van den dag Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden *<Kdwiïkaal I F 750.- F 250.- F 750.- I jongelui, waarvan een het middelpunt scheen te rijn. Die teng was Jules van Beek, een jonge man. die sedert enkele dagen terug was vzn een lange reis. Op dese reis werg hü vergezeld door zgn trouwen hond Hector en belden waren teruggekeerd, overladen met wetenschap NEWTON EN DE MAAN Overtroefd i et eiland der eenzamen MAANDAG 18 MEI 1936 De Meiprocessie Naar *4 Hartogenbozch Da slaulel <xm hal wereld-uurwerk Ta Tancrimont C Stattt/ifcft om/«rzoeA Eere-godloozeh A i Mysteriespel der Kruis vinding '..-ri r' bU een ongeval mat doodglUken afloop Bijziendheid en intelli gentie De blinde richtte het wapen op bet geluld van de stem. ‘Vuur!" Het schot knalde en de overste viel neer. A T T A KTltTÉ bla<1 8,1,1 verzelrerlngsvoorwaarden tegen U’ *7^0 - bU levenslange geheele ongesch AAI <1 iii fA nl.7l v F» i? ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen <4 We verlies van belde armen, belde AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN-VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ktagl schrijft ons: L en m HENRI VAN MANDELE A 3 11 Tben sing Tuimeltje plotseling naar den burgemeester toe. De kogel had hem In de bont getroffen. bent u 1. Madeleine!" f Hugo von Düren.” (Wordt vervolgd) i 1 „Ach meneer de burgemeester, Ik durf niet naar het kabouter- land terug. Ik ben soo btfng dat Ik weer door die groote lange antwoordde do goede man, ,Je mag met ome vliegmachine gaan. We zullen alles In orde maken." pen in de bü de veti »J. in eselnd dat zijn vriend ziek is en :kers kregen een schok, toen te lok en Roman van Paul Keiler Vertaald door Louis de Bourbon ■schlktheld tot werken door j boenen of belde oogen ej. tl- u tl Tegen twaalf uur ongeveer gebeurde ex iets bijzonders. Van af het kikkerpaleis werd d^ noodklok geluld. Iedereen wee be nieuwd wat er aan de hand waa. Tuimeltje en kikker Karei hadden er een voorgevoel van dat het Iets treurigs moest zijn en vol spanning stonden ze rondom het kasteel. Het karakteristieke merkteeken van de Zuid-Afrikaansche haven Rio de Janeiro is de „Pao de Assucar”. de „Suikerhoed”Per zwcefbaan bereikt men den top van de zen berg, van waaruit men een heerlijk uitzicht heeft r- En even later: ♦.Waar is nu je ziel? Waar is zü? Heeft zij de del van Albert ontmoet? Zijn jullie nog altijd boos op elkaar? O, weest niet boos meer! Ziet, de vrouw, die de reden was van jullie oneenlg- hetd Is oud en blind en haar hart la koud en gebroken zU ta geen liefde meer waard! Weest niet meer boos! En als jullie nog wrok koestert, daarginds, aan gene zijde van bet leven, komt dan terug, komt hier bjj mjj op de bank zitten, op deze bank waar ik zat tot de aon mü verblindde. Komt hier en spreekt met mjj Ik zal jullie verzoenen." Zij liet het hoofd tegen den muur leunen en sprak als in een visioen „Ben jjj daar, mijn lieve Albert, ben jij bij mij? Zie. ik heb je dood gewroken, zooals ik het jou en muself heb beloofd sinds vele Jaren. Jo VU»nd is dood I Waarom kUk je mij zoo verdrietig aan, Albert? Waarom ben Je niet blij? Ben Ik niet Je trouwe vrouw? Ik ben niet meer kwaad op hem; want zijn schuld is geboet, maar dit alles moest soo ge beuren, omdat hl) zijn vriend had verraden. Zie. Ik htAid zijn hoofd In mijn echoot; Ut ween over hem; maar als hu leefde, sou Ik hem toch weer moeten dooden. omdat hü zijn vriend heeft verraden.... een spitste Hector de neren onmiddelUJk luid het dat een der bewoonsters haar pUcht bad gedaan. Nauwelijks was het gekakel geëindigd. Zoo graaf ..Heer groote ongeluk, dat u mede door mijn schuld heeft getroffen. Ik heb voor het huls van gravin Madeleine eigenhandig ten einde gemaakt aan m(jn nutteloos bestaan. vond Ounther hen beiden. De aan den gerichte brief van den doode luidde: graaf, ik vraag u vergiffenis voor het MJ verttea van «en band, een voet of een 00* De conferentie van de Midden-Aziatische godlooeenversenlgingen te Stalinpbad heeft’aan Molotow. Worosjllow en Lltwinow den titel ..eere-godlooeen van Mldden-AzUT verleend. (Nod. Chr. Persbureau) en verried een gekakel in nachthok. of Hector richtte zich op, rekte zich uit en stapte parmantig het kippenhok binnen Ik was nieuwsgierig wat er verder gebeuren sou Lang behoefde ik niet te wachten, want na enkele oogenbhkken verscheen de trouwe wach ter weer, maar numet een el tusschen de tanden. n de gelagkamer van hotel De Gouden Zwaan heerschte een luidruchtige vroolljk- held. Rondom een groote tafel satan vijf kracht, die afneemt op dezelfde wijze, als het kwadraat van den afstand hunner middelpun ten toeneemt." Dik is het denkbeeld van de algemeene zwaartekracht of gravitatie, de eeuwig geniale gedachte, gegroeid in het machtige brein van Newton. naar hem hoorden dat om hot verband van intelligentie en bijziend heid vast te steden. Uit zün mededeellng in de .Schwelzerlsche Medlzlnlsche Wochenschrlft" blijkt, dat dit verband Inderdaad bestaat. HU deelde zijn materiaal, 3500 scholieren, tn drie groepen in, n.l. zwakke, middelmatige en goede leerlingen. Het bltek nu b.v„ dat onder de bij ziende leerlingen 414 pCt. als goed werden op gegeven. van de verslenden bedroeg dit aantal slechts 312 pCt. Het aantal goede leerlingen is onder de bijzienden dus bijna tweemaal soo groot. Ook het verschil tegenover de kinderen met normale oogen Week te bestaan. De af wijking der getallen was vooral tusachen de normale en de verziende zeer opvallend Terwijl van alle scholieren (de normale meegerekend) ISpCL als zwak werden, genoteerd, waren er onder de verziende leerlingen 34.4 pet zwakke. Er bestaat dus wel een verband tusachen bij ziendheid en een goed verstand en verziendheid en een geringer Intelligentie. Natuurlijk geldt dit alleen in statistisch opzicht en niet voor een geval op zich self. Het is noodlg dit met eenlgen nadruk te betoogen. daar men anders zeer on juiste gevolgtrekkingen uit het genoemde onder zoek zou maken. „Je kreeg je verdiende loon, omdat je trouwe loos was en Albert was trouw." Het bleeke hoofd valt van links naar rechts. Het is of de doode zün hoofd schudt. Dan grijpt een plotselinge angst de blinde aan. „Wat wil Je zeggen. JU doode man? Wat heb JU hem gedaan?" De weegschaal van het geweten trilt in onze ker evenwicht en plotseling ziet zü helder de afgronden van haar leven. Kreunend zegt rij: „Was dan hij Alben was hü niet de vlekkelooee heilige aan wien ik gelooide? Had hü zün vriend, wien hü tot tweemaal toe zün leven dankte, het geluk niet mogen ontnemen had hu moeten verzaken van het begin af aan verzaken, omwille van zün vriend, van zUn redder; deed hü lachend het tegendeel en kwam toen alles zooals het komen moest?" Het gericht van de blinde wordt kleurloos, en andermaal zakt hU bewusteloos In de armen van haar doodsvUand. die haar ditmaal niet liefkoost, maar koud en wezenloos omvat. De overste zat eenlge oogenbhkken zwUgend op zijn plaats; dan haalde hü uit een diepen zak van zün jas een pistool te voorzchUn. ,Jk beloof het u," zei hU. „Nog voor de aon Is gedaald, zal het gebeurd rijn" Toen stond zjj op, ging voor hem staan en sprak gebiedend: „Neen, niet door uw eigen hand zult u ster ven; u zult precies soo sterven als Albert: u zult worden terechtgesteld.” „Door wie?" „Door nUj!” Eerst vond hü geen antwoord. Dan zei hü: „Voor een vrouw is u buitengewoon conse quent gravin. Wanneer en waar wilt u dat het zal gebeuren?" „Het zal hier gebeuren en we! zeer spoedig Haar gelaat had een gebiedende uitdrukking en haar stem was hard toen zü dit zelde. „Zooals u wilt!” antwoordde hü zonder merk bare ontroering. ..Als u nog Iemand Iets hebt mede te deelen, als u aan God gelooft en met Hem nog oen rekenihg hebt te vereffenen, ga dan het hulk binnen. U bent daar alleen, en u zult daar pen en papier vinden. Ik geef u een uur tUd en zal hier op de bank wachten. Kom na een uur naar bulten." HU dacht na en ging zwUgend het huls bin nen. Reeds na korten tUd kwam hü terug; hü overhandigde Madeleine een brief en zelde: „Ik verzoek u.- dezen brief „aan graaf Ray mond af te geven." „Het zal gebeuren. Hebt u nog iets te zeg- et is sinds lang bekend, dat vele oogafwU- klngen ejjelük zün. zoo os. de kleuren blindheid. de nachtbllndheld en ook de bijziendheid en de verziendheid. Men vindt her- haaldelUk, dat de een of andere eigenschap niet op zich zelf ertelUk iz, maar steeds of altfians In vele gevallen verbonden Is met andere ken merken. Zoo had Vogt erop opmerkzaam ge maakt, dat bU zwakzinnigen en vooral bU de z.g. mongoloïde typen zeer vaak verziendheid voorkwam. Omgekeerd heeft men reeds In het dagelüksch leven den Indruk, dat de bUzlendheld vaak bU gestudeerde personen voorkomt. Hoe wel daaruit nog niets over een samenhang tus schen bUzlendheld en meerdere verstandelUke ontwikkeling valt te besluiten, is het wel waar- schUnlUk, daar de vroeger aangenomen Invloed van de levensgewoonten op het ontstaan der bUzlendheld veel geringer Is, dan men meende. De bUzlendheld een afwUking In den lengte- groei van het oog, al of atet gecombineerd met een afwUking In de lichtbreking Is een aan geboren eigenschap, die echter in den loop van het leven zich meestal eerst vertoont en met de Jaren soms in sterkte toeneemt. Door dr. Braun uit Ztlrich Is nu een uitvoerig statistisch onderzoek op de scholen Ingesteld aU schreeuwde bet uit- HU gaf geen antwoord meer. De stilte en ontzetting Van den dood kwamen over haar ZU boog zich diep over hem heen, zocht zUn gezicht, drukte haar gloeiend heeten, koortri- gen mond op zün hoog voorhoofd en voelde hoe koud dit werd. Dan richtte zU het bovenlichaam van den doode op. ging op de bank ritten en legde zün hoofd in haar schoot. Met een teederen vin gerdruk sloot zU zUn oogen en begon tegen hem te praten. j „Slaap, slaap nu zacht! Het leven Is afgeloopen en de schuld is geboet. Ik beu niet mfer kwpad op je. Ik heb weer achting voor Je. overste ven DUren. Ik houd van Je. Zie, ik ben Hef tegen je. Ik strijk met mün hand over Je mooie grijze haren." O neen? Nu. als je dan een sterk staaltje van hondenverstand wilt hooren. moet Je luisteren. Op mfln terugreis verbleef ik een paar we ken bu oude kennissen te Dublin. Achter het huis stond een kippenhok, waarin een tiental witte leghorns waren gehuisvest. De ren ervan stond altUd open, want de kippen mochten vrij rondloopen. Hector. mün trouwe metgezel op al mün tochten, werd Ingekwartlerd in een splinter- In 1933 ia Met Mysteriespel der Kruisvinding, dat Henri Ghéon had geschreven voor Tancrt- mont (Pepulster), daar met soo groot succes opgevoerd, dat men besloten heeft de vertoo- nlngen dit jaar te herhalen. Men sal zich hal succes nog herinneren: meer dan 19000 per sonen woonden te Tancrtmont de opvoeringen by en meer dan 9000 kwamen naar de opvoe ringen te Brussel In 19^. De ondervinding, bü deze eerste opvoeringen opgedaan, zal de organisatoren in de mogelük- held stellen verbeteringen aan Vt brengen. De opvoeringen van 15 en IB Augustus zün voor leder toegankelUk. Die van 20 Augustus is voor behouden voor de dulaenden kinderen, welke verschillende organisaties van het Bisdom Iail| er zullen heenbrengen. De schrUver heeft voor de kinderen en voor de groepen die mede sullep optreden, verscheidene veranderingen in zijn tekst aangebracht. Nog een der maanwonderende kraters Copernicus en Keppler, met hun stra lenkransen. Deze ztfn alleen maar goed zichtbaar, als het licht loqdrecht op de maan valt, dus bij volle maan. Vandaar dat men bijna geen diepte ziet: de schaduwen zijn dan zeer kort. Deze stralenkransen zijn ontstaan, doordat vroeger de diepe scheuren in de berg^ hellingen door den lavastroom gpvuld werden met een poreuze stof, die beter dan het andere gesteente het licht weerkaatst Toen ae het huis bereikt hadden, zei Made leine: „U weet nu, dat het leven mooi en gelukkig kan zUn en vol van liefde. Kom bu mU op de bank ritten. Hier heb ik geaeten al de jaren van mün verlatenheid. Daar ginds ruisebte de rivier. Die kwam langs een stad, waar eens tnUn geluk waa en zong voor mU bet eindeloos lied van vervlogen vreugde. En de zon. die mU be scheen, maar tegelijk ook mUn verloren ge luksland, heeft mU blind gemaakt. Nu wil ik u vragen, als mensch tot mensch: Waarom hebt u mün man gedood?” „Omdat hü mü u had afgenoman, Mkdelelnel" .Kn omdat u veel van mü hield?” „Omdat Uc van u hield!” „Welnu I Mün man heeft moeten sterven, om dat hü u mij ontnam. Ik heb ook van mün man gehouden. En u hebt hem van mü weggenomen. Er la dus slechte Mn vonnis voor u. Spreek het self uit." JOt moet sterven!" sei hü op rustlgen toon. ,4a r antwoordde zü even rustig. Dan was er (tllte. Slechts de stroom zong zün eeuwig Jted. Ik setjrok er van. hoewel ik er een vermoe den van had. dat Hector de dief was. Van mün schuilplaats kon ik alles goed rien en zoo zag ik ook tot mün onuitsprekelüke verbazing, dat de hond met een behendigheid, een betere zaak waardig, het kippenei op den grond legde, een op eenlgen afstand llggenden spüker op raapte eg heel netjes met dit Instrument een gaatje In het ei prikte. MUn verbazing nam nog toe. toen Hector het ei tussehen de belde voorpooten nam. en zittende op zün achterpooten. het gaatje in het el aqn rün bek bracht en met welbehagen het ei leegslurpte. Dat was nog niet alles Toen het ei leeg waa. wierp hU den ledigen dop niet weg. Neen hü groef met zün pooten een gat in den grond, legde den eierdo£ weer netjes er tn en maakte het gat dicht. nieuw hok, dat mün gastheer voor dese ge legenheid had gemaakt, want zelf hield hü er geen honden op na. Zoo verliepen ei* acht dagen er. Ut dacht er voorloopig niet aan, weg te gaan, toen op ze keren dag mjjn gastvrouw haar nood klaagde, dat er. ondanks de aanwezigheid van Hector, toch nog eierdieven tn de omgeving rondzwier ven. want tot lieden haalde ze regelmatig dagelüks rijf A see stuks uit het hok ea nu een paar dagen niet meer dan éen. hocxstens twee eieren. Dat was verdacht...Ik sei nietsmaar bU meself daeht ikdaar weet Hector meer van, want ik wist, dat hü een onverbeteriüte snoeper was. Ik nam me voor een oogje in het sell te houden. Vroeg in den morgen van den volgenden dar. ging ik op de loer liggen achter een struik, vanwaar Ik het kippenhok, alsmede een groot gedeelte van de omgeving kon overzien. Het duurde geruimen tUd. voor er iets ge beurde. maar eindelijk verscheen mijn trouwe metgeret nlt zltn bok en ging op zün gemak voor de deur van het kippenhok liggen. Na verloop van ongeveer kwartier, De burgemeester verscheen. HU had zün tnooien steek op en zün ketting om. ,Jk heb." soo begon ie, „iets treurigs te vertel len. Er Is een SOS gezonden voor Tuimeltje. De kabouter koning. heeft vraagt. Alle 1 Tuimeltje weg sou gaan. Hijzelf stond met een bedroefd ge- moet.” Tkilmeltje zicht te küken en klkker. Karel, die zich goed wilde houden, builde in stilte. ger en dorst hebben doorstaan, want zü allen gaan dien morgen te communie Later op den dag voor de volgende Missen komen de processies van allerlei vereenlgtngen. Over de wegen komen de fietsers in lange on afgebroken rüen: voor de voetganger», die naar Ht«ls terug gaan, zün de groote wegen niet mevr veilig door het drukke rüverkeer. Op de andere Zondagen in Mei blUven de pro cessies komen Maar niet alleen in de Mei maand trekt de Zoete Moeder de kinderen tot zich. Ook In de andere maanden, ajs haar beeld weer achter in de kerk In haar eigen kapel staat, is sü nooit zonder bezoek. Ei sün niet veel Brabanders, die In Den Bosch komen en niet naar den Sint Jan gaan, al Is het maar om even drie Wees gegroeten te gaan bidden. De pevotle tot Maria is in Brabafit zeer groot en zeer verspreid; Zü heeft vele kapellen en plaatsen, waar zü wordt vereerd en waar heen de geloovlgen uit de omgeving gaan bid den tn de Meimaand en bü bijzondere gelegen heden Maan het_hart van Brabant klopt in Den Bosch bü het' beeld der Zoete Moeder in den Sint Jaa. waar we Maria gaan danken voor wat ze on* gegeven heejt en waar we gaan vragen, dat O. L. Vrouw van Brabant voor ons zal bidden om ons te bewaren voor het kwaad, om ons wede te geven om ons te bewaren voor rampen. om-ons uitkomst te geven in onzen harden Mod? -ss- rrev iMruUabc (aoii <p»t voor oift en voör allen; voor ons, die gekomen zün en voorallen, die thuis moesten blüven: om genezing voor de zieken en om rust voor de dooden: om het geloof tn Brabant te bewaren en de weering voor Haar, onse Moedor. O, Albert, waarom ben ^U roo bleek? Ben je boos over rijn dood? Sinds jü vtel. was deze wraak mün levensdoel, Ben je niet tevreden over je Madeleine?” Plotseling begint zü onrustiger te worden on tg beven. ZU buigt rich over den dodde en aegt: „Ja. Ik verzoek u, mü met mün eigen p stool neer te schieten en het mü na mün dood in ae hand te geven en mü zoo te laten Begraven." „Waarom?" „Waarom? Wel, ofschoon ik mün eer heb verloren, ik ben toch een oud soldaat en dat ding daar dat pistool is mü zoo vaak van dienst geweest in den oorlog. Het is er op bere kend te doen wat het nu te doen krügt." Zü nam het pistool van hem aan en zei: „Ik zal uw wensch vervullen. En ofschoon ik u nu nog haat als het zoenoffer zal zün gebracht, dan aal ik weer zonder verachting aan u kunnen denken. Ik zal uw nagedachtenis In eere houden." .Dat is mü voldoende," zei hü eenvoudig, „daar ben Ik blü om. Laten wU dan niet lan ger wachten. Waar sal ik gaan staan?” .Daast de deur, vlak tegen den muur aan." HU gehoorzaamde. Ben koekoek riep ih het bosch. Midden In zün roep bleef hü steken Madeleine ging vüf of zes passen van den overste af staan. Op lachten maar zekeren toon beval sU: „U zult uw eigen executie met dezelfde woor den commandeeren, als u dat bü Albert’s •»- cutie hebt gedaan." „Jawel,” antwoordde hü en stond hoog opge richt tegen den wand: „Aan!" Zü hief de hand op met bet pistool .Geeft!” n Den Bosch klopt het hart van Brabant; in den Sint Jan voor het beeld van de Zoele Moeder. En over de wegen en de straten trekken de menschen naar Maria, soo- als het bloed door de aderen naar het hart. Trikenjare In Mei woi^lt bet eenvoudige beeld van Maria overgebracht van de kapel achter In den Sint Jan naar het hoogaltaar, waar dui zenden met hun gebeden de Moeder komen vereeren en komen vragen, wat zü noodlg hebben. Ze komen over de wegen, in prooeesle, in groepen of alleen; te voet uren ver, met de flets of met den trein. lederen Zondag tn Mei konten ae, maar vooral op den eersten Zondag. Nooit kunt ge het karakter van Brabant be ter leeren kennen of meer begrüpen dan in de Meimaand in Den Bosch. Midden In den nacht al trekken de pelgrims op uit de dorpen in de omgeving, van alle kanten om in den Sintjan de eerste Mis bü te wonen. Over de groote wegen var. Tilburg, van Eindhoven en van het Oosten gaan dien nacht meer voetgangers dan in het geheele Jaar overdag. En het Is een schoone attentie van Maria, dat het dien nacht nooit regent. Het kan warm zün of koud; hel der weer, dat zon belooft voor overdag of wol ken, die met regen dreigen; het kan Zaterdag avond geregend hebben, zoodat de wegen nat zün van de plassen; het kan Zondag nat en buiig weer zün. maar in den nacht van Za terdag op Zondag regent het niet, omdat dan Wie pelgrims trekken naar den Sint Jan, om -Maria te vereeren. Elk naar zün aard. Er zün er bü, die van ver komen en niet veel bidden onderweg, omdat ril hulde brengen met vermoeide beenen en doorgeloooen voeten. De boeren komen In groe pen en bidden onderweg hun rozenkrans met groote kralen In hun grove handen. Uit de naaste omgeving komen heele gezinnen, twee of meer Bü elkaar, een heele buurtschap. Te zamen bidden zü hun rozenhoedje <A> deze bedevaart. Om zes uur begint In den Sint Jan de eerste MIs, maar ge moet er al vroeg zün om een plaats te krügen. Waat reeds vroeg In den morgen is deze kerk vol. zUn alle plaatsen bezet; de stoelen, die rond het hoogaltuaf staan, ge banken In rüen en de nissen en trsp- En er zün er niet velen, die lid van den nacht geen hon- bUna precies 1,39 mm. naar de aarde toe. Het bleek Newton, dat hü niet alleen een verklaring gevonden had van de beweging van de maan om de aarde, doch dat hetzelfde gold voor de beweging van de planeten om de zon. De werking van de zwaartekracht bleek univer seel te zün. ZUn ontdekking gaf hem den sleutel van het werelduurwerk. Bn hü formuleerde de wet, welke de bewegingen van ons planeten stelsel en vele andere verschUnselen, zooals b.v. eb en vloed, beheerscht, aldus: „Alle lichamen trekken elkaar aan met een Ja, ook Hector had onnoemeltflt veel nieuwe indrukken opgedaan en zün hondenverstand was, volgens Jules, aanmerkelük gzseborpt op dan ganschen aardbodem was geen hond te vinden, die met Hector kon wedijveren in scherpzinnigheid. De vrienden van den Jongen wereldreiziger zaten met open mond en glinsterende oogen te luisteren naar de fantastische verhalen, die Jutes ten beste gaf en die merkwaardig veel op de beroemde verhalen van Baron von MUnch- hauaen geleken Eenstemmig luidde hun oordeel. dat hun vriend „vreeselük” veel had meegemaakt. Maar dat was uiterlüke achün. In stilte lachten zü om de leugens, die er dik bovenop lagen, maar zü wachtten rich wel. dat te laten blüken. want dan zou Julea onmlddellük met zün Interez- aante vertellingen ophouden. Juist wilde hü aan een nieuwe fantastische ervaring beginnen, toen een dor aanwezigen opmerkte: Alles goed en wel. Jules schettert ru wel over het geweldige verstand van jouw menschenredder, maar met geen enkel wooed heb Je daar een bewijs van gegeven De ander glimlachte en antwoordde kalm- Eerst stond zü onbeweeglük. Dan vroeg zü fluisterend „Leeft u nog?" „Ja!” antwoordde hü kreunend. „Geef het pistool het la dadolük gedaan ZU kwam langzaam' naderbU en knielde zachtjes naast hem neer. Hü tastte naar haar hand en bracht deze naar zün lippen. „Ik heb u lief, Madeleine geef het pistool...." ZU legde het pistool in zün rechterhand. „Bent u bent u zoo zwaar gewond?" vroeg zü. Haar stem klonk gebroken. „Overste!" riep zj). „Hugo von DUren 1“ gaf geen antwoord meer. De stilte an den genlalen geert van Isaac Newton was het denkbeeld ontsproten, verband te leggen tusachen den val van een appel en de beweging van de maan om de aarde. De vraag was nu, strekt de aantrekkings kracht van de aarde zich wol soo ver uit. dat ze de maan bereikt en deze voortdurend naar de aarde toe doet vallen? Newton was er na- molük van overtuigd, dat op den geweldigen afstand, waarop de maan van ons verwüderd Is, de aantrekkingskracht beduidend minder zou zUn. Newton kwam op het gelukkige denkbeeld, de aantrekkingskracht der aarde te vergehjken met de sterkte van het licht, dat door een lichtbron wordt uitgestraald. Deze lichtsterkte neemt ook af met den afstand en voor dit geval wist men, dat zü zoodanig afneemt. dat zü OP eer. 3 keer zoo grooten afstand 3x3 4 keer zoo zoo zwak wordt, op 3 x zoo grooten afstand 3 x 3 of 9 keer zoo zwak enz. Newton maakte nu de stoutmoedige veronder stelling, dat de aantrekkingskracht der aarde op dezelfde wijze zou afnemen.' En nu diende hü na te gaan, of de maan zich oök werkelük voortbewoog op de wüze, die hieruit voort vloeide. Na geweldige moellükheden te hebben over wonnen op het gebied der infinitesimaalreke ning, welke onder den naam van de methode der fluxties door hem was uitgevonden, be wees hü, dat een bol. uit een aantrekking uitoefenende materie bestaande. lichamen bul ten dien bol aantrekt, alsof al zün massa gecon centreerd waa In zün middelpunt. Dit bewü» gaf hem het recht, de aarde en de maan te beschouwen als twee massieve punten. De maan bevindt zich zooals bekend was op 60 aardstralen afstand van de aarde, dus 90 x zoover van het middelpunt der aarde verwU- derd als de vallende voorwerpen op het aard oppervlak. op dezen geweldigen afstand moest de aantrekkingskracht der aarde nu das 90 X 90 3600 x zoo zwak zün als op het aard oppervlak. Indien de maan in haar ronde baan voortdurend naar de aarde toevalt zonder haar nader te kjmeri, zal zü dientengevolge In een seconde een 3900 x zoo kleine hoogte moeten vallen, als een steen hier op aarde. Dit bedrag hebben wü,ln een vorig artikel genoemd, het was ongeveer 5 meter. Deelt men 5 M„ of juis te? nog 4,9 M. door <3900, dan vindt men. dat de maan tengevolge van de buiging van haar baan voortdurend 4900 m.M.: 3000 136 m_M zou moeten vallen, d.w.s Iedere seconde 1.36 m.M. van de rechte HJn afwüken In de richting van de aarde. Doet de maan dit nu inderdaad ook? 1511 was voor Newton de groote vraag. Indien men den straal van de maanbaan kent en ook den omloopstüd van de maan, dan Is het niet moellük om uit te rekenen, niet alleen, welken afstand de maan Iedere seconde in haar baan aflegt, maar ook, hoeveel zü In denzelfden tijd van de rechte lün afwükt in de richting van de aarde. Dat de maan In 371/3 dag haar baan aflegt, was Newton bekend, en ook dat de straal van de maanbaan 60 aardstraleh lang is. Maar toen Newton op 33-jarigen leeftüd voor het eerst deze berekeningen maakte, was hem slechts een vrü onnauwkeurige waarde bekend voor de werkelüke lengte van den aardstraal. Het gevolg w®z- dat hü als resultaat van zün berekeningen vond,, dat de maan iedere seconde 1,17 m m. naar de aarde toe valt. Hoewel het verschil slechts 0,19 man. was, was de afwUking van het verwachte antwoord toch zóó groot, dat New ton zün denkbeeld, als zou de aardsche zwaar tekracht ,en de op de maan uitgeoefende aan trekkingskracht dezelfde zUn, Hef'vrtWn 2tea>' tien jaar d&g üét hü ztfii berekenftfè#n tusOn.’ Inmiddels hoogleeraar geworden, kwam hü door een samenloop van omstandigheden op zün maanonderzoek terug. In 1684 bü toeval kennisnemend van de uit komsten van een door Picard in 1679 verrichte nieuwe Fransche graadmetlng, ontdekte hü. dat de lengte van een breedtegraad op aarde niet 96 KM. was, zooals hü voor zün bereke ningen van den aardstrZal had aangenomen, doch 111 KM. Dientengevolge zou de aardstraal eefl zevende grooter zün, dan tot dusver was aangenomen. Dit deed hem zün oude berekeningen van voor 16 jaar terug weer voor den dag halen. Opnieuw maakte hjj sUn beeüferlngen. nu met de nauwkeurige gegevens. Tijdens zün calcu laties begon hü In te zien, dat zün denkbeeld Juist geweest was en dat hü stond voor een ontdekking van ongehoorde reikwüdte Hü had aangetoond, dat aan het onbetekenende ver- schünsel van een vallenden appel en aan den machtigen hemelloop van het IRfTit onzer nach ten, daar ver In de diepten van het wereld ruim, een zelfde oorzaak ten grondslag ligt. Men zegt, dat deze gedachte hem zoo diep aan greep, dat hü zün berekeningen niet kon voort zetten. Een vriend, die nem juist kwam op zoeken, reikte hü zün pen en deze maakte voor hem de berekening af. Haar resultaat stemde volmaakt overeen met de verwachte uitkom- sten. In den tüd dat de maan 1 K M. voor waarts gaat dat Is In een seconde valt zü Niets wees er op. dat Hector het ei geste, len had Geen spoor van den dief stad had hij achtergelaten en met het onschuldigste gezicht van de wereld ging hü op zün plaats van zooeven liggen en wachtte geduldig op bef volgende kakelgelufd. om het spelletje weer te herhalen. Ik vertelde het intereasante geval aan mijn gastvrouw en wilde de gestolen eieren vergoe den. maar zü vond het roo leuk, dat zij daar niets van wilde weten. Den volgenden dag was sü van den diefstal getuige en als beloonlng voor zün handigheid, arerd Hector niet ge straft voor zün ondeugendheid, maar voortaan werd het kippenhok gesloten. Jules van Beek zweeg en keek triomfanteltlk den kring rond. IS dat een sterk staaltje van honden verstand. of niet? vroeg hjj. De aanwezigenhadden met belangstelling naar het verhaal geluisterd en moesten erken nen. dat het werkelük een sterk staalt Ie‘’was. Maar, merkte de Jongeman op. die Julea tot het verhaal had aangeset. ik vind dat nog niets bü het verstand van mün'Pony Ook Ik had destüds kippen en ook ik bemerkte, dat er telkens eieren uit het hok werden gestolen. Precies als Jules ging ik ook op de loer lig gen en tot mün verbazing zag ik. dat Polly de eieren stal. HU handelde op büna dezelfde manier als jouw Hector, maar toch had mün Polly nog een beetje meer verstand. BlUkbaar had hü wel sen* gehoord, dat een ei zonder rout niet erg lekker is en wat deed het ver standige dier?J... Heel voorzichtig als waa hü zich bewust van het strafbare feit stapte hü de keuken bin nen. sprong op een stoel pakte een eier lepeltje en het zoutvaatje van de tafel.... Gltmlachtend keek de verteller naar Jules van Beek en sei: Is dat even sterk, of niet?.... Al de aanwezigen barstten in lachen uit Jules was geheel niet beteedlgd, maar lachte hartelük mee. Toen stond hü op. klopte rün vriend op den schouder en zei nog lachende: M*n compliment. Frits ik wist niet, dat JU nog beter kon liegen dan ik. ifïT F. A i: i’ ll

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 11