Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind J den dag d H F 75Ó- F 750.- Petrus Josephus Vroomans WIT!! ■Èv De onbekende Verloofde - ZATERDAG 30 MEI 1936 Het Londensche verkeer Wybe’s Pinksterverrassing Een priester uit het Bossche Bisdom DOOR LEMAIRE Alleen door vorbroodingdor hoofdrtraton ia do otad begaanbaar to maken ACHTERSPATBORDEN *- must - M» >7 ATT T A T^A^ATAT^1 op dit bUd-zUn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p 7^*0 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 bU een ongeval met p 7^0 «I T, AA JI w IN r1, O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen WVo verlies vu beide armen, beide beenen of belde oogen MVe" doodelljken afloop «vVe" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL HiiiiiiHifimiiimR REIZEN! Hiiiiiimiiiiiimnn A t r> w ur persoon had htf tal 1 rs lucht In n U t dan weer (eland worden, hetgeen soms heel erg moeilijk was. TT 7 n r HOOFDSTUK IV 1 1 ke. en m. in en en en Kerk van het H. Hart (parochie Noordhoek te Tilburg) de hand was ezv spoedig had dit de ooren der kabouterman netjes bereikt. Petrus Josephus Vroomans, als kapelaan van de parochie Noordhoek te Tilburg rte ek was we van je geest; *ren kenners in m m m bt is, ik te ie n T n e en ge- n Bh, b iet rt- rs e- Iv. d- ?n zouden wijzen. Q- in er ie 1- r, d al en, ng de ui- I- 1. t- re tt, is n ir U n aanles hierop veel beter berekend. ZM werd vermevwd en op grootsche schaal herbouwd In een tijd waarin het verkeer, volgens de huldig; opvattingen, nog bescheiden afmetingen had; Lomten dat geen -evoluties en geen keizerlijke dictator.' gekend neeft, is. wat de centrale wijken betreft, in hoofdvaak gebleven ■xala ma—nlilan. wl voor altijd thuis moest 'blijven Goede reflec tor (hoogstens 40 on boven den grond) ollMn b niet voldoende: bovendien moet uw echterspet- bordwltvankleer lijn, ook overdag t def segt de wet! Parochiekerk van den H. Gerardus Ma- jella, welke door Piet Vroomans is gesticht, doch waarvan hij de inzege ning niet meer heeft mogen beleven 1 ZUI! - „Waarom verschrikt. „Omdat, als de portefeuille niet wordt ge reclameerd, mejuffrouw die terug zal ontvan gen." ,J«a zei Juffrouw scheen te «Mn- een Jaar en sec weken, niet waar?" Brlssot, die goed* op de hoogte 14 11e bfj verlies van een hand, een voet of een oog Je dat hij zoo wanhopig is omdat hM 50 francs verloren heeft?” ,£r is meer dan die 50 francs,” antwoordde Ik bits, .jet is ook nog de portefeuille.'’ ,JEn de postzegel I” voegde er de dokter aan toe. Georges Peral keek mij glimlachend aan zonder iets te zeggen. Mijn levendigheid amuseerde hem. maar ik was boos, omdat hU er geen bijzonder belang in scheen te stellen. Om hem te plagen vervolgde ik: „O, ik be grijp best, dat hM te hoog staat voor zoon ver lies; soo’n elegante, chique en gedistingeerde beer!” .Heb verloren en JU belet mij om hem zijn eigendom terug te geven,” antwoordde ik boos. „Waar heb Je die gevonden?” vroeg Fran- coise, die de portefeuille uit mijn handen bad genomen en die om en om draalde. „Daar, vlak voor mij. op het trottoir.” „Op het trottoir? Hoe wbet Je dan, dat die mijnheer haar verloren heeft? Heb Je gezien, dat hij haar heeft laten vallen?” „Nren, Francolse, maar die mijnheer kwam Juist langs mM heen.” „Dat is nog geen reden, dat* die portefeuille hem tpebehoort. ook niet, dat Je als een gekkin hem achterna holt.” Mijn beweging werd dus als bespottelMk voor gesteld en daarom bleef ik boos vasthouden aan mMn opinie. „HM heeft beslist zeker de portefeuille verloren zonder dat hM het merkte." „Misschien heeft een ander haar ver! daar hM vlug voortliep, heeft hM het i zien.” „Als Je mM niet had tegengehouden, had ik het hem kunnen vragen.” „En als dfe mMnheer niet eerlMk was, zou je de portefeuille aan een schurk in handen heb ben gegeven." fluisterde Juffrouw Brlssot njpt haar neusstem. Daar Ik niet bet Ingeboren wantrouwen van onze Juf bezit, moest ik bekennen, dat Ik daar niet aan gedacht had. maar overtuigd van mMn scherpzinnigheid hield ik vol. dat mMn voorbij ganger de eigenaar van de portefeuille was. „Wat gaan wM er mee doen?” vroeg ik bite. „WM sullen er waarschMnlMk wel een aan- wMzinf in vinden,” zei Francolse het voorwerp Westkaap. het herkennlngsteekcn schipper» willen teekenen het droomen geraakt en hu MMn nicht maakte een minachtend gebaar, maar ik haastte mM de vragen van den com missaris te beantwoorden, om een reden, waar van ik het geheim bewaarde; het mishaagde mM niet, dat mMn markies met den geur van Royal Origan sigaretten zou weten, onder welken vorm en naam de Voorzienigheid, die over zMn eigen dom waakte, zich dien dag had geopenbaard. Dat avontuur leidde mM af van mMn huwelMks- zorgen. Gedurende het diner, waaraan zooals alle Dinsdagen Georges Peral. de dokter en mMnheer Servoix deelnamen, spraken wM over niets anders. Ik beschreef nauwkeurig de por tefeuille. vooral de aandacht vestigend op hét kroontje boven de initialen. MMn fantasie den vrUen loop latend, zocht ik alle aristocratische voornamen op, beginnend met de letter R. „Roland, Rodolphe. „Rodrigues.” opperde Michel. „Romeo," zei de dokter, „dait is een mooie naam en die vooral klinkt zeer romantisch.” De dokter heeft een manier om Iets te zeggen, dat men nooit weet of hM ernstig spreekt of malligheid maakt. Ik hernam: „Ik houd niet van Romeo, ik -heb liever Richard of Robert.” „Waarom niet Rigbbert?” vroeg de dokter. Meer dan veronderstellingen maken, konden wM niet. Daarna had ik het over de wanhoop van mMn onbekende, toen hM zMn verlies con stateerde en nog meer over zijn vreugde als hM zou vernemen, dat rijn eigendom in eerlUke handen was gevallen, die gereed stonden om het hem te restitueeren. „Wat overdrijf je weer," sei Francolse, „den* Reizen te niet: hoofdpijn kragen Van het zoeken naar een trein, Diep wanhopig zitten zuchten Over 'n spoorboek groot of klein, Reizen is niet, zenuwachtig Zitten vragen aan étn stuk Of je route nu wel goed is. Uitgezocht op puur geluk. Reizen is niet: angstig heen gaan Naar een onbekend hotel. Twijfelachtig staan te kijken: Doen we ’t niet? Of doen we ’t wel? Reizen is niet: doodmoe dwalen Door een onbekende stad. Om dan later nog te hooren: .Jieb je dit niet eens gehad/?" het kwaad geheel en al uitroeien en begon daarem met de Jongens te leeren hoe se de Mis moester. bMwonen en probeerde ook hen de verheven waarde van dit offer te doen begrij pen. Op deze wMze heeft kapelaan Vroomans, die van zichzelf wist, dat hM geen groot predi kant was. zeer veel gedaan voor het goed bM- won.?n der H. Mis en voor het behoud van het geloof Voor het behoud van het geloof is een zekere kennis van dit geloof onontbeerlMk en kape laan Vtoomans begon ook hier weer onderaan. HM heeft een program opgesteld voor het kate- chlsmusonderwMs op de scholen, waardoor dit concentrisch geregeld werd. In elke klas werd dezelfde stof behandeld, zoodat men In elke klas in een Jaar tMd den heelen katechismus dóórwerkte. waarbM van Jaar tot jaar de stof werd uitgebeeld. dig: die botsing tusschen een Jong meisje van goede familie en een jongen markies, dat vinden van de portefeuille, doorgeurt! van Royaj Ori gan. Die gebeurtenis sou heel zeker een ont moeting te weeg brengen; als goed opgevoed man zou hM er op staan persoonlijk zMn wel doenster te komen bedanken, want als zoo danig beschouwde ik mMaelf. WM zouden kennis met elkaar maken, vriendschap sluiten en dan.... De gedachte aan dien goedigen Georges Feral kwam neer als een Mskoude douche op mMn geestdrift. Ik herinnerde mM opnieuw sMn goede hoedanigheden, ik herhaalde de woor den van mMn tante, ik trachtte mMn gemoed te verwarmen jegens hem, maar wat ik ook deed. zMn kans verminderde zienderoogen. Het vooruitzicht op een huweUJk met hem deed mM denken aan een vergelMking: een schip beladen met goud en kostbare stoffen gaat ton grondezonder reden, gedurende windstilte, in een sombere zee. Ik sprak die vergelMking uit toen ik met mMn neef Michel stond te praten. HM feliciteerde mM met mMn dichterlijke verbeelding en maakte gekheid ten opzichte van de onschatbare rijk dommen. waarmede dat schip: mMn hart of mMn brein volgens keuze, beladen was. WM waren zeer bevriend. Michel en ik. zooals hM altijd sei: gezworen kameraden. HM was oen jaar ouder dan ik. onze karakters en neigingen geleken op elkaar. Ik had van hem mjjn ver trouweling gemaakt, want hM begreep mM beter dan Francolse en ik voelde mM vrijer tegenover hem, (Wordt vervolgd) Reizen.... dat is héél wat anders, Da’s een feest voor groot en klein, Reizen moet een stuk ontwikk’Ung, Reizen moet genieten zijn. Reizen moet je kracht vernieuwen, 't Zij verruimt Reizen is: iets Waar je nooit nog was gewest Reizen is: te durven leven Ook een» buiten je terrein; Reizen is: je vrijer voelen, Een verfrissching van je brein.’ Reizen moet je zonder zorgen. Dan pas stemt het je tevrei; Zulke reizen, die genót zijn. Die verzorgt de V.K.P.! HERMAN KRAMER et was een wonderschoons dag. Plechtig als zware orgeltonen daverde de focache golfslag der wijde, blinkende 'ee op het stille strand. De branding lag als een driedub bele gordel om de kust, helder wit van de schuimende koppen, die weer verliepen om dan opnieuw gevormd te worden. Goudgroen golfde de zee in oneindige deining, het eeuwige rhyth- me der tMden.... „De regenwolken zMn verdreven. Morgen Is bet Pinksteren.’* Haje Teerling strekte zMn beenen in het war me duinzand en sprak halfluid dese woorden voor zich uit. HM lag boven op de duinen en zag naar be neden, nur het heetlMke spel van de golven, die stuk sloegen tegen de hooge golfbiekers. Sinds zMn kindsheid had Haje Teerling geen lente meer op zMn geboorte-eiland gekend. Jaar in jaar uit was hM naar Amsterdam gegaan om dan vandaar uit naar Groenland te vertrekken. Groenlandvaarders kennen geen lente. Wanneer de natuur in hun vaderland begint te herleven en de aarde nieuwe vruchtbaarheid geeft aan bet uitgestrooide zand, dan hebben de schepen Juist de eeuwige Ijsvelden bereikt. In plaats van de lachende lente is er een Mzige koude, hangt er een zware mist en jagen de sneeuwstormen. Weliswaar kent ook het Poolgebied 4jn neldere dagen, wanneer de kolossale Msbergen koud- glansend in de M>ige seetn langzaam voort- drMven. IJs en zee zMn dan sprookjesachtig in hun schoonheid. wanneer men daar gevoel voor heeft! Doch de meeste Groenlanders zMn menschen van de harde werkelMkheld. ZM ha ten het Ms »n willen walvisschen vangen, an ders niet En zM hebben er werkelMk reden voor om bet Ms te haten: hoe vaak Immers gaat niet een schip met man en muis ten gronde wan neer het Ms gaat drMven Haje Teerling hield vu bet koude Noorden. Vaak nog knaagde het heimwee aan zMn del, wanneer hM er aan dacht, dat hM dit jaar en het een eeuw geleden was. He: ministerie van Transport heeft een on derzoek ingesteld naar de vraag de door paar den getrokken voertuigen uit de hoofdstraten te bannen, en aldus een snellere afwikkeling van het verkeer te verzekeren. De resultaten van dat onderzoek zMn nog niet bekend, maar men vermoedt dat zM onbevredigend zMn. Voor al iA c'e City en In het East End spelen paar den- eu vrachtwagens en ook bestelwagens nog een te belangrMke rol du dat men se uit de hoofektraten zou kunnen weren zonder be- lange.i, die ontzien moeten worden, ernstig te bcnadeelen. BovencHen zou door zulk een maat: egel slechts tMdelMke verlichting in den toestand komen. Doeltreffender sou het zMn de maandelMks te ve-rfenen auto-licenties te .autsoeneeren”. Dit Is zelfs van meer dan één zMde voorgesteld, maar de automobiel-industrie is een te belug- rMke factor in het economische leven des luds dan dat iets gedaan zou kunnen worden dat een v< t mindering der productie met zich bracht. Maar het allerdoeltreffendst zou een alge- meene verbreeding der Lonctensche hoofdstraten zMn. Men voert au dat dit mllliarden kosten sou. Maar er sMn 1.800.000 werkloosen, die óók mllliarden koeten; dit geld ku beter aan loo- nen voor „productleven arbeid” uitgegeven worden. Wanneer met die verbreeding thans niet aangevangen wordt, dan zal men er over tien Jaren toe moeten overgaan, en du zullen de kosten waarschMnlMk nog veel hooger zMn du thana Lonoen heeft steeds gevaar geloopen onbe woonbaar te worden door de onmetelMke af- stan kn, en onbegaanbaar door het steeds au- w assen de verkeer. Door de ondergrondaebe spoorwegverbindingen, die in de laatste vMftlen jaren In alle richtingen verlengd zMn, is men er in geslaagd Londen bewoonbaar te houden; alleen door verbreeding der hoofdstraten sal men er in slagen het ook weer begaanbaar te maken. er W'»n de hand van J. van WMck. priester, W is bM de drukkerM H. Bergmans te TU- burg verschenen een levensschets vu Petrus Jcscphus Vroomans. een priester uit het Bossche Bisdom. P. J Vroomans werd 31 December 1875 ge boren te Helmond; hM is priester gewMd in 1903 en overleed 33 Januari 1923. Tusschen deze data ligt een leven van harden arbeid, gestuwd door zMn giooten ondernemingslust. Van hem kan gezezd worden: Consumatus In brevl, explevlt tempora multa. De gedachtenis van pastoor Vroomans Is ge bleven zooals zMn leven was. Nu nog hoort men in Tnburg vaak over hem praten. .HM was *ne goeie menseb.” zeggen ze vu hem en dit is Inoexdaad de overheersebende trek vu zMn karakter geweest. Hoewel de herinnering aan hem nog voortleeft in Tilburg, is men elgenlMk toch wat verwonderd, dat nu een boekje over hem verschenen is; wut naast sMn goedheid was zMn eenvoud kenmerkend, waardoor hM kmanc is geweest, die zich nooit op den voor- grond beeft gedrongen. Daarom heeft men er nooit een vermoeden van gehad, vu welke be- teekenls kapelau Vroomans is geweest voor het katholieke openbare leven van Tilburg. Eerst aismen het boekje leest, ervaart men iets var. deze groote beteekenls. Van wat op het oogenbhk In Tilburg le;ft Is bMna niets, waarin kapelaan Vroomans niet cle hand heeft gehad. En datgene, waaraan hM heeft gewerkt, heeft hM gesden als een behoefte voor de stad, niet alleen op dat oogenbUk, maar ook voor de toe komst. Men sou kunnen zeggen dat kapelau Vroomans de toekomstige ontwikkeling van Tilburg heeft voorzien en dat hM zMn instel lingen heeft opgericht niet alleen voor dien tMd, maar meer nog voor de nooden van den toekoirftigen tMd. HM Leeft voor de ontwikkeling en emucl- patte e'er Katholieken van Tilburg veel be- teekenis gehad, maar men zou dit vu hem niet hebben vermoed. ZMn persoon had hM niet b alle opzichten mee. HM was geen ge- makkelMk spreker en op den preekstoel hM geen fraaie figuur. Ik herinner me. dat vroeger lederen Zondag naar de Vroegmis gin gen in de kerk vu den Noordhoek, waar „meneer Vroomans” niemud noemde hem ooit anders kapelaan was. Het was nog in den tMl. dat we zoo dapper waren om vroeg op te staan en dat in de meeste Tilburgsche ge- zinnen nog de regel gold, dat men Zondags tweemaal naar de kerk moest. Des morgens naar een stille Mis en dan naar de Hoogmis of naar bet Lof. BMna altMd gingen we met vader naar de Vroegmis en du later naar de Hoogmis Het is voor een Jongen geen onver deeld genoegen een. Mis met preek te moeten bijwone.i en zeker niet, als de Mis dan nog bMzor.de: lang duurde Maar we waren toch blM, ais meneer Vroomans de Mis deed en preekte, want dan deed hM tenminste de Hoog mis n et. die toch ai lug genoeg duurde vol gens cns. En niet alleen wM. maar ook de ouderen dachten er roo over. Niemand luisterde met onverdeelde aandacht naar een preek van kapelaan Vroomans. Ook vond men algemeen dat HU erg veel tMd noodig had voor het lezen van een Mis. Het duurde wel lug, maar daar stond tegenover, dat hM zoo eerbiedig was au het al'aar, dat het iedereen trof. Eerbied in de kerk was een van zMn eigenschappen, die voortkwam uit zMn levend geloof aan het H. Sacriur ent. Dezen eerbied bracht hM over op anderen als hM aan het altaar stond. Maar ook op andere wMze heeft hM daarau gewerkt. Een van zMn voornaamste deden is geweest het in voeren van de schoolmls in de parochie. Deze was ieoeren dag van de week om half acht. waarbM telkens aan een bepaalde klas van de school bMzondere aandacht werd besteed. De jongens kregen daar les in het mlshooren, als men dit zoo noemen mag TMdens de Mis wer* hun gewezen op de beteekenls der handelingen en langzamerhand leerden ze zoo de Mis ken nen. Deze schoolmls was hard noodig, want het mlshooren op Zondag liet wel te wenschen over wat den eerbied en de aandacht aanging; vooral achter in de kerk. Kapelaan Vroomans nam nlt den menschen niet kwalMk, want hM meende dat de mannen niet konden doen, wat ze als jongens niet-geleerd hadden. HM ging wel «ilt onfter de MIs achter in de kerk staan om hes praten tegen te gaan, maar hM wilde Ook als zielzorger was kapelaan 'Vroomans zeer Mverig. HM had een drukken biechtstoel, zoowe vu volwassenen als vu kinderen. Strengheid was hem vreemd en hM wist, dat de rechtvaardige zeven maal per dag valt. Voor ons, jongens, die bM hem gingen biechten, had hM altMd evenveel audacht, al kwamen we op drukke Zaterdagen. ZMn goedheid ku blM- ken uit een klein voorval. Het Is eens gebeurd, dat ik gedurende de katechismusles schrikke- IMk lastig ben geweest. Meneer Vroomans, die wel eens driftig kon worden, had er op een gegeven oogenbUk genoeg vu en rammeid; me eenr flink door elkaar. Den volgenden Za terdag voelde ik me verplicht mMn onbehoorlMk gedrag te biechten en toen hM me herkende was de penitentie buitengewoon gering, wut hM vond, dat ik dezen keer „de penitentie al van to voren gehad had.” DergtlMke kleinere voorvallen typeeren du man eu verklaren, waarom hM, die geen groote talenten had. toch zooveel heeft kunnen doen voor Ce menschen en vu bMna iedereen het vertrouwen had. Men zag ook tegen hem op en had eerbied voor hem, omdat men wist, hoe goed en Mverig hM was. Daarom NMft hM voort leven in de gedachten van allen, die zMn leiding hebben gehad en die hem hebben gekend. HM was een man. die ie iets meegaf voor Je per- soomMk geestelMk leven. De Britsche automobiel-industrie blMft zich voortdurend en krachtig ontwikkelen. Dit is op zichzelf natuurlMk een gunstig verachMnsel. maa.* bet is tevens een symptoom vu het steeds olchter wordende verkeer, zoowel in de steden als op de wegen. Ofschoon de export van Britsche motorvoertuigen voortdurend toe neemt, is de groote massa der productie toen voor het binnenland bestemd. En dat binnenland heeft thans reeds meer verkeer du het aonder storing verwerken ku. Er werden in Maart-39.677 particuliere auto’s en text’s afgeleverd 2330 meer dan in de overeenkomstige maand van het vorige Jaar Het aantal commercleele voertuigen, dat van de fabrieken kwam, was ten getale vu 11.351, 1859 grooter dan in Maart 1935. Hiertegenover staat dat er elke maud een aula! oude voertuigen aan het verkeer ont trokken worden, maar dit weegt niet op tegen den v<x,rtdurenden en sterken aanwas. Dage- IMks verachMnen er honderden en honderden jueuwe motorvoertuigen op de openbare wegen. Op 31 Maart was het aantal 164.000 grooter dan op du overeenkomstlgen datum vu 1935 In vet houding tot «Mn oppervlakte heeft En geland meer auto’s dan eenlg ander land ter wereKi de Vereenlgde Staten niet uitgezon derd. Met uitzondering vu de afgelegen streken vu Cornwall en, behalve gedurende de zomer maanden. een groot deel vu Wales, is heel Engelano van de Schotsche grens tot aan de Zuidkust als één enkele onmetelMke, futastl- sche sted; de hoofdwegen zMn als de hoofd- straieu euer stad: er heerscht een onafgebro ken gerij, over honderden mMten afstuds. Óp eiken Zondag heerscht tien, twintig, dertig mijlen rondom Londen een onbeschrMflMke drukte; In dichte trossen rijdu de ulo's over de wegen, ver bulten de stac\ en herhaaldelMk komen langdurige verkeersstremmingen voor. In Ixinden zelf begint de toestand onhoud baar te worden. Volgens de jongste telling pas seerden In 13 uren tMds 83.728 voertuigen Hyde Park Corner dl. bMna 3 per seconde. Au Marble Arch werden 60.059 voertuigen geteld, hetgeen bMna 8000 meer was du twee jaren geleden. Verkeersdeskundlgen beweren dat enkele cent-ale punten van Parijs een nog omvsng- rMker verkeer te verwerken hebben du Lon den, maar de Fransche hoofdstad is door haar je hem du zoo goed gesien?” vroeg Georges opeens vol belangstelling. „ZM heeft heelemaal niets gezien." riep Francolse uit. „Ik ben zeker, dat zM hem niet eens sou herkennen, als zM hem ontmoette!” Daaromtrent ontstond een twist tusschen mMn nicht en mM. maar tante vond, dat er lang ge noeg over dit voorval was gesproken en vroeg au dokter' Renaud hoe hM het nieuwe stuk had gevonden, dat de Comedie Francolse eenlge dagen te voren ten,,tooneele haa gevoerd. Opeens werd die schaduw onderbroken door een voorwerp van bruinroode kleur, een porte feuille, die ik onmiddellMk opraapte. WerkelMk een mooie portefeuille, zacht glanzend leer, met een overslag, waardoor zM gesloten werd. Een vage geur van sigaretten, van hetzelfde merk, dat ik reeds had waargenomen, deed opeens in mM een overtuiging geboren worden. Ik draaide mM schlehjk om en liep snel In de richting vu den heer, die mM voorbM was gegaan, maar hM was al ver weg. „MMnheer!" riep ik. „Maar. Denise, wat mankeert Je?” vroeg Francolse, die mM tegenhield. „Laat mM los,” riep ik uit. „Wat beteekent dat?” vroeg Juffrouw Bris- sot ge«rgerd. Ik zag. dat de bewuste heer den hoek omsloeg vu een straat en ik wilde hem achterna loopse, toen de stevige hud vu mMn nicht mM vastgreep. „Wat is er toch gebeurd, Denise? Wat bezielt je om zoo raar te doen?" .Die mMnheer ginds beeft zMn portefeuille n >r it ■r Op de laatste reis was hem een ernstig onge val overkomen. Juist voor de Hinloopenstraat had men een walvlsch gevangen en door onbe kende oorzaak raakte Haje verward in dc hur- poenlMn. HM werd meegetrokken in de Mzige diepte, dreigde zijn bezinning te verlleoen. toen kapte men de IMn door en als door een wonder was hM weer boven gekomen en gered. Spoedig was hM er weer bovenop, doch voor de wal- vlschvaart. voor zeeman deugde hM nu niet meer. HM moest nog lachen, wuneer hM dacht aan den razenden kapitein toen hM vloekte „Een prachtige walvlsch en een halve IMn naar den bliksem. Ik neem Je niet meer mee. je weet het!” Nu zat hM op de Koningsdulnen en staarde naar het Noordwesten. Naast hem lag zUu schetsboek opengeslagen. ElgenlMk had hM de voor de doch hM was au bemerkte niet het rhythmische spel bM de golfbrekers. HM had een merkwaardige liefhebberij voor teekenen gekregen, gedurende den langen winter. HM kon toen alles teekenen, wat hM zag. HM toe rende wolken, de duinen en de zee. meestal onder een UchtgrMzen hemel, zooals de Dord- rechtsche schilder Albeft Cuyn dat deed, met wlen hM dweepte en wiens werken hM in Am sterdam l.ad gezien. HU had Wybe Wyben ge- teekend. den ouden Groenludvaarder. zoo nu- tuurlMk met zMn diepe rlnipels en ernstige ge laatstrekken, dat Maaike. zMn nichtje, verwon derd de handen in elkaar had geslagen: „Dat ben JU. opa. heelemaal vu kop tot teen.” De oude echter bromde wat vu slecht betaalde kunst. Maaike: die naam kwam als vanzelf telkens weer op Haje's lippen. Een mooie naam Maaike! Dat klonk als de Meizon en Jonge katten. Een fraaie vergelMking. Haje lachte! Daar lag hM zich nu te koesteren in de war me voorjaarszon. Alles was nieuw en wonderIMk herleefd. De leeuwerlkken stegen IMnrecht om hoog, steeds meer tierelierend tot men ze niet meer zien kon. En als een machtig koor dreun- ken leek heerlMk. was hM trots alles, deugde hM niet meer MMn verbeelding sloeg totaal op hol na dien gedenkwaardlgen dag. Ik begon met aan de Voorzienigheid een eerste rol toe te kennen in 'mMn scenario. Het was toch mogelMk, dat O.' L. Heer dat avontuur bad toegelaten om meer of minder geheimzinnige doeleinden.... wut bet was toch eigenaar- de de branding. Duizenden zeevogels sjierpten hun scherpe, geluiden. De bruine en als doem den winter verroeste stengels vu de braam struik botten weer nieuwe knoppen uit en kropen langzaam tegen de zanderige duinhel ling omhoog, tusschen het scherpe helm door over bet krakende mos. Speelsche konljntjea stoelden voor hun holen en buitelden, dat het een lust was om te zien. Kleurige vogels vlo gen over hem heen, bruinroode strepen glans den in de helle zon. Kleuren! Een honger naar kleuren overviel Haje Teerling. Dat was het: zwart-wit beviel hem niet. Kleurig was de we reld in de lente, bont en vol van het bruisende leven, niet alleen ’n zwart schip op zMn Groen- landsreis. Den gevoel van verrukking trilde in hem. De lente en den zomer thuis mee te ma- hem Jong nog. Al ook voor de vaart, hu had iets in zich wat anderen niet hadden. En plots stond weer Maaike's beeld voor sUn geest: blond en ten ger en met grijsgroene oogen als de zee op een zonnigen voorjaarsdag. Haje Teerling sprong op. ZMn besluit was genomen. Schilder zou hM worden, schilder van enkel levende kleuren. HM zou naar Amster dam gaan en Maaike zou in de toekomst zMn leidende sterre zijn. „En morgen is het Pinksteren” zong hU bMna. .Du gaat de jeugd van Borkum volgens een oud gebruik naar de Steerink-klip. Ik ben Je danser bM het voorjaarsfeest, Maaike Wyben.” ,Je weet immers niet at ik wel wxL” klonk het lachend achter hem. Half verschrokken en half geécgerd wendde Haje Teerling zich om. Maaike stond voor hem. De wtnd speelde door haar blonde lokken, „waar kom JM vandaan?" vroeg hM ba“sch. Maaike verbleekte .Dacht je, dat ik Je ua- geloopen was? Niets daarvan. Ik zag Je hier boven zitten droomen. Grootvader was gar nalen aan het vangen daaronder au het Zuld- strud. En ik ben hem toen gaan helpen. Daar komt grootvader au met zMn schepnet over het roggepad. Ik ga weer. Goeden dag!" Met kalme bewondering had Haje de verfris- schende stortzee over zich heen laten gaan. Waarachtig, wat was het bevallige meisje schoon in haar toorn! Ds bliksem sloeg uit haar oogen. HM lachte. ..Maaike,” riep hM toen, „wacht 'n& ik heb Je iets te zeggen!” Met reuzen-passen liep hM haar achterna; het mulle zand stroomde weg onder sMn voeten. Haje haalde diep adem, toen hM naar de huiden vu het meisje greep. Ja, men moet zich toch ergens aan vast grijpen wanneer men niet verder naar beneden stor ten wil. .Maaike.” zMn stem stokte. ..het ie goed dat je weet wat ik ga doen. Ik word schilder, in den herfst ga ik naar Amsterdam. Je weet, dat ik daar familie heb. Ik geloof, dat ik ergens toe in staat ben en ik zet nu door. WU jé ver trouwen in mM hebben. Maaike, en op mM wachten?” Maaike zweeg. Tusschen de hooge duintoppen lag de blin kende blauwe zee. Daarnaar staarde zM. Haar toorn was verdwenen. Toch lagen er nog trot- sche trekken om haar mond. ZM wendde haar gloeiend gelaat naar de rijzige mannengestal te. ZM zagen elkander in de oogen. De trotache trekken om Maaike's mond verdwenen. Haje wachtte met kloppend hart op haar antwoord. „Daar komt grootvader au. Ik moet weg!" ZM rukte zich plotseling los en sprong met groo te passen de duinen af. Haje Teerling bleef verwonderd staan waar hM stond. „Waarom utwoord Je mM niet?” riep hM haar achterna. „Nog niet* riep zM hem lachend van beneden toe. „Wanneer dan wel?" „Morgenklonk het ver toen ver dween Maaike uit zMn oogen. „Morgen is het Pinksteren!" riep hM luid, toen hM weer boven kwam. Vu blMdschap wierp hM zMn hoed hoog tn de lucht. Toen nam hM zMn potlood en schetsboek en begon de Westkaap te teekenen De oude Wybe Wyben was op een afstandje blliven staan en had den hoed de zien gaan. „Broodlooze kunst!” bromde hM. en toen slenterde hM weg lugs het hel-gele zandpad. En toen begon hM te peinzen zooeds alleen Wybe dat kon.... over de toekomst vu het ouderlooze Maaikewat moet er van haar worden wanneer mijn oude knoken onder het zand rustenWybe wist immers niet welke verrassing hem met Pinksteren wachtte! HM wierp het schepnet op zMn schouders, de gar nalen sprongen mee in het enge net.... de zon zakte langzaam in de nu roerlooae zee.... a openend, „waardoor wM den naam v%n den eigenaar te weten komen.” Ik sou het liefst zelf de maatregelen geno men hebben, noodig in het avontuur, waarvan ik de heldin was, maar ik moest mM neerleg gen bM hetgeen Francolse sou doen. Haar onderzoek bracht evenwel weinig op: 50 frs. in bankpapier, een postzegel vu tien centimes cn twee bMna kapotte sigaretten. Geen naam of adres vu den lichtsinnigen heer, die zijn eigendom maar zoo op straat liet vallen zonder er naar om te zien, behalve twee initialen, R de B, die wM in het leder ge graveerd vonden, onder een markiezenkroontje Trotsch 6p die ontdekking, toonde ik die aan onze Juf, die er een beetje door getroffen wa$ Daar de heer dus onbekend wilde blMven, was er, zooals mMn nicht opmerkte, niets anders te doen du naar het dlchtbM zMnde politiebureau te gau en onze vondst au te geven. De com missaris. die ons ontving, was zeer vriendelMk. HM vroeg ons naar alle omstandigheden, de plaats, het uur vu het vinden. HM noteerde den inhoud, verzekerde zich, dat er geen enkele aanwMzing was waardoor de eigenaar zou kunnen opgespoord worden en eindigde met mMn naam, mMn adres en beroep te vragen. la dat noodig?” vroeg Francotoe De zon scheen juist zoo lekker warm en vlinders zweefden dóór de lucht, nu en dan elkaar plagend en krijgertje spelend. Maar de pret ging er gauw af. Nog nooit hadden ze zoon last vu de warmte gehad. De groenten op het veld riepen luidkeels om water en daar de vlinders bang waren, dat ze die droge hitte niet zouden overleven, gingen ze de kabouters om hulp Het viel nog niet mee voor die arme vlinders. De kaboutertjes waren allemaal In een boot gestapt cm water in hun emmers te scheppen en de vlinders moesten de boot voorttrekken. Het wiss een lawaai vu belang. Soms kwam er vuult eu huto In een heelen optocht kwamen ze aurennen. De schoénmaker had nog een schoen in zMn nand, toen ie bM het gasteel aan kwam, de kok dacht er niet meer aan. dat het vleesch heelemaal verbranden zou, de kruidenier van de kabouters had zMn win keltje onbeheerd achtergelaten en zoo kwui' de heele bende bM du torenwachter en de vlinders. Ze kregen allemaal een emmer- n ie ar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 23