Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind
J
den dag
d
H
F 75Ó-
F 750.-
Petrus Josephus
Vroomans
WIT!!
■Èv
De onbekende Verloofde
-
ZATERDAG 30 MEI 1936
Het Londensche verkeer
Wybe’s
Pinksterverrassing
Een priester uit het
Bossche Bisdom
DOOR LEMAIRE
Alleen door vorbroodingdor
hoofdrtraton ia do otad
begaanbaar to maken
ACHTERSPATBORDEN
*-
must -
M»
>7
ATT T A T^A^ATAT^1 op dit bUd-zUn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p 7^*0 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 bU een ongeval met p 7^0
«I T, AA JI w IN r1, O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen WVo verlies vu beide armen, beide beenen of belde oogen MVe" doodelljken afloop «vVe"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
HiiiiiiHifimiiimR REIZEN! Hiiiiiimiiiiiimnn
A
t
r>
w
ur
persoon had htf
tal
1
rs
lucht In
n
U
t
dan weer (eland worden, hetgeen soms heel erg moeilijk was.
TT
7
n
r
HOOFDSTUK IV
1
1
ke.
en
m.
in
en
en
en
Kerk van het H. Hart (parochie
Noordhoek te Tilburg)
de hand was ezv spoedig had dit de ooren der kabouterman
netjes bereikt.
Petrus Josephus Vroomans, als kapelaan
van de parochie Noordhoek te Tilburg
rte
ek
was
we
van je geest;
*ren kenners
in
m
m
m
bt
is,
ik
te
ie
n
T
n
e
en
ge-
n
Bh,
b
iet
rt-
rs
e-
Iv.
d-
?n
zouden wijzen.
Q-
in
er
ie
1-
r,
d
al
en,
ng
de
ui-
I-
1.
t-
re
tt,
is
n
ir
U
n
aanles hierop veel beter berekend. ZM werd
vermevwd en op grootsche schaal herbouwd In
een tijd waarin het verkeer, volgens de huldig;
opvattingen, nog bescheiden afmetingen had;
Lomten dat geen -evoluties en geen keizerlijke
dictator.' gekend neeft, is. wat de centrale
wijken betreft, in hoofdvaak gebleven ■xala ma—nlilan. wl voor altijd thuis moest 'blijven
Goede reflec
tor (hoogstens
40 on boven den
grond) ollMn b
niet voldoende:
bovendien moet
uw echterspet-
bordwltvankleer
lijn, ook overdag t
def segt de wet!
Parochiekerk van den H. Gerardus Ma-
jella, welke door Piet Vroomans is
gesticht, doch waarvan hij de inzege
ning niet meer heeft mogen beleven
1 ZUI! -
„Waarom
verschrikt.
„Omdat, als de portefeuille niet wordt ge
reclameerd, mejuffrouw die terug zal ontvan
gen."
,J«a
zei Juffrouw
scheen te «Mn-
een Jaar en sec weken, niet waar?"
Brlssot, die goed* op de hoogte
14
11e
bfj verlies van een hand,
een voet of een oog
Je dat hij zoo wanhopig is omdat hM 50 francs
verloren heeft?”
,£r is meer dan die 50 francs,” antwoordde Ik
bits, .jet is ook nog de portefeuille.'’
,JEn de postzegel I” voegde er de dokter aan
toe.
Georges Peral keek mij glimlachend aan zonder
iets te zeggen. Mijn levendigheid amuseerde
hem. maar ik was boos, omdat hU er geen
bijzonder belang in scheen te stellen.
Om hem te plagen vervolgde ik: „O, ik be
grijp best, dat hM te hoog staat voor zoon ver
lies; soo’n elegante, chique en gedistingeerde
beer!”
.Heb
verloren en JU belet mij om hem zijn eigendom
terug te geven,” antwoordde ik boos.
„Waar heb Je die gevonden?” vroeg Fran-
coise, die de portefeuille uit mijn handen bad
genomen en die om en om draalde.
„Daar, vlak voor mij. op het trottoir.”
„Op het trottoir? Hoe wbet Je dan, dat die
mijnheer haar verloren heeft? Heb Je gezien,
dat hij haar heeft laten vallen?”
„Nren, Francolse, maar die mijnheer kwam
Juist langs mM heen.”
„Dat is nog geen reden, dat* die portefeuille
hem tpebehoort. ook niet, dat Je als een gekkin
hem achterna holt.”
Mijn beweging werd dus als bespottelMk voor
gesteld en daarom bleef ik boos vasthouden
aan mMn opinie. „HM heeft beslist zeker de
portefeuille verloren zonder dat hM het merkte."
„Misschien heeft een ander haar ver!
daar hM vlug voortliep, heeft hM het i
zien.”
„Als Je mM niet had tegengehouden, had ik
het hem kunnen vragen.”
„En als dfe mMnheer niet eerlMk was, zou je
de portefeuille aan een schurk in handen heb
ben gegeven." fluisterde Juffrouw Brlssot njpt
haar neusstem.
Daar Ik niet bet Ingeboren wantrouwen van
onze Juf bezit, moest ik bekennen, dat Ik daar
niet aan gedacht had. maar overtuigd van mMn
scherpzinnigheid hield ik vol. dat mMn voorbij
ganger de eigenaar van de portefeuille was.
„Wat gaan wM er mee doen?” vroeg ik bite.
„WM sullen er waarschMnlMk wel een aan-
wMzinf in vinden,” zei Francolse het voorwerp
Westkaap. het herkennlngsteekcn
schipper» willen teekenen
het droomen geraakt en hu
MMn nicht maakte een minachtend gebaar,
maar ik haastte mM de vragen van den com
missaris te beantwoorden, om een reden, waar
van ik het geheim bewaarde; het mishaagde mM
niet, dat mMn markies met den geur van Royal
Origan sigaretten zou weten, onder welken vorm
en naam de Voorzienigheid, die over zMn eigen
dom waakte, zich dien dag had geopenbaard.
Dat avontuur leidde mM af van mMn huwelMks-
zorgen. Gedurende het diner, waaraan zooals
alle Dinsdagen Georges Peral. de dokter en
mMnheer Servoix deelnamen, spraken wM over
niets anders. Ik beschreef nauwkeurig de por
tefeuille. vooral de aandacht vestigend op hét
kroontje boven de initialen. MMn fantasie den
vrUen loop latend, zocht ik alle aristocratische
voornamen op, beginnend met de letter R.
„Roland, Rodolphe.
„Rodrigues.” opperde Michel.
„Romeo," zei de dokter, „dait is een mooie
naam en die vooral klinkt zeer romantisch.”
De dokter heeft een manier om Iets te zeggen,
dat men nooit weet of hM ernstig spreekt of
malligheid maakt.
Ik hernam: „Ik houd niet van Romeo, ik
-heb liever Richard of Robert.”
„Waarom niet Rigbbert?” vroeg de dokter.
Meer dan veronderstellingen maken, konden
wM niet. Daarna had ik het over de wanhoop
van mMn onbekende, toen hM zMn verlies con
stateerde en nog meer over zijn vreugde als hM
zou vernemen, dat rijn eigendom in eerlUke
handen was gevallen, die gereed stonden om
het hem te restitueeren.
„Wat overdrijf je weer," sei Francolse, „den*
Reizen te niet: hoofdpijn kragen
Van het zoeken naar een trein,
Diep wanhopig zitten zuchten
Over 'n spoorboek groot of klein,
Reizen is niet, zenuwachtig
Zitten vragen aan étn stuk
Of je route nu wel goed is.
Uitgezocht op puur geluk.
Reizen is niet: angstig heen gaan
Naar een onbekend hotel.
Twijfelachtig staan te kijken:
Doen we ’t niet? Of doen we ’t wel?
Reizen is niet: doodmoe dwalen
Door een onbekende stad.
Om dan later nog te hooren:
.Jieb je dit niet eens gehad/?"
het kwaad geheel en al uitroeien en begon
daarem met de Jongens te leeren hoe se de Mis
moester. bMwonen en probeerde ook hen de
verheven waarde van dit offer te doen begrij
pen. Op deze wMze heeft kapelaan Vroomans,
die van zichzelf wist, dat hM geen groot predi
kant was. zeer veel gedaan voor het goed bM-
won.?n der H. Mis en voor het behoud van het
geloof
Voor het behoud van het geloof is een zekere
kennis van dit geloof onontbeerlMk en kape
laan Vtoomans begon ook hier weer onderaan.
HM heeft een program opgesteld voor het kate-
chlsmusonderwMs op de scholen, waardoor dit
concentrisch geregeld werd. In elke klas werd
dezelfde stof behandeld, zoodat men In elke
klas in een Jaar tMd den heelen katechismus
dóórwerkte. waarbM van Jaar tot jaar de stof
werd uitgebeeld.
dig: die botsing tusschen een Jong meisje van
goede familie en een jongen markies, dat vinden
van de portefeuille, doorgeurt! van Royaj Ori
gan. Die gebeurtenis sou heel zeker een ont
moeting te weeg brengen; als goed opgevoed
man zou hM er op staan persoonlijk zMn wel
doenster te komen bedanken, want als zoo
danig beschouwde ik mMaelf. WM zouden kennis
met elkaar maken, vriendschap sluiten en
dan....
De gedachte aan dien goedigen Georges Feral
kwam neer als een Mskoude douche op mMn
geestdrift. Ik herinnerde mM opnieuw sMn
goede hoedanigheden, ik herhaalde de woor
den van mMn tante, ik trachtte mMn gemoed
te verwarmen jegens hem, maar wat ik ook deed.
zMn kans verminderde zienderoogen.
Het vooruitzicht op een huweUJk met hem
deed mM denken aan een vergelMking: een schip
beladen met goud en kostbare stoffen gaat ton
grondezonder reden, gedurende windstilte, in
een sombere zee.
Ik sprak die vergelMking uit toen ik met mMn
neef Michel stond te praten. HM feliciteerde mM
met mMn dichterlijke verbeelding en maakte
gekheid ten opzichte van de onschatbare rijk
dommen. waarmede dat schip: mMn hart of
mMn brein volgens keuze, beladen was.
WM waren zeer bevriend. Michel en ik. zooals
hM altijd sei: gezworen kameraden. HM was oen
jaar ouder dan ik. onze karakters en neigingen
geleken op elkaar. Ik had van hem mjjn ver
trouweling gemaakt, want hM begreep mM beter
dan Francolse en ik voelde mM vrijer tegenover
hem, (Wordt vervolgd)
Reizen.... dat is héél wat anders,
Da’s een feest voor groot en klein,
Reizen moet een stuk ontwikk’Ung,
Reizen moet genieten zijn.
Reizen moet je kracht vernieuwen,
't Zij verruimt
Reizen is: iets
Waar je nooit nog was gewest
Reizen is: te durven leven
Ook een» buiten je terrein;
Reizen is: je vrijer voelen,
Een verfrissching van je brein.’
Reizen moet je zonder zorgen.
Dan pas stemt het je tevrei;
Zulke reizen, die genót zijn.
Die verzorgt de V.K.P.!
HERMAN KRAMER
et was een wonderschoons dag. Plechtig
als zware orgeltonen daverde de focache
golfslag der wijde, blinkende 'ee op het
stille strand. De branding lag als een driedub
bele gordel om de kust, helder wit van de
schuimende koppen, die weer verliepen om dan
opnieuw gevormd te worden. Goudgroen golfde
de zee in oneindige deining, het eeuwige rhyth-
me der tMden....
„De regenwolken zMn verdreven. Morgen Is
bet Pinksteren.’*
Haje Teerling strekte zMn beenen in het war
me duinzand en sprak halfluid dese woorden
voor zich uit.
HM lag boven op de duinen en zag naar be
neden, nur het heetlMke spel van de golven,
die stuk sloegen tegen de hooge golfbiekers.
Sinds zMn kindsheid had Haje Teerling geen
lente meer op zMn geboorte-eiland gekend. Jaar
in jaar uit was hM naar Amsterdam gegaan om
dan vandaar uit naar Groenland te vertrekken.
Groenlandvaarders kennen geen lente. Wanneer
de natuur in hun vaderland begint te herleven
en de aarde nieuwe vruchtbaarheid geeft aan
bet uitgestrooide zand, dan hebben de schepen
Juist de eeuwige Ijsvelden bereikt. In plaats van
de lachende lente is er een Mzige koude, hangt
er een zware mist en jagen de sneeuwstormen.
Weliswaar kent ook het Poolgebied 4jn neldere
dagen, wanneer de kolossale Msbergen koud-
glansend in de M>ige seetn langzaam voort-
drMven. IJs en zee zMn dan sprookjesachtig in
hun schoonheid. wanneer men daar gevoel
voor heeft! Doch de meeste Groenlanders zMn
menschen van de harde werkelMkheld. ZM ha
ten het Ms »n willen walvisschen vangen, an
ders niet En zM hebben er werkelMk reden voor
om bet Ms te haten: hoe vaak Immers gaat niet
een schip met man en muis ten gronde wan
neer het Ms gaat drMven
Haje Teerling hield vu bet koude Noorden.
Vaak nog knaagde het heimwee aan zMn del,
wanneer hM er aan dacht, dat hM dit jaar en
het een eeuw geleden was.
He: ministerie van Transport heeft een on
derzoek ingesteld naar de vraag de door paar
den getrokken voertuigen uit de hoofdstraten
te bannen, en aldus een snellere afwikkeling
van het verkeer te verzekeren. De resultaten
van dat onderzoek zMn nog niet bekend, maar
men vermoedt dat zM onbevredigend zMn. Voor
al iA c'e City en In het East End spelen paar
den- eu vrachtwagens en ook bestelwagens nog
een te belangrMke rol du dat men se uit de
hoofektraten zou kunnen weren zonder be-
lange.i, die ontzien moeten worden, ernstig
te bcnadeelen. BovencHen zou door zulk een
maat: egel slechts tMdelMke verlichting in den
toestand komen.
Doeltreffender sou het zMn de maandelMks
te ve-rfenen auto-licenties te .autsoeneeren”.
Dit Is zelfs van meer dan één zMde voorgesteld,
maar de automobiel-industrie is een te belug-
rMke factor in het economische leven des luds
dan dat iets gedaan zou kunnen worden dat
een v< t mindering der productie met zich bracht.
Maar het allerdoeltreffendst zou een alge-
meene verbreeding der Lonctensche hoofdstraten
zMn. Men voert au dat dit mllliarden kosten
sou. Maar er sMn 1.800.000 werkloosen, die óók
mllliarden koeten; dit geld ku beter aan loo-
nen voor „productleven arbeid” uitgegeven
worden. Wanneer met die verbreeding thans
niet aangevangen wordt, dan zal men er over
tien Jaren toe moeten overgaan, en du zullen
de kosten waarschMnlMk nog veel hooger zMn
du thana
Lonoen heeft steeds gevaar geloopen onbe
woonbaar te worden door de onmetelMke af-
stan kn, en onbegaanbaar door het steeds au-
w assen de verkeer. Door de ondergrondaebe
spoorwegverbindingen, die in de laatste vMftlen
jaren In alle richtingen verlengd zMn, is men
er in geslaagd Londen bewoonbaar te houden;
alleen door verbreeding der hoofdstraten sal
men er in slagen het ook weer begaanbaar te
maken.
er W'»n de hand van J. van WMck. priester,
W is bM de drukkerM H. Bergmans te TU-
burg verschenen een levensschets vu
Petrus Jcscphus Vroomans. een priester uit het
Bossche Bisdom.
P. J Vroomans werd 31 December 1875 ge
boren te Helmond; hM is priester gewMd in 1903
en overleed 33 Januari 1923. Tusschen deze data
ligt een leven van harden arbeid, gestuwd door
zMn giooten ondernemingslust. Van hem kan
gezezd worden: Consumatus In brevl, explevlt
tempora multa.
De gedachtenis van pastoor Vroomans Is ge
bleven zooals zMn leven was. Nu nog hoort men
in Tnburg vaak over hem praten. .HM was
*ne goeie menseb.” zeggen ze vu hem en dit
is Inoexdaad de overheersebende trek vu zMn
karakter geweest. Hoewel de herinnering aan
hem nog voortleeft in Tilburg, is men elgenlMk
toch wat verwonderd, dat nu een boekje over
hem verschenen is; wut naast sMn goedheid
was zMn eenvoud kenmerkend, waardoor hM
kmanc is geweest, die zich nooit op den voor-
grond beeft gedrongen. Daarom heeft men er
nooit een vermoeden van gehad, vu welke be-
teekenls kapelau Vroomans is geweest voor
het katholieke openbare leven van Tilburg.
Eerst aismen het boekje leest, ervaart men
iets var. deze groote beteekenls. Van wat op het
oogenbhk In Tilburg le;ft Is bMna niets, waarin
kapelaan Vroomans niet cle hand heeft gehad.
En datgene, waaraan hM heeft gewerkt, heeft
hM gesden als een behoefte voor de stad, niet
alleen op dat oogenbUk, maar ook voor de toe
komst. Men sou kunnen zeggen dat kapelau
Vroomans de toekomstige ontwikkeling van
Tilburg heeft voorzien en dat hM zMn instel
lingen heeft opgericht niet alleen voor dien
tMd, maar meer nog voor de nooden van den
toekoirftigen tMd.
HM Leeft voor de ontwikkeling en emucl-
patte e'er Katholieken van Tilburg veel be-
teekenis gehad, maar men zou dit vu hem
niet hebben vermoed. ZMn persoon had hM
niet b alle opzichten mee. HM was geen ge-
makkelMk spreker en op den preekstoel
hM geen fraaie figuur. Ik herinner me. dat
vroeger lederen Zondag naar de Vroegmis gin
gen in de kerk vu den Noordhoek, waar
„meneer Vroomans” niemud noemde hem
ooit anders kapelaan was. Het was nog in
den tMl. dat we zoo dapper waren om vroeg op
te staan en dat in de meeste Tilburgsche ge-
zinnen nog de regel gold, dat men Zondags
tweemaal naar de kerk moest. Des morgens
naar een stille Mis en dan naar de Hoogmis
of naar bet Lof. BMna altMd gingen we met
vader naar de Vroegmis en du later naar de
Hoogmis Het is voor een Jongen geen onver
deeld genoegen een. Mis met preek te moeten
bijwone.i en zeker niet, als de Mis dan nog
bMzor.de: lang duurde Maar we waren toch
blM, ais meneer Vroomans de Mis deed en
preekte, want dan deed hM tenminste de Hoog
mis n et. die toch ai lug genoeg duurde vol
gens cns. En niet alleen wM. maar ook de
ouderen dachten er roo over. Niemand luisterde
met onverdeelde aandacht naar een preek van
kapelaan Vroomans. Ook vond men algemeen
dat HU erg veel tMd noodig had voor het lezen
van een Mis. Het duurde wel lug, maar daar
stond tegenover, dat hM zoo eerbiedig was au
het al'aar, dat het iedereen trof. Eerbied in
de kerk was een van zMn eigenschappen, die
voortkwam uit zMn levend geloof aan het H.
Sacriur ent. Dezen eerbied bracht hM over op
anderen als hM aan het altaar stond. Maar ook
op andere wMze heeft hM daarau gewerkt. Een
van zMn voornaamste deden is geweest het in
voeren van de schoolmls in de parochie. Deze
was ieoeren dag van de week om half acht.
waarbM telkens aan een bepaalde klas van de
school bMzondere aandacht werd besteed. De
jongens kregen daar les in het mlshooren, als
men dit zoo noemen mag TMdens de Mis wer*
hun gewezen op de beteekenls der handelingen
en langzamerhand leerden ze zoo de Mis ken
nen. Deze schoolmls was hard noodig, want
het mlshooren op Zondag liet wel te wenschen
over wat den eerbied en de aandacht aanging;
vooral achter in de kerk. Kapelaan Vroomans
nam nlt den menschen niet kwalMk, want hM
meende dat de mannen niet konden doen, wat
ze als jongens niet-geleerd hadden. HM ging
wel «ilt onfter de MIs achter in de kerk staan
om hes praten tegen te gaan, maar hM wilde
Ook als zielzorger was kapelaan 'Vroomans
zeer Mverig. HM had een drukken biechtstoel,
zoowe vu volwassenen als vu kinderen.
Strengheid was hem vreemd en hM wist, dat de
rechtvaardige zeven maal per dag valt. Voor
ons, jongens, die bM hem gingen biechten, had
hM altMd evenveel audacht, al kwamen we
op drukke Zaterdagen. ZMn goedheid ku blM-
ken uit een klein voorval. Het Is eens gebeurd,
dat ik gedurende de katechismusles schrikke-
IMk lastig ben geweest. Meneer Vroomans, die
wel eens driftig kon worden, had er op een
gegeven oogenbUk genoeg vu en rammeid;
me eenr flink door elkaar. Den volgenden Za
terdag voelde ik me verplicht mMn onbehoorlMk
gedrag te biechten en toen hM me herkende
was de penitentie buitengewoon gering, wut
hM vond, dat ik dezen keer „de penitentie al
van to voren gehad had.”
DergtlMke kleinere voorvallen typeeren du
man eu verklaren, waarom hM, die geen groote
talenten had. toch zooveel heeft kunnen doen
voor Ce menschen en vu bMna iedereen het
vertrouwen had. Men zag ook tegen hem op
en had eerbied voor hem, omdat men wist, hoe
goed en Mverig hM was. Daarom NMft hM voort
leven in de gedachten van allen, die zMn leiding
hebben gehad en die hem hebben gekend. HM
was een man. die ie iets meegaf voor Je per-
soomMk geestelMk leven.
De Britsche automobiel-industrie blMft zich
voortdurend en krachtig ontwikkelen. Dit is
op zichzelf natuurlMk een gunstig verachMnsel.
maa.* bet is tevens een symptoom vu het
steeds olchter wordende verkeer, zoowel in de
steden als op de wegen. Ofschoon de export
van Britsche motorvoertuigen voortdurend toe
neemt, is de groote massa der productie toen
voor het binnenland bestemd.
En dat binnenland heeft thans reeds meer
verkeer du het aonder storing verwerken ku.
Er werden in Maart-39.677 particuliere auto’s
en text’s afgeleverd 2330 meer dan in de
overeenkomstige maand van het vorige Jaar
Het aantal commercleele voertuigen, dat van
de fabrieken kwam, was ten getale vu 11.351,
1859 grooter dan in Maart 1935.
Hiertegenover staat dat er elke maud een
aula! oude voertuigen aan het verkeer ont
trokken worden, maar dit weegt niet op tegen
den v<x,rtdurenden en sterken aanwas. Dage-
IMks verachMnen er honderden en honderden
jueuwe motorvoertuigen op de openbare wegen.
Op 31 Maart was het aantal 164.000 grooter
dan op du overeenkomstlgen datum vu 1935
In vet houding tot «Mn oppervlakte heeft En
geland meer auto’s dan eenlg ander land ter
wereKi de Vereenlgde Staten niet uitgezon
derd.
Met uitzondering vu de afgelegen streken
vu Cornwall en, behalve gedurende de zomer
maanden. een groot deel vu Wales, is heel
Engelano van de Schotsche grens tot aan de
Zuidkust als één enkele onmetelMke, futastl-
sche sted; de hoofdwegen zMn als de hoofd-
straieu euer stad: er heerscht een onafgebro
ken gerij, over honderden mMten afstuds. Óp
eiken Zondag heerscht tien, twintig, dertig
mijlen rondom Londen een onbeschrMflMke
drukte; In dichte trossen rijdu de ulo's over
de wegen, ver bulten de stac\ en herhaaldelMk
komen langdurige verkeersstremmingen voor.
In Ixinden zelf begint de toestand onhoud
baar te worden. Volgens de jongste telling pas
seerden In 13 uren tMds 83.728 voertuigen Hyde
Park Corner dl. bMna 3 per seconde. Au
Marble Arch werden 60.059 voertuigen geteld,
hetgeen bMna 8000 meer was du twee jaren
geleden.
Verkeersdeskundlgen beweren dat enkele
cent-ale punten van Parijs een nog omvsng-
rMker verkeer te verwerken hebben du Lon
den, maar de Fransche hoofdstad is door haar
je hem du zoo goed gesien?” vroeg
Georges opeens vol belangstelling.
„ZM heeft heelemaal niets gezien." riep
Francolse uit. „Ik ben zeker, dat zM hem niet
eens sou herkennen, als zM hem ontmoette!”
Daaromtrent ontstond een twist tusschen mMn
nicht en mM. maar tante vond, dat er lang ge
noeg over dit voorval was gesproken en vroeg
au dokter' Renaud hoe hM het nieuwe stuk
had gevonden, dat de Comedie Francolse eenlge
dagen te voren ten,,tooneele haa gevoerd.
Opeens werd die schaduw onderbroken door
een voorwerp van bruinroode kleur, een porte
feuille, die ik onmiddellMk opraapte. WerkelMk
een mooie portefeuille, zacht glanzend leer, met
een overslag, waardoor zM gesloten werd. Een
vage geur van sigaretten, van hetzelfde merk,
dat ik reeds had waargenomen, deed opeens in
mM een overtuiging geboren worden. Ik draaide
mM schlehjk om en liep snel In de richting vu
den heer, die mM voorbM was gegaan, maar hM
was al ver weg.
„MMnheer!" riep ik.
„Maar. Denise, wat mankeert Je?” vroeg
Francolse, die mM tegenhield.
„Laat mM los,” riep ik uit.
„Wat beteekent dat?” vroeg Juffrouw Bris-
sot ge«rgerd.
Ik zag. dat de bewuste heer den hoek omsloeg
vu een straat en ik wilde hem achterna
loopse, toen de stevige hud vu mMn nicht
mM vastgreep.
„Wat is er toch gebeurd, Denise? Wat bezielt
je om zoo raar te doen?"
.Die mMnheer ginds beeft zMn portefeuille
n
>r
it
■r
Op de laatste reis was hem een ernstig onge
val overkomen. Juist voor de Hinloopenstraat
had men een walvlsch gevangen en door onbe
kende oorzaak raakte Haje verward in dc hur-
poenlMn. HM werd meegetrokken in de Mzige
diepte, dreigde zijn bezinning te verlleoen. toen
kapte men de IMn door en als door een wonder
was hM weer boven gekomen en gered. Spoedig
was hM er weer bovenop, doch voor de wal-
vlschvaart. voor zeeman deugde hM nu niet
meer. HM moest nog lachen, wuneer hM dacht
aan den razenden kapitein toen hM vloekte
„Een prachtige walvlsch en een halve IMn naar
den bliksem. Ik neem Je niet meer mee. je
weet het!”
Nu zat hM op de Koningsdulnen en staarde
naar het Noordwesten. Naast hem lag zUu
schetsboek opengeslagen. ElgenlMk had hM de
voor de
doch hM was au
bemerkte niet het
rhythmische spel bM de golfbrekers. HM had
een merkwaardige liefhebberij voor teekenen
gekregen, gedurende den langen winter. HM
kon toen alles teekenen, wat hM zag. HM toe
rende wolken, de duinen en de zee. meestal
onder een UchtgrMzen hemel, zooals de Dord-
rechtsche schilder Albeft Cuyn dat deed, met
wlen hM dweepte en wiens werken hM in Am
sterdam l.ad gezien. HU had Wybe Wyben ge-
teekend. den ouden Groenludvaarder. zoo nu-
tuurlMk met zMn diepe rlnipels en ernstige ge
laatstrekken, dat Maaike. zMn nichtje, verwon
derd de handen in elkaar had geslagen: „Dat
ben JU. opa. heelemaal vu kop tot teen.” De
oude echter bromde wat vu slecht betaalde
kunst. Maaike: die naam kwam als vanzelf
telkens weer op Haje's lippen. Een mooie naam
Maaike! Dat klonk als de Meizon en Jonge
katten. Een fraaie vergelMking. Haje lachte!
Daar lag hM zich nu te koesteren in de war
me voorjaarszon. Alles was nieuw en wonderIMk
herleefd. De leeuwerlkken stegen IMnrecht om
hoog, steeds meer tierelierend tot men ze niet
meer zien kon. En als een machtig koor dreun-
ken leek
heerlMk.
was hM
trots alles,
deugde hM
niet meer
MMn verbeelding sloeg totaal op hol na dien
gedenkwaardlgen dag.
Ik begon met aan de Voorzienigheid een eerste
rol toe te kennen in 'mMn scenario. Het was
toch mogelMk, dat O.' L. Heer dat avontuur bad
toegelaten om meer of minder geheimzinnige
doeleinden.... wut bet was toch eigenaar-
de de branding. Duizenden zeevogels sjierpten
hun scherpe, geluiden. De bruine en als doem
den winter verroeste stengels vu de braam
struik botten weer nieuwe knoppen uit en
kropen langzaam tegen de zanderige duinhel
ling omhoog, tusschen het scherpe helm door
over bet krakende mos. Speelsche konljntjea
stoelden voor hun holen en buitelden, dat het
een lust was om te zien. Kleurige vogels vlo
gen over hem heen, bruinroode strepen glans
den in de helle zon. Kleuren! Een honger naar
kleuren overviel Haje Teerling. Dat was het:
zwart-wit beviel hem niet. Kleurig was de we
reld in de lente, bont en vol van het bruisende
leven, niet alleen ’n zwart schip op zMn Groen-
landsreis. Den gevoel van verrukking trilde in
hem. De lente en den zomer thuis mee te ma-
hem
Jong
nog.
Al
ook
voor
de vaart, hu had
iets in zich wat
anderen niet hadden. En plots stond weer
Maaike's beeld voor sUn geest: blond en ten
ger en met grijsgroene oogen als de zee op
een zonnigen voorjaarsdag.
Haje Teerling sprong op. ZMn besluit was
genomen. Schilder zou hM worden, schilder van
enkel levende kleuren. HM zou naar Amster
dam gaan en Maaike zou in de toekomst zMn
leidende sterre zijn.
„En morgen is het Pinksteren” zong hU bMna.
.Du gaat de jeugd van Borkum volgens een
oud gebruik naar de Steerink-klip. Ik ben Je
danser bM het voorjaarsfeest, Maaike Wyben.”
,Je weet immers niet at ik wel wxL” klonk
het lachend achter hem.
Half verschrokken en half geécgerd wendde
Haje Teerling zich om. Maaike stond voor
hem.
De wtnd speelde door haar blonde lokken,
„waar kom JM vandaan?" vroeg hM ba“sch.
Maaike verbleekte .Dacht je, dat ik Je ua-
geloopen was? Niets daarvan. Ik zag Je hier
boven zitten droomen. Grootvader was gar
nalen aan het vangen daaronder au het Zuld-
strud. En ik ben hem toen gaan helpen. Daar
komt grootvader au met zMn schepnet over
het roggepad. Ik ga weer. Goeden dag!"
Met kalme bewondering had Haje de verfris-
schende stortzee over zich heen laten gaan.
Waarachtig, wat was het bevallige meisje
schoon in haar toorn! Ds bliksem sloeg uit
haar oogen. HM lachte.
..Maaike,” riep hM toen, „wacht 'n& ik heb
Je iets te zeggen!” Met reuzen-passen liep hM
haar achterna; het mulle zand stroomde weg
onder sMn voeten. Haje haalde diep adem, toen
hM naar de huiden vu het meisje greep. Ja,
men moet zich toch ergens aan vast grijpen
wanneer men niet verder naar beneden stor
ten wil.
.Maaike.” zMn stem stokte. ..het ie goed dat
je weet wat ik ga doen. Ik word schilder, in
den herfst ga ik naar Amsterdam. Je weet, dat
ik daar familie heb. Ik geloof, dat ik ergens
toe in staat ben en ik zet nu door. WU jé ver
trouwen in mM hebben. Maaike, en op mM
wachten?”
Maaike zweeg.
Tusschen de hooge duintoppen lag de blin
kende blauwe zee. Daarnaar staarde zM. Haar
toorn was verdwenen. Toch lagen er nog trot-
sche trekken om haar mond. ZM wendde haar
gloeiend gelaat naar de rijzige mannengestal
te. ZM zagen elkander in de oogen. De trotache
trekken om Maaike's mond verdwenen. Haje
wachtte met kloppend hart op haar antwoord.
„Daar komt grootvader au. Ik moet weg!"
ZM rukte zich plotseling los en sprong met groo
te passen de duinen af.
Haje Teerling bleef verwonderd staan waar
hM stond.
„Waarom utwoord Je mM niet?” riep hM
haar achterna. „Nog niet* riep zM hem lachend
van beneden toe. „Wanneer dan wel?"
„Morgenklonk het ver toen ver
dween Maaike uit zMn oogen.
„Morgen is het Pinksteren!" riep hM luid,
toen hM weer boven kwam. Vu blMdschap
wierp hM zMn hoed hoog tn de lucht. Toen nam
hM zMn potlood en schetsboek en begon de
Westkaap te teekenen
De oude Wybe Wyben was op een afstandje
blliven staan en had den hoed de
zien gaan.
„Broodlooze kunst!” bromde hM. en toen
slenterde hM weg lugs het hel-gele zandpad.
En toen begon hM te peinzen zooeds alleen
Wybe dat kon.... over de toekomst vu het
ouderlooze Maaikewat moet er van haar
worden wanneer mijn oude knoken onder het
zand rustenWybe wist immers niet welke
verrassing hem met Pinksteren wachtte! HM
wierp het schepnet op zMn schouders, de gar
nalen sprongen mee in het enge net.... de
zon zakte langzaam in de nu roerlooae zee....
a
openend, „waardoor wM den naam v%n den
eigenaar te weten komen.”
Ik sou het liefst zelf de maatregelen geno
men hebben, noodig in het avontuur, waarvan
ik de heldin was, maar ik moest mM neerleg
gen bM hetgeen Francolse sou doen. Haar
onderzoek bracht evenwel weinig op: 50 frs. in
bankpapier, een postzegel vu tien centimes cn
twee bMna kapotte sigaretten.
Geen naam of adres vu den lichtsinnigen
heer, die zijn eigendom maar zoo op straat
liet vallen zonder er naar om te zien, behalve
twee initialen, R de B, die wM in het leder ge
graveerd vonden, onder een markiezenkroontje
Trotsch 6p die ontdekking, toonde ik die aan
onze Juf, die er een beetje door getroffen wa$
Daar de heer dus onbekend wilde blMven, was
er, zooals mMn nicht opmerkte, niets anders te
doen du naar het dlchtbM zMnde politiebureau
te gau en onze vondst au te geven. De com
missaris. die ons ontving, was zeer vriendelMk.
HM vroeg ons naar alle omstandigheden, de
plaats, het uur vu het vinden. HM noteerde
den inhoud, verzekerde zich, dat er geen
enkele aanwMzing was waardoor de eigenaar
zou kunnen opgespoord worden en eindigde met
mMn naam, mMn adres en beroep te vragen.
la dat noodig?” vroeg Francotoe
De zon scheen juist zoo lekker warm en vlinders zweefden
dóór de lucht, nu en dan elkaar plagend en krijgertje spelend.
Maar de pret ging er gauw af. Nog nooit hadden ze zoon last
vu de warmte gehad. De groenten op het veld riepen luidkeels
om water en daar de vlinders bang waren, dat ze die droge
hitte niet zouden overleven, gingen ze de kabouters om hulp
Het viel nog niet mee voor die arme vlinders. De kaboutertjes
waren allemaal In een boot gestapt cm water in hun emmers
te scheppen en de vlinders moesten de boot voorttrekken. Het
wiss een lawaai vu belang. Soms kwam er vuult eu huto
In een heelen optocht kwamen ze aurennen. De schoénmaker
had nog een schoen in zMn nand, toen ie bM het gasteel aan
kwam, de kok dacht er niet meer aan. dat het vleesch heelemaal
verbranden zou, de kruidenier van de kabouters had zMn win
keltje onbeheerd achtergelaten en zoo kwui' de heele bende bM
du torenwachter en de vlinders. Ze kregen allemaal een emmer-
n
ie
ar