Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind
DE STRIJD IN PALESTINA
H
H
F 750.-
F 750.-
AT.I.F. ABONNÉ’S ongevallen ^nekiml toot een der
F 250.- “’T5
KOLONISEERINGSWERK
DE OORZAAK
TROOST.....
1
r—
^Cct w^Aaal uan den
De onbekende Verloofde I
DINSDAG 30 JUNI Ï936
-
De vergissing
Hoe de Paus leeft
r.,
gg
3
Engeland» taak is zeer
zwaar
Prinses Arthur van
Connaught
Er wordt op dit haakje van do
wereld oen der meeat gruwe
lijke en uitzichtlooze ge
vechten geleverd
-
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR LEMAIRE I
-
i’
Gf
ena. Hü
moest
-
HERMAN KRAMER
i
•fwachten
Wees
niet
Ben
hoofdhfük v
!t
JDot to
(Wordt verroiadJ
■5
Ik zal Je onze puddingsalon eens laten sten, cel de mulzen-
vader en nadat ze een heele hoop gangetjes waren doorge-
loopen. kwamen ze in een salon, waar een heele groote cho-
coladepuddlng stond. Vannacht gevonden, vertelde oe tnuis.
Och, wat mooi, cel Tuimeltje. Mag ik mün vriendjes ook eens
haten. Natuurlijk mocht hij dat en spoedig ging ie ook de
andere kaboutertjes stiekum halen.
l
Iten mijzelf te brengen, dat ik
wat fit zeg. Ik ben niet off!
>bert de Beaufeu. maar ik be-
zoodanlg."
„Mlchel. begrijp je daar iets van?"
Michel was niet aardig op dat oogenbllk. O,
e
Wat ben jij lief, antwoordde Tuimeltje. Ik cal Jou later ook
wel helpen hoor" en hij begon lekker te smullen. Maar toen hij
de appelbo'len op had kroop hij self ook eens door het gat en
zag dat hij in een mulzengang was. Overal hingen bordjes
waar op stond welke richting je uit moest om de een of an
dere lekkernij te vinden. En daar Tuimeltje daar maar al
te veel van hield liep te eens verder en kwam ten slotte aan
een huiskamer waar een heel muizengezin woonde,
mulzenvader, een muizenmoeder en een klein muisje.
„Denise en Mlchel, ik moet met jelui spreken,"
zei tante Madeleine, terwijl zij in de bibliotheek
trad, waar wij bezig waren met een collectie
postzegels. „Francoise, je kunt wel hier blijven."
Het plechtige air van tante verschrikte mij,
het was wat men sou noemen: een air de
circonstance.
Zjj ging vlak voor ons zitten en ik met mijn
meeat naïeven glimlach wachtte tot zij zich
ging verklaren.
„Denise, juffrouw Brlssot beweert dat je ver
loofd bent met mijnheer de Beaufeu. Nu sou Ik
willen weten, wat daar voor waars in to."
„Och, lieve tante het sou mij zeker verwon
derd hebben, als juf geen kletspraatjes had ver
kocht."
.Dentee, ik verbied je om zoo over mijn oude
vriendin te spreken. Ik vraag je eenvoudig wat
er waars is in hetgeen je haar Zaterdag gezegd
hebt."
„Tantetje, dte arme juf heeft de geve yn
mij zoo buil
meer weet,
verloofd met
schouw mij i
Hl, hl, lachte Tuimeltje, mag Ik hier binnenkomen? Gerust
hoor, zei de mulzenvader, we zijn heel blij dat we gezelschap
krijgen en ook het muteenmoedertje was heel vriéndelijk.
Daar hoorde Tuimeltje een klein meisje huilen en toen hij
eens rond loerde zag hij een wieg staan met een jong muisje
er in, dat een echt speentje had, net als de menzchenklnde-
ren.... Ja, zei moedermuls, dat kleine ding huilt heel den
ddag maar, en ze nam het kleine muisje in haar armen.
geverwan een overstelpenden Joodschen volks-
In 1920 waren er Palestijnsche Joden ten ge
tale van ongeveer 66.000; tien Jaar later waren
ze met 175.000, en In den loop der laatste vijf
r jaren steeg hun aantal tot 400.000. Alleen in
1935 zijn in Palestina 40.000 Joden aangeland.
Daarbij komt nog dat de Joden zeer kroostrijk
zijn. De Arabieren, die zoowat ten getale van
800.000 aanwezig zijn, kunnen dus met reden
beginnen te veronderstellen dat ze binnen 10
jaren zullen achterhaald of overtroefd zijn in
eigen land.
De Engelschen zijn onbetwistbaar zeer on
voorzichtig te werk gegaan, toen ze de Israë
lieten het vestiglngstempo zoo zeer hebben
laten versnellen. De gebeurtenissen In Dultsch-
land verklaren hun houding eenigszlns; des
niettemin was het een grove vergissing de ge
volgen van deze nieuwe politiek niet te over
sten.
Zooals genoeg bekend is, verontrusten de En
gelschen zich doorgaans niet om dingen die
komen kunnen en is hun levensregel, dat de
moeilijkheden van eiken dag volstaan om bet
BienscheliJk leven te vullen. Van deze wijsheid
hebben zij In Palestina misbruik gemaakt en
In elk geval te gebleken, dat niets voorbereid
was met het oog op den Arablschen opstand
die komen moest.
Een teekenend woord over dien opstand vin
den we in het Vlaamsche weekblad Elckerlyc,
van een schrijver die met Elegast teekent.
Het te reeds van midden April af dat onge
regeldheden er aan de orde van den dag zijn en
nog wordt thans door de Engelsche regeering
geen enkele mogelijke oplossing in het vooruit
zicht gesteld, zoo zegt hij. Het te niet de op
stand van verdrukten tegen volksvreemde heer-
schers, het geldt ook geenszins rassenstrüd of
verzet tegen al te partijdige houding van het
bestuur voor een gedeelte der bevolking. Het
is een strijd, die vanaf de eerste dagen van het
het gelaat van mijn droom, waarbij Ik de wer
kelijkheid vergat.
„Be je weer in de wolken?" vroeg Francotee.
„Ja, schat, maar nu weet ik waarheen mijn
gedachten gaan.”
ft doet, voelt ae zich gepasseerd en
je haar tegen Je."
doen met betrekking tot diens beide dochters
die belden dezelfde plaats innemen in de
troonsopvolging, en van wie (Indien de konlng
ongehuwd en kinderloos blijft) één ongetwijfeld
koningin van Engeland zal worden.
De Prinses is, evenals haar gemaal. Ko
ninklijke Hoogheid, maar voert bovendien den
tets logeren rang van „Hoogheid”, en wel
krachtens een beschikking van Edward VO, die
besliste dat de dochters van den Hertog van
Fife den titel van Prinses en het predlcaat
.Hoogheid” zouden voeren.
Bovendien te de Prinses als Hertogin van Fife
„Peeress in Her Own Right'’, dus niet Peeress
omdat zij de echtgenoote van een Peer te, en
dus diens rang heeft oo dezelfde manier als de
gemalin van een konlng koningin is, zonder
evenwel te regeeren of constitutioneel eenlg
gezag uit te oefenen. De Prinses is aldus het *i
eenige vrouwelijke lid der koninklijke familie,
dat zitting heeft in *t Hoogerhuls. Haar op
volger is haar oudste soon, de 23-jarige Graaf
van Macduff. Er zjjn op t oogenbllk nog 33
andere „Peereases in Their Own Right”, nJ.
zes gravinnen, twee burggravinnen en 15 ba
ronessen.
Tot de gravinnen behoort Lady Roberts of
Kandahar, de dochter van den beroemden veld
maarschalk- de erfgename van haar titel is
eveneens een vrouw. Lady Edwina Lewin.
Prins Arthur van Connaught to geen Peer,
evenmin als een van ’skonlngs broeders Peer
was (en dus zitting in t Hoogerhuls had) alvo
rens door hun vader tot Hertog te zün ver
heven. De titel en rang van Prins zijn niet
erfelijk, en ook niet adellijk, aoodat de aoon
van een Prins den titel zijns vaders niet erft.
Alleen de Peerstltels en -rechten gaan op de
nakomelingen over, aoodat de Onaf van Mac
duff wel bestemd te zijn moeder op te volgen
als Hertog van Fife, doch niet zijn vader als
prins van Connaught. Laatstgenoemde titel be
staat trouwens In t geheel niet, vint de prins
heet Arthur van Connaught, omdat zijn vader
Hertog van Connaught te, en daar hij boven
dien een prins (doch niet van Oonnaught) te,
wordt deze titel voor den naam geplaatst.
De vorstelijke en adellijke titels en rangen
van Groot-Brittannië vormen een wetenschap
op zichzelf en een zeer gecompliceerde De
tegenwoordige konlng was voor zijn troonsbe
stijging peer en lid van het Hoogerhuls, doch
niet als prins van Wales, maar als Hertog van
Cornwall. Zijn broers zijn peers, niet als prin
sen, doch als hertpgep van Ycr*. Gloucester ep
Kent, en zijn oud-oom als hertog van Oon
naught en Strathearn. Maar de „peerages" der
„Royal Dukes" ztfn niet erfelijk; véndaar dat
prins Arthur van Connaught bü den dood zijns
vaders niet Hertog van Connaught wordt.
of uw hnkorwicmlngaaite
wijzer steekt u netüürlijk
altoos tijdig uit, voor u *n
bocht naar links noemt
Weet u, dat zoo’n toeken
geen tooverstaf l«? En
„O, heelemaal niet, lieve moeder I Blijf mü
vertrouwen. Ate Denise het achter de mouw had,
als zy geveinsd was. dan konden wü ons onge
rust maken. Maar zij zegt mij alles. Niet waar,
Dentee, zoo te het?”
„Tot dusver heb ik Je altijd alles geaegd,”
antwoordde Ik voorzichtig.
Mijn tante stelt het grootste vertrouwen In
haar soon en haar gelaat toonde een volkomen
gerustheid aan.
„Wat voorbij is. te voorbij," hernam zij.
.Maar Dentee te veel te romanesk om haar zoo
zich te laten opwinden door een droom. Er mag
niets meer gebeuren."
Ik was verslagen. Wat zou er mij nog in
het leven overblijven, als ik beroofd werd van
hetgeen mijn geluk uitmaakt?
Toen wU alleen waren, zei Mlchel, dat Ik
niet moest wanhopen, hij zou te mijnen gunste
spreken en het vertrouwen van rijn moeder
herwinnen. HU sprak aoo overtuigd, dat ik weer
moed kreeg.
,4e bent een goede jongen, Mlchel," zei ik.
.Nooit zal ik vergeten wat Je voor mü doet.
Ik heb je wel een beetje geminacht, maar ik
houd toch erg veel van Je. Ja, ik heb Je ver
acht," ging ik voort, toen hij een protesteerend
gebaar maakte, „want in plaats van mü open
lijk bü te staan, heb Je gezegd, dat ik de kluts
kwüt raakte, dat ik op hol sloeg. Dat Is niet
aardig van je. maar ik vergeef je, want aan
jou aal ik mijn geluk te danken hebben."
Mlchel werd niet kwaad: wat een mooi karak
ter heeft hü tocht
WU waren nog niet aan het eind van onze
oe vraag je een matojs?". informeerde
Jan v. d. Meer bü zün vriend de Bruyu,
een verstokt vrijgezel.
,4e kan me even goed vragen waarom een
hond blaft en een kikker niet," antwoordde
deze grimifalg.
.Dat wil ik Je gerust vragen, maar bet is
een feit, dat het me op het oogenbllk totaa.
niet Interesseert. Ik wil alleen weten hce je een
meisje vraagt, aangezien ik van pian ben te
trouwen."
„Trouwen?" herhaalde de Bruyn en er
kwam een trek van afgrijzen op zün gelaat.
„Dat meen je niet. *t Zou te erg rijn."
Jk ben volkomen ernstig en JU praat al
leen maar zoo over de dingen, omdat JU nooit
een kans hebt gehad. Maar mün Willy la een
buitengewoon meisje. Als je haar eerst maar
eens gezien hebt, aal Je wel anders oordeeter..”
En Jan v. d. Meer liet een volledige beschrli
ving volgen van een blond. vroolük meisje met
blauwe oogen en duizenden buitengewone
eigenschappen. De beschrijving was enthousiast
en kwam uit bet hart en er was geen twijfel ot
Willy Verhagen moest een voortreffelijke Jon
gedame sUn. Zelfs-de Bruyn begon dat in te
sten.
•Je,” aal de vrijgezel nadenkend, „nou Je
dat allemaal zoo uitlegt, geloof ik zeker, dat ze
wel erg afwUkt van bet gewone soort. En ach,
als je nou per sé trouwen wilt, lukt het me
ook bet verstandigst, dat je er aoo een neemt.”
.Neemt;; neemt....." smaalde Jan. ,4e
doet precies of ik "t maar voor 1 zeggen heb.
Ik kan toch niet naar haar huls gaan, aan
bellen en aan de deur roepen: ,Jk neem dT
nutfur.9*
,N«e, dat gaat inderdaad niet.” moest ds
Bruyn toegeven. „Maar je moet wel naar haar
huls om met haar ouders te spreken. Ken je
haar ouders?"
„Ze heeft alleen nog haar moeder, dte te
al ongeveer acht Jaar weduwe, ik heb baar en
kele malen gesproken en ae te een aardige,
vrtendelUke vrouw.”
.Dan moet Je eerst met de moeder spre
ken. Je vertelt precies wat Je op het hart hebt
en wanneer Je bü haar even uitstekend rede
neert als zoojuist hier, dan voorspel Ik je veel
succes.”
.Dus ik moet vóór alles met de moeder
spreken?”
„Natuurlijk, kerel, wat dacht Je dan. Als
Je bet -
dan
-X
genaamde Fanarabtoche of ArabW-ontwaakt-
beweging. welke zich hoofdzakeiük tn de lan
den waar een aeker contact is tu.whsn Euro
peanen en Muzelmannen ontwikkelt.
Als eerste geweldige uiting dezer beweging
beeft de opstand in Palestina in ganscb de
Arabische wereld een sympathie gewonnen, die
heel snel tot daadwerkelüke actie van allen kan
overslaan. En ook dit moet Engeland tot waak
zaamheid en scherp politiek beleid in dezen be
dank elüken toestand aanwakkeren.
Wat thans minder aaudachtwekkend schUnt,
kan morgen seeds in bet brandpunt der be
langstelling van allen komen te staanl
Engelands taak te zeer zwaar.
an de wereld thans een der meest gru-
en uitzichtlooze gevechten geleverd
Den volgenden dag woonde Jan v. d. Meer
op kamers in een ander gedeelte van de stad.
Over trouwen praat hU tegenwoordig niet dan
met afschuw en Willy beeft oo gezag van haar
moeder leeren gelooven, dat Jan een vlegel te.
dte dames op gemeene wijze voor den gek
houdt.
Zionisme in het vooruitzicht moeet gesteld
worden.
Er ligt tets in van de geweldige tragiek die
eeuwen reeds op bet Joodsche volk drukt. Ver
spreid over den aardbol als geen ander volk ter
wereld, rustelooss zwervers op vreemde bodem,
wordt hun thans ook de oude vadergrond, waar
heen men meende hun stappen veilig te mogen
richten, met de kracht der wapenen betwist.
De Joodsche kolonisatie van Palestina heeft
door haar geweldigen aangroel gedurende de
laatst verloopen Jaren de oeroude bewoners van
het land, de zeer traditioneels en matige Ara
bieren aoodanlg opgeechrikt, dat se thans met
de hardnekkigheid die hun eigen te, een strüd
cm eigen beste hebben aangegaan, waartegen
het Engelsch bestuur thans krachtens de op
haar genorhen zending tegenweer moet stellen.
Het te duidelük dat een intense Jodenver
plaatsing naar Palestina, een verdringing van
de minder ontwikkelde Arabische bevolking met
zich moet brengen en in laatste instantie een
spoliatie dezer laatsten ten vocrdeele van de
eerste.
Van verzoeningspogingen kan er dan ook
door den aard der zaken zelf geen sprake zün
In dit conflict. De laatste officleele mededee-
llngen van Engelsche züde kunnen niet anders
dan de voor Engeland vernederende vaststel
lingen doen, dat de wanordelijkheden met den
dag uitbreiding nemen, dat de aanvallen op
politie en In leger talrüker worden, dat 'de Ara
bieren geregelde invallen doen op de Joodsche
centra, dat treinen worden aangevallen, en dat
weg-, spoor- en telefonische verbindingen het
voorwerp zün van allerlei sabotage.
Duidelük te het dat de eerste politiek van
Engeland, nJ. van bemiddeling en verzoening,
thans vrüwel opgegeven te, maar het bU)ft een
open vraag of de methode van hard tegen hard
hier wel vruchten kan afwerpen.
Volgens allerlei speciale berichten en corres
pondenties zouden de offlcieele mededeelingen
van,.Engelsche züde de zaken op zün zachtst
uitdrukken. Brandstichting, moord, treinaan
slagen zouden thans schering en Inslag zün,
roodst terecht mag gezegd worden dat op dit
hoekje - 1
welüke
wordt.
De „Nationale Haard”, door Lord Balfour des
tijds den Joden beloofd en met de humanitaire
en toekomstige pllchtwoorden van den naoor-
loglschen eeuwigen vredesroes opgehemeld, zou
dan toch tenslotte blUken een nieuwe teleur
stelling te zün voor diegenen, die na den laat
sten wereldbrand, oprecht, alle heil hadden
verwacht.
Het blükt thans een grove vergissing te zün
geweest, te meenen dat twee volkeren, zoo ver
schelden van elkaar op alle gebied, oprecht en
duurzaam zouden vermogen samen te werken
den dag dat men ze zoo maar bü elkaar zou
gooien. Er Is tusschen hen een te groot ver
schil van geaardheid en van kuituur en het al
te eng conservatisme en traditionalisme van
den autochtonen Arabier, alsmede de bewuste
superioriteit van den van elders gekomen Jood,
maken elke overbrugging of elk compromis tot
een utopie.
Krachtens zUn mandaatopdracht lil Palesti
na Is Engeland geroepen orde te handhaven,
wat er op neerkomt de door haar aangewakker
de Zionistische kolonisatie te beschermen. Het
heeft er den schün van dat Engeland zich met
energie aan de opgenomen taak wüdt. Twüfel-
achtlg te het echter of geweld hier een oplos
sing kan brengen. AnderzUds echter voelt leder
op dit oogenbllk, dat In een zoo diep in bloed
en have doorleefd en doorleden vraagstuk elke
formuul van samenwerking of verzoening louter
klinkklank te en onmogelük de gemoederen
einde aan de Muzelmannen niet den indruk te kan raken.
Van een algemeener, internationaal standpunt UM u dus_uw beurt moet
gezien mag de Arabische opstand niet tot «en
gelocallseerd oproer van misnoegen herleid
worden. Sensatloneete publicaties hebben den
laatsten tüd de aandacht gevestigd op de zoo-
stond zich In een vraag uiten: „Georges, hoe
veel meet Je van het hoofd tot, de voeten, zon
der schoenen?"
.Boe kom Je er toe om die vraag te stellen?"
zei hü lachend.
„Wel, hoeveel?"
„1 meter, 71 centimeter. Juffrouw Nieuwsgie
rig Aagje."
„Zooals Robert dus. En hoeveel van den eenen
schouder tot den anderen?"
,54 of 55 centimeter."
.precies als Robert, hü heeft dezelfde ge
stalte als Robert!!!”
Georges begreep er niets van. maar Mlchel
verwonderde er zich over, terwül Franfotee,
dte ik op de hoogte had gebracht, verklaarde,
dat 1.71 een normale lengte voor mannen was.
Tegelükertüd legde Mlchel aan Georges uit,
wat de oorzaak was van mUn verbüsterlng.
,Nu zul Je stügen in de achting van Denise,”
zei hü ten slotte.
„Georges heeft dat niet noodlg om mün
achting te winnen, plaaggeest van een Mlchel!"
Inderdaad door een nieuwen aanval van wroe
ging Jegens dien armen Georges sou ik mün
heftigheid hebben willen boeten en hem ver
giffenis vragen.
Wat later, toen op het strand de geur van
Royal Origan van den vatechen Robert.ik zei
nu den vatechen.... mü het beeld van mün
onbekenden verloofde voor den geest riep, zocht
ik met een blik de niet zoo füne silhouet van
Georges. De oogen half gesloten zag Ik hem
tegen het blauw van den hemel en de zee en
door een inspanning van mün wil gaf ik hem
wederwaardigheden, dien dag dat de regen in
stroomen neerviel en ons het uitgaan belette.
De post kwam dien dag wat laat en wü be
vonden ons in den salon. Tante had een brief
gekregen, terwül zü dien las, werd sü rood,
dan bleek, glimlachte en wendde zich tot baar
dochter: ..Lieveling 1"
Het was vreemd, maar Francoiae scheen erg
nieuwsgierig te zün. „Wat te er?" vroeg zü
Zichtbaar verbüsterd.
Tante aarzelde een oogenbllk, keek Mlchel
aan, dan juffrouw Brlssot en mü, maar dan
scheen zü zich er over heen te zetten, dat wü
aanwezig waren en reikte den brief aan Fran
chise toe, zeggende: „Liefje, dit te een brief
van mevrouw de Rehal Vicomte de Réves
vraagt je ten huwelük!”
Francotee werd aoo bleek, dat ik schrok.
Zou dat van blüdschap zün? Michel verkon
digde: .Dat te de drie en twintigste!" Juffrouw
Brlssot grinnikte van vreugde. Tante Madeleine
triomfeerde.
„Dezen keer, mijn schat, aal wel teder tevre
den zün, daar reken ik op. Je ziet wat
mevrouw de Rehal schrijft: Mün Jonge vriend
te geboeid door de bekoorlükheden van Fran-
COéee. ZUn persoonlük vermogen veroorlooft
hem naar de hand van uw allerliefste dochter
te dingen. Je vader kan hem niet beschuldigen,
dat hü loert op je bruidsschat.maar zeg dim’
toch iets, lieveling.... Lieve hemel, zü valt
flauw!"
Twee dagen later belde Jan v. d. Meer aan
het huls van de Weduwe Verhagen. HU
het dagmeisje, dat open deed, dat hü mevrouw
graag wilde spreken over een gewichtige aan
gelegenheid en reeds na enkele minuten zat hü
in de huiskamer tegenover de moeder van de
blauw-oogige Willy.
„En vertelt u me nu maar eens gauw.
*«*raan ik de eer van uw bezoek te danken
heb, münheer v. d. Meer," begon mevrouw Ver
hagen nieuwsgierig. „Is het een erg gewichtige
aangelegenheid?”
.^«ker, mevrouw." antwoordde Jan en hü
kon er niets aan doen, dat hü hevig kleurde
„zeker mevrouw, zeer gewichtig." En toen, zich
eensklaps vermannend, voegde hM er aan tt»-
„MUn levensgeluk staat op het spel."
„Werkelük?"
,4a, mevrouw. Ach, ziet u, 1 te zoo moetlük
om alles Ineens te vertellen. Ik kan er nachts
nauweUJks van slapen en overdag denk ik aan
niets anders. Dat te al zoo vanaf de eerste ont
moeting en ik wil nu eindelük eens ronduit met
u praten."
De weduwe glimlachte zeer vrisndelük en Jan
voelde fete van hoop In zün hart komen, toen
ae zei:
..Spreekt u gerust ronduit,
bang.”
v -T T inter en Zomer staat Pius XI om hall
VV zeven op, zoo vertelt de intranslgeant.
Zün eerste zorg is zelf het venster te
openen, dat over het Sint Pietersplein ultztet.
De particuliere appartementen bevinden zich
op de derde verdieping boven de weelderige
salons, waar recepties en audiënties gehouden
worden.
De slaapkamer is met den uitersten eenvoud
gemeubeld: een koperen ledikant, met damast
gedekt, een commode, die een spiegel draagt,
oen klein bureau van mahoniehout, waarop een
groot kruisbeeld van ebbenhout en ivoor troont,
vóór de vensters witte gocdUnen. aan de mu
ren geen schilderijen, behalve een beeltenis
van de madonna.
Vervolgens gaat de Paus naar de badkamer,
waar hü zich scheert. Dit vertrek is een door
den tegenwoordlgen Paus Ingevoerde nieuwig
heid. De particuliere woning omvat verder de
eetkamer, de kamers van de twee secretarte-
ren.de dien^tyertrekksn en etoddWk jJ». kapel,
aie Flut XI In de vroegere slaapkamer van
Benedictus XV heeft laten Inrichten. t
De huisknecht dient zün meester sinds Mgr.
Rattl tot aartsbisschop uitgeroepen werd. Hü
treedt het vertrek binnen, wanneer deze het
verlaten heeft.
Om half acht leest de Paus de H. Mis
in zün particuliere kapel, waarna het hoofd der
Kerk ontbüt met koffie en brood. Om half
negen daalt hü met do lift, want zün beenen
zün zwak, naar de bibliotheek Daar werkt en
ontvangt hü in particulier gehoor. Het eerste
bezoek te dat van Mgr. Pacelll, staatssecretaris,
die hem over de gebeurtenissen van den dag
onderhoudt. Daarna défileeren de andere
hooge personen.
De Paus neemt den koffiemaaltüd op onge
regelde uren. Het menu te sober: soep, een
vlreschschotel, kaas, fruit. Pius XI houdt veel
van naar Mllaneeschen trant bereide risotto.
Bü elk maal drinkt hü een glas rooden wün,
af en toe een kop koffie, zelden rookt hü een
sigaar. De Paus eet altüd alleen aan tafel. v
maar een secretaris leest hem onderwül kran- iw
ten en brieven voor. v f
Tegen half vüf laat hü zich met een kamer
heer in een auto door den tuin rijden. Om vüf
uur of half zes hervat hü de audiënties. Dan
komen zün vrienden en verwanten aan de
beurt. Eiken Vrijdag tegen ventr. boort
een Jezuïetenpater rijn biecht. Eindelük
werkt hü nog vier of vüf uur alleen in de
boekerij- Edison had hem een dlktafoon ten
geschenke gegeven, maar de Paus beeft het
toestel na enkele proeven weggeschonken, "m.
dicteert hü brieven aan een dactylograaf, lie
ver schrijft hü met eigen hand.
Om half elf keert hü in de eigen vertrekken
terug. Na bet gebed soupeert hü, hetzü met
koffie, hetzü niet soep of een ei met wat groen
ten en vruchten. Daarna nog een kort gesprek
met de secretarissen en de Paus trekt zich te
rug in zün slaapkamer, waar hü leest alvorens
de oogen te sluiten.
de edele ridder, die bereid te een lans te breken
voor de eer van zün dame! Hü grinnikte, haalde
de schouders op en zei ten laatste tot mün
diepe verontwaardiging: „Och, u weet wel, dat
Dentee af en toe de kluts kwüt raakt. Dus....”
„Dus te het niet waar, dat ik hem bemin en
dat hü mü bemint?" schreeuwde ik. „Dat ik
aan niets denk dan aan hem?"
„En daar weet ik niets van," viel mün tante
mü in de rede. JZoo iets gaat er om in mün
gezin zonder dat ik er iets van weet."
Mlchel ging naar zün moeder en kuste haar.
„Lief moesje, stel uw vertrouwen tn mü- Dentee
heeft niets gedaan, dat haar zou kunnen com-
promltteeren en ik evenmin. In de brieven, die
wü gewisseld hebben te niets dat u zou kunnen
verontrusten. Daar geef ik u mün woord op!”
„Het zün maar kinderachtigheden, dat wil Ik
wel gelooven, maar in elk geval permitteer ik
die correspondentie niet meer.”
„Tante, lieve tante.” riep ik uit, .zou het dan
zoo’n ongeluk zün als ik trouwde met mar
kies de Beaufeu als ik een hüwelük sloot vol
gens mün hart en mün neiging?”
.Dentee,” kwam Francotee tusschenbeiden,
„hoe kdh Je beweren, dat Je een man bemint,
dien Je nooit gezien hebt? Komaan, dat is
geen liefde!"
„Geen liefde? Prozaïsche Francotee, moet Je
dan de menschen gezien hebben om ze te be
minnen? Geloof Je dan niet aan zuivere liefde,
aan een ideaal gevoel, dat voedsel vindt in een
droom?”
„Onzin," zei tante verontwaardigd,
een ernstige zaak, Michel.*
ïkerlngsTOorwaarden tegen p ’/Kri bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door h* *7^0 bij een ongeval met
Ier volgende ultkeerlngen aJVFo verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen l wVFe doodelljken afloop
Wanneer op straat het asfalt kookt
Bn emelt van pure hitte.
Als fe niet weet hoe je dan wel
Moet loopen, staan of ritten,
Wanneer je. alles open set,
De deuren en de ramen,
En als je die barbaarsche zon
Slechts noemt met booze namen,
Wanneer je, selfs at doe je niets.
Amechtig zit te puffen.
Of voor je werk, trots je verset.
Gewoonweg zit te suffen.
Wanneer je al wat moeite kost
Het liefst maar sou vergeten,
En je, met sulk een hittegolf,
Niet denken kunt aan eten,
Wanneer je, moe en lui en lam.
Aan één stuk zit te gapen.
En west dat je den heelen nacht
Geen uur suit kunnen slapen,
Wanneer de menschheid, driekwart
dood,
Naar koelte zit te smachten,
Dan zegt zoo’n vent van *t AJi.P.:
„Geen nachtvorst te verwachten"/
En toen werd Jan wederom wetopn
zag in n gedachten het blonde m
zich en hü vertelde over de schoone toekomst,
die hü zich droomde met de vrouw, die hü lief
zang. Jk heb van dit geluk gedroomd, zm-
vrouw," nep de poëtische minnaar in vervoe
ring uit, .en ik ben nu eindelük tot u gekomen, 11
wantrtrkan mü dat geluk schenken, u kan den
droom werkelükheid doen worden. Zegt u toch
ja, mevrouw!"
En mevrouw Verhagen, dte in extase had toe
geluisterd. legde haar hand in zün hand en
fluisterde: ,4a.”
Jan vxl. Meer
had "t we) kun
nen uitjubelen.
Nu sou zün
wensch vervuld
worden. Hü had
de toestemming
van de moeder en
WiUy zou hem niet afwüren. ZUn geluk dig voor
bet grüpen.
Daten we naar Willy gaan,” onderbrak de
weduwe I’d mümerlng. ,DÜ moet nu alles we
ten.” Jan aarzelde niet en hand in hand wan
delden sa naar den tuin, waar in het prieel
bet meisje zat.
Verbaasd keek Willy op, toen se daar eens
klaps Jan zag staan, maar voor ze iets kon zeg
gen, kwam seeds de verklaring:
Uk kom Je een groote verrassing brengen,
kind,” zei haar moeder, „t Is iets heel büzon-
den, tets, dat me zelfs overvallen heeft en
waaraan ik nooit gedacht heb. Maar t te toëh
werkelükheid. Willy, kindlief. Je krijgt weer een
vader. Münheer v. d. Meer beeft zoo Juist mün
hand gevraagd en ik heb ja geaegd."
Toen klonk er ineens een schorre kreet. Jan
v. d. Meer werd doodsbleek en voor men wiet
wat er gebeurde, draaide hü zich om, rende de
gang door en verdween vla de straatdeur
„Wat is dat, Georges, lüd Je nog altüd pün
aan Je arm?" zei ik verschrikt.
en toe, maar het gaat al beter."
4n ik, die je van onhandigheid beschul
digde!” riep ik heftig uit. „Maar hoe kon ik
dat weten? Je klaagt nooit, spreekt er zelfs
hooit over!"
„Waarom zou ik er over spreken? Dat te geen
Prettig onderwerp voor het gesprek."
,4e had Je echter zooeven kunnen verdedi
gen, Georges, en mü zeggen dat ik een dwaas
meisje ben! O, als Je wist, hoe ik het betreur,
dat ik Je aoo afsnauwde!”
Dat overgroot berouw deed Mlche? schateren
en ook Frangotee lachte. De anderen waren
naar het tennisveld teruggegaan. Die goede
Georges keek mü verteederd aan.
Jta tóch, Georges,” zei mün neef, „mag Je
de Voorzienigheid danken, dat Je niet grooter
tent. Benige centimeters meer en je kreeg dien
kogel in je longen!"
Door die opmerking getroffen bekeek ik
Georges wat nauwkeurig. Hü was een beetje
kleiner dan Michel. Mün gedachte moest ter-
et gaat op *t oogenbllk niet voorspoedig
met den „Eigen Joodschen Haard" in Pa
lestina, die een der gevolgen van den oor
log fe geweest. Om voor de zaak der Geallieerden
den steun van *t Jodendom te verwerven, beloof
de de Britsche Regeering in 1917. bü monde
van den heer Balfour, op de meest formeels
wüze, dat een Jooctach Vaderland zou worden
ingericht in Palestina.
De belofte was gemakkelüker te doen dan te
houden, Immers Palestina behoorde in de eer
ste plaats aan zün bewoners, dat is te zeggen
aan de Arabieren, die vast besloten waren zich
niet te laten berooven zonder weerstand te
bieden.
De eerste hinderpalen werden overwonnen,
dank sü het vurig proselitisme van de eerste
apostelen van het Zionisme, waaronder Chaïm
Weizman, laatste afstammeling van een ge
slacht van Joodsche profeten, en vooral dank
zü stroomen geld en goud.
Duizenden en nog eens duizenden Joden,
meest herkomstig uit Mldden-Europs, kwamen
zich dus, na een afwezigheid van zooveel gene
nces, In het land hunner vaderen vestigen.
Met Engelschen steun en onder Engelsche
bescherming hebben se er in een 15-tal jaren
tüds een grootschen arbeid verricht: steden
werden gesticht waaronder Tel-Avlv, dat
thans meer dan 130.000 inwoners telt braak
liggende gronden werden ontgonnen en ont-
zaglüke boomgaarden aangelegd voor de teelt
van sinaasappelen en pompelmoezen, waarvan
de opbrengsten weldra op alle markten ter we
reld te vinden waren.
Dit Joodsche koloniseeringswerk heeft me
thoden aangewend, waarop de aandacht dient
gevestigd, want het zün jutet die methoden die
dfcn Arablschen opstand hebben ultgelokt, welks
thans Palestina te vuur en te zwaard teistert.
De meeste koloniale staten, Engeland, Frankrijk,
Noord-Nederland en zelfs het vooroorlogsche
Duitschland stuurden hoofdzakeiük naar hun
koloniën kapitalen en een leidend personeel, de
verdere arbeidskracht werd aangeworven onder
de inboorlingen. De Joden gaan anders te werk.
zü sturen naar Palestina niet alleen kapitalen
en leidende elementen, maar tevens een pro
letariaat van landbouwers en werklieden, aldus
van de bevolkingspolitiek hoofdzaak makende.
De Arabieren leven dus onder de bedreiging
van een volledige verdringing op korten ter-
mün. Zü zün bedreigd niet alleen met het ver
lies van den bodem, maar ook met volledige
werkloosheid.
De Engelschen gaven zich rekenschap van het
gevaar; ook zorgden zü er voor, ten minste tn
de eerste Jaren de vestiging te beperken, ten
w-k rinses Arthur van Connaught heeft een
k* ernstige operatie ondergaan blükens
de bulletins met goed gevolg. Deze 45-
jarige achterkleindochter van koningin Vic
toria mag zich reeds sinds 1938 niet in een
zeer gunstige gezondheid verheugend. Zü heeft
meer dan één operatie ondergaan, en die wel
ke thans plaats had, heeft bü de koninklüke
familie eenige ontsteltenis veroorzaakt, daar er
onverwacht toe besloten werd. Prins Arthur
van Qpnnaught, haar gemaal, bevond zich in
*t Westen van Engeland, waar hü een vacantte
doorbtpcht met visschen in de Wye. de vtoch-
rijkste rivier aan deze züde van de Schotsche
grens, en moest in allerül naar Londen terug-
keeren.
Ook de konlng en de schoonvader der prinses,
de hertog van Connaught, wisten niet dat een
operatie zou plaats hebben en werden er op 1
laatste oogenbllk telefonisch van in kennis ge
steld.
Prinses Arthur van Connaught staat tot ko
ningin Victoria tn dezelfde familiebetrekking
als de konlng; haar echtgenoot, ofschoon acht
Jaren ouder dan zü, behoort tot een oudere
generatie, aangezien hü een kleinzoon van
koningin Victoria is. Zün vader, de 86-jarige
Hertog van Connaught, is de laatste over
levende zoon der groote koningin, hoewel hü
nog een jongeren broer en zuster had.
Prinses Arthur is de oudste dochter van prin
ses Louise Victoria Alexandra Dagmar, die op
haar beurt de oudste dochter was van Ed
ward VU en van. dezen den titel van Princess
Royal ontving. Haar vader was de Hertog van
Fife, en toen deae den 39sten Januari 1912
stierf, ging krachtens een speciaal besluit het
Hertogdom over op zün dochters.
Terwül krachtens de Engelsche wet peerages
uitsluitend overgaan op den oudsten zoon, be
zit, indien uit een huwelük alleen dochters ge
boren worden, de oudste geen „eerstgeboorte
recht”. Alle dochters hebben gelüke aanspraken
op titels en erfelüke bezittingen, maar deze
kunnen niet verdeeld worden, zoodat bü spe
ciaal besluit uitgemaakt wordt wie erfgename
en opvolgster zün zal. Dit geval zal zich, indfen
de Hertog van York geen zoon krijgt, ook voor-
Q6
row H<ët
ImuizchOnulhui.
Izw-TMIWU- opqgl