Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland
I
dtdwkfkaal ifan den dag
F
Haagsche hofjes
LL
DINSDAG 14 JULI 1936
De badplaats Brighton
Wang-Lun
Oad stedenschoon, dat
menigeen niet kent
De onbekende Verloofde
DOOR LEMAIRE
S
1
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ititaamitaiitiiittamiiiiMHttiilleittHHMNSNi
llllllll
«rekt
afwg*
en
zee
i
6
133
i
alleen om maar
6'.
-
mün
(Wordt vervolgd)
Bij snelverkeer geen alcohol
1
ai
▼i
we
wa
1
1
1
Gelukkig waren de kleintjes nog al vlug ter been. Ze liepen
zoo hard ze konden mee, maar konden er toch niet» aam doen,
toén ineens een groote roofvogel uit de boomen op hen af
kwam en de torretjes wilde oppeuzelen. Qelukkig kon Tulmdltje
de vogel nog bütüds met djn bijl dreigen en soo werden de
diertjes In een hollen boom gebracht, waar ae niet meer nat
konden regenen.
I
dee
ver
aai
1
a
Op den atoffigen weg loopt langzaam d*
dokter. Hjj moet naar een stake.
„Ik kan hem genezen, Who-Tlaj. Maar geef
mij eerst vijf en twintig zilverstukken..
x
I
d
b
d
1
i
l
l
I
derl
300
T
vol
Ei
een
dag<
wint
sjjn
van
wan
H
het
veria
d
h
h
VI
g<
ai
VI
eert
Dl
450
tal I
otngi
Mi
la gei
aan de soliditeit, waarmee vorige
bouwden dan aan de voortvarendheid w
latere generaties verbouwden. Ook zü
Rinkelend klikken de zilverstukken uit de
hand van Wang terug In het kistje. HU sluit
het met een slag.
„O|J hebt haar niet gezond gemaakt.... gj)
hebt haar niet dood laten gaan.... waarvoor
moet ik u dan mijn zilverstukken geven....
Waarvoor dan
energieke
hetgeen
wel noodlg is, want de Promenade langs
wordt grootendeels begrensd door huléen die
hun eeuwfeest reeds goed en wel achter den
rug hebben, en die dus meer een hulde zijn
generaties
«armee
In vele
der hoofdstraten veel te nauw voor het ver
keer van automobielen, die op zon- en feest
dagen de stad bjj tienduizenden overweldigen.
Zeer grootsche hervormingsplannen zijn ge
maakt en hebben zelfs een begin van uitvoe
ring gekregen in den vorm van tien- en
twaalf verdiepingen hooge flatgebouwen die in
elk geval eerlijk genoeg zün niet den schijn te
willen ophouden dat men te Brighton nog
„bulten" is, en in de verbreedlng van wegen.
Met de voornaamste wegverbreedlng die
der Western róad werd tien jaren geleden I
een aanvang gemaakt en deze is thans zoogoed
als voltooid. De kosten waren zeer hoog, daar
eigendommen aan den weg moesten worden
aangekocht. Het laatste deel, dat door *t mid
den der stad loopt, en niet veel langer is dan
300 meters, kostte wat den eigenlijken aanleg
betreft, slechts 50.000, doch bovendien moest
obl.
zijn heupen strak gespannen zit,
A
Du trapgeveltjet en de roode daken en het gezellige praatje over de onderdeur in
het'Heilige Geest-hofje te Den Haag
Maar toen de kaboutertjes goed en wel van hun angsten be
komen waren, vond de rat het tijd sens iets te zeggen. Jullie
vrlinden zijn aan den overkant, zei de rat met een knipoogje;
sal ik jullie er eens over brengen? Nou dat was nog eens lief,
vond Tuimeltje en plons.... daar gingen se het water In. De
kaboutertjes kriebelden den rat overal, maar deze scheen er
niets om te geven en zwom rustig door.
Ze waren nog pas aan den overkant gekomen en de rat was
al weer teruggezwommen, toen ze de torrenfamllle alleen terug
zagen komen. Waar zijn onze vrienden, vroegen Tuimeltje en
Kruimeltje verwonderd. Die konden ons huisje niet meer maken
schreiden de torretjes en we zijn zoo bang voor het onweder.
Kom maar op onze ruggen zitten en laat de kleintjes dit touw
vas’houden, zei Tuimeltje, dan zullen we jullie wel ergens
binnen zien te krijgen. In een wip zaten de kaboutertjes van
alle kanten vol torren.
Vlak tegenover het standbeeld van Spi
noza ligt de ingang van net Heilige
Geest-hofje. In de regentenkamer daar
boven zijn de oude kruisramen hersteld
„Och, waren alle mentchen wij».."
(Dat I» heelemaal niet noodlg, el»
se echter het ituur maar n klein
beetje beter wilden opletten, dan
konden we al heel tevreden zijn!)
Al co hol gebrul kende
autobestuurders en (doo
delijke) ongelukken zijn
onafscheidelijk, went vei
ligheid elscht nuchter
heid! - Bezint, voor gij
begint
TT Ie hier, in de Residentie, over het <*>de,
Vy oneffen plaveisel van de smalle stoepen
v i&ngs de Prinsengracht loopt, het ka
kelbonte, drukke marktleven voorbij, waar tin
gelende trams zich een weg doorheen banen en
waar polltlekehngen-met-de-pet in groepjes bij
elkaar luidruchtig de vraagstukken van den dag
bespreken, wie op een moeien Zaterdagmiddag
hier langs loopt weet hij, hoe dicht
aün nabijheid een van de mooiste punl
maakte, doch sterven liet, ontving ik er vlif-
tig....”
„Er straalt waarheid uit uw woorden, IJ.
Tal-Pl. En mjjn mond heeft geen onwaarheid
gesproken.**
Wang gaat zijn huisje in en keert torus
met een klein kistje en hü neemt weer plaat*
naast den geneesheer.
Wang wijst op het doosje.
„Antwoord mij," spreekt hij nu en doet het
kistje open. „Antwoord mjj op mjjn vragen.*
De zilverstukken blikkeren in het ennllcht
en LI strijkt zich over den kalen schedel.
„Hebt ge mijn vrouw gezond gemaakt rj.
Tal-Pl?”
Wangs vingers streelen de zilverstukken ea
hü laat ze klinken....
spreekt
de dokter, „he
laas... wat baat
tnUn kundigheid
tegen het lot.
helaashet
leven is kort....
en eens koomt
het einde....”
De zilverstukken klikken in de hand van
Wang en hjj ziet den geneesheer aan.
„Heb ge mijn vrouw dan laten sterven.,..
Laten sterven.... Li-Tal-Pi? Hebt ge haar
dood laten gaan
Ll-Tal-Pl kijkt verschrikt
rend de handen uit.
„.Zeg dat niet, Wang-Lun, zeg dat niet....*
„Hebt ge haar laten doodgaan....?” vraagt
Wang.
.DU mijn vaderen.... neen, Wang-Lun..
neen, ik heb integendeel al mijn kennis aan
gewend.”
van beide kan
over de,
ocrt^Jot de gemoedelijkheden v^n het dage-
IkscM ievenMler bewoonsters van deze „èen-
Zoo iets moest mij overkomen om mün droe
vige gedachten af te leiden, want sou Ik het
bekennen?.... sedert eenlge dagen kreeg ik
aanvallen van wanhoop. Robert schreef niet
meer en ik was er blu om, want er bestond
voor mU slechts een wezen op de wereld en
hU ontweek en ontvluchtte mijl
HU sou dien dag op Salnt-Flavien komen
tegelijk met den dokter. Michel, die vroegtijdig
te paard was weggereden om een verren rit te
maken, sou met de twee hebren terugkomen
voor de lunch.
MUn verbazing bU het ontvangen van de
kaart van mijnheer Chourler deed mu even
die vreugde en mUn verdriet vergeten. Ik be
keek de kaart, ik begreep er niets vin en pro
beerde Met eens om «r iets van te begrijpen.
Ik was verbijsterd, dat was alles.
Ik moest er met iemand over spreken en toe
vallig kwam FTancolae in de bibliotheek.
„Lieveling," schreeuwde ik zoo hard ik kon.
JBchat, er is mU iets overkómen l Zoek niet,
raad niet, je zou het toch niet vlndenf.... Een
e vroede vaderen van de groote zee- en
J pretstad Brighton mogen gelukgonvenscht
woMgn met de merkwaardige resultaten
van hun financieel beleid.
Deze grootste en volkrijkste badplaats ter
wereld wendt sinds eenige jaren
pogingen tot modemlseering aan
DIJ verlies van een hand,
een voet of een oog.
ATT t A °P dit blad ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen 17 7^0 bW levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 b|J een ongeval met p
/A w w I» sj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen vv» verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen VV* doodelijken afloop AkWa
1 "WU »wmun 11—wajiamuji-i-ijj-F*! - i—~- i a J...» a 1
geloof beslist, dat haar wel elegante, maar
tweedehandsche hoeden eens behoord hebben
aan adellijke dames.... De modehuizen, wear
die deftige heeren en dames hun inkoopen
doen, nemen ook wel een en ander terug,
daft aan gepensionneerde onderwijzers voor een
zoet prijsje kan worden overgedaan.”
Ik begreep, helaas, eindelijk begreep ik ƒ5
het hoofd gebogen hoorde Ik de spotternijen
van den dokter aan, over de elegantie
schoonheid van den eigenaar der portefeuille-
„Ik had u toch vijf francs als beloonlng
voorspeld, juffrouw Denlse,” zei hU ten slotte-
Maar mUn beste Michel had medelijden thet
mü- Op mün verzoek verklaarde hü mij de
mystificatie, waarvan ik het slachtoffer
geworden. MUn buitengewone opwinding e®
verbeelding betreffende den eigenaar der por-
teleuille hadden die twee monsters, Michel en
de dokter, geamuseerd. Van den andoren kant
waren sU verontwaardigd over de wU»«. waarop
ik hun vriend Georges Peral had afgewezen.
Om hun vriend te wreken en te mijnen koste
te lachen, hadden zü een deftig klinkenden
naatn uitgevonden, die begon met de initialen
in de portefeuille. elgenlUk was Robert de
Beaufeu een vondst van den dokter. ZU Het*®
kaartjes drukken met dien naam en zonden
een kameraad van Paul Renaud, onbekend aan
one personeel, naar het hotel Martlgnac, ter~'
wUl tante, Frangoise en ik dien middag kerken
Waren gaan beaoeken. Het was op 1 AorU.
De had plaat t Brighton ont^rg'aat
een indrukwekkende
moderitieeering
Het werd in 1M7 gesticht en ópgetrokken In
Holiandschen RenaiasancestUl. Aan drie Aan ten
omsluiten de aardige trapgeveltjes bet binnen
plein, waarop vier keurig aangelegde bloemper
ken, door de bewoonsters zelf werkelijk met
smaak onderhouden, om de steenen pomp heen
liggen. Het eenlge, dat aan den oorspronkellj-
ken staat ontbreekt en dat geldt elgenlUk
ook voor de andere hofjes te het raam, het
echte, oude typische kruisraam. Hier zit er nog
Mn mooi, wit glas In lood. Men kan zich
echt voorstellen hoe prachtig dit karakteristieke
raam in het geheel past. r
Een prachtig stuk oude kunst valt nog te
Wonderen In de Regentenkamer, waartoe
mool-gevlatnde oude eiken deur toegang g
en waar nog een oud-Hollandsche schc
Steunend op terracotta-pilaren, in den el
van haar sobere beeldhouwwerk neerziet op
meubels, die zoo.... modern zUn.
De aardigste verrassing, die het Cornelia
van Wouw-hofje den stedeling biedt Ie wel de
boomgaard,* die zich erachter bevindt. Een wer
kelijke rUke boomgaard met ’DKflaren en
appelboomen, met een vl)gebooi*^4ie zwaar
staat van de vruchten en een moerbei
langs dsn muur. Wist ge, Hagenaar, dat mid
den in uw centrum een boomgaard ligt achter
een oude-vrouwenhofje?
Van alle Haagsche hofjes echter spant de
kroon het Heilige-Geest-hofje op - de Favil-
joensgracnt, tegenover de Stille Veerkade, waar
Spinoza’s oude huisje ligt. Vlak bU het stand-
beeld van den wijsgeer ligt de ingang van het
hofje. Het werd in leid gesticht en in 1835
onder de hoogst.bekwame leiding van architect
B. van Heynlngen gerestaureerd.
ZUn naam dankt dit hofje aan de omstan
digheid, aat vroeger in Den Haag de dienst
der weldadigheid was opgedragen aan de Hei
lige Geest Meestere, die geleidelük in het bezit
van verschillende kleine armenhuisjes kwamen,
over de heele stad verspreid. Enkele stonden
o*, nog op de plaats, waar thans het paleis
van wUlen de Konlngln-Moeder te gebouwd.
Om al deae huisjes nu bU elkaar te krUgsn,
werd dit groote complex, dit hofje, gesticht op
de bezitting van de familie Doublet.
Thans nog drie eeuwen later te dit een
der schoonste plekjes van de Residentie.
Hier leeft men nog heelemaal In den ouden
tUd. De frtechroode geveltjes, met de oude
trapjes bekroond, de roode pannendaken, de
t -T y ang-Lun heeft een huisje en een
Vy tuintje aan de heldere rivier, die rim-
T pelloos de zonnestralen kaatst. Een
kerstboom spiegelt trotsch zUn bloemendos in
het zilveren watervlak. Wang-Lun leeft hier
rustig en tevreden met zUn vrouw Chaia-We.
RUk zUn ae niet, maar ae hebben niet veel
noodlg. En Wang heeft zUn ganache levenlang
gespaard. Honderden, vele honderden vracht
jes heeft hU gepikold en zuinig gedaan met
zUn loontje. Nu rust hu en heeft een vredig
bestaan met zUn Chala-We. ZU kan het best
van alle vrouwen uit de wUk de sure rUstkoek-
jet bakken.
Wang te tevreden over het leven en sit eiken
dag In zUn tuintje, onder het bamboes-prleeltjs
en hu kUkt naar de rivier, waar de jonken
glUden en hU mUmert over de wUze woorden
van Konfuteé betreffende het leven. HU zit
er In een glanzende zUden kimono. De
die om
te geen gewone, geen alledaagsche.
Wang-Lun filosofeert den dag door.
Toen te er een dag gekomen, dat zUn rust
werd verstoord. Ohala bleef liggen op haar
rustbed, met gesloten oogen. ZU sprak woor
den, die zü anders nooit gesproken zou heb
ben: sU was weer theeechenkster en riep om
rijstkoekjes. Dat was lang geleden haar werk
X 1X j
te houden,” telde Ll-Tal.
„Uw mond spreekt woorden van wüsheld
kundige meester," zuchtte Wang. „Ik wil müu
schuld aan u kwijten.... Zeg mü, kent er
mün uitspraak nog?”
„Jawel,” sprak LI, „jawel. Als Ik chala ge
zond zou maken, zoudt gU mu honderd zilver,
stukken geven.... Als ik haar niet gezond
stuiven als beloonlng voor mün eerlUkheld....
Daar, lees!”
De verbaslng van Francotee was niet min
der groot dan de müne, maar dan glimlachte
zü even. „Het te een vergissing,” zei zü, mU de
kaart teruggevend.
„Natuurlük, dat moet het sUn, want ik heb
toch niet meer dan Mn portefeuille in mün
geheele leven gevonden.... En‘het was niet
die van MUnheer Chourler, officier van de
academie. Weet je wat ik tal doen? Ik tal hem
een briefje schrüven en hem tUn bankbiljet
terugsturen."
„Juist, dat moet Je doen,” zei Prangotee.
Maar op de kaart stond geen adres.
Daar ze ten wü, heel verlegen hoe Jiu te han
delen. „Kük eens naar het poststempel,” Mi
Franqo ise.
„Gevlekt, niet te ontcüferenl”
„Laten wU sens natiën in het adresbroek
van de leden dpr academie der lettres, de
onderwijzeres van het dorp zal dst wel In be
zit hebben.”
Die raad leek mü niet goed, münheer Chou-
rler te gepenelonneerd, misschien reeds sedert
jaren en zün adres wordt niet meer vermeld.
En dan, ate Ik hem dat biljet van vUf francs
teruggezonden heb, te het gshelm daarmede
niet opgelost.... Wat Mg Ik daar: geheim?
■r te geen geheim het te eenvoudig een ver
gissing.
„Me dunkt, dat de schrUvers aan het politie
bureau knoelergatUn. Zü schünen de registers
niet goed bü te houden) FrangolM, weet je wat
schrüven. Mlchel zal mü wel zeggen, hoe ik
dot moet doen.”
Francolse vond mUn idee uitstekend, maar ik
was er niet büzonder tevreden mee. Er waren
sedert eenlsen tüd te vreemde dingen ge
beurd.... Büvoorbeeld. de brieven van Robert
de Beaufeu in den sak van den dokter.... Dat
had mü een .raren IndrUk gegeven, ik kon er
mü niet van losmaken.
Ik had er behoefte aan, er met Mlchel over
te spreken en zoodra ik het getrappel van zün
paard hoorde, holde Ik naar de voordeur. HU
was In gezelschap van den dokter, maar
Qeorges was niet bü hem.
„Wel?" vroeg ik, „waar blüft de derde
ruiter?”
„HU te een boodschap van zün vader gaan
brengen naar de Blauwe Hoeve, maar hU
komt dadelük hier,” zei de dokter.
,JIÜ komt, hoor,” voegde >r Mlchel aan toe
op den toon, waarmee men een ongerust kind
tevreden stelt.
Natuurlük.... ik voelde mü rood worden tot
in mün nek en Ik had den dokter wel kunnen
ranselen, toen hü bU het zien van mün vuur
rood gezicht even zachtjes begon te fluiten.
Een stalknecht kwam om de paarden In ont
vangst’ te nemen en aenuwachtlg als ik was,
begon ik te schaterlachen en Ml: .Als u wtet,
wat voor een mooi cadeau ik aooeven ontvan
gen heb! Ik geef het u te raden, maar u suit
het niet vinden I”
Om te plagen liet ik de verklaring nogal op
zich wachten en dan kondigde ik op geheim-
„Wat geeft het of men veel geld heeft er
men is niet gezond," peinsde dj dokter en hl
zelde het overluid.
„Ik weet het," zelde Wang nog eens.
„En het Is gerechtigheid doen zün woora
Toen Mlchel een beetje bedaard was, xl hü
tot den dokter: „Ik had het wel voorspeld, dat
moest den een of anderen dag gebeuren.”
„BegrUp JU er dan lets van?” vroeg ik. „Het
moet een vergissing zün of wel een flauwe
mop. Ik ben van plan te schrüven naar het
politiebureau.'’
„Uitstekend....” zei de dokter.
„Komaan, Paul,” bromde Mlchel, nog vuur
rood door aün inspanning bü het lachen, „ga
nu niet meer wat nieuws verzinnen I Hier heb
ben wü de ontknooping, die wü zochten, de
grappige, onverwachte ontknooping als in een
kluchtspel 1”
Iets vaags scheen de duisternis, waar ik mU
tegen verzette, te doen wüken, maar ik wilde
het niet alen.
„Wacht nog even,” zei de dokter, maar
Mlchel hernam: .Denlse, mün lief nichtje,
mün arme, beleedlgde Denlse, je suit waar-
achUnlük woedend zün. WU moeten Je iets ver-
U zucht en legt een vinger langs zün nsus.
Hü wrüft en denkt. Wang te opgestaan.
Wang gaat naar binnen en als hü .terugkomt
te Li-Tal-Pi reeds weggegaan.
Wang sit en snuift de geuren van den ker
senbloesem. Hü te tevreden met het leven. HU
filosofeert weer.
De dokter te een man van eer en een denk*.
Een Jonk glijdt om de bocht van de rivier
en strak staat het spiegelbeeld van den kerst
boom op het watervlak.
De vaderen zullen den dokter voorspoed ge
ven.... hü te een man van eer..,. hU k«M
onderecheld.
Wang te ingedut.
„Ik heb geen zin mü kwaad te maken,” zei
Ik moedeloos.
„O. des te beter!”
Wü - waren onwillekeurig naar een prieeltje
gegaan, waar een paar fauteuils om een
steenen tafel stonden. De dokter nam plaats
zeggende: „Het moest er van komen en daarom
beter vandaag dan morgen.”
Zich tot mü wendend, maakte hü een bui
ging en Ml: „Juffrouw Dentee. ik heb de eer u
voor te stellen den uitvinder van markies de
Beaufeu I”
.«..Ja, om de waarheid te zeggen, dat voor
aar Ik, dat verwachtte ik....
„Wat een mopl” zei Ik.
tets te zeggen.
„En ziehier mün medeplichtige,” voegde hü
er aan toe op Mlchel wüzend.
„Ons succes heeft onze verwachtingen over
troffen, want wU konden niet denken, dat onze
grap zoo ver zou gaan," voegde mün neef er
aan tóe.
„Maar wie wordt hier nu elgenlUk bespotte-
lük gemaakt?” vroeg Ik met klanklooM stem,
„u Zegt, markies de Beaufeu....”
„Een Aprllvlsch, lieve nicht!”
.Noem het niet een vtech, maar een wal-
visch,” voegde zün vriend er aan ttte.
.Maar, die portefeuille...."
„Behoort eenvoudig aan Münheer Chourler.”
„Onmogelükf Die initialen, dat markleaen-
kroontje.
„Niet orunogelüki De portefeuille behoort
münheer chourler toe, zooate Mkere toonsel-
beter gezegd een bankbiljet van een schitte
renden officier....”
.Maar, Denlse...."
„Der academie des lettres, gepensionneerd
onderWUser." En ik reikte hun de kaart over
van münheer Chourler.
Het effect was verbluffend: Mlchel, zUn
mond en oogen wüd open, schudde van een
homerlschen schaterlach, een lach, die tranen
over zün wangen deed biggelen.... De dokter
lachte ook, maar wel een beetje benepen en
ik stond daar boos en zonder te begrüpen.
luiken en de kleine venster^éh daartusschen
met eenlge ^aardigheid het regentenhuls, dat
alle* ademt de rust van den ouderdom. En hoe
geMUig leeft dit alles I De deuren in de huisjes
zün weer in tweeën verdeeld, in een onder- en
een bovendeur. Een van beide kan worden
opengezet. Een praatje ovsr de, ondérdegr
hex,rt.tot de gemoedelükheden v^n het due-
lükscNl tevenMler bewoonsters van deze „eën-
man*"- of liever „eenvrouw*”-hutejes.
De restauratie van dit hofje heeft vooral het
interieur der afzonderlüke woninkjes gerief-
lüker gemaakt. Onmiddellük achter de onder
en bovendeur waar men ?lch nog met een
heuschen klopper aandient ligt *t keukentje.
Klein, maar frtech en comfortabel. Echt zoo
iets voor oudjes, die wel graag bedrüvlg zün,
maar niet meer zooveel kunnen.loopen. Men
kan hier, in dit keukentje, niet veel loopen,
alleen maar draaien. Met de eene hand kan
men het gas aansteken en tegeUJk met de an
dere de kraan boven het makkelijke gootsteen
tje opendraaien zóó klein te alles. Maar ge-
r|gtiük is het. Er te met tedere plaatsruimte
In een woord gewoekerd. Vlak achter de keu
ken ligt de W.C. Ook een heele vooruitgang!
Vraagt men het den vrouwtjes Mlf, dan gaan se
daarop *t meest trotsch I Een trap leidt naar
boven. Ook weer heelemaal op oude menschen
ingesteld; zoo gemakkelük mogelük. Boven ligt
dan nog een frteache slaapkamer en een berg
ruimte. Beneden ligt natuurlük nog de zit-,'
eet-, huls-, woonkamer.
Ook hier zün nog enkele kruisramen aan
wezig. Zü weiden door den restaurateur met
groote moeite In eere hersteld. Zü sieren het
Regentenhuls, waarvan het Interieur geheel en
al te herbouwd zóó, ate het naar alle waar-
schünlükheid in vroeger dagen te geweest. Een
oude balkenaoldering, een schouw met witte
tegels, een oud schilderü, voorstellende de be-
deellng der armen, een kaarsenluchter, een
prachtlg-Mkennouten tafel, kortom alles te hier
in zoo run mogelüke stülzulverheid hersteld.
Hoeveel moeite doet men zich niet vaak om
idyllische hoekjes in oude steden op te speu
ren I En noé weinig weet men van te|t bestaan
van deie hoekjes, deze hofjes, watt een wel
dadige, ernstige sfeer hau^t, waar niet* noopt
tot haast en onrust, «Sar harmonie in bet
leven ligt en blüheid en tevredenheid, die op
ieder, die er binnentreedt, aanstonds ate de
oude, zware poort zich achter hem gesloten
heeft, toegemoet komt! „Geloof en Weten
schap” heeft veten Hagenaars een openbaring
gedaan toen het hierheen onder de voortreffe
lijke leiding van architect van Heynlngen Mlf
een excursie organiseerde. Hier ligt een stuk
echt-Hollandzch stedenschoon, geboren uit een
echt-Hollandsche opvatting van den plicht der
liefdadigheid jegens den ouden medemensch.
N. Hp.
mü eerst vUf en twintig zllverstuklten.;.. Ik
kan dan hier reeds mün medlcünen koopsn.
Er is haast.... Het leven is kort.... Ik bsb
de kruiden niet bü mü- Geef mu nu eerst ds
zilverstukken. GU zult leeren van deze dekte
van uw zoon, au zult er van teem.... Ik
heb van ziekten ook veel geleerd..,.”
hier In
iteh van
oud-Den Haag ligt, een «tuk atadeachoon, dat
van de honderd geboren Hagenaare er mogelük
niet Mn ooit goed heeft bekeken?
Hier liggen niet ver van elkaar de oude Haag
sche hofjes, gedeeltelük nog In hun heel oor-
apronkelüken toestand, gedeeltelük zóó geres
taureerd, dat sU. met behoud van hun atülvol
karakteristiek, meer moderne gerlefelUkheden
bieden aan de oudje*, die ze nog heden ten
dage bewonen.
Tot de eeikte groep de hofjes, die nog ge-
,.heel in hun oor*pronkelUken staat bleven be
hóórt het Holje van Nieuwkoop, soo genoefijd
naar den stichter, die eigenaar was van de
heerlUkheden Nieuwkoop, Achthuizen en Noor
den. Het Hofje van Nieuwkoop werd gebouwd in
de tweede helft van de zeventiende eeuw naar
het ontwerp van Pieter Post. Aan de Prinsen
gracht gal een groote monumentale poort, die
den eentonlgen buitenmuur brak, toegang tot
het inwendige. Engelenfjguren. die men nu nog
ziet, hebben eens de wapenschilden gedragen
van den stichter en sün gade; in den tüd der
Frgnsche Revolutie echter vielen deze wapen
schilden ten offer •aan de algemeene razzia
tegen alles, wat van adel was or aan dên adel
herinnerde. Thans blüft de groote poort ge
sleten en te de ingang aan de Warmoezlers-
straat.
Bü *t binnentreden van het hofje treffen het
eerst en het meest de stilte en de rust, die tus-
schen deze pittoreske nulsjes hangen. De gevel
tjes doen wel wat somber aan. doch de fleur van
het tuintje, waarin naast floxen, geraniums en
margrieten hier en daar heel gemoedereerd
erwten en boonen ópschieten, laat toch van het
geheel een vrlendelüken Indruk achter. Hier
pruRen in den gevel aan het stülvolle regenten
huis nog wêl de wapens van den Heer van
Nieuwkoop.
Zestig oude vrouwtjes zitten hierin deze klei
ne woninkjes samen. ZU hebben ieder een ka
mertje, een bovenkamertje en een zoldertje tot
hun beschikking. Ze beredderen allen hun eigen
huishoudentje, koken hun eigen potje en ge
nieten zooveel gezelligheid, vrübeld en onaf-
hankelükheld ate vrouwtjes van hun leeftüd
maar begeeKn kunnen.
Niet ver van hA Hofje van Mteuwkoop ligt,
aan de Varkensmarkt, bet HooItsBof je. Ook dit
doet een tikje somber aan. Het te ook wat klei
ner. Hooge deuren geven hier toegang tot de
kleine huisjes, die ook geheel in hun oorspron-
kelüken Lodewük XIV-stül sün behouden.
Aanstonds heel wat vrlendelüker spreken
- andere oude Hofjes dat van Cornelia
van Wouw pn dat van den Heiligen Geest.
Het eerste ligt aan de Lange Beestenmarkt.
geweest. Maar het gespaarde geld deed haar Helaas,”
dit vergeten.
Wang keek ongerust naar haar koortsig
gloeiende gezicht. HU was bang. Want Chaia-
We. sün huisvrouw, was altüd rustig en be
daard geweest. En nu schreeuwde zü en woel
de rond.
Ze sou mtesbhlen wel sterven, dacht Wang.
Dat zou wel erg voor hem zün. Maar ach, het
leven Js kort en eenmaal komt er een eind
aan. Ook bü Chala. En wang dacht een dok
ter te moeten halen, owee. Een'’ goed dokter
was duur. En aoo erg veel geld.... tja. Hü
wist precies hoeveel munten In zUn gelakte
doosje wen. Mooie, glimmende zilveren mun
ten. Hü* gunde zün Chala een goed dokter,
maar den goeden dokter gunde hü sün zilver
stukken niet.
HÜ keek nog eens naar Chala. Toen te Wang
naar Li-Tal-Pi gegaan, den bekwamen ge-
nejsheer.
Deze heeft Chala onderzocht en toen heb
ben aün oogen zorglük gestaan.
„Wang-Lun, het leven te kort. Bens moet
tiet eindigen. En voor Chala te nu het einde
gekomen."
„Wee mü.” antwoordde Wang, „en Ml uw
kundigheid de gezondheid van Chala mün
vrouw niet kunnen redden en doen weder-
keeren..,.?”
„Vele krulden wassen er, Wang-Lun. Slechts
één zal haar kunnen redden.... misschien....
Ik zal doen wat in mün macht te.”
Wang keek treurig. En hü rekende....
.JDoe wat ge kunt, vader der wetenschap.
ate ge haar geaond maakt, zal ik u honderd
zilverstukken geven. Als ge haar niet gezond
maakt, doch sterven laat, zal ik er u vüftlg
geven.”
Wang-Lun zit weer onder het bamboes-
prieeitje en mümert. Hü draagt een wit gs-
waad. Chala te van hem heengegaan.
Hat leven te kort....
Ll-Tal-Pl kotnt den stoffigen weg af en dan
staat hü ineens voor Wang....
„Ik groet u. Ban de droefheid uit uw hart.
Het te onmogelük tegen de beschikking ie
strüden. Ge n»oet man aün." r
„Vader der wetenschap, Ik weet het,” ant
woordt Wang en kükt ver over het watervlak.
„Wat wilt ge met mü bespreken?”
„Sta mü toe. Wang-Lun, uw geheugen te
helpen. Ais ge terug gaat in uw gedachten, tot
voor drie weken.toen was ik voor het eerst
bü uw Chala. En, als ge het mü permitteert,
toen spraken wü....”
„Ik weet het,” sprak Wang en knikte. „Ik
weet het, wat ik u zelde.”
£860.000 uitgegeven worden voor de aan te
koopen perceelen.
Het zün de koeten van onteigening welks te
Londen groote plannen tot stadsverbetering en
straatverbreedlng menlgnjaal doen mislukken.
Het duurt immers vaak zeer lang vóór de leeg
gekomen terreinen verkocht, of de daarop ge
bouwde hulzen verhuurd worden. Bovendien
zün meestal de prüzen, die bü onteigening be
taald worden, aoo hoog, dat de gemeente niet
hopen kan de koeten ook maar eenlgszins goed
te maken. Verder wordt bü straatverbreedlng
een groot deel van de terreinen, waarop de hul
zen gestaan hebben, bü den weg gevoegd. Dit
vertegenwoordigt steeds een zeer aanaleniüken
schadepost. Zoo bedroeg de waarde van het
terrein, dat over een afstand van ruim 300 me
ters bü den. weg gevoegd werd, £220.000.
Het gemeentebestuur heeft evenwel gemeend
veel te moeten wagen om Iets te kunnen win
nen. De waarde van den grond aan de ver-
breede straat liep snel op, en voor de winkel
huizen en 11818, welke de gemeente daar bou
wen liet, kunnen thans huurprüzen gevraagd
worden, veel hooger dan die welke eenlge jaren
geleden betaald werden. Het gevolg hiervan is
dat niet alleen de £330.000, welke het aan den
weg toegevoegde terrein gekost heeft, vol
komen gedekt zün maar dat het heele werk
de gemeente waarschünlük geen penny kosten
zal. *t is zelfs mogelük dat *r nog aan ver
dienen zal, maar In leder geval heeft zü de
£1.000 000 „erul|”. -
Zü past hetzelfde experiment thans op an
dere straten toe; deze werden verdubbeld en
verdrievoudigd In breedte. Bouwgrond ter
waarde van tienduizenden ponden wordt ver»
breed, maar de nieuwe hulzen aan de ver-
breede straten en wegen worden gekocht of
verhuurd nog vóór zü gereed zün, en aange
zien er thans maar één verbreede straat Is,
waar nog huizen onverhuurd staan,ziet *t er
naar uit dat de inderdaad indrukwekkende
modemlseering. welke Brighton ondergaat, en
welke nog jaren lang zal voortduren, de ge
meente geen penny kosten aal.