NAZI’S EN CHRISTENDOM H Onze ademhaling I IALE JUCA CITTA OELWICANOI93B ESP0SI2! (HLAST. Marsman toch bekroond CONSEQUENTIES VAN DEN JODENHAAT ZgnpoSzie De Wildernis roept Spektakel om Jolanthe Aanpassingsverschijnselen Harry Piel beleeft sensationeele avonturen raiMAVERA AITIM8SS Alleraardigst filmverhaal, waar men, juist by deze tempera tuur, oprecht pleizier aan heeft 9 I (Speciale correspondentie.) een Twee en volk ge- TIS zlektevei- van rier aan beeft en dat dus een gang naar bet filmtheater aUeedna loont. Dit nu sou geen bUzon- prachtige typen uit de film „Spektakel om Jolanthe" H. Marsman, door V. van Uytvanck Harry Piel is van de stoffige steden afgedwaald naar de wildernissen in de film J>e Wildernis roept* Paul nog Een uitgezóchte film voor dit seizoen, ▼oor dese temperatuur, een film als een vacantiereis, naar een rustig dorp, ergens In een mooie, lieflijke streek, waar men een oogenblik wordt opgenomen in de lan delijke sfeer, om als gevolg daarvan deel te hebben aan al de genoeglijke berrie en óók aan de zonnige idyllen rondom een welgedaan varken, genaamd Jolanthe. Een gezellig filmverhaal, frisch en spontaan, waar men, juist bjj deze hitte, oprecht ple- ARMA VERIT De verdiensten zün veelzijdig. Manman is om te beginnen de dichter, die het sterkst bet élan van de Jongere beweging In de literatuur heeft aangewakkerd. Hü is de criticus, die in korte felle uitspraken bet werk zijner tüdge- nooten karakteriseerde en gezaghebbend schiftte. Hij is de aesthetlcus van bet vltalls- HU poneert de stelling, dat de Germanen slechts door list en, nadat de volksleiders om gekocht waren, tot het Christendom bekeerd werden en dat het Christelijk geloof beschouwd «soet worden als een indringer in bet cultu- «ele leven der Germanen. Het Christendom, zoo schrijft Heidemann, heeft den Dultschers niet de verlossing ge bracht, het werd voor hen een slavernU- ZU hebben zich aan dese boeten gewend en voelen de ketenen niet meer, omdat zij ermede ge boren worden. Dientengevolge schrikt de Duit- scher van onzen tijd terug voor de gedachte, dat hU een leven van eer, trouw en zedelijk heid leiden kan. zonder bet Christendom. EU, dte O» houding der nattenaal-socialtoten telljk leven nog iets 4>eteekent waken, dat de kiemen van vergif, dat zich in Jolanthe dan is bet varken van boer Lamp- ken. een pracht van een zeug, welke meerdere bekroningen verwierf en dan ook na de laat ste veetentoonstelling met muziek en eeneere- escorte van de ruiters van het dorp wordt in gebaald. In één moeite door doen ook de nieu we onderwijser en de niéuwe veldwachter hun entree. De feestvreugde wordt verstoord door het optreden van den deurwaarder, die beslag legt op Jolanthe. omdat haar baas, de oude boer, principieel weigerachtig te zijn belasting te betalen. Als Jolanthe publiek wordt geveild is heel het dorp solidair. Men blokkeert de toegangs wegen en doet de koopers omkeeren, zoodat de deurwaarder en de veldwachter eenzaam met Jolanthe zitten te wachten tot eindelük dé dorpafanfare en de boerenruiten een «ere rondje om hen maken. Jolanthe wordt in het spulthulsje opgeslo ten. maar ’s avonds sis een ruiterfeest wordt gegeven, en heel het dorp bjj zang en dans bü- een te, beramen de boeren epn plan om Jo lanthe te bevrijden en te verdonkeremanen. In middels te een idylle gegroeid tusschen enkele dorpsschoonen, den jongen molenaar Boenjes en den dorpsschoolmeester. Ook hlerbU speelt Jolanthe onbewust een rol. De ontknooplng van heel de historie komt pas den volgenden ayond. wanneer het heele geselschap aan qen feeatelUken maaltijd te ver- eenlgd. waarbij de ingewüden meenen. ctet zU de heimelijk geslachte Jolanthe verorberen. Plots verschijnt de dorpsveldwachter, die de i' verdwijning van Jolanthe uit het spulthulsje n het werkje van den onlangs overleden Engelschen physioloog Haldane: „The phi losophical Basis of Biology" vindt men een samenvatting van de resultaten Doch op een kwaden dag komt men hem aan die wereld herinneren. De wildernis, die aan zee ligt, krijgt bezoek van een uitgebreid gezelschap, grooten deels bestaande uit kenne lijk onnutte leden der maatschappij. De jon gemannen dragen witte costumes en tropen helmen en ze verdeelen hun tijd tusschen dan sen en spelen. De jongedames houden de jon gemannen gezelschap. De voornaamste Jonge dame. Diana geheeten, ziet den wilden Harry Piel en ze probeert hem te vangen, zeer tot ongenoegen van de professorsdochter. Diana begeeft zich, terwijl de anderen cttnsen, in de wildernis en ze laat zich alles verklaren door den gids Piel, die het bezoek wel op prijs stelt en het meisje per olifant naar huls brengt. Doch behalve Diana. zUn er nog enkele lieden de wildernis ingetrokken, waaronder een zeer onsympathiek man, die een heiligen stier doodt en daardoor de wraak van de wilden over zich afroept. De wilden, die Harry Piel voor den schuldige aanzien, breken los en probeeren den Jungle-konlng te dooden, maar Harry wordt door een tijger gered. De slechte man wil den tijger dooden, doch dit heeft een opstand onder de dieren tenge volge. Olifanten, stieren, buffels, apen, alle die ren van de wildernis rennen door de bosschen. Het kamp der blanken wordt verwoest en al leen door de goede zorgen van Harry Piel kunnen de schoone juffrouw en haar gezellen aan den vertrappingsdood ontkomen. Wel tracht men den heer Piel mee te lok ken naar wat men de beschaving noemt, maar één blik op den olifant, den aap, de kakatoe, en het meisje doet zün besluit vaststaan. Hij blijft in de wildernis en hoopt nog gelukkiger te worden dan hij reeds was. En de profes- scrsdochter zal trachten dese hoop te ver vullen. De film te zeer spannend en sensationeel. Voor liefhebben om van te genieten I van den vllndervangenden Henckels en diens lieftallig slechts die vreugde kunnen vergrooten. Harry Piel dus te met huid en haar ver kocht aan de wildernis, die hem steeds maar roept en hij voelt er werkelijk niets voor om de apen in den steek te laten voor een we reld waar men radio heeft en bioscopen. ■w y oor wie den voortgang van bet befaamde V Marsman-conflict in de Leidsche Maat- schappij der Nederlandsche Letterkunde gevolgd hebben, was het niet twUfelachUg. ol de Commissie voor Schoone Letteren zou haar advies van het vorige jaar herhalen en. nu de Wet gewijzigd te, gebruik maken van de thans voor bet eerst toe- gestane gelegen heid de jaarlijk- sche vergadering te doen beslissen ten gunste van den dichter, wiens be kroning het vorige jaar door het Be stuur geweigerd werd. Hoewel niet zonder een hoofde lijke stemming, die nog eemgszlns, maar verzwakt, de spanning der ge moederen deed ge voelen, kwam het advies van de commissie thans met glans er door, omdat het Bestuur mede gunstig had geadviseerd. Zoo te dan Marsman thans tóch bekroond, en werden dus van 'de meest offlcleeele zijde, welke ons land op dit stuk kent, zjjne verdiensten voor de Nederlandsche letterkunde van den nieuwen tüd erkend. wierp, doch de schoonheidswaardeering sterk beïnvloedde door zijn theoretische betoogen over den samenhang van leven en kunst. Over won hü het simplisme der levenskritiek, hij stelde anderzijds de „bewogen persoonlijkheid* als voorwaarde tot de „creatieve daad," sooate de termen luidden, die in de debatten omtrent dit onderwerp bet meest gebezigd werden. Als prozaschrijver beeft Marsman niet dezelfde be- teekenls, maar hier bestreed hu het Holland- sche realisme ten gunste eener scherper weer gave van de werkelijkheid, die tegelijkertijd „zakelijk" en „seeltech" sou zün. Hij vocht voor het „Europeesche peil" In de Nederland? sche romankunst en voor de doorleefde actua liteit tegen de rust in „den schommelstoel der historie.” Gevraagd naar zijn ambacht, beeft hü. jaren geleden, eens geantwoord: „asceet en quaeru- lant.” De aardigheid was juist. Marsman heeft, trots alle begeesterend élan, een fijne zelfbe perking toegepast, en toch gevochten met een hevigheid, die soms verbaasde, en die klaar blijkelijk ergernis gaf. Het Is merkwaardig, dat Marsman, die met zooveel vurigheid de „quaes tie van de generatie” stelde, en die zoo weinig behoefte gevoelde aan traditionalisme of zelfs maar aan historiekennis bij de beoefening der fraaie letteren, toch zoo heftig koh te keer gaan, indien de eer der Nederlandsche letter kunde werd te kort gedaan. HU schreef dan geen scheldproaa la Van Deyssel, maar kor te, verbeten uitvallen, sarcastische afweer- artlkelen, vlijmend, soms bijna gemeen. De bij drage, waarover al de ruzie geweest te, was zulk een blindelings verrichte aanval, in wezen een verdediging der .generatie." In de poëzie van Marsman vindt men, zonder die woede, soms een bllndelingsche felheid van dezelfde kracht, maar ze zuiverde zich allengs tot een meer bezonnen, tragisch levensbesef. ten opzichte der Katholieken kennen, sullen niet verbaasd zijn, te vernemen, dat in dit geschrift ook scherpe uitvallen tegen het Ka tholicisme voorkomen. Zoo herinnert de schrij ver aan het optreden van Luther en zegt daar van, dat Dultsche eerlükheld Luther dwong, met de vuist op tafel te slaan. De slag wekte de aandacht dsr gansche wereld en maakte de Roomsche Kerk daardoor tot den onverzoen- lUken vUénd van het Dultsche volk. De Kerk heft Luther en het Dultsche volk dezen slag nooit vergeven. Het klinkt bijna ironisch, wanneer Heide mann zegt, dat door het optreden van Luther de wereld weer vrijheid van denken verkreeg. Letterlijk schrijft dese nationaal-sociallst van het Derde Rijk: „De tegenwoordige Duitscher kan zich er in het geheel geen voorstelling van maken, in welk een dwangbuis de menschen vóór Luther smachtten. Het is voor ons een voudig onbegrijpelijk, dat er een tüd geweest te, dat ieder denken over geloofszaken eenvou dig verboden was en ctet hierop de doodstraf stond. Ijverig werd gesnuffeld, of iemand soms kettersche gedachten had en iedere verdenking, welke omtrent een persoon uitgesproken werd, beteekende den brandstapel.” De schrijver vergeet daarbij te bedenken, dat zulk een methode juist door de tegenwoor dige leiders van het Dultsche volk gevolgd wordt. Het stuit mij tegen de borst, uit Heide mann’s brochure alle godslasterlijke uitspraken te citeeren om bet antl-religieuze karakter daarvan aan te toonen. Ik zal mij dan ook met betrekking tot deze materie tot het aller uiterste Jieperken. .Rooit is de twijfel Ingeslapen, .aldus Helde er het geestelijk het Dultsche boord heeft, geen vat krijgen in de landen, waar het natlonaal-socialisme nog geen wortel ge schoten heeft. Deze eenvoudige brochure leert ons afdoende, dat het meest unlverseele, de Godsdienst gebaseerd op den Bijbel, niet veilig is b|j het natlonaal-socialisme. dat om der wille van een leuze, alles binnen het enge keurslijf van zijn programma wil persen. De verschijning van Marsman’s eerste dicht bundel „Verzen", te een datum geweest in Jong Hollands literatuur. Geen jongere zal desen datum vergeten. Het roode boekje, dik zwart bedrukt, ging van hand tot hand. Ieder een kende het van bulten. Het deed een nieuwe verstechniek, een nieuwe „levenstech- niek” als men dat zeggen mag ontstaan. Het legde verband tusschen de Hollandsche jongeren-beweglng en de poëzie der beste Duit- schers: Rllke. Trakl, de nleuw-ontdekte Höl derlin’ en het maakte, na de actie van „Het Getij", die voorbereidend' was geweest, ruim baan voor de groep van „De Vrije Bladen Ook op de katholieke letteren had het zijn weerslag. Het verscheen één Jaar voor De Ge meenschap, tot wier vriendengroep Marsman sedert de oprichting van het maandblad, waar aan hU ook meermalen medewerkte, behoort. In de zg. aesthetische zuiverings-actie van De Gemeenschap waren de inzichten van Man man soms beslissend. Er ontstond, typisch ken merk eener nieuwe beweging, een niéuwe waar- deeringsschaaï. Gerard Bruning, persoonlijk met Marsman bevriend, voelde contact met be paalde kanten van de Pransche poëzie, welke hU kende en verdedigde hartstochtelijk de kunst als levensbelüdenis. dus de kunst van Baudelaire boven de kunst van de Parnassten^ de symbolisten en de decadenten. De verschijning van „Paradise Regained". Marsman tweeden bundel, bood gelegenheid tot confrontatie van de beginselen met de prac- tjjk. Er werd zwaar geëssayeerd in die dagen, en met hartstqpht volgden de essayisten de ont wikkeling van den dichter, wiens werk zoo vi taal den stoot had pegeven tot een vernieu wing van de Nederlandsche poëzie. Men be speurde een vermindering der spankracht. Marsman werd deswege zelfs „dood” verklaard in die vonnlsgretlge dagen, maar in werkelijk heid vond hij een nieuw dichterluk principe, dat in „Witte Vrouwen” en .Porta Nigra" tot zün recht komt en dat de vitale reactie ver bindt aan de mentale besinning op de vragen van leven en dood. Gedichten als -De Bruid” of „Breeros" zijn karakteristiek voor dezen overgang van het felle zinnenleven naar een meer bezonken geestesleven als bron der dich terlijke inspiratie. Toen „Porta Nigra" dan ook verscheen, sloot Marsman een periode van zijn ontwikkeling af. en was het oogenblik aangebroken om zijn ver diensten te - erkennen. Het werd om de be- kende reden vertraagd. Nu bet toch gekomen is, zal dit de liefhebbers van de dichtkunst verheugen, want werd in andere dichters, aw J. Slauerhoff en Jan Engelman, reeds het ta lent der jongere generatie officieel erkend, door Marsman te bekronen, zet men als het ware voorop, dat het beginsel der jongere gene ratie erkenning verdient. Zulke erkenning be hoeft niet kritiekloos te rijn. wanneer as er maar ia. arry Piel, de beroemde, is naar de wil dernis afgedwaald. HU heeft de stoffige steden, waar l-U in vroegere Jaren zün avonturen placht te beleven op den rand van het dak of op andere ongewone plaatsen, ver laten en hü leeft nu mogen we althans de film gelooven in de oerwouden, die voor den tevreden Harry een paradijs vormen. HU heeft olifanten een groote dosis beschaving bUgtbracht en de goede dieren helpen hen met enthousiasme bü den aanleg van katoen plantages. HU heeft een aap als huisknecht aangesteld en het is een lust den knappen ba viaan borden te zien wasschen of tafels te zien dekken. Verder heeft hU een jtakatoe, een paard en een tUger tot zün beschikking, zoo- dat het aardsch bestaan van den heer Piel vol schoonheid en vreugde is en de aanwezigheid professor dochtertje oprichte zou men de antl-semleten groepen kunnen verdeelen: a. De ongeloovlgen, die den BUbel beschou wen als geschriften, producten van den men- acbelUken geest| Voor deze lieden is de BUbel, een llteratuurverzameling der Joden, een ver werpelijk slecht boek. b. Een tusschengroep, die nog voldoende reli gieus gevoel bezit om de geestelUke waarden van den BUbel (Oude en Nieuwe Testament) te erkennen, doch zich daarbU op het standpunt stelt, dat een dergelUk werk onmogelUk uit den Joodhchen geest voortgesproten kan zUn, den BUbel als een product van „Ariërs” voorstelt en Jezus zelf tot „Ariër” doet „promoveeren”. e. De bUbelvasten, voor wie de BUbel niet is een voortbrengsel van den menschelUken geest, doch het Woord Gods, maar die in hun Joden haat Juist daaruit concludeeren, dat de Joden niet het uitverkoren Volk Gods zUn doch daar- m“n, of de God van den BUbel wel de God entegen het door God vervloekte volk. Zij steunen daarbU op de strafpredikaties van Moses en de andere Profeten en grijpen terug naar de tekstverklaring' Van sommige kerk vaders en van de vroege middeleeuwen om de kruisiging van Jezus tot een eeuwige aanklacht te maken tegen het Joodsche volk, dat gezegd heeft: „ZUn Bloed kome over ons en ons ge slacht." Ook zUn er kringen, die den nieuwen .BUbel” van Duitschland „Meln Kampf” daarbU citee ren en herinneren aan ^iet woord van Adolf Hitler, hoe alleen het feit, dat de Joden door de eeuwen heen vervolgd worden, ree<h gelden moet als een bewUs van Gods vloek. Talrijk zUn de geschriften, gepubliceerd door z.g. theologische kringen, welke een uitgespro- \en antl-semletischen geest ademen. Deze soort literatuur is des te gevaarlUker, daar zU veelal in handen komt van argeloozen, die op een dwaalspoor gebracht door het kerkeUJke karak ter, dat deze geschriften drageq, dit geestelUk vergif in zich opnemen en doordat zU zich door de lectuur dezer geschriften een verkeerde voor stelling vormen van de Joden en het Oudé Testament, onbewust hun Christendom In ge vaar brengen. De door de beste autoriteiten der anthropo- logle als onwetenschappelUk gebrandmerkte rassentheorie richt zich in facto niet tegen de Joden alleen, maar ook tegen het Christen dom, dat uit het Jodendom voortgekomen is. In het boek „Het Christendom bedreigd” protesteeren tal van geleerden, waarvan velen een Europeesche vermaardheid bezitten, tegen dén aanval van het natlonaal-socialisme op de kostbaarste geestelUke bezittingen der be schaafde wereld. Doch onverdroten gaat men in het Derde RUk voort, geschriften te publi- ceeren, die het Christendom bestrijden. Men veronderstelle niet, dat deze actie niet de goedkeuring der Hitler-regeering wegdraagt, ▼oor mU ligt een brochure van 46 bladzUden druks,.geschreven door E. K. Heidemann: „Was der Christ vom Christentum nlch^ weiss”. Dit geschriftje verscheen te Wittingen bU de uit geverij van Dr. Onno Buurman. De schrijver is een volgeling van Ludendorff. HU wendt zich in deze brochure op scherpe wUze tegen den BUbel en in het bUzonder tegen den persoon van Jezus. Het merkwaardige nu is, dat op het titelblad van dit smaadschrift de volgende verklaring staat gedrukt, afgegeven door de ^ReichssteUe sur Pörderung des deutseben Schrifttums”, gedateerd 17 September 1935, lui dende: een heldere, zakelUke en. wat veel waard Is, voor iedereen begrijpelijke uiteenzetting van het essentleele van het Christendom, zonder theologische terminologie. De schrijver heeft gelUk, dat de meeste menschen bet Christen dom, hun geloof, in bet geheel niet kennen. ZUn poging om tot nadenken op te wekken, kan men succes toewenseben. Deze brochure, welke op zeer groote schaal verspreid wordt, geeft een duidelUk beeld van de wUze, waarop het Dultsche volk tegen de ChristelUke religie wordt opgehitst. Het komt mU voor, dat het nuttig is, de lezers, die zich voor het geestelUk leven inte- resseeren en door hun politieke gezindheid ge acht mogen worden, tot de bestrUders van het natlonaal-socialisme te tiehooren, kennis te doen nemen van de methoden, welke een groote groep Nazi’s bezigt om den weg te bereiden voor den terugkeer van het. Heidendom, dat zU. om zUn Germaansch wezen, boven bet Chris tendom stellen. Heidemann wUst er op, hoe de Dultschers ten rijde, dat de «eiste zendelingen naar Duitschland kwamen, op èën hoogen trap van cultureele ontwikkeling stonden. Hun geloof was gebaseerd op bet belden-element in den mensch. op trouw en oprechtheid. HU poneert de stelling, dat de van de Dultschers kan zUn. HU beantwoordt naar de gevoelens der Dultschers niet aan de eischen van onfeilbaarheid, volkomenheid goddelUkheld. ZUn er zelfs niet menschen, die beter zUn?” „Veelvuldig wordt de vraag gesteld, of bet niet beter is, het Oude Testament te laten vallen en slechts het Nieuwe Testament als grondslag voor bet Christendom te erkennen. Het feit, dat zulk een vraag gesteld kan wor den, geeft te denken, aldus gaat Heidemann voort. Waar mén de Joden herkend heeft en iemand die zwaren arbeid verricht tienmaal grooter kan zUn dan bU iemand die in rust is. Het voornaamste middel ter regeling van het gasgehalte in het bloed is de zoogenaamde longventilatie, welke berust op het vermogen der longen, om door versterking of verzwak king, versnelling of vertraging der ademha- lingsbe^gingen de gaswisseling te regelen. Het bestaan“van zulk een regeling blUkt duidelUk uit het sneller en dieper ademen van iemand die hard geloopen heeft; aldus wordt dan aan de vergroote behoefte aan zuurstof voldaan. terwUl eveneens het meerdere koolzuurgas wordt verwUderd. Het omgekeerde effect treedt op wanneer men, rustig in een stoel gezeten, een tüd lang snel en diep ademt. Het bloed bevat dan op een gegeven oogenblik te veel zuurstof en te weinig koolzuurgas; nu stokt de adem, totdat het gasgehalte in bet bloed weer normaal is geworden. Deze regeling der ademhaling is een zooge naamde reflectorische. Het onderzoek heeft namelUk geleerd dat de bewegingen der longen worden opgewekt vanuit een bepaald zenuw centrum, dat is gelegen in ’t „verlengde merg” hetwelk de verbinding tusschen hersenen en ruggemerg vormt. Het bedoelde „ademcen- trum” wordt tot groote activiteit opgewekt zoodra het koolzuurgehalte in bet bloed stUgt tot boven 5.6 procent, en vermindert zUn wer king als het koolzuurgehalte daalt tot onder het gewone peil. In het eerste geval wordt dus de ademhaling versterkt, in het tweede geval verminderd, wat geheel overeenstemt met de boven vermelde verschUnselen. Merkwaardig fs het ook om na te gaan hoe ons lichaam zich gedraagt in omstandigheden welke de beschreven regeling dreigen te ver storen. Geeft men büvoorbeeld iemand sulvete zuurstof te ademen, dan wordt de ademhaling slechts weinig verminderd. Want in dit géval zal het zuurstofgehalte in het bloed wel Iets stUgen, maar het koolzuurgehalte slechts wei nig verminderen omdat dit laatste afhangt van de weefselverbrandlng, welke gewoon doorgaat. De prikkel voor de tangbewegingen blUft dus gewoon doorwerken. Wel blükt dat de bloed-» stroom in de weefsels wordt verminderd als een aanpassing aan den vergrooten zuurstof- aanvoer. Het lichaam streeft ook in dit geval dus naar herstel der normale verhoudmgen. Practlsch van meer belang is de studie der ademhaling in een omgeving met een zuurstof gehalte, dat kleiner is dan dat der gewone ademlucht. Want bergbeklimmers en bewonen van hooggelegen plaatsen zullen met dese om standigheden geregeld te doen hebben. Het lichaam komt dan voor geheel eigenaardige moellUkheden te staan. EenerzUds zal het bloed minder zuurstof kunnen opnemen, en ander- rijds tal als gevolg daarvan de verbranding af nemen. zoodat ook het koolzuurgehalte in het bloed daalt. Het ademcentrum wordt dus maar zwak geprikkeld, terwUl er toch zuurstofge brek In bet lichaam heerscht; het elndresul- oor wie de geschiedenis van het natto- naal-socialisme in Duitschland kent, wekt het geen bevreemding, dat een verwil dering op geestelUk gebied tot de gevolgen er yan moest gaan behooren. Doordat de rassentheorie een der grondslagen van het natlonaal-socialisme is, werden de Jo den tot een mlnderwaardig-soort menschen ge stempeld, waardoor het niet kon ultblUven, dat ook het Christendom in gevaar werd gebracht Dat de antl-semleten hierdoor in groote ver legenheid werden gebracht, is bekend. Te dezen in drie dienovereenkomstig behandeld, is het onbegril- pelUk dat men, terwUl de Joden verdreven worden, de geschiedenis van hun stam, hetgeen bet Oude Testament in desen is. als „Heilige Schrift” zou behouden. De schrijver geeft toe, dat dit probleem niet zoo gemakkelUk op te lossen Is, daar met bet Oude bet Nieuwe Tes tament staat of valt. Gods Woord is in dte ge schiedenis van eten Joodschen stam Ingevloch ten. Afant, zooals bekend, verscheen God «eer vaak bU de Joden. Weliswaar niet bU alle Jo den. doch slechts bU konlngen en prominenten, waardoor HU zich niet seer sociaal toont, en een enkele maal ook bU -den kleinen man, maar alleen dan. wanneer hü hem als werktuig wil de gebruiken. Het is jammer, dat HU deze methode ook niet in latere eeuwen gevolgd beeft, ofschoon toch de sonde inmiddels door den dood, dien Jezus als zoenoffer geleden heeft, van den mensch genomen sou zUn en het voor een God toch een minder zwaar besluit moest zUn, na de verzoening met de menschen te verkeeren. Het is een félt, dat God later niet meer verschenen is. Zou men dus het Oude Testament op zUde schuiven, dan sou er van de directe woorden Gods geen enkele over- blUven. Het Godsbegrip van het Christendom zou daarmede vallen, want ook dit is geheel alleen in het Oude Testament door de Joden opgesteld." Heidemann verwUt vervolgens aan het Chris tendom, dat het zich ervan bewust is, dat de God, dien het den geloovigen aanbiedt, voor de Dultschers ongeschikt is, omdat HU te Joodsch is, doch dat het desondanks voort gaat een voor Duitsch gebruik gereed gemaakte Godheid te propageeren. „Wat de Kerk hier doet, aldus concludeert hU, is bet bedrijven van afgodendienst." God niet dienen beteekent echter, hen die van de Kerk profiteeren, broodeloos maken. Toegeven, dat hier eigenlUk een nieuwe God aangebeden wordt, zou het einde eter Kerk sUn Maar de Kerk wil leven, goed leven en heerschen. Op een wUze, die ieder denkend mensch tegen de borst moet stuiten, gaat Heidemann dan voort met een aanval op de Katholieken. Van de katholieke geestelUken zegt hU: Dultschers, ziet den vUand en herkent hemt HU staat mid den in Duitschland en overal in de wereld. Waar maar-een kerkelUke beambte staat, daar staat een vU<mdt Door dergelUke uitlatingen toont Heidemann onweerspreekbaar aan, dan het doel der Luden- dorff-beweging is, de nationaal^zociallstische revolutie ook op religieus terrein te voltrek ken. z Het spreekt van zelf, dat, wanneer, volgens Heidemann, de Duitscher zich op het stand punt stelt, dat de God van den BUbel het Duit- sche volk nooit bevallen heeft en het daarom nooit zalig zal kunnen maken, ook de evan- gelieën als onbetrouwbaar voorgesteld worden. HU wijst er op, dat de evangelieën op ver schillende punten elkaar tegenspreken. Des- ondanks spreekt de ChristelUke Kerk van hen als van de eeuwige waarheid. De Duitscher sou deze geschriften liever als onwaar qualificeeren. Ook verzet de schrijver zich er tegen, dat men Jezus een arischen vader zou willen toeschrij- ven om hem zelf in de arische gemeenschap op te nemen. Er zUn er namelUk, die beweren, dat de vader van Jezus een Romeinsch soldaat geweest zou zUn. WoordelUk staat in dit ge schrift hieromtrent: „Het is nauwelUks aan te nemen, dat de bUbelgod van het uitverkoren volk een echte nationale God een spruit uit het volk der Romeinen, dat met zUn volk op voet van vUandschap verkeerde, er toe be stemmen zou, de menschelUke vader van den Gods zoon van dit ulKerkooren volk te zUn. De Jodengod heeft bultenechtelUke betrekkingen van Jodendochters met vreemden zoo uitdruk- kelUk verboden, dat het wederom een Goctelas- terlng is te beweren, dat hU ’n zoon, gesproten uit een dergelUke verboden verbintenis, boven alle zonen van zuiver bloed der Joden voor getrokken heeft en tot zUn zoon gemaakt. Dat taat is dan ook dat het bloed doorloopend te weinig zuurstof bevat. Het gevolg daarvan is duizeligheid, en vaak zelfs bewusteloosheid. Dat hier inderdaad het verminderde koolzuur gehalte een rol speelt blükt uit het fel. dat de ademhaling sterker wordt als men in dit geval koolzuurgas aan de ademlucht toevoegt. BU langer verbluf op groote hoogten past het lichaam zich echter weer aan, en treedt de zoogenaamde .acclimatisatie” op, TerwUl iemand die snel stügt tot boven 3000 meter hoogte al duidelijke verschUnselen van berg- zlekte vertoont, kan men na de acclimatisatie gedurende langeren tüd op meer dan 6000 me ter hoogte verblüven, zonder dat ziektevei- schUnselen worden waargenomen. Deze aanpassing wordt op verschillende wü- zen bereikt. Vooreerst stügt het gehalte aan roode bloed kleurstof, zoodat het bloed meer zuurstof gaat opnemen. Parallel hiermee gaan veranderingen in het roode beenmerg, waar ae roode bloedlichaampjes worden gevormd, aoo- dat dit thans in staat is meer daarvan te pro- duceeren en het gehalte aan haemogloblne daarin te verhoogen. Verder blükt dat de sa menstelling der urine verandert, omdat deze thans minder zuur en meer alkali gaat bevat ten. Ook dit is een doelmatige regeling Want als de nieren meer alkali afscheiden, stügt het zuurgehalte van het bloed, en dit verschünsel heeft hetzelfde effect als een vermeerdering van het koolzuurgehalte: versterking der adem haling treedt op. Ten slotte blükt dat de wand der zoogenaam de longblaasjes, de fünste vertakkingen det ademwegen, die zich anders passief gedraagt ten opzichte der gaswisseling, nu begint met actief zuurstof uit de longlucht naar het bloed te pompen. Dit is tenminste de meenjng van Haldane, die er op wijst, dat zonder de genoem de actieve medewerking van den wand der longblaasjes de acclimatisatie onmogelUk tou zün. HU baseert deze opvatting op de resulta ten van de studie der ademhaling tijdens een der Mount Everest-expAitles, en tüdens een beklimming van het Rotsgebergte waaraan hü zelf deelnam en waarbU vele proefnemingen werden verricht. In elk geval blükt uit de beschreven resul taten der ademhalingsphyslologle duidelUk. dat hier vele processen in harmonische ordening samenwerken, en dat dese ordening geen star- machinale is, maar op soepele wü«e zich aan past aan veranderde omstandigheden. Als het doel waarop alles ten slotte is gericht moet worden beschouwd de Instandhouding van het leven. Deze gedachte wordt door Haldane aan het slot van zUn beschrijving der ademhalings- processen aldus uitgedrukt: „De normaliteit in de samenstelling van het bloed is slechts één aspect van een geheel eigen normaliteit, welke mëer algemeen In het leven van een organisme tot uiting komt, en waardoor de samenhang en zelfhandhaving tot één geheel ontstaat.” M. gaat eenvoudig niet, ook niet wanneer bet de eenige mogelükheld is om Jezus als nlet-Jood voor te stellen en daarmede den Instlnctmatlgen afkeer van zün persoon als Jood In Duitsch land af te wenden. Neen, Jezus, indien hü werkelUk geleefd heeft, hetgeen door velen nog betwüfeld wordt was een Jood. Daar over valt niet te dlscussieeren." Heidemann stelt zich hierbü rechtstreeks tegenover Göbbels, die In zUn .Michael” de stel ling verkondigt: „Jezus kan onmogelUk een Jood geweest zün. Dat hoef Ik niet wetenschap- pelük te bewüzen, dat Is zoo.” Uit het hierboven weergegevene blükt af doende. hoezeer het Dultsche volk door Nazi’s op dwaalwegen gevoerd wordt, die tot het Heidendom leiden moeten. WU kunnen onze oogen niet sluiten voor rtsze feiten. Doen wU dit wel, dan treft ons ook de schuld, wanneer een volk van mlllloenen zielen geestelUk ver loren gaat. Van kerkelUke züde wordt reeds in Duitschland een Illegale propaganda gevoerd. Of deze illegale propaganda voldoende zal zUn om het Dultsche volk voor het Heidendom te behoeden, staat te bezien. Bulten Duitschland is het de taak van allen, voor wie het geee- voor te heeft ontdekt. Het dreigt er een oogenblik lee- IUk voor de complottanten uit te zien, maar de dochter van boer Lampken haalt dan rus tig het bewUs te voorschUn, dat zü de belasting heeft betaald en de kwestie al lang uit de we reld is. Van de feesttafel, waar nu ook de veld wachter aanschikt, staan twee verloofde paar tjes op. En in den stal zit, onherkenbaar met zwart geverfden kop. Jolanthe, die toch het heele drama heeft overleefd. Twee prachtige typen spelen nog een rol in dit kostelUk fllmgebeurende lacherige boe renmeid Stine (Carla Löckl en de meesterlük gecreërde knecht Hinnerick (Frits Hooptz). Voor kinderen is het geheel geen koet, maar ouderen kunnen er zich uitstekend bU ver maken. uitstekende der nieuwere ademhallngsphyslologie, zooals die voor een deel onder zün leiding werden ver kregen. Omdat de beschreven onderzoekingen een voorbeeld vormen van echt „biologisch” onderzoek, dat van meet af aan rekening houdt met het doelmatig verband tusschen ae feiten, zal het den lezer kunnen interesseercn hierover Iets meer te vernemen. Het is bekend genoeg dat ons lichaam zuur stof noodig heeft voor de langzame verbran ding van ons voedsel, welke In alle cellen plaats vindt. Deze zuurstof wordt In de lon gen opgenomen door het bloed, en later In de haarvaten aan de weefsels afgestaan. Tevens neemt dan het bloed het koolzuurgas op dat bü de voedselverbranding ontstond, om dit in de longen weer af te geven. Het zuurstofbindend vermogen van het bloed berust op de aanwezigheid der haemogloblne of roode bloedkleurstof, die In opgelosten toestand besloten is binnen den wand der roode bloed lichaampjes. Itezelfde kleurstof is ook werk zaam bü het' opnemen van het koolzuur gas, hoewel daarbU °°k de zouten uit het bloed een voorname rol spelen. Zuurstofopna- me en koolzuurafgifte in de long versterken daarbU elkaar, evenals de omgekeerde proces sen in de weefsels; reeds hier vinden wü dus een duidelUk voorbeeld van een doelmatige „coördinatie" van verschillende processen lp het lichaam. Zulk een coördinatie of samenwerking nu vindt men eveneens tusschen vele andere ver- schünselen der ademhaling, welke onderling zeer fUn zün af gestemd. Dat dit het geval moet zün, wordt duidelUk, als men bedenkt hoe het zuurstofgehalte In het bloed constant wordt gehouden op ongeveer 14 procent, het koolzuur gehalte op ongeveer 5.6 onmogelUk zün wanneer dere regelingen aanwezig waren. Want alle ver meerdering van arbeidsverrichtlngen, zoowel der uitwendige als der Inwendige, die In de or ganen plaats vinden, brengt met zich mee een verhoogde zuurstofopname en koolzuurafgifte. Wil dus het gehalte aan dese’gassen lp t btoeo en de weefsels ongeveer constant blüven. dan moet geregeld elk teveel daarvan worden ver wijderd en elk gebrek daaraan worden aange vuld. Dat ons lichaam hierbü soms voor moel- lüke opgaven komt te staan wordt duidelUk als men bedenkt dat de voedselverbranding (en dus ook de fiaswisseUng) in de weefsels bü

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 19