Nieuw Openlucht-theater O Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland IS T hedendaagsche kerkmuziek in Nederland. Het zijn de Missa in honorem Sancti Joseph! van Jos de Klerk voor twee gelijke stemmen met orgelbegeleiding en eenzelfde werk van P. J. M. Plum OBM. Aan Hellas en Rome geïnspireerd De onbekende Verloofde DOOR LEMAIRE C.B. 5-0 T Hedendaagsche kerkmuziek r. wm, urn, mw. met den zomer!” MAANDAG 6 JULI 1936 fel der XJ de Het nieuwe openlucht-theater te Oisterwijk 1 fi rn e, bfl vwrBea van een band. IT 3fi de 1 I Ik I verstandig, maar boo ge- wegl *t Is lie wij en. De titels aan den -‘len aan den BU een groot stuk boom gekomen, hielden de wurmen stil. De wurmen hadden nu het grootste woord. Je moet den boom recht zetten, commandeerden ze en de kaboutertjes deden zulks. De wurmen zagen zwijgend toe en toen de boom heel stevig stond, waren ze tevreden. Dat moet ons huls worden, begon de wurmencommandant. Jullie zijn nog niet klaar. Nu moeten er gaten in gemaakt worden. En toen ze dat hoorden trokken de kaboutertjes een bedenkelijk gezicht. zij zij jwee andere missen, onlangs uitgegeven 1) behooren nog tot de serie composities, die ons een beperkt inzicht geven in de Wat moeten we voor jullie doen, vroeg Tuimeltje en daar begonnen de wurmen Ineens door elkaar te roepen, dat ze een mooien boom gevonden hadden, dien ze best konden gebruiken en dat de kaboutertjes ben moesten helpen. Zeg maar waar we moeten zijn, zei Tuimeltje en daar ging de heele stoet over bloemen en dennenappels naar het bosch. de Het en m m 00 ir zonder verder een zalige ver reet van laar der- rerd rerd nlge niet een ken en len lor 'er 4, an ti a ar m, ar r. al c. c. L 1. s. s af rij an- een om- e. De ge- aan r be ding* het eers- igin- on- hU ultte a ar 3er- vol- aan. tste, par- r de ren op den rijweg.» op die manier móeten er Im mer* ongelukken gebeu ren. Wat zoudt u hla van denken: IEDER OP ZIJN EIGEN WEGI zoo warm is. Met een tevreden glimlach cm zijn mond keerde de mijnheer terug. Ging zwijgend in den betrcffenden knipstoel zitten. „Slechte tyden!" merkte hij verteouweiyk op „Heel slecht!** gaf Joris toe. ,4a, je moet op de kleintjes passen tegenwoordig. Hoe wilt .Meent u.... met de tondeuse?** „Precies. Drie millimeter. Dat is het kortste, geloof ik?” „Zeer zeker, mijnheer. Nóg korter zou ik u niet aanraden." Joris kreeg d% noodige instrumenten, keek den haardos eenjl aan, nam dan ds tondeuse en begon zwijgend te knippen, precies sooals de zuinige Schot het self had voorgesteld: voor Aen geheelen linker millimeter; den rech- n W. 1 G. ntlnt, voor. ir en sn en cates, raten, Maar daar de wurmen hen geholpen hadden, zouden ze er maar niets van zeggen. Ze boorden gaten in den boom, hingen vlaggetjes op. Tuimeltje moest een bord schrijven „Tehuis voor werkende wurmen" en nu pas waren de dieren tevreden. Nou kunnen we daar fijn in wonen, zelden de wurmen en ze dank ten de kaboutertjes voor hun hulp. „Inderdaad dat mijn oom houdt Zijn positie aan de fabriek is prachtig. Als hij niet rijk is zal hjj het worden." .Maar moeder...." „Om haar te overreden, zullen wij zijn inge boren distinctie doen gelden. Wy sullen al onze welsprekendheid in het werk stellen. Wat mij be treft, ik vind hem om verliefd op te worden." „Dat word je toch niet, hoop ik?” „Neen, dat is maar zoon vergelijking!” erd Iers die Hen A. or den rat- - md ter. Daarom hebben de architecten met de uiterste gevoeligheid de ruimtelijke over zichtelijkheid van het tooneel en de zuivere uitwerking van den klank verzorgd. De acoustiek, geregeld volgens de wetten, die professor Muller heeft getoetst, is volmaakt. Zonder het graven van een stem weerkaat- senden vijver of het aanleggen van een an dere kunstmatigheid zooals wel bij de rococo-herderspelen gebezigd werden be reikt in Oisterwijk de geluidsoverplanting zonder verlies van helderheid ook de uiter ste zitplaatsen, die trouwens in den afstand van den versten speler nog maar 45 Meter verwijderd zijn. Een geluldshaag aan den schaduwrijken wandelweg achterwaarts om sluit voor het overige de toeschouwers, die met het na-zonnetje van den verstrijken den namiddag in den rug, de episoden van het spel zonder last of inspanning funnen volgen. Meer dan honderd figuranten zullen voor het massaspel de speelruimte vullen in wis selwerking met de acteurs en actrices, als Zondag den 19en Juli as. het theater wordt geopend met ,jDe Paradijsvloek” onder re- werd Ven- ische Ger- bal rref- lath. doch hier zal niet grappig zijn! Maar veel van mijnheer Servoix. Beide missen hebben een greyoriaanschc melodie als hoofdthema gekozen, hetwelk in verschillende toonaarden meermalen terug keert, evenwel steeds bescheiden, daar men hier niet met wereldlijke, doch kerkelljke mu ziek beeft te maken. Beide missen streven naar een polyphonen bouw, maar raken daarbij nooit verward ineen ingewikkelde structuur: zy blijven doorzichtig van het begin tot het eind. De orgelpartU maakt nooit eenige pretentie, want zelden komt zU uit boven de haar toebedachte taak van ondersteuning en vulling der stemmen: tuurbouw aan het oud-romelnsehe theater in Orange, het meest bekende en volledige voorbeeld van dien bouwtrant, waarvan men nog de sporen treft in Italië, op Sicilië, in Spanje, Afrika en overal waar de geniale oude meesters hun grandiose spel in stee nen achterlieten. Zonder dat iets aan het vredige boech- décor met de verrassende doorkijken langs het naaldgroen geforceerd werd, klimt uit het speelplan, gevloerd met violette flagsto nes en geschakeerd met heidekruid, de breed gearmde, steenen halfcirkel. HIJ ont plooit ruim elfhonderd ruime, makkelijke zitplaatsen In steenen van groot formaat, zoogenaamde Brabantsche moppen, harmo nisch kleurend in het landschep. Over een as van vijftig diameter ook het speelplan heeft een doorsnee van der ge lijke afmeting is het theater op een omtrek van 45 Me ter gelijkvloers, opgetrokken tot een om trek van 85 Meter aan den bovenrand, ter wijl de hoogste plaatsen toch maar 3 Me ter boven den beganen grond zijn gelegen Onder leiding van bekwame landschaps architecten hebben ruim vier maanden 1 Maart van dit jaar werd begonnen dertig arbeiders gewerkt aan de verwezenlijking van het ontwerp, resultaat eener gelukkige architecturale samenwerking van de kun stenaars B. Vriens en Kapelaan Rovers. Na tuurlijk moesten duizenden meters grond worden verplaatst en er werden wel een paar duizend heesters en ruim honderd boomen aangeplant eer de kunst der bou wers de bekoorlijke wildheid tot een zoo gave schoonheid stemde. Maar welk een aesthetische uitkomst is dan ook verkregen, als men vergelijkingen zoekt met wat haas tig bij gewerkte natuur van andere open luchttheaters in ons land (Frankendaal) en daarbuiten, b.v. de oude „Frelllchttheater” uit den Dultschen Bieder meister tijd (Wei mar en Rheinsberg), *t Harzer Bergtheater, het Bosch-theater Oybin bij Zittau en de .Xandschafts-theater” in Goslar en Wer nigerode. Ofschoon Griekenland den vorm aangaf, die een vijfde grooter is dan een halven cir kel, ombuigt in Oisterwijk de ruimte voor de zitplaatsen nauwelijks dien hémlcycle. Maar het Grieksche theater had een z.g. skené, een bebouwden achtergrond waaruit de spelers te voorschijn traden en die tege lijk als klankbord en afsluiting van het po dium diende. In Oisterwijk zien de toe schouwers evenwel de spelers opkomen uit de groene slagschaduwen en het ongekorven hout met de schakeerende onderbeplantln- gen van lichte berk, donkere beuk, het brons van den eik en de tinten van fijne spar en douglas tegen de ranke zullen-ver- van Hans Tiemeijer, door Reinhardt in gezichten der dennenbosschen. Zoo ontstaat het contact tusschen spelers en toeschouwers als de beweging van het leven zelf, naar zijn beluistering en het be spieden van zijn blijden of traglschen voort gang. Onmiddelhjk in het verband van de toeschouwende menschen ontwikkelt het zijn lotgevallen, de acteurs betrekken hen in de gevoelens, die allen gemeenzaam zijn. In een der vorige besprekingen duidden wij een oogenblik op het groot aantal mto-parti- turen, dat te veel den indruk wekt van cliché- weric, en dat te weinig verheffing van styl ademt. Het spijt my en het sptft mij niet dat- zelfde van deze beide composities te moeten opmerken* Zeker wjj mogen niet, onbillyk zijn tegen over hen, die deze werken samenstellen en wel om de eenvoudige reden, dat de capaciteiten van ons doorsnee „parochiaal zangkoor” niet zoo bijster hoog reiken. Zou derhalve een mis van Ingewikkelder opeet worden geschreven, dan zou zy eenvoudig geen kans krijgen in een rendabele oplaag te worden uitgegeven. Om deze moeilijkheid in onze kerkmuziek te ondervangen en om tevens tegemoet te komen aan den wensch, dat de geloovigen meer direct In het muzikale deel onzer liturgie worden be trokken zouden andere wegen kunnen worden gezocht. zy moeten worden gezocht, want het niets zeggend karakter van veel polyphone kerk muziek leidt tot een afkeer van haar, tot eet. terugkeer tot het Oregoriaansch en zjjn be oefening als volkszang. Dit verachynael zou In dien het overdreven vormen aannam tot on vruchtbaarheid in polyphonle kunnen leiden. Terugkomend op beide aangehaalde werken, formuleeren wy onze bezwaren: zy missen te veel de intense beleving, het eenmaal gekozen thema komt noch melodisch, noch harmonisch tot ontwikkeling, de dynamische HJn ontwik kelt zich naar het model van duizenden voor gangers en wekt niet den Indruk deel voordeel verantwoord te zijn. Mogen ook zy, die in de werkwyze der oude school zijn opgegroeid, en alle jongeren mede werken aan het vinden van waarden, dat zij nieuw of oud zijn zal niet ter zake doen, op dat' onze polyphone kerkmuziek In nieuw leven glanze zooals dat weleer het’geval was J. H. i> Missa in honorem Sancti Joseph!. Uit gave Wed. J. R. van Rossum. Missa „Venl Creator Spiritus”. Uitgave W. Bergmans, Til burg. Berlijn gevormd, terwijl mede de schrijver van het stuk eenige leiding zal geven. Zoo zullen In ons toeristen-verkeer dit jaar wel de meeste wegen naar het Land der Vennen lelden, waar de overlommerde Olrschotsche Baan, de jongste maanden van een wegdek voorzien, tot het Natuur-theater leidt met zijn ruim, verhard parkeer-terrein. den monumentalen theater-lngang met Ik voelde behoefte om ook te huilen en deze grief gaf ml) er een welkome gelegenheid toe. ,4e bent wel gelukkig, Frangoise, je hebt de gave der tranen. Je huilt als Je vader je een mlllionnalr aanbeveelt, je huilt als tante Je met een vicomte wil doen trouwen, je huilt als je denkt aan den man, die Je liefde bezit, maar met dat al vertel Je my niets. Ik zou dus wel met je mee willen hullen, omdat je niet meer van mj} houdt, maar wat Ik ook doe, de tranen blijven in dat hoekje van mijn oog verscholen." ZIJ begon te lachen en dan vertrouwde zy mij haar geheim toe. ,4a, ik bemin hem. Toen hy voor de eerste maal by ons aan huis kwam dacht Ik, zoo zou ik mijn toekomstlgen echtgenoot wenschen en toen.... en toen. Je kent hem, hoe zou ik hem niet hebben kunnen beminnen!” ,4e sprak er nooit over, Frangoise.” „Ik durfde niet en daarby vreesde Ik Jouw aandacht op hem te vestigen.... Wat was Ik biy, toen Georges Feral Je vroeg, maar welke teleurstelling, toen Je hem afwees. Ik was zoo bang, dat het om Jean was.... ik noem hem eenvoudig Jean, als Ik aan hem denk.... ik kan je verklaren, dat ik verscheidene dagen erg terneer geslagen waa” „Arme lieveling!” „Het is, omdat ik niet eens weet, of hy my bemint Soms denk Ik van wel, maar In plaats van my daarover te verheugen, voorzie ik allerlei bezwaren. Je kent myn ouders. Na voor my een schitterend huwelijk gedroomd te hebben, geheelde dierengroepen uit fabels van La- fontalne, Zwitsersche blokhutten voor den kaartverkoop, hel theepaviljoen en de idyl lische bosfchpaden naar de belde om het theater gelegen vennen met in hun spiegel- water den blauwen zomerhemel over de prachtigste bekoorlijkheid van Brabant Die stomme liefde vlak naast my hulde my in een geheimzinnige uitstraling en in die bedwelmende atmosfeer stelde ik my voor den geest de jonge en krachtige gestalte van myn Robert. Het was alsof die oproeping een eigen aardige kracht bezat, want ik meende hem voor my te zien met dat nieuwe gelaat, glim lachend en zacht, ik raadde zijn vurige ziel in myn herinnering meenam als een kostbare schat. wy brachten eerst oom en mijnheer Servoix naar het station, daarna vertrokken wy naar Salnt-Flavlen. Frangoise, stralend van geluk, gaf my een knipoogje, dat heel veel wilde zeggen en dat ik aldus vertaalde: .Jk word bemind, hy heeft het my gezegd, of doen begrijpen." Ik maakte de conclusie, dat „Jean” hoe vast hy ook be sloten was om syn liefde te verbergen, zich had verraden door te welsprekende blikken. Myn glimlach gaf myn lief nichtje te kenned, dat ik in haar vreugde iets te zeggen, ver dooving. De zon was ondergegaan, nog eenige lichte strepen bleven in de lucht achter, de groots lantaarns van onzen auto verjoegen de duis ternis voor ons uit en het was In een stroom van licht, dat Ik myn droom meevoerde. Myn arme droom, hy ging niet ver op dezen tochtOngeveer twaalf of vyf tienhonderd meters van Fleurvllle verwijderd, bleef de auto opeens stilstaan. „Wat is er aan de hand?” vroeg tante vol trekt niet ongerust. Onze chauffeur en Michel onderzochten reeds Ie machinerie. .Nu, wat te er?" herhaalde tante ia eenige minuten. „Een panne moeder!** .Nu, zoo laat op een eenzamen Frangoise voelde zich zoo gelukkig dat eindelyk haar gemoed kon verlichten, dat mij haar angsten, haar hoop, haar vrees, alles door elkaar zei. zy lachte en huilde, omhelsde my telkens weer en bracht my in ver bazing door haar levendigheid, toen haar tranen gedroogd, wy alle vrees ter zyde stelden om ons enkel met de hoop bezig te houden. Ik ried haar aan Michel in het vertrouwen te nemen, maar daar wilde zy niet van hooren. „De zeg hem wel alles,” zei ik. „O, Jelui bent een pasu- oude kameraden, jelui begrijpt elkaar als de zakkenrollers op de kermis, maar ik wil met niemand samenspan nen. Als Je myn geheim niet geraden had, zou ik ook verder gezwegen hebben.” Wat een geluk! Ik was de eenigste op de geheele wereld, die wist, dat Frangoise, dat model van wysheid en gezond verstand, verliefd was geworden op een Ingenleurtje zonder for tuin! O. myn fantastische roman was tienmaal de helft. Dat wil zeggen: kant knipte hy kort, drie terkant raakte hy niet aan, liet hy zooals die was. Toen nam hy zhn slachtoffer voorzichtig de witte jas af, schudde die even uit en vroeg beleefd of mynheer ook een friction wenschte. .Neen.... neen.... neen.... natuuriyk niet. Een beetje nat maken te voldoende. Maar eerst den anderen kuit.” Joris grynsde, deed wat eau de cologne op ’smans overgebleven haar en zelde dan dat het klaar was en dat hy één kwartje kreeg. .Masu-.... mau-....” stamelde de zuinige Schot, terwyl hy zich in den spiegel bekeek. „Ik heb precies gedaan sooals u dat wqpach- te.” zei Joris dadeiyk. „Ik heb u voor de helft geknipt!” „Dat zie ik." siste de ander, terwyl een on- vnendeiyke trek op zjjn gladgeschoren gezicht verscheen. Toen greep hy zijn hoed. „De andere helft raak ik elders wel kwijt.” verzekerde hy. „En.dat kwartje krijgt u niet!" „O ho,” zei Joris. Mynheer, dat zou oplich ting zyn. En.... mag ik u er even beleefd op attent maken, dat hier nogal veel straatjon gens in de buurt rondloopen?" Toen liet hy zyn onwilllgen klant nog eens in een handspiegel kyken, met gevolg dat deas toch even aarzelde. „Verder kan ik u ook de verzekering geven," vervolgde Joris, „dat, waar u ook heengaat, u overal het volle pond zult moeten betalen. De ben de eenige die voor één kwartje meer ook de andere helft knip.” Toen keerde de mynheer rich nijdig om en A I T A D/^ATXTE* >C! °p bla<1 Ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen f? *7^ft levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7^0 bij een ongeval met 17 ORall I .1 ,r. fat. Jl vl IN r1» O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen WWe verlies van beide, armen, beide beenen of beide oogen vVe doodelljken afloop fcdWWe AANGIFTE MÖET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL berammergau heeft den trek van de tourteten en de slght-seelng van den roem. Voor den roem binnen en over de grenzen maakt ook Oistprwyck een groote kans. Tusschen het schoon van den nen en vennen, zal het van dit jaar af het Brabantsche landschep laten zien onder de kroon van een aan Griekenland en Rome geïnspireerd Openlucht-theater. In een hal ven cirkel uit een Ideaal-omlommerde hel ling opgemetseld, verrast het landzaat en vreemdeling,,het prachtigste bosch-thea ter van Nederland en waarschijnlijk van Europa. Evenals In Oberammergau kwam uit de kunstzinnige verbeelding van een pastoor het initiatief voor plaatselijke cultuur door het tooneel, die aan Oisterwyk een voor sprong geeft op Valkenburg en Tegelen. Bijna vóór een kwarteeuw al deed de Von- delaar kapelaan Huybers muziek en drama tische muze het stedeke binnentrekken, waar nog enkele oud-eeuwsche geveltjes het verleden schaduwen. Uit de geestdrift en kunstliefde van de parochianen hief zijn Wilskracht „Oisterwijk Omhoog,” hij bracht de jongelieden van ambacht en winkel in de school van dichters en genieën. Al in 1915 styleerden ze in hun welzeggingskunst de liturgische fantasie van een der hunnen, den Brabantschen priester-dichter Willem Smulders. Veertig voorstellingen van „De verloren Zoon” trokken twintig-duizend be zoekers. Sedert hebben de geduldig maar de gelijk gegroeide dilletant-kunstenaars met of zonder beroepshulp „Joseph in Dothan” in „Adam in Ballingschap” gespeeld, „El- kerlyck” en ,J)e Klute van Noach”, „Don Quichot” en ,J>e Dochter van Roelant”, een oubollige klucht als „Krells Louwwen” en I de middeleeuwsche teederheid der „Seven- ste Bllscap van Mariën”, welk tooneel In de groote steden heeft zulk een artistiek speelplan gerealiseerd? Oisterwijk heeft om de neo-gothische hoofdkerk van Cuypers de speeltradities Van de middeleeuwen als ononderbroken op •den nieuwen tijd aangesloten. Het bezit ghesellen van den spele, gevormde verzen- leggers en door de Jaren verbeterde acteurs, p goede zangkoren en muziekgezelschappen, die ook hedendaagsche zangspelen aandur- I ven. Er is geen zoo kleine stad In Nederland, waar ’s winters met zooveel ambitie wordt geacteerd en gemusiceerd, en ’s zomers zet- ten ze hun talenten nog voort In de open lucht. De geestelijke paedagogiek, die dezen na- E tuurdrang van het volk naar het beleven van schoonheid eendrachtig en voornaam bijeen houdt, treft het In de samenwerking met het burgerlijk gezag. Burgemeester Verwiel, geboren uit een dier fabrlkanten- j families, die Brabant tot vernieuwing brach- ten, heeft als promotor van zijn opwaarts [Strevende gemeente ook een gelukkig oog [Voor de cultureele Inspiraties, die niet zon- der belang zijn voor commercieele belan^ |gen. Hij verstaat het, om den raad verdere perspectieven dan de kom van het dorp te I doen zien. Zijn overtuiging en het Idee van [kapelaan Huybers’ opvolger, den Kunst- kring-moderator kapelaan Rovers met de I activiteit van den plenteren gemeente-ar- Chltect Bernard Vriens vonden elkaar, en ze hebben met de verst denkenden der burgerij een plan volvoerd, waarvoor het nageslacht hun naam nog wel eens in een steen zal beitelen. Ze hebben onder medewerking van mr T. G. van Tlenhoven, voorzitter der Ver een. tot Behoud van Natuurmonumenten. &n het geaccidenteerde oosteiyk boech-com- piex van het Esscheven Iets enorm stouts [ondernomen, dat ontzaglijk gelukt is. Zelfs (wie het zomerspel niet kan bij wonen, dat in Me Juli- en Augustusmaanden deze boech- i natuur zal beleven met lotgevallen van Inenschen, moet de bekoorlijkheid >en de Lzchoone bouw lijnen gaan zien van het ^theater, dat hier met de klassieke verruk- kelijkheld van antieken uit de dalkom rijst. Niet wat het geheel, maar zeker wat het I gave rhytme der regelmatige rondingen in de wijde spanning van amphiteatersgewljze (heffingen betreft, herinnert deze na- Maar Ja, zucht naar adellijke tl eenen kant, flnancieele voordeel -anderen hadden de geheele familie met blind heid geslagen, want mynheer Servoix kon niet in aanmerking komen wat betreft adel of fOr- Frangotee beefde zoo érg, dat zy de bloemen, geplukt hadden op het tapyt liet val- raapte ze haastig op en ael: .Kom. vy gaan de bloemenmand vullen." Ik bracht haar echter naar haar kamer, vaarvan Ik zorgvuldig de deur sloot. „En nu, Frangoise, nu ga je my alles ver dien. Haar mooie oogen lazen In de myne en sagen laar, dat ik de waarheid achterhaald had. zy lerborg haar gelaat tegen myn schouder en :on niets anders zeggen dan: JSentee.... lenise!” zy klampte zich vast tegen my aan, m eindeiyg kwam de reactie en begon sy te chreien. „Frangoise zoo verstandig, maar aoo ge deinsd,sel ik, „hoe te het mogeiyk, dat Je no iets voor my geheim hebt gehouden! loudt dus niet van my?" Ml» van Jog de Klerk en P. Plum O.S.M. O. ik heb zoon behoefte om te beminnen.... Wat er van komt, kan my niet schelen, bet is niet meer Georges, die my zyn verrukking mededeelt voor het heeriyke natuurtooneel. dat wy aanschouwen, ik luister naar hem met half gesloten oogen, verheugd, dat zyn gedachten zoo met de myne overeenstemmen. Zooals ik. bemint hy het lied der zee. de heeriyke geut van het zeewier, de pracht van de ondergaande zon. Evenals ik zou hy dat uur exquis onder allen willen doen voortduren, zoo biyven leven in den stillen avondvrede. gelukkig gevoelde, nu het geheim van Fran goise my niet meer kwelde? De daaropvolgende Zondag blijft in myn ge dachte als een paradyseiyke dag. Toen wij in Fleurvllle aankwamen, leek de zee een blauwe turkoois overdekt met een zilveren net, het vochtige zand schitterde als goud, de men schen leken allen vroolljk, Frangoise had een zonnetje van geluk in de oogen, mijnheer Servoix had zyn gewone deftigheid in Parys achter gelaten. Ik bemerkte, dat hy dikwyis met ontroering den blik vestigde op mijn blozend nichtje, dat er mooier dan ooit uit zag. Zooals zy was ik er van overtuigd, dat haar liefde beantwoord werd. Maar ik begreep ook, dat hy de eerzucht van myn oom kende en dat hy zich niet zou declareeren. indien Voorzienigheid hem niet te hulp kwam. Uit den grond van myn hart bad ik, dat de goddeiyke Voorzienigheid een wonder zou wrochten, ik geloofde aan dat wonder. Het was dien dag zoo heeriyk op het strand, waar wy na het diner ons in een groep verzameld hadden om naar het ondergaan der zon te kyken. feemen leert gemakkeiyk. wat men lief heeft....” Ja. hy staat daar voor my; o, wat is zyn blik teeder om myn glimlach te beantwoor den.... maar hy wendt zich af, drukt de hand van tante en ik hoor Michel hem zeggen: „Wel, Georges, wat zeg je wel van zulk weer?” Marianne komt er aan, zy bloost hevig; hy houdt zich niet meer met my bezig, maar ik ben ontwaakt uit myn droom: Het was Geor ges. die veertien kilometers per fiets heeft af gelegd om de zon in de zee te zien neerdalen. Ik wilde myzelf uitlachen, maar het deed my pUn het levend evenbeeld van myn onbeken den verloofde naast een Jong meisje te zien, dat alles in het werk stelde om hem te be hagen. Maar toen hy naar my terug kwam, voelde ik de levensvreugde tot my terug- keeren. 115 l|2 .Knip ook de andere helft,” commandeer de hy. „Heel graag, mynheer, maar.... u had daar juist zulke onaangename plannen. Ik zag dan wel graag eerst myn geld. Twee kwartjes by elkaar.” Diep kwartjes te voorschyn. „Dank u vrlendeiyk," reide Joris, knipte dan den mynheer vlug af en zuchtte, toen hy den Schot eindelyk zs« gaan. „Wordt beslist geen vaste klant," mompelde hy voor zich heen. onder zyn kalm uiteriyk. ik hoorde hem my „Mijn kleine met rozen gekroonde I et waa een warme aomerdag. De aon scheen fel. de wind schitterde door af wezigheid. Wie vry eras, zocht de zee op. of het bosch. Niemand had lust in werken, niemand deed méér, dan het hoog noodige. Zoo had kapper Joris niets te doen. Neen! Zyn winkel liep men eenvoudig voorbij. Nie mand dacht er aan op zulk een heerlyken dag by hem binnen te gaan. Behalve dan een en kele heer, die „vlug” even geschoren wilde worden. Daar bleef het bU. Knip-klanten geen één. Kapper Joris zuchtte. Hy stond aan de deur van zyn kapperszaak, blazend en puffend. Keek naar de voorbygangers en vroeg zich af, of nu niemand behoefte gevoelde om zijn haren wat te laten kortwieken. Tot.... plotseling.... een heer den weg overstak, recht op hem aan. en zwygend bU hem binnenwandelde. Joris hem dadeiyk na. Eindelyk dan, einde lyk had hy beet, eindelyk kon hy wat verdie nen, hetwelk hy byzonder toejuichte. Ja, hy kon best een paar dubbeltjes gebruiken. En. hy vond, dat Je de hitte altyd minder voelde, als je maar wat te doen had. Aandachtlg beschouwde hy den nieuwen klant. Hy was glad-geschoren. Maar zyn haren waren wat weelderig, bepaald ontzettend weel derig. Zoodat hy. niet ten onrechte vermoed de, dat het bezoek van syn cliënt die haren betrof Gelijk had hy. „Wilde graag geknipt worden!" zei de myn heer met het gladgeschoren gezicht. .Maar moet eerst eens weten, wat dat koet.” „Hoort u eens!" reide hy gemoedeiyk. „vyf- tig cent is my te veel. Kunt u het niet wal biliyker doen?” I Joris streek eens langs zyn neus. „vyftlg cent is het gewone tarief," ver- zekerde ,4aja, ja, dat kan wet Maar luistert u nu s eens even. U hebt vandaag toch niets te doen. Er komt natuuriyk niemand om rich te laten knippen met dit heeriyke weer. Wat u dus ook rekent het 1» voor u zoo meegenomen. Ik aal u eeriyk vertellen: daarom kom ik juist vandaag!" Peinzend staarde Joris den zuinigen Schot aan. „Wat wilde u nu eigenlyk?” vroeg hy toen „Dat u het vandaagaoo*n bijzondere dag.... voor de helft deed!" Elf Joris wikte en woog. Krabde zich sens achter het oor. Knikte dan van neen. Vond dat hy dat toch niet doen kon. „Tarief is tarief!” reide hy vastbesloten. „En een kwartje is een kwartje!" hield da zuinige Schot vol. „U wilt my dus niet voor de helft knippen, vandaag?" Joris antwoord- de niet. Toen greep de ander zyn hoed, en ging. Werd ech ter op den drem pel van de deur teruggeroepen. Joris had zich bedacht. .Mynheer.... mijnheer....” riep da kapper, jk wil u dan voor de helft knippen, omdat u het speciaal vraagt.... en omdat het vandaag

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 21