w Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind den dag ITALIË’S OVERWINNING H F 750.- 6 De onbekende Verloofde DOOR LEMilRE En de Blauwe Nijl ATI F ARONNF^ F 750.- ^rl^^^id^iV' MAANDAG 13 JULI 1936 E Mount Wilson - vero ProfLeisegarjg opnieuw deeld AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAR ALLE RECHTER, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I De oesterparel fl Ki Een O .de Rue z r tennis. i. maar een plot- j HOOFDSTUK XXH (Wordt vervolgd) o lorgnet, jullie weet, ook op zoek gegaan naar In de verte dat eene lantaarntje In de Tuhneltje was, zijn vriend en toen boomen zag hangen, Ijlde hy er naar toe. Als Ik me niet vergis, zei Tuimeltje, dan heb ik de das van Kruimeltje zien fladderen. En hy rende zoo hard dat niemand meer aan hem kon zien, dat hl) zulke stijve knieën had. Zjjn voorgevoelens waren üitgekomen. Hjj kwam by Krui meltje aan en zijn eerste gedachte was, het rozenstruikje maar door te bakken. HU deed het met een bedroefd gemoed, want de roos deed niets dan huilen, maar hy kon zyn vriend toch ook niet laten hangen. Tuimeltje merkte niet eens, dat een jonge rat bU hem was komen staan en viel Kruimeltje om zijn hals van blijdschap. ■n den Tim laati drie felle ter 1 Wag kwal tussc acht) 1 brt me me sta 1 nle ter! tl U b gi cl altyd vanaf in Europa, ik op Toch schiktheid tot werken door :1de beenen of beide oogen B nun Ir res, twe< Brei zien waa ook dien van ’n kleineren, met 1.20 M. van ’n alumlnlum-sple- Het *erd Ir niet Mej de en 1 Uit. baal slag BV drie iangr lenaa „zeer i po en de h) finish in as 1 mlr Moot, goede In sec. BV tweed mooie zijn i kelUk spron derde. De mes v Klnt. Rie «U me meest) mej. 1 gere r De 1 en vai direct bjjhleli Ven 100 M De e UZC e aanval de plo HPc e in, me voor I wel ge nend i schen eerder Na dames tens ei heeren De door C bracht deel v« voor, a de Sipl met ge in den De e dames De Sen tu ADZ tl maai c voren^ broek I De 3) Werd g< verschil genstan goed deel het water teïwelk in September Iedere automobilist kan a dadehjk vertellen, hoeveel kl/ome4er mt uur zgn wagen haalt, maar slechts welnlgea «reten, hoeveel asgter ze wel noodig hebben om met die vaart te stoppen! I ^11 ^1' ougevauon verzeKera voor ©en oer voigena© intKeermgen verlies van Deiae armen, Na de verrassing, die ik ondervonden had bV het vinden van een brief van Robert in den In de havenkroegjes heel deftig als „oesters" worden opgediend. Toen ik de eerste mossel openmaakte, schit terde er etjp witte vlek tusschen de schaal en het vfeesch. Ik ultte een kreet van vreugde. Iedereen keek onmlddellUk nieuwsgierig naar myn tafeltje en _toen eerst' drong het tot my door, hoe dom ik gehandeld had. Vlug wenkte ik het Maleische kellnerinnetje, dat mjj be diend had, en vóór zij goed en wel by me was, riep ik haar toe dat zy baar baas moest gaan J*ze barrages, die tot de grootste sluiswerken Her wereld behoorden, werden echter eerst vol tooid in bet jaar 1890 Hun doel was. bet water - van de Nljlarmen in de Delta het geheels jaar door op geiyk peil te. houden en zoo een pe r manente bewatering van het Deltaland 'mogelyk te maken, ter vervanging van de bas- 'alnbewaterlng Deze vervanging was noodzake iyk geworden door het invoeren van de katoen- culture. De katoen heeft namelijk het over vloedigs! bewatering noodlg in de maanden Mei, Juni en Juli, waarvan de twee eerste maanden aeker in Onder-Egypte, binnen het laagstand-seizoen vallen. Later werd aan de ka toenculture de verbouwing van suikerriet 'toegevoegd, eveneens een culture van den per manent bewaterden grond. Het werk, Tótgonnen met den bouw der Delta barrages, werd verder gevoerd door den aanleg van den beroemden stuwdam by Assoean, van dien van Assloet, beide voltooid in 1902, van den stuwdam van Esnah en dien van Sennar, aan het spel deel te nemen. Ik was moe, ik had zin om te hullen. Ik bleef dus op het gras zitten naast de jas sen van Georges en van den dokter. Het was te warm om die aan te houden bij het spet Ik bleef daar zitten, zooals ik zou doen ge durende heel mijn leven, altyd toeschouwster bU het geluk en de blijdschap van anderen. Francolse wierp behendig de bellen, die Michel opving, de dokter bezat weinig gratie en hy.... lieve hemel, wat kwam het er op aan, dat hy niet de elegantie van een Robert Lebreuil had. Hij was zoo recht, zoo jong, toe gerust met zulk een kalme kracht, die kracjit, waarop het zoo aangenaam zou zijn,te steunen, die kalmte, die alle vrees zou verbannen, alle opwinding bedaren en die rustige zoetheid zou schenken, die my het meest begeerenswaar- dige op de wereld leek! Het spel ging voort, maar Interesseerde mif niet!.,.. Opeens kwam iets als een pij! naast my wegvliegen, een grijs voorwerp, achtervolgd- door een bruine massa, die om zich heen het gras en het zand deed wegstuiven en de Jassen, die ik bewaarde, in de struiken achter mU wierp. z” „Dat is weer die nare Tom, die de arme does achterna zit,” dacht ik. WU waren aan zulke tooneeltjes gewend ge raakt en eigeniyk amuseerden .wij ons er mee. De jas van Georges lag op den grond onder een struik, die van den dokter hing aan een doornentak. Daardoor was de inhoud van een zijner zakken er uit gevallen. Ik raapte een I de jas glijden, zonder dat de anderen het alen visitekaartje en eenige papieren op, konden en om my af te leiden begon Ik met De hoogleeraar in de philosophic in Jena dl J. Leisegang is eenige weken geleden wegens ’n krtitische opmerking betreffende den „Führer’’ opnieuw tot 6 maanden gevangenis veroordeeld. De betreffende woorden waren in Augustus 1934 gesproken, tóëh de hoogleeraar als lid van de „Stahlhelrfi” op het marktplein in Jena aan getreden was voor het gemeenschappeiyk *«n- hooren van de rou wrede voor den president von Hindenburg. Op 30 November 1934 volgde de eerste veroordeeling. Nadat prof. Leisegang 113 dagen gevangenisstraf had ondergaan, werd hem voor dé rest van den straftyd gratie ver leend. Het proces doorliep inmiddels meerdere instanties en werd ten slotte naar de oorspron kelijke rechtbank terug verwezen. Deze veroordeelde de beklaagde opnieuw we gens beschuldiging van den Staat in den per soon van den Führer daarby overwegende, dat de gebezigde uitdrukkingen zoo luid waren ge weest, dat zy ook door andere personen had den gehoord kunnen worden. van het-Blauwe NUlwater echter den doodsteek beteekenen. De Engelschen hebben dit gebied voor den katoenbouw ontsloten door in den Blauwen NUI by Sennar een stuwbekken te bouwen en zoo de permanente irrigatie moee- lyk te maken. Al het water is in dit gebied water van den Blauwen NUI. Maar de katoen der Gezlrch is een zware concurrent van de Egyp tische katoen op de wereldmarkt.... btj een ongeval met doodelljken afloop halen, want dat ik een parel in de mossel gevonden had. Van het la waai, dat by het hooren van die mededeeling on der de cafébezoe- „Je ^lebt het wel gezegd," herhaalde zy ver rukt „de Voorzienigheid zou alles ten beste schikken. Denise, ik meende van vreugde te bezwyken, toen hU daar onder dien boom mUn handen greep, ze met kussen bedekte en mij zUn dierbare Francolse. zyn schat noemde! Ik had verwacht een liefdesverklaring te hooren in mooi gekozen woorden, maar die uitbarsting van biydschap en teederheld. zonder vragen, zonder een schaduw van twyfel, dat had ik niet verwacht! Daarna, liefste Denise, viel het my niet moeliyk hem te zeggen, dat ik hem liefheb.” „Maar, wat ga je nu doen?” „Wy hebben nog niet over de toekomst ge sproken, het heden bevredigt ons vólkomen.” Langzamerhand echter begon zy aan andere dingen te denken, begon zU voornemens en a plannen te vormen. Om te beginnen zou zU haar geluk nog een poos geheim houden, aan zou zy alles aan haar vader zeggen. Hy koe sterde tocheen hooge achting en (vriendschap voor Jean, voorzag zUn schitterende toekomst eb aon dus gauw toestemmen in hetgeen zUn dochter van hem wilde. Wat tante betreft, dat zou zoo gemakkeiyk niet gaan, maar wy zouden probeeren haar langzamerhand dat huweiyk te doen beschouwen als mogelyk en dan de tyd laten Inwerken. Haar liefde voor haar dochter zou de rest doen. Intusschen zag Francolse er stralend uit, zU was lief, vrlendeiyk, bemlnneiyk voor ieder een. Haar omgeving was er verheugd over en zocht niet naar de oorzaak van het licht, dat uit haar, oogen scheen te stralen. „Het weer is zoo mooi!” zei tante Madeleine, voldaan over die verklaring. Het was waar, het was prachtig weer en de jongelieden profiteerden er van om verre tochten te maken, waarby Francolse en Saint-Flavien moesten achterbiyven. kwamen zy Donderdags ons verrassen, toen wy thee zaten te drinken. De oogen van dokter Renaud scbXterden n»ft een schalksche uitdrukking achter zyn brllle- glazen. Dadeiyk bracht hy levendigheid in het huls. HU kuste met overdreven galanterie de hand van juffrouw Brissot, ondanks de opzet- teiyke koelheid, die zy hem betoonde. Hy ves- telde op grappige manier de wandeling, de hU den vorlgen dag had gemaakt en vroeg my in tegenwoordigheid van het geheele gezelschap of ik nog iets van markies de Beaufeu gehoord had. „Wat gaat u dat aanf” vroeg ik boos. Georges Peral wendde het hoofd af, hU scheen my dien dag te ontwyken en ik'kon myn opgeruimdheid niet weervinden. Toen er I werd voorgesteld cm te tennissen, weigerde ik 1 Maar dat was in het holst van den nacht zoo gemakkeiyk niet ed‘ als een waterlelie, die het geklaag der torretjes had gehoerd, geen medeiyden had gehad, zouden de armelbeestjes zeker verongelukt zyn. De waterlelie bood den kaboutertfts hulp aan en zoo zaten ze met hun allen in het fyne bootje, dat rustig met den stroom werd meegevoerd. (Speciale correspondentie) KAIRO, Juni 1938 •v—^ r is oen volksgeloof, dat wil, dat het Jaar- H lyksche wassen van den Nyi teweegge- bracht wordt door een goddeiyken drup pel, welke uit den hemel in den stroom valt. By de oude Egyptenareh was deze druppel een traan uit de weenende oogen van de godin Isu. .JZTêt-en-Nukta”, de „nacht van den drup pel”, de nacht van den elfden dag der Kop- tlsche maand Baüna <18 Juni), opent de jaai- lyksche Nyifcesten, een traditie, overgeleverd als partner dokter Renaud een party die my volstrekt niet Interesseerde. Geheel den avond en den volgenden dag overdacht ik het probleem zonder een oplos sing te kunnen vinden. Nooit had de dokter de minste toespeling gemaakt op zUn correspon dentie met Robert de Beaufeu! Waarom dan toch die clandestiene briefwlssrting? En wist Michel er van? Maar myn neef was op Castelfleurt en ver scheen dien dag niet op Saint-Flavien. Alleen met mUzelf vermoeide ik myn arm brein door al die smarteiyke en vreemde gedachten. „Wat scheelt er aan, liefste Denise?4 vroeg my telkens weer Francolse, die zich ongerust maakte over myn bekommerd uiteriyk. „Niets, ten minste niet veel byzonders! Ik heb alleen de impressie gekregen, dat ik myn verstand niet heelemaal meer bezit,” zei ik elndeiyk. Ik lachte, terwyi ik dat zei en daarom nam zy het op als een grap en ging verder op haar reis naar het land der liefde. MUn weg leidde langs rotsen van twyfel en kommer, en bracht my eindelijk door een ondoordringbaar doolhof naar de sombere plaats, waar ik telkens weer terugkwam en waar ik, vermoeid van het denken, verbysterd tot de slotsom kwam* „Ik heb myn leven be dorven!" die uit een open portefeuille waren gevallen. Ik had hoegenaamd geen idee om die papie ren door te zien! Onwillekeurig bad ik een enveloppe van gewoon formaat opgeraapt; daarop was in het schrift van Robert het adres van den dokter geschreven! O, het was zoo: de hooge hóófdletters, de streep, onder hetbwoord France, de postzegel uit Dultschland. het post stempel.... alles! Een brief van Robert 6’.richt tot den dokter, die voorgaf hem volstrekt niet te kennen, dat was het toppunt! Dat was onwaarschyniyk en gek! Die geheimzinnige brief brandde in mUn vingers. O, hoe graag zou ik dien gelezen heb ben! Een oogenbllk kreeg ik de bekoring Aaar den eigenaar te gaan en eep verklaring van al dit geheimzinnige te vi selinge voorzichtigheid weerhield my. Myn verbazing werd grooter. toen ik de andere papieren in de portefeuille borg: op een prentbriefkaart uit het RUnland, stond alweer het adres in het handschrift van Robert! Dus een heele correspondentie! Ik zou mlsschjcn toch de indiscretie begaan hebben om die enkele woorden op de briefkaart te lezen als de stem van Michel mU niet had doen schrik ken, alsof ik op heeterdaad op een slechte daad betrapt was. „kom je meespelen?” riep hy, biy om een triomf, die hy met moeite behaald had. Snel liet ik de portefeuille In den zak van et charmante, luxueuze hotel in Juan- Les-Pins was byna zoo goed als onbezet. Met één vlaag van den geweldigen crisis- storm waren de trouwe Engelsche bezoekers van de Riviera weggevaagd. De enkelingen, die desondanks nog gebleven waren, werden ver troeteld als verwende kinderen. Monsieur Val my, de eigenaar van het hotel, was er zelfs toe overgegaan voortaan de gasten persoonlUk te verwelkomen. Toen dien middag een blozende, elegant ge kleeds vyftiger het hotel binnenstapte, snelde de heer Valmy onmlddellUk den nieuwen gast tegemoet en putte zich uit in beleefdheden. De bezoeker knikte eens, keek den directeur on derzoekend aan en zei: - „Myn kop eraf als wy elkaar in een of an der uithoekje van de wereld al niet eens ont moet hebben. Mister.... eh....” „Valmy, directeur Valmy!” vulde de ander snel aan. „Eigenaardig, Mister Valmy, uw gezicht komt my beslist bekendvoor, alléén was het vroeger veel zwarter, als ik my goed herinner. Ik zou er byna ten eed op willen doen, dat u twintig Jaar geleden stoker op de „Alabama” geweest bent!" Monsieur Valmy werd zichtbaar verlegei oogenbllk scheen hy ingespannen na tel den ken, toen riep hy enthousiast uit: I ,Mon Dleu, Robby, ben JU het? Die Kolen- tremmer, die indertijd ter hoogte van Colombo gedrost is en door de haaibaai naar land zwom?” Spontaan greep monsieur Valmy de handen van zyn gast en leidde hem naar zijn prl vé-vertrek. Van weerszyden werden herinneringen opge diept van jaren geleden en het gesprek werd gaandeweg levendiger. In een makkeiykenl fauteuil tegenover zyn vriend gezeten, moest Valmy onophoudeiyk alg gefascineerd naar de wonderiyke, matglanzende parel kUken, die Robby Bell op zyn zwarte das droeg. Toen Robby de belangstelling van zUn vriend be merkte, nam hy de speld van zyn das en hield de parel voorzichtig tusschen duim en wUs- vinger. „Tja, die oesterparel,” zei fiy drootnerig en meer in zich zelf dan tot zyn vriend, „daar heb ik tenslotte myn vermogen aan te dan ken.” Valmy spitste de ooren. Natuuriyk, hy had dadeiyk wel vermoed dat er eenjgeschle- denis aan die parel vastzat. „Vertel ééns hoe dat gegaan is, Robby,” drong hy nieuwsgierig aan. .JLulster dan,” begon Robby zyn verhaal. „Het zal nu ongeveer Wer jaar geleden zyn, dat ikl tameiyk berooid op Ceylon rondzwierf. Uitgeput van den honger, stapte ik na lang aarzelen een van die vele havenkroegjes bin- pen en bestelde daar voor myn laatóte centjes een portie oesters. Ja, maar geen gewone oes ters. Het waren van die Indische parelmosse- len, die zoon bitteren smaak hebben en die van geslacht op geslacht sinds den tyd der Pharao’s. De verlichte lieden weten echter beter dan deze volkslegenden. Hoewel het „fyne" door deze verlichte lieden er ook niet geweten wordt. Inderdaad hebben omtrent de beteekenls en werking van Nyi en Nyivloed nogal wat lezingen de ronde gedaan in verband met de verovering van Abesslnië door de Italianen die verre van nauwkeurig waren, zooals ons bleek in een onderhoud, dat wy met 7> Exc. Mahmoud TahmJ Bey, den Onderstaats-secretaris van het ministerie van Openbare Wérken, hadden. Deze onderstaats secretaris is zooveel als directeur-generaal van het geheele irrlgatiewezen van Opper- en On der-Egypte, en by •uitstek bevoegd een goed oordeel te hebben over de mogeiyke gevolgen van de Italiaansche verovering van Abesslnië voor Egyote’s bewatering door den Nyi. En in tegenstelJng met hetgeen in de Europeesene pers veelal verspreid is geworden, als zpu Egyp te door de Italiaansche occupatie van Abes- slnlë In hooge mate gealarmeerd zyn, heeft het departement van Openbare Werken een uiterst kalme, om niet te zeggen flegmatieke opvatting inzake deze brandende kwestie. Maar alvorens hier nader op in te gaan, moge een korte en zakeiyke uiteenzetting vol gen van net mechanisme en de functie van de jaariyks weerkeerende Nyioverstroornlng. Door de tropische regens, die van Mei tot September op de Abesslnlsche hoogvlakte val len, wassen de wateren van Blauwen Nyl en ook van”de Atbara met groote snelheid. De hoog- watermaasa’s van den Blauwen NV1 houden het water van den Witten NU1 boven 1 punt, waar de belde stroomen samenvloeien dat is dus boven Khartoem, tegen, zoodat In Augustus en September bet water van de Bahr-el-Gebel en van de Sobat In het dal van den Witten Nyl wordt opgestuwd en slechts een zeer klein aan deel heeft aan de eigeniyke NUl-overstrooming van Juni tot en met September In Egypte en den Ahglo-Egyptlschen Soedan. Nadat In September de Blauwe NU1 zyn hoogsten stand heeft bereikt, beginnen zyn wateren snel te zinken, waardoor het opgestuwde water van den Witten Nyi wy komt en zoo 1 al te snelle ver loop van den was beneden Khartoem verhin dert. Tot juist begrip dient men te bedenken, dat vooral gedurende de- laatste 50 jaren een essen- tleele verandering In de functie van de Nyi- overstroomlng Is Ingetreden. Vanouds was deze functie der NUloverstroo- ming de onderwaterzettlng van Nyidal en NU1- delta. Men kende slechts, wat In de moderne terminologie „bassinbewaterlng" heet. Het land werd door middel van aarden wallen verdeeld in bassins, waarin door kanalen het overstroo- mlngswater geleld werd. Gedurende den tyd van den hoogstand bleef dit water in de bas sins staan, het bekende vruchtbare slib zette zich af op den bodem, en, wanneer, nadat bet water gevallen was, de bassins droog kwamen te liggen, vond de gelukkige boer daarin een grond, waarin hy slechts behoefde te zaaien, om, zonder er verder veel naar om te kyken, eenige maanden later te kunnen oogsten. Deze oogst vlei in de mauden April en Mei. In dit jtysteem viel er slechts één oogst per jaar bin nen te halen, met uitsondering van de smalle strook lands vlak langs de oevers der rivier, waar in de maanden Mei tot Juni ook nog een zomerultzaai tot rijpheid kon komen. De geluk kige boer had dus heel veel tyd. waarin de zorg voor net land hem vrijliet, en wa^op.de pharao’s oeslag legden om hem b.v. steenen te laten aansjouwen voor den pyramlden- en tempelbouw. Dit systeem onderging- de vorige eeuw een wezenlijke verandering, en wel op initiatief van den khedieve Mohammed Aly. die In 1835 een aanvang -*et maken met den bouw van de be roemde De’.ta-barrages, op de splitsing van den Nyi In de armen van Rosette en Damlette. zins overstappen op de bewering, dat Egypte, komt de nood aan den man, het met het water van den Witten Nyl alléén zou kunnen doen, en dat dus een eventueele afsnydlng van Blauwen Nyl en Atbara door d* Italianen voor Egypte géén kwestie Is van leven of dood. Het ministerie van Openbare Werken, naar ons de onderstaatssecretaris mededeelde, acht dan ook oen Blauwen Nyl en den Witten Nyl van geiyk essentieel belang voor het leven en de ontwikkeling van het land. Het departement ziet de rollen van Blauwen Nül en Atbara eener- zyds, en van Witten NU! anderzyds, aldus ver deeld. Aan Blauwen Nyl en Atbara dankt het land' het overstroomlngswaiter, dat de bassins vult en er de sllbafzettlng bezorgt, waarin die pro ducten verbouw'd worden, welke, wat het voor naamste oetreft, voorzien in de voedselbehoefte des lands. De Witte Nyl levert het grootste aandeel in het zomerwater en Is de primaire factor In de permanent bewaterde gebieden, waar de waardevolle katoen verbouwd wordt. Het Is de vloed van den Blauwen Nyl er. de Atbara, welke de opstuwing mogelyk maakt by Assoean en Gebel Aulla van het watersurplus, hetwelk overbodig is voor de behoeften van h^t hoogwaterselzoen en dat gedurende den zomer, wanneer de waterstand der rivieren laag is, wordt vrijgegeven ter aanvulling van het tekort. Zooals de Witte NU1 thans is, kan zij ook niet bU benadering het water leveren, dat ver- eischt wordt om den huldigen stand der agra rische ontwikkeling van het land te hand haven. Het is dus duideiyk, dat, wanneer het de Ita liaansche techniek in Abesslnië zou kunnen gelukken ’t water van den Blauwen Nyi te dral- neeren of den loop der rivier om teXleggen en Egypte van het Blauwe NUlwater te berooven, dit zeer zeker een katastrophalen teruggang zou veroorzaken in de ontwikkeling van het land. En zelfs, wanneer deze teruggang gedeelteiyk zou kunnen worden opgevangen, door de theo retisch nog geenszins uitgeputte capaciteit van den Witten Mil in zyn bovenstroomgebied sterk op te voeren, dan nog zou het gevolg van het missen van het Blauwe NUlwater zyn, oat in ieder geval alle hoop op verdere ontwikkeling van het land fataal zou moeten worden op gegeven. Om namelyk de grens te bereiken van Egyp- te’s mogeiyke verdere ontwikkeling, rekent men, dat nog 15 milliard M3, water aan den MauT van deze conciliate kan men nog geens- huldigen gemiddelden zomervoorraad moet worden toegevoegd. Deze 15 milliard zouden zeker nergens gevonden kunnen worden, in dien de capaciteit van den Witten NU1 uitgei zou moeten worden met het opvangen van den teruggang, welke anders noodzakeiyk zou op treden met het uitbiyven van het Blauwe NU1- water.- Voor het Gezlrch-steppengebied in Anglo-Egyptischen Soedan zou het uitNUven zak van dokter Renaud, meende ik, dat niets ter wereld my meer zou kunnen verbaren. Als men my verzekerd had, dat de weg van de aarde naar de maan was gevonden, dat alle menschen even rUk zouden zyn, zou ik niet eens verwonderd zijn geweest. Ik dacht, dat 111 nu wel er tegen gewapend was. En toch was het alsof ik uit*'de lucht viel toeh ik dien Zaterdag mUn post ontving. MUn poat, wei een groot woord voor een armzalige enveloppe, waar in een onbekend schrift het adres stond: Mejuffrouw D. Martignac. verder myn, adres in Parijs; dwars er overheen door de hand van Julien: Saint-Flavien, Normandie. In die enveloppe een kaartje en een bUjet van vyt francs! Het kaart je zag er niet elegant uit, de randen waren geel geworden en de druk was niet mooi: Victor Chourter, gepension-^- neerd hoofdonderwyzer, officier van de Aca-r demie des lettres. Dan een paar regels schrift: „zeer gelukkig myn portefeuille teruggevonden te hebben aan het bureau van politie, waar ik na een afwezigheid van zes maanden heenging. Ik wensch mej. Martignac geluk met haar eeriykheld en verzoek haar als beloonlng dit bankbiljet te willen aannemen." Wat beteekent dat! Is dat een grap, werd ik voor den gek gehouden!.... De portefeuille, mynheer Chouriet, het bil jet van vyf francs.... Ja, inderdaad ik stond als verbysterd! anneer het in ons dierbaar vaderland nog niet echt winter worden wil en wU allen dreigen weg te spoelen in den regen, straalt in het verre Califomlë onver- anderiyk de zonnige hemel van louter licht. Dit Californië is het paradUs voor astrono men en andere, niet professioneele sterren vrienden. zy hoeven niet bang te zyn, dat ver reweg het grootste deel van het jaar de hemel bedekt zal zyn met een ondoordringbaren wol kensluier. Hoog in het gebergte, doch bU de stad met den zoetklinkenden Spaanschen naam Pasadena, ligt de beroemde sterrewacht van Mount-Wilson. Dit is een van de groote broed- stoven der sterrenkundige wetenschap, waar de „diehards" der astronomie graag eens een re traite meemaken. Maar ook onder de leeken ig de sterrenkunde hier in dit land populair. Onlangs werd er zelfs een „volkssterrenwacht” gfopend. Als merkwaardigheid zy hier nog ver meld, dat deze, op advies van deskundigen, werd aangevuld met een Zeiss-planetarium, zooals ook Nederland er een bezit te Den Haag. Het Mount-Wilson-otyervatorium is wereld- beroenifl, om het bezit van den grootsten kyker der wereld, den 3S M. Hooker telescoop. Onlangs heeft men den hollen spiegel van’ dezen telescoop, ’n doorsnee vtó gellaag voorzien, inplaats van den vroeger ge- bruikeiyken zilverspiegel. Het opbrengen van het vliesdunne laagje aluminium geschiedt langs electrischen weg in een luchtledige ruimte. De zilverspiegel daarentegen werd steeds chemisch gewonnen uit een zilv^roplossing. Het voordeel van een aluminiumspiegel be staat in zyn grootere houdbaarheid, maar bovenal in het grooter kaatsend vermogen voor ultraviolet licht. Volgens de mededeelingen der Amertkaansche astronomen voldoen de nieuwe a:uminiumspiegels zoo goed, dat ook de toe- ipUfe^Jjgmstige 5-m. spiegel, waarvan het enorme den glasblok na het gieten aan het afkoelen is, ven een aluminiumspiegel voorzien zal worden. Voor het vervaardigen hiervan zal dan de grqotste luchtledige ruimte noodlg zyn.'tHe op den I aarde ooit bestaan heeft.. Iv.n I F 9^0 - Ml veifleo van een hand. AëVFVFe“ een voet df om oog kers ontstond, maakte ik gebruik er handig en onopgemerkt tusschen uit te knypen." „En is dat nu de parel, die Je toen gevonden had, Robby? Geweldig, zeg!” onderbrak tValmy Liefkozend hield de Engelschman dé glan zende parel in het licht, deed een paar forschc trekken aan zUn pUp en zétte zyn verhaal voort: ,Je snapt wel, d/ iedereen in de haven een half uur later al gehoord had hoe onge- loofelyk ik geboft had. Niet lang daarna door kruisten de agenten van de parelhandelaare de stad, om my te zoeken. DA wilden my een parel, zoo groot als een hazelnoot, afkoopen. Maar de beschryving, die het Maleische kell nerinnetje van my gegeven had, scheen niet al te best te kloppen, want een van die agen ten vroeg mij notabene zelf, of ik niet wist waar' die kerel met die reuzenparel gebleven was. Een paar dagen later ging ik opnieuw naar het kroegje, waar ik de parelmosselen gegeten had en informeerde belangstellend naar my zelf. De kroegbaas, wiens hal nu stampvol was, bezwoer my met de handen op t hart dat hy de reuzenparal met eigen oogen gezien had. Maar waar de matroos, die ze hem had laten zien, zoo gauw gebleven was, dat wist hy niet. Die was spoorloos verdwenen. WeL wat moet ik nog meer vertellen? Se dert mUn gelukkige vondst bekend was gewer den. waren alle havenkroegen altyd propvol zeelui, die verbazingwekkende porties oesters naar binnen werkten. Er werd eenvoudig om oesters gevochten. Overal, in elk café, werden oesters geproclameerd tot een „spécialité de la maison" en de prijs van het eens zoo goed- koope gerecht steeg tot het viervoudige. Die heele oestergeschledenls duurde zoowat een half jaar en zoo nu en dan werden er inderdaad onbeduidende pareltjes in de schaal dieren gevonden.” „Geweldig, Robby, geweldig! En. te dat nu die parel, die jy destyds in de oesters ge vonden had?” vrgeg Valmy nu opnieuw. ,J)eze?J Robby Bell hief het hoofd op en keek zUn’ouden vriend verbaasd aan. „Nee, beste Valmy, deze parel heb ik twee jaar ge leden gekocht by een Paryschen juwelier in .S. -de la Paix. Omdat zy zoo prachtig glanst, begrijp Je. Deze parel heeft me twee duizend vyfhonderd pond gekost.” Monsieur Valmy keek zyn vriend aan met een gezicht, dat dulrfeiyk verried dat hU er geen steek van snapte. „Och natuuriyk," zei hy toen, alsof hem een licht opging, die parel van Ceylon heb je ver kocht. Gek dat ik dat niet dadeiyk snapte." „Verkocht? M’n beste Valmy, ik had heele maal geen parel gevonden. Wat ik zag in die mossel, was alleen maar een wit vlekje, anders Biet!” „Hè? En Je zei toch daarstraks dat je je vermogen aan die oesterparel te danken hebt?” „Dat klopt!” glimlachte Bell; „Ik heb inder daad myn fortuin te danken aan de oester parel, die anderen zoo graag zouden hebben gevonden. Wat my betreft, ik heb my er te vreden mee gesteld heel Ceylop een half Jaar lang*van enorihg hoeveelheden oesters te voor zien. Dat zaakje wierp een aardig winstje af, dat verzeker ik jé. En wil je wel gelooven dat bet my de grootst mogeiyke moeite kostte cm alle afnemers te voorzien? Ik kwam oesters te kort in die dagen!” deze laatste op den Blauwen Nyl in den Soedan. By Gebel Aulla. 50 K.M. bezuiden Khartoem, tn den Witten NUI, nadert thans ook ‘n stuw dam zyn voltooiing. Gedurende de eerste maanden van den vloed tot November zyn deze stuwdammen geopend en kunnen de hoogwatermassa’s vrU hun weg kiezen door het Nyidal, zeewaarts, Deze hoog watermassa’s zyn hoofdzakeiyk de hoogwater- massa's van den Blauwen Nyi. Eerst in Novem ber worden geleldeiyk deuren en «luizen ge sloten. Daar nu. zooals gezegd, gedurende de eerste maanden van den vloed ds watermassa’s van 8obac en Babr-el-Gebel in het dal van oen Witten NUI worden opgestuwd door de hoog watermassa’s van den Blauwen NUI, spreekt 1 vanzelf, dat het voor een i van den Witten NUI is, hel door den Blauwen NUI vrijgegeven wordt, dat de stuwbekkens vult. Was het dus in de oudheid en tot in de vo rige eeuw onzer jaartelling uitsluitende func tie van de overstrooming de onderwaterzettlng van bet Nyidal en van de NUldelta en daar door de afzetting van de vruchtbare laag Nyi- siib, sinds den aanleg der stuwwerken is de primaire functie der overstrooming geworden, de wateropstuwlng mogelyk té maken en daar door voldoenden watervooraad te leveren voor een permanente irrigatie. De vervanging van de bassinbewatertrig door permanente bewate ring heeft ten gevolge gehad, dat ten tyde van den hoogstand veel meer water stroomafwaarts wordt gevoerd dan noodlg is, Immers de gebie den met permanente irrigatie, waar het geljeele jaar door verbouwd wordt (3 oogsten gemid deld) hebben de waterhoeveelheid, die vroeger de bassins vulde, niet meer noodig. ZU ontvan gen uit "de irrigatiekanalen slechts zooveel wa ter als het te velde staande gewas verelscht. Om het teveel aan water, dat tydens den hoog stand stroomaf wordt gevoerd, te kunnen loo sen, heeft men byzondere afwateringswerken moeten uitvoeren en zoo is o.a. de capaciteit van den Nyiarm van Rosette sterk opgevoerd. De sllbafzettlng in de permanent bewaterde gebieden, en deze vormen verreweg het grootste deel van het bebouwbare land, Js dan ook slechts zeer gering en wordt zoo noodig, aan gevuld door bemesting. Hieruit volgt onmlddellUk de conclusie, dat het NUlslib geenszins zoo vitale beteekenls meer heeft in het moderne Egypte, als mén veelal aanneemt. De kwestie van de Nylwateren is nl. niet alleen een kwestie4 van kwantiteit, maar ook van kwaliteit. Men weet, dat de Blauwe NUI niet alleep de grootste jaarlyksche bydrage le vert van hetaijgjMélsche NUlwater (58 pet., tweeïnaai zoov&l als de Witte Nyl)maar ook, dat het de Blau#e NUI is, die tydens den hoog- standperiode van het alluviaal gesteente van de Abesslnlsche hoogvlakte, het besproken, vruchtbare NUlslib medevoert. De kwaliteit van het Blauwe NUlwater is beter dan die van den Witten Nijl, die geen slib bevat. Daar nu de sllbafzettlng In de permanent be waterde gebieden toch reeds te kort schiet en vervangen wordt door bemesting, zou dus het uitbiyven van het Blauwe NUlwater, uit hoofde van het NUlslib, niet noodzakeiyk een onover- komelUke catastrofe beteekenen. Door de toepassing van de permanente irri gatie is men zelfs gedwongen, zooals we boven zagen, een groote massa van het slibrijke Blauwe NUlwater opzeyeUjk snel naar zee te dlrlgeeren, zonder dat het land ervan geprofi teerd heeft. De conclusie is dus, dat de kwalitatieve kant van het Nylwater niet op den voorgrond staat. De stuwdam in den Nijl bij Assoean

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 10