can den dag Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland eia a 1 President Azana M I G3 Aï j F. ABONNÊ’S F 750.- F 750.- F 250.- I SACRAMENTSPROCES- SlEN .<0 De onbekende Verloofde V - DONDERDAG 18 JUNI 1936 De geleerde vriend In Noord-Brabant Rembrandt te Moskou f B 69 I -*4 Zijn politieke denk beelden II DOOR LEMAIRE T HYGIËNISCHE DAMESVERBAN D MJ Ternes Tan een hand, een Toet of een oog De politieke werken van Azana AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWÏNTIG UUR NA HET ONGEVAL (Speciale correspondentie) Jureert zijn reus- „Kun cT bS toch zoo eenvoudig alles terwijl pen Ik ■ii (Wordt vervolgd.) e ,v Le; Maar ze waren niet zoo erg bang uitgevallen en spoedig was het dikke tww om een schoorsteen geslagen en vastgebonden. Het was nu alleen nog maar een kwestie van moed, want om zoo maar lengs een koordje zoo heelemaal van het dak naar beneden te zakken, dat is nog zoo’n kleinigheid niet. Doch zooals altijd. Tulmeltje zou er den moed wel In zien te houden en zonder dralen greep ie naar het touw. bekend vriend Het heeft processies leeren houden met een geestdrift, die te groot Is om ze besloten te houden binnen de muren, die haar tegen hou den. We willen weer de straat op en trekken over de wegen en pleinen, door onze steden en onze dorpen, omdat Brabant katholiek la. niet alleen in de kerk en In huls, maar in heel zijn leven en heel zijn wezen, over de heele breedheid van bet land. Het comité voor kunstzaken heeft besloten om naar aanleiding van den 19en verjaardag der socialistische October-revolutle In Novem ber aa. m het staatsmuseum te Moskou een Rembrandt-tentoonstelllng te organiseeren. Het middelpunt der tentoonstelling zal gevormd worden door origineele werken van den mees ter, ongeveer 40 schilderstukken en honderden etsen uit musea In de Sovjet Unie. De overige werken van den kunstenaar zullen op de ten toonstelling aanwezig zijn In den vorm van copieën, reproducties en foto’s. „Maar, Denlse.... liefje.zei tante, ver ontwaardigd door mijn manier van doen, „Wat voor geur ia dat?" vroeg ik. unl- van Een, twee hup, zei Tulmeltje en daar gleed Ie hoor. De anderen volgden nu ook en het was een echt leuk gezicht, al die kleine mannetjes aan het ioord te zien hangen. Ze waren nu al aan de tweede verdieping gekomen en hadden verschil lende menschen gezien. Maar gelukkig hadden die het te druk en letten ze niet op het touw. Zouden ze het er goed afbrengen? Kijk maar tens Deze Indruk is voor een goed deel Juist; er is altijd iets slordigs aan, maar bet eigen aardige is, dat het bijna altijd toch goed ver. loopt. Maar zie een prodessie trekken door den tuin van een klooster. Als ge hiervan wilt dat deze ordelijk is door stiptheid en mooi in Dr. Alphons Mulders, professor aan ’t groot seminarie te Hoeven en lector aan de Universiteit te Nijmegen, die thans benoemd is tot hoogleeraar aan deze Universiteit in de vakken Missiologie en Oostersche theo logie. Prof. Mulders is naar men weet voorzitter der Apologetische Vereeniging „Petrus Canisius” en schrijft ons uit Noord Brabant: Op Sacramentsdag of op den Zondag daarna trekken in Brabant de pro cessies uit. maar ze trekken niet ver, want ze mogen niet komen bulten de beslotenheid van den kloostertuin of van den tuin rond de kerk. Sacramentsdag zou moeten zijn een feestdag, hoog en verheven, als Paschen en Plnksteren, en hij Is geworden een dag als andere, waar op we het feest vieren van een simpel heilige, die niet groot was in de oogen der menschen. Het zou moeten zijn een dag, waarop we ons geloof naar bulten moeten kunnen dragen over de velden en wegen, door de dorpen en door de steden, en het Is geworden een dag. waarop we meer dan anders voelen, wat wij missen en wat ons verboden is. Eenmaal toch per Jaar zouden wij de vrijheid moeten hebben Christus rond te dragen over al Zijn bezittin gen, waarop wij werken om over ons werk Zijn zegen te vragen. Maar we mogen het met. We mogen wel veel. We mogen demon et me ren op de straten met onze vereenlgingen en bonden, we mogen laten zien hoe groot ons getal Is en wat wij in jaren van organiseeren hebben bereikt. Maar de openlijke getuigenis van ons geloof mogen we niet geven; een open lijke en publieke aanbidding Is ons verboden. De steden en dorpen in Brabant, die katholiek zijn, niet alleen, omdat alle bewoners gedoopt zUn en In gehoorzaamheid aan den Paus van Rome de ware leer van Christus belijden, maar die katholiek zijn in hun gemeenschapsleven, mogen dit niet openlijk en publiek demonstree- ren, maar moeten zich beperken binnen de muren van de kerk of achter de hagen rond den tuin. Er begint vecandering te komen In de men taliteit van Brabant. Het was voor jaren en Jaren iets heel gewoons en vanzelf sprekends De wederopbouw Het eerste doel is de vorming van een nieuw volksgeweten, de Republikelnsche consciëntie. Men legge daartoe beslag op de jeugd, en vorme ze naar de utilistische, materialistische opvat tingen. De religie wordt dus uit het onderricht en uit de opvoeding gelicht. De strijd tegen het confessloneele onderwijs Is met groote felheid opnieuw ontbrand. Alle organen van het oude volksgeweten het wetboek, het openbaar be stuur, het leger, de historisch gevestigde auto riteiten worden geheel veranderd. Azana zegt het ergens zeer duidelijk: Spanje en de Republiek zijn voor allen, maar het’ bewind la van de Republikeinen. Dit laatste nog beperkt tot de groep die onder Republiek verstaat wat de zegsman daaronder verstaat. Met een door tastendheid daaraan overeenkomstig wordt het geheele bestuur van Spanje herzien en her vormd, en al zou men moeten terugvallen tot de verbrokkelde Spaansche gewesten van vóór de katholieke konlngen, men «al met opereeren in dezen trant doorgaan. De verspreide nieuwsbe richten die de Pers geeft wijzen het proces der aangerichte schade aan: een wankelend rechts begrip, muiterijen in het officierencorps, auto nomistische en separatistische stroomingen, ge mis aan openbare veiligheid, toenemend com munistisch gevaar, geschokt vertrouwen in de stabiliteit van Spanje's handelsbetrekkingen en verplichtingen, en een ovar het geheel ontred derd volk. De gestelde problemen De vraagstukken die in deze veelomvattende en, naar onze begrippen, wüdloopende redevoe ringen van Azana ter sprake worden gebracht komen spontaan voort uit de grondstelling „de democratische republiek." Deze republiek elscht krachtens haar opzet en bedoelingen een alge- heele verandering van het politieke, sociale en oeconomische leven. De Spaansche Staat en de maatschappij hebben een lange geschiedenis, en zü hadden in den loop der eeuwen vaste vormen gekregen welke óf gevolg waren van den Spaanschen volksaard en de Spaansche toestan den óf deze beïnvloed hadden tot in het diepste wezen ervan. Ben dergelUk gegeven wijzigt men niet in een menschenleven, en bovenal, als men van een aldus geordende maatschappij de grondslagen wegrukt dan stort, met meer of minder ellende, het geheele bouwwerk ineen. Dit iz het kernprobleem. Volgens Azana wa ren de grondslagen vermolmd, zij konden het Spaansche staatsgebouw en de maatschappij al sinds lang niet meer dragen. De ineensakking zou reeds lang te constateeren zün geweest. Hetgeen hij en de zijnen beoogen is de restau ratie van het verzakte, gehavende bouwwerk. Het plan van den wederopbouw is negatief en positief. Het wil wegnemen wat practlsch en naar wezen ondeugdelijk is gebleken, en daarvoor in Indien het geheele openbare leven van Spanje berustte op het door de Kerk belichaamde be ginsel, en de Kerk met dit beginsel als basis en norm van staat en samenleving wordt geloo chend en op zijde gezet, dan blijft natuurlijk niets onaangetast. Het recht het princlpleele en practlsche orgaan der openbare gerechtig heid het onderwijs, het leger, het algemeen be stuur, de verhouding van steden en gewesten, e.a„ komt op een wankelend fundament. Wat In eeuwen gegroeid (zoo men wil „vergroeid”) is kan men niet met een machtwoord ongedaan maken. Weet men niet een nieuw organisch proces te bewerkstelligen waardoor een inner lijke wijziging tot stand komt, geleidelijk en normaal, en grijpt men mechanisch en geweld dadig In dan gaat dit ten koste van het leven. Men reconstrueert niet, men doodt. Michel, die mü begon te begrijpen, geneerde zich niet om mü uit te lachen. Ik moet bekennen, dat hetgeen Ik dien mid dag at. volstrekt geen herinnering in mij ach-' tertlet.’ Belangstellend in hetgeen achter mij voorviel, riskeerde ik er een stijven nek aan en vervloekte ik het noodlot, dat wilde, dat die heer mij steeds den rug toekeerde. Eer wij gereed waren stond hjj van tafel op, schoof zijn stoel achteruit, draalde zich om en als het ware met een schok vestigde hl) zijn blik op mü. Het was de bliksemstraal niet, maar ooren de plaats stellen wat ’n goede basis kan vormen voor een nieuwen staat en een nieuwe samen leving. Uit dit gebruikte beeld begrijpt de lezer dat verwijderd zal moeten worden, wat gewij zigd aal moeten worden, en wat aan nieuwe elementen zal moeten worden bijgebracht. Gelukkig hield de tor woord en kwam hij na een poosje aanvliegen met een groot stuk touw achter zich aan. De kabou tertjes huiverden wel even toen ze zagen, dat ze zich met een touw moestdn behelpen, maar waren de tor toch erg dank baar en nadat de tor verzekerd had zijn best te hebben gedaan en nu vlug naar den Notaris te moeten, vertrok hij, de kaboutertjes achterlatend met kleine rillingen of alles wel goed zou afloopen. antwoorden op de vragen die haar gesteld werden. Ik vroeg mij af, wat er in haar mooi hoofdje omging. Was ’t de gedachte dat zij mijnheer de Rlves zou terugzien, wiens aankomst zij zeker door Lily Darolles vernomen had, dat zoo vroolUk gestemd was geweest? Was zij verliefd op dien gepommadeerden dandy? Ik was er verwonderd over en tegelijk verrukt, ik was daarmede verlost van de vrees, dat tante mij mijn Robert zou ontnemen, om hem aan haar dochter te geven. Ondanks zijn pommade vond ik den Jongen burggraaf opeens sympathiek, toen hij den wensch uitsprak ons allen op het bal in het Casino te ontmoeten. Die wensch werd vervuld. Nadat mijnheer de Rlves zijn diner verorberd had, kwam hü ons in de balzaal opzoeken, waar hij de heele groep van vrienden en kennissen bijeen vond. Michel had ze geteld: zes Jonge meisjes en vijf Jongelieden. „Dat komt niet uit.”'zuchtte Marianne. „En mijnheer de Rlves, die ginds aankomt,” antwoordde mijn neef. „En de dokter, en mijnheer Servoix, die om negen uur voor het weekeind komen en de onverwachte! Marianne, rekende Je dan niet op den onverwachte, den verschrikkelljken onverwachte? „Ja, den onverwachte,” dacht ik, terwijl Ik om mij heen keek. Marianne glimlachte witjes. Zou het waar zijn, hetgeen Michel beweerde en Framjolse niet tegensprak? O, er gingen mij dien dag zoo veel dingen door het hoofd! Wat leek mij het leven gecompliceerd, vol onverwachte gebeur den pas loopen, dan heeft deze dezelfde ge breken als een gewone optocht. Maar als ge vraagt, dat een processie zal zijn de uitdruk king van geloof en eerbied voor het H. 8a. crament, dan ontbreekt er niet veel aan. Dé uitbundigheid, die ónze feesten kan teekenen en die spreken kan In onze optocjiten is hier veranderd In Ingetogenheid bij de menschen. Zij uit zich in een zin voor kleuren en versie ringen langs den weg van de processie, In de bloemen, die worden gestrooid, de eerepoorten, die zijn opgericht, de eerezuilen en rustaltaren. versierd met bloemen en takken, met vlaggen en sjerpen. Ziet dezen stoet. Voorop gaan de misdienaars met kaars en kruis in fel rood. Daarachter ko men de Jongens van de scholen, van de patro. naten, van de Jeugdverenigingen izi formen, met hun vaandels en de be hun patroonheiligen; de meisjes van de K. J V. trekken mee, de mannen van de H. Fa milie, de vrouwen van de congregatie. En dan de bruidjes, die wit van ziel en wit van klee. ren bloemen en kleurig papier strooien voor den priester, die Christus draagt, voor Wiens hul de dit alles geschiedt en allen meetrekken. Wierook gaat Hem vooraf en het klinken der altaarbellen. Het luien der klokken vergezelt Hem op ZUn tocht; luien, dat feestelijk is, maar waar doorheen klinkt telkens de zware klok met somberen klank, omdat dit alles, deze stoet, deze processie van hulde moet blijven achter de muren en niet mag komen op de straten; omdat wü ons altijd toch nog ver. drukt zullen blUven voelen, zoolang we niet de vrijheid hebben om buiten de muren te komen. Brabant heeft weer processies leeren hou den. Achter de muren van de kloostet tuinen, in de stille tuinen rond de kerken. 33 Toen wU In het Palace aankwamen, was de eetzaal reeds vol aanzittenden, maar de ober- kellner had voor ons een tafel gereserveerd aan 't andere einde van de zaal, zoodot wü die moesten doorloopen onder de oogen van ’n honderdtal gasten. Ik zag wel, dat men ons met plelzler bekeek, maar dat kleine succes kon mij toch niet afleiden van mijn Idee: den onbekende van het Casino te ontdekken. HU zou zeker ook In het Palace «Un: zün elegante, chique gestalte paste in die omgeving van verfUnde luxe. Ik zou hem wel gauw ontdekken. Het duurde niet lang. NauwelUks waren wü gezeten voor onze borden met een heerlük geurende soep, toen ik, mün hoofd een beetje ter zijde wendend, aan het tafeltje naast ons het donkerbruine hoofd en het vluchtige profiel van mün onbekende bemerkte. Door den neus op te halen probeerde ik of de geur van Royal Origan mün ontdekking kwam bevesti gen.... Ja, het was zool op mU. Het was de bliksemstraal niet, toch bloosde ik zoo hevig, dat zelfs mün rood werden, als een kostschoolklnd. dat de wereld niet kent. De vlugge gang van den vreemde bleef een oogenbük geremd, misschien vergiste ik mü, want opnieuw zag Ik slechts zün rug, omgeven door een wolkje Royal Origan. Niemand van mün omgeving had iets be merkt. Francolse babbelde opgewekt met haar moeder, Michel, die lekkerbek, zat op z’n gemak zün vruchtenüs te savoureeren. Vrü om ook het stllzwUgen te bewaren, trachtte Ik een beetje orde In den chaos van mün gedachten te bren gen. Laat eens .zien, die mijnbeer, voor wien ik wel tienmaal mUn kapsel veranderd had, was hü de moeite waard, die Ik mü gegeven had? Was hü zün model Robert waard? Ja, ja, zeker. Hü was zeer knap. Eigenlük gezegd, had Ik hem mü anders voorgesteld: Zün rug. zün silhouet, zün vlugge gang herinnerden mü levendig aan den Jongeman, die langs mü heen was ge gaan, toen Ik de portefeuille vond. Wat het gelaat betreft, ik had gedacht, dat het smaller, tenlssen, eruit zagt Dus, münheer de Rlves kwam in de balzaal en ging naast Francolse zitten. Zü leek mü erg zenuwachtig, hü praatte opgewekt, vertelde moppen, welke dat weet Ik niet, want.... mün vreemde was In de zaal gekomen, die hü lang zaam doorliep. Nu kon ik hem op mün gemak gadeslaan er. ik moet bekennen, dat hü er zeer gedistingeerd uitzag. Op enkele kleinigheden na, zün snor bijvoorbeeld of den vorm van zün kin. was he. het beeld van- Robert, zooals ik mü dat had voorgesteld. s „Dierbare Robert,” dacht ik. „als Je hier was, zou Je net als die heer.... mooi zoo, nu ge bruikte Ik al de woorden van tante.... uitste ken boven die menigte onbeduidende Jongelfe- den; zü zouden Jé beschouwen zonder welwil lendheid maar de Jonge meisjes met sympathie. Je zou je echter alleen om mü bekommeren en tot mü zou je hulde uitgaan....” Daar.... alweer die blik op mü gevestigd! Ik had er toch aan moeten denken en niet dien knappen vreemdeling met de oogen vol gen! Opnieuw voelde Ik, dat Ik vuurrood werd en des te meer, daar zün blik op mü gevestigd bleef. „KUk Denlse eens rood worden!” merkte Sabine d'Osmont op. „Zeg, heb je last van bloedaandrang naar het hoofd?” „Loop heen," zei ik boos. Maar Michel had begrepen, waardoor ik zoo in de war was geraakt. Hü keek rood en ont dekte gauw, wat de oorzaak was. voor den Brabanter dat hü zün geloof moest verbergen in de kerk en in de huiskamer, en dat htj niet mocht doen, waartoe zün hart hem trok en uittrekken op de straat om te getuigen van zün geloof. 'Langzamerhand kwam de ge woonte om processies te houden er meer in Door de tuinen van de kloosters trokken ze en over de terreinen, die bü de parochiekerk be- hooren. Wat de Brabanter verleerd was In lange jaren heeft hü In korten tüd weer ge leerd. HU kan weer processies houden en de voot meeloopen In den langen stoet, die als een eerewacht het H. Sacrament voorafgaat. HU kan geen optochten houden en niet de. monstreeren; dit ligt niet in den aard van zün karakter. Als ge In Brabant een optocht ziet of een stoet, krügt ge altüd den indruk, dat er iets aan ontbreekt en dat er iets on- ordelüks aan is. De wijziging In Spanje waren tal van nüpende vraagstuk ken, van geestelüken en van stoffelüken aard. Sommige waren reeds oud en waren herhaal- delük onder de oogen gezien, andere waren nieuw, deels kunstmatig te weeg gebracht, deels door de huidige algemeene moeilükheden ver oorzaakt. De Republiek predikte een aantal elementaire geneesmiddelen tegen alle kwalen waaraan Spanje had gesukkeld, en deze genees middelen waren goeddeels van buitenlandse!» heelmeesters die geen diagnose van de Spaan sche kwalen konden maken. De Republikein se!» staatslieden zün büna zonder uitzondering gevormd door on-Spaansche opvattingen, door nutsideeën en materialistische Ideologieën welke voortgevloeid zün uit eertüds in Dultsch- land en Engeland gehuldigde levensbeschouwin gen. Eén daarvan was dat het belang van een volk en het peil van zün beschaving werd be paald door den omvang van zün Industrieels welvaart. Deze, voomamelük Engelsche, mis vatting van de vorige eeuw deed als achterlijk kenmerken alle volken die een geringe Industri- eele en commercleele ontwikkeling hadden. Het Engelsche pauperdom werd verborgen gehouden achter den schoonen schün van algemeenen welstand, al was een ontzaglük deel van de be volking van die voorlüke landen armlastig, het groote aantal fabrieken en de handelsvloot wa ren een bewüs van hun werkelüken rükdom. Een weerslag van de industrleele middelpunten waren de, voomamelüktechnische, cultuur- Het Is geen büzonder prettige taak alle poli tieke geschriften van Azana te lezen, want, al zün re uitmuntend geschreven en goed uitgege ven, het zün toch büna alle verzamelingen van redevoeringen naar aanleiding van bepaalde feiten. De drie deelen van de redevoeringen van 19301934, In de Cortes en daarbuiten, vormen ruim zestienhonderd bladsüden. Daarbü komen twee vlugschriften, het een geschreven als over zicht en waardebepaling der Spaansche politiek met een titel la Balzac „Grootheid en el lende van de politiek" en het ander naar aanleiding van zün aandeel in den opstand te Barcelona in 1933. Een Nederlander hoe verspaanscht hü door lectuur en verblüf in Spanje ook moge zün leest en hoort zulke Spaansche politieke geschriften en redevoerin gen met telkens vernieuwde verbazing. Ten eer ste om den vorm ervan. Welk een prachtige, slerlüke, gekulschte taal en welk een litteraire, lyrische betoogtrant. Onze Kamerverslagen ma ken daarnaast een triestig en poover effect! Maar ook de Inhoud Is zoo geheel anders dan politieke redevoeringen en geschriften ten on zent zün. Het zün beschouwende opstellen, kun dig opgebouwde beschouwingen over den staat en den mensch, de geschiedenis en de religie, de samenleving en de verhoudingen der enke lingen, de sociale plichten en rechten, het on- derwüs en de religie, het leger en de justitie, den landbouw en de nüverheld. De Spanjaard is doorgaans op zün best als hü spreekt. Zün ge hoor brengt zün geest tot de hoogste en vlam- mendste werkzaamheid, hü Improviseert zeer gelukkig, en werkt uitmuntend met wat hü in de vele gesprekken heeft opgevangen. Goede lezers zün er in Spanje weinig, maar de Span jaarden verstaan de kunst het wezen van een boek te grüpen in een vluchtige doorbladerlng of door een discussie erover. Azana heeft deze algemeene geestesgesteldheid en begaafdheid van de Romaanse!» volken en van de Span jaarden bü uitstek. Bovendien is hü, als uitzon dering, goed belezen en hü heeft een snüdend scherp verstand. De afbraak De afbraak begint bü de kerk. De Spaansche staat en maatschappü waren opgetrokken op de basis van de kerk, dJ. de Christelüke religie volgens de Roomsch Katholieke belüdenls. De ,_..M geschiedenis bewüst dit In haar groote levens-- niet feiten. Het is evenzeer waar dat de Spaansche beleving van het katholicisme een büzondere geaardheid heeft, en dat deze zelfs een beslls- senden formatleven invloed op de universeele kerk heeft gehad. De naam Ignatius van Loyola zal In dezen tot allen spreken, de naam Theresia van Avlla en Johannes van het Kruis tot velen, het aandeel van Spanje In het Trentsche con cilie en de na-Trentsche theologie zal een be perkte groep bereiken en overtuigen. De zaak is dat het Spaansche volk door büzondere om standigheden het Katholicisme meer heeft In- gelüfd dan andere, er meer en volstrekter uit heeft geleefd en er zün sociale ordening aan heeft ontleend. Dit heeft zün stempel op Spanje gezet. De Republiek heeft dit met het bekende artikel uit de Grondwet ongedaan willen ma ken. in theorie, en het daarna In feite willen be werkstelligen. Dit bleef niet bü een scheiding van Staat en Kerk, welke om redenen die wü Indertüd hebben uiteengezet, aanvaardbaar en verdedigbaar Is. Het voerde tot afbraak. tot slooplng van de Kerk, tot bestrüding van de Kerk in al haar organen en levensuitingen, den clerus, de geestelijke orden, het godsdienstig ge richte onderwüs.’de godsdienstig-maatschappe- pelüke instellingen. De knappe vreemdeling verwüderde zich, tus- schen de vroolüke groepen doorgaande, die zich gereed maakten voor een foxtrot. „Wat Is toch de liefde?" dacht ik, toen ik Francolse aan den arm van münheer de Rlves en Marianne aan dien van Maurice Darolles zich In de rü zag scharen. Hoe vreemd toch! Mün nicht bevindt zich In gezelschap van hem, dien zü, als ik mü niet vergis, bemint en Marianne met een, die haar onverschillig Is. En toch, beiden den er uit alsof zü naar een begrafenis gingen.... Maar de muziek, de dans, het vroolüke ge zelschap verjoegen weldra de melancholie van de gelukkige en de ongelukkige liefde. Bü beide danseressen steeg de thermometer en na een reeks van dansen, die mü ver van ons gewoon groepje hadden meegesleept, vond ik, toen Ik een oogenbllk aan ons tafeltje kwam uitrusten, een vroolüke Marianne en een opgeruimde Frangoise. .Apropos,” zei mün nicht, „Georges Feral is er ook." Apropos van wat? Ik heb het nooit vernomen. Zoo.... is hü er Des te beter, dan krügt Marinanne een danser naar haar zin en ik heb gelegenheid om mün waarnemingen te maken. .Dans je niet?” vroeg ik Fransolse. „Neen, ik moet wat uitrusten.” „Waar is münheer de Rlves?” „Ginds,” zü maakte een gebaar in de rich ting van het buffet en hernam: „Ik had «««i dorst.” sprekender was. Maar zooals hü zich vertoonde met zün donkere oogen en fün snorretje mis haagde hü mü absoluut niet en Ik droeg op Robert de sympathie over, die hü mü inspi reerde. Michel zat nog altüd aan zün dessert. „Ben Je nog niet klaar?" vroeg ik ongeduldig. ,Als je niet zooveel tüd voor Je toilet noodlg had gehad, zouden wü eerder hier geweest zün en Ik zou al lang klaar zün.” „Och, kinderen, wü hebben toch geen haast!” ^.1 tante Madeleine. Ik zag toen opeens Francoise de waterkaraf grüpen, haar glas vullen en het aan haar llp- brengen, hoewel zü een minuut te voren Michel bedankt had, die haar die lafenis had aangeboden. Er was beslist zeker iets.... Wat bracht haar zoozeer in verwarring? Was het münheer de Rlves, gepommadeerd, als door een ringetje te halen, die plotseling voor ons op dook? „Wat een prettige verrassing, dames!” riep hü uit. terwül hü zün buiging maakte. Tante Madeleine vertoonde haar liefsten glim lach, dien, welken zü bewaarde voor de gravin de Rehal. „Inderdaad, een prettige verrassing." antwoordde zü. „Bent u al lang hier münheer?” „Ik ben pas aangekomen en nam slechts den tüd om mü te verkleeden.” Tante vroeg hem nieuws van Parijs en van onze wederzüdsche kennissen. Zü was allerliefst en hü ook. Michel, die eindelijk genoeg van het dessert had, nam deel aan de conversatie en Francoise, die beurtelings bleek en rood was geworden, vergenoegde zich om kortaf te renmiddag? Of een anderen middag?? Waar om nu Juist vanmiddag?” „Omdat,” z’n dochter lachte hem vriende- lük toe „omdat een van Peter’s vrienden er is, en ik vind bet prettig, dat u eens kunt zien, met wat voor menschen we omgaan.” De deur der veranda ging open en Peter kwam binnen. Achter hem kwam Josuah Mey- rlck, die er een beetje onnooeel uitzag met z’n vlug opgerolde broekspüpen en een geïmpro viseerd vlindernetje in z’n hand. ..Papa,” zei Peter, „mijn vriend dr. Dalma- winitch.” „We hebben gekeverd,” zei Josuah, met Zte net wuivend. „Kevert u ook wel eens?” „Waarachtig niet”, riep dc ge neraal, en keek verschrikt, „ik ben in zaken.” Toen sprak hü tot z’n dochter: „wat bedoelt die snuiter eigenlük?” Gwendoline lachte: „Hü is een heel bekend - keverkundige, pappie," en toen, wat zaeht* „en één van Peter’s beste vriender»." De maaltijd verliep beter, dan Gwendoline had durven verhopen. Er was maar één be nauwd moment geweest, toen Josuah, die van de soep af steeds over kevers geredeneerd had, opeens den generaal aansprak en In een uiter ste poging om beleefd te zün, vroeg: „Wat ik zeggen wou, generaal, verzamelt u ook insec ten of wormen?” Gwendoline had -naar adem gesnakt en de generaal had naar z’n linkerheup getast, als zocht hü daar z’n degen. Dankbaar had de jonge vrouw Josuah zien vertrekken, en een uur had ze besteed, om d’r vader weer een goed humeur bü te brengen, terwül Peter op de Slnghafoon, opera-platen afdraalde. Toen de oude heer opetond om te ver! rsi keil, nam hü z’n dochter apart.” „Zeg Gwendoline,” zei hü- „Kun ju niet zorgen, dat Peter wat menschen kent, waar hij wat aan heeft? Die professor was niet kwaad maar daar komen jullie niet mee voor uit!" „Maar pappie....* „Ik probeer al twee maanden in connectie te komen met een man die hier woont. Ik wil hem een centrale verwarming verkoopen. En denk je, dat Peter me helpt? Geen zier. Hü komt met een wormenzoeker aanzetten!” „Met wlen wou u dan in connectie komen, vader? Misschien kent Peter hem.” „Peter?" riep de generaal. „Stel je voor.... Peter zou Josuah Meyrick kennen!” De laatste inzet rp oen eenigen, tüd geleden de linkse!» par- I ^en w®er de macht in handen kregen in Spanje heeft de, nu inmiddels president teworden. llnksche voorman Azana gezegd dat men aan de laatste poging tot vestiging van een democratisch gezag was toegekomen. Als deze mislukt, zoo heeft hü gezegd, dan zullen WU tot een extremistisch bewind van de recht se!» of llnksche partijen vervallen. Deze opmerking bracht mü de woorden van een Russisch Journalist te binnen die mü. in de eerste dagen van de Republiek, verzekerde dat men „met getelde passen, zeker en beslist, naar een Sovjet Spanje op weg was”. Het is dan ook waarschünlUk dat Azana het oog had op de toe nemende werkzaamheid der uiterst llnksche partüen, die In de oppositie-periode wel met nem samenwerkten ter verkrijging "van de macht, maar gereed waren om hem terzüde te duwen zoo spoedig zün bemiddeling en steun overbodig waren. Het rumoer rondom Largo Caballero e a. zal toch Azana beduchter hebben gemaakt dan de bewegingen der rechtsche partüen welke im mers. naar hü zelf heeft gezegd, slechte een fossiele rest van het verleden waren. Leven, ge- vaarlük, opbruisend leven met systematische actie zou van de uiterst llnksche groepeeringen toch eerder te vreezen zün dan van een „over leefde, in routine-denken beklemde” partü. waaruit hoogstens een groep Jongelui met een „uit Italië en Duitechland overgenomen pro gram” zou kunnen te voorschün treden? Hoe dan ook, Azana zelde klaar en bondig dat wanneer deze poging tot de vestiging van een republikeinse!), democratisch gezag faalde, een extremistische dictatuur zeker zou zün. Het loont dus zeker de moeite eens na te gaan wat de poging onder de auspiciën van Azana zal Inhouden. Te wenkbrauwen van Gwendoline Shan- 1 mond gingen op en neer, een teeken, dat ze nadacht. Vlug liep ze naar d’r echt genoot. „Hoor eens, Peter,” zei ze, „we kunnen d’r ons nog uitredden met wat comedle. Stel Jo suah voor onder een anderen naam. Zeg tegen papa, dat t een geleerde is, die hier lezingen houdt en zoo. Dat lukt wel. Je weet, pa is nog al onnooeel.” ,Ja,” zei Peter, „dat weet ik.” Z’n vrouw keek hem eens aan. HU ging den tuin In en vond daar z’n vriend. .Josuah,” zoo begon hü, „je bent een ge leerde, die lezingen houdt en zoo." De aangesprokene keek z’n gastheer Ietwat geamuseerd aan en trok stevig aan z’n ciga rillo. „Luister,” hernam Peter. „Je moet helpen. Gwendoline’s vader komt hier eten. Ze wil je laten doorgaan voor een geleerde met lezingen. Vin je t erg?” ,A1 wou ze me voor een veearts uitgeven,” lachte Josuah. „Waar hou ik lezingen over? Over kevers?" „Puik," beaamde Peter, achtig.” Toen ging hü naar z’n vrouw. „Hü zal zeggen, dat hü lezingen houdt over kevers.” Gwendoline keek een beetje bedenkelük, maar begreep, dat 't zoo maar moest. Al den tüd, dat ze tegen pa’s zin met Peter getrouwd was, had ze tegen dergelüke situaties moeten kampen. Pa had hun zes duizend dollar ge geven en gezegd: als ze één jaar lang ordelük huis hielden, soiled leefden, uit de schuld ble ven, met degelüke menschen omgingen, aan zou hu Peter In de firma opnemen. Ze had al eens een crisis doorstaan, toen Peter wat vroolUk thuis kwam, terwül haar vader er was. Toen had ze t gered, door Peter In bed te stoppen wat niet zoo makkeluk ging en hem te laten beweren, dat hü ziek was wat wél zoo makkeluk ging. Nu be greep ze; als haar vader snapte, dat Josuah Meyrick, mlllionnair, sportsman, bekend we- reldllng en ultgaander, Peter’s beste was.dan lag de zaak In de goot. Er werd gebeld. Ze deed open. Generaal Breedock, breed, grijs gekneveld, rood gezicht, stapte de kamer binnen. „Wel Gwendoline,” begon hü met zware stem de flesschen achter den divan rinkel den ervan „goed opgepast? Peter ook goed opgepest? Je ziet er waarachtig best uit." „Dank u, vader. Ik ben zoo blü, dat u van middag komt.” „Waarom vanmiddag? Waarom niet giste- centra welker gewicht en resultaten als norm gevend voor het geheel golden. Naar dit beeld is «en toekomstig Spanje ontworpen, een Industrieel en commercieel Spanje met Wfest- Europeesche, materialistische, doeleinden. Daar aan wordt toegevoegd, als essentieel bestand deel, het massa-onderricht In technische, ziel- looae, cultuur (met als hoogtepunt zooiete als onze H.B.S Spanje moet Ingeleid, Ingedeeld, worden In de inmiddels bankroet gaande West-Euro- peesche utilistische cultuur. Spanje Is echter een landbouwland met een goeddeels geestelüken en ..'—i materialistisch-utilistlschen volksaard. Spanje is naar wezen anders dan West-Europa. het is naar ligging en naar psychologie meer Oostersch, d.l. contemplatief en geestelük. Wür ziging van de uit den volksaard en de bodemge steldheid ontstane toestanden brengt ontwrich ting. zeer veel nadeel heeft Spanje gekend van de geïmproviseerde industrie van 19141920. Een goed deel van de oeconomische moeilükhe den van tegenwoordig zün daartoe te herleiden. Thans, in de algemeene crisis der afzetgebieden, Spanje in een kunstmatig industriallsme te voeren, moet schadelük werken. Evenmin kan men het .landbouwprobleem, dat door de ge- westelUke verschillen tot onderscheidene pro blemen moet worden uiteengelegd, door aan het Westen ontleende agrarische politiek oplossen. Ben Andaloezlër is geen niesche boer, en zün grond Is niet los van zün aard te beschouwen. Lost men, Ik noem een algemeen feit, de be sproei Ingskwestie op door verkaveling? WU men drastische maatregelen dan volge men de Moorse!» methode na. en deze landbouwpolitiek is slechte gewestelük bevredigend. Wat men nu doet is volkomen los van de gegeven werkelük- heid. De algemeene oeconomische en juridische wüzlging'komt als een vreemd element in het Spaansche wezen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 10