tKclurtfiaal aan den dag H Tuimeltjé en Kruimeltje in het Kabouterkind Pefö Éérste H. Mis in de „Hindenburg” f DE WERELD VERANDERT Ook de Britsche J De Rijksgedachte in Engeland De onbekende Verloofde <D00R LEMAIRE 'h w. DONDERDAG 28 MEI 1936 Als een droom Ben Stilleven van Louie van der Steen l TT Katholiek journalist als misdienaar Empire Day had ditmaal een ern stiger en dieper beteekenis 7 VEILIGE, PRACTISCHE DAMESVERBAND na Ongeveer dertig passagiert woon den de plechtigheid by; ede- brant was de bekende pater Paul Schulte werkelijkheid wordt L................................. AI I p* AROMMtT’Q °P zlJn ^gevolge (te veraekeringsvoorwaarden tegen 17 7SO - bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 by een ongeval met I? OCH I «I XTkDVylTl 1 W<_j O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen WW» verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen OUe“ doodelijken afloop fciöUe" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 16 I 1 Het Vlaggen, M. H. byna niet meer voort ki conclusie trek je dan uit het ge- den (.Wordt vervolgd) 9 I 1) Intusschen Is minister Thomas reeds vrij willig af getreden (Red.). Maar dat zou niet gemakkeiyk zyn. Tuhr.eïtje, die altijd ge wend was den weg te loopen als het donker begon te worden, vond dat alles er nu zoo gek «itzag. Hy vroeg den weg aan twee torretjes, maar daar deze naar hun werk moesten, konden ze niet met hem mee en met groote zweetdruppels liep le naast een slak, die beloofde hem naar huis te zullen brengen. Maar dat dier liep zoo langham, zoo voetje voor voetje, dat Tuimeltje en plotseling op den grond zonk. i ritte De bekende „Vliegende Pater" Paul Schulte, die is teruggekeerd van een studiereis naar d* Vereenigde Staten, was zoo welwillend om aan een onzer medewerkers enkele merkwaardige bijzonderheden mede te deelen over zijn Zep- pelln-rete en zijn toekomstplannen. Terwijl de „Hindenburg" met een duizeling wekkende snelheid boven den Oceaan koerste, zoo vertelde de „Vliegende Pater”, had Ik een kleine mededeeling op de schrijfmachine ge typt en aangeplakt op het bord, waarop steeds het nieuws aan boord wordt bekend gemaakt. .Morgenochtend om half negen zal de Eerste H. MIs aan boord van een luchtschip worden opgedragen In de conversatle-zaal van de Zep pelin „Hindenburg”. Alle passagiers worden vriendelijk uitgenoo- dlgd hierbij tegenwoordig te zjjn. Wg. P. PAUL SCHULTE O.MJ. I bij verlies van een hand, een voet of een oog geneerdheid over dit feit als was het een apat op zijn smetteloos rokoverhemd. De ontwikkeling der gebeurtenissen in China, waar Japan onge stoord zijn Mandsjoekwo-comedle kon opvoeren ondanks het machteloos protest van Genève en de waarschuwende stem van Engeland, het on weerstaanbare optreden van Dultschland en Italië, de onverkwikkelijke Hoare-Laval-gtschie- denls. de vruchtelooze Engelsche vlootparade in de Middellandsche Zee, welke Italië maar matig Imponeerde, de mislukking der Engelsche Vol- kenbondspolitlek. welke door Frankrijk vt^ ge saboteerd, alsmede de moeilijkheden in -Egypte en Palestina hebben ertoe bijgedragen den Engel- schen duidelijk te maken, wat het trotsche Al bion in den loop der laatste Jaren heeft inge boet. Japan, Dultschland, Frankrijk en Italië hebben elk op hun wijze en hun gebied meege werkt de wereldheerschappij van Engeland den schjjn te verleenen van een ondergaande zon. maar niettemin voelt Engeland, dat het zelf niet geheel vrij uitgaat en fouten/heeft ge maakt, ook al zal het dat niet graag tegenover een vreemde bekennen. isnitsx) gedachten zich verloren in een vagen mist, kwam het idee in mij op om met Georges te praten en daarna een besluit te nemen.... Daarna werd ik overgebracht in het rijk der droomen, ver van de vervelende werkelijkheid. Den anderen dag. toen ik wakker werd, vond ik het idee intact in mijn brein. Het was een sombere, regenachtige dag, er moesten ver velende visites gemaakt worden en dat voor uitzicht lachte mjj niet toe. Het middel om er aan4 te ontsnappen gaf mij het idee aan, dat ik dien nacht gevormd had. En tante leek verrukt, toen ik in den loop van den morgen mijn wensch te kennen gaf, om met Georges te praten." Francolse bemerkte, dat wy dien middag thee moesten gaan drinken bij barones de Rehal en dat ik mij dat genoegen niet mocht ont zeggen. Het blijkt wel, dat wy niet dezelfde voor liefden hebben, mijn nicht en ik. Die visites, die haar zoo amuseerden, vond ik vervelend.... ik had nooit iets te zeggen en zou misschien wel in slaap gevallen zyno. ik bezit geen enkele der volmaaktheden van Francolse! Om kort te gaan, er werd getelefoneerd naar Georges. Tante en Francolse zouden dten mid dag uitgaan, maar de tegenwoordigheid van Juffrouw Brissot, misschien verschrikt door een tête-4-tête met een jongeman, die mij ten huwelijk had gevraagd, redde het fatsoen. Alles gebeurde zooals wy voorzien hadden. Ik zat met Juf en Lolotte In het salon, toen Georges binnentrad. Lolotte opende slaperig een oog, maar bij het zien van een bekende. et spreekwoordelijke van de schraapzucht der Schotten is minstens even oud als de faam hunner doedelzakken en vroo- lyk gekleurde rokjes. Er zjjn menschen die hier tegenin gaan en beweren dat de gierigheid van de bewoners van het oude, mooie Schotland slechte bestaat in de fantasie dergenen die behept zijn met laster tongen en de zucht tot kwaadspreken. Echter vergeefs, want al hebben vele Schotten getracht, den slechten naam die er rust op him volk te doen verdwijnen door massa's geld uit te geven, deze gevallen werden steeds gekwalificeerd als: Uitzonderingen die den regel bevestigden. Dit echter slechts terloops. Ik heb een vriend van Schotache afkomst gehad, die niet de minste moeite deed om de slechte traditie zijner landgenooten te looche nen. Integendeel. Oordeelt u zélf. We zaten met ons drieën aan een tafeltje van ons stamcafé. „We”, dat waren: ten Ie mijn vriend Augustus Sproeteman. die de onhebbelijke gewoonte heeft schcon papier onbruikbaar te maken door het te bedekken met regels, waarvan de laatste woorden op elkander rijmen en deze produc ten met den naam „gedichten" te betitelen. En de nóg onliebbelyker stijfhoofdigheid bezit om vaëi deze bezigheid te willen leven. En nog wel goed te leven, want hij houdt van veel en lekker eten. (Stelt u voor, met zóó'n naam by een uit gever aankomenI Ten tweede: de man die eigenlijk de hoofdrol speelt in dit verhaal en wiens naam James Mac Neill geen twijfel kan overlaten om trent de vraag uit welk land hij komt. En ten derde: Ikzelf. Zooals gezegd, we zaten daar in ons stamcafé en namen van tijd tot tijd een slok van een bruinachtige vloeistof, die in een glas wanhopige pogingen deed om te schuimen en die de eige naar van het café ons hardnekkig en tegen betaling als bier placht voor te zetten en maak ten tusschen twee slokken door wysgeerlge op merkingen over onze medestamgasten, over hun gedragingen en eigenaardigheden. In één van die buien van vertrouwelljkc mededeelzaamheid, welke ml) steeds overvqjien. wanneer ik in voldoende mate het brouwsel van defi café-eigenaar heb genoten, vertelde ik mijn tafelgenooten dat ik dezen nacht, tus schen in slaap vallen en ontwaken, de onbe twiste eigenaar was geweest van zegge en schrijve In dien tusschentyd was Kruimeltje, die al lang weer in het Kabouterpaleis terug was. erg ongerust. Hij miste Tuimeltje en was bang, dat er iets met hem gebeurd was. In een wip klom Tuimeltje boven op het dak van het paleis en door een verre kijker probeerde hij Tuimeltje ergens te ontdekken. Teneinde raad vroeg le den kabouterbaas of hij met een dokterskarretje op zoek mocht. En de kabouterbaas had daar natuurlijk niets tegen. merkbare Britsche zelfingenomenheid kan deze erkenning niet anders dan lichtelijk onaange naam zijn. Zjj wordt echter gemakkeiyk ge maakt, doordat er een oppositie-wapen uit te smeden valt tegen de regeering van Baldwin, wiens populariteit onder mislukkingen en ver gissingen der Britsche politiek zwaar heeft ge leden. en ook omdat de doorsnee-Engelschman er diep van overtuigd blijft, dat inzinking van Engelands internationale .standing” en invloed niet zoo zeer aan hem zelf, maar vooral aan anderen te wijten is en slechts van voorbljgaan- den aard zal blijken te zijn. Individueel Ijjdt de Engelscbman nog geenszins aan een minder waardigheidscomplex, Integendeel. Maar In zjjn geheel voelt het Engelsche volk en zijn regee- rlng zich toch niet zoo heel erg prettig. De pu blieke opinie is niet tevreden over de regeering en de regeering niet over de publieke opinie. Er gaan weer geruchten over een op handen zijnde kabinetsreorganlsatie, maar of door zulk een re organisatie de klove tusschen publieke opinie en regeering zal kunnen worden overbrugd, in dien Baldwin zelf niet wordt weggereorganiseerd, staat nog te bezien. Men is niet geheel reet vaardig tegenover Baldwin. Ten deele slecht* hij direct, ten deele indirect en ten deele heel maal niet aansprakelijk voor de materleele en moreele schade, welke de renommée van het ..British Empire” afbreuk heeft gedaan, maar hy wordt nu eenmaal net als overal elders behalve met de toch al niet geringe eigen te kortkomingen ook nog belast en belader, met de zonden en fouten en de gevolgen daarvan van anderen. De eerste ernstige schok, dien het Engelsche prestige te doorstaan kréég, was de devaluatie van het Engelsche pond. Het pond was zoo safe als de „Bank of England” en de „Bank of Eng land” was in Britsche oogen het toppunt van soliditeit, veel vaster gegrondvest dan de rots van Gibraltar. Het heeft nog al lang geduurd voor de gewone Engelschman er achter was, dat niet de vreemde valuta steeg, maar het pond was gevallen, en dat de „Bank of England” hem niet niet meer het volle pond gaf. En toen de in het dageiyksch leven niet direct merk bare realiteit tot hem doordrong, was hjj blij de schuld van deze „schande” op den rug der Yankees te kunnen schuiven, die door het ver laten van den gouden standaard Engeland tot een evenredige devaluatie hadden genoopt. Al bleek de devaluatie van het pond ook econo misch voordeelig, al werd daardoor het be drijfsleven gestimuleerd en de export bevorderd, en al resulteerde zij in hoogst welkome begroo- tlngsoverschotten (welke door de herbewapening nu weer worden teniet gedaan), toch behield de Engelsche gentleman in zijn hart een zekere ge- Den volgenden dag was er een altaar aan boord van de Zeppelin opgericht: op twee groote metalen koffers, waarin de zwemgoriels bewaard worden, was een groot blad van een tafel gelegd, waarover een breed, wit tafelkleed was uitgespreid. .De verdere benoodigdheden voor het opdragen der H. Mis had ik in mijn mlssiekoffer meegebracht. Alle versche bloemen, die aan boord waren, werden door den steward bijeengebracht om het altaar te versleren. De naastbljgelegen leeszaal mocht ik als Sacristie gebruiken en daar heb ik mij gekleed in de liturgische gewaden. Dr. Eckener had zelf de aankondiging gelezen en zijn volle goedkeuring daaraan gehecht. Werd de H. Mis door veel personen cljge- woond? Ongeveer dertig passagiers waren aanwezig, waarvan de meesten echter niet katholiek waren; ik zag meer fotografen dan biddende katholieken. Bijna alle passagiers wilden een foto bezitten van deze plechtigheid, terwijl in opdracht van een Amerikaansche Arma een film vervaardigd werd. Een katholiek journa list die het Radio Congres te Praag had bijge woond en per vliegmachine naar Friedrichs hafen was gekomen, heeft de H. Mis gediend, terwijl Professor Frans Wagner uit Dresden op de groote piano gewijde muziek ten gehoore bracht. Na het Evangelie, zoo vervolgde de vriénde lijke Pater zijn verhaal, heb ik een koite toe spraak gehouden. Ik heb myn toehoorders op de ongewone omstandigheden gewezen, dat er meer fotografen dan katholieken bij deze H. Mis tegenwoordig waren. Maar ik heb in aan merking genomen dat millioenen menschen met aandacht naar de foto’s zullen kijken. Daarom heb ik er geen bezwaar tegen^ gemaakt -<x Vervolgens heb ik mijn toehoorders herinnerd aan de verhevenheid van'het oogenblik, waar op Gód door de woorden van de Consecratie onder de gedaante van brood en wijn, voor het eerst aan boord van een luchtschip verschijnt. Wy hebben de hulp van God ^noodig om met dit luchtschip Amerika te bereiken, maar wjj kunnen Gods hulp ook niet missen om veilig den Oceaan van het leven over te steken. Met een lofbetuiglng aan de H. Drleëenheid heb ik mijn preek besloten. „Laat het Amen hierop uitgesproken worden door de wolken die ons omringen, door de zon, de zee, den wind en de sterren." „Het zij zoo” werd gezongen door de motoren, het wonderbare luchtschip, de bemanning en de passagiers. Gloria tibi Domine, Want aan U O Heer zij lof, heden, morgen en in alle eeuwigheid." Het was een ontroerend oogenblik toen «en van de passagiers onder de H. Mis tot de H. Tafel naderde. Was ook de bemanning bl) de H. Mis te genwoordig? Neen, den volgenden dag heb ik voor haar •en aparte H. Mis gelezen in den rooksalon. Kende U Dr. Eckener reeds tevoren? Zeker, ik ben een persoonlijk vriend van Dr. Eckener, en ik heb zelfs het huwelijk voltrok ken van zijn zoon, Knud Eckener, die met een één mlllioen gulden. Een bedrag dat, naar Augustus. Sproeteman beweerde, hij niet alle dagen in den zak van rijn versleten vest aan trof. „Gesteld", zei James Mac. Nelll en zijn oogen glinsterden begeerig. „Gesteld dat je morgens bjj het ontwaken tot de conclusie komt dat je droom zich heeft geïncarneerd, ik bedoel, dat Je dan wérkelijk een mlllioen bezit. Ik vraag Jullie: Wat zou je doen?!” Wat een vraag!I Wat we zouden doen als we eigenaar wa ren van zóó schrikbarend veel geld! Sproeteman schokte rechtop In zijn stoel en schudde zijn lange haren, die Beide zijn lekker, maar hebben niet denaelfden smaak.... eenigen geven de voorkeur aan de kers, anderen aan de framboos.” ..Framboos Francolse! Kers (cerise) Denise, wel dat rijmt!” riep ik uit, verrukt door mijn ontdekking. „Er ligt wel wat waarheid in Georges, hoewel je zelf dat niet hebt bedoeld. Myn nicht heeft de zoetheid, den geur, den exquisen smaak van de framboos Ik Ijjk meer op een kers, op een, beetje zure kers met harde kern, die wordt weggegooid, Op het goedige gezicht van Georges kwam een kalme glimlach. „Demise, je bent verruk kelijk van eenvoud." „Zooals de kersen?” „Ja, zooals de kersen.” „En ben je er dan niet heel, heel zeker van. dat je de framboos prefereert?” Hy antwoordde niet terstond... en. vreemd... terwijl ik wachtte op het woord, dat hij ging zeggen, voelde ik een beetje angst my bekrui pen. Zijn rustige stem bracht mij dadelijk weer terug in dë werkelijkheid. „Er zijn dikwijls wormen in de framboaen.” „O. Georges, dat slaat niet op Francolse!'* „Lieve Denise, wat ben je heftig!” .En jy donuneling!” riep ik uit, geërgerd door zijn bedaardheid. „Dan zal het een volmaakt huwelijk zijn tus schen ons beiden.” „Zal? Je wilt zeggen: aou het ztjn....” T-V en en ander is niet zonder invloed geble- H ven op de Engelsche mentaliteit. De Brit- sche zelfverzekerdheid heeft wel een paar geduchte knauwen gekregen, maar is niettemin nog springlevend. ZU treedt alleen niet meer zoo sterk op den voorgrond als vroeger. De alge- meene verontwaardiging over het lek, waardoor begrootingsgeheimen naar speculanten-ooren druppelden en de minister van koloniën Thomas althans zijdelings mede-gecompromitteerd wordt geacht, bewijst, dat de publieke opinie in Enge land het nu langzamerhand welletjes begint te vinden met het prestige-verlies. Deze wonder lijke historie is voor hem bijna even belangrijk als de Staviskl-affaire voor de Franschen was. Zijn gevoel van „fair play" en „gentlemanship" wordt er door gechoqueerd en de buitenlander die Engeland bereist, hoort van alle kanten be weren. dat Thomas niet meer te houden zal zijn 1). De Engelschen voelen de behoefte zich zelf te excuseeren en daaruit blijkt sterker dan uit iets anders, hoezeer zij zich bewust zjjn ge worden, dat er ..something wrong” is in hun „dear old England”. „Slakkenrjannetje”, begon Tuimeltje. „ik heb zoon dorst.” „Dan zullen we wat drinken", antwoordde de slak en bracht Tuimeltje naar een herberg, „Torrelust" geheeten. De herber gier, een zwarte dikke tor, zag wel. dat Tuimeltje niet meer voortkon en nadat Tuimeltje hem een fooi had gegeven, zei de tor opeens: „Waarom klim je niet op den rag van de slak?” Dat was tenminste een oplossing en Tuimeltje werd heel rustig door de slak voortgedragen. De wereld verandert, ook de Britsche, al ver andert die naar verhouding nog het minste. Men bemerkt dat aan tal van kleine dingen. Zoo had den de Britten, die zelf, gewapend met hun al machtig pond en een „air" van genadiglijk van den Olymp tot de menschen afdalende góden alle streken der aarde bereisden, vroeger maar wei nig belangstelling voor buitenlandsch vreemde lingenverkeer in hun eigen land, dat evenals hun .home" hun „castle” is. Thans echter zjjn de British Railroads en de Travel- en Develop mentassociations een intensieve campagne be gonnen om ook bij de continentale vreemdelingen ,en niet alleen by het eigen volk de schoon heden van Engeland bekend te maken. Zy heb ben een aantal Nederlandsche persvertegen woordigers en reisbureau-employé's verschillen de tochten laten maken door de schoonste en Interessantste streken van Brittannlë en hen niet alleen doen kennis maken met het zeer ka rakteristieke natuurschoon en de prachtige cul tureels en historische monumenten, maar ook met de zeer typische Engelsche gastvryheid. Of schoon deze gastrete in een waariyk Ameri- kaansch slghteeeing-tempo moest worden vol bracht, heeft zy ons toch eenige zeer sterke in drukken geven, indrukken waarover wy binnen kort meer hopen te vertellen. De globale indruk, welken wy tydens ons verbiyf in Engeland heb ben opgedaan, 18, dat de Engelschen, die eens in „splendid isolation” hun grootste kracht vonden en hun land als het eigeniyk middelpunt der wereld beschouwden, meer begrip hebben gekre gen van de betrekkeiykheld en den samen hang aller «dingen en tot een zuiverder plaats bepaling van hun land op de draaiende globe zyn gekomen, terwyi zy zich ten dezen reken schap geven van de middelpuntvliedende krach ten, welke op het oogenblik aan het werk zyn. en rich inspannen deze ontbindende krachten zooveel mogelyk tegen te werken, op te Heffen of te neutraliseeren. katholieke vrouw getrouwd is. Na de H. Mis heeft Dr. Eckener my ook persoonlyk gefe liciteerd. Was dit de eerste H. Mis in de lucht? Het was wel de eerste H. Mis aan boord van eeri^Zeppelin, maar reeds in December 1933 werd de eerste H. Mis in een vliegmachine op gedragen door een Franschen priester, die van de Golf van Corinthe naar de Golf van Patras vloog. Overal wordt Gods grootheid en lof ver kondigd, op, boven en onder de aarde, a In Februari van dit jaar heeft de Aartsbis schop van Toronto in Italië een H. Mis op gedragen in de torpedo-kamer van een onder zeeboot, ongeveer 100 meter beneden den zee spiegel. En bU een mynramp in Montagnes, in de buurt van Luik is zelfs op 2200 voet diepte on der den grond by het schynsel van honderden mynlampen een H. Mis gelezen voor de slacht offers. Ook in de hooge bergen werden reeds H. Mis sen gecelebreerd, zelfs op den top van den Mont Blanc, op een hoogte van byna 15.700 voet. Ja dan begrijpt men pas de woorden van den lo/zang „Benedlclte”, dien wy priesters lederen dag bidden. Is U tevreden over Uw reis naar Amerika? vroegen wy by het heengaan. Ja, buitengewoon. Overal ontmoette ik de grootste belangstelling en medewerking van het werk van de ,Mlva”. De Amerikaansche ka tholieken zullen niet achterbiyven om ook de meest moderne verkeersmiddelen in dienst te stellen van de Missie. „Ik moet verklaren," begon ik, „dat ik kapot was door je aanzoek.” .Kapot? Waarom?” „Omdat ik dat niet verwacht had. Niemand zou dat hebben kunnen voorzien. Het was zoo Iets buitengewoons, dat als wy niet leefden in een tyd, waarin alles mogelyk is. het toove- nary zou geleken hebben.” „Als Francolse hier was, zou zy zeker het hebben gehad over je overdrijvingen. Dentee.” „Welnu, Georges, laten wy de dingen be schouwen, zooals buitenstaanders zouden doen. Ik verzeker Je, dat ik goed heb nagedacht, dat ik toch wel gezond verstand bezit en dat myn logika onweerlegbaar is.” „Goed, ik luister.” „Welnu, daar is een Jongeman, die sedert haar kindschheid een jong me^Je kent, rijk, schoon en begaafd met alle volmaaktheden. En daar is een ander Jong meisje, byna arm, veel minder mooi....” „Ho, Denise!” „Val my alsjeblieft niet in de rede. Dus ik vervolg: veel minder moot, zonder nu Juist leeiyk te zyn, dat moet ik beamen. Anders geen voordeelen, die de weegschaal tusschen die twee Jonge meisjes zouden kunnen doen overslaan zy hebben dezelfde opvoeding genoten, zyn van dezelfde familie, dragen denzelfden naam de jongeman kent ze'allebei sedert nun prille jeugd. Op welk van de twee moet ny verliefd raken?” .Dentee, je hebt altyd pleister gehad In raadsels en dergeiyke kinderspelletjes." .Vraag aan wien je wilt, Georges, men aal ja 24 Mei is Empire Day in Engeland. De schoolkinderen die, ook wanneer het feest niet op Zondag valt, vry hebben, houden onder .jeugdleiders” bijeenkomsten, waarop heel even een paar woorden gezegd worden over de be teekenis van den dag, en verder gespeeld, ge zongen en getrakteerd wordt. Allen dragen vlaggetjes in de handen ook wanneer zy niet begrepen hebben wat Empire Day eigeniyk is. In ieder geval begrypen ze wat een vrije dag is. en deze is steeds een vlag waard. De groote kinderen houden, onder jeugdlei ders voor volwassenen (meestal de despoot van een of andere volksdagbladtrust) eveneens by- eenkomsten. soms met fakkels, steeds met i meestal met veel geestdrift, maar zonder eenig fanatisme. De eerste minister en andere staatslieden, en diegenen die zich hier toe op eigen gezag geroepen achten, houden redevoeringen, en zooals het te Londen toegaat, zoo geschiedt het alom in Groot Brittannlë op wat kleiner 'schaal, en ook aan gene zyde van botersaus, champagne.... zoodat ik he* i onderbreken, omdat my het water om de den liep. „Ah, als ik bezitter van een mlllioen was! Ik zou gaan reizen. De heele wereld door. Naar Italië. Rome. Michel Angelo, da Vinci bewon deren. Venetië.... Napels zien....!" ,En* dan sterven zeker!" onderbrak hier de afstammeling der rultstofgerokte herders uit de Schotache hooglanden myn meditatie vry on- hebbeiyk. En hy vervolgde: „Ijdel gepraat. Even overmoedig als dom en nutteloos!" „Wat dan?” vroeg ik hem. danig in myn wiek geschoten. „Wat dén? Wat zou JU Jkn doen!?” Hy keek even droomerlg voor zich hóen en antwoordde toen: J „Als ik droomde dat ik een milliosn bezat en het werkeiykheid bleek te zyn als ik ont waakte, dan sou ik me weer lekker in de dekens rollen en weer Inslapen om te trachten er nóg een mlllioen by te droomen!" haren waaraan men, méér dan aan zyn lyrische ontboezemingen kon mer ken, dat hy wilde behooren tot bet gilde der den Oceaan, en zelfs aan gene zyde van den aardbol, in Canada en Newfoundland, in Australië en Nieuw Zeeland, en alom waar de Britsche vlag wappert, wordt op het Ryk ge dronken en getoost. De B.B.C. voert een Em pire-program uit. en in alle overzeesche Brit sche landen zouden plechtigheden plaste heb ben, welke beoogen het gevoel van saamhoorig- held van de volken van het Gemeenebest te versterken De viering van dezen dag is steeds min of meer afhankeiyk van de oogenblikkeiyke om standigheden en stemmingen. Het vorige jaar had zy plaats in de luisterrijke „Jubileemaand”. De Koning zelf had Juist in zyn beroemd ge worden rede tot de leden van het Parlement en de staatslieden der Dominions, die hem en de Koningin in de Westminster Hall onderdanige hulde brachten, het Ryk verheeriykt als de over alle werelddeelen verspreide Volkenge meenschap. die onder de bescherming leefde van de Britsche „Vlag der Vryheid", zoodat een leder „zonder iets te duchten, kon werken voor zyn brood”. Empire Day stond het vorig Jaar in het teeken der vryheid een demon stratieve, tegen de anti-demokratische krachten in het kryt tredende vryheid. De stemming was zeer opgewekt, zeer hoopvol byna stoutmoe dig. Engeland en het Rijk schenen sterker dan ooit. De economische crisis, ofschoon nog niet tot het verleden behoorende, was reeds zoo gped als vergeten. Men blikte in de lichtende toekomst. Geld werd alom by stroomen uitge geven. Zooals het in het Moederland ging, zoo ging het ook in de Dominions. De solidari teit tusschen de landen van het Britsche Gemeenebest scheen volmaakt te zijn. Heel het Rlfk verkeerde in een toost-stemming. Dit jaar was' de stemming een andere. De beproefde koning, die een Jaar geleden het middelpunt der feestviering was, is gestorven. De nieuwe koning. nog ongekroond, eerbiedigt de traditie volgens welke de souverein ge durende de maanden van rouw voor zyn vader en voorganger, aan openbare feesteiykheden zoo weinig mogelyk deelneemt. Als koning moet het volk den vorst, met wien het als pnns van Wales zoo vertrouwd geweest is, nog leeren kennen. Zal hy met dezelfde overtuiging in de bres staan voor het Vryheidsbeginsel als zyn vader? Het is de vrijheid, en zy alleen, welke de landen van het Britsche Ryk aaneensnoert. Verloor op een kwaden dag, in een oogenblik van verslandsverbystering, het Engelsche volk zyn vryheid, dan zou het Ryk uiteenvallen. Maar het verschil tusschen heden en een jaar geleden is niet alleen hierin gelegen dat En- geland thans nog rouwmaanden doorleeft, ter- wyi het in Mei 1935 uitbundig jubelde ook in andere opzichten is thans de stemming veel ernstiger en bedachtzamer. Er wordt minder geld uitgegeven, wantmen praat vee! over de mogelijkheid van oorlog binnen afzienbaren tyd, en niets heeft een fnuikender uitwerking dan zulk gepraat, 't Vorige jaar wist men dat de verdedigingsmiddelen versterkt zouden worden, en jubelde; thans moet men de koeten betalen, en de kanselier der Schatkist spreekt geen opbeurende taal meer. Zeer tnoeiiyke maanden zyn achter den rug. envoor den boeg. Onder deze omstandigheden krijgt Em pire Day voor het Engelsche volk een andere, een ernstiger en een dieper beteekenis. y^e wereld verandert, ook de Britsche. I 1 prestige van het „British Empire" heeft de laatste jaren gevoelige klappen gekre gen en het merkwaardigste is, dat althans de verantwoordeiyke regeeringspersonen en de meer cosmopolitisch georiënteerde Londenaren zich wezeniyk daarvan bewust zyn geworden. De Engelsche kranten leggen openiyk getuigenis af van deze bewustwording. Met groote eeriyk- heid erkennen zy, dat het aanzien van Engeland in de wereld zicht- en voelbaar is geschaad, en dat wil wat zeggen, want voor de nog altyd zonder aarzelen antwoorden: Op de eerste.... en het te de tweede, die hy ten huwelyk vraagt.” ..Dat bewyst, lieve Dentee. dat oordeelkundige redeneeringen nog altyd niet juiste redeneerin- gen zyn.” „Dat hy de eerste niet gevraagd heeft, die haar eischen zeer hoog zou kunnen stellen, dat lykt my natuuriyk....” „Wel bedankt....!” „Maar dat hy de tweede, die met de eerste niet te vergeleken te, de voorkeur heeft gege ven, dat zul Je my nooit kunnen doen ge- looven." „welke beurde?" „Dat hy eigeniyk het oog had laten vallen op het eerste Jonge meisje, maar vermoedende, dat hy daar geen kans zou hebben, heeft hy zich gewend tot het tweede, een beetje uit een gevoel van spyt of wel om toch in de familie te komen. Welnu, dat bevalt heelemaal niet aan het tweede jonge meisje, die, hoewel zy niet rijk te, toch er voor bedankt genomen te worden als noodhulp.” Gedurende myn rede was Georges eerst een beetje verbleekt, nu werd hy heel rood, hy lachte en deed zyn best te gekscheren. .Je bent te bescheiden Dentee. een viooltje in het mos verscholen! Maar als de roos en de anjelier lekker ruiken, dan la de geur van het viooltje niet minder aangenaam.” „Een viooltje! Ik! Georges, je steekt draak met mij!" „Laten wy dan een andere vergelijking nemen: de ken en de framboos by voorbeeld. Als hy my ten huwelyk had gevraagd, zou ik my gevleid hebben gevoeld.... Maar, helaas.... hy was het niet, het was ook de dokter niet. Het was Georges Peral, die goedige dikzak, die gewone doodkalme Georges! Waarom was ik gedoemd om na te denken over den man, die my onder onze kennissen het minst interesseerde? Maar ik had tante beloofd na te denken en daarom probeerde ik de voordeelen van het huwelyk, dat my werd voorgesteld, in my op te nemen,, maar wat Wik ook deed, het lukte niet. Misschien was myn methode niet goed. Ik kon niet anders doen dan herhalen, wat tante Madeleine my had gezegd: flink fortuin, deftige familie, mooie positie, enz. Maar dat alles bezorgde my hoegenaamd geen ontroering, niet het minste verlangen om er mUn toekomst- droomen aan op te offeren. Ik gaf toe, dat er vooruitzichten waren, die niet te versmaden waren.... Tante had êeiyk. ik moest nadenken, eer ik besloot neen te zeg gen. Naar gelang de slaap my beving en myn dichters. „Wat ik aou doen?” vroeg hy en zyn stem sloeg over van emotie. „Wat ik zou doen? Ik zou niets meer doen. Ik zou slechte gaan genieten van alles wat de tong streelt!" En hy vtng een langen lofzang aan op ge braden hoentjes, malsche biefstukjes, oesters, nieuwe aardappeltjes, zwemmende in smeuïge moest lan sloot zy het dadeiyk weer. Juffrouw Brissot overstelpte den bezoeker met vragen omtrent zyn gezondheid, die van zyn vader en moeder, het weer, de internationale politiek en ik, die niet wist of ik lachen zou of een gelegenheids- gezicht zou zetten, Ik gaf myn aanbidder de hand. Hy, kalm en goedig als altyd, vertoonde heelemaal niet het type van een verliefden man, die zyn vonnis afwacht. Geen vreemde schit tering in zyn oogen, geen trilling van zyn ge zonde en frissche lippen.... en dat ergerde my wel een beetje, want om de waarheid te zeg gen, was ik lang niet zoo kalm als hy. Onze chaperonne, met een aandoeniyke haast, verklaarde, dat zij een brief moest gaan schrijven, die geen uitstel dulde en dat zy ons een oogenblik alleen moest laten. Met een knip oogje waarschuwde zy my. dat haar afwezig heid zoo lang zou duren als ons gesprek. „Wat een coined ie!” riep ik uit, toen zy de deur achter zich gesloten had. „Vindt u niet, dat die goed gespeeld te?” vroeg myn pretendent «onder iets, van zyn bedaardheid te verliezen. „O, uitstekend!” antwoordde ik. „Zullen wy er mee doorgaan, nu de eerste rol het tooncel verlaten heeft?” .Je hebt my ultgenoodigd tot een ernstig ge sprek, Dentee: ik sta tot je dienst.” Ziedaar, dat was duideiyk en in het geheel niet sentimenteel. Maar dat gaf my tegeiyk de gelegenheid om dadelyk met het onderwerp van ons gesprek te beginnen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 19