Wat Kikker Karei en‘Tuimeltje. beleefden
Sïrf wtóaüL «cm dm dag
F 750.-
HET BLOED KRUIPT.
SOPRON IN HONGARIJE
J. H. F. Claessens
et eiland der eenzamen
ZATERDAG 16 MEI 1936
De etad van da trouw
Stemming omgeslagen
r
Heden 70 jaar
Kunstnaaldwerk
Joodsche bibliotheek te
Warschau
De kriel-
kuikentjes
Drie grodfhn in Engeland, die alle
driebeen verechillend inzicht
hebben in *t Abezzinizche
conflict
Scipio en Jïannibal
o
bU verlies van Mn hand,
een voet of een oog
Onze kunst in nieuwen vorm
óók
F-
I tot werken door Ni een ongeval met 17
beenen of beide oogen F OVe" doodeljjkra afloop F dbOUe"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
J
len had men
die.
naar achteren slofte, lag er een vreemde pUm-
•fe
1—ux
ver-
ZESTIENDE HOOFDSTUK
41
boer, die als büzitter het proces mee-
(Wordt vervolgd.)
bem over het welland naar bet boeoh liep.
der stad Sop
zün gebleven
Roman van Paul' Keiler
Vertaald door Louis de Bourbon
voornaamste dier gezlchi
sche publiek. Diegenen,
danks het bestaan van den Volkenbond.’ Ita-
mandant
mensch,
gered.
p*7^0 bU levenslange geheele ongeschiktheid
Mv<l“ verlies van belde armen, belde beenei
Ik geloof, dat Ik toen van u hield. En u soudt
een man van eer zijn gebleven en met uw ver
stand en dapperheid soudt u nu reeds lang
generaal zijn geweest.... Jammer.
Zoo sprak zü en de arme, gemartelde man
sag In het verleden, ver terug op zün levens
weg, de poort van een paradijs, die hü verzuimd
had te openen. Boven hen geurde het lentewoud,
de gulden zon speelde met jong loof.
„Hoe mooi is het in het bosch, de wereld is
zoo ver, en het hart wordt stil. Voelt u zich
niet goed? Is het niet mooi, zoo samen te wan
delen, een man en een vrouw heel alleen?’'
Toen keerde hij zich naar haar toe. nam haar
in zijn armen en kuste haar. Bet bloed week
uit haar wangen, zij werd sneeuwwit en met een
lichten zucht verloor sü het bewustzijn. Hij nam
haar op, droeg haar als een kind, gaf haar de
liefste namen, kuste haar telkens weer, zijn ge
zicht rood van geluk. Hij keek met stralende
oogen het boech in, en een luid lachen steeg op
uit zijn geweldige borst. Hij droeg haar nog
toen zij ontwaakte. Toen liet hij haar zachtjes
op den grond neer en ondersteunde haar, opdat
zij niet zou vallen.
Zij deed hem geen verwijten, doch zei slechts:
.Kom mee naar mijn hui*.**
Zwijgend gingen sjj naast elkaar voort, tot «U
het zachte rulschen van de rivier hoorden en
bet huls zichtbaar werd.
Den volgenden morgen werd le echter gewekt door een ge
weldig lawaai. Op de buitenplaats van het kasteel hoorde le
niets dan hoesten en slaan. Het waren de arme kikkers, die
vol meel zaten. Onder het maken van de gekste geluiden
probeerden ze van al dat meel af te komen, maar hoe meer
ze klopten, des te grooter waren de stofwolken, die zich ver
spreidden.
e -
Op aanraden van de huishoudster gingen al de witte kikkers
naar de dlchstbüzünde sloot cm zich af te spoelen, maar daar
het water wat lauw was van do beete zon, maakten ge het
daar alleen maar erger door. Al bet meel begon te pruttelen
en de kikkers konden slechts met moeite asm wal zwemmen,
zoo benauwd kregen ze hst.
De Italiaansche regisseur Garmine Callcne la
in Jtome met de voorbereidingen voor de. Ita
liaansche film .Scipio en Hannibal” begonnen,
in welke film de Hongaarsche actrice SybUle
Schmitz een der hoofdrollen vervult. De rol
van Scfplozal waarschijnlijk gespeeld worden
door den Franschen acteur Pierre Blanchard.
,Jk ben geen rechter en geen keizer, ig kan
den graaf niet vrijlaten. Ga naar den keizer,
maar kom niet meer bij mij, anders sla ‘ik je
dood.”
Ik opende het venster naar den tuin toe en
wierp den kerel naar buiten op een hoop dor
loof.”
„Vluchtende Paar dj es", een naaldwerk
op met wqterverf geschilderde Chi-
neesche zijde van mevrouw Nita
HombergHannema
Zjj liep tastend naar dan overste toe, maakte
zijn boelen los en zei:
..Kom meel” -,
HU volgde haar, en de anderen verzetten zich
Wel drie minuten verstreken. Toen stond
Gunther op. ..Hugo von DUren, u boort thuu
voor een krijgsraad. Ik heb u niets meer te
zeggen!**
Nu stond Madeleine op. Haar gezicht bad een
zachte, bijna vriendelijke uitdrukking, en met
een stem, die mild klonk, selde zü:
„Maar ik heb hem nog iets te zeggen. Laat
hem met mij alleen!*'
Het was intusschen al laat geworden en Tulmeltje verlangde
na dien vermóëïênden dag erg naar zjjh bed. Hij ging stilletjes
het kasteel binnen en kwam in de keuken terecht, waar ie een
zak meel zag staatag.Zonder zich te bedenken nam hij de zak
meel en ging er alle slaapkamers mee binnen. In ieder' bed
strooide le enkele handen Vol en verdween *toen naar zijn
eigen kamer.
De
>de immigranten van de iSde eeuw en die in
Hongarije nooit het begrip nood kenden, inte
gendeel, altijd welvarend zijn geweest, weel
welvarender dan vele oude Hongaarsche fami
lies, zullen zich wei dubbel bedenken, of zü zich
voor een 'propaganda-object van Duitsche in-
lüvlngs-politiek zullen leenen.
„Hoor eens, Kever,” zei de dikke Klaver tot
zijn buurman aan de andere zijde van de schut
ting op nljdlgen toon, „dat moet nou maar
eens uit zijn, versta je? Je hebt te zorgen, dat
die dwergen van jou op je eigen erf blijven,
of anders.... Je bent nou gewaarschuwd!’*
De kleine Kever bromde iets terug van ,JDat
zullen we nog wel eens zien!” en draaide zijn
buurman den rug toe. Tja, als je allebei een
melk- en eierenzaakje hebt, zoo vlak naast el
kaar, dan ben je nu eenmaal concurrenten.
Ronduit gezegd, een Kever won geen Klaver
zién, zelfs geen Klavertje-vler en de Klavers
hadden een hartgrondigen afkeer van de Ke
vers. Pe kleine Kevertjes en Klavertjes trokken
elkaar te pas en te oftpas bij de vlasblonde
haren en bewerkten eikaars neuzen met de
mooi beschilderde klompjes met een enthou
siasme, een betere zaak waardig!
„Wat had hij nou weer, Kobus?” informeerde
vrouw Kever, die vanuit haar keukentje de
herrie had gehoord. „Och niks, Mieke!” mom
pelde haar man stug. Inwendig was hij kregel,
dat hij het altijd tegen den grooten mond van
Klaver moest afleggen.,
„Zóó! Nou, dan zal ik het je wel vertellen.
Kobus! Ze zjjn jaloersch op onze krielhennen.
dét is het. En ze zijn natuurlijk bang, dat wij
ze weer de loef afsteken met de Paasriireclame!
Weet je nog wel, Kobus, wat een tucces wü
verleden jaar hadden met die krielkuikentjes
in de etalage? Wjj hadden compleet geen eitje
meer over! Denk Jij soms, dat zjj dót al ver
geten hebben? Laat ze maar hun gang gaan.
Van het Jaar doen wij het nog véél beter! Let
maar eens op!”
Nadenkend schomQ>$ldé Mieke naar den
winkel om een klant te helpen. Zjj was zóó In
gedachten verdiept, dat zjj niet eens merkte,
dat zü twee cent te veel teruggaf! Toen zjj weer
elkaar geleefd' -
gekomen bij d<^„reeds genoemde volksstemming
toen een overgroot gedeelte van zelfs de daar
wonende Duitschers Hongarije heeft gekozen
Lover, het immers DuiUche taalgebied van Oos
tenrijk.
De pangermaansche propaganda der laatste
.'aren heeft echter ook in Sopron, onder de al-
d'ir wonende Duitschers, successen behaald.
vooraanstaande Duitsche Jandbouw-bur-
die gedeeltelijk afstammelingen zijn van
Zoo is den eersten Mei aan een ambtelijke
loopbaan van niet minder dan 50 jaren een
einde gekomen. HU begon .als surnumerair
bü de administratie der directe belastingen,
Invoerrechten en accijnzen. 1910 gewerd hem
de eervolle opdracht, de' handelsstatistiek te
reorganiseeren. Aan onze handelsstatistiek, die
zoowel in'als buiten Nederland zeer goed be
kend staat, zal de naam van den heer Claes
sens steeds verbonden blijven.
In 1923 werd hij benoemd tot deskundige bü
de Centrale Commissie voor de Rijnvaart.
Voorts werd hü geplaatst aan het hoofd van
een comité van deskundigen van den Volken
bond voor de unificatie van alle veryoerstatis-
tieken der wereld. Van 1937 tot 1933 arbeidde
Dezer dagen is te Warschau een zeer belang
rijke bibliotheek van Joodsche werken geopend,
welke behoort bjj de groote synagoge van War-
schau.
Aan de openingsplechtigheid hebben deelgeno
men de vertegenwoordigers van de overheid an
wetenschap, zoomede de afgevaardigden van
Joodsche wetenschappelijke, cultureele en maat
schappelijke Instellingen.
Voor doe gelegenheid beeft de Poolsche Se
nator Mozes Schorr een redevoering uitgespro
ken, waarin hü wees op het belang voor de we
tenschap en de Hebreeuwsche cultuur, dat .de
nieuwe bibliotheek zal hebben.
In de bibliotheek zal plaats zijn voor 100.000
werken. Er is een leeszaal voor 300 personen in
gericht en voorts een studiezaal, terwijl in het
gebouw voorts bet Instituut voor Joodsche we
tenschappen is gevestigd.
4fr -
ding.
Op Internationale conferenties was de heer
Claessens én om zijn onbetwiste deskundigheid
én om zün uitgebreide talen-kennls, én om zjjn
hoofsche omgangsvormen een gaarne geziene
en algemeen geachte f
als expert voor Handel
i
de unificatie van economische statistiekeiï. In
Januari 1936 werd hü, op aanwijzing van bet
Volkenbondssecretariaat, benoemd tot deskun
dige in bet vOomlté van Voorlichting voor de
toepassing der sancties op Italië. -
Besluiten wij dese reeks van ftnettes met
er ttog een te vermelden, nJ. die van Ud van
hél Ambtenarengerecht tempen Haag.
De verdiensten van den hoogstbekwamen
hoofdambtenaar werden erkend door zUn be
noeming in 1920 tot Ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw.
Naar wjj vernemen is <e heer Claessens dezer
dagen ^ultstedlg. e
its.
In dienzelfden tijd scheen zich bij Klaver
een algeheele verandering te hebben voltrok
ken. In stede van zjjn buurman trouW lederen -
ochtend, zooals te doen gebrulkelUk was, op de
hem eigen hartelijke wijze aan het verstand te
brengen, hoe hü over hem en zUn krielkippen
dacht, hield hü zich opvallend rustig en zelfs
méér dan dat! Had Kever nu al niet twéémaal
met eigen oogen geconstateerd, dat een van
zUn „losbandige” hennetjes door Klaver, met
’n rood hoofd en hijgend van inspanning, voor
zichtig over de schutting was gezet? Vroeger
glng zooleta altijd met een nljdlgen oraal, ver
gezeld van een paar krachttermen.die aan
duidelijkheid niets te wenschen «verlieten.
Hoe' meer Kever er over nadacht, hóe min-
der hU er van snapte. Daar moest hü het zijne
van hebben. Met een praatje over het heerUjke
zonnetje wist hij zijn buurman te paaien en
wat hjj tóén hoorde!
pest, terwül in be^ Jaar 1666 1700 .zielen bet
slachtoffer waren.
Aldus kan er van een natuurtijken groei der
bevolking geen sprake zijn; eerder moest qaen
er aan denken de hiaten door verdere Duitsche
kolónlsatle aan te vullen.
Het is merkwaardig, dat de Duitsche burgers
der stad Soprpn gedurende de eeuwen -trouw
--Sm» W® nieuwe vaderland, dat
die echter géén landbouwers, wel hvn alle rechten, die de Hongaarsche bevolking
:ers en kooplieden werden. g noot, verleende. Hongaren en’Duitschers. beb-
ben altM| in groote overeenstemming naast
en deze waarheid is tot uiting
JCeke,” zei hU dien avond,.AUetóP. je raadt
nooit, wat Klaver over twee dagen in de eta
lage heeft!” De blauwe rook uit zUn püp krin
gelde langzaam omhoog, en schiep een behaag
lijke sfeer van rust in de huiskamer.
-„Nou?" vroeg.Mieke,” zonder van haar krant
op te zien. ,Z*1 ik eens ra Jen?”
,Doe maar geen moeite vrouw! Je nadt het
toch niet!”
„Wedden van wel?”
,MU best!"
„GoeÖV-Maar Als ik bet raad, krijg ik die
teooie kónten muts voor de Paschén. Beloof ja
Kobus lacht. Dat kan hU gemakkeljjfc belo
ven! Mieke raadt het Immers toch niet!
„Natuurlijk, Miekal" zegt hij gul.
„Dan heb ik zoo’n idee, dat' Klaver
Krtelkulkentjes in de etalage wil zetten!”
„Onbegrijpelijk. Mie! Je hebt het precies ge
raden!" stamelt Kobus onthutst.
,J3a*s anders nogal makkeluk, ^obus,” lacht
Mieke en ze straalt van plelzier. „De broed-
eleren hebben zU van mU gekregen!"
„Van jód? Mieke, ben Je nou heelemóól..
valt Kever ultr
,Kom man, maak je niet kwaad. Laat dit
nou maar aan Klaver over. KUk, de zaak zit
zoo: Toen ik zoogenaamd zoo slecht kon sls-
pen, ben ik 's avonds stilletjes over de schut
ting geklauterd. Als Jullie van geen toeten of
blazen meer wisten, deponeerde ik een eitje
van de krielhennetjes bU» buurman in het gras.
En die vond Klaver natuurlUk den volgenden
morgen. HU was ér wAt blU mee, dat heb le
wel gemerkt!”
.Ja, maar.... ik begrijp nog niet....”
„O. nee? t Is anders doodeenvoudig. Ducht 1c
soms, dat ik versche eitjes in het gras sou leg
gen? Nee, Kobus, zóó.dom is Mieke niet. Ik
heb ze voor alle zekerheid maar eerst eventjes
flink hard gekookt! Ik zou overmorgen het ge-
ftgjiur. In 1928 was hU
leBsstatistlek toegevoegd
aan de Nederlandsche delegatie te Genève voor
Tot nu toe had de overste zjjn biecht op ma
tigen. slechts nu en dan wat opgewonden toon
uitgesproken. Het was of een goed tooneel-
speler zün rol voordroeg. Honderd, misschien
duizendmaal had de overste den somberen tekst
van zijn levenstragedie in slapelooze nachten,
op eenzame wandelingen voor zich zelf opge
zegd. HU kende dat verhaal even goed van
bulten als de gek de boetpsalmen. Een minuut
rustte hU uit. Dan ging hU voort:
„Ik keek uit bet venster’ dat op tweemaal
manshoogte boven den beganen grond waa, en
zag hoe de storm de blaren rondom den mis
dadiger opwoei, en hoe de schoft kermend op
stond en wegsloop. Nooit heb ik een wezen meer
gehaat dan dit ellendig beest. Was het niet naa.-
mU toe komen sluipen als een ziek. Jammerend
dier mUn nachten zouden rustig zUn ge
bleven en mUn dagen sterk. Dat dier heeft mU
vergiftigd met zün walglüken adem, het is
achter mü aan geslopen met zün stinkend lüt
alle dagen van mün later leven, tot het aan een
vlam verbrandde. En nu verbrand ik mee.”
Weer zweeg de overste, ditmaal langer. Dan
zette hU zün verhaal voort:
„Ik zag hem wegsluipen in den storm. Ik wist
nie A waar hU heen ging. Als hU naar den oom-
In het boech aangekomen, nam Madeleine de
hand van den overste, die onder deze aanraking
ineenkromp. „Nu zullen we eens rustig met
elkaar praten,” zelde zü op kalmen toop,
„zooals wü vroeger met elkaar praatten, vóór
Ik Albert voor bet eerst had gezien. Herinnert
u zich nog ons uitstapje op den Donau?”
„Spreek daar niet over,” zü hü kortaf. ZU
echter ging voort, als verzonken In herinnerin
gen:
„Wü waren slechts met aas dames, maar er
waren ongeveer twintig heeren. MUn boot was
met rosen en seringen versierd. Ik koos u tot
mün gondelier. Toen was u zoo opgewonden, dat
in het begin de boot büna gekanteld was. Maar
dan ging u met een stralend gezicht tegenover
mü zitten en uw sterke armen brachten de boot
zoo snel vooruit, dat alle anderen ver achter
bleven. Weet p dat nog?”
„Waarom herinnert u mü daaraan?" zei hü
met schorre stem.
„Omdat ik toen een heele poos ar over hab
nagedacht, of lit uw vrouw zou worden.”
.Madeleine ie dat waar?”
,JIet te waar! en als u mü had gevraagd,
sou ik ,Ja" hebben gezegd.”
HU bleef staan en weer werd hü bevangen
door die wilde, stomme smart, die bem schudde
als een boom in <fen storm. HU uitte geen woord,
geen geluid. Over het gelaat van de Hinde gleed
een teer, vaag glimlachje, en sü zelde op zóó
milden toon, dat het den ander pün deed:
»Het sou zeker wel goed zün gegaan; wan*
de zekerheid had, dat t nachteUJk duister be
schermend over het stille dorp was neerge-
daaid, sloop zU stilletjes naar het erf en met
een lenigheid, die haar eer aandeed, klauterde
zü vliegensvlug over het schuttinkje naar
buunnans grond. Wat zü daar deed? Tja. dat
Was nu hóór geheim, maar het had ‘er veel van
dat zü daar een soort avondgymnastiek ver
richtte!....
Het liep tegen Pascben. Baas Kever was een
en al bedrijvigheid. Hü zaagde en schaafde en
timmerde, dat het een lust was, want Mieke
had bevolen, dat er dit jaar nu eens iets heel
bUzonderz van de etalage moest gemaakt wor
den. En het wérd mooi. Een keurig klppen-
vlUaatje, een vüvertje van spiegelglas, kwistig
omzoomd met groen "en madeliefjes, in één
woord een paradijsje, waarin de twaalf uitge-
broed» krielkul-
kentjes, met hun
donzige lüf Jes en
levendige kraal
oogjes, te keer
gingen als een
troepje ultgela-
ten schöoikleu-
ters op de speelp
Ben zeer verdlenstelUk kath. ambtenaar, de
heer J. H. F. Claessens, herdenkt vandaag,
den 16en Mei zün 70eten verjaardag. Tot
voor enkele dagen was de Jubilaris nog belast
met een volle en belangrüke dagtaak. Den
eersten Mei werd hem namelijk op de meest
eervolle wUze op zün verzoek ontslag verleend
als adviseur voor Crisisaangelegenheden, een
functie, tot het vervullen waarvan hü 1n 1931
werd ultgenoodlgd, onmiddellük na zün af
treden als admlnistrateur-chef van de Han
delsstatistiek bU het Centraal Bureau voor de-
Statistiek.
rjr elden zün, met betMkklng tot- een inter-
nationaal conflict, de meeningen in En-
geland zoo verdeeld geweest als in ver
band met ItaUë’s expeditie, oorlog of rooftocht
tegen Abessinië. Ik bezig opzettelijk dese drie
woorden, omdat sü kenschetsend zün voor de
itspunten van het Brlt-
die meenen dat, on-
lië niets laakbaardere gedaan heeft dan En
geland in Zuid-Afrika, Frankrijk in Noord-
Afrika, en alle andere koloniale mogendheden
ook elk op haar beurt in een of ander deel der
wergld, spreken van een „expeditie” een
vorm van overweldiging, welken n$ch het Vol-
kenbondsverdrag, noch het Locarnopact, kent,
en die dus toelaat baar swf althans niet Volken-
rechtelük strafbaar is. Zü. die de zaak van dit
standpunt beschouwen, zün dus van 1 begin af
tegenstanders van sancties geweest, en vondec
dat men Italië zün gang moest laten gaan.
Van een oorlog hebben diegenen gesproken
die. min of meer het Regeeringsstandpunt in
namen. Zü erkenden dat' Italië zich aan een
strafbare daad schuldig gemaakt had, dat het
prestige van den Volkenbond en het beginsel
van collectieve veiligheid tegenmaatregelen
eisebten. maar sü hadden toch voor geen geld
ter wereld willen hebben dat die tegenmaat
regelen, of sancties, of gelük men vroeger
zelde représailles, tot oorlog tegen Italië of
ook maar tot verbreking der diplomatieke be
trekkingen geleid hadden. De waarheid is dat
de meesten van diegenen, die dit standpunt in
namen, elgenlUk heel weinig voelden voor het
hun onbekende Abessinië, en heel veel voor
Italië, ook al gedroeg dit land zich thans onbe-
hoorlük. Maar zü voelden zich geschokt in zeke
re beginselen en overtuigingen, en waren steeds
bang dat de Regeering vqor die beginselen óf
met zoo weinig kracht zou opkomen dat zü
feitelük verzaakt weraen, óf met zoo veel kracht
dat een conflict met Italië onvermüdeiük werd.
Merkwaardig genoeg heeft diezelfde vrees de
Regeering zelf maanden lang beheerecht; zü
was oorzaak van veef wankelmoedigheid, en in
*t bijzonder--van de crisis over de Hoare-Lavai-
voorstellen. welke in December het aftreden
van Sir Samuel Hoare ten gevolgë had.
Ten slotte wm er een zeer sterke fractie die
sprak van een rooftocht, en verlangde dat Ita
lië als een roover behandeld zou worden. Deze
fractie bestond voornamelijk uit socialisten en
liberalen, en uit die rdogmatieke pacifisten die
bulten de binnenlandsche partügroepeeringen
staan, maar toch meestal .Jinks" georiënteerd
zün. Slechts weinigen hunner waren zoo pa
cifistisch dat zü ook in t belang van den vre
de geen oorlog wenschten; tot weinigen be
hoorden Mr. Lansbury en Lord Ponsonby die,
daar zü’ zich niet vereenlgen konden met het
pacifistische jingoisms hunner partü, den vo-
rigen herfst als partijleider en als oppositie
leider in 't Hoogerhuis aftraden.
Elk dier drie groote groepen was verdeeld In
tal van onder-fracties, en deze 1
één punt met elkaar overeen: zü verklaarden,
ofschoon om onderling zeer tegenstrijdige re
denen, dat de Britsche politiek een schande
voor *t land was.
.*t Was *n schande voor Engeland dat het.
inplaats van een krachtige Rükspolitiek te vol
gen, al zün politieke kracht verspilde aan de
belangen van een voor negen tienden bar-
baarsch land dat toevallig lid van den Volken
bond was. (Daily Express en andere voorstan
ders van isolement).
t Was *n schtnde voor Engeland dat het*
verdragssebendingen door Duitschland met
gedweëe gestes beantwoordde, maar twist zocht
met Italië terwül bet Duitsche gevaar een een
drachtig Europa vereischte (National Re
view, Morning Post en andere nationalistische
organen).
*t Was *rf' schande voor Engeland dat het lü-
delük toezag hoe een klein volk, dat onder de
bescherming v. d. tTolkenbond stond, overweldigd
werd door machtige legers van een zich be-
5 schaafd noemende natie. (Daily Herald, News-
Chronicle en andere linksche organen).
*t Was *b schande voor Engeland dat het niet,
zonder zich erom te bekommeren ot Frank
rijk en de zuim -50 andere Volkenbondsleden
zün voorbeeld volgden, met alle middelen,
die tot zün beschikking stonden, tegen 'Ita
lië optrad om de imperialistische neigingen van
-dat larid te vernietigen. (Die organen, die Italië
vernederd zouden willen- zien* omdat het fas
cistisch geregeerd wordt).
Maar op welk standpunt men zich ook stel
de, *n „schande voor Engeland" was t steeds,
en de arme Mr. Eden heeft t hardste
antwoorden gehad.
En nu la, sinds ctnlgo dagen, de stemming
althans vrat de waardeeriiig van t eig.n land
betreft radlkaal omgeslagen. Van uiterst-
links tot uiterst rechts is men één en al be
wondering voor df manier, waarop het Brit
sche gezantschap te Addis Abeba gedurende
de dagen van roof en plundering gezorgd heeft
voor de veiligheid van de Europeesche en an
dere vreemdelingen en van de onderdanen van
den Negus 'die op bet gebied der legatie een
De in dit opzicht Uükbaar scherper dan de
man bezlntulgde vrouw, heeft door de eeuwen
been het naaldwerk beoefend en vaak met zulk
een begaafde toewüding, dat reeds van oudsher
de kunst door dezen handenarbeid gediend werd.
Het borduren is we! de hoogste uiting geworden
der geheele techniek van dit even schoone als
duurzame handwerk.
Dezer dagen is er in ,,’t Center” te Den Haag
een expositie van naaldwerk, door mevr. Nita
HombergHannema gecreëerd, waar men bet
borduren in een nieuwen vorm ziet toegepast, nJ.
aansluitend op de techniek van het schilderen.
Het materiaal waarop deze kunstenares baar
werk zet, bestaat uit een doek van Chineesche
züde, in füne, harmonische tinten behandeld
met waterverf. Op dit fond is bet naaldwerk
aangebracht met strakke, vetrvlge steken, welke
aan het beeld een .krachtig,’schilderachtig aAn.
zien geven. Zü werkt voomamelük met een licht
én' füngeschakeerd coloriet, het best in de
paardjes en de bloemstukken, die daarbü alle
een beheerschte en toch prachtig-levende bewo-’
genheid bezitten. Al haar voorstellingen hebben
iets phantastisch, zooals het meest direct blükt
uit een doek als no. 13, met de groote, open
bloemkelken. Minder goed voldeden ons haar
vlsch- en vogelstlllevens, het aquarium was even
min sterk doorwerkt. ^U komt* blükbaar het best
OP dreef, wannéér zü in “haar object een sterken
impuls ontdekt, zpoalS vooral haar „Vluchtende
paardjes” wel bewijzen.
Als sfeal der beoefening van een oude kunst
traditie in nieuwe vormen, is deze expositie niet
alleen voor de vrouweUjke bezoekers van be
lang. v. O.
kwamen op 1 1 1
r-*, opron is een provinciestad in West-Hon-
jXrerije, aan de grens van Oostenrijk. Zü ie
i ren stad van ontwikkelde industrie en hoog
staande cultuur. Haar aantal Inwoners be
draagt iets meer dan 35000: een groot deel
daarvan Is van Dultschen oorsprong.
'Zulke steden zün er in Hongarije en in de
wereld meer, maar de reden, waarom wü haar
dit artikel wüden is gelegen in het feit, dat
deze stad In de geschiedenis der laatste tiental
Jaren een struikelblok is geweest, na den oorlog
eerst tusschen Oostenrijk en Hongarije, toen
het eerstgenoemde land een stuk van West-
Hongarüe kreeg en ook deze stad voor zich op-
eischte, op grond van beweringen, als zou dit
een Duitsche stad zün. Er moest een .volksstem
ming gehouden worden, waarbü de groote
meerderheid van de bevolking ten gunste van
het - oude vaderland, van Hongarüe, stelbde
Vandaar de naam „de stad van de trouw".
Thans, op grond van dezelfde beweringen,
duiken opnieuw verhalen op; de Duitsche pro
paganda etscht deze stad voor het „Deutsch-
tum" op en op pangermaansche landkaarten is,
tezamen met Oostenrijk, oók Sopron .Jngelüfd”
en het land den Hongaren ontnomen.
Dat men zich in Hongarije .over deze propa
ganda ongerust maakt, is begrüpelük; des te
meer, waar het historisch bewezen Is, dat So
pron een oer-Hongaarsche stad is en het groote
aantal der aldaar woonachtige Duitschers al
dus te verklaren is, dat dezen in lang vervlogen
tijden door Hongaarsche koningen gekoloni
seerd werden, omdat’de stad door oorlogen en
epidemies "n groot gedeelte van haar Hon
gaarsche bevolking had verloren. Een over
tuigende en op historische gegevens gegronde
toespraak heeft kórt geleden over dit feit de
hoofdarchivaris’ der stad Sopron, dr. J. Hizi,
gehouden, die allereerst daarop gewezen heeft,
dat de stad Sopron binnenkort haar 2000-jarig
bestaan zal vieren.
De Romeinen hebben"de stad pijn. 80 jaar
v. Ch. ^gesticht onder den naam Scrabantia. In t1:
de IXde eeuw, bü de groote volksverhuizingen,
zün de Hongaren hier reeds verschenen en de
eerste Hongaarsche konln^, Stephanus de Hei
lige, heeft de Hongaarsche grenzen ver over
Sopron vooruitgeschoven.
De naam der stad is waarschünlük terug te
leiden op den Hongaarschen persoonlijken naam
„Suprun".
Volgens de opvatting van Stephanus zou een
land met één taal en één volk zwak geweest
zün; daarom waren de vreemdelingen, vooral
de Duitsche .hospes"-de gasten, gaarne gezien.
Maar in zün tüd is er nog geen sprake ge
weest vap massa-kolonisatie. Eerst in de XTITe
eeuw begon dit, onder den Hongaarschen konlng
Géza den Tweeden. In dezen tijd stroomden de
Duitsche boeren, die zich In den tüd van Karei
den Grooten in Duitschland zeer vermeerderden,
Sopron binnen. Géza de Tweede heeft de Sak-
het Comité te Parijs en Genèvè onder züh let* aers in Zevenburgen gekoloniseerd, en ook el
ders in *t land kwamen de Duitsche „baueri’en
of „beyeriï - -
handwerk)”
In de XTVe eeuw hebben de Hongaarsche
koningen Robert Karei én Lodewük -Oe Groote,
met het oog op de ontvpiking, een tolerante
immlgratle-polltlek gevond, en toen kwamen
er uit Duitschland en Bohemen vele Duitsche
emigranten, die vanzelfsprekend het proces van
ver-Duitsching der stad hebben bevorderd. Dit
ging des te gemakkelüker, daar de oorspron-
kelük Hongaarsche bevolking grootendeels door
de pest werd uitgeroeid. Hoe wreed deze ziekte
huisgehouden heeft, blükt uit de bewaarde ge
gevens van dfen tüd. In bet jaar 1350 zün in
geheeLEuropa 10 mlllioen menschen bot slacht
offer geworden van deze vreeselüke epidemie.
Een groot gedeelte van de bevolking van So
pron is eveneens uitgestorven.
TUdens dé epidemie van de jaren 1644—1646,
toen de stad een bevolking had van 6000 zie
len, werd de helft daarvan een prooi van de
s= zicht van Klaver wel eens willen zien, en JU?
Zeg.... eh.... die muts gaan wü nou natuxir-
lük morgen koopen, hè?”
JA Y V tT* JA D/^lVTIVT'E’ °P dit Wad z)jn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
I «I «ft I»\xi w 1 w Es s» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen
lach op haar boersche gezicht. Haar slimme^
grüae oogen straalden van pret. Kobus mocl<
dan al niet tegen dien Klaver op kunnen, zü
wou wel eens zien of die schreeuwer nirijyiri -
jes in het valletje sou loopen, dat zU metalle
listigheid van een vrouw voor hem zou neer-
fetten! j-
De eerstkomende dagen brachten een kleine
beroering in den huize Kever teweeg; Mieke
ping aan slapeloosheid lüden. Met geen stok
was sü vóór het mlddemachtelük uur naar bed
te krügen en terwül de Kevers en Klavers reeds
lang in Morpheus’ armen rustten, zat zü nog
op en verstelde het linnengoed of Jjrelde Uverig
kousen. Maar zü deed nog wat méér. Als Mieke
De oude graaf verhief zich, trad met ge
balde vuisten op den overste toe, wilde iets
zeggen, kwam niet verder dan een gestamel en
ging tastend naar zün stoel terug.
De
maakte, begon hardop te hullen.
Madeleine zat onbeweeglijk. Haar oogen
waren nog geopend; maar geen spier vertros
zich in haar gelaat. De handen lagen als ver
stijfd op tafel.
- '.T -i—-
ging, naar een' rechter, naar een
wie dan ook. dan was graaf Albert
Alleen bü mU moest hü niet komen,
niet bü mü. die de redding van den graaf niet
wilde. Waarheen is hü gegaan? Naar een kroeg
om zich te bedrinken, en hü heeft geslapen,
toen graaf Albert viel."
Weer een lange pauze. Dan ging de overste
voort:
„Ik heb met alle engelen des hemels, en met
alle, alle dujvels vaiu.de hel gevochten in dien
nacht. Ik bleek niet in staat, mün eenlgen vriend
voor de derde maal het leven te redden. Telkens
weer praatte ik müzelf in, dat ik noch zün
rechter, noch zün pleitbezorger was dat geen
plicht mü meer aan 'hem bond geen enkele
plicht ik had slechts te gehoorzamen ais
een blind werktuig van mün superieuren
even onschuldig als de kogel, die den graaf trof
de korporaal kon wel een gek zün een
beschonkene wat ging het mü aan....
Daar tusschendoor sprak het mannelük eer
gevoel en soldatentrouw.... En geen duivel
zou mü voorwaar hebben overwonnen; over
wonnen heeft mü slechte de herinnering aan
die prachtige vrouw.... Na een vreeselüken
nacht heb ik des morgens vroeg om acht uur
de executie gecommandeerd, zooals de instruc
tie het voorschreef....
Graaf Albert vie] na het eerste salvo.Mün
eigen doodsstrijd was erger. Hü duurde Jaren
lang. Door gewetenswroeging vastgeklonken
aan den vader van den vermoorde, verbonden -- -
aan die vrouw door gloeiende, ondraaglükeniet, toen zü het kasteel verliet en alleen met
ketens van een onultbluschbare liefde, ge- bem over bet welland naar bet boeob liep.
klulsterd aan dat verraderlijke beest, dat achter
mü aansloop en dat ik niet meer kwüt kon
worden.... Zoo leefde ik op het eiland der een
zamen..."
De overste was klaar. Zün hoofd hing op de
borst, maar er was geen beweging meer in zün
gestalte. Hü stond volkomen stil.
toevlucht zochten.
En diegenen, die jt hardst op Italië ge
scholden hebben wegens zün imperialisme, en
die *t luidst schande over Engeland geroepen
hebben omdat het dit imperialisme duldde,
vergeten dat de Britsche legatie gedurende de
kritieke dagen alleen met zoo groote energie
heeft kunnen optreden doordat.... Groot Brit-
tarmlë een Imperialistisch land is, en te Ad
dis Abeba de beschikking had over detache
menten Indische Sikhs, aangevoerd door Brit
sche officieren.
De „redding” van de Belgische en Ameri-
kaansche legaties schünt werkelük schitterend
fh haar*werk gegaan te zün, en in Engeland is
men er niet weinig trotsch op dat heel Ad
dis Abeba op de bescherming der Britten aan
gewezen scheen te zün.
En voor t eerst sinds die expeditie, oorlog
of rooftocht een aanvang nam, voelen de En-
gelschen zich eendrachtig gelukkig.
De „headlines’ in de Amerlkaansche bla
den vervullen diegenen, die ze te zien krü
gen. van triAs. De ..Dally Telegraph" haAlt er
een paar aan'
„Save Yanks.” Orders England.
British Rescue AU U. 8. Staff From Lega
tion.
U. 8. Legation Abandoned; AU Safe Under
British Guns.
Socialisten en Oer-Conservatieven, en al
wat daar tusschen in staat, zün er ge-
lükelük mee gecoiffeerd. Imperialisme is
"n leelük ding maar Britsche kanonnen in
Addis Abebat8 beWVst toch dat Engeland,
ofschoon *n klein eiland, iets beteekent in de
wereld.
Na aUe fiasco’s der laatste i
hier zoo’n aanmoediging wel
„Dat is gelogen! Het bandschrift is van graaf
Albert. De spion noemt bem als den ver-
Xeidfcr
Jï heb aUes vervalscht omdat omdat
men een kapitein eerder gelooft dan een kox-
poraal en omdat men bem beter betaalt. Graaf
^X7WÏ*** w-r
HU kermde, kronkelde zich voor mü op den
grond, jammerde over«sün groote schuld. Toen
herkende ik hem, ik wist, dat hü de man was.
die zoo goed kon schrijvenen terkenen, en een
doodetijke haat greep mü aan, ik Wierp mü op
hem, greep hem bü zün keel, wurgde hem zoo
lang tot bü rgeen kik meer gaf en slingerde
bem in een hoek
Zelf bad ik geen adem meer, het hart klopte
in mün keel, ik zonk neer op een stoel en
dacht, dat ik ging sterven.
Toen begon de kerel weer te hügen, en ik
wUde hem andermaal naar de keel vliegen, maar
ik kon niet. Ik bleef zitten en zag toe, hoe hü
zich herstelde, hoe hü weer krachten verza
melde en naar mü toekroop. Ik walgde en
schreeuwde bem toe;
f(iu'