Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland Het slot der vijftig dagen van vreugde wntiaal oan den daq F 250. F 750.- I DE PINKSTERVIERING MAGISCH SPEELGOED 'N TROUWE KLANT Van voor 4000 jaar De onbekende Verloofde DOOR LEMAIRE VRIJDAG 5 JUNI 1936 ATÏÜ OP hlad zijn Ingevolge d* verzekerlngsvoorwaafden tegin 17 - fX. I .1 .F*. fX fxt. JlAl lil r*. O ongevallen verzekerd voor een dor volgende ultkeeringen vVo" ■L. J. C. van Essen over leden Een tweede huwelijk AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 3* ..Vloek nooit. Heb morgen^ieete as en «top. lieve tente, maar de Jeannette.... Coeur 11 SBH.' - BWRiWWe i i i i i 1 i i i i zy bleef steken, terwijl zy een woord zocht, dat streng genoeg leek om haar verontwaardi ging uit te drukken. Maar niemand kwam haar te hulp, tante bekeek ronder booste sUn de bij levenslange geheele verlies van belde armen. ti b tl d k d v r d ii J n n Daar kwam bet boerenmeisje binnen. De kaboutertjes vlucht ten ineens in hoeken en gaten weg, maar alleen Kruimeltje kon met zyn korte beentjes zoo hard niet loepen, van schrik viel ie midden in den emmer met melk en de boerin, die de plons wel hoorde, maar verder niets zag, vond dat wel heel gek, maar dacht er verder niet over na en verdween weer heel gauw. d h h „In jou plaats sou ik liever den hoogsten prijs gehad hebben," zei tante Madeleine. „Nu ga je zeker je weer een heeleboel ver beelden,” sel Francolse. Ik was te blij op dat oogenblik, aoodat ik ti n k< n M le h U h b a n al n b si ongeschiktheid tot werken door le’ '7^fl bij een ongeval met a, beide beenen of beide oogen «4 We doodelljken 'afloop Hij is geboren op 25 Januari 1854 te Amster dam. Van Essen was leerling van P. F. Greive, tegelijk met Kever. Hjj werkte eveneens eenl- gen tijd op het atelier van Valkenburg. Hjj schilderde heide, en duinlandschappen, stads gezichten etc. In 1885 ried de Engelsche anima- llër John Bwan. Thys Maria’ vriend, Van Essen aan dieren te schilderen, wat hij van toen af aan by voorkeur deed. Behalve uit dierschil- derljen en dierstudtes, bestond sljn werk uit verzorgde voorgedragen stillevens. bij verlies van een hand, een voet of een oog Daar stond warempel een groote gezellige koe en ook de emmer met melk. De koe was erg vriéndelijk tegen Tuimeltje en Kruimeltje en daar deze twee ondeugden zoo slim waren de koe aan het praten te houden, konden de andere kaboutertjes vlug hun emmertje* met melk vullen. Een paar ondeugden waren boven op het dier geklommen en lieten er zich fifn afglijden. Ze hadden de grootste pret en de koe vroeg of "w maar dikwijls terug wilden komen, want ze vond het echt eenzaam in den stal. y-y lijn werd dien zomer verlengd ten O. J van bet seinhuis L. lederen keer, als de Pacific-Express langs het seinhuis kwam, kreeg Patt Riggers, de machinist, op z’n loco motief een order, die menigmaal zóó luidde: „Voorbij paal 27 vaart minderen tot 12 mijl per uur. J. V. P.” 3. V. P. was de hoofdopzlchter. Dat was alle maal heel gewoon. Het is iets heel gewoons Ir. Zuid-Carolina, dat een sneltrein met donde rende vaart een seinhuis voorbij schiet, en een order opptkt, die vast gemaakt is aan een houten hoepel. Maar toen ze de weduwe calls in het sein huis zetten, werd het Interessant. „Allemachtig knap vrouwtje,” zei Patt tegen s*n stoker, den eersten dag, dat het bloaende weeuwtje op het houten perronnetje langs het seinhuis kwam staan, en met een ronden arm den hoepel met de dienstorders omhoog stak in het stof en den rook. ,4a,” schreeuwde de stoker. „Ze heet Calls, een weduwvrouw met vier kinderen!” En den volgenden dag, toen de trein voorbij schoot, deed Patt z’n uiterste best, om den hoepel, ontdaan van de orders, zoover mogeUJk te gooien, „dan hoefde," dacht hl), „de weduwe niet zoo ver te loopen om hem op te rapen.” Een week had de weduwe haar plicht ge daan. Toen, op een ochtend, vóór hij z’n rit begon, nam Patt Riggers in de loods een vet tig stuk papier en schreef er op, met een dik ken, zwarten wijsvinger: „Ik heb gehoord, dat u een weeuw bent met vier kinderen. Ik ben ook een weeuw, maar ik heb er vijf. Patt de machinist.” Toen de hoepel dien dag wegvloog van de locomotief bij seinhuis L. zat het briefje er aan. Den volgenden dag zat er een dienstorder aan den hoepel en daar had de weduwe Calls met potlood onder geschreven: ,4e maakt taal goed leeren. P. R.” Den volgenden dag bleef de Pacific-Express opeens staan en eenige passagiers keken ge ërgerd de raampjes uit, en zagen een stoker in blauw gewaad, die heen en weer klom, de machine op en af, bij een seinhuis, waar opefj een groote L. op stond. Als de passagiers erg goed hadden gekeken, zouden ze gezien heb ben, dat de stoker den eenen emmer water na den anderen uitgoot over een as, die er beele- mAai niet oververhit uitzag. En als ze zeer nieuwsgierig waren geweest, hadden ze den dikken machinist van hun trein kalm aan den schaduwkant van het seinhuis kunnen zien zitten, in gesprek met een gezette, moederlijke dame, in zeer net blauw katoen gekleed. En de twee schenen niet veel te zeggen, en Patt ging maar een keer een beetje over de schreef, soo als hy later aan den stoker vertelde. HU sel: „Geen bliksem!” toen de weduwe hem monde ling vroeg, hoeveel hij per dag vloekte. En se spraken af voor den Zaterdagavond. De weduwe Calls heet nu Effie Rigger». en - ,n, telfefc n* kinde- tenminste. misbare wetenschap als die der spelling. Schoone Dame, eens was ik een gelukkig echt genoot. Na het verlies mijner echtgenoote, twee jaar geleden, ben ik eenzaam achtergebleven, huisknecht de post. Toen ik een blik had ge worpen op hetgeen mij daarvan toekwam, riep ik rood van blijdschap uit: „Raadt eens wat ik daar krijg.” „Den hoogsten prijs in de loterij,’’ aal lachend .mijn tante. „Iets beters.” ..Nieuws van den man met de portefeuille,** B*1„Heb,jedhét,?wertê gezicht?” vroeg ik blij. Wij waren in den tuin en zouden daar thee drinken. Francolse was op het punt water in den trekpot te schenken, toen de post aan kwam. ,4a, achatje,” zei ik. „het is een bericht van Robert.” Tante was daardoor zoo getroffen, dat zij haar kopje haastig op het schoteltje zette. Bon der mij te berispen, zooals zij steeds deed als ik dien naam uitsprak. „Een briefkaart, tante Madeleine, een prach tige kaart. Kijk toch eens naar dat roman tische landschep, die Rljmnymphen, dien mane schijn!.... En lees die regels," voegde ik er bevend van trots aan toe. „Eerbiedige groeten uit het land der legenden aan mijn lieve Parüsche fee. ROBERT DE BEAUFEU.” Hoogachtend Effie Calls." De volgende twee dagen nam een leege hoepel afscheid van de locomotief. Toen werd er krijgsraad gehouden in het wachtkamertje voor het treinpersoneel aan het eindpunt der lijn. Met behulp van twee jonge machinisten, een telegrafist en een hoofdoonducteur, kwam er een keurig briefje aan de weduwe calls tot stand. Het luidde: „Schoone Dame. Vergeef de haastige slor digheid van mijn eerste schrijven, maar de plichten en verantwoordelijkheid van een ma chinist op deae groote lijn zijn m’n eenlg ex- Nietwaar, U bent *n trouw lezer van onze ru briek „Omroepers”. U moogt er graag eens in grasduinen. De zakenman weet van Uw speur- lust te profiteeren, hjj plaatst Zaken-Omroepera, die onze rubriek juist roo veelzijdig doen sljn en die Uwe regelmatige belangstelling inderdaad motlveeren. moot, de heeren allen vroolük en opgewekt. De laan van Longchamp was op dit uur het rondez-vous van de elegante wereld. De geur der accacla’s vermengde zich me de geuren van parfum door de heeren en dames op hun tocht achter gelaten. Wij amuseerden ons met ze een naam te geven. „Rose-dOrsay. Un jour viendra, „En deze?" zei opeens Michel. „O, die, die!" riep ik uit, den neus in den wind. ,4* bent bespottelijk,” bromde Francolse, die evenals wij een fijn wolkje geparfumeerd met Royal Origan had ingeademd. Ik keek boos mijn mooie nicht aan, maar het antwoord, dat ik wilde geven, werd niet uitgesproken: Francolse was heel bleek gewor den en ik geloof, dat haar lippen beefden. „Wat mankeert haar?" dacht ik. Op hetzelfde oogenblik riep Michel vrooiyk uit: JDtM komen kennissen aan!” Den groep jongelieden naderde inderdaad: Marianne Daubel, Paulette Ginoux, hun gouvernantes en hun gewone vrienden, terwijl achter hen Georges Paral, doktor Renaud en mijnheer Servoix volgden. De groep Daubel Ginoux, zeer opgewekt, hield ons aan. Gedurende eenige seconden was het een gebabbel en gekakel als van vogeltjes m een volière, toen de forsche stem van den dokter alles domineerde: ,Jk vraag mij af, wie u kan verstaan, als u allen tegelijk spreekt!” jWjwdt vervolgd) De schilder van dieren- en Jachttafereelen J. C. van Essen is op 82-Jarigen leeftijd over leden. Een fraaie schilderij van zijn hand prijkt In de etalagekast van Buffa, in de Kalverstraat te Amsterdam, met óen immortellenkrans. Van Essen heeft zich eens, by het jagen, met een schot zeer ernstig aan een der handen ge wond. evenals het doopfeest van Paschen met een octaaf moest gevierd worden. In het Pinl(ster- officle wordt in de terts de gewone hymne ver vangen door het Venl Creator, daar het Pink- sterwonder vóór het derde uur te Jerusalem ge schiedde. Evenals in het Paaschoctaaf is er nu maar een Nocturn in de Metten, wat eertijds een veel verbreid kenmerk was der geheele Paasch- periode. Oudtijds was de geheele week slafeljjk werk verboden en werd er geen recht gesproken. Het Concilie van Constans bracht dit terug in 1094 tot Maandag en Dinsdag. De Dinsdag verviel in 1771 en in 1811 verviel ook voor de geheele M kerk de Maandag dé vereenigde gezinnen teil Deze twee dagen zijn echter in d. liturgie rÖL B« laatB'*' te,,lng nog dubbel eerste klas zooals Pinksterzondag - zelf, de overige werkdagen sün halfdubbel. Daarom bespaarde ik hem niet mUn vertrou welijke mededeellngen. Wij waren altijd goede vrienden geweest, maar nu hield ik nog meer van hem, want zijn studiün aan de school voor diplomatie konden hem wel eens dezelfde car rière doen kiezen als mijn adellijke onbekende. „Het moet wel prettig zijn om gezant te wezen,” zei ik hem eens. ,Jn niet waar, ook prettig om de vrouw van een gezant te zijn?" antwoordde hij lachend. Ik dreigde hem met den vinger, maar pro testeerde niet. In deae periode van mijn loven waa ik totaal in ongenade gevallen bij mej. Brissot. ZD had voor mij slechts nijdige blikken en steken onder water. Natuurlijk hield ik haar niet op de hoogte van mijn droomerijen, maar men zou gezegd hebben, dat zij er de intuïtie van had. Jtr bestaan gekkinnen,” zei zij eens, „die bespottelüke hersenschimmen najagen tot groot nadeel van de goede geronde werkelijkheid." Op hetzelfde oogenblik zooals wel eens in romans en tooneelstukken voorkomt, bracht de „Jongens, we gaan naar den stal, daar staat een emmer vol melk”, stelde Tuimeltje voor en nadat ze allemaal beloofd had den erg braaf en stil te zullen zijn, gingen ze op stap. Ze waren nu dicht bij de boerderij. Alles was daar druk aan het werk. Een Jongen stond te dorschen, een meisje voerde kippen en zoo kon den de kaboutertjes ongemerkt bij den stal komen. Er was een gat in den muur en voorzichtig kropen ae er doorheen. lachend de ijskoude douches ontving, die mijn familie mij toediende. „Wat zou ik mij verbeelden?” vroeg ik. „Dat weet je beter dan ik, ik heb je ver beelding alet. Ik vraag je alleen, dat je je niet in het hoofd gaat haten dat die heer, die Je nooit gezien heeft, sterft van liefde voor Jou.” „Komaan, Francolse, ik ben niet zoozeer Inge- nomen met mijn persoontje om te denken, dat een man. zelfs al heeft hy mij gezien, zou sterven van liefde voor mij. Denk je, dat ik de mannen niet ken?” Dat was een steek voor Georges Peral, wiens onverschilligheid mij ergerde. „Francolse heeft gelijk,” sel juffrouw Bris sot. „Vindt u ook niet, Madeleine, dat die heer een beetje misbruik maakt van....” nymphen en den maneschijn, er zweefde selfs een vage glimlach op haar lippen. Francolse dronk met kleine teugjes haar kopje leeg, haar gedachten schenen elders te sljn. Michel floot eventjes en mij schalks aanziende, zei hij: „Al* die heer niet iets bedoelde, sou hy Je geen geïllustreerde briefkaarten lenden.” .Dus je veronderstelt.vroeg Ik. „Ik Veronderstel, dat hU vermoedt, dat zijn weldoenster, juffrouw Denise Martlgnac, een allerliefst Jong meisje van goede familie 18— maar vast, anders redeneer Krijg ik nu antwoord? Patt.” En de weduwe antwoordde: „Nu lyk je tenminste een heer. Maar Ik vind *t niet te pas komen, op zoo’n manier over trouwen te overleggen. Lijkt een monde ling onderhoud Je niet beter? Vloek je soms?” Patt’s briefje den volgenden dag was kort: „De Martlgnacs zUn genoeg bekend,” viel tante hem In de rede. ,De Martlgnacs-Vareux, Ik....*’ ,ZU beeft gelijk.” verklaarde Juffrouw Brie- sot. „Natuurlijk," viel tante haar by. zy sprak dat woord uit met een gedempte stem, die goed overeenkwam met haar vagen blik en droomerlgen glimlach. Francolse was als naar gewoonte er niet met haar gedachten by en bekommerde zich niet om hetgeen wy zeiden. Juffrouw Brissot als een Jager, die een spoor ruikt, ging voort: .Die heer Is waarschyniyk verrukt over het toeval, dat hem direct in rela tie brengt met de familie Martlgnac. Wat jou betreft Denise, daar hy jfe niet kent....” „Ik behoef dus zUn beleefdheden niet aan te nemen als aan mij gericht, niet waar, juf? Natuuriyk, ala hy my kende, sou hy zich wel koest houden. Och, het doet Iemand altyd plei- zler zulke lieve woordjes te hoorenl" Michel schaterde het uit, terwyi Juffrouw Brissot de oogen ophief naar de acacia, die begon uit te botten, als om den hemel tot ge tuige te nemen, dat mijn brutaliteit en haar verdienstelijke zachtmoedigheid steeds grooter werden. Tante glimlachte nog steeds zonder my mijn briefkaart terug te geven. Ik verwonderde er my over, want eigenlijk kon dit avontuur de zaak Peral niet vooruit helpen. Ik was bovendien nog niet aan het einde van mijn verbazlngen. Drie dagen later kwam er een andere kaart: uit de woorden van St. Augustinus: „Wat ge hier op het altaar Gods ziet gebeuren, dat hebt ge ook vannacht reeds gezien.” Deze gelijkenis met Paschen werd sotns roover doorgedreven dat men nu ook een groote kaars wydde en een eenlgszins gewyzlgd Exultet zong. De uitvoerige beschrijving die Sylvia, de pelgrim uit Bordeau, geeft van de Pinkster- plechtlgheden te Jerusalem tegen het eind van de 4de eeuw, bevat echter geen vermelding van de toediening van het Doopsel daar ter plaatse. In het Engelsche Whitsunday, Zondag der witte doopkleeren. leeft de herinnering aan deze tweede toediening van het doopsel nog voort In onzen huldigen Romelnschen ritus zyn deze plechtigheden naar den voormiddag ver legd, maar het officie van den dag heeft tot en met de Noon nog betrekking op Hemel vaart. Naar het toen reeds oude spraakge bruik noemt Tertullianus niet slechts den en kelen feestdag Pentecoete, maar de geheele pe- van Paschen tot Plnkstoren en ken- als een tyd van vreugde. welken men staande bad. Dit belette den asceten te de vigilie voor Plnksteren voorrecht te hebben ge deeld, althans In de Grieksche Kerk werd op periode merkt haar gedurende vreugdekarakter vasten en ook schijnt In dit met vyf kinderen, dM ik verzorgen moet. Ik heb gehoord, dat u geen echtgenoot hebt. En mag ik beleefd informeeren naar uw wenschen in betrekking tot een anderen echtgenoot? Zou een afspraak, om een en ander te bespreken op *n Zaterdagavond, als we allebei vry van dienst zyn, In aanmerking kunnen komen? Gaarne omgaand antwoord. Met de meeste hoogachting Patt Riggers, machinist.” Het briefje werd aan den hoepel gehecht en uitgeworpen en op de volgende reis kwam het antwoord, onder de snelheldsorders. Hier ia het: „Wees gewoon je zelf. Je schrijft net. of je in een paar da- gen een acte hebt gehaald. Ik heb lederen Zaterdag avond een af spraakje. Met m’n kinderen. Om ze te wasschen. Uw Effie Calls.” Twee dagen stilte op de locomotief van de Pacific-Express. Toen kwam de hoepel terug met: „Weer trouwen? Antwoord avp. Patt Rig gers.” En den volgenden dag kwam het antwoord: „Wie weet? Maar wasch je werkpak vóór Je over trouwen praat, ’t Staat styf van ’t vuil. Effie C.” Op de volgende reis schitterden de koperen knoopen op Patt’s werkpak als zonnen. Het briefje aan den hoepel gaf te lezen: „Krijg ik nu antwoord? Patt.” En toen de locomotief terug kwam, zond de weduwe dit: .Antwoord? Bedoel je over trouwen? Maak eerst af met de schoonmaak. Je gezicht tl smerig, ik kan ’t zien, als je voorby rijdt. Ik heb er al vier te wasschen Zaterdags. Dacht je dat ik er nog e«n*by wou hebben? E. O.” Den volgenden keer "Wks Patt’s gelaat zoo zindelijk en rose als dat van een baby. En hy liet dit briefje vallen: „Ik ben in *t bad geweest ook. Ik zeg *t je nog langer. de moeilijkheden die vroeger de Joden In de Diaspora hadden om den julsten datum te be palen. tengevolge van de zeer willekeurige vast stelling der nieuwe maandagen te Jerusalem. Men moest den maansikkel gezien hebben, roo dst by een bewolkte lucht te Jerusalem, de loopende maand er een dag bijkreeg, wat de Joden, In de Diaspora niet op tyd konden weten. Na de bybelsche tyden zyn de Joden aan het Pinksterfeest een beteekenls gaan geven, die in de Schrift zelf met geen woord wordt aangeduld: de herdenking van de wetgeving'op den Sinal. De wet immers gaf God op den SOsten dag na den uittocht uit Egypte, 50 dagen na het eerste Paschen, den voorbygang des Heeren in den persoon van den Verderfengel. Tegenwoordig brengen de Joden dan ook wel den vooravond van hun Pinksterfeest door met het lezen der wet en daarop betrekking hebben de schriftstukken. Deze nieuwe opvatting der Joden gaf den Kerkvaders de gelegenheid om een parallel te trekken tusschen de afkondiging der oude en der nieuwe wet. 8t. Leo ontwikkelt deze ge dachte in een Plnksterpreek en ook St. Augu stinus houdt er zich mee bezig. Behalve het reeds genoemde voordeel voor de verspreiding der nieuwe leer door de aanwezigheid van zoo veel Joden is nog in een ander opzicht de keuze door de voorzienigheid van het Pink sterfeest als begin van Christus’ Kerk opval lend. Het is de geleldeiykheld, waarmee de be oefenaars van den ouden eeredlenst konden overgaan tot den nieuwen. Konden de Joden by de herdenking van Christus’ dood hun jaar- lyksch feest biyven vieren, hetzelfde zou het geval zyn by de herdenking van de neder- daling van den H. Geest. Wel werd de beteekenls een geheel andere en daarmee de feestviering, maar op de maatschappeiyke orde en den gewonen feestkring werd geen Inbreuk gemaakt. De overgang werd In dit opzicht voor de bekeerlingen uit de Joden wel zeer gemakke- lyk. De viering van het Pinksterfeest door de Christenen gaat dan ook terug tot de eerste jaren der Kerk, evenals het Paaschfeest. maar gegevens over deze' allereerste Pinksterviering zyn niet voorhanden. De woorden van 8t. Paulus in zyn eersten Corinthenbrief 18. 8, waar hy zegt tot Plnksteren te Ephese- te biyven, geven slechts een datum aan en laten in het midden of het Christeiyk dan wel het Joodsch feest bedoeld la. Mogeiyk dat de Apostelen vooral met het oog op de bekeerlingen uit de Heidenen een nieuwen feestcyclus niet hebben verordend. Dit immers is een zorg voor later en daarby, een feestkring ontwikkelt zich zelf wel. Men be denke bovendien, dat Plnksteren steeds op een Zondag viel, en met Paschen zoo nauw verbon den is. dat vanzelf na Paschen Plnksteren volgt. Toch mag men aannemen, dat Plnksteren reeds In de Apostolische tyden werd gevierd, tenminste zoo men het zevende der hier en daar geïnterpoleerde, aan St. Irenaeus toege schreven brieffragmenten op dit punt vertrou wen kan schenken. By Tertullianus komt het Pinkster- naast het Paaschfeest voor en reeds met eigen gebrui ken.' men bad staande als met Paschen en ook nu werd het Doopsel plechtig toegediend. Uit de voorschriften v*n het Bacramentartum Ge- laslanum biykt dat men te Rome in de 7de eeuw dH tweede doopsel reserveerde voor hen, die wegens ziekte of om een andere reden met Paschen niet gedoopt waren. De geloovtgen kwamen Zaterdagsmiddags naar de kerk, waar zy evenals met Paschen met lezingen en ge beden werden beziggehouden tydens het toe- dienen van het doopcel, nadat eerst het doop water was gewijd. Na deze plechtigheden volgde i dan in den nacht ook de H. Mis, zooals biykt i kleine ivoren beeldjes van 58 c.M. hoogte op een plankje gemonteerd. De beeldjes konden door een snoer in draaiende beweging worden gebracht, zy stellen dansende dwergen voor en wel op zulk een natuuriyke wijze, als de Egyptische kunst van dien tyd. n.l. het midden der 12de Dynastie ongeveer 2000 Jr. v. Chr. niet kent. Men zou meenen met Chlneesche kunst te doen te hebben. De lichaamsbouw der beeldjes wyst er met groote zekerheid oo. dat hier Afrlkaansche Pygmaèen afgebeeld zijn, die in dien tyd waarschyniyk in het gebied van den Bovennyi woonden en thans nog in midden Afrika voorkomen. Men weet uit Egyptische teksten, dat inderdaad „dansende dwergen" bekend waren. Het Metropolltanmuseum of Art in New York, dat de opgravingen heeft doen verrichten, deelt In zyn verslag mede, dat men hier met speel goed te doen heeft. Toch moeten wy daarby niet aan datgene denken, wat wy thans onder kinderspeelgoed verstaan. In minder intellec tualistische cultuurperioden als de onze had speelgoed meer een rellgleuse, zelfs een magi sche beteekenls. Vele van onze spelen en van ons speelgoed bezitten een voorgeschiedenis, waarby aanvankeiyk een verband met gods dienstige gebruiken en magische kunsten, be zweringen, toovery enz., bestond. War de dwergfiguurtjes betreft is het opval- n een graf In Egypte in de buurt van Lisht heeft men kort geleden een merkwaardige vondst gedaan. Het betreft een aantal dezen dag niet gevast. Toch waren er asceten, cuus voor het -verwaarloozen van een zoo on- die dezen vreugdetyd reeds op Hemelvaart be ëindigden en de volgende tien dagen, wat vasten, manier van bidden en knlebulgen be treft, gelykstelden met de gewone dagen des jaars, zoodat het Pinksterfeest in stilte werd voorbygegaan. Hiertegen kwam Joannes'- Cas- sianus op. de abt van St. Victor te Marseille, In zyn Collationes Patrum, eind 4de begin 5de eeuw. In de Christeiyke oudheid duldde men deze periode aan als de 50 dagen der vreugde, de qulnquagealma laetitiae, maar, daar later ver gissing mogeiyk werd met Zondag Quinquage sima ging men met voorliefde den Grlekschen naam Pentecoete gebruiken, welke by ons is verbasterd tot Plnksteren. Het Pinksterfeest is dan ook uiteraard een slotfeest en heeft dus geen voor- of nafeesten. De Apostolische Constituties. rond 380 in Syrië ontstaan, spreken van een 8 dagen lange Pinksterviering, maar In het Westen werd Plnksteren nog eeuwen lang zonder octaaf ge vierd, daar het immers zelf een slotfeest is. Bemo van Reichenau, 11de eeuw, voerde In het despuut over dit octaaf aan, dat Plnk steren de dag was, waarop de Apostelen den vuurdoop hadden ondergaan, zoodat dit feest een lentelandschap, roee en groen, appetyteiyk als een pasteitje en opnieuw glimlachte tante tevreden. „Wat denk jy er van?” vroeg ik later aan Francolse na haar myn opmerkingen te hebben meegedeeld. „Wat zeg je?" .Alweer in de wolken? Maar Fransje, wat gaat er toch in je mooie hoofdje om?” „Wat zeg je?” herhaalde zy blozend, maar zonder er lets van te begrypen. ,Jk zeg, dat er rare dingen gebeuren. Ten eerste, jy, zoo verstandig, het gezonde verstand self, je hebt oogenblikken van verstrooidheid, die beter passen aan een lichtzinnig persoontje als ik ben. Ten tweeden tante, wier vurigste wensch liet is, dat ik met Georges Peral zal trouwen, schynt zonder misnoegen, ik sou haast zeggen met genoegen het aan te zien, dat Robert de Beaufeu tracht my het hof te maken.” „Waarom zou mama met misnoegen beleefd heden beschouwen, die geen gewicht kunnen hebben en ook geen gevolgen van beleefdheden van een heer, dien je niet kent?" vroeg Fran- oolse bedaard. „Zonder gewicht, zonder gevolgen,” pro testeerde Ik. Michel kwam ons halen om een wandeling in het Bosch van Boulogne te maken en ik wilde den twist niet verder voortzetten. Dien middag, het was tegen het einde van April had het bosch zyn schoonsten tooi aange legd. Onder het frissche groen van de uitbot tende boomen, leken de waDdeiaaroton allen lend dat zy In een biddende houding zyn af gebeeld en wel met gevouwen handen. Zoo Is het wel mogeiyk, dat de dansen ook rellgleuse dansen waren. Bovendien moet men bedenken dat de pygmaën vee* vroeger reeds het Nyldal bewoonden, dan de Egyptenaren, uit welker cultuur deze vondsten afkomstig zyn. Het dwergvolk zal dan ook met een waas van ge heimzinnigheid omgeven zyn geweest. Dit was Immers ook nog in latere, historisch beter be kende perioden het geval. De Pygmaeën be boeren tot de oudste menschenrasszn, ver- mbedeiyk met de Aurlgnè-menschen uit het Jongere steenen tydperk verwant. Tot op onzen tyd bezit de dwerg een byzondere be teekenls in de cultuur- en zedengeschiedenis! Nog in de 18de eeuw waren er aan de vorste- lyke hoven dwergen als hofnarren en wel in Europa zoowel als in Azië. Vaak werden aan deze dwergen byzonder geesteiyke eigenschap pen en tooverkracht toegeschreven. De aan raking van een dwerg (evenals van een bulte naar) gold als gelukaanbrengend. In de romeinsche Aristocratie zoo vertelt men het nog in onsen tijd heerscht. ten deele In scherts, ten deele in ernst, het bygeloof dat bultenaars en dwergnn voor den kinderzegen van een huweiyk beteekenls hebben. Aan zulke dingen moet men by het beschou wen van het 4000 jaren oude speelgoed denken. De Egyptenaren met hunne hooge cultuur fouten. Laat je kinderen maar zullen waarschyniyk, nog meer dan latere geslachten, de Pygmaëen hebben aangezien als een raadselachtig, geheimzinnig volkje, zy zullen zich over hun gebruiken en ritueel ten deele hebben vroolijk gemaakt, maar er toch' ook eenige huivering voor hebben gevoeld. Zoo is wellicht te begrijpen, dat de ivoren beeldjes in zoo levendige beweging en vol uit drukking werden uitgevr »rd en in het graf aan de dooden als een byzondere gave werden meegegeven. xt adat de Messias voor hun oogen ten hemel was gevaren, daalden de elf trouwe Apostelen den Oiyfberg af naar Jerusa lem, waar zy zich met Jezus’ Moeder en eenige andere vrouwen en zyn broeders, zyn familie leden, in de bovenzaal, waar zy gewooniyk ver toefden, terugtrokken en biddend wachtten op de komst van den H. Geest, sooals de Chris tus hun had beloofd. Het was in die dagen, dat Petrus temidden der broeders er was een ge tal van 120 personen byeen ópstond en voor stelde om ter vervanging van den trouwelooeen Judas een nieuwen apostel te kiezen. Twee na men werden genoemd: Joeeph, die ook Barsabas heette met den bynaam Justus, en Matthias, welke laatste tenslotte door het lot aan de elf Apostelen werd toegevoegd. Toen nu de dagen van het Pinksterfeest daar waren 8t. Lucas zegt: toen de 50 dagen vol waren bevonden zich alle 120 personen weer byeen in de groote saai. Plotseling ontstond nu een gedrulsch als van een voorbygaanden hevi- gen wind en vervulde geheel het huis, waar ze gezeten waren. De vurige tongen verschenen boven hun hoofden en de H. Geest vervulde hen met kracht, met zulk een kracht en durf, dat Petrus naar buiten trad, den spotters met die wonderbare gave der talen zy begonnen ver schillende talen te spreken naar gelang de Geest hun ingaf zich te uiten het zwygen oplegde en de te hoop geloopen onthutste menigte toe- ^ak. Drie duizend personen geloofden in den Christus en werden gedoopt. Het begin van den groei van het mosterdzaadje was al even won- deriyk als de latere uitbloei: 3000 bekeerlingen opden eersten dag en eenige dagen later weer 2000 nadat Petrus, die met Joannes naar den tempel ging, een lamme by de tempelpoort, die de Schoone heette, in naam van Christus het gebruik zyner ledematen had teruggegeven. Had de goddeiyke Voorzienigheid Christus' offerdood aanvaard op den dag vlak voor een /°fKtache hoogtydagen, aoodat duizenden uit Palestina en de Diaspora er getuige van konden zyn, ook nu by het eerste optreden van de Apostelen, by het begin van den zegetocht, dien Christus' Kerk over de wereld ging maken, was er weer een groote menigte Joden uit alle oorden der oude wereld te Jerusalem samenge stroomd en hoorde een leder in zyn eigen taal Simon, den vlascher, getuigen van de waarheid van Christus’ opstanding en vernam elkeen de daaruit onverblddeiyk voortspruitende nood zaak in den Christus te gelooven en Hem aan te hangen. Het was immers het feest van den oogst van de eerstelingen van de tarwe, welk dankfeest de Grieksch sprekende Joden gewooniyk aanduid den met den naam Pentecoete, vyftlg, zooals ook Lucas zegt: toen de 50 dagen vol waren, d. 1. toen het Plnksteren was. Dit dankfeest werd ook wel het feest der weken genoemd, 7 weken, waarna de® 50ste dag viel, die een feestdag was. ,D® latere Joden hadden het ook wel het slotfeest genoemd, daar Plnksteren op *t eind van den oogsttyd vle'. Begin «n eind van den °°9’t waren in den Joodschen eeredlenst met byzondere gebruiken geheiligd om den Heer, die den cogst doet rijpen, voor syn weldaden te Oznken. Werd op het Paaschfeest de nieuwe oogst den Heer toegewyd door het offeren van 'Jch00f k*rst, op den SOsten dag erna werd het eind van den oogst gevierd met het offeren van twee brooden, gebakken van de bloem van nieuwe tarwe. Deze brooden waren gedeesemd en konden dus niet op het altaar geplaatst worden, maar werden opgeheven in de rich ting van het altaar, waarmee het offerkarakter werd aangeduid. Eén brood werd gegeven aan den Hoogen Priester, het andere werd onder de priester* verdeeld, die het binnen de muren van het heiligdom moesten eten. Van al de voorgeschreven Plnksterofferz, naast de broo den nog 2 éénjarige lammeren als vredeoffer, een geitebok als zoenoffer en een kalf, zeven lammeren zonder smet eA twee rammen als brandoffer, was het broodoffer toch het op den voorgrond tredende teeken van het karakter van het feest. Dat deze feesten, Paschen en Plnksteren werden gevierd by het begin en het einde van ?°8ït’ 8een “«’Wijking, dat zy van huis uit slechts natuurfeesten zouden zyn; maar zy toonen aan, dat de wet van Mozes op de eerste plaats was gegeven aan een landbouwend volk en op zyn behoeften zeer byzonder was in gesteld. Volgens Leviticus XXIII, 1,1 moest Plnksteren gevierd worden op den 50sten dag na „den dag volgend op den Sabbath,” waarop gedurende de Paaschfeesten de schoof gerst den Heer was geofferd. Ten tyde van Christus was er tengevolge van deze vage aanduiding, verschil van meening, welke Sabbath bedoeld was. De meeste Jood- sche geleerden en met hen de groote massa van het volk, zagen in dezen Sabbath den eer sten dag der ongedeesemde brooden, terwyi de Sadduceën den Sabbath namen, die in de Paaschweek viel. Dit verschil is later opgelost, daar de Joden algemeen den 16den Nisan hebben aangenomen als punt van uitgang om het Pinksterfeest op den SOsten dag erna te bepalen. Tegenwoordig beslaat het Pinksterfeest by de joden twee dagen, wat nog herinnert aan >00

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 10