w
Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind
den dag
ITALIË’S OVERWINNING
H
F 750.-
6
De onbekende Verloofde
DOOR LEMilRE
En de Blauwe Nijl
ATI F ARONNF^ F 750.- ^rl^^^id^iV'
MAANDAG 13 JULI 1936
E
Mount Wilson -
vero
ProfLeisegarjg opnieuw
deeld
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAR ALLE RECHTER, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I
De oesterparel
fl
Ki
Een
O
.de Rue
z
r
tennis.
i. maar een plot-
j
HOOFDSTUK XXH
(Wordt vervolgd)
o
lorgnet,
jullie weet, ook op zoek gegaan naar
In de verte dat eene lantaarntje In de
Tuhneltje was,
zijn vriend en toen
boomen zag hangen, Ijlde hy er naar toe. Als Ik me niet vergis,
zei Tuimeltje, dan heb ik de das van Kruimeltje zien fladderen.
En hy rende zoo hard dat niemand meer aan hem kon zien, dat
hl) zulke stijve knieën had.
Zjjn voorgevoelens waren üitgekomen. Hjj kwam by Krui
meltje aan en zijn eerste gedachte was, het rozenstruikje maar
door te bakken. HU deed het met een bedroefd gemoed, want
de roos deed niets dan huilen, maar hy kon zyn vriend toch
ook niet laten hangen. Tuimeltje merkte niet eens, dat een
jonge rat bU hem was komen staan en viel Kruimeltje om
zijn hals van blijdschap.
■n
den
Tim
laati
drie
felle
ter 1
Wag
kwal
tussc
acht)
1
brt
me
me
sta
1
nle
ter!
tl
U
b
gi
cl
altyd vanaf
in Europa,
ik op
Toch
schiktheid tot werken door
:1de beenen of beide oogen
B
nun
Ir
res,
twe<
Brei
zien
waa
ook dien van ’n kleineren, met
1.20 M. van ’n alumlnlum-sple-
Het
*erd
Ir
niet
Mej
de
en 1
Uit.
baal
slag
BV
drie
iangr
lenaa
„zeer i
po en
de h)
finish
in as
1 mlr
Moot,
goede
In
sec.
BV
tweed
mooie
zijn i
kelUk
spron
derde.
De
mes v
Klnt.
Rie
«U me
meest)
mej. 1
gere r
De 1
en vai
direct
bjjhleli
Ven
100 M
De e
UZC e
aanval
de plo
HPc e
in, me
voor I
wel ge
nend i
schen
eerder
Na
dames
tens ei
heeren
De
door C
bracht
deel v«
voor, a
de Sipl
met ge
in den
De e
dames
De
Sen tu
ADZ tl
maai c
voren^
broek I
De 3)
Werd g<
verschil
genstan
goed deel het water
teïwelk in September
Iedere automobilist kan a dadehjk
vertellen, hoeveel kl/ome4er mt
uur zgn wagen haalt, maar slechts
welnlgea «reten, hoeveel asgter
ze wel noodig hebben om met
die vaart te stoppen!
I ^11 ^1' ougevauon verzeKera voor ©en oer voigena© intKeermgen verlies van Deiae armen,
Na de verrassing, die ik ondervonden had bV
het vinden van een brief van Robert in den
In de havenkroegjes heel deftig als „oesters"
worden opgediend.
Toen ik de eerste mossel openmaakte, schit
terde er etjp witte vlek tusschen de schaal en
het vfeesch. Ik ultte een kreet van vreugde.
Iedereen keek onmlddellUk nieuwsgierig naar
myn tafeltje en _toen eerst' drong het tot my
door, hoe dom ik gehandeld had. Vlug wenkte
ik het Maleische kellnerinnetje, dat mjj be
diend had, en vóór zij goed en wel by me was,
riep ik haar toe dat zy baar baas moest gaan
J*ze barrages, die tot de grootste sluiswerken
Her wereld behoorden, werden echter eerst vol
tooid in bet jaar 1890 Hun doel was. bet water
- van de Nljlarmen in de Delta het geheels jaar
door op geiyk peil te. houden en zoo een pe r
manente bewatering van het Deltaland
'mogelyk te maken, ter vervanging van de bas-
'alnbewaterlng Deze vervanging was noodzake
iyk geworden door het invoeren van de katoen-
culture. De katoen heeft namelijk het over
vloedigs! bewatering noodlg in de maanden
Mei, Juni en Juli, waarvan de twee eerste
maanden aeker in Onder-Egypte, binnen het
laagstand-seizoen vallen. Later werd aan de
ka toenculture de verbouwing van suikerriet
'toegevoegd, eveneens een culture van den per
manent bewaterden grond.
Het werk, Tótgonnen met den bouw der Delta
barrages, werd verder gevoerd door den aanleg
van den beroemden stuwdam by Assoean, van
dien van Assloet, beide voltooid in 1902, van
den stuwdam van Esnah en dien van Sennar,
aan het spel deel te nemen. Ik was moe, ik had
zin om te hullen.
Ik bleef dus op het gras zitten naast de jas
sen van Georges en van den dokter. Het was
te warm om die aan te houden bij het spet
Ik bleef daar zitten, zooals ik zou doen ge
durende heel mijn leven, altyd toeschouwster
bU het geluk en de blijdschap van anderen.
Francolse wierp behendig de bellen, die
Michel opving, de dokter bezat weinig gratie en
hy.... lieve hemel, wat kwam het er op aan,
dat hy niet de elegantie van een Robert
Lebreuil had. Hij was zoo recht, zoo jong, toe
gerust met zulk een kalme kracht, die kracjit,
waarop het zoo aangenaam zou zijn,te steunen,
die kalmte, die alle vrees zou verbannen, alle
opwinding bedaren en die rustige zoetheid zou
schenken, die my het meest begeerenswaar-
dige op de wereld leek!
Het spel ging voort, maar Interesseerde mif
niet!.,.. Opeens kwam iets als een pij! naast
my wegvliegen, een grijs voorwerp, achtervolgd-
door een bruine massa, die om zich heen het
gras en het zand deed wegstuiven en de Jassen,
die ik bewaarde, in de struiken achter mU
wierp. z”
„Dat is weer die nare Tom, die de arme does
achterna zit,” dacht ik.
WU waren aan zulke tooneeltjes gewend ge
raakt en eigeniyk amuseerden .wij ons er mee.
De jas van Georges lag op den grond onder
een struik, die van den dokter hing aan een
doornentak. Daardoor was de inhoud van een
zijner zakken er uit gevallen. Ik raapte een I de jas glijden, zonder dat de anderen het alen
visitekaartje en eenige papieren op, konden en om my af te leiden begon Ik met
De hoogleeraar in de philosophic in Jena dl
J. Leisegang is eenige weken geleden wegens
’n krtitische opmerking betreffende den „Führer’’
opnieuw tot 6 maanden gevangenis veroordeeld.
De betreffende woorden waren in Augustus
1934 gesproken, tóëh de hoogleeraar als lid van
de „Stahlhelrfi” op het marktplein in Jena aan
getreden was voor het gemeenschappeiyk *«n-
hooren van de rou wrede voor den president
von Hindenburg. Op 30 November 1934 volgde
de eerste veroordeeling. Nadat prof. Leisegang
113 dagen gevangenisstraf had ondergaan, werd
hem voor dé rest van den straftyd gratie ver
leend. Het proces doorliep inmiddels meerdere
instanties en werd ten slotte naar de oorspron
kelijke rechtbank terug verwezen.
Deze veroordeelde de beklaagde opnieuw we
gens beschuldiging van den Staat in den per
soon van den Führer daarby overwegende, dat
de gebezigde uitdrukkingen zoo luid waren ge
weest, dat zy ook door andere personen had
den gehoord kunnen worden.
van het-Blauwe NUlwater echter den doodsteek
beteekenen. De Engelschen hebben dit gebied
voor den katoenbouw ontsloten door in den
Blauwen NUI by Sennar een stuwbekken te
bouwen en zoo de permanente irrigatie moee-
lyk te maken. Al het water is in dit gebied
water van den Blauwen NUI. Maar de katoen der
Gezlrch is een zware concurrent van de Egyp
tische katoen op de wereldmarkt....
btj een ongeval met
doodelljken afloop
halen, want dat
ik een parel in de
mossel gevonden
had. Van het la
waai, dat by het
hooren van die
mededeeling on
der de cafébezoe-
„Je ^lebt het wel gezegd," herhaalde zy ver
rukt „de Voorzienigheid zou alles ten beste
schikken. Denise, ik meende van vreugde te
bezwyken, toen hU daar onder dien boom mUn
handen greep, ze met kussen bedekte en mij
zUn dierbare Francolse. zyn schat noemde! Ik
had verwacht een liefdesverklaring te hooren
in mooi gekozen woorden, maar die uitbarsting
van biydschap en teederheld. zonder vragen,
zonder een schaduw van twyfel, dat had ik
niet verwacht! Daarna, liefste Denise, viel het
my niet moeliyk hem te zeggen, dat ik hem
liefheb.”
„Maar, wat ga je nu doen?”
„Wy hebben nog niet over de toekomst ge
sproken, het heden bevredigt ons vólkomen.”
Langzamerhand echter begon zy aan andere
dingen te denken, begon zU voornemens en
a plannen te vormen. Om te beginnen zou zU
haar geluk nog een poos geheim houden, aan
zou zy alles aan haar vader zeggen. Hy koe
sterde tocheen hooge achting en (vriendschap
voor Jean, voorzag zUn schitterende toekomst
eb aon dus gauw toestemmen in hetgeen zUn
dochter van hem wilde. Wat tante betreft, dat
zou zoo gemakkeiyk niet gaan, maar wy zouden
probeeren haar langzamerhand dat huweiyk te
doen beschouwen als mogelyk en dan de tyd
laten Inwerken. Haar liefde voor haar dochter
zou de rest doen.
Intusschen zag Francolse er stralend uit, zU
was lief, vrlendeiyk, bemlnneiyk voor ieder
een. Haar omgeving was er verheugd over en
zocht niet naar de oorzaak van het licht, dat
uit haar, oogen scheen te stralen.
„Het weer is zoo mooi!” zei tante Madeleine,
voldaan over die verklaring.
Het was waar, het was prachtig weer en de
jongelieden profiteerden er van om verre
tochten te maken, waarby Francolse en
Saint-Flavien moesten achterbiyven.
kwamen zy Donderdags ons verrassen, toen wy
thee zaten te drinken.
De oogen van dokter Renaud scbXterden n»ft
een schalksche uitdrukking achter zyn brllle-
glazen. Dadeiyk bracht hy levendigheid in het
huls. HU kuste met overdreven galanterie de
hand van juffrouw Brissot, ondanks de opzet-
teiyke koelheid, die zy hem betoonde. Hy ves-
telde op grappige manier de wandeling, de hU
den vorlgen dag had gemaakt en vroeg my in
tegenwoordigheid van het geheele gezelschap
of ik nog iets van markies de Beaufeu gehoord
had.
„Wat gaat u dat aanf” vroeg ik boos.
Georges Peral wendde het hoofd af, hU
scheen my dien dag te ontwyken en ik'kon
myn opgeruimdheid niet weervinden. Toen er I
werd voorgesteld cm te tennissen, weigerde ik 1
Maar dat was in het holst van den nacht zoo gemakkeiyk
niet ed‘ als een waterlelie, die het geklaag der torretjes had
gehoerd, geen medeiyden had gehad, zouden de armelbeestjes
zeker verongelukt zyn. De waterlelie bood den kaboutertfts hulp
aan en zoo zaten ze met hun allen in het fyne bootje, dat
rustig met den stroom werd meegevoerd.
(Speciale correspondentie)
KAIRO, Juni 1938
•v—^ r is oen volksgeloof, dat wil, dat het Jaar-
H lyksche wassen van den Nyi teweegge-
bracht wordt door een goddeiyken drup
pel, welke uit den hemel in den stroom valt.
By de oude Egyptenareh was deze druppel een
traan uit de weenende oogen van de godin
Isu.
.JZTêt-en-Nukta”, de „nacht van den drup
pel”, de nacht van den elfden dag der Kop-
tlsche maand Baüna <18 Juni), opent de jaai-
lyksche Nyifcesten, een traditie, overgeleverd
als partner dokter Renaud een party
die my volstrekt niet Interesseerde.
Geheel den avond en den volgenden dag
overdacht ik het probleem zonder een oplos
sing te kunnen vinden. Nooit had de dokter de
minste toespeling gemaakt op zUn correspon
dentie met Robert de Beaufeu! Waarom dan
toch die clandestiene briefwlssrting? En wist
Michel er van?
Maar myn neef was op Castelfleurt en ver
scheen dien dag niet op Saint-Flavien. Alleen
met mUzelf vermoeide ik myn arm brein door
al die smarteiyke en vreemde gedachten.
„Wat scheelt er aan, liefste Denise?4 vroeg
my telkens weer Francolse, die zich ongerust
maakte over myn bekommerd uiteriyk.
„Niets, ten minste niet veel byzonders! Ik
heb alleen de impressie gekregen, dat ik myn
verstand niet heelemaal meer bezit,” zei ik
elndeiyk.
Ik lachte, terwyi ik dat zei en daarom nam
zy het op als een grap en ging verder op haar
reis naar het land der liefde.
MUn weg leidde langs rotsen van twyfel en
kommer, en bracht my eindelijk door een
ondoordringbaar doolhof naar de sombere
plaats, waar ik telkens weer terugkwam en
waar ik, vermoeid van het denken, verbysterd
tot de slotsom kwam* „Ik heb myn leven be
dorven!"
die uit een open portefeuille waren gevallen.
Ik had hoegenaamd geen idee om die papie
ren door te zien! Onwillekeurig bad ik een
enveloppe van gewoon formaat opgeraapt;
daarop was in het schrift van Robert het adres
van den dokter geschreven! O, het was zoo: de
hooge hóófdletters, de streep, onder hetbwoord
France, de postzegel uit Dultschland. het post
stempel.... alles!
Een brief van Robert 6’.richt tot den dokter,
die voorgaf hem volstrekt niet te kennen, dat
was het toppunt! Dat was onwaarschyniyk en
gek!
Die geheimzinnige brief brandde in mUn
vingers. O, hoe graag zou ik dien gelezen heb
ben! Een oogenbllk kreeg ik de bekoring Aaar
den eigenaar te gaan en eep verklaring van
al dit geheimzinnige te vi
selinge voorzichtigheid weerhield my.
Myn verbazing werd grooter. toen ik de
andere papieren in de portefeuille borg: op een
prentbriefkaart uit het RUnland, stond alweer
het adres in het handschrift van Robert! Dus
een heele correspondentie! Ik zou mlsschjcn
toch de indiscretie begaan hebben om die
enkele woorden op de briefkaart te lezen als
de stem van Michel mU niet had doen schrik
ken, alsof ik op heeterdaad op een slechte daad
betrapt was.
„kom je meespelen?” riep hy, biy om een
triomf, die hy met moeite behaald had.
Snel liet ik de portefeuille In den zak van
et charmante, luxueuze hotel in Juan-
Les-Pins was byna zoo goed als onbezet.
Met één vlaag van den geweldigen crisis-
storm waren de trouwe Engelsche bezoekers
van de Riviera weggevaagd. De enkelingen, die
desondanks nog gebleven waren, werden ver
troeteld als verwende kinderen. Monsieur Val
my, de eigenaar van het hotel, was er zelfs toe
overgegaan voortaan de gasten persoonlUk te
verwelkomen.
Toen dien middag een blozende, elegant ge
kleeds vyftiger het hotel binnenstapte, snelde
de heer Valmy onmlddellUk den nieuwen gast
tegemoet en putte zich uit in beleefdheden. De
bezoeker knikte eens, keek den directeur on
derzoekend aan en zei: -
„Myn kop eraf als wy elkaar in een of an
der uithoekje van de wereld al niet eens ont
moet hebben. Mister.... eh....”
„Valmy, directeur Valmy!” vulde de ander
snel aan.
„Eigenaardig, Mister Valmy, uw gezicht komt
my beslist bekendvoor, alléén was het vroeger
veel zwarter, als ik my goed herinner. Ik zou
er byna ten eed op willen doen, dat u twintig
Jaar geleden stoker op de „Alabama” geweest
bent!"
Monsieur Valmy werd zichtbaar verlegei
oogenbllk scheen hy ingespannen na tel den
ken, toen riep hy enthousiast uit: I
,Mon Dleu, Robby, ben JU het? Die Kolen-
tremmer, die indertijd ter hoogte van Colombo
gedrost is en door de haaibaai naar land
zwom?” Spontaan greep monsieur Valmy de
handen van zyn gast en leidde hem naar zijn
prl vé-vertrek.
Van weerszyden werden herinneringen opge
diept van jaren geleden en het gesprek werd
gaandeweg levendiger. In een makkeiykenl
fauteuil tegenover zyn vriend gezeten, moest
Valmy onophoudeiyk alg gefascineerd naar de
wonderiyke, matglanzende parel kUken, die
Robby Bell op zyn zwarte das droeg. Toen
Robby de belangstelling van zUn vriend be
merkte, nam hy de speld van zyn das en hield
de parel voorzichtig tusschen duim en wUs-
vinger.
„Tja, die oesterparel,” zei fiy drootnerig en
meer in zich zelf dan tot zyn vriend, „daar
heb ik tenslotte myn vermogen aan te dan
ken.” Valmy spitste de ooren. Natuuriyk, hy
had dadeiyk wel vermoed dat er eenjgeschle-
denis aan die parel vastzat.
„Vertel ééns hoe dat gegaan is, Robby,” drong
hy nieuwsgierig aan.
.JLulster dan,” begon Robby zyn verhaal.
„Het zal nu ongeveer Wer jaar geleden zyn,
dat ikl tameiyk berooid op Ceylon rondzwierf.
Uitgeput van den honger, stapte ik na lang
aarzelen een van die vele havenkroegjes bin-
pen en bestelde daar voor myn laatóte centjes
een portie oesters. Ja, maar geen gewone oes
ters. Het waren van die Indische parelmosse-
len, die zoon bitteren smaak hebben en die
van geslacht op geslacht sinds den tyd der
Pharao’s.
De verlichte lieden weten echter beter dan
deze volkslegenden. Hoewel het „fyne" door
deze verlichte lieden er ook niet
geweten wordt. Inderdaad hebben
omtrent de beteekenls en werking van Nyi en
Nyivloed nogal wat lezingen de ronde gedaan
in verband met de verovering van Abesslnië
door de Italianen die verre van nauwkeurig
waren, zooals ons bleek in een onderhoud, dat
wy met 7> Exc. Mahmoud TahmJ Bey, den
Onderstaats-secretaris van het ministerie van
Openbare Wérken, hadden. Deze onderstaats
secretaris is zooveel als directeur-generaal van
het geheele irrlgatiewezen van Opper- en On
der-Egypte, en by •uitstek bevoegd een goed
oordeel te hebben over de mogeiyke gevolgen
van de Italiaansche verovering van Abesslnië
voor Egyote’s bewatering door den Nyi. En in
tegenstelJng met hetgeen in de Europeesene
pers veelal verspreid is geworden, als zpu Egyp
te door de Italiaansche occupatie van Abes-
slnlë In hooge mate gealarmeerd zyn, heeft het
departement van Openbare Werken een uiterst
kalme, om niet te zeggen flegmatieke opvatting
inzake deze brandende kwestie.
Maar alvorens hier nader op in te gaan,
moge een korte en zakeiyke uiteenzetting vol
gen van net mechanisme en de functie van de
jaariyks weerkeerende Nyioverstroornlng.
Door de tropische regens, die van Mei tot
September op de Abesslnlsche hoogvlakte val
len, wassen de wateren van Blauwen Nyl en ook
van”de Atbara met groote snelheid. De hoog-
watermaasa’s van den Blauwen NV1 houden het
water van den Witten NU1 boven 1 punt, waar
de belde stroomen samenvloeien dat is dus
boven Khartoem, tegen, zoodat In Augustus en
September bet water van de Bahr-el-Gebel en
van de Sobat In het dal van den Witten Nyl
wordt opgestuwd en slechts een zeer klein aan
deel heeft aan de eigeniyke NUl-overstrooming
van Juni tot en met September In Egypte
en den Ahglo-Egyptlschen Soedan. Nadat In
September de Blauwe NU1 zyn hoogsten stand
heeft bereikt, beginnen zyn wateren snel te
zinken, waardoor het opgestuwde water van den
Witten Nyi wy komt en zoo 1 al te snelle ver
loop van den was beneden Khartoem verhin
dert.
Tot juist begrip dient men te bedenken, dat
vooral gedurende de- laatste 50 jaren een essen-
tleele verandering In de functie van de Nyi-
overstroomlng Is Ingetreden.
Vanouds was deze functie der NUloverstroo-
ming de onderwaterzettlng van Nyidal en NU1-
delta. Men kende slechts, wat In de moderne
terminologie „bassinbewaterlng" heet. Het land
werd door middel van aarden wallen verdeeld
in bassins, waarin door kanalen het overstroo-
mlngswater geleld werd. Gedurende den tyd
van den hoogstand bleef dit water in de bas
sins staan, het bekende vruchtbare slib zette
zich af op den bodem, en, wanneer, nadat bet
water gevallen was, de bassins droog kwamen
te liggen, vond de gelukkige boer daarin een
grond, waarin hy slechts behoefde te zaaien,
om, zonder er verder veel naar om te kyken,
eenige maanden later te kunnen oogsten. Deze
oogst vlei in de mauden April en Mei. In dit
jtysteem viel er slechts één oogst per jaar bin
nen te halen, met uitsondering van de smalle
strook lands vlak langs de oevers der rivier,
waar in de maanden Mei tot Juni ook nog een
zomerultzaai tot rijpheid kon komen. De geluk
kige boer had dus heel veel tyd. waarin de
zorg voor net land hem vrijliet, en wa^op.de
pharao’s oeslag legden om hem b.v. steenen te
laten aansjouwen voor den pyramlden- en
tempelbouw.
Dit systeem onderging- de vorige eeuw een
wezenlijke verandering, en wel op initiatief van
den khedieve Mohammed Aly. die In 1835 een
aanvang -*et maken met den bouw van de be
roemde De’.ta-barrages, op de splitsing van den
Nyi In de armen van Rosette en Damlette.
zins overstappen op de bewering, dat Egypte,
komt de nood aan den man, het met het water
van den Witten Nyl alléén zou kunnen doen, en
dat dus een eventueele afsnydlng van Blauwen
Nyl en Atbara door d* Italianen voor Egypte
géén kwestie Is van leven of dood.
Het ministerie van Openbare Werken, naar
ons de onderstaatssecretaris mededeelde, acht
dan ook oen Blauwen Nyl en den Witten Nyl van
geiyk essentieel belang voor het leven en de
ontwikkeling van het land. Het departement
ziet de rollen van Blauwen Nül en Atbara eener-
zyds, en van Witten NU! anderzyds, aldus ver
deeld.
Aan Blauwen Nyl en Atbara dankt het land'
het overstroomlngswaiter, dat de bassins vult
en er de sllbafzettlng bezorgt, waarin die pro
ducten verbouw'd worden, welke, wat het voor
naamste oetreft, voorzien in de voedselbehoefte
des lands. De Witte Nyl levert het grootste
aandeel in het zomerwater en Is de primaire
factor In de permanent bewaterde gebieden,
waar de waardevolle katoen verbouwd wordt.
Het Is de vloed van den Blauwen Nyl er. de
Atbara, welke de opstuwing mogelyk maakt by
Assoean en Gebel Aulla van het watersurplus,
hetwelk overbodig is voor de behoeften van
h^t hoogwaterselzoen en dat gedurende den
zomer, wanneer de waterstand der rivieren
laag is, wordt vrijgegeven ter aanvulling van
het tekort.
Zooals de Witte NU1 thans is, kan zij ook
niet bU benadering het water leveren, dat ver-
eischt wordt om den huldigen stand der agra
rische ontwikkeling van het land te hand
haven.
Het is dus duideiyk, dat, wanneer het de Ita
liaansche techniek in Abesslnië zou kunnen
gelukken ’t water van den Blauwen Nyi te dral-
neeren of den loop der rivier om teXleggen en
Egypte van het Blauwe NUlwater te berooven,
dit zeer zeker een katastrophalen teruggang zou
veroorzaken in de ontwikkeling van het land.
En zelfs, wanneer deze teruggang gedeelteiyk
zou kunnen worden opgevangen, door de theo
retisch nog geenszins uitgeputte capaciteit van
den Witten Mil in zyn bovenstroomgebied sterk
op te voeren, dan nog zou het gevolg van het
missen van het Blauwe NUlwater zyn, oat in
ieder geval alle hoop op verdere ontwikkeling
van het land fataal zou moeten worden op
gegeven.
Om namelyk de grens te bereiken van Egyp-
te’s mogeiyke verdere ontwikkeling, rekent
men, dat nog 15 milliard M3, water aan den
MauT van deze conciliate kan men nog geens- huldigen gemiddelden zomervoorraad moet
worden toegevoegd. Deze 15 milliard zouden
zeker nergens gevonden kunnen worden, in
dien de capaciteit van den Witten NU1 uitgei
zou moeten worden met het opvangen van den
teruggang, welke anders noodzakeiyk zou op
treden met het uitbiyven van het Blauwe NU1-
water.-
Voor het Gezlrch-steppengebied in
Anglo-Egyptischen Soedan zou het uitNUven
zak van dokter Renaud, meende ik, dat niets
ter wereld my meer zou kunnen verbaren.
Als men my verzekerd had, dat de weg van de
aarde naar de maan was gevonden, dat alle
menschen even rUk zouden zyn, zou ik niet
eens verwonderd zijn geweest. Ik dacht, dat 111
nu wel er tegen gewapend was.
En toch was het alsof ik uit*'de lucht viel
toeh ik dien Zaterdag mUn post ontving. MUn
poat, wei een groot woord voor een armzalige
enveloppe, waar in een onbekend schrift het
adres stond: Mejuffrouw D. Martignac. verder
myn, adres in Parijs; dwars er overheen door
de hand van Julien: Saint-Flavien, Normandie.
In die enveloppe een kaartje en een bUjet van
vyt francs! Het kaart je zag er niet elegant uit,
de randen waren geel geworden en de druk
was niet mooi: Victor Chourter, gepension-^-
neerd hoofdonderwyzer, officier van de Aca-r
demie des lettres. Dan een paar regels schrift:
„zeer gelukkig myn portefeuille teruggevonden
te hebben aan het bureau van politie, waar ik
na een afwezigheid van zes maanden heenging.
Ik wensch mej. Martignac geluk met haar
eeriykheld en verzoek haar als beloonlng dit
bankbiljet te willen aannemen."
Wat beteekent dat! Is dat een grap, werd
ik voor den gek gehouden!....
De portefeuille, mynheer Chouriet, het bil
jet van vyf francs.... Ja, inderdaad ik stond
als verbysterd!
anneer het in ons dierbaar vaderland
nog niet echt winter worden wil en wU
allen dreigen weg te spoelen in den
regen, straalt in het verre Califomlë onver-
anderiyk de zonnige hemel van louter licht.
Dit Californië is het paradUs voor astrono
men en andere, niet professioneele sterren
vrienden. zy hoeven niet bang te zyn, dat ver
reweg het grootste deel van het jaar de hemel
bedekt zal zyn met een ondoordringbaren wol
kensluier. Hoog in het gebergte, doch bU de
stad met den zoetklinkenden Spaanschen naam
Pasadena, ligt de beroemde sterrewacht van
Mount-Wilson. Dit is een van de groote broed-
stoven der sterrenkundige wetenschap, waar de
„diehards" der astronomie graag eens een re
traite meemaken. Maar ook onder de leeken
ig de sterrenkunde hier in dit land populair.
Onlangs werd er zelfs een „volkssterrenwacht”
gfopend. Als merkwaardigheid zy hier nog ver
meld, dat deze, op advies van deskundigen,
werd aangevuld met een Zeiss-planetarium,
zooals ook Nederland er een bezit te Den Haag.
Het Mount-Wilson-otyervatorium is wereld-
beroenifl, om het bezit van den grootsten kyker
der wereld, den 3S M. Hooker telescoop.
Onlangs heeft men den hollen spiegel van’
dezen telescoop,
’n doorsnee vtó
gellaag voorzien, inplaats van den vroeger ge-
bruikeiyken zilverspiegel. Het opbrengen van
het vliesdunne laagje aluminium geschiedt langs
electrischen weg in een luchtledige ruimte. De
zilverspiegel daarentegen werd steeds chemisch
gewonnen uit een zilv^roplossing.
Het voordeel van een aluminiumspiegel be
staat in zyn grootere houdbaarheid, maar
bovenal in het grooter kaatsend vermogen voor
ultraviolet licht. Volgens de mededeelingen der
Amertkaansche astronomen voldoen de nieuwe
a:uminiumspiegels zoo goed, dat ook de toe-
ipUfe^Jjgmstige 5-m. spiegel, waarvan het enorme
den glasblok na het gieten aan het afkoelen is,
ven een aluminiumspiegel voorzien zal worden.
Voor het vervaardigen hiervan zal dan de
grqotste luchtledige ruimte noodlg zyn.'tHe op
den I aarde ooit bestaan heeft..
Iv.n I
F 9^0 - Ml veifleo van een hand.
AëVFVFe“ een voet df om oog
kers ontstond, maakte ik gebruik er handig
en onopgemerkt tusschen uit te knypen."
„En is dat nu de parel, die Je toen gevonden
had, Robby? Geweldig, zeg!” onderbrak tValmy
Liefkozend hield de Engelschman dé glan
zende parel in het licht, deed een paar forschc
trekken aan zUn pUp en zétte zyn verhaal
voort:
,Je snapt wel, d/ iedereen in de haven
een half uur later al gehoord had hoe onge-
loofelyk ik geboft had. Niet lang daarna door
kruisten de agenten van de parelhandelaare
de stad, om my te zoeken. DA wilden my een
parel, zoo groot als een hazelnoot, afkoopen.
Maar de beschryving, die het Maleische kell
nerinnetje van my gegeven had, scheen niet
al te best te kloppen, want een van die agen
ten vroeg mij notabene zelf, of ik niet wist
waar' die kerel met die reuzenparel gebleven
was. Een paar dagen later ging ik opnieuw
naar het kroegje, waar ik de parelmosselen
gegeten had en informeerde belangstellend
naar my zelf. De kroegbaas, wiens hal nu
stampvol was, bezwoer my met de handen op t
hart dat hy de reuzenparal met eigen oogen
gezien had. Maar waar de matroos, die ze hem
had laten zien, zoo gauw gebleven was, dat
wist hy niet. Die was spoorloos verdwenen.
WeL wat moet ik nog meer vertellen? Se
dert mUn gelukkige vondst bekend was gewer
den. waren alle havenkroegen altyd propvol
zeelui, die verbazingwekkende porties oesters
naar binnen werkten. Er werd eenvoudig om
oesters gevochten. Overal, in elk café, werden
oesters geproclameerd tot een „spécialité de la
maison" en de prijs van het eens zoo goed-
koope gerecht steeg tot het viervoudige.
Die heele oestergeschledenls duurde zoowat
een half jaar en zoo nu en dan werden er
inderdaad onbeduidende pareltjes in de schaal
dieren gevonden.”
„Geweldig, Robby, geweldig! En. te dat nu
die parel, die jy destyds in de oesters ge
vonden had?” vrgeg Valmy nu opnieuw.
,J)eze?J Robby Bell hief het hoofd op en
keek zUn’ouden vriend verbaasd aan. „Nee,
beste Valmy, deze parel heb ik twee jaar ge
leden gekocht by een Paryschen juwelier in
.S. -de la Paix. Omdat zy zoo prachtig
glanst, begrijp Je. Deze parel heeft me twee
duizend vyfhonderd pond gekost.”
Monsieur Valmy keek zyn vriend aan met
een gezicht, dat dulrfeiyk verried dat hU er geen
steek van snapte.
„Och natuuriyk," zei hy toen, alsof hem een
licht opging, die parel van Ceylon heb je ver
kocht. Gek dat ik dat niet dadeiyk snapte."
„Verkocht? M’n beste Valmy, ik had heele
maal geen parel gevonden. Wat ik zag in die
mossel, was alleen maar een wit vlekje, anders
Biet!”
„Hè? En Je zei toch daarstraks dat je je
vermogen aan die oesterparel te danken hebt?”
„Dat klopt!” glimlachte Bell; „Ik heb inder
daad myn fortuin te danken aan de oester
parel, die anderen zoo graag zouden hebben
gevonden. Wat my betreft, ik heb my er te
vreden mee gesteld heel Ceylop een half Jaar
lang*van enorihg hoeveelheden oesters te voor
zien. Dat zaakje wierp een aardig winstje af,
dat verzeker ik jé. En wil je wel gelooven dat
bet my de grootst mogeiyke moeite kostte cm
alle afnemers te voorzien? Ik kwam oesters te
kort in die dagen!”
deze laatste op den Blauwen Nyl in den Soedan.
By Gebel Aulla. 50 K.M. bezuiden Khartoem,
tn den Witten NUI, nadert thans ook ‘n stuw
dam zyn voltooiing.
Gedurende de eerste maanden van den vloed
tot November zyn deze stuwdammen geopend
en kunnen de hoogwatermassa’s vrU hun weg
kiezen door het Nyidal, zeewaarts, Deze hoog
watermassa’s zyn hoofdzakeiyk de hoogwater-
massa's van den Blauwen Nyi. Eerst in Novem
ber worden geleldeiyk deuren en «luizen ge
sloten.
Daar nu. zooals gezegd, gedurende de eerste
maanden van den vloed ds watermassa’s van
8obac en Babr-el-Gebel in het dal van oen
Witten NUI worden opgestuwd door de hoog
watermassa’s van den Blauwen NUI, spreekt 1
vanzelf, dat het voor een i
van den Witten NUI is, hel
door den Blauwen NUI vrijgegeven wordt, dat
de stuwbekkens vult.
Was het dus in de oudheid en tot in de vo
rige eeuw onzer jaartelling uitsluitende func
tie van de overstrooming de onderwaterzettlng
van bet Nyidal en van de NUldelta en daar
door de afzetting van de vruchtbare laag Nyi-
siib, sinds den aanleg der stuwwerken is de
primaire functie der overstrooming geworden,
de wateropstuwlng mogelyk té maken en daar
door voldoenden watervooraad te leveren voor
een permanente irrigatie. De vervanging van
de bassinbewatertrig door permanente bewate
ring heeft ten gevolge gehad, dat ten tyde van
den hoogstand veel meer water stroomafwaarts
wordt gevoerd dan noodlg is, Immers de gebie
den met permanente irrigatie, waar het geljeele
jaar door verbouwd wordt (3 oogsten gemid
deld) hebben de waterhoeveelheid, die vroeger
de bassins vulde, niet meer noodig. ZU ontvan
gen uit "de irrigatiekanalen slechts zooveel wa
ter als het te velde staande gewas verelscht.
Om het teveel aan water, dat tydens den hoog
stand stroomaf wordt gevoerd, te kunnen loo
sen, heeft men byzondere afwateringswerken
moeten uitvoeren en zoo is o.a. de capaciteit
van den Nyiarm van Rosette sterk opgevoerd.
De sllbafzettlng in de permanent bewaterde
gebieden, en deze vormen verreweg het grootste
deel van het bebouwbare land, Js dan ook
slechts zeer gering en wordt zoo noodig, aan
gevuld door bemesting.
Hieruit volgt onmlddellUk de conclusie, dat
het NUlslib geenszins zoo vitale beteekenls
meer heeft in het moderne Egypte, als mén
veelal aanneemt.
De kwestie van de Nylwateren is nl. niet
alleen een kwestie4 van kwantiteit, maar ook
van kwaliteit. Men weet, dat de Blauwe NUI
niet alleep de grootste jaarlyksche bydrage le
vert van hetaijgjMélsche NUlwater (58 pet.,
tweeïnaai zoov&l als de Witte Nyl)maar ook,
dat het de Blau#e NUI is, die tydens den hoog-
standperiode van het alluviaal gesteente van
de Abesslnlsche hoogvlakte, het besproken,
vruchtbare NUlslib medevoert. De kwaliteit van
het Blauwe NUlwater is beter dan die van den
Witten Nijl, die geen slib bevat.
Daar nu de sllbafzettlng In de permanent be
waterde gebieden toch reeds te kort schiet en
vervangen wordt door bemesting, zou dus het
uitbiyven van het Blauwe NUlwater, uit hoofde
van het NUlslib, niet noodzakeiyk een onover-
komelUke catastrofe beteekenen.
Door de toepassing van de permanente irri
gatie is men zelfs gedwongen, zooals we boven
zagen, een groote massa van het slibrijke
Blauwe NUlwater opzeyeUjk snel naar zee te
dlrlgeeren, zonder dat het land ervan geprofi
teerd heeft.
De conclusie is dus, dat de kwalitatieve kant
van het Nylwater niet op den voorgrond staat.
De stuwdam in den Nijl bij Assoean