iKctu&fiaal
den daq
wui
Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind
N
F 750.
F 250.-
F 750.-
Engelands Katho
lieken
DE NEGUS REIST.
Nastja Wolosjin
De cursussen van
Pater Hendrichs
De onbekende Verloofde
DOOR LEMAIRE
I
VRIJDAG 29 MEI 1936
Bibliotheek te Addis
Abeba
1
De koude douche
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
De verfvlek i
«•••••■••••••••••••«easssstavsssiasssssssssstsszzeaeaa
manier zag? Het was nu wel zeker, dat daar
boven iets gebeurd was. Als ze hem zagen weg-
wle weet waarvan
slaan.
20^
zoo heb Ik
Het meisje met de stigmata
zei
iden,
IIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllllllllllllllllllllllln?
I
HOODSTUK III
(Wordt vervolgd)
Ook de huisdokter wilde met Kruimeltje mee. „Ik zal een
doos verbandwatten meenemen” «el ie tegen Kruimeltje en een
trommel beschuiten, een nijptang, een medlcynflesch er. een
schop. Me: hun tweeën duwden ze het wagentje voort en gin
gen langs kreupelhout en bosschen de richting in. waar ze
dachten, dat Tuimeltje moest zijn.
En ze hadden geluk, in de verte hoorden ze een zacht ge
kreun. Het was Tuimeltje die met een spijker in zijn voet
tusschen het gras lag. De slak, die verbazend moe was gewor
den. had hem in de steek gelaten en nu had hy alleen verder
moeten gaan. Zijn schoenen waren heelemaal stuk en hy had
eeen verschrik keiyken honger. Kruimeltje en de dokter tilden
hem in het karretje en nadat ze den spijker uit zijn voet
hadden gehaald en hem flink te eten hadden gegeven, gingen
ze op weg naar den kabouterbaas.
hier en daar in een winkel
hij gelegenheid in overvloed
keek
heen.
O, Haile Selassie, verwonnen vorst.
Wat denkt g'in Europa te winnen?
De menschen bü U waren donker
van huid.
Maar hier zijn ze zwart vaak
van binnen....
op
Ru-
(Vïn onzen Lonctenschen correspondent.)
Donden, 22 Met 1936.
een
Catholic
Truth Society vertelde. Hij vertelde het vijf
maal bij vier Missen en één Lof en hij
zal het waarschijnlijk nog vele malen vertellen
in an<u re hoofd- en parochiekerken, want de
brocnuies des Society (het equivalent van onze
G.O G.-boekjes) zijn het eenige midcl.’l waar
door in die zeshonderd plaatsen de verspreid
Men liet U maar vreezen en hoven,
Nü biedt men U geld, ja, nti hoert
men U graag:
'n Attractie in volksbioscopen
- --vazal
één van haar armbanden
De oogen van het meisje dwaalden door den
ouderwetschen salon en bleken dan weer op
den Jongeman te rusten.
Nü weet ik weer waar ik u gezien heb,
riep ze uit. kwam uit het postkantoor,
hier, verleden Maandag.
Hoewel hij verrast was door de onverwachte
- zx>nder moeite naar het raam omhoog gek lom-
Ge zoekt hier den vrede? Ge zoekt
hier het recht?
Beroept V op eer en geweten?
Dat zijn mooie woorden, maar 1 is
theorie,
En practisch verouderd, versleten.
B Gij deed op de wereld zoo vaak
een beroep,
zeker, dat hij niet liegt en dat hij niets achter
houdt. Door vriend en vijand immers wordt hij
erkend als een eerlijk en algeheel onrecht man
Eén experiment genomen om net boven
natuurlijke van Nastja's ervaringen te toetsen,
mislukte geheel en al. In zijn boek beschrijft
Dr. Kostelnik die mislukking in allen eenvoud,
bij verlies van een hand,
een voet of een oog
Nadat' Tuimeltje nogmaals door den dokter onderzocht was
en er geen gevaar bestond, dat hij ziek zou worden, glr.g ie
eerst eens zien zijn schoen weer heel te krijgen. HU stapte bU
den schoenmaker der kabouters binnen en deze schrok wel een
beetje, toen ie de schoen van Tuimeltje zag. „Zeg eens kereltje”,
je hebt die schoen toch zeker niet express zoo stuk gemaakt,
viel de schoenmaker uit en Tuimeltje vertelde, wat hem over
komen was. Twee uren daarna mocht ie ze weer gemaakt ko
men halen.
ik de
doordat
kartelyk
1 T r1 A D/’MUIUE'JC °P dlt blad z^n ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f? 7^0 b*J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Jé' *7^0” b^ onKeTaJ met
AA ,r. AA n IN rS O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen l UU» verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen WV/e doodelljken afloop
den tuin, de altijd groene
i de kale lindeboomen; de
met marmeren bekken, waar
tritons en nymphen zich vermeiden, leek over
togen met een bleek goud, dat schitterde als een
kostbare sluier. Kersrozen opende op het gras
hun parelmoeren blaadjes, muaschen kwamen
de kruimels oppikken, die dageiyks voor hen
werden uitgestrooid.
„Het is te mooi weer,” dacht ik, ..hoe het ga,
ik moet vandaag mij lief voordoen.”
En meteen was mijn humeur weer goed. Ik
was vriendelijk Jegens het kamermeisje, dat my
mijn ontbijt bracht, lief voor Lolotte die toen
kamer ultglng. mi) bUna deed vallen,
zü onverwachts tegen my opsprong.
jegens oom en tante. Francoise en,
Michel, lief ook jegens juffrouw Brissot. die my
wantrouwend aankeek alsof zy niet overtuigd
was. dat ik het meende.
Toen dien middag Francoise my voorstelde te
voet naar een dame te gaan, beschermvrouwe
van een liefdadig werk, waarin tante belang
stelde, greep ik voi Uver de gelegenheid aan,
die zich wel zelden voordeed om een wandeling
te doen in de straten van Parijs. Juffrouw
Brissot gaf de voorkeur aan den auto, maar nu
lieten wy ons niet van de wys brengen en
gingen vrooliJk en welgemoed in de richting
van den Are de Triomphe.
MUn nicht en onae chaperonne waren het niet
eens wat betreft den naam van de dame, die
wy gingen bezoeken. De een beweerde, dat zU
Mrs. Thomson) heette, de andere Mrs. Morrison.
„Wy moeten het toch te voren weten.” zei
Francoise. „Het lykt te gek om een dame te
bezoeken en niet te weten hoe zU heet.’*
Nu had onze juf den naam op haar zak
boekje genoteerd. ZU bleef op den rand van het
troittoir staan en begon geholpen door myn
nicht in haar tasch te zoeken. Ik had my niet
bemoeid met die twist en het interesseerde mU
niet, of zU den naam zouden vinden.
Ik was dus eenige passen voortgeloopen
opnieuw bezig met de zorgen voor mUn toe
komst. Tante had eenige dreigende woorden
gesproken over den eenzamen ouderdom, die
myn deel zou zyn, als ik er niet toe kon komen
om met Georges Peral te trouwen. Op het punt
van onzekerneid. waarop ik nog bevond, een
zeer onaangename positie, is een nietigheid soms
voldoende om de balans te doen overslaan. hctzU
naar een ramp links, hetay naar een tuimeling
rechts.
TerwUi ik zoo In gedachten verzonken door
liep, ging iemand my voorby. een heer, die anel
zich voortbewoog en van wien ik alleen den geur
van zyn sigarette waarnam: merk Royal Origan.
Met neergeslagen oogen ging ik nog twee passen
verder, zonder iets anders te zien, dan myn
schaduw op de aonnlge steenen van het trot
toir.
wonende katholieken nog contact onderhouden
met de waarheden hunner Kerk.
Na roe'n preek voelen wU hoe klein de paar
behaaloe successen zyn, vergeleken by die
welke wjj nog bereiken moeten. *t Stemt ons
opnieuw tot de bescheidenheid, die noodzakeiyk
is. Indien wy opreent hopen, dat onse katho
lieke kleinkinderen of achterkleinkinderen rede
nen tot rechtmatigen trots zullen hebben.
Wat ik ook deed, het was mU niet mogeiyk
die vluchtige ontroering weer op te wekken, die
ik ondervonden had toen Georges Peral zich by
my in het salon bevond....
Toen ik er goed over nadacht, voelde ik my
gevleid, dat hU aan my boven Francoise de
voorkeur gaf, maar ik kon de gedachte niet van
my af zetten, dat er een manoeuvre van Juffrouw
Brissot achterstek, waaraan alle hartstocht
van myn pretendent geheel vreemd was. En
op dat woord: hartstocht kwamen myn illusies
terug als weggevlogen duiven naar de til. Om
de waarheid te zeggen, was Francoise ouder
dan ik, daarby had ik nog nooit aan een huwe-
lUk gedacht.... op,dat oogenblik verlangde ik
er ook niet naar. Myn leven ging zoo geluk
kig en zoet voorby in het huis van mUn oom
en tante! Als ik aan alles dacht, dat ik zou
moeten opofferen om mevrouw Peral te worden,
kwam ik tot het besluit, dat het de moeite niet
waard was en de acties van Georges daalden in
koers.
Dt was dan ook den volgenden morgen bU
Ge droomde V keizer van Afrika,
Ge hield Juda’s schepter in Kimden,
Maar niets is er over van
staatsie en macht.
Nu zwerft g’ over zeeën en landen....
merkwaardig biyven, hoe zU dan wél moeten
worden verklaard, daar in dezen bedrog ab
soluut is titgesloten. Het zou dan een ziekte
moeten zijn, een psychische ziekte. En de me
dische wetenschappen sullen er dan een heelen
loer aan hebben, de oorzaak van al dat won-
derbaariyke in de natuur van den menach te
doorgronden: wonden, wonderen, extasen,
helderziendheid, voorzeggingen, enz., enz Dan
zal het boek van Dr. Kostelnik een raadsel
worden, dat voorloopig wel niet zal .kunnen
worden opgelast.
„O, wat dat betreft, dat Is waar!” riep ik
uit.
Een lieve glimlach beloonde my voor dien
uitroep. „Je zult eens zien, wat een goede echt
genoot ik zal biyken te zyn, als je er in toe
stemt je te laten vertroelen en beminnen.”
zyn stem klonk feeder, zyn blik was lief
kozend. Al de gevoelens van mUn zestien Jaar
vervulden opeens myn gemoed. O, dacht ik, als
hy my soms had toegesproken zooals nu, sou
ik niet noodlg gehad hebben om na te denken
om tante Madeleine plelzier te doen.
Toen hy vertrok na myn belofte in ont
vangst te hebben genomen, dat ik hem weldra
myn besluit zou doen kennen, verontschuldigde
ik my, dat ik hem geen uitgeleide deed, daar
Lolotte op mUn schoot lag en ik bleef onbe-
wegeiyk zitten, terwyl de schemering lang
zamerhand het salon verduisterde.... Ik had
geen lust om te lachen, my te bewegen, mU
te’ voelen leven. Ik ondervond, wat senuwach-
tige menschen voelen als er een ramp gaat
gebeuren: een stomme angst, iets nieuws in
mUn leven, dat my bang maakte en toch een
vage vreugde veroorzaakte. Ik was er zeker van.
dat ik Georges Peral niet beminde, ik wist ook
niet zeker of hy my liefhad maar toch nam ik
zonder vee! verdriet het vooruitzicht aan. zyn
vrouw te worden, al moest ik dan ook om dat
te doen afzien van alle illusies.
O. wat waren die illusies my opeens ontval
len! De roman, de bliksemstraal der liefde, de
groote hartstocht, waar was dat »Ues geble
ven? Een beetje mist door de ochtendzon ver
dreven....
Lolotte, die wakker was geworden, sprong op
myn schoot en haar grappige maniertjes om
een gemakkelyke houding aan te nemen, amu
seerden my een oogenblik. Ik hoopte, dat mUn
pretendent er gebruik van zou maken om mU
een liefdesverklaring te doen, maar neen....
Hy zei eenvoudig: „Is dat alles?’*
„Wat? Alles?”
„Wat Je my te zeggen heeft?”
„Is het niet natuuriyk, dat ik met je wilde
spreken, eer ik een besluit neem, dat mUn ge
heele leven verbindt? Om mij heen is het een
ware conspiratie. Iedereen raadt my aan dit
aanzoek aan te nemen. Alleen JU zelf zegt niets
om my te doen besluiten.”
„Als iedereen het voor my opneemt,” ant-
woordde hy gllmlachtend, „dan verbiedt my de
bescheidenheid om my te beroemen op mUn
talryke goede hoedanigheden.... Men zal Je
gezegd hebben, dat Ik jong ben, gezond, eer
ryk dan arm, eer goed dan slecht.... Ik heb
myn dienstplicht tydens den oorlog goed ver
vuld....’
Op Initiatief van de vereeniging ..Dante" te
Venetië zal een Italiaansche bibliotheek te
Addis Abeba worden gesticht, waarvoor reeds
een aanzienlijke som is toegezegd. Het insti
tuut van romelnsche studies zal in Etiopië een
afdeellng oprichten voor de cultureele ontwik
keling van de Italianen, die aldaar gaan wer
ken en voor de beschaafde Inwoners. Hoofd
zetel wordt Addis Abeba. Er zal een speciale
studie worden gemaakt van documenten en
gegevens, die betrekking hebben op de latyn-
sche beschaving en de verhouding tusschen
Rome en Afrika door de eeuwen heen.
Men heeft de „beschaving" gebracht
naar Uw rijk,
Wie wil nu Uw klachten aanhooren?
Ge reist en ge trekt, ach, bespaar
U'dat toch!
Ge spreekt slechts voor
doovemansooren
HERMAN KRAMER
5 en dezer dagen werd het H. Doopsel te
H Leiden toegediend aan de Catechumenen
van den cursus van Pater Hendrichs. Dit
besloot de cursussen van het seizoen 1935— 36
Den Haag <3 Met), Rotterdam (9 Mei). Am
sterdam (1*1 Mei) waren reeds voorgegaan;
LeicVn sloot echter op hoogst Indrukwekkende
wyzc! Niemand; die tegenwoordig was in de
stampvolle kapel, welke een uitgelezen groep
dierbaren en aanverwanten der Catechumenen
en daarenboven zeer veel Convertieten van
vorige jaren bevatte, zal ooit het verheven
schouwspel vergeten van den Blsschop van
Haarlem, die plechtig, volgens het Pontificale.
I aan 11 mannen en 12 vrouwen, jong en oud.
allen volwassenen, toediende het H. Waterbad
c>r Wedergeboorte. Eén voor één naderden de
23 gelukkige Catechumenen den Kerkvoogd, die.
vóór het altaar in groot ornaat gezeten, hen
wacntte om hen te wyden, te zegenen, te zal
ven. in te voeren !n de Kerk, toe te spreken,
te doopen, den witten sluier en de brandende
kaars ter hand te stellen*t Was *n onvergetelyk
schouwspel! En die vaderiyke, harteiyke. diep-
gevoelce woorden, waarmee de Bisschop ten
slotte den Neofieten gelukwenschte. hun op het
hart drukte het witte kleed onbesmeurd te be
waren. het licht van geloof in Gods liefde in
hun zielen levend te houden, de klem, waar
mee Hy de talryke belangstellenden op de hei
lige verplichting wees, hun jonge broeders en
zusters, vooral door hun voorbeeld, te steunen;
dan oe geestdriftige, ontroerende woorden,
waarmee Z. Hoogw. Excellentie den gryaen, on-
vermoeiden leider van den cursus dankte voor
sUn toewijding
sinds jaren, en
hem in aller ge
bed aanbeval om
nog lang dit werk
te mogen voort
zetten; ten slotte
de diep geveelde,
devote. harteiyke
toewyding der
nieuwe leden van
Christus' Lichaam.
de Kerk, aan
Christus' Moeder,
het was alles aan-
grUpend en heer-
lyk en om nooit te
vergeten!....
Zoo zyn dan na
de Eerste H. Com
munie dezer tal-
ryke groep te Lei
den, in dezelfde,
weer stampvolle
kapel, Zondag 25
Mei de «ursussen
van Pater Hen
drichs dit jaar ge
sloten. Moge de
74-jarige Aportel
in September weer
in de vier plaat
sen kunnen aan
vangen, waarover
zich nu reeds zoo
veel jaren zUn
door God gezegen
de arbeid uitstrekt.
Dat wenschen wy
hem, met Mgr.
Huibers, van har
te toe.
Hy keek om
zich heen. De
vensters waren te
hoog, dan dat
hy daarlangs het
huis kon verla
ten. En dan. als
men hem op die
y en dan krijgen wy. Katholieken,
koude douche, en dit kan in den figuur-
lyken sin even gezond zyn als in den
letteriyken.
Soms denken wy dat wy, hier in Engeland,
wond» wat te beteckenen hebben. De Oraal
geeft een algemeene repetitie en drie opvoe
ringen in cte Albert Hall, en ongeveer 20.000
personen wonen ze hy. „Geweldig!" roepen wy
uit, *>u als we t niet uitroepen, denken we *t
toch. In Liverpool wordt een kathedraal ge
bouwd, die de grootste ter wereld zal worden;
alleen voor de St. Pieterskerk te Rome die
geen kathedraal Is zal zU in afmetingen on
derdoen. Te Manchester wordt in de onmete-
lyke Free Trade Hal] een katholieke protest-
vergadering tegen de school-voorstellen der Re-
geerir.g gehouden, *en zoo overweldigend is de
toeloop dat een tweede zaal gehuurd moet wor
den, on toch nog honderden menschen op straat
biyven staan. Kloostergemeenschappen, die
sinds de hervorming uit Engeland gedreven
waren, keeren terug, en in plaatsen, welker
namen beroemd waren in de katholieke middel
eeuwen, worden opnieuw groote abdykerken
gebouwd. Walsingham, de oude bedevaartplaats,
waar ar gunsten van onze Li^ve Vrouwe afge
smeekt werden, is in eere hersteld; In lange
rUen trekken de pelgrims opnieuw naar den
venerabelen schryn, en weldra zal een groote
kerk "erryzen in de plaats die een brandpunt
was van middeleeuwsch geloofsleven. Aartsbis
schoppen en bisschoppen genieten aanzien en
presti.-e ver buiten de kringen hunner geeste-
lyke onderdanen, en dragen hiertoe veel bU tot
vernietiging van het oude vooroordeel als zou
de Katholieke Kerk een vreemd, een onnatio
naal tn zelfs een anti-nationaal lichaam zyn.
man zich weinig op zUn £emak te va
vond de houding van hei meisje niet
natuuriyk. En de absolute stilte in huis werkte
op zyn zenuwen.
Ik ben gek geweest, dacht hy by zich
zelf, dat ik hier gekomen ben.
Hu besloot weg te gaan, en wel onmiddeliyk.
Voorzichtig liep hy naar de deur en draaide
gerulschloos de kruk om. De deur was op slot.
MMWeeaaZMZéZZZMZéMZZéWSMMMMMMMMMMMa
loopen. zouden ze hem
verdenken. Besluitenloos bleef hy
terwyi het koude zweet hem uitbrak.
Een zacht geluid van een sleutel, die.om
gedraaid werd, en de deur ging open. Het was
Vera, die binnenkwam, onbewogen.
MUn tante is vermoord! berichtte zy.
Wit?
Gewurgd. En al haar juweelen zyn ver-
wending in het gesprek, moest hij niettemin
glimlachen.
Zeer juist, antwoordde hy. Ik heb daar
straks een leugentje gezegd, ik geef het toe,
toen ik u wilde verzekeren dat ik nog nooit tn
het dorp geweest was. Om het precies te zeg
gen: Ik ben Maandag hier gekomen met de
bedoeling om uw tante een bezoek te brengen.
Maar ter kwam wat tusschen, en zoo heb ik
het uitgesteld.
vreemd, dat uw vader nooit eens geko
men is.
Zy stond op.
Myn tante is al een kwartier over tyd.
Vindt u niet dat ik goed zou doen als ik eens
ging kyken?
Ik zou me er niet druk om
Jones.
Maar dan bedacht hy zich en voegde er by:
Doet u wat u het beste lijkt!
Toen hU alleen gebleven was. begon de jonge-
zich weinig op zUn £emak te voélen. HU
J'- -- *-* tepaald
myn ontwaken niet best gemutst, want de nacht
was niet aangenaam geweest. Ik had slecht ge
slapen. maar nu ik de oogen opende zag ik. dat
het een prachtige dag was. Een heeriyk son
netje bescheen
taxlsstruiken en
kleine fontein i
Groote mannen, geesteiyken zoowel als leeken
zyn sinds den aanvang dezer eeuw van da
Staatskerk overgegaan tot d? Moederkerk, en
verhoogen haar nationaal prestige. Men denke
aan Ronald Knox, den priester en alom be
minden humorist, die de zoon is van een Angll-
kaansch Bisschop van Manchester, aan den
grooten en geleerden Jezuïet Martindale, aan
Father Orchard, eerst kort geleden tot onze
Kerk toegetreden, na jarenlang een der ver-
maarektë Anglikaansche predikers der hoofd
stad geweest te zyn; men denke Ook aan den
grooten letterkundige, den geheel op zich zelf
staamlen taal- en gedachtenkunstenaar G. K.
Chesterton, en aan zyn geesteiyken broeder
Hilaire Belloc. En die mannen zyn niet alleen
katholiek van geloof zy zUn het ook in elke
uiting; zy zUn het byna uitdagend, en steeds
vermetel, in hun werk dat gelezen en bewon
derd wordt door allen die Engelsch lezen en
gevoel hebben voor den souvereinen geest van
geniale mahnen.
WU Vinden in dit land, waar een goede eëuw
geleden *t Katholicisme volkomen uitgemoord
scheen te zyn, den geest van Rome alom weer,
tegeiykertyd nemen wU een voortdurende af
takeling waar van cte materieel nog steeds
machtige staatskerk. Wy zyn getuigen van eken
voortdurend tn kracht toenemenden drang der
Anghkanen tot het .Jtomanlsme”, van dat ver
terende heimwee naar de Sacramenten, naar
11 turcie. naar een Inniger contact met Christus
dan preekstoel en bybel kunnen schenken.
En wy. Katholieken, kyken elkaar aan en
glimlschen. WU aanschouwen de eerste, maar
aldus meenen wU onmiskenbare symp
tomen van de verhooring onzer geduldig opge
zonden bede tot bekeering van Engeland. Ik
zelf ben geen Engelschman, ofschoon ik als
onderdaan van den Aartsbisschop van West
minster en als lid eener Engelsche parochie
myn geloofsbelangen in dit land heb. Maar ik
ben even diep doorek-ongen als welke Britsche
geloofsgenoot ook van de ontzagwekkende be-
teekems welke de bekeering van Engeland, het
middelpunt van het Britsche RUk, zal hebben
voor heel de wereld, en voor de ware Kerk van
Christus. Ik deel dus in de geestdrift myner
Engeisehe geloofsgenooten, koester dezelfde
verwachtingen, als zU, droom dezelfde toekomst-
droorien envergeet vaak even hardnekkig
als zy dat op het oogenblik niet meer dan 5
proc, van Engelands bevolking katholiek is.
Vandaar dat een ontnuchterende, koude
douche, ofschoon niet zeer aangenaam, toch
heel gezond kan zUn. ZU is ons Zondag toege
diend door den BenedlktUn Father Athanasius,
die voor de Catholic Truth Society in de St.
Bamabaskathedraal te Nottingham preekte.
H't zwaartepunt zyner preek was gelegen in
cte mededeellng dat er in Engeland nog 600
steden zUn, die noch *n katholieke kerk, noch
’n katholieke school hebben.
’tWas *n alleronaangenaamst stuk waarheid
dat i't den geloovigen namens de
zonder iets te verdoezelen. Ik had de beschrU-
ving van die mislukking in Kosteln’k’s boek
niet verwacht. De proef immers werd door ons
genomen tegen Nastja’s wil en buiten mede
weten van Dr. Kostelnik.
In December bezocht ik nameiyk met myn
vriend Joseph Peters uit Düsseldorf den Ar-
meenschen Aartsbisschop Mgr. Theodorowicz.
den bekenden schryver over Therese Neumann
van Konnersreuth. We vertelden hem over
Nastja en haar wonden. De bisschop gaf den
raad, eens in Konnersreuth te informeeren,
daar Nastja had gezegd, dat zy en Therese dik-
wyis samen kwamen om te bidden. Therese.
beweerde Nastja, zou spoedig sterven en had
als opvolgster haar (Nastja) uitverkoren.
Joseph Peters schreef dus naar Konners
reuth en vertelde in zUn brief o.a.. dat Therese
Neumann spoedig zou moeten sterven. Niemand
anders echter wist iets over dit schryven. Maar,
als de brief al een tydje weg was, kwam Dr.
Kostelnik Peters in Lemberg bezoeken, om hem
een boodschap van Nastja over te brengen
Deze boodschap: het was heelemaal verkeerd
geweest, dat Peters naar Konnersreuth had ge
schreven en het zou ook niets uithalen. Verder
had Nastja gezegd, moest Joseph Peters maar
liever over zyn eigen dood nadenken.
Peters stond paf, daar toch niemand iets
van dien brief kon weten, ook Dr. Kostelnik
niet.
Na eenigen tyd kwam er antwoord uit Kon
nersreuth, waarin werd medegedeeld, dat The
rese Neumann niets wist over Nastja en ook
niets over een mogeiyke opvolgster.
In zyn boek tracht Dr. Kostelnik deze mis
lukking eenigszins te verklaren, waarin hU
naar zUr. meening niet al te best slaagt. Wel
geef ik tce, dat deze ééne mislukking in ver-
geiyklng met zoo veel wonderbare feiten in het
niet verzinkt. Want al weten wy momenteel
geen afdoende verklaring voor de merkwaar
dige onbekendheid van Therese met Nastja.
wil dit nog niet zeggen, dat er zoo n vei klaring
in het geheel niet kan bestaan.
Ook al zou op den duur biyken, dat Dr. Kos-
twyfeld worden aan wat hy zegt. We weten 'telnlk zich vergist heeft in zyn beoordecling
van Nastja en haar wonden (hetgeen niet zeer
waarschyniyk is), zal zUn boek toch nog merk
waardig biyven en zeer lezenswaard. Dit van
wege het groote felten-materlaal, dat hy over
het. gestigmatiseerde meisje geeft. Immers als
al die feiten niet op bovennatuurlQke wyze
moeten worden uitgelegd, zal het toch steeds
antwoord te geven ging Ik naar den
schoorsteen en opeens spatte onder mUn zenuw,
achtige hand bet licht uit de zeven bronnen
van een kandelaber. Juffrouw Briseot knipte
men zyn, over het dak van de koiënschuur
en haar vermoord hebben, toen ae op een on
gelegen oogenblik wakker werd. Als hy tevoren
hier en daar in een winkel geweest is, heeft
hy gelegenheid in overvloed gehad om zich
volkomen op de hoogte te stellen aanga.ryt»
de gewoonten van mUn tante en hoe wy hier
leven. Maar één ding heeft hy hoogstwaar-
schymyk met geweten, voegde zy er langzaam
aan toe, en dat is dat het dak van de kolen-
schuur vanmorgen pas geverfd ia
En zy richtte haar oogen strak op de roode
verfvlek. die den rechterschouder van Jones
jas ontsierde.
met de oogen er tegen, terwyi zy hernam: „Een
jongeman van zUn gehalte! De witte raaf!”
„Georges Peral een witte raaf?.... HU is een
goede lobbes, dat is alles....’’ antwoordde ik,
terwyi ik de schouders ophaalde.
Lolotte. die ik van mUn schoot had laten
giyden, werd wakker en rekte zich uit met
een geeuw, die op een klacht geleek.
T a mevrouw Anderson thuis? vroeg de jon ge-
I man. op de stoep van huize Laurier".
Jawel, mynheer.
En het meisje ging opay. om den bezoeker
binnen te laten.
Juffrouw Vera is in den salon, voegde ze
er bU- Mevrouw rust nog. maar se komt
beneden tegen de thee.
Toen ze stemmen hoorde, kwam juffrouw
Vera in de hall, waar de bezoeker zich bevond
De jongeman glimlachte beleefd.
Sta me toe. dat ik me even voorstel. MUn
naam is Albert Jones. Myn vader is een oude
kennis van mrs. Anderson en heeft me ge
vraagd om haar eens op te boeken. Maar ik
hoor dat ze nog aan het rusten is.
MUn tante komt eiken dag. zonder man-
keeren. om half vyf beneden, antwoordde Vera.
De klok sloeg half, terwyi het meisje sprak,
en zy wendde het hoofd omhoog naar de trap,
alsof ze verwachtte een bekende gedaante be
neden te zien komen. Maar de trap bleef leeg
er geen geluid kwam van boven.
De bezoeker volgde het meisje in een tame-
iyk onderwetschen salon, waar zy tegenover
elkander plaats namen. H U zag een meisje,
tameiyk tenger, doch met een energieke uit
drukking op het gelaat. Z U bestempelde het
gezicht van den jongeman aanstonds alg .ge
woon" en nam daarentegen zyn coetuum aan
dachtig op. HU had een grys pak aan en bruine
schoenen, een en ander heel degeiyk. maar met
een neiging tot opzichtigheid. Op zyn rechter
schouder zag ae een roode verfvlek op zyn jas.
Klaarbiykeiyk had de jongeman daar niets van
gemerkt.
U zult stellig myn vader wel eens hebben
hooren noemen, door uw tante, merkte hy op.
Nooit, zei Vera.
Dat is vreemd!
Vera scheen ietwat afgetrokken.
Woont u tn het dorp? vroeg ze dan.
O. neen. Ik logeer by een kennis, verder op.
Ik heb een idee, dat ik u al eens tegen
gekomen ben
Onmogeiyk! protesteerde hy glimlachend.
Het is de eerste keer, dat ik in deze stre
ken. kom.
Hoe wist uw vader ons adres? We zijn
hier pas in het afgelooqen jaar komen wonen.
O. dat hebben we van de Bentons. D1 e
zult u tenminste toch wel hebben hooren noe
men?
Vera schudde het hoofd.
Maar waar spreekt u dan met uw beidjes
over, uw tante en u? liet de jongeman zich
ontglippen.
Het meisje keek hem recht in het gelaat.
We spreken byna nooit met elkaar, ant
woordde zy. Er bestaan nu Juist geen vriend-
schappeiyke betrekkingen tusschen ons. Zoo zou
ik het bUvoorbeeld nooit kunnen wagen, om
’s middags myn tante wakker te maken of ook
maar naar boven te gaan, terwyi ze slaapt. (ZU
keek weer op haar armbandhorloge). Ik be-
gryp wcrkeiyk niet, waarom ae nog niet be
neden is. Ik zei u dat ik het nooit zou wagen
om naar boven te gaan, terwyl myn tante
slaapt. Vanmiddag heb ik het eerst den moed
daartoe gehad. Ik wou een boek hebben, en
op de punten van myn teenen ben ik voorby
haar deur gegaan, terwyl ik beefde als een
Jongen, die ongehoorzaam is geweest. Ziedaar
den staat van vernedering, waarin ik hier leef
terwyl ik maar een paar honderd gulden noo-
dig zou hebben om zelf wat te beginnen....
Een paar honderd gulden maar, de waarde van
dwenen.
Sta my toe dat ik een dokter ga halen
en de politie, bracht de jongeman uit.
De dokter is er al. Ik heb hem getelefo
neerd. Dat is de reden, waarom ik u zoolang
alleen gelaten heb, antwoordde Ver*. Blyft
u. alstublieft. Waarschyniyk zullen ae u vragen
willen stellen als getuige.
Maar ik heb niets gehoord. Ik was hier
al dien tyd by u....
U zou tegen m U kunnen getuigen, na
al wat ik u gezegd heb. zei Vera kalm. Zon
der twytel heb ik den achyn tegen: myn onte
vredenheid over het leven hier, myn afkeer
van myn tante, myn haken naar een beetje
geld, om van niemand af te hangen.
Als de politie hem vragen stelde, kon de
Jongeman ongetwyfeld er toe bydragen om het
meisje in het nauw te brengen.
Ik denk er niet aan om u kwaad te doen,
zelde hy. Laat me stilletjes weggaan.
Daar is het nu te laat voor.
De deur werd wederom geopend en een langs
man. met gebronsd gelaat, waarop eeriykheid
en beslistheid te lezen stonden, trad het ver
trek binnen.
Ze is minstens drie kwartier dood, zei hU
tot Vera. Wie kan het gedaan hebben?
Laat Ik u even voorstellen: meneer Jones
dokter Brown, zei Vera. Meneer Jones is
de zoon van een ouden kennis van myn tante.
Wie het gedaan aan hebben? Ik zei net tegen
meneer dat de schyn heelemaal tegen my is.
O. ik zal me natuuriyk verdedigen, ging ze
voort, terwyl ze het spontaan protest van den
dokter onderbrak. - Ik zal opmerken, dat
iedereen in het dorp wist hoe myn tante eiken
middag alleen boven bleef, met haar juweelen
op haar toilettafel. De eerste de beste kon
En waarom? Omdat die goede dikzak van een
Georges my voor de eerste maal had aange
keken, zooals ik gewild had, dat hy gedaan
had, toen ik zestien Jaar was.
„Ben je daar, Denise?”
De gedempte en voorzichtige stem van Juf
frouw Brissot Ontrukte mU aan een gevaariyke
droomery. Ik kon haar in het duister van de
kamer niet zien, ik raadde eigeniyk waar haar
onbevallige gestalte zich bevond, maar ook
haar brandende nieuwsgierigheid, my door die
vraag van haar geopenbaard.
„Is hy al vertrokken? En ben Je nu tevre
den?"
„Tevreden, dat hy vertrokken ia? Och, lieve
hemel, ik ben er niet verdrietig om.”
„Maar, Denise.... Ben je dan niet tevreden,
met hem gesproken te hebben? Hy is zoo char
mant!”
O, zy kwam juist van pu. als zU meende
het eerste het geheim mUner ziel te doorgron
den! Wat er in my omging was zoo gecom
pliceerd, dat de stilte en de duisternis my niet
veilig genoeg leken!
En naast mU ging de zeurderige stem door:
„O, wat heb je toch een geluk!”
Meteen was de betoovering verbroken. Georges
werd weer de raadaelachtige candidaat van
juffrouw Brlsaot en myn wantrouwen, dat een
oogenblik was Ingesluimerd, verhief zich op
nieuw.
Zonder
-J--V eaer dagen verscheen te Lemberg met
I 1 toestemming van den Katholieken Aaru-
bisschop het eerste deel van Dr. Gabriel
Kostelnik s boek over de Oekraïnlsche gestig
matiseerde: .Nastja Wolosjin, het meisje met
de stigmata”. Het is een boek in 't modern
Oekraïnisch idioom, een taal, welke slechts
weinigen zoo perfect kunnen schryven als de
populaire priester-pubheist Dr. Kostelnik,
wien lede* rechtgeaard vaderlander in
theensch en Oekraïnisch Polen groot gaat.
Dit boekje schreef Dr. Kostelnik als „ge
tuige" van de wonderbare gebeurtenissen in
Lemberg over het 24-jarlg meisje Anastasia
Wolosjin, de dienstbode, die in zyde, handen en
voeten de wonden draagt van Onzen Lieven
Heer.
Reeds op de eerste bladzyde beklemtoont hy
dit feit nadrukkeiyk, het feit van zyn .j(e-
tutgenis”, het feit, dat hy slechts schrUft, wat
hy met eigen oogen heeft gezien, met eigen
ooren gehoord en zelf ondervonden heelt.
Wetend, hoe kolossaal nuchter Dr. Kostel-
nik steeds was, hoe rationalistisch bijna, ver
baast mei. zich des te meer over al wat hy in
zyn boek te vertellen heeft. Het is als een
sprookje uit lang vervlogen tyden, als een
schoone legende die geschiedenis over „het
meisje met de stigmata". En bedenkend, hoe al
dat wonderbare in onze dagen werd waarge
nomen door een nuchter en verstandig waar
nemer, in dit laatste jaar 193536. wordt men
vervuld van een gevoel van groote verwonde
ring. Geschieden zulke dingen dan werkeiyk.
Ja, ze geschieden, er valt niet aan te twyfe-
len, hoe men het ook gelieve uit te leggen, aan
de nuchtere feiten ontkomt men niet. I
De kerkeiyke overheid, in casu de Metropo
liet van Lemberg graaf Heer Andreas, meende
niet, dat het de taak is van de kerk, om een
definitieve uitspraak te doen over het natuur-
lyke of bovennatuuriyke van dit geval. De Bis
schop verklaarde slechts, dat alles werd onder
zocht door geloofwaardige personen en hy laat
een leder vry de feiten, waaraan niet valt te
twyfelen, uit te leggen op de wyze, zooals een
leder dat opportuun acht. Hy voegde daarby
de verlAaring, dat niets van Nastja's geschie
denis tegenstrydlg is 'aan de leer en de moraal
van de Katholieke Kerk. Gesteund door deze
meening van de kerkeiyke overheid, is Dr. Kos
telnik zonder eenigen twyfel gerechtigd, zyn
geestdriftig geloof in het bovennatuuriyke van
Nastja's wonden te propageeren.
Om echter tot het boek van Dr. Kostelrlk
terug te keeren: De geleerde psycholoog en
philosoof stond zelf ontsteld, ziende hoe de
natuur der dingen zoo onstandvastig bleek. En
dr. Kostelnik, die er vroeger steeds op uit was,
alle gebe’irtenissen en wonderen te verklaren
op een natuuriyke wijze, vond in dit geval geen
andere verklaring dan de bovennatuuriyke wer
king van den Almachtigen God. Deze getuige
nis is van groote waarde. Want de man, die
ze gaf, heeft de wonderiyke gebeurtenissen van
zeer naby gevolgd. Hy ook hoorde in naam van
den bisschop alle andere getuigen en nam hun
beëedigde verklaringen in ontvangst. Sommige
feiten, die hy aanhaalt als bewUzen, kunnen
misschien op een andere wyze worden uitge
legd, doch over het algemeen kan er niet ge-
'•aWiYlihUVni
•2DEKNSAC
TUIMELTJE,.