Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland
Het slot der vijftig dagen
van vreugde
wntiaal oan den daq
F 250.
F 750.-
I
DE PINKSTERVIERING
MAGISCH SPEELGOED
'N TROUWE KLANT
Van voor 4000 jaar
De onbekende Verloofde
DOOR LEMAIRE
VRIJDAG 5 JUNI 1936
ATÏÜ OP hlad zijn Ingevolge d* verzekerlngsvoorwaafden tegin 17 -
fX. I .1 .F*. fX fxt. JlAl lil r*. O ongevallen verzekerd voor een dor volgende ultkeeringen vVo"
■L.
J. C. van Essen over
leden
Een tweede
huwelijk
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
3*
..Vloek nooit. Heb morgen^ieete as en «top.
lieve tente, maar
de Jeannette....
Coeur
11
SBH.' -
BWRiWWe
i
i
i
i
i
1
i
i
i
i
zy bleef steken, terwijl zy een woord zocht,
dat streng genoeg leek om haar verontwaardi
ging uit te drukken. Maar niemand kwam haar
te hulp, tante bekeek ronder booste sUn de
bij levenslange geheele
verlies van belde armen.
ti
b
tl
d
k
d
v
r
d
ii
J
n
n
Daar kwam bet boerenmeisje binnen. De kaboutertjes vlucht
ten ineens in hoeken en gaten weg, maar alleen Kruimeltje
kon met zyn korte beentjes zoo hard niet loepen, van schrik
viel ie midden in den emmer met melk en de boerin, die de
plons wel hoorde, maar verder niets zag, vond dat wel heel
gek, maar dacht er verder niet over na en verdween weer heel
gauw.
d
h
h
„In jou plaats sou ik liever den hoogsten
prijs gehad hebben," zei tante Madeleine.
„Nu ga je zeker je weer een heeleboel ver
beelden,” sel Francolse.
Ik was te blij op dat oogenblik, aoodat ik
ti
n
k<
n
M
le
h
U
h
b
a
n
al
n
b
si
ongeschiktheid tot werken door le’ '7^fl bij een ongeval met
a, beide beenen of beide oogen «4 We doodelljken 'afloop
Hij is geboren op 25 Januari 1854 te Amster
dam. Van Essen was leerling van P. F. Greive,
tegelijk met Kever. Hjj werkte eveneens eenl-
gen tijd op het atelier van Valkenburg. Hjj
schilderde heide, en duinlandschappen, stads
gezichten etc. In 1885 ried de Engelsche anima-
llër John Bwan. Thys Maria’ vriend, Van Essen
aan dieren te schilderen, wat hij van toen af
aan by voorkeur deed. Behalve uit dierschil-
derljen en dierstudtes, bestond sljn werk uit
verzorgde voorgedragen stillevens.
bij verlies van een hand,
een voet of een oog
Daar stond warempel een groote gezellige koe en ook de
emmer met melk. De koe was erg vriéndelijk tegen Tuimeltje
en Kruimeltje en daar deze twee ondeugden zoo slim waren
de koe aan het praten te houden, konden de andere
kaboutertjes vlug hun emmertje* met melk vullen. Een paar
ondeugden waren boven op het dier geklommen en lieten er zich
fifn afglijden. Ze hadden de grootste pret en de koe vroeg of
"w maar dikwijls terug wilden komen, want ze vond het echt
eenzaam in den stal.
y-y lijn werd dien zomer verlengd ten O.
J van bet seinhuis L. lederen keer, als de
Pacific-Express langs het seinhuis kwam,
kreeg Patt Riggers, de machinist, op z’n loco
motief een order, die menigmaal zóó luidde:
„Voorbij paal 27 vaart minderen tot 12 mijl
per uur. J. V. P.”
3. V. P. was de hoofdopzlchter. Dat was alle
maal heel gewoon. Het is iets heel gewoons Ir.
Zuid-Carolina, dat een sneltrein met donde
rende vaart een seinhuis voorbij schiet, en een
order opptkt, die vast gemaakt is aan een
houten hoepel.
Maar toen ze de weduwe calls in het sein
huis zetten, werd het Interessant.
„Allemachtig knap vrouwtje,” zei Patt tegen
s*n stoker, den eersten dag, dat het bloaende
weeuwtje op het houten perronnetje langs het
seinhuis kwam staan, en met een ronden arm
den hoepel met de dienstorders omhoog stak
in het stof en den rook.
,4a,” schreeuwde de stoker. „Ze heet Calls,
een weduwvrouw met vier kinderen!”
En den volgenden dag, toen de trein voorbij
schoot, deed Patt z’n uiterste best, om den
hoepel, ontdaan van de orders, zoover mogeUJk
te gooien, „dan hoefde," dacht hl), „de weduwe
niet zoo ver te loopen om hem op te rapen.”
Een week had de weduwe haar plicht ge
daan. Toen, op een ochtend, vóór hij z’n rit
begon, nam Patt Riggers in de loods een vet
tig stuk papier en schreef er op, met een dik
ken, zwarten wijsvinger: „Ik heb gehoord,
dat u een weeuw bent met vier kinderen. Ik
ben ook een weeuw, maar ik heb er vijf. Patt
de machinist.”
Toen de hoepel dien dag wegvloog van de
locomotief bij seinhuis L. zat het briefje er
aan.
Den volgenden dag zat er een dienstorder
aan den hoepel en daar had de weduwe Calls
met potlood onder geschreven: ,4e maakt taal
goed leeren.
P. R.”
Den volgenden dag bleef de Pacific-Express
opeens staan en eenige passagiers keken ge
ërgerd de raampjes uit, en zagen een stoker
in blauw gewaad, die heen en weer klom, de
machine op en af, bij een seinhuis, waar opefj
een groote L. op stond. Als de passagiers erg
goed hadden gekeken, zouden ze gezien heb
ben, dat de stoker den eenen emmer water na
den anderen uitgoot over een as, die er beele-
mAai niet oververhit uitzag. En als ze zeer
nieuwsgierig waren geweest, hadden ze den
dikken machinist van hun trein kalm aan den
schaduwkant van het seinhuis kunnen zien
zitten, in gesprek met een gezette, moederlijke
dame, in zeer net blauw katoen gekleed. En de
twee schenen niet veel te zeggen, en Patt ging
maar een keer een beetje over de schreef, soo
als hy later aan den stoker vertelde. HU sel:
„Geen bliksem!” toen de weduwe hem monde
ling vroeg, hoeveel hij per dag vloekte. En se
spraken af voor den Zaterdagavond.
De weduwe Calls heet nu Effie Rigger». en
- ,n, telfefc n* kinde-
tenminste.
misbare wetenschap als die der spelling.
Schoone Dame, eens was ik een gelukkig echt
genoot. Na het verlies mijner echtgenoote, twee
jaar geleden, ben ik eenzaam achtergebleven,
huisknecht de post. Toen ik een blik had ge
worpen op hetgeen mij daarvan toekwam, riep
ik rood van blijdschap uit: „Raadt eens wat ik
daar krijg.”
„Den hoogsten prijs in de loterij,’’ aal lachend
.mijn tante.
„Iets beters.”
..Nieuws van den man met de portefeuille,**
B*1„Heb,jedhét,?wertê gezicht?” vroeg ik blij.
Wij waren in den tuin en zouden daar thee
drinken. Francolse was op het punt water in
den trekpot te schenken, toen de post aan
kwam.
,4a, achatje,” zei ik. „het is een bericht van
Robert.”
Tante was daardoor zoo getroffen, dat zij
haar kopje haastig op het schoteltje zette. Bon
der mij te berispen, zooals zij steeds deed als ik
dien naam uitsprak.
„Een briefkaart, tante Madeleine, een prach
tige kaart. Kijk toch eens naar dat roman
tische landschep, die Rljmnymphen, dien mane
schijn!.... En lees die regels," voegde ik er
bevend van trots aan toe.
„Eerbiedige groeten uit het land der legenden
aan mijn lieve Parüsche fee.
ROBERT DE BEAUFEU.”
Hoogachtend Effie Calls."
De volgende twee dagen nam een leege
hoepel afscheid van de locomotief. Toen werd
er krijgsraad gehouden in het wachtkamertje
voor het treinpersoneel aan het eindpunt der
lijn. Met behulp van twee jonge machinisten,
een telegrafist en een hoofdoonducteur, kwam
er een keurig briefje aan de weduwe calls tot
stand. Het luidde:
„Schoone Dame. Vergeef de haastige slor
digheid van mijn eerste schrijven, maar de
plichten en verantwoordelijkheid van een ma
chinist op deae groote lijn zijn m’n eenlg ex-
Nietwaar, U bent *n trouw lezer van onze ru
briek „Omroepers”. U moogt er graag eens in
grasduinen. De zakenman weet van Uw speur-
lust te profiteeren, hjj plaatst Zaken-Omroepera,
die onze rubriek juist roo veelzijdig doen sljn en
die Uwe regelmatige belangstelling inderdaad
motlveeren.
moot, de heeren allen vroolük en opgewekt.
De laan van Longchamp was op dit uur het
rondez-vous van de elegante wereld. De geur
der accacla’s vermengde zich me de geuren van
parfum door de heeren en dames op hun tocht
achter gelaten. Wij amuseerden ons met ze een
naam te geven.
„Rose-dOrsay.
Un jour viendra,
„En deze?" zei opeens Michel.
„O, die, die!" riep ik uit, den neus in den
wind.
,4* bent bespottelijk,” bromde Francolse, die
evenals wij een fijn wolkje geparfumeerd met
Royal Origan had ingeademd.
Ik keek boos mijn mooie nicht aan, maar
het antwoord, dat ik wilde geven, werd niet
uitgesproken: Francolse was heel bleek gewor
den en ik geloof, dat haar lippen beefden.
„Wat mankeert haar?" dacht ik. Op hetzelfde
oogenblik riep Michel vrooiyk uit: JDtM
komen kennissen aan!”
Den groep jongelieden naderde inderdaad:
Marianne Daubel, Paulette Ginoux, hun
gouvernantes en hun gewone vrienden, terwijl
achter hen Georges Paral, doktor Renaud en
mijnheer Servoix volgden.
De groep Daubel Ginoux, zeer opgewekt, hield
ons aan. Gedurende eenige seconden was het
een gebabbel en gekakel als van vogeltjes m
een volière, toen de forsche stem van den
dokter alles domineerde: ,Jk vraag mij af, wie
u kan verstaan, als u allen tegelijk spreekt!”
jWjwdt vervolgd)
De schilder van dieren- en Jachttafereelen
J. C. van Essen is op 82-Jarigen leeftijd over
leden. Een fraaie schilderij van zijn hand prijkt
In de etalagekast van Buffa, in de Kalverstraat
te Amsterdam, met óen immortellenkrans. Van
Essen heeft zich eens, by het jagen, met een
schot zeer ernstig aan een der handen ge
wond.
evenals het doopfeest van Paschen met een
octaaf moest gevierd worden. In het Pinl(ster-
officle wordt in de terts de gewone hymne ver
vangen door het Venl Creator, daar het Pink-
sterwonder vóór het derde uur te Jerusalem ge
schiedde.
Evenals in het Paaschoctaaf is er nu maar
een Nocturn in de Metten, wat eertijds een veel
verbreid kenmerk was der geheele Paasch-
periode.
Oudtijds was de geheele week slafeljjk werk
verboden en werd er geen recht gesproken. Het
Concilie van Constans bracht dit terug in 1094
tot Maandag en Dinsdag. De Dinsdag verviel in
1771 en in 1811 verviel ook voor de geheele M
kerk de Maandag dé vereenigde gezinnen teil
Deze twee dagen zijn echter in d. liturgie rÖL B« laatB'*' te,,lng
nog dubbel eerste klas zooals Pinksterzondag -
zelf, de overige werkdagen sün halfdubbel.
Daarom bespaarde ik hem niet mUn vertrou
welijke mededeellngen. Wij waren altijd goede
vrienden geweest, maar nu hield ik nog meer
van hem, want zijn studiün aan de school voor
diplomatie konden hem wel eens dezelfde car
rière doen kiezen als mijn adellijke onbekende.
„Het moet wel prettig zijn om gezant te
wezen,” zei ik hem eens.
,Jn niet waar, ook prettig om de vrouw van
een gezant te zijn?" antwoordde hij lachend.
Ik dreigde hem met den vinger, maar pro
testeerde niet.
In deae periode van mijn loven waa ik totaal
in ongenade gevallen bij mej. Brissot. ZD had
voor mij slechts nijdige blikken en steken onder
water. Natuurlijk hield ik haar niet op de
hoogte van mijn droomerijen, maar men zou
gezegd hebben, dat zij er de intuïtie van had.
Jtr bestaan gekkinnen,” zei zij eens, „die
bespottelüke hersenschimmen najagen tot groot
nadeel van de goede geronde werkelijkheid."
Op hetzelfde oogenblik zooals wel eens in
romans en tooneelstukken voorkomt, bracht de
„Jongens, we gaan naar den stal, daar staat een emmer vol
melk”, stelde Tuimeltje voor en nadat ze allemaal beloofd had
den erg braaf en stil te zullen zijn, gingen ze op stap. Ze waren
nu dicht bij de boerderij. Alles was daar druk aan het werk. Een
Jongen stond te dorschen, een meisje voerde kippen en zoo kon
den de kaboutertjes ongemerkt bij den stal komen. Er was een
gat in den muur en voorzichtig kropen ae er doorheen.
lachend de ijskoude douches ontving, die mijn
familie mij toediende.
„Wat zou ik mij verbeelden?” vroeg ik.
„Dat weet je beter dan ik, ik heb je ver
beelding alet. Ik vraag je alleen, dat je je
niet in het hoofd gaat haten dat die heer, die
Je nooit gezien heeft, sterft van liefde voor
Jou.”
„Komaan, Francolse, ik ben niet zoozeer Inge-
nomen met mijn persoontje om te denken, dat
een man. zelfs al heeft hy mij gezien, zou
sterven van liefde voor mij. Denk je, dat ik de
mannen niet ken?”
Dat was een steek voor Georges Peral, wiens
onverschilligheid mij ergerde.
„Francolse heeft gelijk,” sel juffrouw Bris
sot. „Vindt u ook niet, Madeleine, dat die heer
een beetje misbruik maakt van....”
nymphen en den maneschijn, er zweefde selfs
een vage glimlach op haar lippen. Francolse
dronk met kleine teugjes haar kopje leeg, haar
gedachten schenen elders te sljn. Michel floot
eventjes en mij schalks aanziende, zei hij: „Al*
die heer niet iets bedoelde, sou hy Je geen
geïllustreerde briefkaarten lenden.”
.Dus je veronderstelt.vroeg Ik.
„Ik Veronderstel, dat hU vermoedt, dat zijn
weldoenster, juffrouw Denise Martlgnac, een
allerliefst Jong meisje van goede familie
18—
maar vast, anders redeneer
Krijg ik nu antwoord? Patt.”
En de weduwe antwoordde:
„Nu lyk je tenminste een heer. Maar Ik
vind *t niet te pas komen, op zoo’n manier
over trouwen te overleggen. Lijkt een monde
ling onderhoud Je niet beter? Vloek je soms?”
Patt’s briefje den volgenden dag was kort:
„De Martlgnacs zUn genoeg bekend,” viel tante
hem In de rede.
,De Martlgnacs-Vareux,
Ik....*’
,ZU beeft gelijk.” verklaarde Juffrouw Brie-
sot.
„Natuurlijk," viel tante haar by.
zy sprak dat woord uit met een gedempte
stem, die goed overeenkwam met haar vagen
blik en droomerlgen glimlach.
Francolse was als naar gewoonte er niet met
haar gedachten by en bekommerde zich niet
om hetgeen wy zeiden.
Juffrouw Brissot als een Jager, die een spoor
ruikt, ging voort: .Die heer Is waarschyniyk
verrukt over het toeval, dat hem direct in rela
tie brengt met de familie Martlgnac. Wat jou
betreft Denise, daar hy jfe niet kent....”
„Ik behoef dus zUn beleefdheden niet aan te
nemen als aan mij gericht, niet waar, juf?
Natuuriyk, ala hy my kende, sou hy zich wel
koest houden. Och, het doet Iemand altyd plei-
zler zulke lieve woordjes te hoorenl"
Michel schaterde het uit, terwyi Juffrouw
Brissot de oogen ophief naar de acacia, die
begon uit te botten, als om den hemel tot ge
tuige te nemen, dat mijn brutaliteit en haar
verdienstelijke zachtmoedigheid steeds grooter
werden. Tante glimlachte nog steeds zonder my
mijn briefkaart terug te geven. Ik verwonderde
er my over, want eigenlijk kon dit avontuur
de zaak Peral niet vooruit helpen.
Ik was bovendien nog niet aan het einde van
mijn verbazlngen.
Drie dagen later kwam er een andere kaart:
uit de woorden van St. Augustinus: „Wat ge
hier op het altaar Gods ziet gebeuren, dat
hebt ge ook vannacht reeds gezien.”
Deze gelijkenis met Paschen werd sotns roover
doorgedreven dat men nu ook een groote kaars
wydde en een eenlgszins gewyzlgd Exultet
zong. De uitvoerige beschrijving die Sylvia, de
pelgrim uit Bordeau, geeft van de Pinkster-
plechtlgheden te Jerusalem tegen het eind van
de 4de eeuw, bevat echter geen vermelding van
de toediening van het Doopsel daar ter plaatse.
In het Engelsche Whitsunday, Zondag der
witte doopkleeren. leeft de herinnering aan
deze tweede toediening van het doopsel nog
voort
In onzen huldigen Romelnschen ritus zyn
deze plechtigheden naar den voormiddag ver
legd, maar het officie van den dag heeft tot
en met de Noon nog betrekking op Hemel
vaart. Naar het toen reeds oude spraakge
bruik noemt Tertullianus niet slechts den en
kelen feestdag Pentecoete, maar de geheele pe-
van Paschen tot Plnkstoren en ken-
als een tyd van vreugde.
welken men staande bad. Dit
belette den asceten te
de vigilie voor Plnksteren
voorrecht te hebben ge
deeld, althans In de Grieksche Kerk werd op
periode
merkt haar
gedurende
vreugdekarakter
vasten en ook
schijnt In dit
met vyf kinderen, dM ik verzorgen moet. Ik
heb gehoord, dat u geen echtgenoot hebt. En
mag ik beleefd informeeren naar uw wenschen
in betrekking tot een anderen echtgenoot? Zou
een afspraak, om een en ander te bespreken
op *n Zaterdagavond, als we allebei vry van
dienst zyn, In aanmerking kunnen komen?
Gaarne omgaand antwoord. Met de meeste
hoogachting Patt Riggers, machinist.”
Het briefje werd aan den hoepel gehecht en
uitgeworpen en op de volgende reis kwam het
antwoord, onder de snelheldsorders. Hier ia
het:
„Wees gewoon je zelf. Je schrijft net. of je
in een paar da-
gen een acte hebt
gehaald. Ik heb
lederen Zaterdag
avond een af
spraakje. Met m’n
kinderen. Om ze
te wasschen. Uw
Effie Calls.”
Twee dagen stilte op de locomotief van de
Pacific-Express. Toen kwam de hoepel terug
met:
„Weer trouwen? Antwoord avp. Patt Rig
gers.”
En den volgenden dag kwam het antwoord:
„Wie weet? Maar wasch je werkpak vóór Je
over trouwen praat, ’t Staat styf van ’t vuil.
Effie C.”
Op de volgende reis schitterden de koperen
knoopen op Patt’s werkpak als zonnen. Het
briefje aan den hoepel gaf te lezen:
„Krijg ik nu antwoord? Patt.”
En toen de locomotief terug kwam, zond de
weduwe dit:
.Antwoord? Bedoel je over trouwen? Maak
eerst af met de schoonmaak. Je gezicht tl
smerig, ik kan ’t zien, als je voorby rijdt. Ik
heb er al vier te wasschen Zaterdags. Dacht je
dat ik er nog e«n*by wou hebben? E. O.”
Den volgenden keer "Wks Patt’s gelaat zoo
zindelijk en rose als dat van een baby. En hy
liet dit briefje vallen:
„Ik ben in *t bad geweest ook. Ik zeg *t
je nog langer.
de moeilijkheden die vroeger de Joden In de
Diaspora hadden om den julsten datum te be
palen. tengevolge van de zeer willekeurige vast
stelling der nieuwe maandagen te Jerusalem.
Men moest den maansikkel gezien hebben, roo
dst by een bewolkte lucht te Jerusalem, de
loopende maand er een dag bijkreeg, wat de
Joden, In de Diaspora niet op tyd konden
weten.
Na de bybelsche tyden zyn de Joden aan
het Pinksterfeest een beteekenls gaan geven,
die in de Schrift zelf met geen woord wordt
aangeduld: de herdenking van de wetgeving'op
den Sinal. De wet immers gaf God op den
SOsten dag na den uittocht uit Egypte, 50 dagen
na het eerste Paschen, den voorbygang des
Heeren in den persoon van den Verderfengel.
Tegenwoordig brengen de Joden dan ook wel
den vooravond van hun Pinksterfeest door met
het lezen der wet en daarop betrekking hebben
de schriftstukken.
Deze nieuwe opvatting der Joden gaf den
Kerkvaders de gelegenheid om een parallel te
trekken tusschen de afkondiging der oude en
der nieuwe wet. 8t. Leo ontwikkelt deze ge
dachte in een Plnksterpreek en ook St. Augu
stinus houdt er zich mee bezig. Behalve het
reeds genoemde voordeel voor de verspreiding
der nieuwe leer door de aanwezigheid van zoo
veel Joden is nog in een ander opzicht de
keuze door de voorzienigheid van het Pink
sterfeest als begin van Christus’ Kerk opval
lend. Het is de geleldeiykheld, waarmee de be
oefenaars van den ouden eeredlenst konden
overgaan tot den nieuwen. Konden de Joden
by de herdenking van Christus’ dood hun jaar-
lyksch feest biyven vieren, hetzelfde zou het
geval zyn by de herdenking van de neder-
daling van den H. Geest. Wel werd de
beteekenls een geheel andere en daarmee de
feestviering, maar op de maatschappeiyke orde
en den gewonen feestkring werd geen Inbreuk
gemaakt. De overgang werd In dit opzicht voor
de bekeerlingen uit de Joden wel zeer gemakke-
lyk. De viering van het Pinksterfeest door de
Christenen gaat dan ook terug tot de eerste
jaren der Kerk, evenals het Paaschfeest. maar
gegevens over deze' allereerste Pinksterviering
zyn niet voorhanden. De woorden van 8t.
Paulus in zyn eersten Corinthenbrief 18. 8, waar
hy zegt tot Plnksteren te Ephese- te biyven,
geven slechts een datum aan en laten in het
midden of het Christeiyk dan wel het Joodsch
feest bedoeld la.
Mogeiyk dat de Apostelen vooral met het
oog op de bekeerlingen uit de Heidenen een
nieuwen feestcyclus niet hebben verordend. Dit
immers is een zorg voor later en daarby, een
feestkring ontwikkelt zich zelf wel. Men be
denke bovendien, dat Plnksteren steeds op een
Zondag viel, en met Paschen zoo nauw verbon
den is. dat vanzelf na Paschen Plnksteren volgt.
Toch mag men aannemen, dat Plnksteren
reeds In de Apostolische tyden werd gevierd,
tenminste zoo men het zevende der hier en
daar geïnterpoleerde, aan St. Irenaeus toege
schreven brieffragmenten op dit punt vertrou
wen kan schenken.
By Tertullianus komt het Pinkster- naast het
Paaschfeest voor en reeds met eigen gebrui
ken.' men bad staande als met Paschen en ook
nu werd het Doopsel plechtig toegediend. Uit
de voorschriften v*n het Bacramentartum Ge-
laslanum biykt dat men te Rome in de 7de
eeuw dH tweede doopsel reserveerde voor hen,
die wegens ziekte of om een andere reden met
Paschen niet gedoopt waren. De geloovtgen
kwamen Zaterdagsmiddags naar de kerk, waar
zy evenals met Paschen met lezingen en ge
beden werden beziggehouden tydens het toe-
dienen van het doopcel, nadat eerst het doop
water was gewijd. Na deze plechtigheden volgde i
dan in den nacht ook de H. Mis, zooals biykt i
kleine ivoren beeldjes van 58 c.M. hoogte op
een plankje gemonteerd. De beeldjes konden
door een snoer in draaiende beweging worden
gebracht, zy stellen dansende dwergen voor
en wel op zulk een natuuriyke wijze, als de
Egyptische kunst van dien tyd. n.l. het midden
der 12de Dynastie ongeveer 2000 Jr. v. Chr.
niet kent. Men zou meenen met Chlneesche
kunst te doen te hebben. De lichaamsbouw der
beeldjes wyst er met groote zekerheid oo. dat
hier Afrlkaansche Pygmaèen afgebeeld zijn,
die in dien tyd waarschyniyk in het gebied
van den Bovennyi woonden en thans nog in
midden Afrika voorkomen. Men weet uit
Egyptische teksten, dat inderdaad „dansende
dwergen" bekend waren.
Het Metropolltanmuseum of Art in New York,
dat de opgravingen heeft doen verrichten, deelt
In zyn verslag mede, dat men hier met speel
goed te doen heeft. Toch moeten wy daarby
niet aan datgene denken, wat wy thans onder
kinderspeelgoed verstaan. In minder intellec
tualistische cultuurperioden als de onze had
speelgoed meer een rellgleuse, zelfs een magi
sche beteekenls. Vele van onze spelen en van
ons speelgoed bezitten een voorgeschiedenis,
waarby aanvankeiyk een verband met gods
dienstige gebruiken en magische kunsten, be
zweringen, toovery enz., bestond.
War de dwergfiguurtjes betreft is het opval-
n een graf In Egypte in de buurt van Lisht
heeft men kort geleden een merkwaardige
vondst gedaan. Het betreft een aantal
dezen dag niet gevast. Toch waren er asceten, cuus voor het -verwaarloozen van een zoo on-
die dezen vreugdetyd reeds op Hemelvaart be
ëindigden en de volgende tien dagen, wat
vasten, manier van bidden en knlebulgen be
treft, gelykstelden met de gewone dagen des
jaars, zoodat het Pinksterfeest in stilte werd
voorbygegaan. Hiertegen kwam Joannes'- Cas-
sianus op. de abt van St. Victor te Marseille,
In zyn Collationes Patrum, eind 4de begin 5de
eeuw.
In de Christeiyke oudheid duldde men deze
periode aan als de 50 dagen der vreugde, de
qulnquagealma laetitiae, maar, daar later ver
gissing mogeiyk werd met Zondag Quinquage
sima ging men met voorliefde den Grlekschen
naam Pentecoete gebruiken, welke by ons is
verbasterd tot Plnksteren.
Het Pinksterfeest is dan ook uiteraard een
slotfeest en heeft dus geen voor- of nafeesten.
De Apostolische Constituties. rond 380 in
Syrië ontstaan, spreken van een 8 dagen lange
Pinksterviering, maar In het Westen werd
Plnksteren nog eeuwen lang zonder octaaf ge
vierd, daar het immers zelf een slotfeest is.
Bemo van Reichenau, 11de eeuw, voerde In
het despuut over dit octaaf aan, dat Plnk
steren de dag was, waarop de Apostelen den
vuurdoop hadden ondergaan, zoodat dit feest
een lentelandschap, roee en groen, appetyteiyk
als een pasteitje en opnieuw glimlachte tante
tevreden.
„Wat denk jy er van?” vroeg ik later aan
Francolse na haar myn opmerkingen te hebben
meegedeeld.
„Wat zeg je?"
.Alweer in de wolken? Maar Fransje, wat gaat
er toch in je mooie hoofdje om?”
„Wat zeg je?” herhaalde zy blozend, maar
zonder er lets van te begrypen.
,Jk zeg, dat er rare dingen gebeuren. Ten
eerste, jy, zoo verstandig, het gezonde verstand
self, je hebt oogenblikken van verstrooidheid,
die beter passen aan een lichtzinnig persoontje
als ik ben. Ten tweeden tante, wier vurigste
wensch liet is, dat ik met Georges Peral zal
trouwen, schynt zonder misnoegen, ik sou haast
zeggen met genoegen het aan te zien, dat
Robert de Beaufeu tracht my het hof te
maken.”
„Waarom zou mama met misnoegen beleefd
heden beschouwen, die geen gewicht kunnen
hebben en ook geen gevolgen van beleefdheden
van een heer, dien je niet kent?" vroeg Fran-
oolse bedaard.
„Zonder gewicht, zonder gevolgen,” pro
testeerde Ik.
Michel kwam ons halen om een wandeling in
het Bosch van Boulogne te maken en ik wilde
den twist niet verder voortzetten.
Dien middag, het was tegen het einde van
April had het bosch zyn schoonsten tooi aange
legd. Onder het frissche groen van de uitbot
tende boomen, leken de waDdeiaaroton allen
lend dat zy In een biddende houding zyn af
gebeeld en wel met gevouwen handen. Zoo Is
het wel mogeiyk, dat de dansen ook rellgleuse
dansen waren. Bovendien moet men bedenken
dat de pygmaën vee* vroeger reeds het Nyldal
bewoonden, dan de Egyptenaren, uit welker
cultuur deze vondsten afkomstig zyn. Het
dwergvolk zal dan ook met een waas van ge
heimzinnigheid omgeven zyn geweest. Dit was
Immers ook nog in latere, historisch beter be
kende perioden het geval. De Pygmaeën be
boeren tot de oudste menschenrasszn, ver-
mbedeiyk met de Aurlgnè-menschen uit het
Jongere steenen tydperk verwant. Tot op
onzen tyd bezit de dwerg een byzondere be
teekenls in de cultuur- en zedengeschiedenis!
Nog in de 18de eeuw waren er aan de vorste-
lyke hoven dwergen als hofnarren en wel in
Europa zoowel als in Azië. Vaak werden aan
deze dwergen byzonder geesteiyke eigenschap
pen en tooverkracht toegeschreven. De aan
raking van een dwerg (evenals van een bulte
naar) gold als gelukaanbrengend. In de
romeinsche Aristocratie zoo vertelt men het
nog in onsen tijd heerscht. ten deele In
scherts, ten deele in ernst, het bygeloof dat
bultenaars en dwergnn voor den kinderzegen
van een huweiyk beteekenls hebben.
Aan zulke dingen moet men by het beschou
wen van het 4000 jaren oude speelgoed denken.
De Egyptenaren met hunne hooge cultuur fouten. Laat je kinderen maar
zullen waarschyniyk, nog meer dan latere
geslachten, de Pygmaëen hebben aangezien als
een raadselachtig, geheimzinnig volkje, zy
zullen zich over hun gebruiken en ritueel ten
deele hebben vroolijk gemaakt, maar er toch'
ook eenige huivering voor hebben gevoeld.
Zoo is wellicht te begrijpen, dat de ivoren
beeldjes in zoo levendige beweging en vol uit
drukking werden uitgevr »rd en in het graf aan
de dooden als een byzondere gave werden
meegegeven.
xt adat de Messias voor hun oogen ten hemel
was gevaren, daalden de elf trouwe
Apostelen den Oiyfberg af naar Jerusa
lem, waar zy zich met Jezus’ Moeder en eenige
andere vrouwen en zyn broeders, zyn familie
leden, in de bovenzaal, waar zy gewooniyk ver
toefden, terugtrokken en biddend wachtten
op de komst van den H. Geest, sooals de Chris
tus hun had beloofd. Het was in die dagen, dat
Petrus temidden der broeders er was een ge
tal van 120 personen byeen ópstond en voor
stelde om ter vervanging van den trouwelooeen
Judas een nieuwen apostel te kiezen. Twee na
men werden genoemd: Joeeph, die ook Barsabas
heette met den bynaam Justus, en Matthias,
welke laatste tenslotte door het lot aan de elf
Apostelen werd toegevoegd.
Toen nu de dagen van het Pinksterfeest daar
waren 8t. Lucas zegt: toen de 50 dagen vol
waren bevonden zich alle 120 personen weer
byeen in de groote saai. Plotseling ontstond nu
een gedrulsch als van een voorbygaanden hevi-
gen wind en vervulde geheel het huis, waar ze
gezeten waren. De vurige tongen verschenen
boven hun hoofden en de H. Geest vervulde hen
met kracht, met zulk een kracht en durf, dat
Petrus naar buiten trad, den spotters met die
wonderbare gave der talen zy begonnen ver
schillende talen te spreken naar gelang de Geest
hun ingaf zich te uiten het zwygen oplegde
en de te hoop geloopen onthutste menigte toe-
^ak. Drie duizend personen geloofden in den
Christus en werden gedoopt. Het begin van den
groei van het mosterdzaadje was al even won-
deriyk als de latere uitbloei: 3000 bekeerlingen
opden eersten dag en eenige dagen later weer
2000 nadat Petrus, die met Joannes naar den
tempel ging, een lamme by de tempelpoort, die
de Schoone heette, in naam van Christus het
gebruik zyner ledematen had teruggegeven.
Had de goddeiyke Voorzienigheid Christus'
offerdood aanvaard op den dag vlak voor een
/°fKtache hoogtydagen, aoodat duizenden
uit Palestina en de Diaspora er getuige van
konden zyn, ook nu by het eerste optreden van
de Apostelen, by het begin van den zegetocht,
dien Christus' Kerk over de wereld ging maken,
was er weer een groote menigte Joden uit alle
oorden der oude wereld te Jerusalem samenge
stroomd en hoorde een leder in zyn eigen taal
Simon, den vlascher, getuigen van de waarheid
van Christus’ opstanding en vernam elkeen de
daaruit onverblddeiyk voortspruitende nood
zaak in den Christus te gelooven en Hem aan
te hangen.
Het was immers het feest van den oogst van
de eerstelingen van de tarwe, welk dankfeest de
Grieksch sprekende Joden gewooniyk aanduid
den met den naam Pentecoete, vyftlg, zooals
ook Lucas zegt: toen de 50 dagen vol waren,
d. 1. toen het Plnksteren was. Dit dankfeest
werd ook wel het feest der weken genoemd,
7 weken, waarna de® 50ste dag viel, die een
feestdag was.
,D® latere Joden hadden het ook wel het
slotfeest genoemd, daar Plnksteren op *t eind
van den oogsttyd vle'. Begin «n eind van den
°°9’t waren in den Joodschen eeredlenst met
byzondere gebruiken geheiligd om den Heer,
die den cogst doet rijpen, voor syn weldaden te
Oznken. Werd op het Paaschfeest de nieuwe
oogst den Heer toegewyd door het offeren van
'Jch00f k*rst, op den SOsten dag erna werd het
eind van den oogst gevierd met het offeren
van twee brooden, gebakken van de bloem van
nieuwe tarwe. Deze brooden waren gedeesemd
en konden dus niet op het altaar geplaatst
worden, maar werden opgeheven in de rich
ting van het altaar, waarmee het offerkarakter
werd aangeduid. Eén brood werd gegeven aan
den Hoogen Priester, het andere werd onder
de priester* verdeeld, die het binnen de muren
van het heiligdom moesten eten. Van al de
voorgeschreven Plnksterofferz, naast de broo
den nog 2 éénjarige lammeren als vredeoffer,
een geitebok als zoenoffer en een kalf, zeven
lammeren zonder smet eA twee rammen als
brandoffer, was het broodoffer toch het op den
voorgrond tredende teeken van het karakter
van het feest.
Dat deze feesten, Paschen en Plnksteren
werden gevierd by het begin en het einde van
?°8ït’ 8een “«’Wijking, dat zy van huis
uit slechts natuurfeesten zouden zyn; maar zy
toonen aan, dat de wet van Mozes op de eerste
plaats was gegeven aan een landbouwend volk
en op zyn behoeften zeer byzonder was in
gesteld.
Volgens Leviticus XXIII, 1,1 moest Plnksteren
gevierd worden op den 50sten dag na „den dag
volgend op den Sabbath,” waarop gedurende
de Paaschfeesten de schoof gerst den Heer
was geofferd.
Ten tyde van Christus was er tengevolge van
deze vage aanduiding, verschil van meening,
welke Sabbath bedoeld was. De meeste Jood-
sche geleerden en met hen de groote massa
van het volk, zagen in dezen Sabbath den eer
sten dag der ongedeesemde brooden, terwyi de
Sadduceën den Sabbath namen, die in de
Paaschweek viel. Dit verschil is later opgelost,
daar de Joden algemeen den 16den Nisan
hebben aangenomen als punt van uitgang om
het Pinksterfeest op den SOsten dag erna te
bepalen.
Tegenwoordig beslaat het Pinksterfeest by
de joden twee dagen, wat nog herinnert aan
>00