iKctu&fiaal den daq wui Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind N F 750. F 250.- F 750.- Engelands Katho lieken DE NEGUS REIST. Nastja Wolosjin De cursussen van Pater Hendrichs De onbekende Verloofde DOOR LEMAIRE I VRIJDAG 29 MEI 1936 Bibliotheek te Addis Abeba 1 De koude douche AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL De verfvlek i «•••••■••••••••••••«easssstavsssiasssssssssstsszzeaeaa manier zag? Het was nu wel zeker, dat daar boven iets gebeurd was. Als ze hem zagen weg- wle weet waarvan slaan. 20^ zoo heb Ik Het meisje met de stigmata zei iden, IIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllllllllllllllllllllllln? I HOODSTUK III (Wordt vervolgd) Ook de huisdokter wilde met Kruimeltje mee. „Ik zal een doos verbandwatten meenemen” «el ie tegen Kruimeltje en een trommel beschuiten, een nijptang, een medlcynflesch er. een schop. Me: hun tweeën duwden ze het wagentje voort en gin gen langs kreupelhout en bosschen de richting in. waar ze dachten, dat Tuimeltje moest zijn. En ze hadden geluk, in de verte hoorden ze een zacht ge kreun. Het was Tuimeltje die met een spijker in zijn voet tusschen het gras lag. De slak, die verbazend moe was gewor den. had hem in de steek gelaten en nu had hy alleen verder moeten gaan. Zijn schoenen waren heelemaal stuk en hy had eeen verschrik keiyken honger. Kruimeltje en de dokter tilden hem in het karretje en nadat ze den spijker uit zijn voet hadden gehaald en hem flink te eten hadden gegeven, gingen ze op weg naar den kabouterbaas. hier en daar in een winkel hij gelegenheid in overvloed keek heen. O, Haile Selassie, verwonnen vorst. Wat denkt g'in Europa te winnen? De menschen bü U waren donker van huid. Maar hier zijn ze zwart vaak van binnen.... op Ru- (Vïn onzen Lonctenschen correspondent.) Donden, 22 Met 1936. een Catholic Truth Society vertelde. Hij vertelde het vijf maal bij vier Missen en één Lof en hij zal het waarschijnlijk nog vele malen vertellen in an<u re hoofd- en parochiekerken, want de brocnuies des Society (het equivalent van onze G.O G.-boekjes) zijn het eenige midcl.’l waar door in die zeshonderd plaatsen de verspreid Men liet U maar vreezen en hoven, Nü biedt men U geld, ja, nti hoert men U graag: 'n Attractie in volksbioscopen - --vazal één van haar armbanden De oogen van het meisje dwaalden door den ouderwetschen salon en bleken dan weer op den Jongeman te rusten. Nü weet ik weer waar ik u gezien heb, riep ze uit. kwam uit het postkantoor, hier, verleden Maandag. Hoewel hij verrast was door de onverwachte - zx>nder moeite naar het raam omhoog gek lom- Ge zoekt hier den vrede? Ge zoekt hier het recht? Beroept V op eer en geweten? Dat zijn mooie woorden, maar 1 is theorie, En practisch verouderd, versleten. B Gij deed op de wereld zoo vaak een beroep, zeker, dat hij niet liegt en dat hij niets achter houdt. Door vriend en vijand immers wordt hij erkend als een eerlijk en algeheel onrecht man Eén experiment genomen om net boven natuurlijke van Nastja's ervaringen te toetsen, mislukte geheel en al. In zijn boek beschrijft Dr. Kostelnik die mislukking in allen eenvoud, bij verlies van een hand, een voet of een oog Nadat' Tuimeltje nogmaals door den dokter onderzocht was en er geen gevaar bestond, dat hij ziek zou worden, glr.g ie eerst eens zien zijn schoen weer heel te krijgen. HU stapte bU den schoenmaker der kabouters binnen en deze schrok wel een beetje, toen ie de schoen van Tuimeltje zag. „Zeg eens kereltje”, je hebt die schoen toch zeker niet express zoo stuk gemaakt, viel de schoenmaker uit en Tuimeltje vertelde, wat hem over komen was. Twee uren daarna mocht ie ze weer gemaakt ko men halen. ik de doordat kartelyk 1 T r1 A D/’MUIUE'JC °P dlt blad z^n ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f? 7^0 b*J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Jé' *7^0” b^ onKeTaJ met AA ,r. AA n IN rS O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen l UU» verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen WV/e doodelljken afloop den tuin, de altijd groene i de kale lindeboomen; de met marmeren bekken, waar tritons en nymphen zich vermeiden, leek over togen met een bleek goud, dat schitterde als een kostbare sluier. Kersrozen opende op het gras hun parelmoeren blaadjes, muaschen kwamen de kruimels oppikken, die dageiyks voor hen werden uitgestrooid. „Het is te mooi weer,” dacht ik, ..hoe het ga, ik moet vandaag mij lief voordoen.” En meteen was mijn humeur weer goed. Ik was vriendelijk Jegens het kamermeisje, dat my mijn ontbijt bracht, lief voor Lolotte die toen kamer ultglng. mi) bUna deed vallen, zü onverwachts tegen my opsprong. jegens oom en tante. Francoise en, Michel, lief ook jegens juffrouw Brissot. die my wantrouwend aankeek alsof zy niet overtuigd was. dat ik het meende. Toen dien middag Francoise my voorstelde te voet naar een dame te gaan, beschermvrouwe van een liefdadig werk, waarin tante belang stelde, greep ik voi Uver de gelegenheid aan, die zich wel zelden voordeed om een wandeling te doen in de straten van Parijs. Juffrouw Brissot gaf de voorkeur aan den auto, maar nu lieten wy ons niet van de wys brengen en gingen vrooliJk en welgemoed in de richting van den Are de Triomphe. MUn nicht en onae chaperonne waren het niet eens wat betreft den naam van de dame, die wy gingen bezoeken. De een beweerde, dat zU Mrs. Thomson) heette, de andere Mrs. Morrison. „Wy moeten het toch te voren weten.” zei Francoise. „Het lykt te gek om een dame te bezoeken en niet te weten hoe zU heet.’* Nu had onze juf den naam op haar zak boekje genoteerd. ZU bleef op den rand van het troittoir staan en begon geholpen door myn nicht in haar tasch te zoeken. Ik had my niet bemoeid met die twist en het interesseerde mU niet, of zU den naam zouden vinden. Ik was dus eenige passen voortgeloopen opnieuw bezig met de zorgen voor mUn toe komst. Tante had eenige dreigende woorden gesproken over den eenzamen ouderdom, die myn deel zou zyn, als ik er niet toe kon komen om met Georges Peral te trouwen. Op het punt van onzekerneid. waarop ik nog bevond, een zeer onaangename positie, is een nietigheid soms voldoende om de balans te doen overslaan. hctzU naar een ramp links, hetay naar een tuimeling rechts. TerwUi ik zoo In gedachten verzonken door liep, ging iemand my voorby. een heer, die anel zich voortbewoog en van wien ik alleen den geur van zyn sigarette waarnam: merk Royal Origan. Met neergeslagen oogen ging ik nog twee passen verder, zonder iets anders te zien, dan myn schaduw op de aonnlge steenen van het trot toir. wonende katholieken nog contact onderhouden met de waarheden hunner Kerk. Na roe'n preek voelen wU hoe klein de paar behaaloe successen zyn, vergeleken by die welke wjj nog bereiken moeten. *t Stemt ons opnieuw tot de bescheidenheid, die noodzakeiyk is. Indien wy opreent hopen, dat onse katho lieke kleinkinderen of achterkleinkinderen rede nen tot rechtmatigen trots zullen hebben. Wat ik ook deed, het was mU niet mogeiyk die vluchtige ontroering weer op te wekken, die ik ondervonden had toen Georges Peral zich by my in het salon bevond.... Toen ik er goed over nadacht, voelde ik my gevleid, dat hU aan my boven Francoise de voorkeur gaf, maar ik kon de gedachte niet van my af zetten, dat er een manoeuvre van Juffrouw Brissot achterstek, waaraan alle hartstocht van myn pretendent geheel vreemd was. En op dat woord: hartstocht kwamen myn illusies terug als weggevlogen duiven naar de til. Om de waarheid te zeggen, was Francoise ouder dan ik, daarby had ik nog nooit aan een huwe- lUk gedacht.... op,dat oogenblik verlangde ik er ook niet naar. Myn leven ging zoo geluk kig en zoet voorby in het huis van mUn oom en tante! Als ik aan alles dacht, dat ik zou moeten opofferen om mevrouw Peral te worden, kwam ik tot het besluit, dat het de moeite niet waard was en de acties van Georges daalden in koers. Dt was dan ook den volgenden morgen bU Ge droomde V keizer van Afrika, Ge hield Juda’s schepter in Kimden, Maar niets is er over van staatsie en macht. Nu zwerft g’ over zeeën en landen.... merkwaardig biyven, hoe zU dan wél moeten worden verklaard, daar in dezen bedrog ab soluut is titgesloten. Het zou dan een ziekte moeten zijn, een psychische ziekte. En de me dische wetenschappen sullen er dan een heelen loer aan hebben, de oorzaak van al dat won- derbaariyke in de natuur van den menach te doorgronden: wonden, wonderen, extasen, helderziendheid, voorzeggingen, enz., enz Dan zal het boek van Dr. Kostelnik een raadsel worden, dat voorloopig wel niet zal .kunnen worden opgelast. „O, wat dat betreft, dat Is waar!” riep ik uit. Een lieve glimlach beloonde my voor dien uitroep. „Je zult eens zien, wat een goede echt genoot ik zal biyken te zyn, als je er in toe stemt je te laten vertroelen en beminnen.” zyn stem klonk feeder, zyn blik was lief kozend. Al de gevoelens van mUn zestien Jaar vervulden opeens myn gemoed. O, dacht ik, als hy my soms had toegesproken zooals nu, sou ik niet noodlg gehad hebben om na te denken om tante Madeleine plelzier te doen. Toen hy vertrok na myn belofte in ont vangst te hebben genomen, dat ik hem weldra myn besluit zou doen kennen, verontschuldigde ik my, dat ik hem geen uitgeleide deed, daar Lolotte op mUn schoot lag en ik bleef onbe- wegeiyk zitten, terwyl de schemering lang zamerhand het salon verduisterde.... Ik had geen lust om te lachen, my te bewegen, mU te’ voelen leven. Ik ondervond, wat senuwach- tige menschen voelen als er een ramp gaat gebeuren: een stomme angst, iets nieuws in mUn leven, dat my bang maakte en toch een vage vreugde veroorzaakte. Ik was er zeker van. dat ik Georges Peral niet beminde, ik wist ook niet zeker of hy my liefhad maar toch nam ik zonder vee! verdriet het vooruitzicht aan. zyn vrouw te worden, al moest ik dan ook om dat te doen afzien van alle illusies. O. wat waren die illusies my opeens ontval len! De roman, de bliksemstraal der liefde, de groote hartstocht, waar was dat »Ues geble ven? Een beetje mist door de ochtendzon ver dreven.... Lolotte, die wakker was geworden, sprong op myn schoot en haar grappige maniertjes om een gemakkelyke houding aan te nemen, amu seerden my een oogenblik. Ik hoopte, dat mUn pretendent er gebruik van zou maken om mU een liefdesverklaring te doen, maar neen.... Hy zei eenvoudig: „Is dat alles?’* „Wat? Alles?” „Wat Je my te zeggen heeft?” „Is het niet natuuriyk, dat ik met je wilde spreken, eer ik een besluit neem, dat mUn ge heele leven verbindt? Om mij heen is het een ware conspiratie. Iedereen raadt my aan dit aanzoek aan te nemen. Alleen JU zelf zegt niets om my te doen besluiten.” „Als iedereen het voor my opneemt,” ant- woordde hy gllmlachtend, „dan verbiedt my de bescheidenheid om my te beroemen op mUn talryke goede hoedanigheden.... Men zal Je gezegd hebben, dat Ik jong ben, gezond, eer ryk dan arm, eer goed dan slecht.... Ik heb myn dienstplicht tydens den oorlog goed ver vuld....’ Op Initiatief van de vereeniging ..Dante" te Venetië zal een Italiaansche bibliotheek te Addis Abeba worden gesticht, waarvoor reeds een aanzienlijke som is toegezegd. Het insti tuut van romelnsche studies zal in Etiopië een afdeellng oprichten voor de cultureele ontwik keling van de Italianen, die aldaar gaan wer ken en voor de beschaafde Inwoners. Hoofd zetel wordt Addis Abeba. Er zal een speciale studie worden gemaakt van documenten en gegevens, die betrekking hebben op de latyn- sche beschaving en de verhouding tusschen Rome en Afrika door de eeuwen heen. Men heeft de „beschaving" gebracht naar Uw rijk, Wie wil nu Uw klachten aanhooren? Ge reist en ge trekt, ach, bespaar U'dat toch! Ge spreekt slechts voor doovemansooren HERMAN KRAMER 5 en dezer dagen werd het H. Doopsel te H Leiden toegediend aan de Catechumenen van den cursus van Pater Hendrichs. Dit besloot de cursussen van het seizoen 1935— 36 Den Haag <3 Met), Rotterdam (9 Mei). Am sterdam (1*1 Mei) waren reeds voorgegaan; LeicVn sloot echter op hoogst Indrukwekkende wyzc! Niemand; die tegenwoordig was in de stampvolle kapel, welke een uitgelezen groep dierbaren en aanverwanten der Catechumenen en daarenboven zeer veel Convertieten van vorige jaren bevatte, zal ooit het verheven schouwspel vergeten van den Blsschop van Haarlem, die plechtig, volgens het Pontificale. I aan 11 mannen en 12 vrouwen, jong en oud. allen volwassenen, toediende het H. Waterbad c>r Wedergeboorte. Eén voor één naderden de 23 gelukkige Catechumenen den Kerkvoogd, die. vóór het altaar in groot ornaat gezeten, hen wacntte om hen te wyden, te zegenen, te zal ven. in te voeren !n de Kerk, toe te spreken, te doopen, den witten sluier en de brandende kaars ter hand te stellen*t Was *n onvergetelyk schouwspel! En die vaderiyke, harteiyke. diep- gevoelce woorden, waarmee de Bisschop ten slotte den Neofieten gelukwenschte. hun op het hart drukte het witte kleed onbesmeurd te be waren. het licht van geloof in Gods liefde in hun zielen levend te houden, de klem, waar mee Hy de talryke belangstellenden op de hei lige verplichting wees, hun jonge broeders en zusters, vooral door hun voorbeeld, te steunen; dan oe geestdriftige, ontroerende woorden, waarmee Z. Hoogw. Excellentie den gryaen, on- vermoeiden leider van den cursus dankte voor sUn toewijding sinds jaren, en hem in aller ge bed aanbeval om nog lang dit werk te mogen voort zetten; ten slotte de diep geveelde, devote. harteiyke toewyding der nieuwe leden van Christus' Lichaam. de Kerk, aan Christus' Moeder, het was alles aan- grUpend en heer- lyk en om nooit te vergeten!.... Zoo zyn dan na de Eerste H. Com munie dezer tal- ryke groep te Lei den, in dezelfde, weer stampvolle kapel, Zondag 25 Mei de «ursussen van Pater Hen drichs dit jaar ge sloten. Moge de 74-jarige Aportel in September weer in de vier plaat sen kunnen aan vangen, waarover zich nu reeds zoo veel jaren zUn door God gezegen de arbeid uitstrekt. Dat wenschen wy hem, met Mgr. Huibers, van har te toe. Hy keek om zich heen. De vensters waren te hoog, dan dat hy daarlangs het huis kon verla ten. En dan. als men hem op die y en dan krijgen wy. Katholieken, koude douche, en dit kan in den figuur- lyken sin even gezond zyn als in den letteriyken. Soms denken wy dat wy, hier in Engeland, wond» wat te beteckenen hebben. De Oraal geeft een algemeene repetitie en drie opvoe ringen in cte Albert Hall, en ongeveer 20.000 personen wonen ze hy. „Geweldig!" roepen wy uit, *>u als we t niet uitroepen, denken we *t toch. In Liverpool wordt een kathedraal ge bouwd, die de grootste ter wereld zal worden; alleen voor de St. Pieterskerk te Rome die geen kathedraal Is zal zU in afmetingen on derdoen. Te Manchester wordt in de onmete- lyke Free Trade Hal] een katholieke protest- vergadering tegen de school-voorstellen der Re- geerir.g gehouden, *en zoo overweldigend is de toeloop dat een tweede zaal gehuurd moet wor den, on toch nog honderden menschen op straat biyven staan. Kloostergemeenschappen, die sinds de hervorming uit Engeland gedreven waren, keeren terug, en in plaatsen, welker namen beroemd waren in de katholieke middel eeuwen, worden opnieuw groote abdykerken gebouwd. Walsingham, de oude bedevaartplaats, waar ar gunsten van onze Li^ve Vrouwe afge smeekt werden, is in eere hersteld; In lange rUen trekken de pelgrims opnieuw naar den venerabelen schryn, en weldra zal een groote kerk "erryzen in de plaats die een brandpunt was van middeleeuwsch geloofsleven. Aartsbis schoppen en bisschoppen genieten aanzien en presti.-e ver buiten de kringen hunner geeste- lyke onderdanen, en dragen hiertoe veel bU tot vernietiging van het oude vooroordeel als zou de Katholieke Kerk een vreemd, een onnatio naal tn zelfs een anti-nationaal lichaam zyn. man zich weinig op zUn £emak te va vond de houding van hei meisje niet natuuriyk. En de absolute stilte in huis werkte op zyn zenuwen. Ik ben gek geweest, dacht hy by zich zelf, dat ik hier gekomen ben. Hu besloot weg te gaan, en wel onmiddeliyk. Voorzichtig liep hy naar de deur en draaide gerulschloos de kruk om. De deur was op slot. MMWeeaaZMZéZZZMZéMZZéWSMMMMMMMMMMMa loopen. zouden ze hem verdenken. Besluitenloos bleef hy terwyi het koude zweet hem uitbrak. Een zacht geluid van een sleutel, die.om gedraaid werd, en de deur ging open. Het was Vera, die binnenkwam, onbewogen. MUn tante is vermoord! berichtte zy. Wit? Gewurgd. En al haar juweelen zyn ver- wending in het gesprek, moest hij niettemin glimlachen. Zeer juist, antwoordde hy. Ik heb daar straks een leugentje gezegd, ik geef het toe, toen ik u wilde verzekeren dat ik nog nooit tn het dorp geweest was. Om het precies te zeg gen: Ik ben Maandag hier gekomen met de bedoeling om uw tante een bezoek te brengen. Maar ter kwam wat tusschen, en zoo heb ik het uitgesteld. vreemd, dat uw vader nooit eens geko men is. Zy stond op. Myn tante is al een kwartier over tyd. Vindt u niet dat ik goed zou doen als ik eens ging kyken? Ik zou me er niet druk om Jones. Maar dan bedacht hy zich en voegde er by: Doet u wat u het beste lijkt! Toen hU alleen gebleven was. begon de jonge- zich weinig op zUn £emak te voélen. HU J'- -- *-* tepaald myn ontwaken niet best gemutst, want de nacht was niet aangenaam geweest. Ik had slecht ge slapen. maar nu ik de oogen opende zag ik. dat het een prachtige dag was. Een heeriyk son netje bescheen taxlsstruiken en kleine fontein i Groote mannen, geesteiyken zoowel als leeken zyn sinds den aanvang dezer eeuw van da Staatskerk overgegaan tot d? Moederkerk, en verhoogen haar nationaal prestige. Men denke aan Ronald Knox, den priester en alom be minden humorist, die de zoon is van een Angll- kaansch Bisschop van Manchester, aan den grooten en geleerden Jezuïet Martindale, aan Father Orchard, eerst kort geleden tot onze Kerk toegetreden, na jarenlang een der ver- maarektë Anglikaansche predikers der hoofd stad geweest te zyn; men denke Ook aan den grooten letterkundige, den geheel op zich zelf staamlen taal- en gedachtenkunstenaar G. K. Chesterton, en aan zyn geesteiyken broeder Hilaire Belloc. En die mannen zyn niet alleen katholiek van geloof zy zUn het ook in elke uiting; zy zUn het byna uitdagend, en steeds vermetel, in hun werk dat gelezen en bewon derd wordt door allen die Engelsch lezen en gevoel hebben voor den souvereinen geest van geniale mahnen. WU Vinden in dit land, waar een goede eëuw geleden *t Katholicisme volkomen uitgemoord scheen te zyn, den geest van Rome alom weer, tegeiykertyd nemen wU een voortdurende af takeling waar van cte materieel nog steeds machtige staatskerk. Wy zyn getuigen van eken voortdurend tn kracht toenemenden drang der Anghkanen tot het .Jtomanlsme”, van dat ver terende heimwee naar de Sacramenten, naar 11 turcie. naar een Inniger contact met Christus dan preekstoel en bybel kunnen schenken. En wy. Katholieken, kyken elkaar aan en glimlschen. WU aanschouwen de eerste, maar aldus meenen wU onmiskenbare symp tomen van de verhooring onzer geduldig opge zonden bede tot bekeering van Engeland. Ik zelf ben geen Engelschman, ofschoon ik als onderdaan van den Aartsbisschop van West minster en als lid eener Engelsche parochie myn geloofsbelangen in dit land heb. Maar ik ben even diep doorek-ongen als welke Britsche geloofsgenoot ook van de ontzagwekkende be- teekems welke de bekeering van Engeland, het middelpunt van het Britsche RUk, zal hebben voor heel de wereld, en voor de ware Kerk van Christus. Ik deel dus in de geestdrift myner Engeisehe geloofsgenooten, koester dezelfde verwachtingen, als zU, droom dezelfde toekomst- droorien envergeet vaak even hardnekkig als zy dat op het oogenblik niet meer dan 5 proc, van Engelands bevolking katholiek is. Vandaar dat een ontnuchterende, koude douche, ofschoon niet zeer aangenaam, toch heel gezond kan zUn. ZU is ons Zondag toege diend door den BenedlktUn Father Athanasius, die voor de Catholic Truth Society in de St. Bamabaskathedraal te Nottingham preekte. H't zwaartepunt zyner preek was gelegen in cte mededeellng dat er in Engeland nog 600 steden zUn, die noch *n katholieke kerk, noch ’n katholieke school hebben. ’tWas *n alleronaangenaamst stuk waarheid dat i't den geloovigen namens de zonder iets te verdoezelen. Ik had de beschrU- ving van die mislukking in Kosteln’k’s boek niet verwacht. De proef immers werd door ons genomen tegen Nastja’s wil en buiten mede weten van Dr. Kostelnik. In December bezocht ik nameiyk met myn vriend Joseph Peters uit Düsseldorf den Ar- meenschen Aartsbisschop Mgr. Theodorowicz. den bekenden schryver over Therese Neumann van Konnersreuth. We vertelden hem over Nastja en haar wonden. De bisschop gaf den raad, eens in Konnersreuth te informeeren, daar Nastja had gezegd, dat zy en Therese dik- wyis samen kwamen om te bidden. Therese. beweerde Nastja, zou spoedig sterven en had als opvolgster haar (Nastja) uitverkoren. Joseph Peters schreef dus naar Konners reuth en vertelde in zUn brief o.a.. dat Therese Neumann spoedig zou moeten sterven. Niemand anders echter wist iets over dit schryven. Maar, als de brief al een tydje weg was, kwam Dr. Kostelnik Peters in Lemberg bezoeken, om hem een boodschap van Nastja over te brengen Deze boodschap: het was heelemaal verkeerd geweest, dat Peters naar Konnersreuth had ge schreven en het zou ook niets uithalen. Verder had Nastja gezegd, moest Joseph Peters maar liever over zyn eigen dood nadenken. Peters stond paf, daar toch niemand iets van dien brief kon weten, ook Dr. Kostelnik niet. Na eenigen tyd kwam er antwoord uit Kon nersreuth, waarin werd medegedeeld, dat The rese Neumann niets wist over Nastja en ook niets over een mogeiyke opvolgster. In zyn boek tracht Dr. Kostelnik deze mis lukking eenigszins te verklaren, waarin hU naar zUr. meening niet al te best slaagt. Wel geef ik tce, dat deze ééne mislukking in ver- geiyklng met zoo veel wonderbare feiten in het niet verzinkt. Want al weten wy momenteel geen afdoende verklaring voor de merkwaar dige onbekendheid van Therese met Nastja. wil dit nog niet zeggen, dat er zoo n vei klaring in het geheel niet kan bestaan. Ook al zou op den duur biyken, dat Dr. Kos- twyfeld worden aan wat hy zegt. We weten 'telnlk zich vergist heeft in zyn beoordecling van Nastja en haar wonden (hetgeen niet zeer waarschyniyk is), zal zUn boek toch nog merk waardig biyven en zeer lezenswaard. Dit van wege het groote felten-materlaal, dat hy over het. gestigmatiseerde meisje geeft. Immers als al die feiten niet op bovennatuurlQke wyze moeten worden uitgelegd, zal het toch steeds antwoord te geven ging Ik naar den schoorsteen en opeens spatte onder mUn zenuw, achtige hand bet licht uit de zeven bronnen van een kandelaber. Juffrouw Briseot knipte men zyn, over het dak van de koiënschuur en haar vermoord hebben, toen ae op een on gelegen oogenblik wakker werd. Als hy tevoren hier en daar in een winkel geweest is, heeft hy gelegenheid in overvloed gehad om zich volkomen op de hoogte te stellen aanga.ryt» de gewoonten van mUn tante en hoe wy hier leven. Maar één ding heeft hy hoogstwaar- schymyk met geweten, voegde zy er langzaam aan toe, en dat is dat het dak van de kolen- schuur vanmorgen pas geverfd ia En zy richtte haar oogen strak op de roode verfvlek. die den rechterschouder van Jones jas ontsierde. met de oogen er tegen, terwyi zy hernam: „Een jongeman van zUn gehalte! De witte raaf!” „Georges Peral een witte raaf?.... HU is een goede lobbes, dat is alles....’’ antwoordde ik, terwyi ik de schouders ophaalde. Lolotte. die ik van mUn schoot had laten giyden, werd wakker en rekte zich uit met een geeuw, die op een klacht geleek. T a mevrouw Anderson thuis? vroeg de jon ge- I man. op de stoep van huize Laurier". Jawel, mynheer. En het meisje ging opay. om den bezoeker binnen te laten. Juffrouw Vera is in den salon, voegde ze er bU- Mevrouw rust nog. maar se komt beneden tegen de thee. Toen ze stemmen hoorde, kwam juffrouw Vera in de hall, waar de bezoeker zich bevond De jongeman glimlachte beleefd. Sta me toe. dat ik me even voorstel. MUn naam is Albert Jones. Myn vader is een oude kennis van mrs. Anderson en heeft me ge vraagd om haar eens op te boeken. Maar ik hoor dat ze nog aan het rusten is. MUn tante komt eiken dag. zonder man- keeren. om half vyf beneden, antwoordde Vera. De klok sloeg half, terwyi het meisje sprak, en zy wendde het hoofd omhoog naar de trap, alsof ze verwachtte een bekende gedaante be neden te zien komen. Maar de trap bleef leeg er geen geluid kwam van boven. De bezoeker volgde het meisje in een tame- iyk onderwetschen salon, waar zy tegenover elkander plaats namen. H U zag een meisje, tameiyk tenger, doch met een energieke uit drukking op het gelaat. Z U bestempelde het gezicht van den jongeman aanstonds alg .ge woon" en nam daarentegen zyn coetuum aan dachtig op. HU had een grys pak aan en bruine schoenen, een en ander heel degeiyk. maar met een neiging tot opzichtigheid. Op zyn rechter schouder zag ae een roode verfvlek op zyn jas. Klaarbiykeiyk had de jongeman daar niets van gemerkt. U zult stellig myn vader wel eens hebben hooren noemen, door uw tante, merkte hy op. Nooit, zei Vera. Dat is vreemd! Vera scheen ietwat afgetrokken. Woont u tn het dorp? vroeg ze dan. O. neen. Ik logeer by een kennis, verder op. Ik heb een idee, dat ik u al eens tegen gekomen ben Onmogeiyk! protesteerde hy glimlachend. Het is de eerste keer, dat ik in deze stre ken. kom. Hoe wist uw vader ons adres? We zijn hier pas in het afgelooqen jaar komen wonen. O. dat hebben we van de Bentons. D1 e zult u tenminste toch wel hebben hooren noe men? Vera schudde het hoofd. Maar waar spreekt u dan met uw beidjes over, uw tante en u? liet de jongeman zich ontglippen. Het meisje keek hem recht in het gelaat. We spreken byna nooit met elkaar, ant woordde zy. Er bestaan nu Juist geen vriend- schappeiyke betrekkingen tusschen ons. Zoo zou ik het bUvoorbeeld nooit kunnen wagen, om ’s middags myn tante wakker te maken of ook maar naar boven te gaan, terwyi ze slaapt. (ZU keek weer op haar armbandhorloge). Ik be- gryp wcrkeiyk niet, waarom ae nog niet be neden is. Ik zei u dat ik het nooit zou wagen om naar boven te gaan, terwyl myn tante slaapt. Vanmiddag heb ik het eerst den moed daartoe gehad. Ik wou een boek hebben, en op de punten van myn teenen ben ik voorby haar deur gegaan, terwyl ik beefde als een Jongen, die ongehoorzaam is geweest. Ziedaar den staat van vernedering, waarin ik hier leef terwyl ik maar een paar honderd gulden noo- dig zou hebben om zelf wat te beginnen.... Een paar honderd gulden maar, de waarde van dwenen. Sta my toe dat ik een dokter ga halen en de politie, bracht de jongeman uit. De dokter is er al. Ik heb hem getelefo neerd. Dat is de reden, waarom ik u zoolang alleen gelaten heb, antwoordde Ver*. Blyft u. alstublieft. Waarschyniyk zullen ae u vragen willen stellen als getuige. Maar ik heb niets gehoord. Ik was hier al dien tyd by u.... U zou tegen m U kunnen getuigen, na al wat ik u gezegd heb. zei Vera kalm. Zon der twytel heb ik den achyn tegen: myn onte vredenheid over het leven hier, myn afkeer van myn tante, myn haken naar een beetje geld, om van niemand af te hangen. Als de politie hem vragen stelde, kon de Jongeman ongetwyfeld er toe bydragen om het meisje in het nauw te brengen. Ik denk er niet aan om u kwaad te doen, zelde hy. Laat me stilletjes weggaan. Daar is het nu te laat voor. De deur werd wederom geopend en een langs man. met gebronsd gelaat, waarop eeriykheid en beslistheid te lezen stonden, trad het ver trek binnen. Ze is minstens drie kwartier dood, zei hU tot Vera. Wie kan het gedaan hebben? Laat Ik u even voorstellen: meneer Jones dokter Brown, zei Vera. Meneer Jones is de zoon van een ouden kennis van myn tante. Wie het gedaan aan hebben? Ik zei net tegen meneer dat de schyn heelemaal tegen my is. O. ik zal me natuuriyk verdedigen, ging ze voort, terwyl ze het spontaan protest van den dokter onderbrak. - Ik zal opmerken, dat iedereen in het dorp wist hoe myn tante eiken middag alleen boven bleef, met haar juweelen op haar toilettafel. De eerste de beste kon En waarom? Omdat die goede dikzak van een Georges my voor de eerste maal had aange keken, zooals ik gewild had, dat hy gedaan had, toen ik zestien Jaar was. „Ben je daar, Denise?” De gedempte en voorzichtige stem van Juf frouw Brissot Ontrukte mU aan een gevaariyke droomery. Ik kon haar in het duister van de kamer niet zien, ik raadde eigeniyk waar haar onbevallige gestalte zich bevond, maar ook haar brandende nieuwsgierigheid, my door die vraag van haar geopenbaard. „Is hy al vertrokken? En ben Je nu tevre den?" „Tevreden, dat hy vertrokken ia? Och, lieve hemel, ik ben er niet verdrietig om.” „Maar, Denise.... Ben je dan niet tevreden, met hem gesproken te hebben? Hy is zoo char mant!” O, zy kwam juist van pu. als zU meende het eerste het geheim mUner ziel te doorgron den! Wat er in my omging was zoo gecom pliceerd, dat de stilte en de duisternis my niet veilig genoeg leken! En naast mU ging de zeurderige stem door: „O, wat heb je toch een geluk!” Meteen was de betoovering verbroken. Georges werd weer de raadaelachtige candidaat van juffrouw Brlsaot en myn wantrouwen, dat een oogenblik was Ingesluimerd, verhief zich op nieuw. Zonder -J--V eaer dagen verscheen te Lemberg met I 1 toestemming van den Katholieken Aaru- bisschop het eerste deel van Dr. Gabriel Kostelnik s boek over de Oekraïnlsche gestig matiseerde: .Nastja Wolosjin, het meisje met de stigmata”. Het is een boek in 't modern Oekraïnisch idioom, een taal, welke slechts weinigen zoo perfect kunnen schryven als de populaire priester-pubheist Dr. Kostelnik, wien lede* rechtgeaard vaderlander in theensch en Oekraïnisch Polen groot gaat. Dit boekje schreef Dr. Kostelnik als „ge tuige" van de wonderbare gebeurtenissen in Lemberg over het 24-jarlg meisje Anastasia Wolosjin, de dienstbode, die in zyde, handen en voeten de wonden draagt van Onzen Lieven Heer. Reeds op de eerste bladzyde beklemtoont hy dit feit nadrukkeiyk, het feit van zyn .j(e- tutgenis”, het feit, dat hy slechts schrUft, wat hy met eigen oogen heeft gezien, met eigen ooren gehoord en zelf ondervonden heelt. Wetend, hoe kolossaal nuchter Dr. Kostel- nik steeds was, hoe rationalistisch bijna, ver baast mei. zich des te meer over al wat hy in zyn boek te vertellen heeft. Het is als een sprookje uit lang vervlogen tyden, als een schoone legende die geschiedenis over „het meisje met de stigmata". En bedenkend, hoe al dat wonderbare in onze dagen werd waarge nomen door een nuchter en verstandig waar nemer, in dit laatste jaar 193536. wordt men vervuld van een gevoel van groote verwonde ring. Geschieden zulke dingen dan werkeiyk. Ja, ze geschieden, er valt niet aan te twyfe- len, hoe men het ook gelieve uit te leggen, aan de nuchtere feiten ontkomt men niet. I De kerkeiyke overheid, in casu de Metropo liet van Lemberg graaf Heer Andreas, meende niet, dat het de taak is van de kerk, om een definitieve uitspraak te doen over het natuur- lyke of bovennatuuriyke van dit geval. De Bis schop verklaarde slechts, dat alles werd onder zocht door geloofwaardige personen en hy laat een leder vry de feiten, waaraan niet valt te twyfelen, uit te leggen op de wyze, zooals een leder dat opportuun acht. Hy voegde daarby de verlAaring, dat niets van Nastja's geschie denis tegenstrydlg is 'aan de leer en de moraal van de Katholieke Kerk. Gesteund door deze meening van de kerkeiyke overheid, is Dr. Kos telnik zonder eenigen twyfel gerechtigd, zyn geestdriftig geloof in het bovennatuuriyke van Nastja's wonden te propageeren. Om echter tot het boek van Dr. Kostelrlk terug te keeren: De geleerde psycholoog en philosoof stond zelf ontsteld, ziende hoe de natuur der dingen zoo onstandvastig bleek. En dr. Kostelnik, die er vroeger steeds op uit was, alle gebe’irtenissen en wonderen te verklaren op een natuuriyke wijze, vond in dit geval geen andere verklaring dan de bovennatuuriyke wer king van den Almachtigen God. Deze getuige nis is van groote waarde. Want de man, die ze gaf, heeft de wonderiyke gebeurtenissen van zeer naby gevolgd. Hy ook hoorde in naam van den bisschop alle andere getuigen en nam hun beëedigde verklaringen in ontvangst. Sommige feiten, die hy aanhaalt als bewUzen, kunnen misschien op een andere wyze worden uitge legd, doch over het algemeen kan er niet ge- '•aWiYlihUVni •2DEKNSAC TUIMELTJE,.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 9