Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind M uttAaal van den dag „Honni soit qui mal y pense” I F 250.- ALLE ABONNÉ’S ongevallen venekéni iw>r een der De onbekende Verloofde DOOR LEMAIRE DONDERDAG 2 JULI 1936 WINDSOR CASTLE Oi Oostgevel en terras van Windsor Castle Vrede in Italiaansche opera bij een ongeval met TT hü niet op mUnheer Cesarina Valobra in xomertournée bt) WKflM vaa md hand, een voet of ■kerlngsvoorwaarden tegen p 7^0 - bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7^0 a s s.c Ier volgende ultkeerlngen e-FVF*" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen We doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 1 1 1 ïl de jjjaAügste. ck bedti- achtig held en pharlaeïsme heeft bezorgd, om- den En denkt gij, H. v. M. oog In S3 onmlddellük te antwoorden. Wij R. de B.” 9» Eindelijk zou een der kaboutertje* het maar wagen. HU reikte Tuimeltje zün hand toe, maar viel daarbU zelf midden in den lekkeren grooten chocolade-schotel. Er moest toch iet* gedaan worden. Ieder probeerde het, maar het werd er alleen hoe langer hoe erger op en tenslotte zag Je nog een paar beenen, mutsen, muizenstaartjes en hanen uit den pudding te voor- schijn komen. met hun met rossen gekroonde fee, vandaag is mijn hart bedroefd. Zak kwa luist o Abet tot hebt voor van welk gelhl rede: hanc breid Abes een Mt den nen n het aanstaande zomertournée van de Ita liaansche Opera aal optreden Cesarina Va lobra, een lyrische sopraan van, naar men ons bevestigd, bijzondere kwaliteiten. ZU doorloopt haar artistieke carrière met zulk een schittering en zulk een zeksrheid, welke zU dankt aan haar eigen systeem van ademhaling, waarmede zü de grootst mogelüke artistieke resultaten weet te bereiken. Haar muzikale opleiding genoot zü aan het conservatorium te Spezla, waarna zü met groot succes debuteerde in diverse grootere en klei nere theaters van haar vaderland. Men enga geerde haar vervolgens aan de voornaamste opera-troepen van Europa en van Australië en Nleuw-Zeeland, totdat zU weldra naar intrede deed in het beroemde Scala Theater te Mi laan, waar zü thans geregeld triompben viert. Behalve op operagebied heeft zü zich ook op den kamerzang toegelegd en verleende zü haar medewerking aan meerdere belangrijke con certen op dit gebied, os. kortgeleden een het kamermuzlekfestlval te Weenen. Doe de deur open, beval de kabouterbaas en ze gingen de cel binnen. Hoe verwonderd waren ze Tuimeltje nergens te zien. De kabouterbaas, die toch een heel goede kabouter was, had het niets begrepen op de verdwüning van Tuimeltje. Hoe meer Je hem straft, des te meer haalt ie uit, huilde de oude man. Zün baard hing slap van de groote tranen en met zware hoofdpUn ging ie weer weg. dat dit het uiterlüke leven bleef beheerachen, óók toen de innerlijke opvattingen er niet meer aan beantwoordden. Wie de beteekenls van het Engelsche ko ningschap, voorzoover het op historische tra ditie berust, tastbaar wilervaren, moet zicb niet op de eerste plaat* naar het wUdgevleu- gelde Buckingham Palace te Londen, dat slechts een vrij conventioneele vorstelijke stads residentie is. begeven, mur naar het schoon in het golvend land gelegen Windsor Castle, dat geheel het karakter draagt van een ko- In Kalro, de eeuwige stad der honderden Toen Rossa met een gezwollen en bebloed gelaat eindelijk zün hul* bereikt had, en zich met een pünlük gekreun op een bank uitstrekte, kwam rijn vrouw verbaasd en nieuwsgierig toe- loopen. ZU had Juist water geput, en droeg de kruik nog onder den arm. Wat scheelt jóü?” vroeg *U. Steunend antwoordde Rossa: Met As*o en Eldar heb ik zooeven het besluit van kalief Maro besproken, waarbij deze beval, dat In Kalro weer vrede moest heerschen!" En eerst toen Roesa weer, wat hersteld was van zUn wonden, drong het tot hem door waar om zUne vrouw na zün woorden In zoo*n on- bedMriuken schaterlach was uitgebarsten En terwül het puddingdrama gebeurde, ging de kabouterbaas Juist eens naar de gevangenis'kUken, hoe het met Tuimeltje ging. Kijk JU eens door het gat, zei de kabouterbaas tegen zUn senten hulp. Hoe is het met den bengel? Ik zie hem niet, antwoordde de hulp van den kabouterbaas en toen de schild wacht dat hoorde, werd ie bleek en de kabouterbaas wilde er direct meer van weten. ngeland heeft vele en verscheidene mo- narchen gehad. Vorsten en vorstinnen, die ondanks de vroege beperking van de koningsmacht toch vaak hun stempel hebben weten te drukken op het tUdperk, waarin zU leefden en regeerden, en selfs den levensstUl aangaven gedurende tientallen Jaren. Zoo spreekt men in Engeland van de „Elisabeth- an age”, den tijd, waarin de roodharige en h^erschzuchtige koningin Elisabeth op den troon zetelde en historische drama-stoffen creëerde voor dichters en tooneelschrUvers. en van de '„Victorian age", toen de groote konin gin Victoria, wier typisch sterke tante-figuur men in tallooze standbeelden vereeuwigd ziet, de dubbele ’kroon van het British Empire op de «ware haarwrong met zelfbewustzijn droeg. Er heeft altijd een duldelük merkbare wissel werking bestaan tusschen het koningschap als glorieus symbool van de hoogste macht en waardigheid in den staat en de indivldueele persoonlUkheid, die dit symbool tUdelUk perso- nificeerde en 'n eigen inhoud eraan gaf. Hoe sterk en Innig die wisselwerking ook ooit mag geweest zUn, nooit leidde zU tot een volledig opgaan van den mensch in den konlng of van dén konlng in den mensch. De realiteitszin der Britten behield steeds een nuchteren, soms zelfs te nuchteren kUk op het onderscheid tusschen de koninklUke waardigheid en de menscheltfke eigenaardigheden van den mensch, die haar bekleedde. Van den eenen kant werd daardoor voorkomen, dat één Indivldueele ko- ning bü machte was den eerbied en het ontzag voor de monarchie te ondermUnen, van den anderen kant verdroegen de Engelschen daar door met een vooral voor hen, die toch een strenge fatsoensconventle zoo niet overal en altUd en metterdaad dan toch wel In het open baar en althans in schUn huldigen, verbazing wekkende tolerantie de met die gentlemans- eonventie moeilijk te rijmen gedragingen, welke sommige hunner vorsten zich openlUk durf den veroorloven. Met een bijna aan bewonde- |ring grenzende vergevensgezindheid verhalen zü U van de lichtzinnigheden en misstappen, waaraan Engelsche konlngen uit vroegere en latere tUden zich schuldig hebben gemaakt, ofschoon zU .in hun eigen levenssfeer en mlllleu dergelUke zaken hoogst .shocking" noemen. Zoo werd tüdens den slght-seeiingtocht door Londen onze opmerkzaamheid door den offi- cleelen gids nadrukkelUk gevraagd voor het overigens weinig beslenswaardige ..Berkeley Ho tel”, alleen omdat de Prince of Wales daar .Jadyfriends” placht te ontvangen. Deze schijn bare inconsequentie kan misschien verklaard worden met den nog steeds niet geheel ultge- werkten Invloed van het puritanisme, dat den Engelschen een reputatie van hulchei- naar den Koninklijken grafkelder onder de Albert Memorial Chapel werd gebracht om er bUgeaet te worden naast de vorstelUke tomben van hen, die hem vóórgegaan waren op den weg van alle vleesch. Heel het Britsche volk toonde toen op treffende wijze zijn ontroeren- da en ontroerde aanhankelijkheid aan het ko ningschap en aan hem. die hft met zooveel tact en eenvoud en bescheidenheid had weten te maken tot een nobelen dienst van volk en staat Het koningschap is in Engeland méér dan een luisterrijk versiersel van den staat, Waarin de Britsche zin voor antiek decorum behagen schept. Het is een eeuwenoude tra ditie, welke levend bleef, omdat zü wortelt in het hart van het volk. Toen op het vasteland van Europa de vorsten nog despotisch al of niet verlicht regeerden volgens de beginselen, welke later door Macchlavelll in „II Principe" klassiek zouden worden geformuleerd, had het koningschap in Engeland reeds sinds lang vrij- willig den constitutioneelen vorm aangenomen door de afkondiging van de .Magna Charta”, de eerste Engelsche grondwet, welke tot op den dag van heden van kracht is gebleven. Het Britsche koningschap heeft geen revolutie af- gewacht om zich noodgedwongen de rechten en vrijheden van het volk te laten voorschrij ven, maar heeft de wenschen van het volk met voorultzlenden geest bü voorbaat vervuld. Historisch en geleidelük is in Engeland een typische verhouding tusschen vorst en volk, tusschen koningschap en democratie, tusschen wederkeerlg dienen en eeren ontstaan, welke In het openbare leven een element van duur zaam stabiliseerende beteekenls Is. Wat het koningschap uit eigen wilsbeschikking aan macht afstond, kreeg het in eerbied en aan- hankelUkheid terug. Het staat oprecht boven de partijen en is het zinnebeeld van de een heid van geheel het Britsche Rük. Principieele tegenstanders of vüanden heeft het niet bul ten de communisten, wier aanhang in Groot- Brittannië met zün zwarte fabrieksoentra en mljngebieden merkwaardig klein en van wei nig invloed gebleven is. Zelfs de Labours heb ben bü het overlüden van Konlng George on gevraagd in warme bewoordingen betuigd, hoe ingenomen zü «zün met de waarlijk democra tische monarchie in hun land. brief van vandaag heeft die vage onbehaag lijkheid, die mü drukt, niet kunnen verjagen, zelfs de blüdschap niet zoo precies door u be schreven te worden. U heeft mü nog heel veel dingen te zeggen; uw neigingen, uw plannen, uw moeder.... Onze ontdekkingsreis begint pas. Michel keurde dien brief goed, maar raadde mü aan dien niet aan zün moeder te toonen. zeggende: „Mün lieve mama heeft nu heel wat anders aan het hoofd en daar zü mü de zaak heeft toevertrouwd neem Ik alle verantwoording op mü.” Dat verheugde mü--.. En nu met den brief in de hand ging ik op weg om dien zelf naar de post te brengen. Ik was alleen onder de groote lindebootnen, die nog nadropten van den regen en ik ondervond een gevoel zoo als men heeft, als men, een dierbaar wezen verloren heeft. Ik had mü kranig gehouden tegenover Michel, maar mün vergissing had mü Pün ge daan. Mün droom, mUnrdroom, waarom mü zoo te bedriegen! Ik zocht tevergeefs naar een ander gelaat en vreesde mü weer te vergissen. Ik zag slechts een duldelük silhouet: dat van Georges Petal tegen het blauwe fond van zee en lucht. Het gelaat van den anderen Robert leek mü daarnaast een leelük masker en ik wendde het gelaat af om het niet meer te zien. HU werd dus niet vriendelük ontvangen, toen ik hem opmerkte te midden van een vroolljken troep vriendinnen en kennissen, toen ik weer op het kasteel kwam. Daar waren zü alten: De twee DaroUes, Marianne en baar moeder, weer terug naar de koele schaduw van het wachthuis, even bestudeerd waardig als hü ge komen is. De manschappen rukken In en lanpi den vestingmuur hervat de model-schildwacht zün geforceerden, slechts met stampen en mo numentale ruststanden onderbroken op- en nedergang. Hoe vaak zich deze ceremonie herhaalt, we ten wü niet, maar zü lükt ons Ineens niet meer zinneloos. Wü denken aan den gestrekten paradepas van het weder dreigend mllitalrls- tisch geworden Dultechland en aan de zorgen en angsten van Europa. Indien Engeland, deze factor van stabiliteit en soliditeit, zün vrijwil- -y—x e „wooden soldier”-schlldwachten IJ hun hooge zwarte berenmutsen, witte koppelriemen op de scharlaken tunieken, doen in Windsor Castle anachronis tisch aan, maar de Engelschen zün nu een maal verzot op anachronismen, wanneer deze Denise, Je bent verwonderlük," verklaarde Michel, die zich half slap lachte. „Ik kan niet precies uitleggen wat ik denk, maar ik herhaal, Je bent verwonderlükI" Ik liet hem praten, want er was iets, dat mü verhief hoog boven de kleinzieligheden, die het leven voorkomen: de helderziendheid van Robert. „Michel, is dat niet mün portret, in zün brief schetst, tot zelfs dat naar ik gelezen heb in een oud Arabisch hand schrift, dat verscholen lag onder het stof in de citadel van Saladin een groote mate van onvrede. Op de straten, in de huizen en in de kleurige en overladerj basars ontwaarde men de ver deeldheid. Ja, zelfs in de moskee van Hassan werd hier en daar een geluid vernomen, dat op onderdrukt genpr geleek. En in de breede schaduwen der pyramlden werden des avonds vergaderingen belegd, waarop voortvarende en hartstochtelüke woordvoerders de gemoederen der eenvoudigen, die niets liever gedaan had den dan hun dagelükschen arbeid en de plich ten, die de koran hun voorschreef, opzweepten Er hadden zich drie partüen gevormd. De eerste begeerde meerdere vrüheld bü de nale ving van de wetten van den profeet Mohammed, en de aanhangers werden de Harelnen ge noemd, naar hun leider Hareln. De 'tweede groep wilde in Kalro den avond een uur vroe ger doen ingaan dan tot heden gebruikelijk was, en het derde verbond, dat der Naronén, streefde er naar om alles te behouden, zooals het sedert eeuwen geweest was. De oude en wü*e kallef Maro sag met groote bezorgdheid deze verschillen van meenin g steeds omvangrUker vormen aannemen, en in de stilte van zün paleis zonhU op middelen om de rust in zün mooie en geliefde stad die aan alle kanten bedreigd werd weder te doen terugkeeren. Op sekeren dag zei één züner raadgevers: U kunt uw doel gemakkelük bereiken!" De kalief rimpelde zün voorhoofden vroeg: Op welke wüze dan?" ,r— Héél eenvoudig! U beveelt kort en bon dig, dat van heden af aan afie getwist in Kalro een einde moet nemen, en er weer vrede moet *ün.” Maro glimlachte ongeloovlg. dat dit iets helpen zal?" Stellig’! Het volk vereert u om uw goed heid en uw wijsheid, en sal zich zonder twüfel terstond naar uw wenschen schikken.” En nog dienzelfden dag werd overal in Kalro met luider stemme bekend gemaakt, dat kallef Maro ultdrukkelUk bevolen had, dat alle on- eenlgheden onmlddellük bü gelegd dienden te en achter langs de scharlaken pionnen en in specteert ze nog zorgvuldiger dan de onder- knieën officier reeds heeft gedaan. Hü kan blükbaar geen reden tot aanmerking vinden. Front ma kend naaiL het geranium-roode groepje geeft hü een schreeuw. De „wooden soldiers” werken als mecanlekjes en de commandant schrüdt bezittingen mede aan dat volk zelf te danken heeft en dus het een zekere verplichting acht het ervan mede te laten genieten. En dat het volk daarvan iets beseft, zou men kunnen op maken uit het feit, dat men uit de aandachtig naar de expliceerende suppoosten luisterende scharen voortschuifelende bezoekers nooit een schampere of afgunstige opmerking hoort, doch slechts gefluisterde uitingen vagi bewon dering. Hier ligt de decoratieve süde van het vorstenleven open als een kostbaar prenten boek, dat door de rechtgeaarde Britten zoo kinderlük gretig en in stille opgetogenheid be keken wordt. Wel. dat was met mü ook het geval en ik kon maar niet begrijpen, hoe ik mü alweer zoo had kunnen vergissen. Gelukkig was mün vertrouweling- er. .Michel, je zult wel Juichen," zei ik, ..maar in Gods naam, overstelp mü niet met verwUten, wees bescheiden in je triomf. Etees dit.” Tot twee keer toe las hü den brief en gaf hem terug zonder iets te zeggen. „Wel?" vroeg ik. „Je hebt mü gevraagd om je niet met ver- wüten te overstelpen....” „Hü lükt heelemaal Lebreull.” „Neen, zeker niet.” .Michel, ik moet Je iets bekennen. Elgenlük ben ik er niet door teleurgesteld, want mUn heer Lebreull bevalt mü heelemaal niet. HU Is heel knap, meer dan de anderen, maar hü heeft niet het genre van den man, aan wien Ik de voorkeur zou kunnen geven.” worden: „Honni soit qui mal y pense” (Schande over hem, die er kwaad van denkt). Zoo werd de kouseband tot een embleem van nederbuigende koninklUke hoffelükheid tegenover de vrouw, tot een eere-teeken voor de grooten der aarde, tot een waarschuwing voor alle booze tongen, maar ook tot de lüf- spreuk van allen, die hun zwakheden en lusten voor het vaak meer dan helderziende 09g van de wereld wilden rechtvaardigen, ver- helmelüken of verbloemen. De stichter van de orde van den kouseband moge met recht en reden het .honni solt qui mal y pense” heb ben uitgesproken, verschillende van zün op volgers hebben van dit devies dankbaar mis bruik gemaakt als ware het een soort van pri vilege verleenende vrübrief om het met de ivetten van moraal enfatsoen niet zoo nauw te nemen. Ligt hier in deze zelfde St. George Chapel niet Jane Seymour aan de züde van Hendrik VIII begraven, omdat Jane Seymour de eenlge van Henry’s vele geliefden was, die hem een kind heeft geschonken? En wijst men op een plttoresque binnenplaatsje in ditzelfde Windsor Castle niet een in lood gevat venster aan, 'waardoor Anna Boleyn peinzend over de wispelturigheid van ’skonlngs gunst heeft neer gekeken op het kleurige leven der hovelingen, toen zü zelve de pijn ervoer, die *U ’skonlngs wettige gemalin had aangedaan? „Honni soit qui mal y pense”, het staat in gothische let ters geschreven in het koor van de St. George Chapel, waar de ridders van den kouseband soms plechtig met groot ceremonieel geïnstal leerd worden, waar de standaarden der nog levende vorsten, die met deze onderscheiding begiftigd zün. kleuren boven de voor hen be stemde kostelük geschrünwerkte zetels, en waar wü naast de bloedroode .rijzende zon van hst keizerlüke Japan de vlag van H.M. de .Ko ningin zagen prüken. „Honni solt qui mal y pense”, het staat ook geschreven in de groote 8t. George Hall, waar de ridders van den kouseband elk jaar op den 33en April, den feestdag van St. George, een feestmaaltijd houden te midden van een volledige collectie van de bonte wapenschilden en de namen van allen, die sinds de stichting der orde in 13*4 tot op den dag van vandaag de eer hebben genoten deel uit te maken van dit lllustre in stituut. „Honni solt qui mal y pense”, het is behalve het devies van de „Order of the Gar ter” ook het levensdevles van zekere kringen der Engelsche „society", die van het purita nisme slechte den schün hebben behouden en aan John Gallsworthy de inspiratie hebben gegeven tot het schrüven van „The Island of Pharisee*". decoratief zün, en dat zün de uniformen van de „guarda” ongetwüfeld. Deze militairen met hun onverstoorbaar strakke kinneband van hun topzwaar makende bont- sjako onder de onderlip, zün pp zichzelf de moeite van het bekijken waard. Niet zoozeer om hun speelgoed-mooie uniform met witte of gouden opstlksels en belachelük kleine dulf- grüze rol-ransels, als wel om hun houding, hun gedragingen. Buiten dienst flaneeren zü spor tief, maar nonchalant langs 's Heeren wegen, een kort knoestig rottinkje in de hand en fiere overwinnaarsbllkken werpend naar de voorbijgangsters. Zü zün dan zeer menschelUk. ondanks of liever Juist door hun paradepak. In dienst worden ztf van een op het eerste ge zicht büna lachwekkend mllltalrlstische allure, van een model-dlenstklopperigheid. die ons, weinig militair aangelegden Hollanders zacht gezegd minstens overdreven aandoet. Op de groote glooiende binnenplaats van Windsor Castle hebben wü ons geruimen tüd vermaakt met het gadeslaan van een der gewone dage- lüksche inspecties van de wacht. Langs den ouden vestingmuur stapte stram en kwiek een enkele wachtpost op en neer, het geweer on der de kolf gesteund hoog over den schouder. Telkens als hü moest keeren, stampte hü een paar maal heftig op den grond alsof hem een aanval van woedend ongeduld overmeesterde, maar de büna machinale regelmaat, waarmee hü dan weer voortschreed, bewees, dat dit stampen slechts een disciplinaire ceremonie was. Plotseling komen eenlge manschappen uit het oude wachtgebouw te voorschün. Zü stellen zich in het gelid. Een onderofficier stoot een ongearticuleerden klank uit als een „In dian war-call”. De „wooden soldfers" ma- noeuvreeren klappend met hun geweren en verstüven alsof zü Jehova's gebod hebben over treden en een onbescheiden blik op het bran dende Sodoma en Oomorrha hebben geworpen. De onderofficier bekijkt hen van top tot teen, zoowel van voren’ als van achteren. Dit ge schiedt met een ernst en een nauwkeurigheid alsof zoo aanstonds de konlng zelf op bezoek zal komen. Doch niet de konlng komt, doch de ligersleger niet zóó parade-achtlg drilt, wat wachtcommandant. Na lang wachten schrüdt moet er dan van zün gevechtswaarde overblü- ven in oorlogstüd, wanneer de discipline van deze „wooden soldiers" zich moet kunnen me ten met de krachten van een tot menschon- waardigheld opgeschroefd dril-systeem? En eensklaps zien wü het opvallend verschil tus schen dit Britsche militaire spel, dat sportlef blijft en het Duitsche systeem, dat barsch en brutaal de strijdbare jeugd tot oorlogsmate riaal maakt volgens de paedagoglsche metbo- ben. Dan wandelt de wachtcommandant voer den vaa het concentratiekamp. Twee klaproos- roode „guards" marcheeren met gestrekte in onvertraagd tempo de vrij sterke helling op naar den ronden toren van Windsor Castle en wü küken hen na met lete al» ge ruststelling in on« hart. Honni soit qui mal y pensel Een brief, dien ik van Robert ontving kon mü niet mün heerlüke zorgeloosheid terug schenken. Zooals altüd was de enveloppe aan Michel geadresseerd, maar de brief was voor mü. „Lieve, ver verwüderde prinses, ik ben droef geestig, terwül ik dit schrijf. Zult u niet een groote teleurstelling ondervinden? U heeft mU edelmoedig bedecht met het gelaat van uw droom, maar belaas, dat is mün gelaat niet. Ik ben niet donkerbruin, ik heb geen zwarte oogen en geen matwarme tint. Lief prinsesje, zoo ver van mü verwüderd, hoe zult u die teleurstelling kunnen verdragen! Ik ben, helaas,zwart noch blond, maar kastanjebruin, heel gewoon, mUn oogen zün blauw noch zwart, maar grijsbruin, ook al heel gewoon. Glad geschoren, dus geen snor noch baard. Mün signalement luidt: middelmatig boog voorhoofd, gewone neus, middelmatig groote mond, gezonde en stevige tanden, büzon- dere merkteekens: geen. Hoe zult u mü dus herkennen als wü eilander voor den seersten keer Men?, Royal Origan mishaagde mü nu. Had Robert, mün Robert, ook die sigaretten gerookt? Beslist niet, want nu ik op alle punten van dwaling overtuigd werd, moest de man Van de silhouet, zooals dokter Renaud zei, niet Robert de Beaufeu geweest *Un. Opi aan dien geur te ontsnappen, waarvan zelfs de kleeren van den valachen Robert doordrenkt waren, ging ik ver van hem af zitten aan de theetafel Toen wü daarna in de groote laan kwamen, die een soort terras vormt boven de weiden, kwam hU naar mü toe. Ik beschouwde het schoone landschep, verfrischt als het was door den regen. De meeste jongelieden waren reeds voorbügegaan, terwül nog stond, te küken, totdat de Royal Origan de heerlülie lucht kwam bederven, die ik met genot Inademde, „Juffrouw Denise,” zei mUnheer Lebreull.. ZUn stem, de stem, die ik zoo verlangd had te hooren, bedroog mü zeker ook zooals zün ge stalte, zUn gelaat! .Juffrouw Denise, ik ben zeer ongelukkig!’ „Vraagt u niet waarom?” „Zou ik zoo onbescheiden zün, mijnheer?” .Juffrouw, als u het veroorlooft, sal ik het *Un, die u ondervraagt.” .Maar sal ik u kunnen antwoorden?" Lieve hemel, wat aal hü mü zeggen? „Heb tk het ongeluk gehad u te beleedigen?” ,,Maar, mUnheer, Ik begrijp u niet.’ (Wordt vervolgd) En ik zie u duldelük: blond met blauwe oogen, gelaatskleur als parelmoer, frisch roode lippen, een schalksch gezichtje. Ik zie zelfs een kuiltje in uw wang, als gü lacht. Züt frij zoo niet, vriendin müner droomen? Zou het geheimzinnige fluïdum, dat ons vereenlgt, niet zün kracht verliezen als u het gelaat zult zien verdwünen, dat uw illusie geschapen heeft? Bemtn ten minste mün moeder, die mü aan bidt. Mün in oorsprong dateerend uit den tüd der Noor mannen. Sinds meer dan 800 Jaren hebben hier konlngen en koninginnen van Engeland ge woond en ook thans nog wordt het geregeld ge bruikt door de koninklUke familie. Wanneer de met kostbare kunstschatten (er zün een van Dück- en een Rubenszaal) en tal van histo rische herinneringen gevulde statievertrekken niet, door het hof of zün gasten in beslag zün genomen, zwermen dagelük* groepen touristen en dagjesmenschen door dit museum van koninklUken luister, waarin verleden en heden zoo harmonisch bü elkaar aansluiten, dat men er getroffen wordt door de sterke continuïteit der traditie. Er zit iets opmerkelUk democra tisch in, dat de koninklUke slaap- en toilet kamers. dat heel de intieme en officleele levensomgeving der vorstelUke familie hier ter bezichtiging worden gesteld voor ook de een voudigste en in de meest bescheiden omstan digheden levende onderdanen. Het is alsof de koninklUke familie bü het volk uitdrukking wil geven aan de gedachte, dat zü deze heerlüke worden, en dat in Kalro weder vrede moest moskeeën, heerschte vele eeuwen geleden heerachen. In het hui* van Asso een vurig en over tuigd Hareln werd des avonds dit bevel be sproken. Tegenover hem zaten twee mannen Roesa en Eldar, dl* elk tot ééne der andere partüen behoorden en hun gesprek wa* zéér leven dig. Rossa bleek de inschikkelükste te zün. Het woord en bevel van den kallef Maro, dien wü allen vereeren en hoogachten, zei hü. moet ons gelden als een wet van den verheven profeet Mohammed zèlven, en het 1* daarom de eerate taak van leder onzer zich naar zün wüa verlangen te voegen.” Maar de belde anderen deelden deze mee- nlng niet. Het werd een gevecht van woor den.... een chaos van klanken en gebaren.... een «tortvloed van verwenschingen tenslotte. Men geraakte niet tot overéén- stemmlng En toen de rede, het wóórd, niet meer hielp, zochten de drie - tegenstan ders hun heil in het handgemeen. En binnen de woning van Asso was weldra een ruïne van stukgeslagen huisraad. Paulette, Sabine, mUnheer Lebreull en drie andere jongelieden. ZU zaten in een autobus, die een verschrikkelUk lawaai maakte. „Je leeft du* toch nog?” riepen verschil lende stemmen. „Wü waren ongerust geworden, toen niemand van u verscheen en daar het vandaag niet regent, zün wü gekomen om nieuws te hooren.” Ik dacht er aan, hoe Franqolse dat wel zou vinden, terwül ik mün vriendinnen begroette met al de teekena van een uitbundige blüd schap. Maar Franqolse scheen het heel goed op te nemen en tante ook. Ik geloof, dat zü blU waren een afleiding te hebben voor hun ver- drietelükheden. Na het babbeluurtje, onvermüdelük tusschen vriendinnen, die pas elkaar teruggevonden heb ben. en een geïmproviseerde thee. Werd be sloten een wandeling in het park te maken. Daar was het, dat door behendige manoeu vres mUnheer Lebreull mU kon naderen. Vanaf den handdruk, dien wü bü zün komst gewisseld hadden, had hü mü telkens weer smachtend aangezien en ik had daarop gereageerd door onverschillige glimlachjes. Verschillende malen had hü mü fluisterend gezegd, dat het hem zoo speet mü een heele week piet gezien te hebben. Ik liet hem be leefd uitspreken en verwüderde mü met een korte dankbetuiging. ZUn verwonderd en be droefd gezicht hinderde mü. Inwendig verweet ik hem. dat hü niet op Robert leek en maakte ik hem verantwoordelük voor de teleurstel ling, die ik ondervonden had. De geur vaa dat kuiltje?" Onder den Indruk van mün geestdrift, be sloot ik hem onmlddellük te antwoorden. Wü bevonden ons in de bibliotheek, terwül buiten groote druppel* neervielen van de «ware takken der boomen; groote wolkgevaarten dreven door de azuurblauwe lucht, de rozen en geraniums getooid met paarlen en diamanten schitterden onder een verjongde zon. „MUnheer en lieve telepaath, nu u zoo goed mün gelaat in uw droom ziet, leert u er dan ook niet op, dat uw brief mü heelemaal geen teleurstelling heeft bereid? Mün eenlg verdriet is, dat uw hart bedroefd is. Wat komt de kleur van uw haar er op aan, of van uw oogen? Is het gevoel dat ons, ondanks den afstand, die ons scheldt, vereenlgt, niet onafhankelük van elke stoffelüke omstandig heid? Er is iets beters dan de oogen. het is de blik en dien zal ik wel weten te herken nen als wü elkander voor den eersten keer zullen zien. Ik wil niet, dat u bedroefd is, dat doet mü pün. Hier gaat het trouwens ook niet goed en ik wacht op een brief van u om den vrede van mün gemoed terug te vinden. Maar uw ‘T'TTlndsor Castle is een complex van ge- yy bouwen, romantisch van allure, waarin men de verschillende Engelsche bouw- stülen van den tüd der Noormannen af tot en met de gemoedelüke „Victorian age" ver tegenwoordig vindt, op een der kleinere bin nenplein tjes zelfs vlak naast elkaar als in een openluchtmuseum van historische architectuur. Te midden van deze met gekanteelde muren omgeven en door een ronden toren over- heerschte burchtstad staat de beroemde 8t. George Chapel als een Engelsch-gothische reliekschrijn. Hier bevinden zich de rouw-mc- numenten voor overleden vonten, waaronder dat van konlng Edward vn en koningin Alexandra het nieuwste en ook het leelükste is. Gelukkig staat dit van kostbaar materiaal vervaardigde monument van smakeloosheid niet in het prachtige koor met zün rijk-gebeeld- houwde zetels voor de ridders van den kouse band, maar in een zü-ka[*el. De ridderorde van den kouseband, de hoogste Britsche onder scheiding, welke alleen aan personen van vorstelüken bloede wordt verleend, is in zün oorsprong weer typeerend voor de Engelsche mentaliteit en de opvattingen van het zociety- leven, welke zich in den loop der eeuwen slechte weinig hebben gewüzlgd. Het verhaal gaat, dat op een Middeleeuwsch hofbal een der hofdames haar kouseband verloor. De koning raapte dit intieme voorwerp op en om te voorkomen, dat de mogeljjk argwanende hovelingen hem van onbehoorlüke betrekkin gen tot de schoone eigenares zouden verden-. ken sprak hü de gedenkwaardige woorden uit, die tot een waarschuwend wapendevies zouden i hü met een langzamen, uiterst statigen en hooghartigen stap als een zelfbewust pra lende goudfazant naar bulten en stelt zich met opgezette bont voor de roerlooze soldaten. Ook hü stoot een onverstaanbaren kreet uit. De geweren gaan weer kletsend van de eene hand in de andere en de manschappen stam pen weer op den grond alsof zü het Empire trotseerende Italianen onder de voeten heb- lechte enkele maanden geleden stond Windsor Castle in het brandpunt der wereldbelangstelllng. Dat was. toen de lükkist met het stoffelük overschot van den goedhartigen en beminnelüken George V, die Zün waardigheden van Konlng van Engeland en Keizer van Indiè méér dan vüf-en-twlntig annala Ha HU die waardigheden passende pompeuze kroonjuwee- len droeg nl. pretentieloos en met een büna angstvallig gevoel voor stipte plichtsvervulling, nlngsburcht, een kleine, weerbare 'vestingstad. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 20