R.K.-georiënteerd topneel
<Kctucïfaal van den
r
Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland
I
F 250.-
H
De lafaard
I
De onbekende Verloofde
DOOR LEMAIRE
1
i
B Nb
SbV
ZATERDAG 4 JULI 1936
EEN LUSTRUM
I
a
1?
222.
u
I
1
J
-
6
Televisie-schouwburgen
V ■-
-
1
D* ST. MAARTSNSKKRK T*
ZALTBOMMSL
y
I
r
der
I
klas grinnikt.
De
4q
1
ïïi
0
C
HO
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
op dit blad sljn ingevolge de venekeringsvoorwaarden tegen
TT
Frangoise,
ontroerd
I
I
t
Twee Londensche station» krygen
de primeur
Toen de wind niet meer zoo te keer ging, konden ze vlug
op een dikken tak kruipen en omdat ze meenden dat die niet
zou kunnen breken, zat Kruimeltje er fün op te wippen. Maar
dat duurde niet lang, want de tak scheen er erg kwaad “over
te zijn en brak bijna middendoor. Een paar wurmen, die alles
hadden zitten afkijken, begonnen hard te lachen.
1) Ed. Verkade: Aanteekeningen over tooneel-
kunst.
„Den grooten Victor Hugo, Lamartine en Ver.
lalne en nog eenige anderen.
„Georges, Georges, dat is toch niet mogeUjk!"
Na een heel hoop moeite waren ze eindelijk in den boom
geklommen. De tak die gebroken was, maakten ze met wat
boomhars weer aan elkaar en ze hadden dus een goed werk
verricht. Maar het begon ineens zoo sterk te waaien, dat ze
zich stevig moesten vasthouden aan de takken en bet zag er
allesbehalve goed voor hen uit, want ae hadden de grootste
moeite aan de takken te blijven hangen.
nu lachen, was voor hen een wonder en een
sensatie van den eersten rang.
Ja. wanneer niets nieuws meer uitgevonden
werd, dan zouden wij eeuwig modem blijven.
Het zijn de uitvindingen onzer eigen tüdge-
nooten, die ons ouderwetsch maken in de oogen
van het volgende geslacht.
Wjj. cle de eerste televisie-beelden zien, zul
len er evenzeer aan moeten gelooven als onze
ouders die de eerste bioscoop-beelden sagen.
I
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
Hi 11
We zullen je helpen, als je straks iets voor ons doet, riepen
de houtwurmen tegen de kabouters en natuurlijk vonden die
dat een reuzen voorstel De wurmen kronkelden zich ooor en
over elkaar en zoo was het net een groote hooge ladder. Het
was een leuke klimpartij voor de kaboutertjes en de wurmen w
hadden er zelf ook nog plezier in, want toen Tuimeltje en 1
Kruimeltje bijna op den grond waren, lieten de wurmen zich
ineens allemaal vallen.
z'’’"
Op allerongelukkigste wijze heeft een Hdeeeuwsch restaurateur het probleem
dakbedekking van de zijbeuken opgelost
HOOFDSTUK XV111
Onder haar grooten tuinhoed van witte mous
seline, die haar lief gelaat omlijstte, geleek
Frangotee op een heilige van een kerkvenster.
Zij sag er zoo moot uit met haar ruiker van
marguerleten en korenbloemen in de armen.
moderniteit, bü het jonge geslacht van 1950 en
1960 als hopeloos ouderwetsch gelden.
trilde van blijdschap, ik zei tot hem met de
stem van het hart: „O zij begrijpt u zoo goed,
uw kleine met rozen gekroonde feel"
Dat concert van Beethoven! Ik héb Hen
indruk behouden, dat ik gedurende al den tijd,
dat dit gespeeld werd, niet heb geademd.
Toen het orkest zweeg loosde Georges een
diepen zucht en keerde zich tot mij, zün gelaat
weerspiegelde het genot, dat nog in zijn grijze
oogen leefde; ja, het was wel mijn Robert, die
mH met zooli vurigheid aankeek. Dan was
het, alsof er een sluier viel over die ontroering,
het gelaat had zijn gewone kalmte herwonnen
en opnieuw lachte ik mijzelf uit om mijn dwaze
verbeelding.
.Moot, niet waar?” zei hij.
„Mooi...'. Zeg dat het bewondenenswaardig
wasl O, die kunstenaar! Wat een gevoel, wat
een bezieling!”
Hij glimlachte om mijn geestdrift en zette
zich weer op normale wijze in. zijn fauteuil.
De kunstenaar, na driemaal teruggeroepen te
zijn, kwam terug op het podium om a|s toe
gift de prachtige Bourrée van Bach te 'spelen.
Toen hjj na een orkaan van applaus zich
verwijderd bad, zei mevrouw Peral: „Dat is
bet lievelingsstuk van Georges."
„Het mijne ook,” zei Michel.
„Ja, maar jij stelt je tevreden met het te
bewonderen, maar Georges speelt het en zeker
niet slecht," antwoordde mevrouw Peral.
„Speel je de Bourrée?” riep ik uit. DM heb
je ons nooit verteld. Dat is niet aardig van je,
ik houd zooveel van dat stuk."
„Je houdt er van.” antwoordde hij lachend.
komt uit de hoofdstad, Helga heet ze gis
teren heb ik haar zien komen, piekfijne kof
fers. Ze heeft geen moeder meer en haar va
der is naar Afrika op leeuwenjacht ze moet
bij ons op schooi er is toch geen meisjes-
gym in de buurt ik weet alles van mijn
vader.”
De godsdlenstleeraar, die tusschen acht en
negen les geeft in de zesde, is zeer- verwon
derd over de doodelUke stilte, geen enkel ge
luld komt hem In de gang tegemoet. En als
hij bezorgd de klas binnenkomt er zal toch
niets gebeurd zijn schieten een dozijn Jon
genshoofden uit elkaar en vinden hun plaats
terug. Herben Berlnsky Is er niet bij, hij is
niet katholiek en komt pas om negen uur.
Pater Wenzef heeft het zwaar te verant
woorden op dezen Maandag, veel zwaarder dan
anders. De heeren gymnasiasten passen niet
op. Te vergeefs klopt het bruine potlood opmerk
zaamheid ctechend op den lessenaar. Niet eens
het namen opnoemen gaat zonder stoornis.
w w w-i a T^/'XWTIkT^' 90 oo dit blad zijn ingevolge de venekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 bi^ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7FJO a b^ **n onseval met
n I 4| ^1^ HC JIN [N ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen VëXZs doodelljken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
densche stations het nut, propagandistisch te
werken op het publiek dat tot nu toe voor tele
visie niet de overweldigende belangstelling ge
toond heeft, die het een twaalftal jaren ge
leden aan den dag legde voor de gelujds-radio.
De televisie-nummers, welke In de laatste Jaren,
bjj wijze van experiment, op de programs van
enkele Londensche Music Halls voorkwamen,
hebben niet het succes gehad dat men ervan
verwachtte.
Het publiek is thans minder licht geneigd
zich door „technische wonderen” te laten im-
poneeren, alleen omdat zij technisch en won
derlijk zijn. In dit opzicht valt, althans in En
geland, een merkwaardige reactie waar te
nemen de reactie der geblaseerdheid. Toen de
geluldsradlo nog hetzelfde effect had als een
zeer slechte gramofoon, aanvaardde men haar
met geestdrift als 'een „wonder”, waardoor de
menschen uit het isolement hunner woonka
mers verlost zouden worden en in gemeenschap
zouden kunnen verkeeren met alle steden en
volken ter wereld. Zijn geestdrift voor de ge-
zichtsradlo schijnt men evenwel op te schorten
totdat deze iets veel beters te zien geeft dan
een zeer slechte bioscoop In het begin onzer
eeuw.
Voor spoorwegstations, die dagelijks een ver
keer van honderdduizenden verwerken, zijn
Radioschouwburgen met veertig zitplaatsen
zeker niet van veel belang. Maar voor de pio
niers der televisie kan het zeer belangrijk zijn
dat In deze centra van verkeer en leven het
publiek de eerste vruchten van hun arbeid leert
kennen.
Het grootste nut van deze kleine, primitieve
schouwburgen, waar ongetwijfeld zeer primitieve
vertoonlngen zullen plaats hebben, is echter
hierin gelegen, dat zij ons op cte gedachte bren
gen dat ook wjj eigenlijk m»sr In den „ouden
tijd" leven. Hoe geweldig .modem" hebben wij
ons gevoeld toen wjj Lumière's eerste films,
veertig jaren na de vertoonlng, opnieuw te rien
kregen! Och, och, wat waren die menschen van
1895 toch ouderwetsch! Datgene, waarmee wij
Omdat meneer A zijn
auto net op den hoek
heeft geparkeerd, kan B
zijn bocht niet veilig
nemen. Parkeeren in
bochten, in te smalle
straten of te dicht bij
een hoek is gevaarlijk
en... verboden!
p een heel gewonen Maandag, somber.
1 zooals alle Maandagen zijn, met bet
vooruitzicht van een heele week school-
dril, beleefde de zesde klas van het jongens-
gymnasium in de provinciestad een geweldige
sensatie.
Daar dook plotseling een groen stoffen Jurk
op. met vele metalen knoopen er aan en ging
zonder te vragen of ook maar iets te zeggpn
op dezelfde plaats bij het raam zitten, die
Herbert Berlnsky sinds jaar en dag onomstoo-
telük voor zich opeischt, al vuist de eerste
klas. Nooit m al die vijf en half jaar heeft
iemand ook maar zelfs geprobeerd hem het
recht op deze plaats te benijden, want hij had
een paar reuzen-vuteten, die lederen slagers
jongen tot eer zouden strekken. Bovendien is
h!j ook in ander opzicht hun meerdere, zelfs
krijgt hij al een kleine snor, dat is lederen
dag duidelijker te zien. Ja, de heele zesde klas
is trotsch op hem en vindt dat hjj het volste
recht op de boekplaats bij liet raam heeft.
En dan, op een Maandagmorgen, heelemaal
onverwachts, duikt een stoften jurk op en
gaat daar doodeenvoudig op de geheiligde
plaats zitten.
De Jongens zijn met stomheid geslagen
dan golft ex een verontwaardigde stemming
ooor de klas, van bank tot bank. Ze steken hun
hoofden bjj elkaar, fluisteren wat doet een
meisje hier, zooals ze zich aanstelt, en telkens
als een nieuwe zesde klasser binnenkomt, zoe
men de stemmen weer heftiger op, en de tegen
stand groeit en groeit, achter den rug, die
groen en smal op de bank bij het raam alt.
De zon toovert lichtglanzen in het blonde haar
en weerspiegelt zich in de metalen knoopen.
Een lichte geur van lavendelaeep hangt om
de eerste bank.
Frans rukt een venster open en Karei zegt
hardop: „Puh.” zwaait door de lucht met zijn
zakdoek, die vol Inktvlekken en grijsgrauw is
de groene jurk verroert zich niet.
En dan op het laatste nippertje verschijnt
de zoon van den arts Buchner en wordt in de
volgende tien seconden de spil, waar de zesde
klas om draait In telegramstijl geeft hij door:
„Bij de oude mevrouw Hellmer, vaders
patlènte, woont ze kleinkind of zoo iets -r stam plaats. Voor den lessenaar
In de schaduw, waarin wij waren, zag ik als
het ware lichtjes dansen in zijn oogen, waar
de verrassing zich vermengde met de vreugde.
Wij waren bij de Albatros aangekomen. De
Perals zouden er overnachten en wij terug-
keeren naar Saint-Flavien. Ik wist niet meer
of ik droomde of de werkelijkheid zag.
„Je zult mij toch eens de Bourrée voorspelen,
niet waar, Georges?”
„Zeker, Denise, als je dat pleizier doet."
Ik meen mij te herinneren, dat de nacht zoo
zoet was, dat de sterren schitterden en de lucht
vervuld was met de geuren van de zee. Michel
belastte zich er mee mij tot de werkelijkheid
terug te roepen met mij in den arm te knijpen,
opdat ik toch in den auto zou stappen.
„Ik heb een wonderbare ontdekking gedaan,”
zei ik, toen hij naast mij zat. „Ik zou je wel
willen laten raden, maar je zult het nooit
vinden."
Ik liet hem eenige oogenblikken in spanning,
dan zei ik: „Georges bemint de poëzie.... hij
kent de Phédre van buiten! O. Michel, wat was
dat concert mooi! Wat zou Robert er van ge
noten hebben!”
Michel toonde volstrekt geen verwondering
of enthousiasme. Hij zat stil in zijn hoekje, ik
geloof, dat hij sliep.
-»-» innen enkele maanden zullen wachtende
reizigers aan de Londensche stations van
twee spoorwegmaatschappijen de Sou
thern Railway en de Great Western Railway
den tijd kunnen korten in televisie-schouw
burgen, met welker bouw dezer dagen een aan
vang gemaakt zal worden.
Zij zullen opgericht worden op het groote
perron waarop (aangezien alle Londensche sta
tions kopstations zijn) al de andere perrons,
en ook de wachtkamers, plaatskaartenhall enz.
uitkomen.
De B(ritteh) B<roadcasting) C(orporation),
welker televisiestation zich in Alexandra Pa
lace, in Noord-Londcn, bevindt, heeft den spoor
wegdirecties doen weten dat, aangezien televisie
nog in haar begin-stadium verkeert, de schouw
burgen zeer klein en flauw verlicht moeten zijn.
De deskundigen stellen voor dat niet meer dan
vijf rijen van acht stoelen zullen worden aan
gebracht; de voorste rij sou zich dan op ander-
halven meter van het doek bevinden.
Over zes weken zal een aanvang gemaakt
worden met het uitzenden van televisie-pro-
grams; van half October af zal een geregelde
dagelijksche dienst ingesteld worden, en wel
van 3 tot 4 uur, van 6.15 tot 7.15 en van 9.30
tot 10.30 uur.
De hooge prijs der ontvangtoestellen (van 160
tot f80) staat op het oogenbllk de praktische
ontwikkeling van televisie nog eenigszlns in
den weg, doch men verwacht' dat binnenkort
de prijs aanmerkelijk lager zal worden ge
steld.
Van het standpunt der BB C af bezien, heb
ben televisie-schouwburgen aan de groote Lon-
schapskunst. Even brak de verwachting
door, dat het massa-spel en het spreekkoor
uitkomst zouden brengen, maar ook deze
meening bleek niet houdbaar, want ook hiea
verwijderde het tooneei zich te ver van zijn
oorsprong.
„Terug naar de Middeleeuwen, profeteer
den enkelen, maar ze hadden weinig bijval,
want niemand verlangde ouden wijn In
nieuwe zakken. Wel leidde de aangeheven
leuze er toe eens nauwkeurig na te gaan,
waarin tijdens de middeleeuwen dè innige
verbondenheid lag tusschen tooneei en volk.
De oplossing was eenvoudig genoeg, want
afgezien van de gewone amusementskunst,
plaatste het tooneei in de Middeleeuwen de
menschen tegenover God en zijn geboden,
m.a.w. er was altijd een geestelijke achter
grond aanwezig, 1) en een conflict, dat ten
tooneele werd gebracht, vond steeds zijn op
lossing op de eenige juiste manier, nJ. in
het licht van de Eeuwigheid.
,JDat kon het volk begrijpen, dat sprak
het algemeen menscheljjk gevoel aan, dat
maakte, dat alle toeschouwers de oplossing
als juist aanvaardden. En zij gaven zich dan
ook geheel aan het tooneelspel over, omdat
de strekking van het stuk overeenstemde
met hetgeen Gods geboden voor alle men
schen bindend voorschreven.
„Ziedaar het geheim van de innige deel
name van het volk In de Middeleeuwen.
Da&r bestond ware gemeenschapskunst,
omdat de toeschouwers als het ware mee
speelden, terwijl de spelers om zoo te zeg
gen meeleefden met het publiek.
„De Instrumenten waren gelijk af ge
stemd.
„Dat te herwinnen In onze eeuw van ma-
„Wjj zijn al twee uur geleden In FleurvUle
aangekomen.
„Een verbazende vangst!" ging Michel voort,
„waarom ben je niet mee komen vlsschen,
Georges?"
„Ik heb den heelen dag gewerkt."
.Maar hij kon aan de bekoring van dit con
cert niet weerstaan,” zei lachend mevrouw
Peral.
.Die violist is wonderbaar," zei Georges alsof
hü zich wilde excuseeren, ,Jk heb hem al eens
meer gehoord.”
Wij gingen op de vijfde rij zitten vlak achter
de Perals. Gedurende het geheele concert liet
ik mijn verbeelding volle vrijheid: De silhouet
van Georges nam geheel de plaats in, die Robert
in die fauteuil zou Innemen. Zijn haar had
denzelfden glans, zijn glad geschoren lippen
toonden als hU glimlachte een rij van gezonde
en blanke tanden. Het was Robert, die daar
voor mij zat, ik zag zijn profiel geïnspireerd
door het genot van de muziek; de melodieën
■oneen, het orkest accompagneerde en ik, die
het wat zal Berlnsky doen?
En Berlnsky verroert zich niet, hü staat daar
en kükt alleen maar, seconden lang. En dan...
dan bukt hü zich en legt langzaam, stuk'voor
stuk de verstrooide voorwerpen weer op da
bank terug, neemt zün tasch, klemt deze on
handig onder zün arm en zegt:
.Alsjeblieft," terwül hü op zü gaat, wanneer
de leerling Helmer langs hem loopt en alsof er
.Dank je.” knikt ze tegen Berlnsky, die
langzaam naar een leege bank achter in de
klas loopt.
Sinds dezen ochtend veracht de geheele klas
Herbert Berlnsky en noemt hem ,J)e lafaard"
leest, zal kunnen constateeren, dat dit stre
ven bij de samenstelling er van duidelijk
tot uiting komt?
„Voor het grootste gedeelte toch bestaat
hét repertoire uit zuiver katholieke stuk
ken, zoowel van klassieke als van heden-
daagsche auteurs. Ben dergclijk repertoire
hebben de katholieke vereenigingen nog
nimmer tot hare beschikking gehad. Dat
zulks thans mogelijk is, rechtvaardigt ons
streven, waarmede dan tevens het bestaan
van ons gezelschap volkomen verant
woord is.”
Het lustrumboekje van de Vereenigde
Haagsche Spelers, die hun vestiging in de
Residentie hebben (2e Adelheldstraat 191)
brengt ons in kennis met een Interessant
repertoire, dat werken van oude meesters en
moderne tooneelschrijvers omvat. In woord
en beeld toont het ons dat dit troepje heel
wat heeft gebracht en nog veel wil brengen.
Dat het slage!
■w-^ en fraai lustrumboekje wordt ons
toegezonden van de Vereenigde
Haagsche Spelers onder directie van
Pierre Balledux. Deze heeft een gezelschap
willen vormen, dat KathoUek-georiënteerd
tooneei brengen moest. En veel twijfel ten
spüt is h(j er In geslaagd een eerste lustrum
te halen.
Pater dr. H. Duurkens BJ. is de peet
en als voorzitter der commissie van be
heer, welke vijf jaar raad en daad gaf,
opent hij het geschriftje met volgend woord
„Wij hopen, dat het komende lustrum
ons de erkenning moge brengen, dat ons
werken in nog wijderen kring gewaardeerd
wordt en dat zulks vooral hierin tot Uiting
zal komen, dat alle katholieke vereenigingen
daadwerkelijk zullen toonen belangstelling
voor ons streven te hebben, door ons gezel
schap voor haar leden te laten optreden.
„Wij mogen dat vragen, omdat het stich-
tingsdoel van ons gezelschap uitdrukkelijk
voorschrijft, dat ons streven Is: „artistiek
verantwoorde tooneelultvoerfagen te bren
gen, die de katholieke levensbeschouwing
uitdragen, of althans daarmede niet In
strijd zijn.” Wij weten dat de verwezenlij
king van dat doel ons een zwaren plicht te
genover de Katholieken oplegt. Hoe wij er
naar streven dat doel te bereiken, moge
blijken uit de verantwoording, die in deze
brochure Is opgenomen.
„Vol moed gaan wjj ons lustrumjaar in.
Het vertrouwen, dat ons gezelschap In het
vorig seizoen mocht ondervinden, Is ons
daarbij natuurlijk een aansix>rlng. Wij ont
vingen veel bewijzen van waardeering voor
ons gezelschap en z*n artistieke prestaties, terialisme is een der voornaamste bedoelin
gen van ons gezelschap. Wij weten, dat de
tien geboden voor alle eeuwen geschreven
zijn, en daarom moet ons repertoire daarin
zjjn basis vinden.
dat ik mü niet kon weerhouden te zeggen:
.Als hü.dle je Uefhebt, je zoo eens kom zien!"
Wü bevonden ons tusschen de korenvelden,
waar ik haar dien morgen had meegetroond om
de veldbloemen te plukken, waarmede Ik de
lunchtafel wilde versleren. Goedig als sü was,
was zü meegegaan, maar haar gedachten
verwülden In sferen, waarheen Ik geen toe
gang had. Mijn opmerking deed haar vuurrood
worden. „Wat zeg je daar?” vroeg sü rér-
schrikt.
„Lieve Franooise, je bent verliefd, dat is
absoluut zeker, maar Ik pünlg tevergeefs mijn
brein om te ontdekken, wie de gelukkige Is."
Denise, spaar je hersens, pijnig ze niet."
„Ik heb eerst gedacht, dat het Robert was.”
Haar verbazing was grappig om te zien en
toonde mü aan hoe dwaas Ik geweest was om
zoo Iets te veronderstellen.
„Nu vraag Ik mü af of het niet....”
Haar lief gezichtje werd doodsbleek en haar
oogen zagen mü angstig aan. Ik was eigenlijk
even ontroerd als zü en zag In den geest
Georges, die een roode roos voor haar plukte.
.Als het niet....?" herhaalde zü.
„Georges Peral is.” fluisterde Ik.
Haar trekken waren weer rustig en mee
warig ael zü: .Maar.... Denise!" Die woorden
waren voor mü voldoende om mü aan te
toonen, dat ik mü alweer vergist had. Ik was
er zoo van overtuigd, dat Ik niet begreep, hoe
ik dat had kunnen denken.
Vroolük gestemd kwamen wü terug op het
kasteel, waar tante Madeleine ons opwachtte.
,4k werd sooeven door vader opgebeld.
en je hebt het mü nooit gezegd, dat is ook niet
aardig!"
Het Ijs was gebroken. Ondanks mün besluit
om Georges aan Francoise over te laten, was
ik het, die bü het uitgaan van de concertzaal
naast hem ging loopenIk had den heerlijken
Indruk, dat ik naast Robert liep, zoo zou ik het
gelaat moeten opheffen om met hem te spre
ken en het was met dezelfde geestdrift dat Ik
hem zou zeggen: „Zul je mü niet eens die
Bourrée voorspelen?”
Als ik naast den anderen Robert liep, had Ik
nooit zoon sterke illusie ondervonden. Het
kwam zeker door de muziek, dat mün zenuwen
een beetje in de war waren. En dan alles, wat
er zeker en levendig was In die eigenaardige
gelükenis van gestalte, gelaat, houding en
karakter! Dat alles had ik mü toch niet ver
beeld, Robert had het mü toch zelf ge
schreven.
Opeens vroeg ik hem: „Houd Je van poëzie?”
..Heel veel,” antwoordde hü met een lichte
trilling In zün stem.
.Racine?”
„Vooral Racine. Ik ken de Phédre van buiten.”
„O, Georges, dat te toch niet waar? Het te
verwonderlük, wat Je mü daar vertelt.”
Hü vergiste zich wat betreft dien uitroep.
„Och, het te zoo moellük niet, men leert ge-
makkelük, waar men veel van houdt.”
„Van welke dichters houd Je nog meer,
Georges?"
AUerwege ook kregen wü toezeggingen tot
steun aan onze apostolische en cultureele
taak. Met gerustheid rekenen wü er dan
ook op, dat vereenigingen, waarvoor wü
reeds een of meermalen mochten optreden, „Wie de beschrijving van ons repertoire
ook dit seizoen bü de samenstelling van
haar programma's aan ons gezelschap zul
len denken. Zü kunnen er zeker van zün,
dat onzerrijds èlles zal worden gedaan wat
mogelük Is, om haar leden een hoogstaan-
den avond te bezorgen.”
Pater dr. Duurkens, die dit schrijft, wordt
in de commissie van beheer bügestaan
door Mr. J. F. de Vilder, Secretaris-Pen-
nlngmeester, Aerdenhout; Leo Hazelzet,
Rotterdam; Mr. H. A. M. T. Kolfschoten,
*s-Gravenhage; Dr. P. A. M. J. Schols, Maas
tricht en J. F. Horvers, Tilburg.
Voorts bestaat er een eere-comlté tot vor
ming van een bedrijfskapitaal, waarin zit
ting namen: ZExc. Prof. Mr. P. J. M. Aal-
berse. Minister van Staat, Voorzitter van de
Ilde Kamer der Staten-Generaal; Ir. M. C.
E. Bongaarts, Oud-Mlnister van Waterstaat;
Dr. H. Duurkens 8.J., Voorzitter Commissie
V. Beneer V.HJ3; Henri Hermans, Lid v. d
Tweede Kamer der Staten-Generaal; Mgr
Jos. Postma, Pastoor der Parochie van O.
L. Vrouw van Goeden Raad, *s-Gravenhage;
J. M. v. d- Tuyn, Deken van 's-Gravenhage,
en Mgr. Dr. Th. Verhoeven, Directeur van
het R. K. Centr. Bureau voor Onderwüs en
Opvoeding.
Pierre Balledux geeft zelf een „verant
woording” van zün arbeid:
„Ons repertoire, hoe bescheiden ook,
draagt in zich de sporen der historie. Wü
hebben het met zorg samengesteld als de
vrucht van ons ernstig streven tot verle
vendiging van het tooneei als gemeen
schapskunst. De ouderen onder ons weten,
hoe, na de verwording van het middel-
eeuwsch tooneei, de valsche romantiek met
hare naturalistische en realistische ultloo-
pers het tooneelleven heeft beheerscht. Het
werd er niet beter op, toen In de bloeiperio
de van het liberalisme de verafgoding van
het individu ook als tooneei tot haar die
naar maakte, hetgeen natuur-noodzakelük
lelden moest tot ondergang van het ware
tooneei, dat immers naar zün wezen ge-
meenschapssjyel-gemeenschapskunst moest
zün.
„Geen wonder, dat de eindelooze uiteen
rafeling van onbelangrijke persoonlükhe-
den, die zich zelf in den weg liepen, de toe
schouwers ging vervelen. De schouwburgen
verliepen, maar inmiddels herwonnen som
migen hun bezinning en vroegen om de
herleving van het tooneei als gemeen-
Op „Frans Duschner” zegt Weber: ..Hier” en
bü den naam Karl Römer antwooaden drie
stemmen luid: „Niet aanwezig.” hoewel de
leerling, echter in gedachten verzonken, op
zijn plaats zit. Dan heelemaal aan 't end, na
Jozef Wurzel, wordt de nieuwe opgeroepen.
„U heet?" vraagt de Pater en doopt zün pen
tn den inktpot. Als een stormwind gaat het
door de klas:
„U. zegt hü tegen haar.”
De groene Jurk te opgestaan, zeer slank en
volwassen teekent zü zich af tegen de lichte
muren.
„Ik heet Helmer."
„Voornaam?"
„Helga." wonderlük hel klinkt de meisjes
stem tusschen deze wanden.
Gustaf Döbler
fluistert zün
buurman iets in
het oor en plot
seling proesten
beiden het uit.
Het pot loc d klopt
opnieuw ratelend
op den lessenaar.
.Döbler en Grutz, voor jongens die volwassen
willen zün, gedragen jullie je wel heel kinder
achtig. vind Ik." Weer buigen zich twee Jon
genshoofden over hun bank, er treedt een PÜn-
lüke pauze In. Kaarsrecht, trotsch, staat de
nieuwe leerling in afweer tegen de gansche
klas. De leeraar eindigt het vragen met een:
„U gaat na de les even met mü mee" en
Iaat Helga weer zitten. De les gaat verder en
traag kruipt het uur voorbü tot schril en be-
iTÜdend de bel gaat en Pater Wenzel verlicht
de klas verlaat achter hem zweeft een
lichte lavendelgeur.
Door de deur van de zesde komt Herbert
Berlnsky binnen. In de eene hand zwaait hü
zün schooltasch, in de andere verdwünt een af-
gebeten boterham. Met een slag valt de deur
achter hem dicht, hü overteet met een veld
heersblik een oogenbllk de gansche klas en
bromt:
„’n Mórgen,” zooals lederen dag.
.Morgen.” antwoorden de anderen ia koor.
Op zün gemak wandelt Berlnsky naar zün
T-ligt op den
grond een prop papier met een enkelen trap
ligt zü in den hoek, waar de prullemand staat.
Opeens komt de lucht van lavendel in zijn
neus:
„Wie stinkt hier zoo?”
maar zwügt.
Dan blüft hü staan voor de boekplaats bü
het raam, woedend ineens klinkt het:
„Wie van Jullie te hier gaan zitten?”
Doodsche stilte.
Dan vliegen in wijde bogen een étui, een
boek en een schrift door de lucht en vallen
kletterend op den grond. De klas geniet:
„Ha, hoe hü het haar betaald zet." En de
bewondering voor Berlnsky, die een hoofd
grooter te dan de anderen .en dte al büna een
snor heeft, groeit en groeit.
Nog eens vraagt hü. streng nu: „Wie te hier
gaan zitten?”
En dan klinkt kort een heldere' meisjesstem:
,D". De groene jurk met de metalen knoopen
staat smal in de halfgeopende deur.
De gezichten küken van Berlnsky naar Hel
ga, van Helga naar Berlnsky de spanning
is haast niet meer te dragen nu, nu komt
Vandaag was de telefoon zoo duidelijk, ik kon
elk woord verstaan. Jammer, dat je niet thuis
was."
„Hoe gaat het met vader?"
„O heel goed, hü komt Zaterdag met mijn
heer Servoix.... dat te te seggen. münheer
Servoix gaat naar FleurvUle.... wü komen
daar Zondag ook en zuUen op het Palace
lunchen en dineeren.
Tante was bezig een strengetje rijde te
zoeken voor haar borduurwerk en bemerkte
niet, dat haar dochter doodsbleek werd. Maar
ik. die op haar lette, zag haar oogen als
stralend van geluk en opeens begreep ik allen.
Dwaas, dom schepsel, dat had Ik nooit ver
moed!
Münheer Servoix, dat was het groote geheim
van Francotee! Dat ik daar niet eerder aan
gedacht had! Ik had geleden onder de ge
dachte. dat sü mü mün Robert wilde ontne
men. ik had mü verbeeld, dat sü van liefde
verging voor den vriend onzer kindsheid, dien
zü zelf mü had aangeraden aan te nemen, den
vriend, dien Ik ondanks mün herhaalde weige
ringen toch als een beetje als mün eïgendem
beschouwde, ik had verondersteld, dat zü idee
had gekregen in een fatterig jongmensch, ge-
pommadeerd als een dandy en ingenomen met
zifchzelf, toen het toch zoo eenvoudig was te
begrüpen. dat de ernstige charme en de hoogs
geestelüka waarde vap den ingenieur door haar
vader aan het hoofd van zün fabriek gesteld,
haar hart hadden getroffen, Zü waren aoo
voor elkander geschapen!
(Wordt vervolgd)