R.K.-georiënteerd topneel <Kctucïfaal van den r Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland I F 250.- H De lafaard I De onbekende Verloofde DOOR LEMAIRE 1 i B Nb SbV ZATERDAG 4 JULI 1936 EEN LUSTRUM I a 1? 222. u I 1 J - 6 Televisie-schouwburgen V ■- - 1 D* ST. MAARTSNSKKRK T* ZALTBOMMSL y I r der I klas grinnikt. De 4q 1 ïïi 0 C HO bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door op dit blad sljn ingevolge de venekeringsvoorwaarden tegen TT Frangoise, ontroerd I I t Twee Londensche station» krygen de primeur Toen de wind niet meer zoo te keer ging, konden ze vlug op een dikken tak kruipen en omdat ze meenden dat die niet zou kunnen breken, zat Kruimeltje er fün op te wippen. Maar dat duurde niet lang, want de tak scheen er erg kwaad “over te zijn en brak bijna middendoor. Een paar wurmen, die alles hadden zitten afkijken, begonnen hard te lachen. 1) Ed. Verkade: Aanteekeningen over tooneel- kunst. „Den grooten Victor Hugo, Lamartine en Ver. lalne en nog eenige anderen. „Georges, Georges, dat is toch niet mogeUjk!" Na een heel hoop moeite waren ze eindelijk in den boom geklommen. De tak die gebroken was, maakten ze met wat boomhars weer aan elkaar en ze hadden dus een goed werk verricht. Maar het begon ineens zoo sterk te waaien, dat ze zich stevig moesten vasthouden aan de takken en bet zag er allesbehalve goed voor hen uit, want ae hadden de grootste moeite aan de takken te blijven hangen. nu lachen, was voor hen een wonder en een sensatie van den eersten rang. Ja. wanneer niets nieuws meer uitgevonden werd, dan zouden wij eeuwig modem blijven. Het zijn de uitvindingen onzer eigen tüdge- nooten, die ons ouderwetsch maken in de oogen van het volgende geslacht. Wjj. cle de eerste televisie-beelden zien, zul len er evenzeer aan moeten gelooven als onze ouders die de eerste bioscoop-beelden sagen. I bij verlies van een hand, een voet of een oog. Hi 11 We zullen je helpen, als je straks iets voor ons doet, riepen de houtwurmen tegen de kabouters en natuurlijk vonden die dat een reuzen voorstel De wurmen kronkelden zich ooor en over elkaar en zoo was het net een groote hooge ladder. Het was een leuke klimpartij voor de kaboutertjes en de wurmen w hadden er zelf ook nog plezier in, want toen Tuimeltje en 1 Kruimeltje bijna op den grond waren, lieten de wurmen zich ineens allemaal vallen. z'’’" Op allerongelukkigste wijze heeft een Hdeeeuwsch restaurateur het probleem dakbedekking van de zijbeuken opgelost HOOFDSTUK XV111 Onder haar grooten tuinhoed van witte mous seline, die haar lief gelaat omlijstte, geleek Frangotee op een heilige van een kerkvenster. Zij sag er zoo moot uit met haar ruiker van marguerleten en korenbloemen in de armen. moderniteit, bü het jonge geslacht van 1950 en 1960 als hopeloos ouderwetsch gelden. trilde van blijdschap, ik zei tot hem met de stem van het hart: „O zij begrijpt u zoo goed, uw kleine met rozen gekroonde feel" Dat concert van Beethoven! Ik héb Hen indruk behouden, dat ik gedurende al den tijd, dat dit gespeeld werd, niet heb geademd. Toen het orkest zweeg loosde Georges een diepen zucht en keerde zich tot mij, zün gelaat weerspiegelde het genot, dat nog in zijn grijze oogen leefde; ja, het was wel mijn Robert, die mH met zooli vurigheid aankeek. Dan was het, alsof er een sluier viel over die ontroering, het gelaat had zijn gewone kalmte herwonnen en opnieuw lachte ik mijzelf uit om mijn dwaze verbeelding. .Moot, niet waar?” zei hij. „Mooi...'. Zeg dat het bewondenenswaardig wasl O, die kunstenaar! Wat een gevoel, wat een bezieling!” Hij glimlachte om mijn geestdrift en zette zich weer op normale wijze in. zijn fauteuil. De kunstenaar, na driemaal teruggeroepen te zijn, kwam terug op het podium om a|s toe gift de prachtige Bourrée van Bach te 'spelen. Toen hjj na een orkaan van applaus zich verwijderd bad, zei mevrouw Peral: „Dat is bet lievelingsstuk van Georges." „Het mijne ook,” zei Michel. „Ja, maar jij stelt je tevreden met het te bewonderen, maar Georges speelt het en zeker niet slecht," antwoordde mevrouw Peral. „Speel je de Bourrée?” riep ik uit. DM heb je ons nooit verteld. Dat is niet aardig van je, ik houd zooveel van dat stuk." „Je houdt er van.” antwoordde hij lachend. komt uit de hoofdstad, Helga heet ze gis teren heb ik haar zien komen, piekfijne kof fers. Ze heeft geen moeder meer en haar va der is naar Afrika op leeuwenjacht ze moet bij ons op schooi er is toch geen meisjes- gym in de buurt ik weet alles van mijn vader.” De godsdlenstleeraar, die tusschen acht en negen les geeft in de zesde, is zeer- verwon derd over de doodelUke stilte, geen enkel ge luld komt hem In de gang tegemoet. En als hij bezorgd de klas binnenkomt er zal toch niets gebeurd zijn schieten een dozijn Jon genshoofden uit elkaar en vinden hun plaats terug. Herben Berlnsky Is er niet bij, hij is niet katholiek en komt pas om negen uur. Pater Wenzef heeft het zwaar te verant woorden op dezen Maandag, veel zwaarder dan anders. De heeren gymnasiasten passen niet op. Te vergeefs klopt het bruine potlood opmerk zaamheid ctechend op den lessenaar. Niet eens het namen opnoemen gaat zonder stoornis. w w w-i a T^/'XWTIkT^' 90 oo dit blad zijn ingevolge de venekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 bi^ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7FJO a b^ **n onseval met n I 4| ^1^ HC JIN [N ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen VëXZs doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL densche stations het nut, propagandistisch te werken op het publiek dat tot nu toe voor tele visie niet de overweldigende belangstelling ge toond heeft, die het een twaalftal jaren ge leden aan den dag legde voor de gelujds-radio. De televisie-nummers, welke In de laatste Jaren, bjj wijze van experiment, op de programs van enkele Londensche Music Halls voorkwamen, hebben niet het succes gehad dat men ervan verwachtte. Het publiek is thans minder licht geneigd zich door „technische wonderen” te laten im- poneeren, alleen omdat zij technisch en won derlijk zijn. In dit opzicht valt, althans in En geland, een merkwaardige reactie waar te nemen de reactie der geblaseerdheid. Toen de geluldsradlo nog hetzelfde effect had als een zeer slechte gramofoon, aanvaardde men haar met geestdrift als 'een „wonder”, waardoor de menschen uit het isolement hunner woonka mers verlost zouden worden en in gemeenschap zouden kunnen verkeeren met alle steden en volken ter wereld. Zijn geestdrift voor de ge- zichtsradlo schijnt men evenwel op te schorten totdat deze iets veel beters te zien geeft dan een zeer slechte bioscoop In het begin onzer eeuw. Voor spoorwegstations, die dagelijks een ver keer van honderdduizenden verwerken, zijn Radioschouwburgen met veertig zitplaatsen zeker niet van veel belang. Maar voor de pio niers der televisie kan het zeer belangrijk zijn dat In deze centra van verkeer en leven het publiek de eerste vruchten van hun arbeid leert kennen. Het grootste nut van deze kleine, primitieve schouwburgen, waar ongetwijfeld zeer primitieve vertoonlngen zullen plaats hebben, is echter hierin gelegen, dat zij ons op cte gedachte bren gen dat ook wjj eigenlijk m»sr In den „ouden tijd" leven. Hoe geweldig .modem" hebben wij ons gevoeld toen wjj Lumière's eerste films, veertig jaren na de vertoonlng, opnieuw te rien kregen! Och, och, wat waren die menschen van 1895 toch ouderwetsch! Datgene, waarmee wij Omdat meneer A zijn auto net op den hoek heeft geparkeerd, kan B zijn bocht niet veilig nemen. Parkeeren in bochten, in te smalle straten of te dicht bij een hoek is gevaarlijk en... verboden! p een heel gewonen Maandag, somber. 1 zooals alle Maandagen zijn, met bet vooruitzicht van een heele week school- dril, beleefde de zesde klas van het jongens- gymnasium in de provinciestad een geweldige sensatie. Daar dook plotseling een groen stoffen Jurk op. met vele metalen knoopen er aan en ging zonder te vragen of ook maar iets te zeggpn op dezelfde plaats bij het raam zitten, die Herbert Berlnsky sinds jaar en dag onomstoo- telük voor zich opeischt, al vuist de eerste klas. Nooit m al die vijf en half jaar heeft iemand ook maar zelfs geprobeerd hem het recht op deze plaats te benijden, want hij had een paar reuzen-vuteten, die lederen slagers jongen tot eer zouden strekken. Bovendien is h!j ook in ander opzicht hun meerdere, zelfs krijgt hij al een kleine snor, dat is lederen dag duidelijker te zien. Ja, de heele zesde klas is trotsch op hem en vindt dat hjj het volste recht op de boekplaats bij liet raam heeft. En dan, op een Maandagmorgen, heelemaal onverwachts, duikt een stoften jurk op en gaat daar doodeenvoudig op de geheiligde plaats zitten. De Jongens zijn met stomheid geslagen dan golft ex een verontwaardigde stemming ooor de klas, van bank tot bank. Ze steken hun hoofden bjj elkaar, fluisteren wat doet een meisje hier, zooals ze zich aanstelt, en telkens als een nieuwe zesde klasser binnenkomt, zoe men de stemmen weer heftiger op, en de tegen stand groeit en groeit, achter den rug, die groen en smal op de bank bij het raam alt. De zon toovert lichtglanzen in het blonde haar en weerspiegelt zich in de metalen knoopen. Een lichte geur van lavendelaeep hangt om de eerste bank. Frans rukt een venster open en Karei zegt hardop: „Puh.” zwaait door de lucht met zijn zakdoek, die vol Inktvlekken en grijsgrauw is de groene jurk verroert zich niet. En dan op het laatste nippertje verschijnt de zoon van den arts Buchner en wordt in de volgende tien seconden de spil, waar de zesde klas om draait In telegramstijl geeft hij door: „Bij de oude mevrouw Hellmer, vaders patlènte, woont ze kleinkind of zoo iets -r stam plaats. Voor den lessenaar In de schaduw, waarin wij waren, zag ik als het ware lichtjes dansen in zijn oogen, waar de verrassing zich vermengde met de vreugde. Wij waren bij de Albatros aangekomen. De Perals zouden er overnachten en wij terug- keeren naar Saint-Flavien. Ik wist niet meer of ik droomde of de werkelijkheid zag. „Je zult mij toch eens de Bourrée voorspelen, niet waar, Georges?” „Zeker, Denise, als je dat pleizier doet." Ik meen mij te herinneren, dat de nacht zoo zoet was, dat de sterren schitterden en de lucht vervuld was met de geuren van de zee. Michel belastte zich er mee mij tot de werkelijkheid terug te roepen met mij in den arm te knijpen, opdat ik toch in den auto zou stappen. „Ik heb een wonderbare ontdekking gedaan,” zei ik, toen hij naast mij zat. „Ik zou je wel willen laten raden, maar je zult het nooit vinden." Ik liet hem eenige oogenblikken in spanning, dan zei ik: „Georges bemint de poëzie.... hij kent de Phédre van buiten! O. Michel, wat was dat concert mooi! Wat zou Robert er van ge noten hebben!” Michel toonde volstrekt geen verwondering of enthousiasme. Hij zat stil in zijn hoekje, ik geloof, dat hij sliep. -»-» innen enkele maanden zullen wachtende reizigers aan de Londensche stations van twee spoorwegmaatschappijen de Sou thern Railway en de Great Western Railway den tijd kunnen korten in televisie-schouw burgen, met welker bouw dezer dagen een aan vang gemaakt zal worden. Zij zullen opgericht worden op het groote perron waarop (aangezien alle Londensche sta tions kopstations zijn) al de andere perrons, en ook de wachtkamers, plaatskaartenhall enz. uitkomen. De B(ritteh) B<roadcasting) C(orporation), welker televisiestation zich in Alexandra Pa lace, in Noord-Londcn, bevindt, heeft den spoor wegdirecties doen weten dat, aangezien televisie nog in haar begin-stadium verkeert, de schouw burgen zeer klein en flauw verlicht moeten zijn. De deskundigen stellen voor dat niet meer dan vijf rijen van acht stoelen zullen worden aan gebracht; de voorste rij sou zich dan op ander- halven meter van het doek bevinden. Over zes weken zal een aanvang gemaakt worden met het uitzenden van televisie-pro- grams; van half October af zal een geregelde dagelijksche dienst ingesteld worden, en wel van 3 tot 4 uur, van 6.15 tot 7.15 en van 9.30 tot 10.30 uur. De hooge prijs der ontvangtoestellen (van 160 tot f80) staat op het oogenbllk de praktische ontwikkeling van televisie nog eenigszlns in den weg, doch men verwacht' dat binnenkort de prijs aanmerkelijk lager zal worden ge steld. Van het standpunt der BB C af bezien, heb ben televisie-schouwburgen aan de groote Lon- schapskunst. Even brak de verwachting door, dat het massa-spel en het spreekkoor uitkomst zouden brengen, maar ook deze meening bleek niet houdbaar, want ook hiea verwijderde het tooneei zich te ver van zijn oorsprong. „Terug naar de Middeleeuwen, profeteer den enkelen, maar ze hadden weinig bijval, want niemand verlangde ouden wijn In nieuwe zakken. Wel leidde de aangeheven leuze er toe eens nauwkeurig na te gaan, waarin tijdens de middeleeuwen dè innige verbondenheid lag tusschen tooneei en volk. De oplossing was eenvoudig genoeg, want afgezien van de gewone amusementskunst, plaatste het tooneei in de Middeleeuwen de menschen tegenover God en zijn geboden, m.a.w. er was altijd een geestelijke achter grond aanwezig, 1) en een conflict, dat ten tooneele werd gebracht, vond steeds zijn op lossing op de eenige juiste manier, nJ. in het licht van de Eeuwigheid. ,JDat kon het volk begrijpen, dat sprak het algemeen menscheljjk gevoel aan, dat maakte, dat alle toeschouwers de oplossing als juist aanvaardden. En zij gaven zich dan ook geheel aan het tooneelspel over, omdat de strekking van het stuk overeenstemde met hetgeen Gods geboden voor alle men schen bindend voorschreven. „Ziedaar het geheim van de innige deel name van het volk In de Middeleeuwen. Da&r bestond ware gemeenschapskunst, omdat de toeschouwers als het ware mee speelden, terwijl de spelers om zoo te zeg gen meeleefden met het publiek. „De Instrumenten waren gelijk af ge stemd. „Dat te herwinnen In onze eeuw van ma- „Wjj zijn al twee uur geleden In FleurvUle aangekomen. „Een verbazende vangst!" ging Michel voort, „waarom ben je niet mee komen vlsschen, Georges?" „Ik heb den heelen dag gewerkt." .Maar hij kon aan de bekoring van dit con cert niet weerstaan,” zei lachend mevrouw Peral. .Die violist is wonderbaar," zei Georges alsof hü zich wilde excuseeren, ,Jk heb hem al eens meer gehoord.” Wij gingen op de vijfde rij zitten vlak achter de Perals. Gedurende het geheele concert liet ik mijn verbeelding volle vrijheid: De silhouet van Georges nam geheel de plaats in, die Robert in die fauteuil zou Innemen. Zijn haar had denzelfden glans, zijn glad geschoren lippen toonden als hU glimlachte een rij van gezonde en blanke tanden. Het was Robert, die daar voor mij zat, ik zag zijn profiel geïnspireerd door het genot van de muziek; de melodieën ■oneen, het orkest accompagneerde en ik, die het wat zal Berlnsky doen? En Berlnsky verroert zich niet, hü staat daar en kükt alleen maar, seconden lang. En dan... dan bukt hü zich en legt langzaam, stuk'voor stuk de verstrooide voorwerpen weer op da bank terug, neemt zün tasch, klemt deze on handig onder zün arm en zegt: .Alsjeblieft," terwül hü op zü gaat, wanneer de leerling Helmer langs hem loopt en alsof er .Dank je.” knikt ze tegen Berlnsky, die langzaam naar een leege bank achter in de klas loopt. Sinds dezen ochtend veracht de geheele klas Herbert Berlnsky en noemt hem ,J)e lafaard" leest, zal kunnen constateeren, dat dit stre ven bij de samenstelling er van duidelijk tot uiting komt? „Voor het grootste gedeelte toch bestaat hét repertoire uit zuiver katholieke stuk ken, zoowel van klassieke als van heden- daagsche auteurs. Ben dergclijk repertoire hebben de katholieke vereenigingen nog nimmer tot hare beschikking gehad. Dat zulks thans mogelijk is, rechtvaardigt ons streven, waarmede dan tevens het bestaan van ons gezelschap volkomen verant woord is.” Het lustrumboekje van de Vereenigde Haagsche Spelers, die hun vestiging in de Residentie hebben (2e Adelheldstraat 191) brengt ons in kennis met een Interessant repertoire, dat werken van oude meesters en moderne tooneelschrijvers omvat. In woord en beeld toont het ons dat dit troepje heel wat heeft gebracht en nog veel wil brengen. Dat het slage! ■w-^ en fraai lustrumboekje wordt ons toegezonden van de Vereenigde Haagsche Spelers onder directie van Pierre Balledux. Deze heeft een gezelschap willen vormen, dat KathoUek-georiënteerd tooneei brengen moest. En veel twijfel ten spüt is h(j er In geslaagd een eerste lustrum te halen. Pater dr. H. Duurkens BJ. is de peet en als voorzitter der commissie van be heer, welke vijf jaar raad en daad gaf, opent hij het geschriftje met volgend woord „Wij hopen, dat het komende lustrum ons de erkenning moge brengen, dat ons werken in nog wijderen kring gewaardeerd wordt en dat zulks vooral hierin tot Uiting zal komen, dat alle katholieke vereenigingen daadwerkelijk zullen toonen belangstelling voor ons streven te hebben, door ons gezel schap voor haar leden te laten optreden. „Wij mogen dat vragen, omdat het stich- tingsdoel van ons gezelschap uitdrukkelijk voorschrijft, dat ons streven Is: „artistiek verantwoorde tooneelultvoerfagen te bren gen, die de katholieke levensbeschouwing uitdragen, of althans daarmede niet In strijd zijn.” Wij weten dat de verwezenlij king van dat doel ons een zwaren plicht te genover de Katholieken oplegt. Hoe wij er naar streven dat doel te bereiken, moge blijken uit de verantwoording, die in deze brochure Is opgenomen. „Vol moed gaan wjj ons lustrumjaar in. Het vertrouwen, dat ons gezelschap In het vorig seizoen mocht ondervinden, Is ons daarbij natuurlijk een aansix>rlng. Wij ont vingen veel bewijzen van waardeering voor ons gezelschap en z*n artistieke prestaties, terialisme is een der voornaamste bedoelin gen van ons gezelschap. Wij weten, dat de tien geboden voor alle eeuwen geschreven zijn, en daarom moet ons repertoire daarin zjjn basis vinden. dat ik mü niet kon weerhouden te zeggen: .Als hü.dle je Uefhebt, je zoo eens kom zien!" Wü bevonden ons tusschen de korenvelden, waar ik haar dien morgen had meegetroond om de veldbloemen te plukken, waarmede Ik de lunchtafel wilde versleren. Goedig als sü was, was zü meegegaan, maar haar gedachten verwülden In sferen, waarheen Ik geen toe gang had. Mijn opmerking deed haar vuurrood worden. „Wat zeg je daar?” vroeg sü rér- schrikt. „Lieve Franooise, je bent verliefd, dat is absoluut zeker, maar Ik pünlg tevergeefs mijn brein om te ontdekken, wie de gelukkige Is." Denise, spaar je hersens, pijnig ze niet." „Ik heb eerst gedacht, dat het Robert was.” Haar verbazing was grappig om te zien en toonde mü aan hoe dwaas Ik geweest was om zoo Iets te veronderstellen. „Nu vraag Ik mü af of het niet....” Haar lief gezichtje werd doodsbleek en haar oogen zagen mü angstig aan. Ik was eigenlijk even ontroerd als zü en zag In den geest Georges, die een roode roos voor haar plukte. .Als het niet....?" herhaalde zü. „Georges Peral is.” fluisterde Ik. Haar trekken waren weer rustig en mee warig ael zü: .Maar.... Denise!" Die woorden waren voor mü voldoende om mü aan te toonen, dat ik mü alweer vergist had. Ik was er zoo van overtuigd, dat Ik niet begreep, hoe ik dat had kunnen denken. Vroolük gestemd kwamen wü terug op het kasteel, waar tante Madeleine ons opwachtte. ,4k werd sooeven door vader opgebeld. en je hebt het mü nooit gezegd, dat is ook niet aardig!" Het Ijs was gebroken. Ondanks mün besluit om Georges aan Francoise over te laten, was ik het, die bü het uitgaan van de concertzaal naast hem ging loopenIk had den heerlijken Indruk, dat ik naast Robert liep, zoo zou ik het gelaat moeten opheffen om met hem te spre ken en het was met dezelfde geestdrift dat Ik hem zou zeggen: „Zul je mü niet eens die Bourrée voorspelen?” Als ik naast den anderen Robert liep, had Ik nooit zoon sterke illusie ondervonden. Het kwam zeker door de muziek, dat mün zenuwen een beetje in de war waren. En dan alles, wat er zeker en levendig was In die eigenaardige gelükenis van gestalte, gelaat, houding en karakter! Dat alles had ik mü toch niet ver beeld, Robert had het mü toch zelf ge schreven. Opeens vroeg ik hem: „Houd Je van poëzie?” ..Heel veel,” antwoordde hü met een lichte trilling In zün stem. .Racine?” „Vooral Racine. Ik ken de Phédre van buiten.” „O, Georges, dat te toch niet waar? Het te verwonderlük, wat Je mü daar vertelt.” Hü vergiste zich wat betreft dien uitroep. „Och, het te zoo moellük niet, men leert ge- makkelük, waar men veel van houdt.” „Van welke dichters houd Je nog meer, Georges?" AUerwege ook kregen wü toezeggingen tot steun aan onze apostolische en cultureele taak. Met gerustheid rekenen wü er dan ook op, dat vereenigingen, waarvoor wü reeds een of meermalen mochten optreden, „Wie de beschrijving van ons repertoire ook dit seizoen bü de samenstelling van haar programma's aan ons gezelschap zul len denken. Zü kunnen er zeker van zün, dat onzerrijds èlles zal worden gedaan wat mogelük Is, om haar leden een hoogstaan- den avond te bezorgen.” Pater dr. Duurkens, die dit schrijft, wordt in de commissie van beheer bügestaan door Mr. J. F. de Vilder, Secretaris-Pen- nlngmeester, Aerdenhout; Leo Hazelzet, Rotterdam; Mr. H. A. M. T. Kolfschoten, *s-Gravenhage; Dr. P. A. M. J. Schols, Maas tricht en J. F. Horvers, Tilburg. Voorts bestaat er een eere-comlté tot vor ming van een bedrijfskapitaal, waarin zit ting namen: ZExc. Prof. Mr. P. J. M. Aal- berse. Minister van Staat, Voorzitter van de Ilde Kamer der Staten-Generaal; Ir. M. C. E. Bongaarts, Oud-Mlnister van Waterstaat; Dr. H. Duurkens 8.J., Voorzitter Commissie V. Beneer V.HJ3; Henri Hermans, Lid v. d Tweede Kamer der Staten-Generaal; Mgr Jos. Postma, Pastoor der Parochie van O. L. Vrouw van Goeden Raad, *s-Gravenhage; J. M. v. d- Tuyn, Deken van 's-Gravenhage, en Mgr. Dr. Th. Verhoeven, Directeur van het R. K. Centr. Bureau voor Onderwüs en Opvoeding. Pierre Balledux geeft zelf een „verant woording” van zün arbeid: „Ons repertoire, hoe bescheiden ook, draagt in zich de sporen der historie. Wü hebben het met zorg samengesteld als de vrucht van ons ernstig streven tot verle vendiging van het tooneei als gemeen schapskunst. De ouderen onder ons weten, hoe, na de verwording van het middel- eeuwsch tooneei, de valsche romantiek met hare naturalistische en realistische ultloo- pers het tooneelleven heeft beheerscht. Het werd er niet beter op, toen In de bloeiperio de van het liberalisme de verafgoding van het individu ook als tooneei tot haar die naar maakte, hetgeen natuur-noodzakelük lelden moest tot ondergang van het ware tooneei, dat immers naar zün wezen ge- meenschapssjyel-gemeenschapskunst moest zün. „Geen wonder, dat de eindelooze uiteen rafeling van onbelangrijke persoonlükhe- den, die zich zelf in den weg liepen, de toe schouwers ging vervelen. De schouwburgen verliepen, maar inmiddels herwonnen som migen hun bezinning en vroegen om de herleving van het tooneei als gemeen- Op „Frans Duschner” zegt Weber: ..Hier” en bü den naam Karl Römer antwooaden drie stemmen luid: „Niet aanwezig.” hoewel de leerling, echter in gedachten verzonken, op zijn plaats zit. Dan heelemaal aan 't end, na Jozef Wurzel, wordt de nieuwe opgeroepen. „U heet?" vraagt de Pater en doopt zün pen tn den inktpot. Als een stormwind gaat het door de klas: „U. zegt hü tegen haar.” De groene Jurk te opgestaan, zeer slank en volwassen teekent zü zich af tegen de lichte muren. „Ik heet Helmer." „Voornaam?" „Helga." wonderlük hel klinkt de meisjes stem tusschen deze wanden. Gustaf Döbler fluistert zün buurman iets in het oor en plot seling proesten beiden het uit. Het pot loc d klopt opnieuw ratelend op den lessenaar. .Döbler en Grutz, voor jongens die volwassen willen zün, gedragen jullie je wel heel kinder achtig. vind Ik." Weer buigen zich twee Jon genshoofden over hun bank, er treedt een PÜn- lüke pauze In. Kaarsrecht, trotsch, staat de nieuwe leerling in afweer tegen de gansche klas. De leeraar eindigt het vragen met een: „U gaat na de les even met mü mee" en Iaat Helga weer zitten. De les gaat verder en traag kruipt het uur voorbü tot schril en be- iTÜdend de bel gaat en Pater Wenzel verlicht de klas verlaat achter hem zweeft een lichte lavendelgeur. Door de deur van de zesde komt Herbert Berlnsky binnen. In de eene hand zwaait hü zün schooltasch, in de andere verdwünt een af- gebeten boterham. Met een slag valt de deur achter hem dicht, hü overteet met een veld heersblik een oogenbllk de gansche klas en bromt: „’n Mórgen,” zooals lederen dag. .Morgen.” antwoorden de anderen ia koor. Op zün gemak wandelt Berlnsky naar zün T-ligt op den grond een prop papier met een enkelen trap ligt zü in den hoek, waar de prullemand staat. Opeens komt de lucht van lavendel in zijn neus: „Wie stinkt hier zoo?” maar zwügt. Dan blüft hü staan voor de boekplaats bü het raam, woedend ineens klinkt het: „Wie van Jullie te hier gaan zitten?” Doodsche stilte. Dan vliegen in wijde bogen een étui, een boek en een schrift door de lucht en vallen kletterend op den grond. De klas geniet: „Ha, hoe hü het haar betaald zet." En de bewondering voor Berlnsky, die een hoofd grooter te dan de anderen .en dte al büna een snor heeft, groeit en groeit. Nog eens vraagt hü. streng nu: „Wie te hier gaan zitten?” En dan klinkt kort een heldere' meisjesstem: ,D". De groene jurk met de metalen knoopen staat smal in de halfgeopende deur. De gezichten küken van Berlnsky naar Hel ga, van Helga naar Berlnsky de spanning is haast niet meer te dragen nu, nu komt Vandaag was de telefoon zoo duidelijk, ik kon elk woord verstaan. Jammer, dat je niet thuis was." „Hoe gaat het met vader?" „O heel goed, hü komt Zaterdag met mijn heer Servoix.... dat te te seggen. münheer Servoix gaat naar FleurvUle.... wü komen daar Zondag ook en zuUen op het Palace lunchen en dineeren. Tante was bezig een strengetje rijde te zoeken voor haar borduurwerk en bemerkte niet, dat haar dochter doodsbleek werd. Maar ik. die op haar lette, zag haar oogen als stralend van geluk en opeens begreep ik allen. Dwaas, dom schepsel, dat had Ik nooit ver moed! Münheer Servoix, dat was het groote geheim van Francotee! Dat ik daar niet eerder aan gedacht had! Ik had geleden onder de ge dachte. dat sü mü mün Robert wilde ontne men. ik had mü verbeeld, dat sü van liefde verging voor den vriend onzer kindsheid, dien zü zelf mü had aangeraden aan te nemen, den vriend, dien Ik ondanks mün herhaalde weige ringen toch als een beetje als mün eïgendem beschouwde, ik had verondersteld, dat zü idee had gekregen in een fatterig jongmensch, ge- pommadeerd als een dandy en ingenomen met zifchzelf, toen het toch zoo eenvoudig was te begrüpen. dat de ernstige charme en de hoogs geestelüka waarde vap den ingenieur door haar vader aan het hoofd van zün fabriek gesteld, haar hart hadden getroffen, Zü waren aoo voor elkander geschapen! (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 9