z Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland JCetmAaot can den dag F 750.- F 250.- DUIKEN EN SPRINGEN Petrus Josephus Vroomans De onbekende Verloofde DOOR LEMAIRE 1 WOENSDAG 3 JUNI 1936 r Men zij voorzichtig! i Fascistisch monument Meiejesportret van Matthieu Wiegman 30 v 'iï iel de dokter Met oprecht leedwezen.' (Wordt vervolgd) m Het referendum van de Groene De telefoon van mevrouw Robson GROOTE MOGELIJKHEDEN worden C geboden door advertentle-reclamo in do rubriek .Omroepers*'. Laat die U niet ont glippen. De prüs kan geen beswaar sün. want voer slechte W cent por regel komt V* mton Omroeper onder de aandacht van 60000 ge» vAuhma. bij verlies van een hand, een voet ot een oog Eenige wenken ter voorkoming van forceeringen en ongelukken ^a, juffrouw, hij ia teruggekomen. Laat eena zten.... Donderdag. Ziedaar sün kaartje.” - PE .0O*r4rVk»e Wet Bwelte ren niaht, terwlll - - weten. Toen ik tkans zag aontjef bemerk! te Qedureade het diner trok mün opgewektheid bemerkt had. Zü^ beden mfj ten stotteiran héde- - - - - ---- rt|e êxeugeB un „Dus- hü heet Robert de Beaufeu," consta teerde da dotter. Landtchap in Zuid-Frankryit van Matthieu Wiegman AI 17 op dft btad zijn ingevtüge de veraekerlngsvoorwaarden tegen E* bU levenslang» geheele ongeschiktheid tot werken door U’ 7RH - bij een ongeval met I «I llllL O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen urVFe verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen ÜJUo" doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL „Wat heeft hü gezegd die heer, toen hü hier kwam?” vroeg ik. Jte...." 1 F L 42, I leven van Vroomans verha/lt: de het hè.... Jk bedoel.... of 11e- p»u- TT >eurs. Han- Det wee een toestand, die Vroomans niet kon dulden, want omdat de katholieken In het be- Ze zaten nu al een tijdje op de takken en dat begon hen aardig te vervelen. Maar ze kregen gezelschap. Ben vogel met een mooi petje op kwam naar hen toe en zei: ,Jk heb straks gezien, hoe die mlllloen-poot Jullie bang maakte, maar Ik heb hem al lang opgegeten en nu kunnen jullie weer aan het werk gaan.” Nou, dat waa een uitkomst. In een wip waren ie weer in bet veld terug. de portiersloge terug te gaan. Ik alweer dien ondoordringbaren de aandacht van mijn neef Michel „Wat scheelt je vandaag?" vroeg hij opsMnz. J8r la nieuwe," antwoordde ik. Dan mü wen- door cent jnaal <0 58 MV, )3V> S3 100— 1.00— oelen -115. *-45. 7 50 ondernam, parochie, komen in stad. Rijk r to rna- grae- >n en *n of vette I. 48. vette 7—30 veren 7—32 1» 33 1.00— acht- 1500 plnai 'none 30.00 zeer het hoo- ver- 1 bjj hterc van Iets indel wcl- j cn >teer- pri)- indel alien ooi I 67— 10.60. 320 I.1O— reed. 1—37. r*m- 18— 100. 541 soort B.50. -7 50. 0.70 Sleek en met zware oogen zat de echtgenoot ven mevrouw Robson den volgenden morgen t ntaal bronzen standbeqJ<L «Jtea-, dat eg het Forum Mussolini zal worden opgericht, sal 81 meter hoog wor den. De hoogte van den kop zal 12 meter be dragen. Twee liften sullen de bezoekers naar boven voeren. Tuhrjeltje ging naar bet gat kijken, de mlllloen-poot in gezeten had en om de anderen te laten lachen, kroop ie er zelf in en begon net als de mlllloen-poot heel norsch te praten. Maar daar werd le ineens koud van angst. „Ik voel lets". riep la tegen Kruimeltje, „iete aan mijn voeten kriebelen”, maar hij kon zoo gauw niet wegvluchten en kreeg langzamerhand weer moed om te kijken, wat dat kon zijn. Ken- Sla telen •erae- bos. «tuk. m II cent lard- - en f 170 soort soort 0, te 054 leren apen week >.29— -0.31. 331 183 dooe Os- dam. 10 at. cant, Ton- Asi rsche cking st. 3.75, Fo- 30— 7.40 nkool Wat hadden de kaboutertjes een schrik. Ze lieten hun em mers en gieten staan en renden weg, naar den eersten den besten boom, dien ze konden vinden en klommen langs de takken tot ze veilig zaten. Daar ontdekten ze plotseling iets wat ze allen van pret deed schateren. „Kijk die bedelaar onder den boom”, zelden ze tegen elkaar. „We zullen hem eens wat appels geven”, en ze plukten allemaal een appel en gooiden die naar beneden. Wat was die geschrokken!!!! Den was fl .60 4.80. I et., beien •gerst (wltK' izaad laad- Aan- Prijs elen: BS..— n 15 •8AJ ervei- ^2.30. 3.70 -3.65, 53-55 tenOe naar tante en Franootee, gaf ik hun een teeken om te zwijgen. „Nieuws?” herhaalde Michel geïntrigeerd. „Ja, ik zal het later vertellen, als de heeren er zijn. Ik wil het effect niet bederven.” Georges Peral en dokter Renaud kwamen’ dien avond om ons vaarwel te zeggen, daar wij naar Saint-Flavlen aouden vertrekken. De Martlgnacs hebben de Paaschdagen altijd op hun verrukkelijk moot kasteel doorgebracht. „Waarvoor?'' viel Francolse mij in de rede. „Het feit, dat je een voorwerp, op straat opge raapt, naar het politiebureau hebt gebracht, was voor jou geen oorzaak van moeite of last en Ik vind, dat ik hoegenaamd geen verdienste heb, dat Ik met je mee ben gegaan. Dat vinden was ook zonder de minste verdienste, het zijn de omstandigheden die alles zoo geschikt hebben en dat is alles. Wat verlang je dan? Verwacht Je,'dat die beer je dankbaar zal zijn?” „O, Francolse!” „Houd nu eens op met die geschiedenis, die van alls belang ontbloot ia." Het referendum „Vrede, Welvaart, Staatsor de” georganiseerd op Initiatief van ,J*e Groe ne Amsterdammer" Is thans In vollen gang. Da gelijks komen duizenden stembiljetten Inge vuld terug. De ernst waarmee de deelnemers zich aan de beantwoording hebben gezet, blijkt uit tal van bijschriften. Uit overmaat van nauw gezetheid wachteden echter niet tot den laat- sten dag met het inzenden der biljetten. Hier door vertraagt men eenerzijds de telling die reeds begonnen is. anderzijds kunnen zoo klei ne toevalligheden de tijdige aankomst van de stembiljetten verhinderen. In het algemeen geldt het, dat hoe sneller de biljetten woA den ingezonden, boe spoediger de uitslag be kend kan zijn. Velen, die door meerdere functies, b. v. ambtenaar met Mr. titel en lid van een partij- afdeeling, meer dan één nummer ontvingen, vragen aan de Referendum-commlssle wat zij met de andere exemplaren doen moeten. Zooals in de handleiding bij het stembiljet staat aangegeven, is het antwoord daarop het verzoek om deze nummers aan anderen die men oordeelt daarvoor in aanmerking te komep, door te geven. Degenen die voor zich door het opgeven van een zeer kleine woonplaats het geheim der stemming in gevaar gebracht 'achten, kunnen ook volstaan met het aangeven van streek, gewest of kiesdistrict als hun woonplaats. worden "naar ondervroeg Julien. Ten eerste ontbreekt hier de jeugdige over moed en ten tweede schijnt men Intuïtief voor het gevaar van een plotse afkoeling gewaar schuwd te zijn. Nooit ziet men dan ook oudere zwemmen plotseling met een aanloopje te water gaan, maar voorzichtig bij een trapje, na eerst rorgs vuldlg polsen en dijen en bont nat gemaakt te hebben en dan nog onzeker en weifelend, zoodat zich geen plotselinge vaatvemauwing en sterke bloeddrukverhooging kunnen voordoen. wijg nu maar, Jritquea.** zei mevrouw Robson. „We moeten hier telefoon heb ben. Iedereen heeft telefoon hier in de buurt." „Maar schat.” bedacht d'r man. „ik vind de telefoon in zaken hoogst belangrijk, maar....' .Jaeques,” vinnigde mevrouw, „heb je me begrepen of heb je me niet begrepen?” Mijnheer Robeon. die tot vervelens toe reeds dagen lang door s'n vrouw over de telefoon was lastig gevallen, gaf nu maar toe. Maar hij wou geen telefoon. Bij had er op 1 kantoor al meer dan genoeg van. Hij stelde zich den toestand al voor, als s'n vrouw spraak zame vriendinnen opbelde of spraakzame vrien dinnen haar. Ra wat zou hjj een rekeningen krijgen! *s Middags ging hfj naar t telefoonkantoor en kreeg daar inlichtingen. „Ik heb er zoo’n barre haast niet mee,” zei hij. „Als t zoo eens uitkomt.' Dien avond had mijnheer Robeon geen vrede. Z'n vrouw mopperde omdat het toestel er neg niet was en drong er op aan dat hij er eens flink achterheen aou zitten. Mijnheer Robeon nam er een dagje voor, om na te denken, maar toen hü dien middag thuis kwam, zaten er al porceletnen potjes aan s’n huls, met draden eraan, nu aou s'n vrouw wol In d'r schik zijn, dacht hij, maar hij vond haar diep verontwaardigd. De telefoonman had haar gezegd dat 't nog wel een weekje aou duren, voor binnenshuis het toestel werd aan gebracht, en mijnheer Robeon bedwong nog juist op tyd een blijden lach. Den volgenden middag vertelde hij 't geval aan s'n compagnon en aan den procuratiehou der en daarna aan een zakenvriend van elders, die allen hartelijk lachten om de verontwaar diging der telefoonzieke vrouw. „Zeg. Rob." zei de zakenvriend. „Ik blijf van nacht hier logeeren. Ga met me eten en daar na naar den schouwburg.” Jacques Robeon durfde niet goed. Maar hü dacht aan het fijne diner, aan de fijne sigaren en aan den schouwburg, en ook dacht hij aan s'n vrouw, die den heelen avond aou zeuren over de telefoon, die niet kwam. Toen nam hl) een papiertje en schreef een telegram: „Moet voor dringende zaken in stad blijven. Denke lijk erg laat thuis. Jacques.” Het telegram werd verzonden, mijnheer Rob son amuseerde zich kostelijk en het kostte hem moeite den trein van 11.14 te halen, maar het lukte. Met een licht hart was hij het tuin hekje voor s'n woning genaderd, maar s'n stem ming betrok, toen hij licht in de eetkamer zag. Hij gaf zich het voorkomen van een vermoeid man. die hard gewerkt had. „Ik dacht dat je den trein gemist had. Jacques," zei mevrouw Robeon, haar boek neer leggend. ,Je ziet er moe uit.” ,4», schat. Ik ben dat late werken niet meer gewend. Maar in soon slechten tijd moet je alles.... 'tZou me niets verwonderen, als ik de eerste weken nóg een paar maal avonds. „Dat sou me wél verwonderen,” .sprak me vrouw Robeon. Haar stem voorspelde niet veel goeds. „Kijk.” ging mevrouw voort en wees in richting van het bureau in den hoek. Daar stond mijnheer Robeon sag duidelijk een telefoontoestel. .Nu wil je me seker wel vertellen,” zei s'n vrouw met een ijselijke stem, „waar je van avond gegeten hebt. Om 3 uur is het toestel geplaatst. Om half zes kreeg ik Je telegram en toen heb ik je kantoor opgebeld. Ik hoorde dat je om vijf uur weg was gegaan en dat je niet meer terug kwam. Wat beteekent dat?" DOOD I - - ver, ik..—” was alles wat mijnheer Robson kon uitbrengen. „Kap. vroomans ontdekte op de Tllburg- sche Ambachtsschool 'n toestand, die daar ontstaan was, omdat de katholieken zich niet bewust waren van eigen macht en aan andersdenkenden 't overlieten de zaken daar te regelen. Dat mocht zoo niet blijven en hij aou wel probeeren 't te veranderen. 't Geheele bestuur der Ambachtsschool be stond uit katholieken, behalve één lid, dat protestant was, en omdat hij voor 'n des kundige *ep oaderergsgebied gWM, werd hem de regeling van geheel de school practisch overgelaten.!’ Men mi na herha zomerweer, nog vóór of tijdens het zich weer kleeden, onwel zijn, hoofdpijn en duizeligheid voordeed: in een enkel geval was lange rust zelfs noodzakelijk. Het is dus de taak Van trainers en oefen meesters er steeds nauwkeurig en scherp op te letten hoe de zwemmers op het plotse af koelen reageeren. Ze moeten trachten te zien en te onthouden, hoe de hun toevertrouwde zwemmers gewoonlijk te water gaan, want iedere zwemmer heeft daarvoor onbewust een bepaalde reden. Maar hoe staat het nu met de oudere zwem mers? Zeer zelden zullen zij die de 50 voorbij zijn aan soortgelijke gevaren zijn blootgesteld, al is het dan hier niet het groote groetverschil in het organisme, maar meer de stugge vaat- wanden, die een plotselinge spannlngsvermeer- dering niet gedoogen. De praktijk maakt het ons hier gemakkelijk. stijl en ulterlijk. Zooals het nu Is, Ijjkt mij het oude kasteel een verrukkelijk verblijf. Zijn ruime vertrekken, aan den aonnekant geopend, de twee dikke torens, de tuin vol bloemen, het rozenpark, het schaduwrijk park, de weide, waar vreedzame koeien graasden, de vruchtbar» moestuin, het koeltje vermengd met den geur van seringen en rozen, dat alles vormde een geheel, dat ik een aardsch paradijs aou willen noemen. Onze naaste buren zijn de Perals, die sedert den oorlog bijna bet heele jaar op hun domein Oastelflauri, zee kilometer van Saint-Flavlen verwijderd, wonen. Dit jaar had Georges slechts twee dagen bQ zijn familie vertoefd en van die twee dagen had hij slechts een enkel uurtje geschonken aan zijn vrienden Martlgnac. Ik geloof, dat zijn ouden wel wat boos op mij waren. Ondanks hun koelheid, die tante ergerde, was onze week bulten heel gelukkig, maar toch voelde ik geen spijt zooals anders, toen wij weer naar Parijs terugkeerden. Natuurlijk was mijn eerste zorg, Julien te ondervragen. .JNe heer.Je weet wel, Julian? ia hfj terug» gekomen, zooals hij beloofd had?' „HU is dus gekomen,” zei Georges nogal onverschillig. „En wat nu?" vroeg Michel. „Wat nu....? Wel, hu ,komt terug.’*- .Als ik niet zooveel van je hield, mijn lieve Denise, zou ik zeggen, dat je je een beetje be- spottelUk aanstelt," zei mijn tante. „En waarom, mama?” merkte Mlchel op. „Ik vind het niet zoo bespottelUk, dat die heer, wetend tot wie hU zich richt, de gelegenheid waarneemt om met ons in relatie te komen en dat Dehise er verrukt over is.” „Niet waar?” viel ik hem bü „En hü zal terugkomen. Julien heeft het mU verteld. „Wel,” verklaarde Georges, „als hu morgen niet komt, zal hU het huls gesloten vinden, want u vertrekt immers Zaterdag.” „HU zal morgen komen,” beweerde ik, „en daar hU zeker tact bezit, zal hU voor zijn be zoek niet de uren van den kerkdienst kiezen.” Maar Vrijdag ging voorbij zonder dat mijn onbekende zich aanmeldde en al het genoe gen. dat ik irtU voorstelde van een verbluf van acht dagen op Saint-Flavlen werd er door be dorven. En toch wat een feest voor de oogen: te lente op het kasteel. Het is niet een indrukwekkend gebouw en men aou er tevergeefs de geraffineerde luxe Boeken van het hotel Martlgnac aan het park Monceau. Het is een mooi en degeUjk oud kasteel, dat heel wat «OR te varteUm hehhon Als'hét kon praten: 'irftleme dingen, voorval len in de familie, gelukkige of droevige, ge boorten, hu welt) ken, sterfgevallen, bijeenkom- •töti om riwn iMMArd en lendeluke ge- stuur zich te weinig met O» school bemoeiden, werden de Jongens gedrongen het «mderwU» op de avondschool te volgen. dM neutraal was. terwijl er toch In de stad bijzondere avondcur sussen waren weer tot stand gekomen door aUn toedoen die voor katholieke jongens meer geschikt waren. Vroomans zag het ge vaar, dat was ontstaan door de laksheid der katholieke bestuursleden en heeft hen ernstig op hun plicht gewezen. Het gevolg was, dat weldra de jongens de bUzondere avondcursus sen konden volgen. Later heeft hU zelf» weten te bereiken, dat aan de Ambachtsschool een godsdlenstleeraar werd verbonden en dat bü het begin van het jaar door de jongens sen schooiretraite werd gehouden. Zoo is Vroomans twintig Jaar geleden een der eersten geweest, dit de katholieken wees op het gevaar, dat ontstond door de laksheid der katholieken zelf. Dit is een groote vw- dienste van hem en in dit opzicht strekt zijn beteekenlz zich uit tot bulten Tilburg. Want niet alleen In Tilburg waa of is dit gevaar aan wezig. Van groot belang is Vroomans' werk voor Roomsch Leven. Dit is een stichting te Til burg, die een gelüknamlg weekblad uitgeeft, waarin alle kerkelüke mededeellngen staan voor de komende week en daarnaast nog goede en actueels lectuur bevat. Even regel matig als od den preekstoel houdt de geestelijk heid van Tilburg door dit blad contact met de geloovlgen. De stichting Roomsch Leven be schikt ook over een bevolklngsbureau, waar de namen van alle katholieken worden opge- teekend en waar men voortdurend over de ge gevens kan beschikken, die de geestelUken noodlg hebben. Met de stichting Roomsch Leven heeft kapelaan Vroomans een tuighuis ingericht, waar de wapens voor de actie on der de katholieken te vinden zün. Het laatste groote werk, dat hu was de stichting van een nieuwe een zware parochie, want zU aou een van de minste wijken van de zou de parochie niet zijn, maar pastoor Vroo mans, wiens hart altijd eenvoudig was geweest, voelde zich tot de armen getrokken en koos vrUwllllg deze weinig begeerlUke parochie. HU heeft het welslagen van zün laatste werk niet meer mogen beleven. Tot pastoor benoemd In Januari 1921, kon hu eerst In October gaan bouwen aan zün kerk. In Januari 1922 1a hü gestorven. Op een dag,' dat de straten van Til burg onbegaanbaar glad waren is hU begra ven, betreurd door velen. Deken Sanders, bU wien Vroomans elf Jaar kapelaan waa geweest, hield de lükrede en zel den zal hü aoo uit het hart van zün parochi anen hebben gesproken, als toen hü van zUn medewerker getuigde: „Hü was een eenvoudig man, en rechtschapen en God vreezende.” MUn neef drong niet aan en het was in tegenwoordigheid van de twee beaoekers, dat hü het bestaan en de visite van Robert de Beaufeu vernam. „Wat een mop!” riep hü lachend uit. „Is het waar?” vroeg Georges. „U kunt ons niets wijsmaken, met zün ironischen glimlach. Heimelijk verontwaardigd, dat mijn woord geen geloof vond, haalde ik mün bewijsstuk, het kaartje met den naam van markies de Beaufeu te voorschijn. „Bewaar je het aoo zuinig?" zei Francolse. .Natuurlijk. Ik heb het in mün taachje ge legd, want nu zullen de ongeloovlgen ten minste overtuigd zün." Mlchel en de dokter wilden het kaartje be tasten. zü draaiden het owr en om, rooken er aan en verklaarden, dat het een fijnen geur ver- wvsvieu er uiwk vwu w w,»— w spreidde gis Royal Origan, hetgeen ik nog niet in; a den BU bü het watersprin- Zoodra-' het lichaam den waterspiegel aan geraakt heeft en gepasseerd is, wordt het bloed dat in de huldvaten aanwezig is, door afkoe ling van de huid zeer plotseling door snelle contractie van alle huidspiertjes en vaatwand- jes naar de centralereden, o.a. ook naar hart en longen gedreven, >wr deze plotselinge bloedtoename eene aanzienlijke spanningsver- meerderlng geeft. Voor den leek manifesteert zich dit door het plotseling hügen van den zwemmer, waar ech ter de waterdruk ook- gedeelteUJk voor aanspra- kelük moet worden gesteld. Dat dit juist voor een kind van 12 tot 16 jaar, met het grootste groeiversahll van hart en longen, ten opzichte van de overige orgaans- systemen schade kan veroorzaken, temeer daar het met twee of drie sprongetjes niet tevreden is, is een ieder duidelUk. jkt dan ook gevallen mee, waar zich ld waterspringen, bü minder warm - Het gezond verstand spralt uit den mond van mün nicht, maar boos en opnieuw meenende, dat men mü niet begreep, wilde ik dit niet erkennen en verder was er teen sprake meer van Robert de Beaufeu. Toch wilde ik probeeren er meer van te op z^t kantoor. Hü trachtte rich te verdiepen in s'n werk, maar werd al gauw gestoord door den jongsten bediende. „Telefoon voor u, meneer.' „O. ben je ef. Jacques?" klonk het langs den draad. „Ik kan hier geen behoorlyke viach krij gen vandaag. Wil je om twaalf uur twee pond schel- vlsch en een ge. rookten makreel koopen en ze vanmiddag mee brengen? Den vroegen trein nemen, hoor! Dag 1" Ze belde af vóór haar man kon protesteeren. HU werkte slecht dien dag. Hü begreep dat hü geen rust meer aou hebben, zoolang die tele foon in huis was. 'tDing moest weg maar hoe kreeg hü t weg? Om twaalf uur ging hü de vlsch halen. HU had geen tijd meer om naar z’n gewone res taurant te gaan en stapte dus maar ergens binnen. Onder t koffiedrinken zag hü dat cr een deur met het woordje; Telefoon, tegenover hem was. Hü ke«k er naar met een boos ge richt, maar dat klaarde eensklaps op en hü grinnikte» Hü keek op s'n horloge. Bü tweeén. Nu ging *'n vrouw net zitten dutten. Hü 8ing de telefooncel binnen. .Legmore 719,” gaf hü op Een oogenblik later hoorde hü de stem van s'n vrouw: „Halloi Ja. Met wte?" Robson het z'n stem dalen tot een diepe bas. „Met t huis van mevrouw Payne?" „Neen.” zei een koude stem, „met mevrouw Robeon.” „Pardon, verkeerd aangesloten.” Jack Robson verliet de cel, nam z'n mand met vlsch en vertrok. Onderweg naar t kan toor liep hü bü een vriend aan. De vriend luis terde aandachtig naar hetgeen hü te vertellen had. grinnikte en legde een plechtige belofte at. Toen münheer Robson thuis kwam, was s'n vrouw prikkelbaar. ,Je moet een lapje om die telefoonbel doen, Jacques.” mopperde zü. ,,'t snüdt door m'n hoofd. Toen ik wou dutten, ben ik zesmaal moeten opstaan en aldaar verkeerd verbonden. En een vriend van je heeft opgebeld of Je Zondag kwam schaken. Ik ben den naam en t nummer vergeten, maar dat doet er niet toe. Toen ik me aan t verkleeden was. is er twee maal gebeld, ook weer verkeerd verbonden, en Jane zei dat ze met aan d'r werk kon biqven, en ..Maar schat,** bb! mUnhasr Robson ▼rtende- lük, „dat gaat nu eenmaal aoo. Dat hebban w» op 't kantoor lederen dag.” ..Nou, je zorgt maar dat t ophoudt,” snauw de z'n vrouw. „Daar gaat le alweer.” Münheer Robeon trad aan t toestel. „Hallo! Ja? Concert, zeg Je? Dinsdagavond. Ik zal m'n beet doen. Ik bel je nog wel op.” ..Wie was dat?” vroeg mevrouw Robeon. „Een vriend van me.wou me Dinsdag mee hebben naar een concert. Ze zün er direct achter dat je telefoon hebt,” zei haar echt vriend en ging naar den tuin. „Die Rommey doet het prachtig," mompelde hü vergenoegd. „Als hü maar niet overdrijft, anders merken ze 1 op 't telefoonkantoor. Nu Tyson nog." Midden onder 1 diner rinkelde de tetefoon- achel. „Ik aal gaan,” zei mevrouw, en met upteri gekiemde lippen ging ze de kamer door. ..Ja, met mevrouw Robeon. Hè? Dr. Lupton? Neen, die is niet hier. Waarom.... o, die u de warme dagen weer aankomen en de jeugd de zwembaden zal bevolken kan t X e nuttig zün eenige wenken te geven voor •t duiken en springen, ter voorkoming van for- eeeringen en ongelukken. Wü troffen ze on langs aan In de „Zwemkronlek” van de band van J. R Lyfering. Het waterspringen is vooral voor onze Jeugd een van de grootste attracties die een volledig uitgeruste zweminrichting hun verschaffen kan. Ook uit een oogmerk van algemeens karak tervorming kan het waterspringen niet anders dan groote voordeelen brengen. Wat moet al niet aan moed en durf verza meld woeden om den eersten valduik van de 3 m. plank uit te voeren en behoorlük lp het water te komen, om maar van den gezonden humor, bierbü gebrulkelük, te zwijgen. Toch dienen hü of zü, die la dezen met het geven van leiding of het houden van toezicht belast zün. uitermate voorzichtig en nauwlet tend te werk te gaan, speciaal voor degenen, die wat te veel aan moed en volharding blüken te bezitten. Het schoonspringen als wedstrijdspringen wil ik hier bulten beschouwing laten; immers zij die het springen als wedstrijdsport beoefenen, weten wel waar de gevaren schuilen en onder werpen zich meestal aaif geregelde medische sportkeuring. Het gaat hier juist om hen, die aan water- sprinLon louter alleen om ontspanning en vreugde doen, en door gebrek kan kennis in uitersten vervallen. Onze Jongens en meisjes hebben veelal de gewoonte In groepjes bü steiger of springtoren te vertoeven en beurtelings vaak vele sprongen en meest origineele toeren uit te voeren. In overdekte zweminrichtingen en midden In den zomer in open zwembaden, wanneer de temperatuur van lucht en water 20 gr. O. en hooger Is, kan hier voor hen die physlek normaal genoemd mogen worden niets tegen zün.... Niets is prettiger en lokt meer be langstelling dan de jolige stemming rond den springtoren. Echter, bü een watertemperatuur van 16-18 gr. C„ waarmede we helaas zoovele dagen van ons zwemseizoen te kampen hebben en wan neer onze jeugd wil springen en zwemmen (op het laatste is niets tegen) zün gevaren voor het ontstaan van schade aan het Inwendige organisme niet denkbeeldig, Eenige physiöloglsche verduidelüklng zü hier op zün plaats. Wat toch is hier het geval? In de periode van aanvang en verloop van puberteit is de algemeene lichaamsgroet van beenderen, spieren, bloed, enz,, buitengewoon groot; terwijl hart en longen, die als gevolg van de verhoogde groel-intensitelt veel meer arbeid moeteri verrichten ter voorziening van de vermeerderde zuurstofvraag, koolzuurpro- ductie en afvoer, relatief veel minder snel groeien, en bü de andere organen In deze pe riode van ontwikkeling, In omvang en inhoud belangrijk ten achter blüven. Reeds is duldelük dat in normale omstandig heden in deze groeiphase al extra arbeid van hart en longen vereBcht wordt. Genoemde lokale groeivermindering van onze edele organen als hart en longen ten opzichte van den overigen lichaamsgroet, is door des kundige 01 Welke bloedsomk gen op? „Hü zei, dat het hem zeer apeet, dat de Juf frouw er niet Waa.” „Zoo.... en je vindt dat hü er deftig uit zag.” .^a, juffrouw.” Inderdaad mocht Julien zioh er op beroemen, dat hü een model portier was, laconisme en bescheidenheid, dat scheen zün devies te zün. „Maar hoe ziet hü er dan toch uit?” her haalde ik, het niet meer kunnende uithouden. Oud, Jong, klein, groot?” „Jong juffrouw en nogal groot.” Ik durfde niet verder vragen en liep lang zaam weg, toen Julien mü terugriep. „Juffrouw! Pardon, Juffrouw! Die münheer heeft zoo iets gezegd, dat hü een dezer dagen terug zou komen.” „Hü zal terugkomen.... een dezer dagen.... Dat had dis vervelende Julién wel dadèlgk kun nen zeggen! En Ik, die hem twee minuten gele den beschouwde als een model van een portier! Ik luisterde niet naar zün verontschuldigin gen, maar stormde het salon binnen, waar, mün gemoed verlicht van een zwaren last, mün teleurstelling plotseling van mü weggenomen, ik opeens aan Francolse aai: „Och me dunkt, wü hebben toch wel goed gedaan om naar het patronaat te gaan.” y-y at man als kapelaan Vroomans aan J zün parochianen iets mee kon geven voor hun persoonlük geestelük levan is begrü- pelük door zün eigen godsdienstig leven en door zün geloof en nobel karakter; moeilüker om te begrüpeu is 1, dat deze man van weinig ta lenten zooveel beeft bsteekend voor het open baat leven van gijn parochie niet alleen, maar van geheel Tilburg. De algemeene opinie was. dat hü een man waa van weinig talenten, maar als men zün werk beziet, vraagt men zich af, of zün talenten werkelük wel zoo gering zün geweest. Kükt men naar het aantal van zün werken, en bü een vluchtig» telling van den inhoud van zün levensbeschrüvlng blükt hü van ongeveer twintig stichtingen de promotor of initiatiefnemer te zün dan kan men nog aannemen, dat dit alle* te danken was aan zün aeer grooten Over: maar als men den aard van zün werk beslet, krijgt men bewondering voor zün Inzicht en voor zün voorultzlenden blik. Twintig of vüf en twintig jaar geleden had kapelaan Vroomans reeds een opinie over verschillende zaken, waar sommigen thans nog niet aan toe zün. Het jeugdwerk, dat tegenwoordig voor een groot deel omspannen wordt door Jonge wacht en Verkennerü, bestond vüf en twintig jaren geleden nog uitsluitend uit het patronaat. De opaet van deze stichting was de jongens Zon dags van de straat te houden en hun behoor lijke ontspannlngsgelegenheid te geven. Ge durende den oorlog echter had kapelaan vroo mans al plannen om van dat patronaat iets anders te maken. Er moest een centrale jeugd organisatie komen, waarvan het Zondagsche patronaat slechts een onderdeel aou zün. De jeugdorganisatie sou moeten bestaan uit 'ver schillende clubs en de naam patronaat sou moeten worden vervangen door een andere. Naast het jongenspatronaat had ook bet werk onder de meisjes zün aandacht. Kapelaan Vroomans is de eerste geweest, die erop aangedrongen heeft, dat In Tilburg, dat In hoofdzaak uit arbeiders bestaat, een aal moezenier van den arbeid aou worden aan gesteld. In 1921 is dit geschied, hoewel de naam „aalmoezenier" niet werd gebruikt. De op richting van „De Jonge Werkman” in Tilburg is voor een groot deel aan kapelaan Vroo mans te danken geweest. Hü was een man met een strüdbare natuur, die den aanval de beste verdediging vond. HU achtte ulterlük machts vertoon noodzakelük ook in de jeugdorgani saties, opdat de Jeugd zich niet zou laten im- poneeren door het ulterlük machtsvertoon der tegenportü- Ook aan de oprichting der Katholieke Pad vinders heeft hü meegewerkt. Er was gevaar, dat katholieke jongens zich bü de neutrale or ganisatie aouden aansluiten en dit wilde kape laan Vroomans in elk geval voorkomen. In een stad als Tilburg, waar büna uitslui tend katholieken wonen, zou men niet ver wachten, dat nog gewerkt moest worden aan de emancipatie der katholieken. Toch is dit wel het geval geweest. We mogen hier citeeren uit het boek van rector van Wück, die het nster. auwe 8.10 Br 15 7A0 ootje, nkool Po», t per durende den zomer Maar zijn muren zün buitengewoon dik, die honderjarige muren heb ben nooit een aanval te doorstaan gehad, maar hebten twaalf of vüftien geslachten van een familie, waar de kinderen talrük waren en de besoekera eveneens geherbergd. Daar hebben 95ün vader en mün oom hun kinderjaren door gebracht, daar zün hun ouders, die ik mü nauwelüks kan herinneren, gestorven, maar toch ken ik ze door hetgeen mün lieve "Vader mü over hen meedeelde. Sedert honderd vüftlg Jaar behoort het land goed Saint-Flavlen aan de Martlgnac en is van den oudste op den volgenden oudsten zoon over gegaan. Mün oom. die door zün huwelük met de eenige erfgename van den groot-industrieel Vareux zchatrük waa geworden en zün bentan gen nog vergrootte door zün fabrieken, was gewoon op een voet te leven, die niet over eenkwam met een landelük verblüf. Zou het oude kasteel niet dlkwüls gesloten blüven? Allen die van het oude huls hielden, vreesden dit, maar tante Madeline wist die vrees spoedig te verdrijven. Haar ijdelheid, een harer kleine gebreken, deed haar het oude famillekasteel prefereeren boven de prachtige Itallaaanache villa, die haar ouden op de Cote d'Azur had den doen bouwen. Het gaf haar een intens genot kaatoelvrouwe te sün daar, waar aoo- velen van haar naam gewoond hadden. De xieiglngen tot-het adeldem. die tn haar sltittnerL Üf öp Bet my neds bekende stukj» carton las: den. vonden hier een exquise bevrediging De Italtaanache villa bleef dus gesloten en Saint-Flavlen werd verrijkt met alle verbeterin gen, die ovdreeu te brengen waren met sün Neen, die is niet hier. Waarom.... o, ttte idioot heeft afgebeld. Waarom aou dia hier sün?” „Ik weet het niet, eehat Ze probeeren some maar overal." „Als die bel vanavond neg eens gaat, word ik dol! Als ik geweten had dat er aoo*n misère aan vastzat, had ik me nooit laten overhaten om hier telefoon te nemen." Mijnheer Jacques Robeon zweeg wüselük. Den „volgenden middag ging hü mot s'n ge wonen trein naar huis, bleef even naar zün rozen staan kqken en ging toen binnen. Z'n vrouw lag op den divan. Een walm van eau de cologne en Hoffmann vulde de eetkamer „Wat la er vrouwtje?” vroeg hü- „Wat er is? Ik ben zenuwziek en Jane heeft den heelen dag gebeld. Tweemaal verkeerd .aangesloten en menschen met stofsuigers en naaimachines eh vrienden van je. die je uit huizig willen maken. Ik wil dat ding niet meer in huis hebben. Jacques. Ik heb al aan X kan toor opgegeven dat er een zieke in huia is en dat er in geen geval gebeld mag worden.” .Maar vpxiwtje. de koeten....” „Ja, Jacques, als JU de kosten erger vindt dan een zieke vrouw zonder hulp, dan zijn we uitgepraat. Waar moet het heen, als al dl» mooie vrienden van Je weten dat je telefoon thuis hebt? De telefoon moet wegl” „Ja. schat, als Je 't dan met alle geweld wilt. Rn münheer Robeon ging met een bedrukt gezicht, maar met vreugde in *t hart aan a*n bureau ritten en schreef een brief naar bet telefoonkantoor, met verzoek bet telefoontoe stel no. 719 te laten weghalen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3