<Ketv&Aaal den dag aan Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden I F 750.- F 250. F 750.- Verbroken boeien JOSEPH CHAMBERLAIN et eiland der eenzawen r I kenner Onze hoender* Centraal Nieuw Guinea De eerste ■M i i Da meest bewonderde Engelsche staatsman van *ifn tyd Joodsche graftombe e ontdekt Uitmuntend paedagogisch werk in België 'N U1TERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL \De muziek- 1 Hun herkomst 5 beton le en middenstand het lets van haar donkeren ge- 't niet zoo is, als je durft." tot in De Bond „Verbroken Boeien* een van «3 ZEVENTIENDE HOOFDSTUK mijn geest is (Wordt vervolgd) de vensterluiken. Ia dm vrede van den gewenden lentenacht x I Even later kwam men Tuimeltje waarschuwen, dat de vlieg machine gereed stond. -Ik moet nog even weg’.’ iel Tuimeltje tot verbasing van al de kikkers. „Wacht even op me," en zon der op iemand te letten liep hij hard weg het kasteel in Wat denken jullie dat ie ging doen? Ik zat in dat hoekje Met tranen in d'oogen. En las in dat boekje Om ze stilaan te drogen. De inhoud van het geschift is voor iedereen leesbaar: men zal er geen onaangename, noch aanstootgevende lectuur in aantreffen. En men krijgt den sterken Indruk, dat met hulp en onder leiding van ouderen, hier een uitnemend paedagogisch werk gewrocht wordt, dat zonder twijfel alleszins de aandacht waard is. Tc Verliet dan dat hoekje Waar ik zoo eenzaam was, En sloot toen dat boekje Dat m’n weemoed genas.. Roman van Paul Keiler Vertaald door Louis de Bourbon geheele oi le armen. de stroom. Een man stond daarin en wuifde.... schiktheld tot werken door le' *7*^0 bW een ongeval met :1de beenen of beide oogen i VV« doodelljken afloop h overvloed, dien het eiland opbracht, adel te drijven; eenieder bracht «Ijn ■elf naar, de stad. Zoo kan de vooruit en eerlijk man te gronde richten. bQ verlies van een hand, voet of een oo* Kikker Karei was er het ergst aan toe. HU verloor zün bes ten vriend. Ik zal je een portret van me meegeven, zei ie tegen Tuimeltje en als je weer in je eigen land terugbent, denk dan nog'eens aan me. Tuimeltje kon niets terug «eggen. HU om helsde kikker Karei alleen en rolde het poortret dat hu ge kregen had op. De groote vliegmachine werd uit de garage gehaald en ieder een deed «Un best om te helpen. Een chef van de vllegschool zou Tuimeltje self wegbrengen. Want het zou een groote reis zUn en men wilde niet dat Tuimeltje zou verongelukken. Al die bedrijvigheid maakte het voor Tuimeltje nog maar moei- lUker. Met zUn handen voor zün gezicht liep hU rond. d'Avond kwam in dat hoekje Met zijn droevige stilte. En, op t eind van dat boekje Sloop over m’n pün wat kilte Eenzaam, in een hoekje. Met weemoed in t hert. Las ik een boekje Vol schoonheid en smert. herbergzame Guinea, sneeuw. De graaf liet Gunther bjj zk» „Ook u heb ik onrecht ii u mU niet vergeven?” Weer stak hU vragend de rechterhand uit. Gunther maakte zwijgend een buiging en kuste de uitgestoken hand. Daarna overhandigde ds graaf hem de bekendmaking, al zijn papieren en zUn geheele vermogen. „Beheer het voor mü I Vandaag over drie jaar hoop ik van de reis terug te zUn.” ..Wilt u weg gaan? En pas over drie Jaar terugkeeren vroeg Gunther verbaasd. „Ja! Misschien kan ik na zoo langen tUd weer zonder te huiveren over dit oude eiland gaan.** „Ik zal het eiland trouw bewaken.** ..Neen, jonge vriend, ik wil niet, dat u hier bhjft. Dit treurige eiland is geen goede verblüf- plaats voor uw jeugd. Maak alles hier in orde en ga dan weg! Vlucht de eenzaamheid, soek bet leven!" Een zeer goed bewaard gebleven graftombe, welke door een aanzienlUke Joodsche familie in de eerste eeuwen der Joodsche jaartelling is gebruikt, is door oudheidkundigen blootge legd in het noordwestelUk deel van de vlakte van Esdraelon. De muren waren beschilderd met afbeel dingen van Joodsche symbolen. Men hoopt, dat deze ontdekking eenig licht zal geven over het leven der Joden uit dien tüd, te meer daar men veronderstelt, dat dit mausoleum door een vooraanstaanden stam van Israël is gebruikt Drie jaar lang vloeide het water van de rivier stroomafwaarts. De visscher Kajetan zat aan den oever en droomde. Hü behoefde heelemaal niet meer te werken. Zijn vrouw, die destUds was weggeloopen, was teruggekeerd en deed het werk in huis. Aan de rivier echter was niets te doen; de vischvangst loonde de moeite niet, en met de overvaart was het afgeloopen. Een brug voerde van het eiland naar den oever. Kajetan wist niet, hoe oneindig veel geld en moeite deae brug had gekost. HU wist alleen maar, dat hü de brug haatte. Zü had hem geruïneerd. Geen mensch dacht er meer aan. Aandoen lijk is in het onlangs verschenen Paaschnummer het verhaal van een jongen, die tUdens zün straftijd zün moeder, een arme weduwe, verloor. Ook worden zoo nu en dan aan 't slot „me- dedeelingen" van de jongens opgenomen, als b.v.: „We drukken met genoegen onsen dank uit aan onzen sympathleken tumleider, den heer Van Beeck, om den fUnen beker dien hü ons zoo gul als gift liet toekomen en die een benUdenswaardlg lokaas zal uitmaken op ons aanstaand voetbaltournool.” „f+cisti nos ad Te, et inquietum oor nostrum, donee requlescat in Te.*’ tn dien nacht gaf graaf Raymond aan zün eiland der eenzamen een nieuwe bestemming. HU bepaalde, dat allen, die op het eiland leer den, inplaats van hoorige .pachters voortaan vrije eigenaars zouden zijn van hun bezittin gen; iedereen sou zijn eigendom vrij mogen beheeren, zooals het hem goed dacht, en daar waar de rivierarm het smalst was. zou een brug worden gebouwd van het eiland naar den oever. zUn gevolmachtigden plaatsvervanger op eiland stelde hü Gunther aan. HUaelf HU zweeg. Toen vroeg Gunther hem om de hand van zUn dochter. „Heer graaf, u hebt mü vandaag uw goederen toevertrouwd; wilt u mU ook het heerlljkste goed toe vertrouwen, dat u bezit 'uw kind’” De oude man vocht met zUn tranen en zün mond trilde. HU ging naar bulten, kwam met Clothllde terug, kuste haar lang en innig en voerde haar zwUgend naar Gunther. De belde gelieven omarmden elkander vol geluk en toen zU eindelUk opkeken, bemerkten zü, dat de vader het vertrek had verlaten. ZU wachtten een poosje, maar hü kwam niet terug. ..HU la weg!” riep Clothllde verschrikt. ZU ü'de met Gunther naar de rivier. „Vader! Vader!’* In de verte dreef Kajetan's bootje op den Toen het avond was geworden, begroeven een paar boeren het lUk van den gek. Ben kist was niet voorhanden, dus werd het lUk op een plank gebonden en naar het graf gedragen, dat diep In het struikgewas was gedolven. De mannen vervulden hun opdracht met afkeer en tegenzin. Slechts een van hen. dien het leven In de wereld het zwaarst had getroffen, had een christelUk gevoel van erbarmen. Toen ValentUn, op. de plank vastgebonden, al in zUn graf lag, sei deze boer tot de anderen: „Wacht even voor je hem onderstopt!” HU liep naar het huis van den gek. haalde het psalmenboek en legde dat opengeslagen op de borst van den doode. De maan en de sterren schenen helder en tus- schen de verbrande handen van het lUk waren de woorden te lezen: „Vanuit de diepte roep ik tot U. o Heer!” Toen werd het graf gesloten. Op hetzelfde uur ging Madeleine naar het kasteel, trof daar den graaf en Gunther en sei zonder een woord van inleiding: ,Jk heb den overste doodgeschoten!” Zu wilden haar niet gelooven en lazen dm De wind bluft koppig in haar plooien waaien, hU zetekt om die droevige vlag open te sprei den, maar ze wil van niets weten, zü blüft trouw aan de hand die haar zoo ulthlng en aan het hart dat naar herdenking vraagt.... De nevel wordt wat dikker, wat vaster, en de muren, zoo even nog heel zichtbaar, schUnen nu echte rotsen, reuzerotsen, waarboven een rouwvlag hangtEen klok hokkelt zonder vreugde in de verte en wU gaan allen, ja allen, eventjes knielen en bidden ter herdenking van Hem, die eens onze lieve Konlng was. Hoe bitter. Daar, vóór ons, zien wü die rotsen, die fatale rotsen waarvan HU gleed, waarvan een onzichtbare hand Hem afrukte. Waarom ook juist daar naar toe gegaan? Ja, waarom? Lieve Albert, U die nog zooveel geluk en liefde over ons landje had kunnen strooien. 1 Is nu twee jaar geleden, ’t Is als ware het gisteren, of liever, als ware het nooit ge beurd, want U blüft met ons leven. Uw hand leidt ons naar andere overwinningen. WU blU ven U trouw, wü blUven U herdenken, vader van ons landeke. En later als we eens terug vrije burgers zullen zün, dan zullen we eens .tot aan de plaats gaan waar uw groot hart voor de laatste maal beeft geklopt, om daar, heel ootmoedig, een eenvoudig bloempje neer te leggen, van die, die we vroeger zoo dlkwUL' hebben geplukt.... om ze U toe te werpen wanneer U voor ons schamel huisje voerbü- reed.” Diezelfde „Eekhoorntje” bezit ook dichter lijke talenten. Zoo wordt in dit nummer af gedrukt zün gedicht: ,Met een Boekje In een Hoekje”: StUkjC esssMseessMsssesssssssssssssssssssssseeesssMSSiis» üano. dat ze niet gebruikt heeft.” begrijp me goed,’’ vervolgde hu opeen in Op 1 Mei werden In de Impérial-Pathé te Pa- rijs de eerste stereoscopische films vertoond, welke door Louis Lumière werden vervaardigd. Het programma bestond uit een komische film „L’aml de Monsieur” en een documentaire over de Riviera. De belangstelling was natuurlijk groot. De aanwezigen werden voorzien van brillen met gele en blauwe glazen, die het mo- geUjk maakten de film stereoscopisch te kun nen zien. Het resultaat moet, althans in tech nisch opsdcht, verrassend «Un geweest. wordt herdacht: ,De nacht had lets van haar donkeren sluier achtergelaten, want de heele dag bleef behangen met een zeer dunnen mantel van rouw. De nevel maakte dat alles zoo ver scheen te staan, alles lag zoo triestig, zoo melancho lisch. De boomen weenden dikke droppels ver dichten nevel, die op den half bevroren grond vielen met een dof geplons. 'n Echte Novemberdag. Ginder op den toren van ons schoolkasteel hangt de vlag, zoo flets in haar teeken van rouw, dat alleen het aan zien U in een rare stemming van mUmering brengt. met d sluikhl waren gang In Februari van het derde jaar heerschte er zware vorst en de kruiende ijsschotsen verniel den de kostbare brug geheel. Toen heeft Kajetan een soo ontzettende en langdurige lachbur gekregen, dat hü ernstig ziek werd en er een dokter moest worden gehaald, die con stateerde, dat Kajetan door zün lachbui een inwendige fractuur had opgeloopen. Maar één ding was gebleken, het lot wilde, dat het eiland een eiland bleef en dat beambten met langjarigen trouwen dienst niet overbodig «ouden worden. Maar ach, de oude tüd keert» nochtans niet terug. De molenaar, de smid en de boer van de afgelegen hoeve kochten zelf roeibooten, gingen op vischvangst en brachten waren naar de stad voor zichzelf en voor anderen, alsof zü recht daartoe hadden en alsof zü het altijd hadden gedaan. Maar de nieuwe, vreemde rentmeester, die door jonker Gunther was aangesteld, had geen rechtvaardigheidsgevoel. Maar grooter was hU als stichter van het moderne Birmingham, dat hem op 8 Juli plechtig herdenken zal in tegenwoordigheid van de belde zoons die tot nog booger posten opgeklommen «Un dan hun vader bekleed heeft. Geen moderne stad is één enkel man grooter dank verschuldigd dan Birmingham aan Joseph Chamberlain. .By Gods help Birmingham shall not know itself”, heeft hU gezegd. En hu heeft woord gehouden. Om te voorkomen, dat de vreemde deelnemer» aan de Berlijnsche Olympiade in hun prestatie» gehandicapt zullen worden door het ongewone voedsel, dat hun verstrekt wordt, heeft men in de Duitsche hoofdstad een kookcursus georganiseerd, die den deelneemsters da geheimen der verschillende nationale gerechten moet bübrengen Sen vakman verklaart de afzonderlijke recepten gen. Spreker schetste de zeden en gewoonten van deze natuurvolken en verduidelijkte «Un voor dracht door een groot aantal fraaie en belang wekkende lantaarnplaatjes. oen de man achter *t olie- en azUnstel z'n koffie omroerde. dook ik met nieuwen üver in m’n krant en las en las, totdat ik er rood van werd in m’n gezicht. Over t gelaat van den man spreidde zich langzaam een vette, weldoorvoede, kameraad- schappeiUke glimlach. Het had allen schün dat hu me elk oogenbllk op m'n schouder zou kloppen en ..beste jongen” tegen me zou zeg gen. HU had een dubbele kin, en de onderste was bevlekt met tomatensoep. Dat soort menschen wordt pas gevaarlUk met de koffie. Vóór dien tüd eten «e alleen maar met een neusgeluid, en 'gebruiken ze beide handen en hun heele gezicht. En als er een gaping komt in den aanvoer van levens middelen. slaan ze met zware hand op de ta fel en schreeuwen „Obér”, met tusschenpoocen van tien séconden. Aan het einde van zün koffer leunde de man met de dubbele kin achterover met eer. ..Aaah!" uit volle borst, waardoor m'n krant aan 't waaien ging, en hü gelegenheid kreeg me aan te klainpen. HU vroeg vluchtig excuus praten. ..Geen kwaaie gelegenheid hier!” prees hü „Een van de beste goedkoope tenten in de stad en ik heb er heel wat geprobeerd. Maar dit is de beste tot nu toe. Ik kom hier nu al een paar maanden en ik ben dikke vrienden met Guus.” Na dit belangwekkend debuut veegde hü z'n gezicht af met z’n servet, zooals een slager z’n marmeren toonbank afveegt en riep den kellner. „Guus! Een Turksche sigaret. Eén. Turkscn! Begrepen? Ha, mooi zoo!” „Een heel aardig tentje,” ging hü voort, en wendde zich tot mü- „En Je weet altUd zeker, dat je genoeg krijgt: meer dan genoeg. Ze vra gen zelfs of je nog meer wilt. En dat vind prettig. En niet van die 'malle muziek, die je hoofd afleidt van Wat Je aan *t doen bent. Ik heb een hekel aan muziek als ik zit te eten. Maar u moet niet denken, dat ik niet van muziek boud! Zoo goed als de beste. Maar alles op z'n tUd. Als Je gaat eten, zqq ik: eet! Neem de .JPleizierige Sauskom” NUv. Dat kleine tentje hier om den hoek. Goed éten en zoo; daar mag ik niets van zeggen. Maar den laatsten tUd hebben ze er een strUkje, en laat ik je nou vertellen, dat ik er gewoon een in digestie van gekregen heb. En dan moet je hooren wat ze spelen. Die buitenlandsche mu zikanten hebben geen verstand van muziex, ziet u. Niet wat 1 k muziek noem ten minste. Er was in de „Pleizlerige Sauskom” een Franschman, die plano speelde, en ik werd er gewoon koud van. HU hing maar voorover over dat ding heen, net of ie van plan was er dood bu te blUven. En dan kroop le maar heen en „Revue Verbroken Boeien”, zoo luidt de titel van een maandschrift, dat sedert eenlgen tüd verschijnt ter drukkerij van de Landbouw- en NUverheidsstrafschool (Prison-école agricole et industrielle) te Hoogstraeten, in België. Onder desen titel wordt het ook in de Nederlandse!» taal uitgegeven. De eerste beide nummers zün zonder twUfel de moeite waard, om er eens nader aandacht aan te besteden. Het merk waardige van dit maandblad is wel. dat hei uitsluitend wordt samengesteld, geschreven en gedrukt, door jongens van de strafkolonie. De een schrijft er langere bUdragen In, de ander korteen deze worden voorzien van dikwül? goed-geslaagde teekenlngen. Zü bevatten vaak zeer aan-^oenlUke lectuur van gestraften, die in de inrichting tot inkeer kwamen, en die zich gelukkig zouden prijzen, als zü weer uit Hoogstraeten, waar men hun een handwerk leerde, in de geregelde maatschappU zouden kunnen opgenomen worden. De opbrengst van dit tUdschrift, waarin ook advertenties worden opgenotnen, komt geheel ten goede van de reclasseeringskas van het in stituut; vandaar dat er ook geen ^unst-atxm- nementen" verleend worden. De schrijvers der artikelen worden niet met name vermeld, wel mogen zü hun bUdragen onderteekenen, hetgeen dan geschiedt met voornamen als: Jules, Henri, Eekhoorntje. Telp Lange Jan, Pieteek enz. In het laatst versche- nen nummer (elk nummer telt ongeveer 40 tot 50 pagina's, bü een afmeting van IS bü 24 c.m.) is als eerste artikel opgenomen een korte bUdrage van „Eekhoorntje”, onder den titel „WU blUven U herdenken”, waarin L-l droevig verscheiden van Z. M. Konlng Alben beheer, zün voorsprong op alle andere steden des lands verloren. Honderd jaren geleden werd Joseph Cham berlain geboren, en sinds 76 Jaren speelt zün familie een groote rol in het openbare leven van Engeland. Wat de Churchills deden onder Koningin Anna, en de Balfours en de Cecils lang daarvoor, deed Joseph Chamberlain in de vorige eeuw: hü stichtte een politiek ge slacht, een Regenten-famllie de eerste ple- beïsche Regenten-famllie in de geschiedenis des lands. brief van den overste voor. ZU glimlachte slechts en zei: „HU was een edelman! HU wilde de schuld op zich nemen. Maar ik heb den overste dood geschoten, en hü heeft zelf gecommandeerd!” Toen kreeg Gunther’s aangeboren heftigheid de overhand en hü schreeuwde de bleeke vrouw, die voor hem stond, in het gezicht: „Dan hebt u een moord begaan. U had geen recht, hem te straffen, u hebt een misdaad be gaan in uw verdwazing!” Daarop antwoordde zü niets. Zü overhandigde hem slechts een grooten brief en sei: „Lof of afkeuring bereiken wel mUn ooren, maar niet meer mün hart. In dezen brief staat mün leven opgeteekend tot op dezen dag. Ik heb niets vergoelükt, alles is naar waarheid ge schreven, ook dat ik den overste heb gedood. De brief is aan den keizer gericht. Ik zal in mün huis wachten tot het gerecht mü laat halen. Ik zal niet vluchten; maar als u Flit, kunt u mün huis laten bewaken.” De graaf ging op Madeleine toe en reikte haar zün hand. „Wil je me vergeven, Madeleine? Zie, een geslagen man smeekt het je!” Zü staarde afwezig naar zün band zonder die aan te raken. Alles om mü heen wankelt verward maar u vergeven zal ik nooit!” Toen zü dat had gezegd, ging zU naar haar huis terug, deed de deur op slot en grendelde Tbt het wilde een pelgrimstocht maken, sldH roepen, aangedaan. Wilt ook fr^ot de familie van de echte hoenders be- I hooren een groot aantal soorten, zooals de pauw, de fazant, paarlhoen, patrijs enz. Sommige van deze soorten komen in Euro pa voor, maar de meeste leven in tropische ge westen, in Indië en Centraal AzlA. Op de Sunda-eilanden en in andere Zuid-Aziatlsche landen treft men het banclvahoed aan, den stamvorm van onze huishoenders. Dr. Heek;-de directeur van den Mtinchener Zoölogischen tuin wüst in het tUdschrift „Das Tier und Wlr” er op, boe weinig bekend deze afstamming van onze hoenders is. Het banclvahoen la ongeveer zoo groot als onze dwergkip. leeft in het struikgewas en aan Jen zoom der tropische wou den, waar het zich evenals onze gekweekte hoenderrassen, met zaden. Insecten en wormen voedt. Het heeft vele gewoonten van onze kip pen, büv. het krabben met de pooten op den grond bü het voedsel zoeken. Deze oorspronkelüke hoendersoort, waarvan de hanen een bont gevederte bezitten, is zeer schuw en voorzichtig. De dieren zün weerloos tegenover hun talrijke vüanden, roofvogels en kleinere roofdieren, en zouden reeds lang uit gestorven zün. indien zü niet door hun oplet tendheid tUdig konden vluchten, 's Nachts hou den zü zich in boomen op. Het banclvahoen legt jaarlüks, evenals onze patrijs, hoog stens een 30-tal eieren, terwül de eier-productie van een goede leghen eenige honderden kan bedragen. De hoenders werden het eerst in de Zuid- Aziatlsche landen als huisdieren gehouden. Eerst enkele eeuwen voor onze jaartelling werden zü naar Europa ingevoerd. In het oude Rome waren de hoenders nog zeldzaam en evenals andere zeldzame dieren werden ook deze dieren in dc heidensche godsdienstige gebruiken be trokken. Utt de wüze, waarop de hoenders graan korrels oppikten, meenden de priesters de toe komst te kunnen voorspellen. Eerst veel later en zeer langzaam werd de hoenderfokkerü op grooter schaal in Europa beoefend, kweekte men door teeltkeuze verschillende variëteiten en mutaties en béreikte dit huisdier de ontwik- kellngsvormen en de verbreiding die het thans bezit. Birmingham maakt toebereidselen voor de viering van den honderdsten geboortedag van Joseph Chamberlain, op Juli. Over de grootheid van Chamberlain als mi nister en staatkundig leider loopen de mee- nmgen zeer uiteen. Het liberale Engeland ver foeide tegen het eind der vorige eeuw «Un Zuld-Afrlkaansche politiek even hartgrondig als het grootste deel van Europa, en Lloyd George, de leider der pro-Boer»”, die «lom in 1 land anti-oorlogameetings toesprak, zag hier- bü zelfs zün leven bedreigd door die partü- gangers van Chamberlain die hem als een ver rader beschouwden wegens het succes vanVUn campagne voor de Boeren-Republleken. Als staatsman is Chamberlain nooit een alge meen erkende nationale figuur geweest. Als radikaal en republikein had hü aanvankelük al wat „bourgeois" en loyaal was. tegen zich; als een der leiders der oorlogsparfü werd hü gehaat door al wat liberaal en pacifistisch was; als woordvoerder van een politiek en econo misch imperialisme, dat eerst een generatie Later eenige kans op verwezenlüklng zou krü- gen, beschpuwden de liberalen en zelfs vele «üner mede-conservatieven hem als een groot gevaar. Toch is hü wellicht de meest bewonderde Engelsche staatsman van zün tüd geweest. HU was een der eersten die, uit den eenvoudigen voortgekomen, tot de hoogste rangen in t politieke leven opklom. HU had alle aantrekkingskracht die van een „seif made” man uitgaat. HU was de eerste sinds Disraeli wiens naam vereenzelvigd werd met een mach tige staatkundige strooming. Kortom, hü was ten goede of ten kwade een buitenmodel- mensch. Zoo de meenlngen over de elgenlUke poli tieke verdiensten van dezen buitenmodel- mensch al zeer uiteenloopen, niemand twUfelt er aan dat hU de grootste burgemeester is die ooit aan t hoofd van een Engelsche stad ge staan heeft. Maker of Modern Birmingham" is de eere- naam, dien hü ten volle verdiend heeft. In Engelsche steden worden zelden pleinen en straten naar personen genoemd, maar het monumentale hoofdplein van Birmingham heet Chamberlain square. De geslachtsnaam van Joseph en van zün beide zoons, waarvan er één (Neville, de te genwoordige kanselier der Schatkist) even eens burgemeester van Birmingham geweest is, is onafscheidelük verbonden aan deze stad die meer dan 1 mlllioen Inwoners telt. Tot driemaal toe is Joseph Chamberlain burgemeester van Birmingham geweest voor *t eerst in 1873. De stad was toen reeds groot en bloeiend, maar leed aan de euvelen van een te snellen en speculatieven groei. Onder zün bewind werden revcdutionnalre veranderin gen ingevoerd. Van den gemeenteraad kreeg hü alles gedaan. Men stelde onbeperkt ver trouwen in hem. Hü gaf de stad gasfabrieken, die thans de grootste ter wereld zün; hü gaf haar ook de beste waterleiding van Engeland. Hü ontwierp een plan tot t wegruimen van krotwüken, die een oppervlakte van 50 acres bedekten, en die hü wilde vervangen door tweede, lijnrechte winkelstraten. Het kostte de voor dien tüd geweldige som van t 1.500.000, maar de Raad stond het bedrag toe, en zou er nooit spüt van behoeven te hebben. Birmingham is, in den elgenlUken zin van het woord, geen mooie en aantrekkelüke stad, maar het is de modelstad van Engeland ge bleven. Zün gemeentelüke instellingen nebben voorbeeld gestrekt aan die van de andere groote Engelsche steden, en zün ook op het vasteland menigmaal nagevolgd. De geest van Joseph Chamberlain is steeds blUven voortleven; zijn methodes zün ook na zün dood gevolgd en nooit heeft Birmingham, op *t punt van gemeentelük /'A P de 13de algemeene vergadering van den 1 I iNieuw-Gulnea-studiekring hielde de heer J. van ArkeL kolonel tlt. b. d. en deel nemer aan de wetenschappelijke expeditie op 1 Nieuw-Gulnea in de jaren 1820—1933. een cau serie over dien tocht, welke door verschillende dwarsdalen voerde naar den WUhelminatop. j Sprrfter, die ruim twee jaren door centraal Nieuw-Guinea heeft gezworven, meerdere oft- bekende Papoeastammen bezocht en m «Anden lang in hun midden leefde, heeft zün gehoor eenig Inzicht gegeven in de leefwüze, de «eden en. gewoonten van deze nog aoo weinig beken- i de Nederlapdsche onderdanen. Ginds, ver in het onbekende binnenland van het groote eiland leeft een dichte nUvere be volking, die hoewel nog steeds verkeerende in het „steenen tUdperk”, toch een zekeren trap van beschaving bezit en, blUkende uit de met zorg aangelegde tuinen, op landbouwgebied de meer bekende kustbevolking van Nieuw-Gulnea verre vooruit is. Na met een enkel woord de moeilükheden en gevaren te hebben geschetst, verbonden aan het transport per prauw langs de Mamberamo-rl- vler met haar groote stroomversnellingen, bracht spreker de toehoorders over den onherbergza- men Dgormantop naar de lachende dorpjes van centraal Nieuw-Guinea. In de diepe, oost-west gerichte dalen van het centraal bergland, te midden van tjemara- bosschen en groote grasvlakten, leven talrijke gastvrije en vreedzame papoeastammen, die In den landbouw hun voornaamste middel 'van be staan vinden Weinig prüs stellende op de producten der moderne beschaving, aan hun steenen bül de voorkeur gevende boven de Ijzeren werktuigen der hen bezoekende blanken, kennen zü slechts één voorwerp, dat onschatbare waarde voor hen vertegenwoordigt. het ag. katjesschelpje, dat door geheel Oceanlë als betaalmiddel bekend is. Voor dit wondere schelpje doorstond men de grootste vermoeienissen, leed men de on- draaglükste koude. Tot hoog in het ruwe, on- bergland van centraal Nieuw- het gebied van Us en eeuwige verrichtten deze stammen dragers- diensten om hun schelpjeshonger te bevredi- A T w r« A ,C? op dtt M»* Ingevolge de venekeringsvoorwaarden tegen If' *7Rfl bij levenslange /X ,1 ,r. XX Kt, FM r1. ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen AJVro verlies van bel AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIED weer. Drie noten in *t midden en drie noten aan den linkerkant, en dan deed le z'n oogen dicht en raakte in een soort van trance, of hfj keek naar een vlieg, die langs den zolder krabbelde." Hier zweeg de man met de. dubbele kin, cm even adem te scheppen en met een zegevieren den glimlach rond te küken. alsof hü de eige naar der heele eetgelegenheid was. ,,En laat ik je nou vertellen.” begon hü weer, „dat ik gewoon niet eten kon, terwül hü aan den gang was. Hü heeft me m'n eten bedorven. Ik probeerde om met hem in de maat te blU ven en de heele boel werd koud. Dat noemen ae klassiek, geloof ik. Maar ik zeg als de plano wilt spelen, raak 'm dan ook. Sla de muziek er uit, dat Ik hooren kan, wat het is. dan ben ik er af. Lakt ik u vertellen, münheer, dat ik een nicht heb, die dat Fransche ventje „knock-out" kon slaan. Als dat meisje speelt, dan speelt ze zonder malligheden drie nootjes hlfr, en drie nootjes daar, maar handen vol, mijn heer. Groote han den vol. zwarte en witte door elkaar. En dan moet je haar met d’r vin gers zien werken! Als ze ophoudt. Is er geen van de A toon ,Vün gewicht, „ik ben niet tegen klas sieke muziek. Je hebt er dingen bü. die lang niet kwaad zün. Daar heb je büv. Piet Sol. Er zün dingen van Plet Sol, waar ik dol op ben.” „Bedoelt u Pieter Hendrik Sol, den componist van: „Jan. Jan. de beer is los!" vroeg ik. „Neen, dat zal wel niet." zei de man met de dubbele kin. ..Piet Sol is die vent van den treurmarsch. Een Dultscher. geloof ik, maar lang niet kwaad, ofschoon af en toe een beetje langzaam. Heelemaal niets voor bü een panne- koek büv. Een pannekoek moet Je. heet opeten, ziet u, en die dingen van Piet Sol sleepen soms een beetje. Dat gaat goed voor een biefstuk, waar je flink op kouwen moet, maar Je hebt er niets aan als je op moet schieten.” De muziekkenner dronk z'n koffie uit, haal de diep adem en besloot: .Neen, dan die nicht van me: die kan spe len en zingen! „Wie zal er ons kindeke dou wen", büv. Als ze daar goed op dreef mee is, wil je mets anders meer hooren. Zóó boven de plano uit. En dacht je dat ae zich inspande? Allee gaat zoo glad of ae pudding eet.” De man met de dubbele kin veegde z'n zicht nog eens af en riep om den kellner. „Aannemen, Guus! Hoe aeg je? O, Catz, Twee hè. of waren 't er drie? Nou, drie dan. En één soep, één zalm, een biefstuk, een kof fie....’’ En hü keek den kellner aan met een paar oogen, waarin te lezen stond: „Zeg eens, aat lag daar het eiland der eenzamen. Als zilver glansde de rivier. De golven speelden en dansten en «ongen: Komt allen in groote booten en vaart door de wereld! Uit is het met verban ning en eenzaamheid; de weg naar de wüde verten is vrü! Lang stond de oude graaf Raymond voor het hooge slotvenster en keek uit over de stroo- mende rivier. In den stroom is leven, en geze gend «Un allen, die wonen aan den weg van het sterke leven. De stroom neemt en geeft, en slechts in de wisseling ligt het geluk. Maar zü, die vluchten naar eenzame eilanden, moe ten verarmen en uitdrogen als afgesloten vüvers zonder toevoer. Toch bestaan er eenzame men schen, die gelukkig en vreedzaanfVÜn en den stroom van het leven missen. ZU wonen niet slechts in de kloosters of in eenzame kluizen, zü staan ook vaak midden in de wereld en blUven toch eenzaam als vüvers in het bosch, die de golfslag van den tüd niet beroert. Maar slechts dèn verarmen en verdrogen zU niet, wanneer uit de diepten van hun wezen de heldere, onuitputtelUke bron welt van de liefde voor God en de mepschen. Deze oerbron vult altüd weer aan wat in het heete licht van den dag ver dampt. Wiq deze bron niet heeft, is verloren in de eenzaamheid, zün leven wordt een ondiep' moe ras; want lucht en aarde zün sterker dan het diepste water. Zoo gingen de gedachten van den graaf, en hü herinnerde zich een oude spreuk, door Augustinus in zün prachtige „Belüdenlssen" geschreven;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 19