Nieuw Openlucht-theater
O
Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland
IS
T
hedendaagsche kerkmuziek in Nederland. Het
zijn de Missa in honorem Sancti Joseph! van
Jos de Klerk voor twee gelijke stemmen met
orgelbegeleiding en eenzelfde werk van P. J.
M. Plum OBM.
Aan Hellas en Rome
geïnspireerd
De onbekende Verloofde
DOOR LEMAIRE
C.B.
5-0
T
Hedendaagsche
kerkmuziek
r.
wm, urn, mw.
met den zomer!”
MAANDAG 6 JULI 1936
fel der
XJ de
Het nieuwe openlucht-theater te Oisterwijk
1
fi
rn
e,
bfl vwrBea van een band.
IT
3fi
de
1
I
Ik
I
verstandig, maar boo ge-
wegl *t Is
lie wij
en. De
titels aan den
-‘len aan den
BU een groot stuk boom gekomen, hielden de wurmen stil.
De wurmen hadden nu het grootste woord. Je moet den boom
recht zetten, commandeerden ze en de kaboutertjes deden zulks.
De wurmen zagen zwijgend toe en toen de boom heel stevig
stond, waren ze tevreden. Dat moet ons huls worden, begon de
wurmencommandant. Jullie zijn nog niet klaar. Nu moeten er
gaten in gemaakt worden. En toen ze dat hoorden trokken de
kaboutertjes een bedenkelijk gezicht.
zij
zij
jwee andere missen, onlangs uitgegeven 1)
behooren nog tot de serie composities,
die ons een beperkt inzicht geven in de
Wat moeten we voor jullie doen, vroeg Tuimeltje en daar
begonnen de wurmen Ineens door elkaar te roepen, dat ze een
mooien boom gevonden hadden, dien ze best konden gebruiken
en dat de kaboutertjes ben moesten helpen. Zeg maar waar
we moeten zijn, zei Tuimeltje en daar ging de heele stoet
over bloemen en dennenappels naar het bosch.
de
Het
en
m
m
00
ir zonder verder
een zalige ver
reet
van
laar
der-
rerd
rerd
nlge
niet
een
ken
en
len
lor
'er
4,
an
ti
a
ar
m,
ar
r.
al
c.
c.
L
1.
s.
s af
rij an-
een
om-
e. De
ge-
aan
r be
ding*
het
eers-
igin-
on-
hU
ultte
a ar
3er-
vol-
aan.
tste,
par-
r de
ren
op den rijweg.» op die
manier móeten er Im
mer* ongelukken gebeu
ren. Wat zoudt u hla
van denken: IEDER OP
ZIJN EIGEN WEGI
zoo warm is.
Met een tevreden glimlach cm zijn mond
keerde de mijnheer terug. Ging zwijgend in den
betrcffenden knipstoel zitten.
„Slechte tyden!" merkte hij verteouweiyk op
„Heel slecht!** gaf Joris toe. ,4a, je moet
op de kleintjes passen tegenwoordig. Hoe wilt
.Meent u.... met de tondeuse?**
„Precies. Drie millimeter. Dat is het kortste,
geloof ik?”
„Zeer zeker, mijnheer. Nóg korter zou ik u
niet aanraden."
Joris kreeg d% noodige instrumenten, keek
den haardos eenjl aan, nam dan ds tondeuse
en begon zwijgend te knippen, precies sooals
de zuinige Schot het self had voorgesteld: voor
Aen geheelen linker
millimeter; den rech-
n W.
1 G.
ntlnt,
voor.
ir en
sn en
cates,
raten,
Maar daar de wurmen hen geholpen hadden, zouden ze er
maar niets van zeggen. Ze boorden gaten in den boom, hingen
vlaggetjes op. Tuimeltje moest een bord schrijven „Tehuis voor
werkende wurmen" en nu pas waren de dieren tevreden. Nou
kunnen we daar fijn in wonen, zelden de wurmen en ze dank
ten de kaboutertjes voor hun hulp.
„Inderdaad dat
mijn oom houdt
Zijn positie aan de fabriek is prachtig. Als hij
niet rijk is zal hjj het worden."
.Maar moeder...."
„Om haar te overreden, zullen wij zijn inge
boren distinctie doen gelden. Wy sullen al onze
welsprekendheid in het werk stellen. Wat mij be
treft, ik vind hem om verliefd op te worden."
„Dat word je toch niet, hoop ik?”
„Neen, dat is maar zoon vergelijking!”
erd
Iers
die
Hen
A.
or
den
rat- -
md
ter.
Daarom hebben de architecten met de
uiterste gevoeligheid de ruimtelijke over
zichtelijkheid van het tooneel en de zuivere
uitwerking van den klank verzorgd. De
acoustiek, geregeld volgens de wetten, die
professor Muller heeft getoetst, is volmaakt.
Zonder het graven van een stem weerkaat-
senden vijver of het aanleggen van een an
dere kunstmatigheid zooals wel bij de
rococo-herderspelen gebezigd werden be
reikt in Oisterwijk de geluidsoverplanting
zonder verlies van helderheid ook de uiter
ste zitplaatsen, die trouwens in den afstand
van den versten speler nog maar 45 Meter
verwijderd zijn. Een geluldshaag aan den
schaduwrijken wandelweg achterwaarts om
sluit voor het overige de toeschouwers, die
met het na-zonnetje van den verstrijken
den namiddag in den rug, de episoden van
het spel zonder last of inspanning funnen
volgen.
Meer dan honderd figuranten zullen voor
het massaspel de speelruimte vullen in wis
selwerking met de acteurs en actrices, als
Zondag den 19en Juli as. het theater wordt
geopend met ,jDe Paradijsvloek” onder re-
werd
Ven-
ische
Ger-
bal
rref-
lath.
doch
hier
zal niet grappig zijn! Maar
veel van mijnheer Servoix.
Beide missen hebben een greyoriaanschc
melodie als hoofdthema gekozen, hetwelk in
verschillende toonaarden meermalen terug
keert, evenwel steeds bescheiden, daar men
hier niet met wereldlijke, doch kerkelljke mu
ziek beeft te maken.
Beide missen streven naar een polyphonen
bouw, maar raken daarbij nooit verward ineen
ingewikkelde structuur: zy blijven doorzichtig
van het begin tot het eind. De orgelpartU
maakt nooit eenige pretentie, want zelden
komt zU uit boven de haar toebedachte taak
van ondersteuning en vulling der stemmen:
tuurbouw aan het oud-romelnsehe theater
in Orange, het meest bekende en volledige
voorbeeld van dien bouwtrant, waarvan men
nog de sporen treft in Italië, op Sicilië, in
Spanje, Afrika en overal waar de geniale
oude meesters hun grandiose spel in stee
nen achterlieten.
Zonder dat iets aan het vredige boech-
décor met de verrassende doorkijken langs
het naaldgroen geforceerd werd, klimt uit
het speelplan, gevloerd met violette flagsto
nes en geschakeerd met heidekruid, de
breed gearmde, steenen halfcirkel. HIJ ont
plooit ruim elfhonderd ruime, makkelijke
zitplaatsen In steenen van groot formaat,
zoogenaamde Brabantsche moppen, harmo
nisch kleurend in het landschep. Over een
as van vijftig diameter ook het speelplan
heeft een doorsnee van der ge lijke afmeting
is het theater op een omtrek van 45 Me
ter gelijkvloers, opgetrokken tot een om
trek van 85 Meter aan den bovenrand, ter
wijl de hoogste plaatsen toch maar 3 Me
ter boven den beganen grond zijn gelegen
Onder leiding van bekwame landschaps
architecten hebben ruim vier maanden 1
Maart van dit jaar werd begonnen dertig
arbeiders gewerkt aan de verwezenlijking
van het ontwerp, resultaat eener gelukkige
architecturale samenwerking van de kun
stenaars B. Vriens en Kapelaan Rovers. Na
tuurlijk moesten duizenden meters grond
worden verplaatst en er werden wel een
paar duizend heesters en ruim honderd
boomen aangeplant eer de kunst der bou
wers de bekoorlijke wildheid tot een zoo
gave schoonheid stemde. Maar welk een
aesthetische uitkomst is dan ook verkregen,
als men vergelijkingen zoekt met wat haas
tig bij gewerkte natuur van andere open
luchttheaters in ons land (Frankendaal) en
daarbuiten, b.v. de oude „Frelllchttheater”
uit den Dultschen Bieder meister tijd (Wei
mar en Rheinsberg), *t Harzer Bergtheater,
het Bosch-theater Oybin bij Zittau en de
.Xandschafts-theater” in Goslar en Wer
nigerode.
Ofschoon Griekenland den vorm aangaf,
die een vijfde grooter is dan een halven cir
kel, ombuigt in Oisterwijk de ruimte voor
de zitplaatsen nauwelijks dien hémlcycle.
Maar het Grieksche theater had een z.g.
skené, een bebouwden achtergrond waaruit
de spelers te voorschijn traden en die tege
lijk als klankbord en afsluiting van het po
dium diende. In Oisterwijk zien de toe
schouwers evenwel de spelers opkomen uit
de groene slagschaduwen en het ongekorven
hout met de schakeerende onderbeplantln-
gen van lichte berk, donkere beuk, het
brons van den eik en de tinten van fijne
spar en douglas tegen de ranke zullen-ver- van Hans Tiemeijer, door Reinhardt in
gezichten der dennenbosschen.
Zoo ontstaat het contact tusschen spelers
en toeschouwers als de beweging van het
leven zelf, naar zijn beluistering en het be
spieden van zijn blijden of traglschen voort
gang. Onmiddelhjk in het verband van de
toeschouwende menschen ontwikkelt het
zijn lotgevallen, de acteurs betrekken hen
in de gevoelens, die allen gemeenzaam zijn.
In een der vorige besprekingen duidden wij
een oogenblik op het groot aantal mto-parti-
turen, dat te veel den indruk wekt van cliché-
weric, en dat te weinig verheffing van styl
ademt. Het spijt my en het sptft mij niet dat-
zelfde van deze beide composities te moeten
opmerken*
Zeker wjj mogen niet, onbillyk zijn tegen
over hen, die deze werken samenstellen en wel
om de eenvoudige reden, dat de capaciteiten
van ons doorsnee „parochiaal zangkoor” niet
zoo bijster hoog reiken. Zou derhalve een mis
van Ingewikkelder opeet worden geschreven,
dan zou zy eenvoudig geen kans krijgen in een
rendabele oplaag te worden uitgegeven.
Om deze moeilijkheid in onze kerkmuziek te
ondervangen en om tevens tegemoet te komen
aan den wensch, dat de geloovigen meer direct
In het muzikale deel onzer liturgie worden be
trokken zouden andere wegen kunnen worden
gezocht.
zy moeten worden gezocht, want het niets
zeggend karakter van veel polyphone kerk
muziek leidt tot een afkeer van haar, tot eet.
terugkeer tot het Oregoriaansch en zjjn be
oefening als volkszang. Dit verachynael zou In
dien het overdreven vormen aannam tot on
vruchtbaarheid in polyphonle kunnen leiden.
Terugkomend op beide aangehaalde werken,
formuleeren wy onze bezwaren: zy missen te
veel de intense beleving, het eenmaal gekozen
thema komt noch melodisch, noch harmonisch
tot ontwikkeling, de dynamische HJn ontwik
kelt zich naar het model van duizenden voor
gangers en wekt niet den Indruk deel voordeel
verantwoord te zijn.
Mogen ook zy, die in de werkwyze der oude
school zijn opgegroeid, en alle jongeren mede
werken aan het vinden van waarden, dat zij
nieuw of oud zijn zal niet ter zake doen, op
dat' onze polyphone kerkmuziek In nieuw leven
glanze zooals dat weleer het’geval was
J. H.
i> Missa in honorem Sancti Joseph!. Uit
gave Wed. J. R. van Rossum. Missa „Venl
Creator Spiritus”. Uitgave W. Bergmans, Til
burg.
Berlijn gevormd, terwijl mede de schrijver
van het stuk eenige leiding zal geven.
Zoo zullen In ons toeristen-verkeer dit
jaar wel de meeste wegen naar het Land
der Vennen lelden, waar de overlommerde
Olrschotsche Baan, de jongste maanden van
een wegdek voorzien, tot het Natuur-theater
leidt met zijn ruim, verhard parkeer-terrein.
den monumentalen theater-lngang met
Ik voelde behoefte om ook te huilen en deze
grief gaf ml) er een welkome gelegenheid toe.
,4e bent wel gelukkig, Frangoise, je hebt de
gave der tranen. Je huilt als Je vader je een
mlllionnalr aanbeveelt, je huilt als tante Je met
een vicomte wil doen trouwen, je huilt als je
denkt aan den man, die Je liefde bezit, maar
met dat al vertel Je my niets. Ik zou dus wel
met je mee willen hullen, omdat je niet meer
van mj} houdt, maar wat Ik ook doe, de tranen
blijven in dat hoekje van mijn oog verscholen."
ZIJ begon te lachen en dan vertrouwde zy
mij haar geheim toe.
,4a, ik bemin hem. Toen hy voor de eerste
maal by ons aan huis kwam dacht Ik, zoo zou
ik mijn toekomstlgen echtgenoot wenschen en
toen.... en toen. Je kent hem, hoe zou ik hem
niet hebben kunnen beminnen!”
,4e sprak er nooit over, Frangoise.”
„Ik durfde niet en daarby vreesde Ik Jouw
aandacht op hem te vestigen.... Wat was Ik
biy, toen Georges Feral Je vroeg, maar welke
teleurstelling, toen Je hem afwees. Ik was zoo
bang, dat het om Jean was.... ik noem
hem eenvoudig Jean, als Ik aan hem denk....
ik kan je verklaren, dat ik verscheidene dagen
erg terneer geslagen waa”
„Arme lieveling!”
„Het is, omdat ik niet eens weet, of hy my
bemint Soms denk Ik van wel, maar In plaats
van my daarover te verheugen, voorzie ik allerlei
bezwaren. Je kent myn ouders. Na voor my
een schitterend huwelijk gedroomd te hebben,
geheelde dierengroepen uit fabels van La-
fontalne, Zwitsersche blokhutten voor den
kaartverkoop, hel theepaviljoen en de idyl
lische bosfchpaden naar de belde om het
theater gelegen vennen met in hun spiegel-
water den blauwen zomerhemel over de
prachtigste bekoorlijkheid van Brabant
Die stomme liefde vlak naast my hulde
my in een geheimzinnige uitstraling en in die
bedwelmende atmosfeer stelde ik my voor den
geest de jonge en krachtige gestalte van myn
Robert. Het was alsof die oproeping een eigen
aardige kracht bezat, want ik meende hem
voor my te zien met dat nieuwe gelaat, glim
lachend en zacht, ik raadde zijn vurige ziel
in myn herinnering meenam als een kostbare
schat.
wy brachten eerst oom en mijnheer Servoix
naar het station, daarna vertrokken wy naar
Salnt-Flavlen.
Frangoise, stralend van geluk, gaf my een
knipoogje, dat heel veel wilde zeggen en dat ik
aldus vertaalde: .Jk word bemind, hy heeft
het my gezegd, of doen begrijpen." Ik maakte
de conclusie, dat „Jean” hoe vast hy ook be
sloten was om syn liefde te verbergen, zich had
verraden door te welsprekende blikken. Myn
glimlach gaf myn lief nichtje te kenned, dat
ik in haar vreugde
iets te zeggen, ver
dooving.
De zon was ondergegaan, nog eenige lichte
strepen bleven in de lucht achter, de groots
lantaarns van onzen auto verjoegen de duis
ternis voor ons uit en het was In een stroom
van licht, dat Ik myn droom meevoerde.
Myn arme droom, hy ging niet ver op dezen
tochtOngeveer twaalf of vyf tienhonderd
meters van Fleurvllle verwijderd, bleef de auto
opeens stilstaan.
„Wat is er aan de hand?” vroeg tante vol
trekt niet ongerust.
Onze chauffeur en Michel onderzochten reeds
Ie machinerie. .Nu, wat te er?" herhaalde tante
ia eenige minuten.
„Een panne moeder!**
.Nu, zoo laat op een eenzamen
Frangoise voelde zich zoo gelukkig dat
eindelyk haar gemoed kon verlichten, dat
mij haar angsten, haar hoop, haar vrees, alles
door elkaar zei. zy lachte en huilde,
omhelsde my telkens weer en bracht my in ver
bazing door haar levendigheid, toen haar tranen
gedroogd, wy alle vrees ter zyde stelden om ons
enkel met de hoop bezig te houden. Ik ried haar
aan Michel in het vertrouwen te nemen, maar
daar wilde zy niet van hooren.
„De zeg hem wel alles,” zei ik.
„O, Jelui bent een pasu- oude kameraden,
jelui begrijpt elkaar als de zakkenrollers op de
kermis, maar ik wil met niemand samenspan
nen. Als Je myn geheim niet geraden had, zou
ik ook verder gezwegen hebben.”
Wat een geluk! Ik was de eenigste op de
geheele wereld, die wist, dat Frangoise, dat
model van wysheid en gezond verstand, verliefd
was geworden op een Ingenleurtje zonder for
tuin! O. myn fantastische roman was tienmaal
de helft. Dat wil zeggen:
kant knipte hy kort, drie
terkant raakte hy niet aan, liet hy zooals die
was. Toen nam hy zhn slachtoffer voorzichtig
de witte jas af, schudde die even uit en vroeg
beleefd of mynheer ook een friction wenschte.
.Neen.... neen.... neen.... natuuriyk niet.
Een beetje nat maken te voldoende. Maar eerst
den anderen kuit.”
Joris grynsde, deed wat eau de cologne op
’smans overgebleven haar en zelde dan dat
het klaar was en dat hy één kwartje kreeg.
.Masu-.... mau-....” stamelde de zuinige
Schot, terwyl hy zich in den spiegel bekeek.
„Ik heb precies gedaan sooals u dat wqpach-
te.” zei Joris dadeiyk. „Ik heb u voor de helft
geknipt!”
„Dat zie ik." siste de ander, terwyl een on-
vnendeiyke trek op zjjn gladgeschoren gezicht
verscheen. Toen greep hy zijn hoed.
„De andere helft raak ik elders wel kwijt.”
verzekerde hy. „En.dat kwartje krijgt u
niet!"
„O ho,” zei Joris. Mynheer, dat zou oplich
ting zyn. En.... mag ik u er even beleefd op
attent maken, dat hier nogal veel straatjon
gens in de buurt rondloopen?"
Toen liet hy zyn onwilllgen klant nog eens
in een handspiegel kyken, met gevolg dat deas
toch even aarzelde.
„Verder kan ik u ook de verzekering geven,"
vervolgde Joris, „dat, waar u ook heengaat, u
overal het volle pond zult moeten betalen. De
ben de eenige die voor één kwartje meer ook
de andere helft knip.”
Toen keerde de mynheer rich nijdig om en
A I T A D/^ATXTE* >C! °p bla<1 Ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen f? *7^ft levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7^0 bij een ongeval met 17 ORall
I .1 ,r. fat. Jl vl IN r1» O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen WWe verlies van beide, armen, beide beenen of beide oogen vVe doodelljken afloop fcdWWe
AANGIFTE MÖET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
berammergau heeft den trek van de
tourteten en de slght-seelng van
den roem. Voor den roem binnen en
over de grenzen maakt ook Oistprwyck een
groote kans. Tusschen het schoon van den
nen en vennen, zal het van dit jaar af het
Brabantsche landschep laten zien onder
de kroon van een aan Griekenland en Rome
geïnspireerd Openlucht-theater. In een hal
ven cirkel uit een Ideaal-omlommerde hel
ling opgemetseld, verrast het landzaat en
vreemdeling,,het prachtigste bosch-thea
ter van Nederland en waarschijnlijk van
Europa.
Evenals In Oberammergau kwam uit de
kunstzinnige verbeelding van een pastoor
het initiatief voor plaatselijke cultuur door
het tooneel, die aan Oisterwyk een voor
sprong geeft op Valkenburg en Tegelen.
Bijna vóór een kwarteeuw al deed de Von-
delaar kapelaan Huybers muziek en drama
tische muze het stedeke binnentrekken,
waar nog enkele oud-eeuwsche geveltjes
het verleden schaduwen. Uit de geestdrift
en kunstliefde van de parochianen hief zijn
Wilskracht „Oisterwijk Omhoog,” hij bracht
de jongelieden van ambacht en winkel in
de school van dichters en genieën. Al in
1915 styleerden ze in hun welzeggingskunst
de liturgische fantasie van een der hunnen,
den Brabantschen priester-dichter Willem
Smulders. Veertig voorstellingen van „De
verloren Zoon” trokken twintig-duizend be
zoekers. Sedert hebben de geduldig maar de
gelijk gegroeide dilletant-kunstenaars met
of zonder beroepshulp „Joseph in Dothan”
in „Adam in Ballingschap” gespeeld, „El-
kerlyck” en ,J)e Klute van Noach”, „Don
Quichot” en ,J>e Dochter van Roelant”, een
oubollige klucht als „Krells Louwwen” en
I de middeleeuwsche teederheid der „Seven-
ste Bllscap van Mariën”, welk tooneel In
de groote steden heeft zulk een artistiek
speelplan gerealiseerd?
Oisterwijk heeft om de neo-gothische
hoofdkerk van Cuypers de speeltradities
Van de middeleeuwen als ononderbroken op
•den nieuwen tijd aangesloten. Het bezit
ghesellen van den spele, gevormde verzen-
leggers en door de Jaren verbeterde acteurs,
p goede zangkoren en muziekgezelschappen,
die ook hedendaagsche zangspelen aandur-
I ven. Er is geen zoo kleine stad In Nederland,
waar ’s winters met zooveel ambitie wordt
geacteerd en gemusiceerd, en ’s zomers zet-
ten ze hun talenten nog voort In de open
lucht.
De geestelijke paedagogiek, die dezen na-
E tuurdrang van het volk naar het beleven
van schoonheid eendrachtig en voornaam
bijeen houdt, treft het In de samenwerking
met het burgerlijk gezag. Burgemeester
Verwiel, geboren uit een dier fabrlkanten-
j families, die Brabant tot vernieuwing brach-
ten, heeft als promotor van zijn opwaarts
[Strevende gemeente ook een gelukkig oog
[Voor de cultureele Inspiraties, die niet zon-
der belang zijn voor commercieele belan^
|gen. Hij verstaat het, om den raad verdere
perspectieven dan de kom van het dorp te
I doen zien. Zijn overtuiging en het Idee van
[kapelaan Huybers’ opvolger, den Kunst-
kring-moderator kapelaan Rovers met de
I activiteit van den plenteren gemeente-ar-
Chltect Bernard Vriens vonden elkaar, en
ze hebben met de verst denkenden der
burgerij een plan volvoerd, waarvoor het
nageslacht hun naam nog wel eens in een
steen zal beitelen.
Ze hebben onder medewerking van mr
T. G. van Tlenhoven, voorzitter der Ver
een. tot Behoud van Natuurmonumenten.
&n het geaccidenteerde oosteiyk boech-com-
piex van het Esscheven Iets enorm stouts
[ondernomen, dat ontzaglijk gelukt is. Zelfs
(wie het zomerspel niet kan bij wonen, dat in
Me Juli- en Augustusmaanden deze boech-
i natuur zal beleven met lotgevallen van
Inenschen, moet de bekoorlijkheid >en de
Lzchoone bouw lijnen gaan zien van het
^theater, dat hier met de klassieke verruk-
kelijkheld van antieken uit de dalkom rijst.
Niet wat het geheel, maar zeker wat het
I gave rhytme der regelmatige rondingen in
de wijde spanning van amphiteatersgewljze
(heffingen betreft, herinnert deze na-
Maar Ja, zucht naar adellijke tl
eenen kant, flnancieele voordeel
-anderen hadden de geheele familie met blind
heid geslagen, want mynheer Servoix kon niet
in aanmerking komen wat betreft adel of fOr-
Frangotee beefde zoo érg, dat zy de bloemen,
geplukt hadden op het tapyt liet val-
raapte ze haastig op en ael: .Kom.
vy gaan de bloemenmand vullen."
Ik bracht haar echter naar haar kamer,
vaarvan Ik zorgvuldig de deur sloot.
„En nu, Frangoise, nu ga je my alles ver
dien.
Haar mooie oogen lazen In de myne en sagen
laar, dat ik de waarheid achterhaald had. zy
lerborg haar gelaat tegen myn schouder en
:on niets anders zeggen dan: JSentee....
lenise!” zy klampte zich vast tegen my aan,
m eindeiyg kwam de reactie en begon sy te
chreien.
„Frangoise zoo verstandig, maar aoo ge
deinsd,sel ik, „hoe te het mogeiyk, dat Je
no iets voor my geheim hebt gehouden!
loudt dus niet van my?"
Ml» van Jog de Klerk en
P. Plum O.S.M.
O. ik heb zoon behoefte om te beminnen....
Wat er van komt, kan my niet schelen, bet is
niet meer Georges, die my zyn verrukking
mededeelt voor het heeriyke natuurtooneel. dat
wy aanschouwen, ik luister naar hem met half
gesloten oogen, verheugd, dat zyn gedachten
zoo met de myne overeenstemmen. Zooals ik.
bemint hy het lied der zee. de heeriyke geut
van het zeewier, de pracht van de ondergaande
zon. Evenals ik zou hy dat uur exquis onder
allen willen doen voortduren, zoo biyven leven
in den stillen avondvrede.
gelukkig gevoelde, nu het geheim van Fran
goise my niet meer kwelde?
De daaropvolgende Zondag blijft in myn ge
dachte als een paradyseiyke dag. Toen wij in
Fleurvllle aankwamen, leek de zee een blauwe
turkoois overdekt met een zilveren net, het
vochtige zand schitterde als goud, de men
schen leken allen vroolljk, Frangoise had een
zonnetje van geluk in de oogen, mijnheer
Servoix had zyn gewone deftigheid in Parys
achter gelaten. Ik bemerkte, dat hy dikwyis
met ontroering den blik vestigde op mijn
blozend nichtje, dat er mooier dan ooit uit zag.
Zooals zy was ik er van overtuigd, dat haar
liefde beantwoord werd. Maar ik begreep ook,
dat hy de eerzucht van myn oom kende en
dat hy zich niet zou declareeren. indien
Voorzienigheid hem niet te hulp kwam.
Uit den grond van myn hart bad ik, dat de
goddeiyke Voorzienigheid een wonder zou
wrochten, ik geloofde aan dat wonder. Het was
dien dag zoo heeriyk op het strand, waar wy na
het diner ons in een groep verzameld hadden
om naar het ondergaan der zon te kyken.
feemen leert gemakkeiyk. wat men lief
heeft....”
Ja. hy staat daar voor my; o, wat is zyn
blik teeder om myn glimlach te beantwoor
den.... maar hy wendt zich af, drukt de hand
van tante en ik hoor Michel hem zeggen:
„Wel, Georges, wat zeg je wel van zulk
weer?”
Marianne komt er aan, zy bloost hevig; hy
houdt zich niet meer met my bezig, maar ik
ben ontwaakt uit myn droom: Het was Geor
ges. die veertien kilometers per fiets heeft af
gelegd om de zon in de zee te zien neerdalen.
Ik wilde myzelf uitlachen, maar het deed my
pUn het levend evenbeeld van myn onbeken
den verloofde naast een Jong meisje te zien,
dat alles in het werk stelde om hem te be
hagen. Maar toen hy naar my terug kwam,
voelde ik de levensvreugde tot my terug-
keeren.
115
l|2
.Knip ook de andere helft,” commandeer
de hy.
„Heel graag, mynheer, maar.... u had daar
juist zulke onaangename plannen. Ik zag dan
wel graag eerst myn geld. Twee kwartjes by
elkaar.”
Diep
kwartjes te voorschyn.
„Dank u vrlendeiyk," reide Joris, knipte dan
den mynheer vlug af en zuchtte, toen hy den
Schot eindelyk zs« gaan.
„Wordt beslist geen vaste klant," mompelde
hy voor zich heen.
onder zyn kalm uiteriyk. ik hoorde hem my
„Mijn kleine met rozen gekroonde I
et waa een warme aomerdag. De aon
scheen fel. de wind schitterde door af
wezigheid. Wie vry eras, zocht de zee op.
of het bosch. Niemand had lust in werken,
niemand deed méér, dan het hoog noodige.
Zoo had kapper Joris niets te doen. Neen!
Zyn winkel liep men eenvoudig voorbij. Nie
mand dacht er aan op zulk een heerlyken dag
by hem binnen te gaan. Behalve dan een en
kele heer, die „vlug” even geschoren wilde
worden. Daar bleef het bU. Knip-klanten
geen één.
Kapper Joris zuchtte. Hy stond aan de deur
van zyn kapperszaak, blazend en puffend.
Keek naar de voorbygangers en vroeg zich af,
of nu niemand behoefte gevoelde om zijn haren
wat te laten kortwieken. Tot.... plotseling....
een heer den weg overstak, recht op hem aan.
en zwygend bU hem binnenwandelde.
Joris hem dadeiyk na. Eindelyk dan, einde
lyk had hy beet, eindelyk kon hy wat verdie
nen, hetwelk hy byzonder toejuichte. Ja, hy
kon best een paar dubbeltjes gebruiken. En.
hy vond, dat Je de hitte altyd minder voelde,
als je maar wat te doen had.
Aandachtlg beschouwde hy den nieuwen
klant. Hy was glad-geschoren. Maar zyn haren
waren wat weelderig, bepaald ontzettend weel
derig. Zoodat hy. niet ten onrechte vermoed
de, dat het bezoek van syn cliënt die haren
betrof
Gelijk had hy.
„Wilde graag geknipt worden!" zei de myn
heer met het gladgeschoren gezicht. .Maar
moet eerst eens weten, wat dat koet.”
„Hoort u eens!" reide hy gemoedeiyk. „vyf-
tig cent is my te veel. Kunt u het niet wal
biliyker doen?”
I Joris streek eens langs zyn neus.
„vyftlg cent is het gewone tarief," ver-
zekerde
,4aja, ja, dat kan wet Maar luistert u nu
s eens even. U hebt vandaag toch niets te doen.
Er komt natuuriyk niemand om rich te laten
knippen met dit heeriyke weer. Wat u dus ook
rekent het 1» voor u zoo meegenomen. Ik
aal u eeriyk vertellen: daarom kom ik juist
vandaag!"
Peinzend staarde Joris den zuinigen Schot
aan.
„Wat wilde u nu eigenlyk?” vroeg hy toen
„Dat u het vandaagaoo*n bijzondere
dag.... voor de helft deed!"
Elf Joris wikte en woog. Krabde zich sens
achter het oor. Knikte dan van neen. Vond
dat hy dat toch niet doen kon.
„Tarief is tarief!” reide hy vastbesloten.
„En een kwartje is een kwartje!" hield da
zuinige Schot vol. „U wilt my dus niet voor
de helft knippen, vandaag?"
Joris antwoord-
de niet. Toen
greep de ander
zyn hoed, en
ging. Werd ech
ter op den drem
pel van de deur
teruggeroepen.
Joris had zich bedacht.
.Mynheer.... mijnheer....” riep da kapper,
jk wil u dan voor de helft knippen, omdat u
het speciaal vraagt.... en omdat het vandaag