z
Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland
JCetmAaot can den dag
F 750.-
F 250.-
DUIKEN EN SPRINGEN
Petrus Josephus
Vroomans
De onbekende Verloofde
DOOR LEMAIRE
1
WOENSDAG 3 JUNI 1936
r
Men zij voorzichtig!
i
Fascistisch monument
Meiejesportret van Matthieu Wiegman
30
v
'iï
iel de dokter
Met oprecht leedwezen.'
(Wordt vervolgd)
m
Het referendum van de
Groene
De telefoon van
mevrouw Robson
GROOTE MOGELIJKHEDEN
worden C geboden door advertentle-reclamo in
do rubriek .Omroepers*'. Laat die U niet ont
glippen. De prüs kan geen beswaar sün. want
voer slechte W cent por regel komt V* mton
Omroeper onder de aandacht van 60000 ge»
vAuhma.
bij verlies van een hand,
een voet ot een oog
Eenige wenken ter voorkoming
van forceeringen en
ongelukken
^a, juffrouw, hij ia teruggekomen. Laat eena
zten.... Donderdag. Ziedaar sün kaartje.”
- PE .0O*r4rVk»e Wet Bwelte ren niaht, terwlll - -
weten. Toen ik tkans zag aontjef bemerk! te Qedureade het diner trok mün opgewektheid bemerkt had. Zü^ beden mfj ten stotteiran héde-
- - - - ---- rt|e êxeugeB un
„Dus- hü heet Robert de Beaufeu," consta
teerde da dotter.
Landtchap in Zuid-Frankryit van
Matthieu Wiegman
AI 17 op dft btad zijn ingevtüge de veraekerlngsvoorwaarden tegen E* bU levenslang» geheele ongeschiktheid tot werken door U’ 7RH - bij een ongeval met
I «I llllL O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen urVFe verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen ÜJUo" doodelljken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„Wat heeft hü gezegd die heer, toen hü hier
kwam?” vroeg ik.
Jte...."
1
F
L
42,
I
leven van Vroomans verha/lt:
de
het
hè.... Jk bedoel.... of 11e-
p»u-
TT
>eurs.
Han-
Det wee een toestand, die Vroomans niet kon
dulden, want omdat de katholieken In het be-
Ze zaten nu al een tijdje op de takken en dat begon hen
aardig te vervelen. Maar ze kregen gezelschap. Ben vogel met
een mooi petje op kwam naar hen toe en zei: ,Jk heb straks
gezien, hoe die mlllloen-poot Jullie bang maakte, maar Ik heb
hem al lang opgegeten en nu kunnen jullie weer aan het werk
gaan.” Nou, dat waa een uitkomst. In een wip waren ie weer
in bet veld terug.
de portiersloge terug te gaan.
Ik alweer dien ondoordringbaren
de aandacht van mijn neef Michel
„Wat scheelt je vandaag?" vroeg hij opsMnz.
J8r la nieuwe," antwoordde ik. Dan mü wen-
door
cent
jnaal
<0
58
MV,
)3V>
S3
100—
1.00—
oelen
-115.
*-45.
7 50
ondernam,
parochie,
komen in
stad. Rijk
r to
rna-
grae-
>n en
*n of
vette
I. 48.
vette
7—30
veren
7—32
1» 33
1.00—
acht-
1500
plnai
'none
30.00
zeer
het
hoo-
ver-
1 bjj
hterc
van
Iets
indel
wcl-
j cn
>teer-
pri)-
indel
alien
ooi I
67—
10.60.
320
I.1O—
reed.
1—37.
r*m-
18—
100.
541
soort
B.50.
-7 50.
0.70
Sleek en met zware oogen zat de echtgenoot
ven mevrouw Robson den volgenden morgen
t
ntaal bronzen standbeqJ<L «Jtea-,
dat eg het Forum Mussolini
zal worden opgericht, sal 81 meter hoog wor
den. De hoogte van den kop zal 12 meter be
dragen. Twee liften sullen de bezoekers naar
boven voeren.
Tuhrjeltje ging naar bet gat kijken, de mlllloen-poot in
gezeten had en om de anderen te laten lachen, kroop ie er zelf in
en begon net als de mlllloen-poot heel norsch te praten. Maar
daar werd le ineens koud van angst. „Ik voel lets". riep la tegen
Kruimeltje, „iete aan mijn voeten kriebelen”, maar hij kon zoo
gauw niet wegvluchten en kreeg langzamerhand weer moed om
te kijken, wat dat kon zijn.
Ken-
Sla
telen
•erae-
bos.
«tuk.
m II
cent
lard-
- en
f 170
soort
soort
0, te
054
leren
apen
week
>.29—
-0.31.
331
183
dooe
Os-
dam.
10 at.
cant,
Ton-
Asi
rsche
cking
st.
3.75,
Fo-
30—
7.40
nkool
Wat hadden de kaboutertjes een schrik. Ze lieten hun em
mers en gieten staan en renden weg, naar den eersten den
besten boom, dien ze konden vinden en klommen langs de takken
tot ze veilig zaten. Daar ontdekten ze plotseling iets wat ze
allen van pret deed schateren. „Kijk die bedelaar onder den
boom”, zelden ze tegen elkaar. „We zullen hem eens wat appels
geven”, en ze plukten allemaal een appel en gooiden die naar
beneden. Wat was die geschrokken!!!!
Den
was
fl .60
4.80.
I et.,
beien
•gerst
(wltK'
izaad
laad-
Aan-
Prijs
elen:
BS..—
n
15
•8AJ
ervei-
^2.30.
3.70
-3.65,
53-55
tenOe naar tante en Franootee, gaf ik hun een
teeken om te zwijgen.
„Nieuws?” herhaalde Michel geïntrigeerd.
„Ja, ik zal het later vertellen, als de heeren
er zijn. Ik wil het effect niet bederven.”
Georges Peral en dokter Renaud kwamen’
dien avond om ons vaarwel te zeggen, daar wij
naar Saint-Flavlen aouden vertrekken. De
Martlgnacs hebben de Paaschdagen altijd op
hun verrukkelijk moot kasteel doorgebracht.
„Waarvoor?'' viel Francolse mij in de rede.
„Het feit, dat je een voorwerp, op straat opge
raapt, naar het politiebureau hebt gebracht, was
voor jou geen oorzaak van moeite of last en Ik
vind, dat ik hoegenaamd geen verdienste heb,
dat Ik met je mee ben gegaan. Dat vinden was
ook zonder de minste verdienste, het zijn de
omstandigheden die alles zoo geschikt hebben
en dat is alles. Wat verlang je dan? Verwacht
Je,'dat die beer je dankbaar zal zijn?”
„O, Francolse!”
„Houd nu eens op met die geschiedenis, die
van alls belang ontbloot ia."
Het referendum „Vrede, Welvaart, Staatsor
de” georganiseerd op Initiatief van ,J*e Groe
ne Amsterdammer" Is thans In vollen gang. Da
gelijks komen duizenden stembiljetten Inge
vuld terug. De ernst waarmee de deelnemers
zich aan de beantwoording hebben gezet, blijkt
uit tal van bijschriften. Uit overmaat van nauw
gezetheid wachteden echter niet tot den laat-
sten dag met het inzenden der biljetten. Hier
door vertraagt men eenerzijds de telling die
reeds begonnen is. anderzijds kunnen zoo klei
ne toevalligheden de tijdige aankomst van de
stembiljetten verhinderen. In het algemeen
geldt het, dat hoe sneller de biljetten woA
den ingezonden, boe spoediger de uitslag be
kend kan zijn.
Velen, die door meerdere functies, b. v.
ambtenaar met Mr. titel en lid van een partij-
afdeeling, meer dan één nummer ontvingen,
vragen aan de Referendum-commlssle wat zij
met de andere exemplaren doen moeten.
Zooals in de handleiding bij het stembiljet
staat aangegeven, is het antwoord daarop het
verzoek om deze nummers aan anderen die
men oordeelt daarvoor in aanmerking te komep,
door te geven.
Degenen die voor zich door het opgeven van
een zeer kleine woonplaats het geheim der
stemming in gevaar gebracht 'achten, kunnen
ook volstaan met het aangeven van streek,
gewest of kiesdistrict als hun woonplaats.
worden "naar
ondervroeg
Julien.
Ten eerste ontbreekt hier de jeugdige over
moed en ten tweede schijnt men Intuïtief voor
het gevaar van een plotse afkoeling gewaar
schuwd te zijn.
Nooit ziet men dan ook oudere zwemmen
plotseling met een aanloopje te water gaan,
maar voorzichtig bij een trapje, na eerst rorgs
vuldlg polsen en dijen en bont nat gemaakt
te hebben en dan nog onzeker en weifelend,
zoodat zich geen plotselinge vaatvemauwing en
sterke bloeddrukverhooging kunnen voordoen.
wijg nu maar, Jritquea.** zei mevrouw
Robson. „We moeten hier telefoon heb
ben. Iedereen heeft telefoon hier in de
buurt."
„Maar schat.” bedacht d'r man. „ik vind de
telefoon in zaken hoogst belangrijk, maar....'
.Jaeques,” vinnigde mevrouw, „heb je me
begrepen of heb je me niet begrepen?”
Mijnheer Robeon. die tot vervelens toe reeds
dagen lang door s'n vrouw over de telefoon
was lastig gevallen, gaf nu maar toe.
Maar hij wou geen telefoon. Bij had er op 1
kantoor al meer dan genoeg van. Hij stelde
zich den toestand al voor, als s'n vrouw spraak
zame vriendinnen opbelde of spraakzame vrien
dinnen haar. Ra wat zou hjj een rekeningen
krijgen!
*s Middags ging hfj naar t telefoonkantoor
en kreeg daar inlichtingen.
„Ik heb er zoo’n barre haast niet mee,” zei
hij. „Als t zoo eens uitkomt.'
Dien avond had mijnheer Robeon geen
vrede. Z'n vrouw mopperde omdat het toestel
er neg niet was en drong er op aan dat hij
er eens flink achterheen aou zitten.
Mijnheer Robeon nam er een dagje voor,
om na te denken, maar toen hü dien middag
thuis kwam, zaten er al porceletnen potjes aan
s’n huls, met draden eraan, nu aou s'n vrouw
wol In d'r schik zijn, dacht hij, maar hij vond
haar diep verontwaardigd. De telefoonman had
haar gezegd dat 't nog wel een weekje aou
duren, voor binnenshuis het toestel werd aan
gebracht, en mijnheer Robeon bedwong nog
juist op tyd een blijden lach.
Den volgenden middag vertelde hij 't geval
aan s'n compagnon en aan den procuratiehou
der en daarna aan een zakenvriend van elders,
die allen hartelijk lachten om de verontwaar
diging der telefoonzieke vrouw.
„Zeg. Rob." zei de zakenvriend. „Ik blijf van
nacht hier logeeren. Ga met me eten en daar
na naar den schouwburg.”
Jacques Robeon durfde niet goed. Maar hü
dacht aan het fijne diner, aan de fijne sigaren
en aan den schouwburg, en ook dacht hij aan
s'n vrouw, die den heelen avond aou zeuren
over de telefoon, die niet kwam. Toen nam hl)
een papiertje en schreef een telegram: „Moet
voor dringende zaken in stad blijven. Denke
lijk erg laat thuis. Jacques.”
Het telegram werd verzonden, mijnheer Rob
son amuseerde zich kostelijk en het kostte hem
moeite den trein van 11.14 te halen, maar het
lukte. Met een licht hart was hij het tuin
hekje voor s'n woning genaderd, maar s'n stem
ming betrok, toen hij licht in de eetkamer zag.
Hij gaf zich het voorkomen van een vermoeid
man. die hard gewerkt had.
„Ik dacht dat je den trein gemist had.
Jacques," zei mevrouw Robeon, haar boek neer
leggend. ,Je ziet er moe uit.”
,4», schat. Ik ben dat late werken niet meer
gewend. Maar in soon slechten tijd moet je
alles.... 'tZou me niets verwonderen, als ik
de eerste weken nóg een paar maal avonds.
„Dat sou me wél verwonderen,” .sprak me
vrouw Robeon.
Haar stem voorspelde niet veel goeds.
„Kijk.” ging mevrouw voort en wees in
richting van het bureau in den hoek.
Daar stond mijnheer Robeon sag
duidelijk een telefoontoestel.
.Nu wil je me seker wel vertellen,” zei s'n
vrouw met een ijselijke stem, „waar je van
avond gegeten hebt. Om 3 uur is het toestel
geplaatst. Om half zes kreeg ik Je telegram
en toen heb ik je kantoor opgebeld. Ik hoorde
dat je om vijf uur weg was gegaan en dat je
niet meer terug kwam. Wat beteekent dat?"
DOOD I - -
ver, ik..—” was alles wat mijnheer Robson
kon uitbrengen.
„Kap. vroomans ontdekte op de Tllburg-
sche Ambachtsschool 'n toestand, die daar
ontstaan was, omdat de katholieken zich
niet bewust waren van eigen macht en aan
andersdenkenden 't overlieten de zaken daar
te regelen. Dat mocht zoo niet blijven en hij
aou wel probeeren 't te veranderen.
't Geheele bestuur der Ambachtsschool be
stond uit katholieken, behalve één lid, dat
protestant was, en omdat hij voor 'n des
kundige *ep oaderergsgebied gWM, werd hem
de regeling van geheel de school practisch
overgelaten.!’
Men mi
na herha
zomerweer, nog vóór of tijdens het zich weer
kleeden, onwel zijn, hoofdpijn en duizeligheid
voordeed: in een enkel geval was lange rust
zelfs noodzakelijk.
Het is dus de taak Van trainers en oefen
meesters er steeds nauwkeurig en scherp op
te letten hoe de zwemmers op het plotse af
koelen reageeren. Ze moeten trachten te zien
en te onthouden, hoe de hun toevertrouwde
zwemmers gewoonlijk te water gaan, want
iedere zwemmer heeft daarvoor onbewust een
bepaalde reden.
Maar hoe staat het nu met de oudere zwem
mers? Zeer zelden zullen zij die de 50 voorbij
zijn aan soortgelijke gevaren zijn blootgesteld,
al is het dan hier niet het groote groetverschil
in het organisme, maar meer de stugge vaat-
wanden, die een plotselinge spannlngsvermeer-
dering niet gedoogen.
De praktijk maakt het ons hier gemakkelijk.
stijl en ulterlijk. Zooals het nu Is, Ijjkt mij het
oude kasteel een verrukkelijk verblijf. Zijn ruime
vertrekken, aan den aonnekant geopend, de
twee dikke torens, de tuin vol bloemen, het
rozenpark, het schaduwrijk park, de weide,
waar vreedzame koeien graasden, de vruchtbar»
moestuin, het koeltje vermengd met den geur
van seringen en rozen, dat alles vormde een
geheel, dat ik een aardsch paradijs aou willen
noemen.
Onze naaste buren zijn de Perals, die sedert
den oorlog bijna bet heele jaar op hun domein
Oastelflauri, zee kilometer van Saint-Flavlen
verwijderd, wonen.
Dit jaar had Georges slechts twee dagen bQ
zijn familie vertoefd en van die twee dagen had
hij slechts een enkel uurtje geschonken aan zijn
vrienden Martlgnac. Ik geloof, dat zijn ouden
wel wat boos op mij waren.
Ondanks hun koelheid, die tante ergerde, was
onze week bulten heel gelukkig, maar toch
voelde ik geen spijt zooals anders, toen wij weer
naar Parijs terugkeerden.
Natuurlijk was mijn eerste zorg, Julien te
ondervragen.
.JNe heer.Je weet wel, Julian? ia hfj terug»
gekomen, zooals hij beloofd had?'
„HU is dus gekomen,” zei Georges nogal
onverschillig.
„En wat nu?" vroeg Michel.
„Wat nu....? Wel, hu ,komt terug.’*-
.Als ik niet zooveel van je hield, mijn lieve
Denise, zou ik zeggen, dat je je een beetje be-
spottelUk aanstelt," zei mijn tante.
„En waarom, mama?” merkte Mlchel op. „Ik
vind het niet zoo bespottelUk, dat die heer,
wetend tot wie hU zich richt, de gelegenheid
waarneemt om met ons in relatie te komen en
dat Dehise er verrukt over is.”
„Niet waar?” viel ik hem bü „En hü zal
terugkomen. Julien heeft het mU verteld.
„Wel,” verklaarde Georges, „als hu morgen
niet komt, zal hU het huls gesloten vinden,
want u vertrekt immers Zaterdag.”
„HU zal morgen komen,” beweerde ik, „en
daar hU zeker tact bezit, zal hU voor zijn be
zoek niet de uren van den kerkdienst kiezen.”
Maar Vrijdag ging voorbij zonder dat mijn
onbekende zich aanmeldde en al het genoe
gen. dat ik irtU voorstelde van een verbluf van
acht dagen op Saint-Flavlen werd er door be
dorven. En toch wat een feest voor de oogen:
te lente op het kasteel.
Het is niet een indrukwekkend gebouw en
men aou er tevergeefs de geraffineerde luxe
Boeken van het hotel Martlgnac aan het park
Monceau. Het is een mooi en degeUjk oud
kasteel, dat heel wat «OR te varteUm hehhon
Als'hét kon praten: 'irftleme dingen, voorval
len in de familie, gelukkige of droevige, ge
boorten, hu welt) ken, sterfgevallen, bijeenkom-
•töti om riwn iMMArd en lendeluke ge-
stuur zich te weinig met O» school bemoeiden,
werden de Jongens gedrongen het «mderwU»
op de avondschool te volgen. dM neutraal was.
terwijl er toch In de stad bijzondere avondcur
sussen waren weer tot stand gekomen door
aUn toedoen die voor katholieke jongens
meer geschikt waren. Vroomans zag het ge
vaar, dat was ontstaan door de laksheid der
katholieke bestuursleden en heeft hen ernstig
op hun plicht gewezen. Het gevolg was, dat
weldra de jongens de bUzondere avondcursus
sen konden volgen. Later heeft hU zelf» weten
te bereiken, dat aan de Ambachtsschool een
godsdlenstleeraar werd verbonden en dat bü
het begin van het jaar door de jongens sen
schooiretraite werd gehouden.
Zoo is Vroomans twintig Jaar geleden een
der eersten geweest, dit de katholieken wees
op het gevaar, dat ontstond door de laksheid
der katholieken zelf. Dit is een groote vw-
dienste van hem en in dit opzicht strekt zijn
beteekenlz zich uit tot bulten Tilburg. Want
niet alleen In Tilburg waa of is dit gevaar aan
wezig.
Van groot belang is Vroomans' werk voor
Roomsch Leven. Dit is een stichting te Til
burg, die een gelüknamlg weekblad uitgeeft,
waarin alle kerkelüke mededeellngen staan
voor de komende week en daarnaast nog
goede en actueels lectuur bevat. Even regel
matig als od den preekstoel houdt de geestelijk
heid van Tilburg door dit blad contact met de
geloovlgen. De stichting Roomsch Leven be
schikt ook over een bevolklngsbureau, waar de
namen van alle katholieken worden opge-
teekend en waar men voortdurend over de ge
gevens kan beschikken, die de geestelUken
noodlg hebben. Met de stichting Roomsch
Leven heeft kapelaan Vroomans een tuighuis
ingericht, waar de wapens voor de actie on
der de katholieken te vinden zün.
Het laatste groote werk, dat hu
was de stichting van een nieuwe
een zware parochie, want zU aou
een van de minste wijken van de
zou de parochie niet zijn, maar pastoor Vroo
mans, wiens hart altijd eenvoudig was geweest,
voelde zich tot de armen getrokken en koos
vrUwllllg deze weinig begeerlUke parochie. HU
heeft het welslagen van zün laatste werk niet
meer mogen beleven. Tot pastoor benoemd In
Januari 1921, kon hu eerst In October gaan
bouwen aan zün kerk. In Januari 1922 1a hü
gestorven. Op een dag,' dat de straten van Til
burg onbegaanbaar glad waren is hU begra
ven, betreurd door velen.
Deken Sanders, bU wien Vroomans elf Jaar
kapelaan waa geweest, hield de lükrede en zel
den zal hü aoo uit het hart van zün parochi
anen hebben gesproken, als toen hü van zUn
medewerker getuigde: „Hü was een eenvoudig
man, en rechtschapen en God vreezende.”
MUn neef drong niet aan en het was in
tegenwoordigheid van de twee beaoekers, dat hü
het bestaan en de visite van Robert de Beaufeu
vernam.
„Wat een mop!” riep hü lachend uit.
„Is het waar?” vroeg Georges.
„U kunt ons niets wijsmaken,
met zün ironischen glimlach.
Heimelijk verontwaardigd, dat mijn woord
geen geloof vond, haalde ik mün bewijsstuk, het
kaartje met den naam van markies de Beaufeu
te voorschijn.
„Bewaar je het aoo zuinig?" zei Francolse.
.Natuurlijk. Ik heb het in mün taachje ge
legd, want nu zullen de ongeloovlgen ten minste
overtuigd zün."
Mlchel en de dokter wilden het kaartje be
tasten. zü draaiden het owr en om, rooken er aan
en verklaarden, dat het een fijnen geur ver-
wvsvieu er uiwk vwu w w,»— w spreidde gis Royal Origan, hetgeen ik nog niet
in; a den
BU bü het watersprin-
Zoodra-' het lichaam den waterspiegel aan
geraakt heeft en gepasseerd is, wordt het bloed
dat in de huldvaten aanwezig is, door afkoe
ling van de huid zeer plotseling door snelle
contractie van alle huidspiertjes en vaatwand-
jes naar de centralereden, o.a. ook naar hart
en longen gedreven, >wr deze plotselinge
bloedtoename eene aanzienlijke spanningsver-
meerderlng geeft.
Voor den leek manifesteert zich dit door het
plotseling hügen van den zwemmer, waar ech
ter de waterdruk ook- gedeelteUJk voor aanspra-
kelük moet worden gesteld.
Dat dit juist voor een kind van 12 tot 16 jaar,
met het grootste groeiversahll van hart en
longen, ten opzichte van de overige orgaans-
systemen schade kan veroorzaken, temeer daar
het met twee of drie sprongetjes niet tevreden
is, is een ieder duidelUk.
jkt dan ook gevallen mee, waar zich
ld waterspringen, bü minder warm
-
Het gezond verstand spralt uit den mond van
mün nicht, maar boos en opnieuw meenende,
dat men mü niet begreep, wilde ik dit niet
erkennen en verder was er teen sprake meer
van Robert de Beaufeu.
Toch wilde ik probeeren er meer van te
op z^t kantoor. Hü trachtte rich te verdiepen
in s'n werk, maar werd al gauw gestoord door
den jongsten bediende.
„Telefoon voor u, meneer.'
„O. ben je ef. Jacques?" klonk het langs den
draad. „Ik kan hier geen behoorlyke viach krij
gen vandaag. Wil
je om twaalf uur
twee pond schel-
vlsch en een ge.
rookten makreel
koopen en ze
vanmiddag mee
brengen? Den
vroegen trein nemen, hoor! Dag 1"
Ze belde af vóór haar man kon protesteeren.
HU werkte slecht dien dag. Hü begreep dat hü
geen rust meer aou hebben, zoolang die tele
foon in huis was. 'tDing moest weg maar
hoe kreeg hü t weg?
Om twaalf uur ging hü de vlsch halen. HU
had geen tijd meer om naar z’n gewone res
taurant te gaan en stapte dus maar ergens
binnen. Onder t koffiedrinken zag hü dat cr
een deur met het woordje; Telefoon, tegenover
hem was. Hü ke«k er naar met een boos ge
richt, maar dat klaarde eensklaps op en hü
grinnikte» Hü keek op s'n horloge. Bü tweeén.
Nu ging *'n vrouw net zitten dutten. Hü 8ing
de telefooncel binnen.
.Legmore 719,” gaf hü op Een oogenblik
later hoorde hü de stem van s'n vrouw:
„Halloi Ja. Met wte?"
Robson het z'n stem dalen tot een diepe bas.
„Met t huis van mevrouw Payne?"
„Neen.” zei een koude stem, „met mevrouw
Robeon.”
„Pardon, verkeerd aangesloten.”
Jack Robson verliet de cel, nam z'n mand
met vlsch en vertrok. Onderweg naar t kan
toor liep hü bü een vriend aan. De vriend luis
terde aandachtig naar hetgeen hü te vertellen
had. grinnikte en legde een plechtige belofte at.
Toen münheer Robson thuis kwam, was s'n
vrouw prikkelbaar.
,Je moet een lapje om die telefoonbel doen,
Jacques.” mopperde zü. ,,'t snüdt door m'n
hoofd. Toen ik wou dutten, ben ik zesmaal
moeten opstaan en aldaar verkeerd verbonden.
En een vriend van je heeft opgebeld of Je
Zondag kwam schaken. Ik ben den naam en
t nummer vergeten, maar dat doet er niet toe.
Toen ik me aan t verkleeden was. is er twee
maal gebeld, ook weer verkeerd verbonden, en
Jane zei dat ze met aan d'r werk kon biqven,
en
..Maar schat,** bb! mUnhasr Robson ▼rtende-
lük, „dat gaat nu eenmaal aoo. Dat hebban w»
op 't kantoor lederen dag.”
..Nou, je zorgt maar dat t ophoudt,” snauw
de z'n vrouw. „Daar gaat le alweer.”
Münheer Robeon trad aan t toestel.
„Hallo! Ja? Concert, zeg Je? Dinsdagavond.
Ik zal m'n beet doen. Ik bel je nog wel op.”
..Wie was dat?” vroeg mevrouw Robeon.
„Een vriend van me.wou me Dinsdag mee
hebben naar een concert. Ze zün er direct
achter dat je telefoon hebt,” zei haar echt
vriend en ging naar den tuin.
„Die Rommey doet het prachtig," mompelde
hü vergenoegd. „Als hü maar niet overdrijft,
anders merken ze 1 op 't telefoonkantoor. Nu
Tyson nog."
Midden onder 1 diner rinkelde de tetefoon-
achel.
„Ik aal gaan,” zei mevrouw, en met upteri
gekiemde lippen ging ze de kamer door.
..Ja, met mevrouw Robeon. Hè? Dr. Lupton?
Neen, die is niet hier. Waarom.... o, die
u de warme dagen weer aankomen en de
jeugd de zwembaden zal bevolken kan t
X e nuttig zün eenige wenken te geven voor
•t duiken en springen, ter voorkoming van for-
eeeringen en ongelukken. Wü troffen ze on
langs aan In de „Zwemkronlek” van de band
van J. R Lyfering.
Het waterspringen is vooral voor onze Jeugd
een van de grootste attracties die een volledig
uitgeruste zweminrichting hun verschaffen kan.
Ook uit een oogmerk van algemeens karak
tervorming kan het waterspringen niet anders
dan groote voordeelen brengen.
Wat moet al niet aan moed en durf verza
meld woeden om den eersten valduik van de 3 m.
plank uit te voeren en behoorlük lp het water
te komen, om maar van den gezonden humor,
bierbü gebrulkelük, te zwijgen.
Toch dienen hü of zü, die la dezen met het
geven van leiding of het houden van toezicht
belast zün. uitermate voorzichtig en nauwlet
tend te werk te gaan, speciaal voor degenen,
die wat te veel aan moed en volharding blüken
te bezitten.
Het schoonspringen als wedstrijdspringen wil
ik hier bulten beschouwing laten; immers zij
die het springen als wedstrijdsport beoefenen,
weten wel waar de gevaren schuilen en onder
werpen zich meestal aaif geregelde medische
sportkeuring.
Het gaat hier juist om hen, die aan water-
sprinLon louter alleen om ontspanning en
vreugde doen, en door gebrek kan kennis in
uitersten vervallen.
Onze Jongens en meisjes hebben veelal de
gewoonte In groepjes bü steiger of springtoren
te vertoeven en beurtelings vaak vele sprongen
en meest origineele toeren uit te voeren.
In overdekte zweminrichtingen en midden In
den zomer in open zwembaden, wanneer de
temperatuur van lucht en water 20 gr. O. en
hooger Is, kan hier voor hen die physlek
normaal genoemd mogen worden niets tegen
zün.... Niets is prettiger en lokt meer be
langstelling dan de jolige stemming rond den
springtoren.
Echter, bü een watertemperatuur van 16-18
gr. C„ waarmede we helaas zoovele dagen van
ons zwemseizoen te kampen hebben en wan
neer onze jeugd wil springen en zwemmen (op
het laatste is niets tegen) zün gevaren voor
het ontstaan van schade aan het Inwendige
organisme niet denkbeeldig,
Eenige physiöloglsche verduidelüklng zü hier
op zün plaats. Wat toch is hier het geval?
In de periode van aanvang en verloop van
puberteit is de algemeene lichaamsgroet van
beenderen, spieren, bloed, enz,, buitengewoon
groot; terwijl hart en longen, die als gevolg
van de verhoogde groel-intensitelt veel meer
arbeid moeteri verrichten ter voorziening van
de vermeerderde zuurstofvraag, koolzuurpro-
ductie en afvoer, relatief veel minder snel
groeien, en bü de andere organen In deze pe
riode van ontwikkeling, In omvang en inhoud
belangrijk ten achter blüven.
Reeds is duldelük dat in normale omstandig
heden in deze groeiphase al extra arbeid van
hart en longen vereBcht wordt.
Genoemde lokale groeivermindering van onze
edele organen als hart en longen ten opzichte
van den overigen lichaamsgroet, is door des
kundige 01
Welke
bloedsomk
gen op?
„Hü zei, dat het hem zeer apeet, dat de Juf
frouw er niet Waa.”
„Zoo.... en je vindt dat hü er deftig uit
zag.”
.^a, juffrouw.”
Inderdaad mocht Julien zioh er op beroemen,
dat hü een model portier was, laconisme en
bescheidenheid, dat scheen zün devies te zün.
„Maar hoe ziet hü er dan toch uit?” her
haalde ik, het niet meer kunnende uithouden.
Oud, Jong, klein, groot?”
„Jong juffrouw en nogal groot.”
Ik durfde niet verder vragen en liep lang
zaam weg, toen Julien mü terugriep. „Juffrouw!
Pardon, Juffrouw! Die münheer heeft zoo iets
gezegd, dat hü een dezer dagen terug zou
komen.”
„Hü zal terugkomen.... een dezer dagen....
Dat had dis vervelende Julién wel dadèlgk kun
nen zeggen! En Ik, die hem twee minuten gele
den beschouwde als een model van een portier!
Ik luisterde niet naar zün verontschuldigin
gen, maar stormde het salon binnen, waar, mün
gemoed verlicht van een zwaren last, mün
teleurstelling plotseling van mü weggenomen, ik
opeens aan Francolse aai: „Och me dunkt, wü
hebben toch wel goed gedaan om naar het
patronaat te gaan.”
y-y at man als kapelaan Vroomans aan
J zün parochianen iets mee kon geven voor
hun persoonlük geestelük levan is begrü-
pelük door zün eigen godsdienstig leven en door
zün geloof en nobel karakter; moeilüker om te
begrüpeu is 1, dat deze man van weinig ta
lenten zooveel beeft bsteekend voor het open
baat leven van gijn parochie niet alleen, maar
van geheel Tilburg. De algemeene opinie was.
dat hü een man waa van weinig talenten, maar
als men zün werk beziet, vraagt men zich af,
of zün talenten werkelük wel zoo gering zün
geweest. Kükt men naar het aantal van zün
werken, en bü een vluchtig» telling van den
inhoud van zün levensbeschrüvlng blükt hü
van ongeveer twintig stichtingen de promotor
of initiatiefnemer te zün dan kan men nog
aannemen, dat dit alle* te danken was aan
zün aeer grooten Over: maar als men den aard
van zün werk beslet, krijgt men bewondering
voor zün Inzicht en voor zün voorultzlenden
blik. Twintig of vüf en twintig jaar geleden
had kapelaan Vroomans reeds een opinie over
verschillende zaken, waar sommigen thans nog
niet aan toe zün.
Het jeugdwerk, dat tegenwoordig voor een
groot deel omspannen wordt door Jonge wacht
en Verkennerü, bestond vüf en twintig jaren
geleden nog uitsluitend uit het patronaat. De
opaet van deze stichting was de jongens Zon
dags van de straat te houden en hun behoor
lijke ontspannlngsgelegenheid te geven. Ge
durende den oorlog echter had kapelaan vroo
mans al plannen om van dat patronaat iets
anders te maken. Er moest een centrale jeugd
organisatie komen, waarvan het Zondagsche
patronaat slechts een onderdeel aou zün. De
jeugdorganisatie sou moeten bestaan uit 'ver
schillende clubs en de naam patronaat sou
moeten worden vervangen door een andere.
Naast het jongenspatronaat had ook bet
werk onder de meisjes zün aandacht.
Kapelaan Vroomans is de eerste geweest,
die erop aangedrongen heeft, dat In Tilburg,
dat In hoofdzaak uit arbeiders bestaat, een aal
moezenier van den arbeid aou worden aan
gesteld. In 1921 is dit geschied, hoewel de naam
„aalmoezenier" niet werd gebruikt. De op
richting van „De Jonge Werkman” in Tilburg
is voor een groot deel aan kapelaan Vroo
mans te danken geweest. Hü was een man met
een strüdbare natuur, die den aanval de beste
verdediging vond. HU achtte ulterlük machts
vertoon noodzakelük ook in de jeugdorgani
saties, opdat de Jeugd zich niet zou laten im-
poneeren door het ulterlük machtsvertoon der
tegenportü-
Ook aan de oprichting der Katholieke Pad
vinders heeft hü meegewerkt. Er was gevaar,
dat katholieke jongens zich bü de neutrale or
ganisatie aouden aansluiten en dit wilde kape
laan Vroomans in elk geval voorkomen.
In een stad als Tilburg, waar büna uitslui
tend katholieken wonen, zou men niet ver
wachten, dat nog gewerkt moest worden aan
de emancipatie der katholieken. Toch is dit
wel het geval geweest. We mogen hier citeeren
uit het boek van rector van Wück, die het
nster.
auwe
8.10
Br 15
7A0
ootje,
nkool
Po»,
t per
durende den zomer Maar zijn muren zün
buitengewoon dik, die honderjarige muren heb
ben nooit een aanval te doorstaan gehad, maar
hebten twaalf of vüftien geslachten van een
familie, waar de kinderen talrük waren en de
besoekera eveneens geherbergd. Daar hebben
95ün vader en mün oom hun kinderjaren door
gebracht, daar zün hun ouders, die ik mü
nauwelüks kan herinneren, gestorven, maar toch
ken ik ze door hetgeen mün lieve "Vader mü
over hen meedeelde.
Sedert honderd vüftlg Jaar behoort het land
goed Saint-Flavlen aan de Martlgnac en is van
den oudste op den volgenden oudsten zoon over
gegaan. Mün oom. die door zün huwelük met de
eenige erfgename van den groot-industrieel
Vareux zchatrük waa geworden en zün bentan
gen nog vergrootte door zün fabrieken, was
gewoon op een voet te leven, die niet over
eenkwam met een landelük verblüf. Zou het
oude kasteel niet dlkwüls gesloten blüven?
Allen die van het oude huls hielden, vreesden
dit, maar tante Madeline wist die vrees spoedig
te verdrijven. Haar ijdelheid, een harer kleine
gebreken, deed haar het oude famillekasteel
prefereeren boven de prachtige Itallaaanache
villa, die haar ouden op de Cote d'Azur had
den doen bouwen. Het gaf haar een intens
genot kaatoelvrouwe te sün daar, waar aoo-
velen van haar naam gewoond hadden. De
xieiglngen tot-het adeldem. die tn haar sltittnerL Üf öp Bet my neds bekende stukj» carton las:
den. vonden hier een exquise bevrediging
De Italtaanache villa bleef dus gesloten en
Saint-Flavlen werd verrijkt met alle verbeterin
gen, die ovdreeu te brengen waren met sün
Neen, die is niet hier. Waarom.... o, ttte
idioot heeft afgebeld. Waarom aou dia hier
sün?”
„Ik weet het niet, eehat Ze probeeren some
maar overal."
„Als die bel vanavond neg eens gaat, word
ik dol! Als ik geweten had dat er aoo*n misère
aan vastzat, had ik me nooit laten overhaten
om hier telefoon te nemen."
Mijnheer Jacques Robeon zweeg wüselük.
Den „volgenden middag ging hü mot s'n ge
wonen trein naar huis, bleef even naar zün
rozen staan kqken en ging toen binnen.
Z'n vrouw lag op den divan. Een walm van
eau de cologne en Hoffmann vulde de eetkamer
„Wat la er vrouwtje?” vroeg hü-
„Wat er is? Ik ben zenuwziek en Jane heeft
den heelen dag gebeld. Tweemaal verkeerd
.aangesloten en menschen met stofsuigers en
naaimachines eh vrienden van je. die je uit
huizig willen maken. Ik wil dat ding niet meer
in huis hebben. Jacques. Ik heb al aan X kan
toor opgegeven dat er een zieke in huia is en
dat er in geen geval gebeld mag worden.”
.Maar vpxiwtje. de koeten....”
„Ja, Jacques, als JU de kosten erger vindt
dan een zieke vrouw zonder hulp, dan zijn we
uitgepraat. Waar moet het heen, als al dl»
mooie vrienden van Je weten dat je telefoon
thuis hebt? De telefoon moet wegl”
„Ja. schat, als Je 't dan met alle geweld
wilt.
Rn münheer Robeon ging met een bedrukt
gezicht, maar met vreugde in *t hart aan a*n
bureau ritten en schreef een brief naar bet
telefoonkantoor, met verzoek bet telefoontoe
stel no. 719 te laten weghalen.