Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind DE STRIJD IN PALESTINA H H F 750.- F 750.- AT.I.F. ABONNÉ’S ongevallen ^nekiml toot een der F 250.- “’T5 KOLONISEERINGSWERK DE OORZAAK TROOST..... 1 r— ^Cct w^Aaal uan den De onbekende Verloofde I DINSDAG 30 JUNI Ï936 - De vergissing Hoe de Paus leeft r., gg 3 Engeland» taak is zeer zwaar Prinses Arthur van Connaught Er wordt op dit haakje van do wereld oen der meeat gruwe lijke en uitzichtlooze ge vechten geleverd - AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR LEMAIRE I - i’ Gf ena. Hü moest - HERMAN KRAMER i •fwachten Wees niet Ben hoofdhfük v !t JDot to (Wordt verroiadJ ■5 Ik zal Je onze puddingsalon eens laten sten, cel de mulzen- vader en nadat ze een heele hoop gangetjes waren doorge- loopen. kwamen ze in een salon, waar een heele groote cho- coladepuddlng stond. Vannacht gevonden, vertelde oe tnuis. Och, wat mooi, cel Tuimeltje. Mag ik mün vriendjes ook eens haten. Natuurlijk mocht hij dat en spoedig ging ie ook de andere kaboutertjes stiekum halen. l Iten mijzelf te brengen, dat ik wat fit zeg. Ik ben niet off! >bert de Beaufeu. maar ik be- zoodanlg." „Mlchel. begrijp je daar iets van?" Michel was niet aardig op dat oogenbllk. O, e Wat ben jij lief, antwoordde Tuimeltje. Ik cal Jou later ook wel helpen hoor" en hij begon lekker te smullen. Maar toen hij de appelbo'len op had kroop hij self ook eens door het gat en zag dat hij in een mulzengang was. Overal hingen bordjes waar op stond welke richting je uit moest om de een of an dere lekkernij te vinden. En daar Tuimeltje daar maar al te veel van hield liep te eens verder en kwam ten slotte aan een huiskamer waar een heel muizengezin woonde, mulzenvader, een muizenmoeder en een klein muisje. „Denise en Mlchel, ik moet met jelui spreken," zei tante Madeleine, terwijl zij in de bibliotheek trad, waar wij bezig waren met een collectie postzegels. „Francoise, je kunt wel hier blijven." Het plechtige air van tante verschrikte mij, het was wat men sou noemen: een air de circonstance. Zjj ging vlak voor ons zitten en ik met mijn meeat naïeven glimlach wachtte tot zij zich ging verklaren. „Denise, juffrouw Brlssot beweert dat je ver loofd bent met mijnheer de Beaufeu. Nu sou Ik willen weten, wat daar voor waars in to." „Och, lieve tante het sou mij zeker verwon derd hebben, als juf geen kletspraatjes had ver kocht." .Dentee, ik verbied je om zoo over mijn oude vriendin te spreken. Ik vraag je eenvoudig wat er waars is in hetgeen je haar Zaterdag gezegd hebt." „Tantetje, dte arme juf heeft de geve yn mij zoo buil meer weet, verloofd met schouw mij i Hl, hl, lachte Tuimeltje, mag Ik hier binnenkomen? Gerust hoor, zei de mulzenvader, we zijn heel blij dat we gezelschap krijgen en ook het muteenmoedertje was heel vriéndelijk. Daar hoorde Tuimeltje een klein meisje huilen en toen hij eens rond loerde zag hij een wieg staan met een jong muisje er in, dat een echt speentje had, net als de menzchenklnde- ren.... Ja, zei moedermuls, dat kleine ding huilt heel den ddag maar, en ze nam het kleine muisje in haar armen. geverwan een overstelpenden Joodschen volks- In 1920 waren er Palestijnsche Joden ten ge tale van ongeveer 66.000; tien Jaar later waren ze met 175.000, en In den loop der laatste vijf r jaren steeg hun aantal tot 400.000. Alleen in 1935 zijn in Palestina 40.000 Joden aangeland. Daarbij komt nog dat de Joden zeer kroostrijk zijn. De Arabieren, die zoowat ten getale van 800.000 aanwezig zijn, kunnen dus met reden beginnen te veronderstellen dat ze binnen 10 jaren zullen achterhaald of overtroefd zijn in eigen land. De Engelschen zijn onbetwistbaar zeer on voorzichtig te werk gegaan, toen ze de Israë lieten het vestiglngstempo zoo zeer hebben laten versnellen. De gebeurtenissen In Dultsch- land verklaren hun houding eenigszlns; des niettemin was het een grove vergissing de ge volgen van deze nieuwe politiek niet te over sten. Zooals genoeg bekend is, verontrusten de En gelschen zich doorgaans niet om dingen die komen kunnen en is hun levensregel, dat de moeilijkheden van eiken dag volstaan om bet BienscheliJk leven te vullen. Van deze wijsheid hebben zij In Palestina misbruik gemaakt en In elk geval te gebleken, dat niets voorbereid was met het oog op den Arablschen opstand die komen moest. Een teekenend woord over dien opstand vin den we in het Vlaamsche weekblad Elckerlyc, van een schrijver die met Elegast teekent. Het te reeds van midden April af dat onge regeldheden er aan de orde van den dag zijn en nog wordt thans door de Engelsche regeering geen enkele mogelijke oplossing in het vooruit zicht gesteld, zoo zegt hij. Het te niet de op stand van verdrukten tegen volksvreemde heer- schers, het geldt ook geenszins rassenstrüd of verzet tegen al te partijdige houding van het bestuur voor een gedeelte der bevolking. Het is een strijd, die vanaf de eerste dagen van het het gelaat van mijn droom, waarbij Ik de wer kelijkheid vergat. „Be je weer in de wolken?" vroeg Francotee. „Ja, schat, maar nu weet ik waarheen mijn gedachten gaan.” ft doet, voelt ae zich gepasseerd en je haar tegen Je." doen met betrekking tot diens beide dochters die belden dezelfde plaats innemen in de troonsopvolging, en van wie (Indien de konlng ongehuwd en kinderloos blijft) één ongetwijfeld koningin van Engeland zal worden. De Prinses is, evenals haar gemaal. Ko ninklijke Hoogheid, maar voert bovendien den tets logeren rang van „Hoogheid”, en wel krachtens een beschikking van Edward VO, die besliste dat de dochters van den Hertog van Fife den titel van Prinses en het predlcaat .Hoogheid” zouden voeren. Bovendien te de Prinses als Hertogin van Fife „Peeress in Her Own Right'’, dus niet Peeress omdat zij de echtgenoote van een Peer te, en dus diens rang heeft oo dezelfde manier als de gemalin van een konlng koningin is, zonder evenwel te regeeren of constitutioneel eenlg gezag uit te oefenen. De Prinses is aldus het *i eenige vrouwelijke lid der koninklijke familie, dat zitting heeft in *t Hoogerhuls. Haar op volger is haar oudste soon, de 23-jarige Graaf van Macduff. Er zjjn op t oogenbllk nog 33 andere „Peereases in Their Own Right”, nJ. zes gravinnen, twee burggravinnen en 15 ba ronessen. Tot de gravinnen behoort Lady Roberts of Kandahar, de dochter van den beroemden veld maarschalk- de erfgename van haar titel is eveneens een vrouw. Lady Edwina Lewin. Prins Arthur van Connaught to geen Peer, evenmin als een van ’skonlngs broeders Peer was (en dus zitting in t Hoogerhuls had) alvo rens door hun vader tot Hertog te zün ver heven. De titel en rang van Prins zijn niet erfelijk, en ook niet adellijk, aoodat de aoon van een Prins den titel zijns vaders niet erft. Alleen de Peerstltels en -rechten gaan op de nakomelingen over, aoodat de Onaf van Mac duff wel bestemd te zijn moeder op te volgen als Hertog van Fife, doch niet zijn vader als prins van Connaught. Laatstgenoemde titel be staat trouwens In t geheel niet, vint de prins heet Arthur van Connaught, omdat zijn vader Hertog van Connaught te, en daar hij boven dien een prins (doch niet van Oonnaught) te, wordt deze titel voor den naam geplaatst. De vorstelijke en adellijke titels en rangen van Groot-Brittannië vormen een wetenschap op zichzelf en een zeer gecompliceerde De tegenwoordige konlng was voor zijn troonsbe stijging peer en lid van het Hoogerhuls, doch niet als prins van Wales, maar als Hertog van Cornwall. Zijn broers zijn peers, niet als prin sen, doch als hertpgep van Ycr*. Gloucester ep Kent, en zijn oud-oom als hertog van Oon naught en Strathearn. Maar de „peerages" der „Royal Dukes" ztfn niet erfelijk; véndaar dat prins Arthur van Connaught bü den dood zijns vaders niet Hertog van Connaught wordt. of uw hnkorwicmlngaaite wijzer steekt u netüürlijk altoos tijdig uit, voor u *n bocht naar links noemt Weet u, dat zoo’n toeken geen tooverstaf l«? En „O, heelemaal niet, lieve moeder I Blijf mü vertrouwen. Ate Denise het achter de mouw had, als zy geveinsd was. dan konden wü ons onge rust maken. Maar zij zegt mij alles. Niet waar, Dentee, zoo te het?” „Tot dusver heb ik Je altijd alles geaegd,” antwoordde Ik voorzichtig. Mijn tante stelt het grootste vertrouwen In haar soon en haar gelaat toonde een volkomen gerustheid aan. „Wat voorbij is. te voorbij," hernam zij. .Maar Dentee te veel te romanesk om haar zoo zich te laten opwinden door een droom. Er mag niets meer gebeuren." Ik was verslagen. Wat zou er mij nog in het leven overblijven, als ik beroofd werd van hetgeen mijn geluk uitmaakt? Toen wU alleen waren, zei Mlchel, dat Ik niet moest wanhopen, hij zou te mijnen gunste spreken en het vertrouwen van rijn moeder herwinnen. HU sprak aoo overtuigd, dat ik weer moed kreeg. ,4e bent een goede jongen, Mlchel," zei ik. .Nooit zal ik vergeten wat Je voor mü doet. Ik heb je wel een beetje geminacht, maar ik houd toch erg veel van Je. Ja, ik heb Je ver acht," ging ik voort, toen hij een protesteerend gebaar maakte, „want in plaats van mü open lijk bü te staan, heb Je gezegd, dat ik de kluts kwüt raakte, dat ik op hol sloeg. Dat Is niet aardig van je. maar ik vergeef je, want aan jou aal ik mijn geluk te danken hebben." Mlchel werd niet kwaad: wat een mooi karak ter heeft hü tocht WU waren nog niet aan het eind van onze oe vraag je een matojs?". informeerde Jan v. d. Meer bü zün vriend de Bruyu, een verstokt vrijgezel. ,4e kan me even goed vragen waarom een hond blaft en een kikker niet," antwoordde deze grimifalg. .Dat wil ik Je gerust vragen, maar bet is een feit, dat het me op het oogenbllk totaa. niet Interesseert. Ik wil alleen weten hce je een meisje vraagt, aangezien ik van pian ben te trouwen." „Trouwen?" herhaalde de Bruyn en er kwam een trek van afgrijzen op zün gelaat. „Dat meen je niet. *t Zou te erg rijn." Jk ben volkomen ernstig en JU praat al leen maar zoo over de dingen, omdat JU nooit een kans hebt gehad. Maar mün Willy la een buitengewoon meisje. Als je haar eerst maar eens gezien hebt, aal Je wel anders oordeeter..” En Jan v. d. Meer liet een volledige beschrli ving volgen van een blond. vroolük meisje met blauwe oogen en duizenden buitengewone eigenschappen. De beschrijving was enthousiast en kwam uit bet hart en er was geen twijfel ot Willy Verhagen moest een voortreffelijke Jon gedame sUn. Zelfs-de Bruyn begon dat in te sten. •Je,” aal de vrijgezel nadenkend, „nou Je dat allemaal zoo uitlegt, geloof ik zeker, dat ze wel erg afwUkt van bet gewone soort. En ach, als je nou per sé trouwen wilt, lukt het me ook bet verstandigst, dat je er aoo een neemt.” .Neemt;; neemt....." smaalde Jan. ,4e doet precies of ik "t maar voor 1 zeggen heb. Ik kan toch niet naar haar huls gaan, aan bellen en aan de deur roepen: ,Jk neem dT nutfur.9* ,N«e, dat gaat inderdaad niet.” moest ds Bruyn toegeven. „Maar je moet wel naar haar huls om met haar ouders te spreken. Ken je haar ouders?" „Ze heeft alleen nog haar moeder, dte te al ongeveer acht Jaar weduwe, ik heb baar en kele malen gesproken en ae te een aardige, vrtendelUke vrouw.” .Dan moet Je eerst met de moeder spre ken. Je vertelt precies wat Je op het hart hebt en wanneer Je bü haar even uitstekend rede neert als zoojuist hier, dan voorspel Ik je veel succes.” .Dus ik moet vóór alles met de moeder spreken?” „Natuurlijk, kerel, wat dacht Je dan. Als Je bet - dan -X genaamde Fanarabtoche of ArabW-ontwaakt- beweging. welke zich hoofdzakeiük tn de lan den waar een aeker contact is tu.whsn Euro peanen en Muzelmannen ontwikkelt. Als eerste geweldige uiting dezer beweging beeft de opstand in Palestina in ganscb de Arabische wereld een sympathie gewonnen, die heel snel tot daadwerkelüke actie van allen kan overslaan. En ook dit moet Engeland tot waak zaamheid en scherp politiek beleid in dezen be dank elüken toestand aanwakkeren. Wat thans minder aaudachtwekkend schUnt, kan morgen seeds in bet brandpunt der be langstelling van allen komen te staanl Engelands taak te zeer zwaar. an de wereld thans een der meest gru- en uitzichtlooze gevechten geleverd Den volgenden dag woonde Jan v. d. Meer op kamers in een ander gedeelte van de stad. Over trouwen praat hU tegenwoordig niet dan met afschuw en Willy beeft oo gezag van haar moeder leeren gelooven, dat Jan een vlegel te. dte dames op gemeene wijze voor den gek houdt. Zionisme in het vooruitzicht moeet gesteld worden. Er ligt tets in van de geweldige tragiek die eeuwen reeds op bet Joodsche volk drukt. Ver spreid over den aardbol als geen ander volk ter wereld, rustelooss zwervers op vreemde bodem, wordt hun thans ook de oude vadergrond, waar heen men meende hun stappen veilig te mogen richten, met de kracht der wapenen betwist. De Joodsche kolonisatie van Palestina heeft door haar geweldigen aangroel gedurende de laatst verloopen Jaren de oeroude bewoners van het land, de zeer traditioneels en matige Ara bieren aoodanlg opgeechrikt, dat se thans met de hardnekkigheid die hun eigen te, een strüd cm eigen beste hebben aangegaan, waartegen het Engelsch bestuur thans krachtens de op haar genorhen zending tegenweer moet stellen. Het te duidelük dat een intense Jodenver plaatsing naar Palestina, een verdringing van de minder ontwikkelde Arabische bevolking met zich moet brengen en in laatste instantie een spoliatie dezer laatsten ten vocrdeele van de eerste. Van verzoeningspogingen kan er dan ook door den aard der zaken zelf geen sprake zün In dit conflict. De laatste officleele mededee- llngen van Engelsche züde kunnen niet anders dan de voor Engeland vernederende vaststel lingen doen, dat de wanordelijkheden met den dag uitbreiding nemen, dat de aanvallen op politie en In leger talrüker worden, dat 'de Ara bieren geregelde invallen doen op de Joodsche centra, dat treinen worden aangevallen, en dat weg-, spoor- en telefonische verbindingen het voorwerp zün van allerlei sabotage. Duidelük te het dat de eerste politiek van Engeland, nJ. van bemiddeling en verzoening, thans vrüwel opgegeven te, maar het bU)ft een open vraag of de methode van hard tegen hard hier wel vruchten kan afwerpen. Volgens allerlei speciale berichten en corres pondenties zouden de offlcieele mededeelingen van,.Engelsche züde de zaken op zün zachtst uitdrukken. Brandstichting, moord, treinaan slagen zouden thans schering en Inslag zün, roodst terecht mag gezegd worden dat op dit hoekje - 1 welüke wordt. De „Nationale Haard”, door Lord Balfour des tijds den Joden beloofd en met de humanitaire en toekomstige pllchtwoorden van den naoor- loglschen eeuwigen vredesroes opgehemeld, zou dan toch tenslotte blUken een nieuwe teleur stelling te zün voor diegenen, die na den laat sten wereldbrand, oprecht, alle heil hadden verwacht. Het blükt thans een grove vergissing te zün geweest, te meenen dat twee volkeren, zoo ver schelden van elkaar op alle gebied, oprecht en duurzaam zouden vermogen samen te werken den dag dat men ze zoo maar bü elkaar zou gooien. Er Is tusschen hen een te groot ver schil van geaardheid en van kuituur en het al te eng conservatisme en traditionalisme van den autochtonen Arabier, alsmede de bewuste superioriteit van den van elders gekomen Jood, maken elke overbrugging of elk compromis tot een utopie. Krachtens zUn mandaatopdracht lil Palesti na Is Engeland geroepen orde te handhaven, wat er op neerkomt de door haar aangewakker de Zionistische kolonisatie te beschermen. Het heeft er den schün van dat Engeland zich met energie aan de opgenomen taak wüdt. Twüfel- achtlg te het echter of geweld hier een oplos sing kan brengen. AnderzUds echter voelt leder op dit oogenbllk, dat In een zoo diep in bloed en have doorleefd en doorleden vraagstuk elke formuul van samenwerking of verzoening louter klinkklank te en onmogelük de gemoederen einde aan de Muzelmannen niet den indruk te kan raken. Van een algemeener, internationaal standpunt UM u dus_uw beurt moet gezien mag de Arabische opstand niet tot «en gelocallseerd oproer van misnoegen herleid worden. Sensatloneete publicaties hebben den laatsten tüd de aandacht gevestigd op de zoo- stond zich In een vraag uiten: „Georges, hoe veel meet Je van het hoofd tot, de voeten, zon der schoenen?" .Boe kom Je er toe om die vraag te stellen?" zei hü lachend. „Wel, hoeveel?" „1 meter, 71 centimeter. Juffrouw Nieuwsgie rig Aagje." „Zooals Robert dus. En hoeveel van den eenen schouder tot den anderen?" ,54 of 55 centimeter." .precies als Robert, hü heeft dezelfde ge stalte als Robert!!!” Georges begreep er niets van. maar Mlchel verwonderde er zich over, terwül Franfotee, dte ik op de hoogte had gebracht, verklaarde, dat 1.71 een normale lengte voor mannen was. Tegelükertüd legde Mlchel aan Georges uit, wat de oorzaak was van mUn verbüsterlng. ,Nu zul Je stügen in de achting van Denise,” zei hü ten slotte. „Georges heeft dat niet noodlg om mün achting te winnen, plaaggeest van een Mlchel!" Inderdaad door een nieuwen aanval van wroe ging Jegens dien armen Georges sou ik mün heftigheid hebben willen boeten en hem ver giffenis vragen. Wat later, toen op het strand de geur van Royal Origan van den vatechen Robert.ik zei nu den vatechen.... mü het beeld van mün onbekenden verloofde voor den geest riep, zocht ik met een blik de niet zoo füne silhouet van Georges. De oogen half gesloten zag Ik hem tegen het blauw van den hemel en de zee en door een inspanning van mün wil gaf ik hem wederwaardigheden, dien dag dat de regen in stroomen neerviel en ons het uitgaan belette. De post kwam dien dag wat laat en wü be vonden ons in den salon. Tante had een brief gekregen, terwül zü dien las, werd sü rood, dan bleek, glimlachte en wendde zich tot baar dochter: ..Lieveling 1" Het was vreemd, maar Francoiae scheen erg nieuwsgierig te zün. „Wat te er?" vroeg zü Zichtbaar verbüsterd. Tante aarzelde een oogenbllk, keek Mlchel aan, dan juffrouw Brlssot en mü, maar dan scheen zü zich er over heen te zetten, dat wü aanwezig waren en reikte den brief aan Fran chise toe, zeggende: „Liefje, dit te een brief van mevrouw de Rehal Vicomte de Réves vraagt je ten huwelük!” Francotee werd aoo bleek, dat ik schrok. Zou dat van blüdschap zün? Michel verkon digde: .Dat te de drie en twintigste!" Juffrouw Brlssot grinnikte van vreugde. Tante Madeleine triomfeerde. „Dezen keer, mijn schat, aal wel teder tevre den zün, daar reken ik op. Je ziet wat mevrouw de Rehal schrijft: Mün Jonge vriend te geboeid door de bekoorlükheden van Fran- COéee. ZUn persoonlük vermogen veroorlooft hem naar de hand van uw allerliefste dochter te dingen. Je vader kan hem niet beschuldigen, dat hü loert op je bruidsschat.maar zeg dim’ toch iets, lieveling.... Lieve hemel, zü valt flauw!" Twee dagen later belde Jan v. d. Meer aan het huls van de Weduwe Verhagen. HU het dagmeisje, dat open deed, dat hü mevrouw graag wilde spreken over een gewichtige aan gelegenheid en reeds na enkele minuten zat hü in de huiskamer tegenover de moeder van de blauw-oogige Willy. „En vertelt u me nu maar eens gauw. *«*raan ik de eer van uw bezoek te danken heb, münheer v. d. Meer," begon mevrouw Ver hagen nieuwsgierig. „Is het een erg gewichtige aangelegenheid?” .^«ker, mevrouw." antwoordde Jan en hü kon er niets aan doen, dat hü hevig kleurde „zeker mevrouw, zeer gewichtig." En toen, zich eensklaps vermannend, voegde hM er aan tt»- „MUn levensgeluk staat op het spel." „Werkelük?" ,4a, mevrouw. Ach, ziet u, 1 te zoo moetlük om alles Ineens te vertellen. Ik kan er nachts nauweUJks van slapen en overdag denk ik aan niets anders. Dat te al zoo vanaf de eerste ont moeting en ik wil nu eindelük eens ronduit met u praten." De weduwe glimlachte zeer vrisndelük en Jan voelde fete van hoop In zün hart komen, toen ae zei: ..Spreekt u gerust ronduit, bang.” v -T T inter en Zomer staat Pius XI om hall VV zeven op, zoo vertelt de intranslgeant. Zün eerste zorg is zelf het venster te openen, dat over het Sint Pietersplein ultztet. De particuliere appartementen bevinden zich op de derde verdieping boven de weelderige salons, waar recepties en audiënties gehouden worden. De slaapkamer is met den uitersten eenvoud gemeubeld: een koperen ledikant, met damast gedekt, een commode, die een spiegel draagt, oen klein bureau van mahoniehout, waarop een groot kruisbeeld van ebbenhout en ivoor troont, vóór de vensters witte gocdUnen. aan de mu ren geen schilderijen, behalve een beeltenis van de madonna. Vervolgens gaat de Paus naar de badkamer, waar hü zich scheert. Dit vertrek is een door den tegenwoordlgen Paus Ingevoerde nieuwig heid. De particuliere woning omvat verder de eetkamer, de kamers van de twee secretarte- ren.de dien^tyertrekksn en etoddWk jJ». kapel, aie Flut XI In de vroegere slaapkamer van Benedictus XV heeft laten Inrichten. t De huisknecht dient zün meester sinds Mgr. Rattl tot aartsbisschop uitgeroepen werd. Hü treedt het vertrek binnen, wanneer deze het verlaten heeft. Om half acht leest de Paus de H. Mis in zün particuliere kapel, waarna het hoofd der Kerk ontbüt met koffie en brood. Om half negen daalt hü met do lift, want zün beenen zün zwak, naar de bibliotheek Daar werkt en ontvangt hü in particulier gehoor. Het eerste bezoek te dat van Mgr. Pacelll, staatssecretaris, die hem over de gebeurtenissen van den dag onderhoudt. Daarna défileeren de andere hooge personen. De Paus neemt den koffiemaaltüd op onge regelde uren. Het menu te sober: soep, een vlreschschotel, kaas, fruit. Pius XI houdt veel van naar Mllaneeschen trant bereide risotto. Bü elk maal drinkt hü een glas rooden wün, af en toe een kop koffie, zelden rookt hü een sigaar. De Paus eet altüd alleen aan tafel. v maar een secretaris leest hem onderwül kran- iw ten en brieven voor. v f Tegen half vüf laat hü zich met een kamer heer in een auto door den tuin rijden. Om vüf uur of half zes hervat hü de audiënties. Dan komen zün vrienden en verwanten aan de beurt. Eiken Vrijdag tegen ventr. boort een Jezuïetenpater rijn biecht. Eindelük werkt hü nog vier of vüf uur alleen in de boekerij- Edison had hem een dlktafoon ten geschenke gegeven, maar de Paus beeft het toestel na enkele proeven weggeschonken, "m. dicteert hü brieven aan een dactylograaf, lie ver schrijft hü met eigen hand. Om half elf keert hü in de eigen vertrekken terug. Na bet gebed soupeert hü, hetzü met koffie, hetzü niet soep of een ei met wat groen ten en vruchten. Daarna nog een kort gesprek met de secretarissen en de Paus trekt zich te rug in zün slaapkamer, waar hü leest alvorens de oogen te sluiten. de edele ridder, die bereid te een lans te breken voor de eer van zün dame! Hü grinnikte, haalde de schouders op en zei ten laatste tot mün diepe verontwaardiging: „Och, u weet wel, dat Dentee af en toe de kluts kwüt raakt. Dus....” „Dus te het niet waar, dat ik hem bemin en dat hü mü bemint?" schreeuwde ik. „Dat ik aan niets denk dan aan hem?" „En daar weet ik niets van," viel mün tante mü in de rede. JZoo iets gaat er om in mün gezin zonder dat ik er iets van weet." Mlchel ging naar zün moeder en kuste haar. „Lief moesje, stel uw vertrouwen tn mü- Dentee heeft niets gedaan, dat haar zou kunnen com- promltteeren en ik evenmin. In de brieven, die wü gewisseld hebben te niets dat u zou kunnen verontrusten. Daar geef ik u mün woord op!” „Het zün maar kinderachtigheden, dat wil Ik wel gelooven, maar in elk geval permitteer ik die correspondentie niet meer.” „Tante, lieve tante.” riep ik uit, .zou het dan zoo’n ongeluk zün als ik trouwde met mar kies de Beaufeu als ik een hüwelük sloot vol gens mün hart en mün neiging?” .Dentee,” kwam Francotee tusschenbeiden, „hoe kdh Je beweren, dat Je een man bemint, dien Je nooit gezien hebt? Komaan, dat is geen liefde!" „Geen liefde? Prozaïsche Francotee, moet Je dan de menschen gezien hebben om ze te be minnen? Geloof Je dan niet aan zuivere liefde, aan een ideaal gevoel, dat voedsel vindt in een droom?” „Onzin," zei tante verontwaardigd, een ernstige zaak, Michel.* ïkerlngsTOorwaarden tegen p ’/Kri bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door h* *7^0 bij een ongeval met Ier volgende ultkeerlngen aJVFo verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen l wVFe doodelljken afloop Wanneer op straat het asfalt kookt Bn emelt van pure hitte. Als fe niet weet hoe je dan wel Moet loopen, staan of ritten, Wanneer je. alles open set, De deuren en de ramen, En als je die barbaarsche zon Slechts noemt met booze namen, Wanneer je, selfs at doe je niets. Amechtig zit te puffen. Of voor je werk, trots je verset. Gewoonweg zit te suffen. Wanneer je al wat moeite kost Het liefst maar sou vergeten, En je, met sulk een hittegolf, Niet denken kunt aan eten, Wanneer je, moe en lui en lam. Aan één stuk zit te gapen. En west dat je den heelen nacht Geen uur suit kunnen slapen, Wanneer de menschheid, driekwart dood, Naar koelte zit te smachten, Dan zegt zoo’n vent van *t AJi.P.: „Geen nachtvorst te verwachten"/ En toen werd Jan wederom wetopn zag in n gedachten het blonde m zich en hü vertelde over de schoone toekomst, die hü zich droomde met de vrouw, die hü lief zang. Jk heb van dit geluk gedroomd, zm- vrouw," nep de poëtische minnaar in vervoe ring uit, .en ik ben nu eindelük tot u gekomen, 11 wantrtrkan mü dat geluk schenken, u kan den droom werkelükheid doen worden. Zegt u toch ja, mevrouw!" En mevrouw Verhagen, dte in extase had toe geluisterd. legde haar hand in zün hand en fluisterde: ,4a.” Jan vxl. Meer had "t we) kun nen uitjubelen. Nu sou zün wensch vervuld worden. Hü had de toestemming van de moeder en WiUy zou hem niet afwüren. ZUn geluk dig voor bet grüpen. Daten we naar Willy gaan,” onderbrak de weduwe I’d mümerlng. ,DÜ moet nu alles we ten.” Jan aarzelde niet en hand in hand wan delden sa naar den tuin, waar in het prieel bet meisje zat. Verbaasd keek Willy op, toen se daar eens klaps Jan zag staan, maar voor ze iets kon zeg gen, kwam seeds de verklaring: Uk kom Je een groote verrassing brengen, kind,” zei haar moeder, „t Is iets heel büzon- den, tets, dat me zelfs overvallen heeft en waaraan ik nooit gedacht heb. Maar t te toëh werkelükheid. Willy, kindlief. Je krijgt weer een vader. Münheer v. d. Meer beeft zoo Juist mün hand gevraagd en ik heb ja geaegd." Toen klonk er ineens een schorre kreet. Jan v. d. Meer werd doodsbleek en voor men wiet wat er gebeurde, draaide hü zich om, rende de gang door en verdween vla de straatdeur „Wat is dat, Georges, lüd Je nog altüd pün aan Je arm?" zei ik verschrikt. en toe, maar het gaat al beter." 4n ik, die je van onhandigheid beschul digde!” riep ik heftig uit. „Maar hoe kon ik dat weten? Je klaagt nooit, spreekt er zelfs hooit over!" „Waarom zou ik er over spreken? Dat te geen Prettig onderwerp voor het gesprek." ,4e had Je echter zooeven kunnen verdedi gen, Georges, en mü zeggen dat ik een dwaas meisje ben! O, als Je wist, hoe ik het betreur, dat ik Je aoo afsnauwde!” Dat overgroot berouw deed Mlche? schateren en ook Frangotee lachte. De anderen waren naar het tennisveld teruggegaan. Die goede Georges keek mü verteederd aan. Jta tóch, Georges,” zei mün neef, „mag Je de Voorzienigheid danken, dat Je niet grooter tent. Benige centimeters meer en je kreeg dien kogel in je longen!" Door die opmerking getroffen bekeek ik Georges wat nauwkeurig. Hü was een beetje kleiner dan Michel. Mün gedachte moest ter- et gaat op *t oogenbllk niet voorspoedig met den „Eigen Joodschen Haard" in Pa lestina, die een der gevolgen van den oor log fe geweest. Om voor de zaak der Geallieerden den steun van *t Jodendom te verwerven, beloof de de Britsche Regeering in 1917. bü monde van den heer Balfour, op de meest formeels wüze, dat een Jooctach Vaderland zou worden ingericht in Palestina. De belofte was gemakkelüker te doen dan te houden, Immers Palestina behoorde in de eer ste plaats aan zün bewoners, dat is te zeggen aan de Arabieren, die vast besloten waren zich niet te laten berooven zonder weerstand te bieden. De eerste hinderpalen werden overwonnen, dank sü het vurig proselitisme van de eerste apostelen van het Zionisme, waaronder Chaïm Weizman, laatste afstammeling van een ge slacht van Joodsche profeten, en vooral dank zü stroomen geld en goud. Duizenden en nog eens duizenden Joden, meest herkomstig uit Mldden-Europs, kwamen zich dus, na een afwezigheid van zooveel gene nces, In het land hunner vaderen vestigen. Met Engelschen steun en onder Engelsche bescherming hebben se er in een 15-tal jaren tüds een grootschen arbeid verricht: steden werden gesticht waaronder Tel-Avlv, dat thans meer dan 130.000 inwoners telt braak liggende gronden werden ontgonnen en ont- zaglüke boomgaarden aangelegd voor de teelt van sinaasappelen en pompelmoezen, waarvan de opbrengsten weldra op alle markten ter we reld te vinden waren. Dit Joodsche koloniseeringswerk heeft me thoden aangewend, waarop de aandacht dient gevestigd, want het zün jutet die methoden die dfcn Arablschen opstand hebben ultgelokt, welks thans Palestina te vuur en te zwaard teistert. De meeste koloniale staten, Engeland, Frankrijk, Noord-Nederland en zelfs het vooroorlogsche Duitschland stuurden hoofdzakeiük naar hun koloniën kapitalen en een leidend personeel, de verdere arbeidskracht werd aangeworven onder de inboorlingen. De Joden gaan anders te werk. zü sturen naar Palestina niet alleen kapitalen en leidende elementen, maar tevens een pro letariaat van landbouwers en werklieden, aldus van de bevolkingspolitiek hoofdzaak makende. De Arabieren leven dus onder de bedreiging van een volledige verdringing op korten ter- mün. Zü zün bedreigd niet alleen met het ver lies van den bodem, maar ook met volledige werkloosheid. De Engelschen gaven zich rekenschap van het gevaar; ook zorgden zü er voor, ten minste tn de eerste Jaren de vestiging te beperken, ten w-k rinses Arthur van Connaught heeft een k* ernstige operatie ondergaan blükens de bulletins met goed gevolg. Deze 45- jarige achterkleindochter van koningin Vic toria mag zich reeds sinds 1938 niet in een zeer gunstige gezondheid verheugend. Zü heeft meer dan één operatie ondergaan, en die wel ke thans plaats had, heeft bü de koninklüke familie eenige ontsteltenis veroorzaakt, daar er onverwacht toe besloten werd. Prins Arthur van Qpnnaught, haar gemaal, bevond zich in *t Westen van Engeland, waar hü een vacantte doorbtpcht met visschen in de Wye. de vtoch- rijkste rivier aan deze züde van de Schotsche grens, en moest in allerül naar Londen terug- keeren. Ook de konlng en de schoonvader der prinses, de hertog van Connaught, wisten niet dat een operatie zou plaats hebben en werden er op 1 laatste oogenbllk telefonisch van in kennis ge steld. Prinses Arthur van Connaught staat tot ko ningin Victoria tn dezelfde familiebetrekking als de konlng; haar echtgenoot, ofschoon acht Jaren ouder dan zü, behoort tot een oudere generatie, aangezien hü een kleinzoon van koningin Victoria is. Zün vader, de 86-jarige Hertog van Connaught, is de laatste over levende zoon der groote koningin, hoewel hü nog een jongeren broer en zuster had. Prinses Arthur is de oudste dochter van prin ses Louise Victoria Alexandra Dagmar, die op haar beurt de oudste dochter was van Ed ward VU en van. dezen den titel van Princess Royal ontving. Haar vader was de Hertog van Fife, en toen deae den 39sten Januari 1912 stierf, ging krachtens een speciaal besluit het Hertogdom over op zün dochters. Terwül krachtens de Engelsche wet peerages uitsluitend overgaan op den oudsten zoon, be zit, indien uit een huwelük alleen dochters ge boren worden, de oudste geen „eerstgeboorte recht”. Alle dochters hebben gelüke aanspraken op titels en erfelüke bezittingen, maar deze kunnen niet verdeeld worden, zoodat bü spe ciaal besluit uitgemaakt wordt wie erfgename en opvolgster zün zal. Dit geval zal zich, indfen de Hertog van York geen zoon krijgt, ook voor- Q6 row H<ët ImuizchOnulhui. Izw-TMIWU- opqgl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 11