een hoop dor loof.” „Vluchtende Paar dj es", een naaldwerk op met wqterverf geschilderde Chi- neesche zijde van mevrouw Nita HombergHannema Zjj liep tastend naar dan overste toe, maakte zijn boelen los en zei: ..Kom meel” -, HU volgde haar, en de anderen verzetten zich Wel drie minuten verstreken. Toen stond Gunther op. ..Hugo von DUren, u boort thuu voor een krijgsraad. Ik heb u niets meer te zeggen!** Nu stond Madeleine op. Haar gezicht bad een zachte, bijna vriendelijke uitdrukking, en met een stem, die mild klonk, selde zü: „Maar ik heb hem nog iets te zeggen. Laat hem met mij alleen!*' Het was intusschen al laat geworden en Tulmeltje verlangde na dien vermóëïênden dag erg naar zjjh bed. Hij ging stilletjes het kasteel binnen en kwam in de keuken terecht, waar ie een zak meel zag staatag.Zonder zich te bedenken nam hij de zak meel en ging er alle slaapkamers mee binnen. In ieder' bed strooide le enkele handen Vol en verdween *toen naar zijn eigen kamer. De >de immigranten van de iSde eeuw en die in Hongarije nooit het begrip nood kenden, inte gendeel, altijd welvarend zijn geweest, weel welvarender dan vele oude Hongaarsche fami lies, zullen zich wei dubbel bedenken, of zü zich voor een 'propaganda-object van Duitsche in- lüvlngs-politiek zullen leenen. „Hoor eens, Kever,” zei de dikke Klaver tot zijn buurman aan de andere zijde van de schut ting op nljdlgen toon, „dat moet nou maar eens uit zijn, versta je? Je hebt te zorgen, dat die dwergen van jou op je eigen erf blijven, of anders.... Je bent nou gewaarschuwd!’* De kleine Kever bromde iets terug van ,JDat zullen we nog wel eens zien!” en draaide zijn buurman den rug toe. Tja, als je allebei een melk- en eierenzaakje hebt, zoo vlak naast el kaar, dan ben je nu eenmaal concurrenten. Ronduit gezegd, een Kever won geen Klaver zién, zelfs geen Klavertje-vler en de Klavers hadden een hartgrondigen afkeer van de Ke vers. Pe kleine Kevertjes en Klavertjes trokken elkaar te pas en te oftpas bij de vlasblonde haren en bewerkten eikaars neuzen met de mooi beschilderde klompjes met een enthou siasme, een betere zaak waardig! „Wat had hij nou weer, Kobus?” informeerde vrouw Kever, die vanuit haar keukentje de herrie had gehoord. „Och niks, Mieke!” mom pelde haar man stug. Inwendig was hij kregel, dat hij het altijd tegen den grooten mond van Klaver moest afleggen., „Zóó! Nou, dan zal ik het je wel vertellen. Kobus! Ze zjjn jaloersch op onze krielhennen. dét is het. En ze zijn natuurlijk bang, dat wij ze weer de loef afsteken met de Paasriireclame! Weet je nog wel, Kobus, wat een tucces wü verleden jaar hadden met die krielkuikentjes in de etalage? Wjj hadden compleet geen eitje meer over! Denk Jij soms, dat zjj dót al ver geten hebben? Laat ze maar hun gang gaan. Van het Jaar doen wij het nog véél beter! Let maar eens op!” Nadenkend schomQ>$ldé Mieke naar den winkel om een klant te helpen. Zjj was zóó In gedachten verdiept, dat zjj niet eens merkte, dat zü twee cent te veel teruggaf! Toen zjj weer elkaar geleefd' - gekomen bij d<^„reeds genoemde volksstemming toen een overgroot gedeelte van zelfs de daar wonende Duitschers Hongarije heeft gekozen Lover, het immers DuiUche taalgebied van Oos tenrijk. De pangermaansche propaganda der laatste .'aren heeft echter ook in Sopron, onder de al- d'ir wonende Duitschers, successen behaald. vooraanstaande Duitsche Jandbouw-bur- die gedeeltelijk afstammelingen zijn van Zoo is den eersten Mei aan een ambtelijke loopbaan van niet minder dan 50 jaren een einde gekomen. HU begon .als surnumerair bü de administratie der directe belastingen, Invoerrechten en accijnzen. 1910 gewerd hem de eervolle opdracht, de' handelsstatistiek te reorganiseeren. Aan onze handelsstatistiek, die zoowel in'als buiten Nederland zeer goed be kend staat, zal de naam van den heer Claes sens steeds verbonden blijven. In 1923 werd hij benoemd tot deskundige bü de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Voorts werd hü geplaatst aan het hoofd van een comité van deskundigen van den Volken bond voor de unificatie van alle veryoerstatis- tieken der wereld. Van 1937 tot 1933 arbeidde Dezer dagen is te Warschau een zeer belang rijke bibliotheek van Joodsche werken geopend, welke behoort bjj de groote synagoge van War- schau. Aan de openingsplechtigheid hebben deelgeno men de vertegenwoordigers van de overheid an wetenschap, zoomede de afgevaardigden van Joodsche wetenschappelijke, cultureele en maat schappelijke Instellingen. Voor doe gelegenheid beeft de Poolsche Se nator Mozes Schorr een redevoering uitgespro ken, waarin hü wees op het belang voor de we tenschap en de Hebreeuwsche cultuur, dat .de nieuwe bibliotheek zal hebben. In de bibliotheek zal plaats zijn voor 100.000 werken. Er is een leeszaal voor 300 personen in gericht en voorts een studiezaal, terwijl in het gebouw voorts bet Instituut voor Joodsche we tenschappen is gevestigd. 4fr - ding. Op Internationale conferenties was de heer Claessens én om zijn onbetwiste deskundigheid én om zün uitgebreide talen-kennls, én om zjjn hoofsche omgangsvormen een gaarne geziene en algemeen geachte f als expert voor Handel i de unificatie van economische statistiekeiï. In Januari 1936 werd hü, op aanwijzing van bet Volkenbondssecretariaat, benoemd tot deskun dige in bet vOomlté van Voorlichting voor de toepassing der sancties op Italië. - Besluiten wij dese reeks van ftnettes met er ttog een te vermelden, nJ. die van Ud van hél Ambtenarengerecht tempen Haag. De verdiensten van den hoogstbekwamen hoofdambtenaar werden erkend door zUn be noeming in 1920 tot Ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Naar wjj vernemen is <e heer Claessens dezer dagen ^ultstedlg. e its. In dienzelfden tijd scheen zich bij Klaver een algeheele verandering te hebben voltrok ken. In stede van zjjn buurman trouW lederen - ochtend, zooals te doen gebrulkelUk was, op de hem eigen hartelijke wijze aan het verstand te brengen, hoe hü over hem en zUn krielkippen dacht, hield hü zich opvallend rustig en zelfs méér dan dat! Had Kever nu al niet twéémaal met eigen oogen geconstateerd, dat een van zUn „losbandige” hennetjes door Klaver, met ’n rood hoofd en hijgend van inspanning, voor zichtig over de schutting was gezet? Vroeger glng zooleta altijd met een nljdlgen oraal, ver gezeld van een paar krachttermen.die aan duidelijkheid niets te wenschen «verlieten. Hoe' meer Kever er over nadacht, hóe min- der hU er van snapte. Daar moest hü het zijne van hebben. Met een praatje over het heerUjke zonnetje wist hij zijn buurman te paaien en wat hjj tóén hoorde! pest, terwül in be^ Jaar 1666 1700 .zielen bet slachtoffer waren. Aldus kan er van een natuurtijken groei der bevolking geen sprake zijn; eerder moest qaen er aan denken de hiaten door verdere Duitsche kolónlsatle aan te vullen. Het is merkwaardig, dat de Duitsche burgers der stad Soprpn gedurende de eeuwen -trouw --Sm» W® nieuwe vaderland, dat die echter géén landbouwers, wel hvn alle rechten, die de Hongaarsche bevolking :ers en kooplieden werden. g noot, verleende. Hongaren en’Duitschers. beb- ben altM| in groote overeenstemming naast en deze waarheid is tot uiting JCeke,” zei hU dien avond,.AUetóP. je raadt nooit, wat Klaver over twee dagen in de eta lage heeft!” De blauwe rook uit zUn püp krin gelde langzaam omhoog, en schiep een behaag lijke sfeer van rust in de huiskamer. -„Nou?" vroeg.Mieke,” zonder van haar krant op te zien. ,Z*1 ik eens ra Jen?” ,Doe maar geen moeite vrouw! Je nadt het toch niet!” „Wedden van wel?” ,MU best!" „GoeÖV-Maar Als ik bet raad, krijg ik die teooie kónten muts voor de Paschén. Beloof ja Kobus lacht. Dat kan hU gemakkeljjfc belo ven! Mieke raadt het Immers toch niet! „Natuurlijk, Miekal" zegt hij gul. „Dan heb ik zoo’n idee, dat' Klaver Krtelkulkentjes in de etalage wil zetten!” „Onbegrijpelijk. Mie! Je hebt het precies ge raden!" stamelt Kobus onthutst. ,J3a*s anders nogal makkeluk, ^obus,” lacht Mieke en ze straalt van plelzier. „De broed- eleren hebben zU van mU gekregen!" „Van jód? Mieke, ben Je nou heelemóól.. valt Kever ultr ,Kom man, maak je niet kwaad. Laat dit nou maar aan Klaver over. KUk, de zaak zit zoo: Toen ik zoogenaamd zoo slecht kon sls- pen, ben ik 's avonds stilletjes over de schut ting geklauterd. Als Jullie van geen toeten of blazen meer wisten, deponeerde ik een eitje van de krielhennetjes bU» buurman in het gras. En die vond Klaver natuurlUk den volgenden morgen. HU was ér wAt blU mee, dat heb le wel gemerkt!” .Ja, maar.... ik begrijp nog niet....” „O. nee? t Is anders doodeenvoudig. Ducht 1c soms, dat ik versche eitjes in het gras sou leg gen? Nee, Kobus, zóó.dom is Mieke niet. Ik heb ze voor alle zekerheid maar eerst eventjes flink hard gekookt! Ik zou overmorgen het ge- ftgjiur. In 1928 was hU leBsstatistlek toegevoegd aan de Nederlandsche delegatie te Genève voor Tot nu toe had de overste zjjn biecht op ma tigen. slechts nu en dan wat opgewonden toon uitgesproken. Het was of een goed tooneel- speler zün rol voordroeg. Honderd, misschien duizendmaal had de overste den somberen tekst van zijn levenstragedie in slapelooze nachten, op eenzame wandelingen voor zich zelf opge zegd. HU kende dat verhaal even goed van bulten als de gek de boetpsalmen. Een minuut rustte hU uit. Dan ging hU voort: „Ik keek uit bet venster’ dat op tweemaal manshoogte boven den beganen grond waa, en zag hoe de storm de blaren rondom den mis dadiger opwoei, en hoe de schoft kermend op stond en wegsloop. Nooit heb ik een wezen meer gehaat dan dit ellendig beest. Was het niet naa.- mU toe komen sluipen als een ziek. Jammerend dier mUn nachten zouden rustig zUn ge bleven en mUn dagen sterk. Dat dier heeft mU vergiftigd met zün walglüken adem, het is achter mü aan geslopen met zün stinkend lüt alle dagen van mün later leven, tot het aan een vlam verbrandde. En nu verbrand ik mee.” Weer zweeg de overste, ditmaal langer. Dan zette hU zün verhaal voort: „Ik zag hem wegsluipen in den storm. Ik wist nie A waar hU heen ging. Als hU naar den oom- In het boech aangekomen, nam Madeleine de hand van den overste, die onder deze aanraking ineenkromp. „Nu zullen we eens rustig met elkaar praten,” zelde zü op kalmen toop, „zooals wü vroeger met elkaar praatten, vóór Ik Albert voor bet eerst had gezien. Herinnert u zich nog ons uitstapje op den Donau?” „Spreek daar niet over,” zü hü kortaf. ZU echter ging voort, als verzonken In herinnerin gen: „Wü waren slechts met aas dames, maar er waren ongeveer twintig heeren. MUn boot was met rosen en seringen versierd. Ik koos u tot mün gondelier. Toen was u zoo opgewonden, dat in het begin de boot büna gekanteld was. Maar dan ging u met een stralend gezicht tegenover mü zitten en uw sterke armen brachten de boot zoo snel vooruit, dat alle anderen ver achter bleven. Weet p dat nog?” „Waarom herinnert u mü daaraan?" zei hü met schorre stem. „Omdat ik toen een heele poos ar over hab nagedacht, of lit uw vrouw zou worden.” .Madeleine ie dat waar?” ,JIet te waar! en als u mü had gevraagd, sou ik ,Ja" hebben gezegd.” HU bleef staan en weer werd hü bevangen door die wilde, stomme smart, die bem schudde als een boom in <fen storm. HU uitte geen woord, geen geluid. Over het gelaat van de Hinde gleed een teer, vaag glimlachje, en sü zelde op zóó milden toon, dat het den ander pün deed: »Het sou zeker wel goed zün gegaan; wan* de zekerheid had, dat t nachteUJk duister be schermend over het stille dorp was neerge- daaid, sloop zU stilletjes naar het erf en met een lenigheid, die haar eer aandeed, klauterde zü vliegensvlug over het schuttinkje naar buunnans grond. Wat zü daar deed? Tja. dat Was nu hóór geheim, maar het had ‘er veel van dat zü daar een soort avondgymnastiek ver richtte!.... Het liep tegen Pascben. Baas Kever was een en al bedrijvigheid. Hü zaagde en schaafde en timmerde, dat het een lust was, want Mieke had bevolen, dat er dit jaar nu eens iets heel bUzonderz van de etalage moest gemaakt wor den. En het wérd mooi. Een keurig klppen- vlUaatje, een vüvertje van spiegelglas, kwistig omzoomd met groen "en madeliefjes, in één woord een paradijsje, waarin de twaalf uitge- broed» krielkul- kentjes, met hun donzige lüf Jes en levendige kraal oogjes, te keer gingen als een troepje ultgela- ten schöoikleu- ters op de speelp Ben zeer verdlenstelUk kath. ambtenaar, de heer J. H. F. Claessens, herdenkt vandaag, den 16en Mei zün 70eten verjaardag. Tot voor enkele dagen was de Jubilaris nog belast met een volle en belangrüke dagtaak. Den eersten Mei werd hem namelijk op de meest eervolle wUze op zün verzoek ontslag verleend als adviseur voor Crisisaangelegenheden, een functie, tot het vervullen waarvan hü 1n 1931 werd ultgenoodlgd, onmiddellük na zün af treden als admlnistrateur-chef van de Han delsstatistiek bU het Centraal Bureau voor de- Statistiek. rjr elden zün, met betMkklng tot- een inter- nationaal conflict, de meeningen in En- geland zoo verdeeld geweest als in ver band met ItaUë’s expeditie, oorlog of rooftocht tegen Abessinië. Ik bezig opzettelijk dese drie woorden, omdat sü kenschetsend zün voor de itspunten van het Brlt- die meenen dat, on- lië niets laakbaardere gedaan heeft dan En geland in Zuid-Afrika, Frankrijk in Noord- Afrika, en alle andere koloniale mogendheden ook elk op haar beurt in een of ander deel der wergld, spreken van een „expeditie” een vorm van overweldiging, welken n$ch het Vol- kenbondsverdrag, noch het Locarnopact, kent, en die dus toelaat baar swf althans niet Volken- rechtelük strafbaar is. Zü. die de zaak van dit standpunt beschouwen, zün dus van 1 begin af tegenstanders van sancties geweest, en vondec dat men Italië zün gang moest laten gaan. Van een oorlog hebben diegenen gesproken die. min of meer het Regeeringsstandpunt in namen. Zü erkenden dat' Italië zich aan een strafbare daad schuldig gemaakt had, dat het prestige van den Volkenbond en het beginsel van collectieve veiligheid tegenmaatregelen eisebten. maar sü hadden toch voor geen geld ter wereld willen hebben dat die tegenmaat regelen, of sancties, of gelük men vroeger zelde représailles, tot oorlog tegen Italië of ook maar tot verbreking der diplomatieke be trekkingen geleid hadden. De waarheid is dat de meesten van diegenen, die dit standpunt in namen, elgenlUk heel weinig voelden voor het hun onbekende Abessinië, en heel veel voor Italië, ook al gedroeg dit land zich thans onbe- hoorlük. Maar zü voelden zich geschokt in zeke re beginselen en overtuigingen, en waren steeds bang dat de Regeering vqor die beginselen óf met zoo weinig kracht zou opkomen dat zü feitelük verzaakt weraen, óf met zoo veel kracht dat een conflict met Italië onvermüdeiük werd. Merkwaardig genoeg heeft diezelfde vrees de Regeering zelf maanden lang beheerecht; zü was oorzaak van veef wankelmoedigheid, en in *t bijzonder--van de crisis over de Hoare-Lavai- voorstellen. welke in December het aftreden van Sir Samuel Hoare ten gevolgë had. Ten slotte wm er een zeer sterke fractie die sprak van een rooftocht, en verlangde dat Ita lië als een roover behandeld zou worden. Deze fractie bestond voornamelijk uit socialisten en liberalen, en uit die rdogmatieke pacifisten die bulten de binnenlandsche partügroepeeringen staan, maar toch meestal .Jinks" georiënteerd zün. Slechts weinigen hunner waren zoo pa cifistisch dat zü ook in t belang van den vre de geen oorlog wenschten; tot weinigen be hoorden Mr. Lansbury en Lord Ponsonby die, daar zü’ zich niet vereenlgen konden met het pacifistische jingoisms hunner partü, den vo- rigen herfst als partijleider en als oppositie leider in 't Hoogerhuis aftraden. Elk dier drie groote groepen was verdeeld In tal van onder-fracties, en deze 1 één punt met elkaar overeen: zü verklaarden, ofschoon om onderling zeer tegenstrijdige re denen, dat de Britsche politiek een schande voor *t land was. .*t Was *n schande voor Engeland dat het. inplaats van een krachtige Rükspolitiek te vol gen, al zün politieke kracht verspilde aan de belangen van een voor negen tienden bar- baarsch land dat toevallig lid van den Volken bond was. (Daily Express en andere voorstan ders van isolement). t Was *n schtnde voor Engeland dat het* verdragssebendingen door Duitschland met gedweëe gestes beantwoordde, maar twist zocht met Italië terwül bet Duitsche gevaar een een drachtig Europa vereischte (National Re view, Morning Post en andere nationalistische organen). *t Was *rf' schande voor Engeland dat het lü- delük toezag hoe een klein volk, dat onder de bescherming v. d. tTolkenbond stond, overweldigd werd door machtige legers van een zich be- 5 schaafd noemende natie. (Daily Herald, News- Chronicle en andere linksche organen). *t Was *b schande voor Engeland dat het niet, zonder zich erom te bekommeren ot Frank rijk en de zuim -50 andere Volkenbondsleden zün voorbeeld volgden, met alle middelen, die tot zün beschikking stonden, tegen 'Ita lië optrad om de imperialistische neigingen van -dat larid te vernietigen. (Die organen, die Italië vernederd zouden willen- zien* omdat het fas cistisch geregeerd wordt). Maar op welk standpunt men zich ook stel de, *n „schande voor Engeland" was t steeds, en de arme Mr. Eden heeft t hardste antwoorden gehad. En nu la, sinds ctnlgo dagen, de stemming althans vrat de waardeeriiig van t eig.n land betreft radlkaal omgeslagen. Van uiterst- links tot uiterst rechts is men één en al be wondering voor df manier, waarop het Brit sche gezantschap te Addis Abeba gedurende de dagen van roof en plundering gezorgd heeft voor de veiligheid van de Europeesche en an dere vreemdelingen en van de onderdanen van den Negus 'die op bet gebied der legatie een De in dit opzicht Uükbaar scherper dan de man bezlntulgde vrouw, heeft door de eeuwen been het naaldwerk beoefend en vaak met zulk een begaafde toewüding, dat reeds van oudsher de kunst door dezen handenarbeid gediend werd. Het borduren is we! de hoogste uiting geworden der geheele techniek van dit even schoone als duurzame handwerk. Dezer dagen is er in ,,’t Center” te Den Haag een expositie van naaldwerk, door mevr. Nita HombergHannema gecreëerd, waar men bet borduren in een nieuwen vorm ziet toegepast, nJ. aansluitend op de techniek van het schilderen. Het materiaal waarop deze kunstenares baar werk zet, bestaat uit een doek van Chineesche züde, in füne, harmonische tinten behandeld met waterverf. Op dit fond is bet naaldwerk aangebracht met strakke, vetrvlge steken, welke aan het beeld een .krachtig,’schilderachtig aAn. zien geven. Zü werkt voomamelük met een licht én' füngeschakeerd coloriet, het best in de paardjes en de bloemstukken, die daarbü alle een beheerschte en toch prachtig-levende bewo-’ genheid bezitten. Al haar voorstellingen hebben iets phantastisch, zooals het meest direct blükt uit een doek als no. 13, met de groote, open bloemkelken. Minder goed voldeden ons haar vlsch- en vogelstlllevens, het aquarium was even min sterk doorwerkt. ^U komt* blükbaar het best OP dreef, wannéér zü in “haar object een sterken impuls ontdekt, zpoalS vooral haar „Vluchtende paardjes” wel bewijzen. Als sfeal der beoefening van een oude kunst traditie in nieuwe vormen, is deze expositie niet alleen voor de vrouweUjke bezoekers van be lang. v. O. kwamen op 1 1 1 r-*, opron is een provinciestad in West-Hon- jXrerije, aan de grens van Oostenrijk. Zü ie i ren stad van ontwikkelde industrie en hoog staande cultuur. Haar aantal Inwoners be draagt iets meer dan 35000: een groot deel daarvan Is van Dultschen oorsprong. 'Zulke steden zün er in Hongarije en in de wereld meer, maar de reden, waarom wü haar dit artikel wüden is gelegen in het feit, dat deze stad In de geschiedenis der laatste tiental Jaren een struikelblok is geweest, na den oorlog eerst tusschen Oostenrijk en Hongarije, toen het eerstgenoemde land een stuk van West- Hongarüe kreeg en ook deze stad voor zich op- eischte, op grond van beweringen, als zou dit een Duitsche stad zün. Er moest een .volksstem ming gehouden worden, waarbü de groote meerderheid van de bevolking ten gunste van het - oude vaderland, van Hongarüe, stelbde Vandaar de naam „de stad van de trouw". Thans, op grond van dezelfde beweringen, duiken opnieuw verhalen op; de Duitsche pro paganda etscht deze stad voor het „Deutsch- tum" op en op pangermaansche landkaarten is, tezamen met Oostenrijk, oók Sopron .Jngelüfd” en het land den Hongaren ontnomen. Dat men zich in Hongarije .over deze propa ganda ongerust maakt, is begrüpelük; des te meer, waar het historisch bewezen Is, dat So pron een oer-Hongaarsche stad is en het groote aantal der aldaar woonachtige Duitschers al dus te verklaren is, dat dezen in lang vervlogen tijden door Hongaarsche koningen gekoloni seerd werden, omdat’de stad door oorlogen en epidemies "n groot gedeelte van haar Hon gaarsche bevolking had verloren. Een over tuigende en op historische gegevens gegronde toespraak heeft kórt geleden over dit feit de hoofdarchivaris’ der stad Sopron, dr. J. Hizi, gehouden, die allereerst daarop gewezen heeft, dat de stad Sopron binnenkort haar 2000-jarig bestaan zal vieren. De Romeinen hebben"de stad pijn. 80 jaar v. Ch. ^gesticht onder den naam Scrabantia. In t1: de IXde eeuw, bü de groote volksverhuizingen, zün de Hongaren hier reeds verschenen en de eerste Hongaarsche konln^, Stephanus de Hei lige, heeft de Hongaarsche grenzen ver over Sopron vooruitgeschoven. De naam der stad is waarschünlük terug te leiden op den Hongaarschen persoonlijken naam „Suprun". Volgens de opvatting van Stephanus zou een land met één taal en één volk zwak geweest zün; daarom waren de vreemdelingen, vooral de Duitsche .hospes"-de gasten, gaarne gezien. Maar in zün tüd is er nog geen sprake ge weest vap massa-kolonisatie. Eerst in de XTITe eeuw begon dit, onder den Hongaarschen konlng Géza den Tweeden. In dezen tijd stroomden de Duitsche boeren, die zich In den tüd van Karei den Grooten in Duitschland zeer vermeerderden, Sopron binnen. Géza de Tweede heeft de Sak- het Comité te Parijs en Genèvè onder züh let* aers in Zevenburgen gekoloniseerd, en ook el ders in *t land kwamen de Duitsche „baueri’en of „beyeriï - - handwerk)” In de XTVe eeuw hebben de Hongaarsche koningen Robert Karei én Lodewük -Oe Groote, met het oog op de ontvpiking, een tolerante immlgratle-polltlek gevond, en toen kwamen er uit Duitschland en Bohemen vele Duitsche emigranten, die vanzelfsprekend het proces van ver-Duitsching der stad hebben bevorderd. Dit ging des te gemakkelüker, daar de oorspron- kelük Hongaarsche bevolking grootendeels door de pest werd uitgeroeid. Hoe wreed deze ziekte huisgehouden heeft, blükt uit de bewaarde ge gevens van dfen tüd. In bet jaar 1350 zün in geheeLEuropa 10 mlllioen menschen bot slacht offer geworden van deze vreeselüke epidemie. Een groot gedeelte van de bevolking van So pron is eveneens uitgestorven. TUdens dé epidemie van de jaren 1644—1646, toen de stad een bevolking had van 6000 zie len, werd de helft daarvan een prooi van de s= zicht van Klaver wel eens willen zien, en JU? Zeg.... eh.... die muts gaan wü nou natuxir- lük morgen koopen, hè?” JA Y V tT* JA D/^lVTIVT'E’ °P dit Wad z)jn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen I «I «ft I»\xi w 1 w Es s» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen lach op haar boersche gezicht. Haar slimme^ grüae oogen straalden van pret. Kobus mocl< dan al niet tegen dien Klaver op kunnen, zü wou wel eens zien of die schreeuwer nirijyiri - jes in het valletje sou loopen, dat zU metalle listigheid van een vrouw voor hem zou neer- fetten! j- De eerstkomende dagen brachten een kleine beroering in den huize Kever teweeg; Mieke ping aan slapeloosheid lüden. Met geen stok was sü vóór het mlddemachtelük uur naar bed te krügen en terwül de Kevers en Klavers reeds lang in Morpheus’ armen rustten, zat zü nog op en verstelde het linnengoed of Jjrelde Uverig kousen. Maar zü deed nog wat méér. Als Mieke De oude graaf verhief zich, trad met ge balde vuisten op den overste toe, wilde iets zeggen, kwam niet verder dan een gestamel en ging tastend naar zün stoel terug. De maakte, begon hardop te hullen. Madeleine zat onbeweeglijk. Haar oogen waren nog geopend; maar geen spier vertros zich in haar gelaat. De handen lagen als ver stijfd op tafel. - '.T -i—- ging, naar een' rechter, naar een wie dan ook. dan was graaf Albert Alleen bü mU moest hü niet komen, niet bü mü. die de redding van den graaf niet wilde. Waarheen is hü gegaan? Naar een kroeg om zich te bedrinken, en hü heeft geslapen, toen graaf Albert viel." Weer een lange pauze. Dan ging de overste voort: „Ik heb met alle engelen des hemels, en met alle, alle dujvels vaiu.de hel gevochten in dien nacht. Ik bleek niet in staat, mün eenlgen vriend voor de derde maal het leven te redden. Telkens weer praatte ik müzelf in, dat ik noch zün rechter, noch zün pleitbezorger was dat geen plicht mü meer aan 'hem bond geen enkele plicht ik had slechts te gehoorzamen ais een blind werktuig van mün superieuren even onschuldig als de kogel, die den graaf trof de korporaal kon wel een gek zün een beschonkene wat ging het mü aan.... Daar tusschendoor sprak het mannelük eer gevoel en soldatentrouw.... En geen duivel zou mü voorwaar hebben overwonnen; over wonnen heeft mü slechte de herinnering aan die prachtige vrouw.... Na een vreeselüken nacht heb ik des morgens vroeg om acht uur de executie gecommandeerd, zooals de instruc tie het voorschreef.... Graaf Albert vie] na het eerste salvo.Mün eigen doodsstrijd was erger. Hü duurde Jaren lang. Door gewetenswroeging vastgeklonken aan den vader van den vermoorde, verbonden -- - aan die vrouw door gloeiende, ondraaglükeniet, toen zü het kasteel verliet en alleen met ketens van een onultbluschbare liefde, ge- bem over bet welland naar bet boeob liep. klulsterd aan dat verraderlijke beest, dat achter mü aansloop en dat ik niet meer kwüt kon worden.... Zoo leefde ik op het eiland der een zamen..." De overste was klaar. Zün hoofd hing op de borst, maar er was geen beweging meer in zün gestalte. Hü stond volkomen stil. toevlucht zochten. En diegenen, die jt hardst op Italië ge scholden hebben wegens zün imperialisme, en die *t luidst schande over Engeland geroepen hebben omdat het dit imperialisme duldde, vergeten dat de Britsche legatie gedurende de kritieke dagen alleen met zoo groote energie heeft kunnen optreden doordat.... Groot Brit- tarmlë een Imperialistisch land is, en te Ad dis Abeba de beschikking had over detache menten Indische Sikhs, aangevoerd door Brit sche officieren. De „redding” van de Belgische en Ameri- kaansche legaties schünt werkelük schitterend fh haar*werk gegaan te zün, en in Engeland is men er niet weinig trotsch op dat heel Ad dis Abeba op de bescherming der Britten aan gewezen scheen te zün. En voor t eerst sinds die expeditie, oorlog of rooftocht een aanvang nam, voelen de En- gelschen zich eendrachtig gelukkig. De „headlines’ in de Amerlkaansche bla den vervullen diegenen, die ze te zien krü gen. van triAs. De ..Dally Telegraph" haAlt er een paar aan' „Save Yanks.” Orders England. British Rescue AU U. 8. Staff From Lega tion. U. 8. Legation Abandoned; AU Safe Under British Guns. Socialisten en Oer-Conservatieven, en al wat daar tusschen in staat, zün er ge- lükelük mee gecoiffeerd. Imperialisme is "n leelük ding maar Britsche kanonnen in Addis Abebat8 beWVst toch dat Engeland, ofschoon *n klein eiland, iets beteekent in de wereld. Na aUe fiasco’s der laatste i hier zoo’n aanmoediging wel „Dat is gelogen! Het bandschrift is van graaf Albert. De spion noemt bem als den ver- Xeidfcr Jï heb aUes vervalscht omdat omdat men een kapitein eerder gelooft dan een kox- poraal en omdat men bem beter betaalt. Graaf ^X7WÏ*** w-r HU kermde, kronkelde zich voor mü op den grond, jammerde over«sün groote schuld. Toen herkende ik hem, ik wist, dat hü de man was. die zoo goed kon schrijvenen terkenen, en een doodetijke haat greep mü aan, ik Wierp mü op hem, greep hem bü zün keel, wurgde hem zoo lang tot bü rgeen kik meer gaf en slingerde bem in een hoek Zelf bad ik geen adem meer, het hart klopte in mün keel, ik zonk neer op een stoel en dacht, dat ik ging sterven. Toen begon de kerel weer te hügen, en ik wUde hem andermaal naar de keel vliegen, maar ik kon niet. Ik bleef zitten en zag toe, hoe hü zich herstelde, hoe hü weer krachten verza melde en naar mü toekroop. Ik walgde en schreeuwde bem toe; f(iu'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 22