AFLEGGERTJES OHTOOVEREN, DAtlES WIJ ÈEEREN SCHAKEN 4 H B 't driedaagsch feest Verslag II* I i van Kamemelkpudding Kaasgerechten i 1 D’ 2 80 ■I® Nog eens het perpetueel" schaak bieden V Koekjes voor weinig geld Het meten van den regen BRABANTSCHE BRIEVEN Plechtig, schoon, bar en raak V 3 a VAN OPRUIMEN EN RESTVERWERKING 6 MS sH 1 -■ OOM MAX II. 8 7 4 3 (Wit maakt remise of geeft in 4 aetten mat) of van fijngewreven. gekookte en hik-ikke en Meneer, ‘-non- ons en X Was teugen zonsondergang op dat mo- Deze vlotte gebreide jumper is gedacht van dunne crime i wol met korenblauwe revers en manchetten Van at model is geen beschrijving der werkwijze verkrijgb. Maar toch heur wangen gloeiden. T oogen glansden, ja ik zag er de gekleurde lichten in spiegelen! zy was alles toch zekers Goeden nacht, myn lieve vrienden Allen, die my lief zyn. Allen, die hier om my weent Wilt mü niet betreuren. Slechts myn overschot ligt hier In dit graf ter neder. Ziet, de zonne neigt ter kim. Maar komt morgen weder. 4? Bij een mantelpakje van amandelgroen wollen georgette wordt een donkergroene blouse van zware cripe de chine gedragen en een kwiek groen hoedje waarvan de eenige garneering bestaat uit een groote waaiervormige strik van geruite tule welke als een luchtige vlinder op het bovenste randje zit aasgerechten winnen veld. Deze woor den treffen we den laatsten tyd her- haaldeiyk aan. En heusch, het is waar, Nederland leert kaasgerechten klaarmaken en eten. Maar het werd hoog tyd. dat men in ons land, dat zoon overvloed van zuivelproducten heeft, de kaas ook eens op een andere manier leerde gebruiken, dan alleen oo het brood. En dit staat als een paal boven water: Kaas gerechten vallen algemeen in den smaak! Hebt U al eens geprobeerd kaas toe te voegen aan soep? Het is, behalve smakeiyk. tevens een gemakkeiyke manier om het gerecht voedza mer te maken, zonder dat U dit veel kost. We geven het recept van macaronisoep (voor 4 pers.) als voorbeeld: L. water. 40 gram boter. (2 af gestreken lepels), M L. melk, 20 gram bloem <2 afge- streken lepels), 4 bouillonblokjee. 30 gram ma caroni (of spaghetti), 50 gram kaas (V.V. of 40peterselie. (door wordt de heelemaal Bier volgt het recept (voor vier personen): liter kar nemelk, 2 citroenen, 300 gr. suiker, 35 gram gelatine (1 blaadje roode en ongeveer 16 Naadjes witte). Wie het niet achikt. om meer dan één hoed te koopen (en wie schikt dat tegenwoordig nog wel?) doet verstandig, een goed model te kiezen van den allersim- pelsten vorm in den geest van het op deze pagina af- gebeelde hoedje van grof stroo met een kwieken strik van laklint in donkerder tint van dezelfde kleur. Zoon hoed past by een sportief geheel, zoowel als by een ge kleed complet en.verveelt nooit. t v r inneer we een en ander lezen over X Vy klimaat van ’n bepaald land of 'n be- paalde streek, dan wordt er meestal ook de mededeeling by gevoegd dat de regenhoeveel- heid per Jaar zooveel milimeter bedraagt. Het meten van ’n dergeiyke regenhoeveelheld is uiterst eenvoudig en gaat aldus in z'n werk: in X vrye veld of op X dak wordt 'n bak met loodrechte wanden opgesteld. Het grondvlak van dezen bak is X „opvang-oppervlak”. De dageiyksche portie neergeslagen regen uit dien Pen de citroenen uit, los de suiker op in het warme sap. Voeg hierby de geraspte schil (niet het wit meeras pen!) van 2 citroenen en de in koud water geweekte ge latine. Roer dit mengsel door de koude karnemelk. Laat de massa eenigen tyd staan roer er af en toe in, tot gelei-achtig wordt en de ge latine niet meer zakt. Doe de massa dan in 'n met koud water omgespoelden steenen En "k zou 'nen brief kunnen volschrijven •ver ons volle, volle kerkske, waarheen ik met m’n trotsche Trui getrokken ben achter den witten, den bloesementen stoet van maagde kens. Over den orgelmuziek, die door de ge- wulften golfde als we binnenkwamen. Nog voel ik op m’nen linkerarm den zenuwachtigen kneep van Trui, als daar den orgelmuziek koud •ver onzen rug stroomde. Als "nen vorst ben *k gegaan, in m’n nieuwe zwarte pak, met Trui in den glansenden, zwar ten zy en beuren beblomden poffert op, naar voren, naar vlakby den altaar, waar *t licht van de keersekens vloeide als goud van den tabernakel op X witte marmer, op de kanten bekleesels. bak wordt overgeschonken in 'n glas, ’n maat glas met millimeterverdeeling. waarop men dus kan aflezen, hoe hoog 't water gestaan zou hebben, als X niet was weggevloeid of in den grond gedrongen. Gedurende X geheele Jaar wordt nu de hoeveelheid regen geregeld ge meten; dit geschiedt eveneens op verschillende plaatsen in 't land. Door berekeningen krijgt men alzoo van deze diverse getallen X gemid delde, hetgeen dan X standaardgetal wordt voor den regenstand by 'n bepaald klimaat. En hier is dan den brief, waarop ge wacht wordt: het feestverslag! Waar zal ik beginnen? Lyk ’nen versnelden film van ’nen leutlgen kermis, opgenomen door 'nen zatten operateur, zoo wemelen de beelden van X bruiloftsfeest door mynen tollenden kop. Waar zal ik beginnen? ,J9y -t begin,” zult ge zeggen, „en zoo naar X end.” Dat kan nie! Dan heb ik drie kranten aan ruimte noodig. sooda k volstaan zal met hier en daar ’nen greep, uit X driedaagsch feest, dat gevierd is van den Vrydagmorgen tot den Zondagavond! *t is plechtig geweest, X is schoon geweest, t is Kook d? macaroni gaar in het water met de bouillonblokjes <pl. 20 min.). Maak van de bo ter en de bloem, op het vuur, een glad meng sel; voeg hierby, steeds roerende, de melk en den bouillon met de macaroni. Laat de soep’ nog 10 min. doorkoken. Maak de soep af door toevoeging van ge raspte kaas, zoo noodig wat zout en wat fyn- gehakte peterselie. baroktyd kenmerkt zieh door overla- denheid. welke zelfs tot in de graf schriften te vinden is. Het blijkt uit onderstaande Berlynsche grafschriften. In de Nioolatkerk te Berlijn luidt het graf schrift van een arts als volgt: Hier rust in den Heer Wylen de heer Joh. Adam Lamprecht dien Breslau het leven Leipzig de medische wetenschap Hollands lazaret de kennis der geneeskunde Leiden de dokterawaardigheid Engeland geleerde collega’s Frankryk anatomie en chirurgie Portugal de koninkiyke genade Spanje de voorzichtigheid Italië de practyk en botanie Padua de waardigheid en unlveralteits vice- Slndlca De Academia Naturalium Curloeorum te Wee nen baar lidmaatschap De Wurtemb^rgsche vorstin de waardigheid van Raad Silezië Frau Risina Oraasin, weduwe Essin ten huwelyk Beriyn de koninkiyke geneeskundige practyk en de laatste standplaats Deze kerk na 83 Jaar plus acht maanden van rust en onrast van het leven den 27sten Juli 1735 een standvastige zachte rust gegeven heeft, tot de vroolyke opstanding aan den dag van Christus. uit en wist ’s avonds niet waar ie ’m gelaten had. Toen ie in z’n hemdsmouwen (en de hooge hoed op) naar huis ging ’s nachts, von den Trui en ik zynen jas in de bedstee. Daarna knoopte-n-ie z’n vest los, toen be goot ie aan den bovensten knoop van zynen broeksband en toen sprong z’n Kee ertusscnen. mee te zeggen dat ie hier nie thuis was! Waar den Fielp heftig tegeif opkwam: ..waant oe kwetste is deuze,” zee-t-ie: „den Dré en hlk- ikke, wy zyn al veftig jaren bloedeigen ka meraads. ee? Dré?” Ik knikte. De was ook te moei om veul te praten. „En dus vieren wij. den Dré vandaag de gouwen! Ee? Dré?” Ik knikte. Toen stond je op en hield weer ’nen spiets. „Gehachte haanwezigen! Als ik Ier X woord gaal voeren, dan voel ik m’n helgens den tons van eel de vergadering <hy begost weer te voorzitteren) als ik zeg. dat de vergadering op borsten staat!” (Instemming!) Toen zocn- ten z’n handen op de tafel naar „den” hamer, die er natuuriyk nie lag; hy is gewend veul te hameren onder rfn redevoeringen: heele gedeelten behamert ie lettergreep voor letter- geep, zoodat ie meestentyen over z’n eigen stiltegebod moet henenblèren! Inplak van den hamer vonden z’n handen “nen grooten pol lepel, die daar nog slingerde van den ryste- papgang. ,.Ik zeg,” zee-t-ie. en hy zwaaide den pollepel dapper rond: „ik zeg” kwats daar slingerde de pap van den lepel in zynen eigen kop „ik zeg verrek, wa’s dat te?” Beduusd veegde-n-le z’nen kop, die in eens mottig was van rijstkorrels. Ze zaten m z’n neusgaten! Ongeloovig keek ie in z’n hand. En toen was X. dat den kleinen Dré op kostschool gewend aan veul „volk” aan tafel en dus nie verlegen riep: ..hierboven hou wen eksters. Fielp!' Mee ’n vies gezicht keek den Fielp naar den nok van den stal, ’n Rauw ei „viel” toen m z’n oog en op t zelfde oogenblik zette den Blaauwe op z’nen trekzak 1 schoone lied in van „dien mooien molen”. Zooda Tr zo’n Netje begreep wie dat el in den Fielp z’n oog „ge legd” had! t Mansvolk vergat den big aan t spit die in huiliën buik huishield. De wefkens verga ten de baiynen van 1 corset en terwyi den „blinden” Fielp stond te vechten teugen rys- tenpap en eierstruif, die uit z’n oogen en z’nen nek droop, wier t gezang en den trekzak van den mooien molen overgenomen door de her- monie, die intusschen den erft was opgezo- men. Hoog laaide *t feest op! P8. De felicitaties worden allegaar beant woord. Dank, dank, duuzendmaal dank daar voor, ook namens Trui, die al twee avonden heeft zitten lezen in den stapel ons gezonden van heinde en verre; van particulieren, van oud en jong, van scholen en instituten, van kostscholen en ouwe dames-tehuizen. van blinden en van nonnekens, van van alle, alle santen! Ons postkantoorke heeft gewerkt zonder één fout! Stipt en prachtig, zooals ons Ulvenhoutsche kantoorke alty werkt. Dat we ten gullle! Niet minder poëtisch klinkt het grafschrift op een Pruisisch officier, gestorven In 1704. Het luidt: Sta, vergankeiyke wandelaar In zyn graf slaapt hier zeer zacht Tot hem het Laatste 'oordeel wacht het lichaam van wyien Heer Jonath Hauwitz. die geboren werd in het Vorstendom Anhalt van voorname ouders, den 23sten Januari van het 1652ste jaar. en nadat hy 9 jaar onder zyn keurvossteiyke hoogheid Frederik Willem in een glorievol bestaan als officier, trouwe dien sten gedaan had i-> hierna anno 1694 door zyne Koninkiyke Majesteit in Pruisen tot Bur gemeester van Beriyn allergenadlgst werd aan gesteld. Anno 1704 den 17den November zyn sterfeiyk omhulsel in den Heer heeft afgelegd, welke in deze door hem zelf by zyn leven aangewezen grafkamer rust en alle leeddragenden deze be kende woorden toeroept: T u Wij z» zoetjes aan weer de zomerklee- ren van verleden jaar voor den dag ha- v len staat ons weer gewooniyk me nige teleurstelling te wachten. Als het onze llevelingsjurk niet is, die te nauw geworden is, dan is het een ander dier baar stuk, dat verbleekt, of verschoten of te nauw geworden is en als het daX allemaal niet is, dan is het iets, wat wy byna allemaal ieder jaar weer beleven: de onpleizierige ontdekking, dat datgene wat wy te voorachyn halen, zooveel minder modieus, fleurig en draagbaar is dan hetgeen wy in onze herinnering hadden. Den menteen onzer gaat het zoo: o ja, zeggen v8J, dan heb ik nog dien grooten blauwen hoed en dat goedkoope mantelpakje, dat ik op het einde van den vorlgen zomer in den uit verkoop heb gekocht en byna niet heb gedragen.... en wacht eens nog twee gebloemde Japonnen en nog een nieuwe coupon linnen en dat kunstzydje en myn zomermantel is ook nog goed och ik heb niets noodig! En dan gaat de kast open en dan biykt de zomermantel toch wel leelyk verschoten en wat is dat? zyn we zooveel dikker geworden? Hy is te nauw! En wat zyn dat voor vlekken in dat kunstzydje och och wat ziet dat er ver lept en verfomfaaid uit en die coupon..., nu weten wy het opeens weer da’s waar ook! Die hadden we maar weggeborgen, omdat het te afeinig was voor een japon en de stof niet geschikt was voor een manteltje wat moet je beginnen met zoon lap.... en die gebloemde jurken tja.... voor in huis misschien.... maar toch niet meer om mee op straat te gaan. Och eigenlijk hebben we niets am aan te trekken....! En dan probeeren wy het nog eens. Wy zoe ken in de modeplaten, wy gaan uit om te zien, of wy er iets by kunnen krygen om het be staande wat op te frisschen en op te knap pen.... te verwyden misschien en dan dan komen wy in de stad en wy dwalen langs de verleideiyke etalages. Kyk daar eens....! en daar! O wat beeldig....! en wat goedkoop.... En dan komt al heel gauw de verzuchting: daar kan Je het zelf toch niet voor maken. Wt rekenen en wy rekenen nog eens en dan zwich ten wy. Natuuriyk zwichten wy voor de aan- lokkeiyke koopjes en wy komen opgewonden en verrukt thuis en wy besluiten, het oude maar thuis af te dragen. Soms gebeurt dat, maar even vaak gebeurt dat niet sn toch kunnen wy met wat smaak, bar, ’t is raak geweest, 't is éénen bonk geluk geweest! En eigenlyk, elgeniyk zou ik al moeten be ginnen met den Donderdag, toen de klnders begosten af te komen. Toen k drie keeren op en neer Ulvenhout-stadsche statie gerejen ben, met m’n Bleske en de sjees, om ze af te halen van den trein, want ook dat, dat was feest, veul feest, amico! Alles. X sou alles te veul, te veul zijn, voor eenen brief. k Zou kunnen vertellen van de feesttafel, •n boek vol. Van de felicitaties, van geluks telegrammen, van kaarten, brieven, teekenln- gen en gedichten, uit aUe hoeken van ons land, uit ’t Zulen en 't Noorden, t Westen en ■t Oosten. Van al die stapels harteiyke geluk- wenschen. waarmee de laat van de mooie kast (gedwongen, want op 4. Kgl-hl zou volgen: 4. Df2 x fit; 5. Ld3 x fl. Tf7 en fit) Te«- elt; 5. Ld3 x fl (want Tn staat vast met Lbg), Lb« x f2t; 8. Kgl-hl, Tel x fl mat. Op 3. Dc«-h6, hoe verleideiyk ook voor wit zoo teekent dr. v. d. Linde self by zyn nota tie aan zou Zwart dus hebben kunnen ant woorden met de aankondiging van: .mat in hoogstens vier zetten!” Maar.... zoo’n buiten kansje krygt men niet eiken dag. Wy herhalen nog eens. dat het beslist nood zakelijk is. de partyen op het bord na te spelen. Daarom laten wy voor de beginnelingen zoo uitermate uitvoerig alle overwegingen vol- - gen. Men begint dus met het opzetten van de stukken, volgens het gegeven diagram. Dan gaat men aan de hand van onze uiteenzetting de verschillende zetten nadoen. Maar men laat daarby ook de eigen gedachten werken. Alleen wanneer men zélf inziet, dat hetgeen geschiedt logisch is en het eentg wenschelyke in de gegeven gevallen, dan wordt de gespeelde set .geestelyk eigendom” van den leerling. In de bovenstaande elndstelling is Wit dr v. d. Linde in kwaliteit achter, terwyi Zwart met een sterken aanval dreigt door Te8-el. Wit heeft dat in de gaten en zet zich aan het peinzen.... Het resultaat van deze over denking was, dat Wit besloot tot een „offer”, d wz. tot het opgeven van een stuk, om daar door weer in een sterkere stelling te komen Wanneer de tegenparty ons dus een stuk als het ware aanbiedt, dan is het steeds zaak, goed uit te kyken. of hy daarmede niet iets „voor” heeft, of dat hy zich werkelyk heeft verkeken In ons geval speelde Wit; 1. PI5-h6t Zooals men ziet, een zet die het laatste halve escadron cavalerie volkomen prijs geeft aan het vuur van den tegenstander. Zwart weerstond de verzoe king niet, maar nam als de weerga met g7-h6 het schaakbiedende Paard. Dit kostte hem evenwel de party. Want nu volgde: 2. Ld3-c4? (de Lc4 is maar schynbaar ongedekt, let op de Dc6). Nu is een onaangename positie ontstaan voor den zwarten Koning. Lb2 belet hem te vluchten naar de velden g7 en h8. Hy is dus wel gedwon gen tot Tf8-f7. Maar wit Iaat hem niet met rust en zet hem weer schaak door met de Dame, welke op c6 staat, onverhoeds zyn Toren op e8 te nemen. Zwart moet weer gedwongen antwoorden Dc5-f8. Waarop de vierde zet volgt. Lc4 x f7 mat! Zwart is weerloos. Df8 kan Lf7 niet slaan, omdat dan de Koning weer in het schaak van De8 zoude komen. Als Zwart nu nog even langer had doorge dacht. zou hy gezien hebben, dat het verlies van zyn party vermeden ware, door na het schaakbieden in den eersten zet van dit eind spel. te antwoorden met Kg8-h8. waardoor hy zyn Koning aan het schaakbiedende Ph6 ont trokken had. Dan zou gevolgd zyn: 2. Ph6-f7t want Wit weet wel. dat hy den aanbal geen enkelen zet mag loslaten. Gaat de Koning weer naar g8 terug. r'an ontstaat hierdotr dus remise door onafgebroken, of perpetueel schaak. (3. Pf7-h6t, Kg8-h8; 4. Ph6-f7t, Kh8-g8, et in saecula saeculorum.) Nu zoudt gU my kunnen tegenwerpen, dat Zwart in den tweeden zet (2.... Tf8-f7) het Paard ook had kunnen nemen. Zeker, doch in dat geval sou Wit door 3. Dc6 x e8» de kwa liteit onmiddeliyk herwonnen hebben en zou de party door gebrek aan overwicht van „na ture" remise zyn geworden. Voor de mooie matbedreiging 3. Dc6-h6 (drei gend Dh6 x h7t, want g7 staat gebonden door Lb2) is geen tyd. want Zwart zou waarschyn- lyk van rijn kant het volgende tegenspel ont dekt hebben: 3Dc5 x f2t; 4. Tfl x f2t handigheid en overleg zuike alleraardigste klee- dingstukken tooveren van afleggertjes. Zoo’n gebloemde jurk, die te nauw is, wordt een gezellig schort Het bovenstuk baart geen moeite en voor het schootgedeelte knippen wy uit een krant een vierhoeklgen lap als rok-bedekker. In dezen vierhoek geven wy eenige knippen van onderen naar boven van ongeveer 30 A 40 cM. hoog. Wy leggen nu het stuk krant op een grooter stuk krant met de geknipte split jes open dus van elkaar geschoven en spelden dit vast. Nu knippen wy het schootje volgens het open ge vouwen patroon en ronden het van onderen wat by. Desverlangd komt er een strook aan uit de schuine stof geknipt. Hebben we een geruite Jurk, waarvan de rok te nauw is, dan wordt dit ook een boezelaar met geruit bovenstuk en effen rok of schoot gedeelte, dat weer een opgenaaide geruite bles (uit de schuine stof geknipt) onderaan krijgt. Kraagje en banden worden van de effen stof gekozen. Ook kunnen wy twee japonnen of een japon en een blouse samen verwerken tot een nieuwe japon. Mouwen van anderé stof zyn aan de orde van den dag. Een effen donkerblauwe Japon krygt b.v. nieuwe halve wyde mouwen geknipt uit der. rok van een witte japon. Een vuurroode ceintuur voltooit het geheel en we hebben een nieuwe Japon! Een blauw met wit of zatert met rose be drukte zomerjapon, die niet meer te verande ren is, tooveren we om in een kwiek kort man teltje, dat met een bestaande effen witte, blau we, een zwarte of rose japon een keurig com plet vormt, want een gebloemd manteltje op een effen japon is het laatste! Als wy de restanten uit onze kleerenkast netjes hebben verwerkt-tot bruikbare kleedtng- stukken, dan dragen wy het nieuw aangeschaf te met des te meer plezier, dat weet ik zeker! innenkort zullen we weer verlangen naar een koel plekje en een verfrisschenden drank. De warme schoteltjes en de ge bakken nagerechten vallen dan niet meer in den smaak. Meer waardeering zal men dan hebben voor vruchten gerechten, b.v. een vruchten- ||h||||H sla van verschillende in stukjes gesneden vruchten. ||gi||sH bestrooid met suiker en l overgoten met wat room. V '.j Ook kamemelkpudding. be reid met vruchtensap en karnemelk, moet dan weer op W- het menu verschynen. Be- halve dat deze pudding frisch en zeer smakeiyk is het vruchtensap kamemelksmaak weggenomen), is hy tevens een sieraad op de gedekte tafeL ding vanillesaus liter) of geslagen room (J-, slagroom, vermengd met 1 eiwit, 60 gram basterdsuiker en wat vanlllemerg) of room (4 dL.). Daar is gespietst en eiken spiets van den Fielp, van den Blaauwe, van den Dré onzen verver, van.... meneer pastoor nie te verge ten eiken spiets is ’nen brief weerd! Maar ik kan toch tot ouwejaar de bruiloft nie beschrijven gaan....? -D— Wel moet ik beginnen te neggen, dat den versierden stal, waarin gesnakkeiyk vyfhon- derd man te plaatsen is, op n moment te klein, was! Den Thé all mannen blaaaden, blaasden. ze blaasden de wanden van malkaar. Maar daar kwam geen ruimte mee! X Zat zoo: t Maal was tenende. Ruim honderd man Trul’s berekening was nie slecht geweest l had z’n eigen volgeschranst aan den overdaad van den disch. De hulken stonden strak als trommelvellen! De koppen gloeiden als lampionnen! De oogs kens waren allemaal klein van verzadiging. Efkens gonsde X lawyt uit, in X gedender van X serviesgerei alleen, gedender J», want X lawyt van al die borden, pannen, schottels, kuipen en stroomend pompwater X was ge- iyk aan *t ratelen van ’nen zwanen trein over *n stalen brug. Efkens hoerde ik niks anders dan deus la wyt en ik docht: m’n gezelschap was moei, doodmoei. Den Fielp dee z’nen zwarten gekleeden jas Roer de boter zacht, voeg er de overige be- standdeelen aan toe en kneed alles goed door elkaar. Rol het deeg op een, met bloem be strooide. tafel of deegplank uit tot een lap van cM. dikte. (Hiervoor kan men by ge brek aan een deegrol. een schoone leege flesch gebruiken.) Snyd de deeglap in reepjes van 6 cM. lengte en 1 c.M. breedte en bak deze in een matig warmen oven lichtbruin en gaar. pl.m. 15 min. Volgens dit recept krijgt men 3 A 4 ons zeer puddingvorm. Presenteer des-1 smakelyke koekjes, voor den prys van onge- verkiezende by den pud-1 veer 30 cent. De storm van muziek en zanglawyt laaide hooger, booger, alty hooger! Ons Paula, ons nonneke, ze kwam by moeders staan en streel de heur handen op mynen schouwer. Onzen Dré. hy kneep in m'nen schouwer, da 'k X voelde stroomen tot in m’n knieën. Den kleinen Dré. hy stond boven op de ta fel, hy had den Thé z’n taak overgenomen en hy vuurde de muziek aan mee den voor- zltters-pollepel tot ’n lawyt, tot 'n vuur, tot ’nen laatenden geestdrift, dat de muzikanten koppen kregen als biefstukken zoo rood. Toen brak den kleinen Dré, mee 'nen per- fecten pollepelzwaai de muziek af. .,Hleppteptep..*..l” klaterde z’n heldere stemmeke. „Hlepplepiep -,Hlepiepiep.I.’ Vernolle, amico. m’n hart zwol. zwol, zwol tot in m’n keel, als ik dat baaske daar zoo zy nen gang zag gaan! Sodepetat dat wordt 'nen goeie! En ik pakte m’n Trui nog 'ns, ten aanschouwe van X heele dorp, m’n Pauwke, m’nen grooten Dré gaf ik ’nen klap op zijnen schouwer en toen, toen vocht ik me door X volk naar m’n baaske, liet ’m in m’n urnen springen en brocht m temidden van groepke! Toen pakte den Thé de zaak nog 'ns ferm i aam, en toen heb "k m’n eigen maar 'ns laten hossen en springen, mee m’n baaske aan m nen 1 nek. mee m’n Trui om den hals, mee m’n i Pauwke alles X kost Hjen! Alleen voor zooXi oogenblik zoudt g” al veer- i tig Jaren getrouwd willen zyn! Toen 1» X Ner gaan stroomen! X Schuimde over de tafels. Daar wierd ge- I klonken, daar wierd gedronken, daar wierd *nen flar geluk afgescheurd in overmoedige gulzig heid. daar wierd gekust, geklapt, daar wierd gepakt en gedouwd, daar wierden nieuwe dra- den gesponnen voor nieuwe bruiloften, want.. 1 X was Mei! Mei!! En.... van bruiloften ko men bruiloften! X Zonneke was verzonken. Den avond kwam op eerde. En klik, klikklak, daar gloeiden de gekleurde lampen op, deinend aan de groene i mastguirlandes en de stal wierd omgetooverd in 'nen pergola waar X kleurenllcht. waar de versiering, waar X glasgerinkel, waar de mu ziek. waar X plazier samensmolt tot éénen klater van levenslust en menscheiyk geluk. i den stal wierd tot ’nen tempel van vreugde! Trui zat stillekes te lachen, te kyken. Ze 1 wist alle klnders, tot heur Pauwke, vlak by baar! i Ze wist broers en -zusters onder heur dak! 1 Trui was te gelukkig om druk te zyn. 1 100 gram (1 ons) boter, 100 gram (1 ons) bloem. 100 gram (1 ons) oude kaas. 100 gram (1 ons) aardappelen. Iets zout en 1 theelepel bakpoeder (niet be slist noodzakeiyk). et behoort tot de moeiiykste dingen des levens, een scherp geaccentueerd succes te boeken. Het behalen van een „klinken de” overwinning kost vaak juist dat laatste loodje meesterschap, dat zoo zwaar weegt! Wie succes nastreeft, hoede zich dus voor half heden. Met deze overweging in X hoofd, bladerden wy onze archief-nottties nog eens door en vonden daarin een diagram van de elndstelling uit een party, welke den 16den Februari 1876 te Arnhem gespeeld werd door den bekenden schaakmeester uit dat tydvak. dr. A. v. d Linde, tegen een on ge noemden tegenstander. Omdat het zoo’n prachtige oefening is. een cergeiyke serie aetten te analyseeren, alsmede den vennoedeiyken gedachtengang van de spe lers eens na te gaan, laten wy dit merkwaar dige eindspel hier eens volgen: ment. Roe gloeide den reuzenkroon van den notenleer, die d’avondaon op z’n kolossale blad had zitten. Verkoperd was ie. ’n Violette, gouwen locht hing te stralen over den hof van Nol Huyben, m'nen overbuur. Den dag was op z’n schoonst. De zonnepie- ken vonkten uit X koper van den Thé z’n mannen! En 'n telleke later walste het gezel schap op den mooien molen, die draaide, die draalde, die lustig draaide op den maatslag van den Thé z’n korte dikke, maar kwieke armke, waarmee ie z’n mannen aanvoerde en aanvuurde! Rapper nog wierden de tafels leeggehaald. De tonnekes bier tóóverden er boven op hulp genoeg! en feller en vu riger draaide den molen, één. twee, drie één, twee drie en by elke derde maat "nen kiap op de groote trom, dat oew hart teugen oew strot bonsde. Ik keek X aan, mee ’n plazier, mee ’n diep geluk, da k da k da k m’n Trui van den stoel pakte en da 'k ze bekaans smoorde in m’n trillende armen, als ook wy begosten te draaien op dieën mooien moten! „Wat hebben ze ’n plazier, Dré,” hygde Trui gelukkig: ,,op ons feest!” „Wefke X is zoo schoon voor malkaar!” En hop! Ik smeet m’n beenen omhoog, stamp te by „drie” op den vloer, da *k electriek voel de in m’n botten! En toen. Rang. Midden in den wals brak den Thé af en als allen efkens in X wargaren zat, dan dan schetterde daar X koper, X vlammende koper in den gloei van de zak kende zon. „lang zulten ze leven!” 't Volk uit X dorp, achter den muziek mee gekomen, hoste naar binnen. Den Thé kwam mee z’n mannen, al blazend binnengemar cheerd sodejabel, wat zat X puik in mal kaar; ik herkende dalyk de organisatie van den Fielp en den Thé. en binnen de muren van de feestzaal, met de honderden feestgan gers, met de heele hermonle. met de Turksche trom en de bekkens, botsten de klanken teu gen de, muren, dat ze wel bol moesten gaan staan. Lang zullen ze leven! X Hiew nie op. En ongemerkt stonden Trui en ik temidden van den feestorkaan, die hier rond'ons stormde en klotste.... Ik kan X nie na-vertellen Trui en ik, we hadden malkaar nog vast van den wals. Trui zag niks. Niks meer; ’Nen blaauwen waas lag over heur oogen, die my aankeken, aankeken sjuust als 'n halve eeuw gelejen, toen 'k heur onder vaders pa- rapluie, in druipenden regen bezwoor: „TTuike, 811, gy alleen en nooit, nooit meer ”n aniere!” Ik voelde heur armen beven. *k Zag zenuw- kens trekken langs heur niks-zlende oogen. Onze andere afbeelding laat een zacht groen complet zien, bestaande uit een een voudige rechte groene jurk van wollen georgette met bypassend ongevoerd man teltje met raglan-mouwen. Groen is een kleur die wy in het oog moeten houden by het komend seizoen want er zal naast geel en marine blauw heel veel groen wor den gezien, van het zachtste amandelgroen tot diep, mos groen. De completeerende kleur is veelal bruin en een enke le maal.... rood, maar dat staat slechts enkelen en is alleen aan te raden voor de slanke blonde vrouw met een uitgebreide garderobe. Is u dus kort, dik en donker en in het bezit van slechts een "zeer beperkte hoeveelheid klee- ren, kiest u dan liever iets anders mevrouwtje! a Is we gasten hebben, of onze huisgenooten eens willen tracteeren, geven we graag L een lekker koekje by de thee of koffie. Maar lekkere koekjes zyn duur, als we ze moe ten koopen, en dat is voor menigeen een groot bezwaar. Als we evenwel in het bezit zyn van een oven is het zoo’n kunst niet om voor weinig geld wat lekkers voor den dag te tooveren. Zelf koekjes bakken is een prettig werk en het succes dat we er mee oogsten, is een ruime belooning voor de moeite en den tyd, die we er aan besteden. Het volgende recept voor kaasstokjes leert u een eenvoudig kaaskoekje bereiden. Kans op mislukken bestaat er niet en- de prijs van de koekjes is laag. de koningin van X feest! En ze wAs, amico, die Ulvenhoutsche boerenvrouw, die heel heur leven gewerkt heeft als ’nen kearel, gemoederd als ’n broedkip. geofferd beuren lesten vezel kracht m’n goeie, m’n trouwe, m’n prach tige wyf, ze _wAs ’n koningin! Ryk, overdadig stroomden haar feesttractaties over de honder den uit! En ze was er bly, dlep-content over! 'nJaar had ze daarvoor geploeterd, ingemaakt, geprakkiseerd, nachten wakker gelegen. Ze sprak met haar Wieske, ze streelde X kleine grut, ze „zorgde” over heur klnders, die hals en kop boven X uitstaken! Ze voederde ze. ze laafde ze, ze dee ze goed zooveul, zooveul als ze maar kon deus weinigs dagen, dat 'r nest compleet was! Ze peilde d’ oogen van ons Pauwke binnen het wit der kap en ze speurde daar paar de zekerheid van X geluk van haar docht neke. Ze keek met trots naar den breejen Dré. naar haren jongen, haren.... kunstschilder: (want als X aan my gelegen had, liep ie van daag achter den ploeg). Ze keek, ze keek, ze onderzocht ik zag X de resultaten van ’r gespendeerde leven! Ban ze niks vergeten? Niks fout gemaakt? Niks anders moeten doen? En zoo dwerlden al die levens, die samen héiir leven zyn, zoo dwerlden en krioelden al die gedachten achter x heete, rooie voorhoofd van myn koningin, die daar, temidden van X uitbundigst lawyt, van X klaterend feestgejoel te.... zorgen zat voor-H«»r volk! En als ze efkens de oogen sloot, dan zag ik tóch hoe ze stil onder de tafel heur ’Vereelte han den vouwde.... En ik? ik docht: Dré. docht ik. wat hebt gij als snotneus indertijd n goei wiefke uitge zócht! Ei: ’k pokte heur handen daar stiekum onder de feesttafel vast! Vol! Toch nog Tien tweeden brief, de naaste week, over X feest. Ik kom er nie met eenen. Veul groeten van Trui en als alty geen horke minder van oewen t. A v. DR.» vol ligt, daarvan en daarover, zou ’k vellen vol kunnen vertellen! Van de klnders, de kleinklnders, van de Vameraads de familie, de hermonle alles x is allemaal, allemaal eindeloos veul en onmogeiyk te zeggen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 21