Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland I dtdwkfkaal ifan den dag F Haagsche hofjes LL DINSDAG 14 JULI 1936 De badplaats Brighton Wang-Lun Oad stedenschoon, dat menigeen niet kent De onbekende Verloofde DOOR LEMAIRE S 1 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ititaamitaiitiiittamiiiiMHttiilleittHHMNSNi llllllll «rekt afwg* en zee i 6 133 i alleen om maar 6'. - mün (Wordt vervolgd) Bij snelverkeer geen alcohol 1 ai ▼i we wa 1 1 1 Gelukkig waren de kleintjes nog al vlug ter been. Ze liepen zoo hard ze konden mee, maar konden er toch niet» aam doen, toén ineens een groote roofvogel uit de boomen op hen af kwam en de torretjes wilde oppeuzelen. Qelukkig kon Tulmdltje de vogel nog bütüds met djn bijl dreigen en soo werden de diertjes In een hollen boom gebracht, waar ae niet meer nat konden regenen. I dee ver aai 1 a Op den atoffigen weg loopt langzaam d* dokter. Hjj moet naar een stake. „Ik kan hem genezen, Who-Tlaj. Maar geef mij eerst vijf en twintig zilverstukken.. x I d b d 1 i l l I derl 300 T vol Ei een dag< wint sjjn van wan H het veria d h h VI g< ai VI eert Dl 450 tal I otngi Mi la gei aan de soliditeit, waarmee vorige bouwden dan aan de voortvarendheid w latere generaties verbouwden. Ook zü Rinkelend klikken de zilverstukken uit de hand van Wang terug In het kistje. HU sluit het met een slag. „O|J hebt haar niet gezond gemaakt.... gj) hebt haar niet dood laten gaan.... waarvoor moet ik u dan mijn zilverstukken geven.... Waarvoor dan energieke hetgeen wel noodlg is, want de Promenade langs wordt grootendeels begrensd door huléen die hun eeuwfeest reeds goed en wel achter den rug hebben, en die dus meer een hulde zijn generaties «armee In vele der hoofdstraten veel te nauw voor het ver keer van automobielen, die op zon- en feest dagen de stad bjj tienduizenden overweldigen. Zeer grootsche hervormingsplannen zijn ge maakt en hebben zelfs een begin van uitvoe ring gekregen in den vorm van tien- en twaalf verdiepingen hooge flatgebouwen die in elk geval eerlijk genoeg zün niet den schijn te willen ophouden dat men te Brighton nog „bulten" is, en in de verbreedlng van wegen. Met de voornaamste wegverbreedlng die der Western róad werd tien jaren geleden I een aanvang gemaakt en deze is thans zoogoed als voltooid. De kosten waren zeer hoog, daar eigendommen aan den weg moesten worden aangekocht. Het laatste deel, dat door *t mid den der stad loopt, en niet veel langer is dan 300 meters, kostte wat den eigenlijken aanleg betreft, slechts 50.000, doch bovendien moest obl. zijn heupen strak gespannen zit, A Du trapgeveltjet en de roode daken en het gezellige praatje over de onderdeur in het'Heilige Geest-hofje te Den Haag Maar toen de kaboutertjes goed en wel van hun angsten be komen waren, vond de rat het tijd sens iets te zeggen. Jullie vrlinden zijn aan den overkant, zei de rat met een knipoogje; sal ik jullie er eens over brengen? Nou dat was nog eens lief, vond Tuimeltje en plons.... daar gingen se het water In. De kaboutertjes kriebelden den rat overal, maar deze scheen er niets om te geven en zwom rustig door. Ze waren nog pas aan den overkant gekomen en de rat was al weer teruggezwommen, toen ze de torrenfamllle alleen terug zagen komen. Waar zijn onze vrienden, vroegen Tuimeltje en Kruimeltje verwonderd. Die konden ons huisje niet meer maken schreiden de torretjes en we zijn zoo bang voor het onweder. Kom maar op onze ruggen zitten en laat de kleintjes dit touw vas’houden, zei Tuimeltje, dan zullen we jullie wel ergens binnen zien te krijgen. In een wip zaten de kaboutertjes van alle kanten vol torren. Vlak tegenover het standbeeld van Spi noza ligt de ingang van net Heilige Geest-hofje. In de regentenkamer daar boven zijn de oude kruisramen hersteld „Och, waren alle mentchen wij».." (Dat I» heelemaal niet noodlg, el» se echter het ituur maar n klein beetje beter wilden opletten, dan konden we al heel tevreden zijn!) Al co hol gebrul kende autobestuurders en (doo delijke) ongelukken zijn onafscheidelijk, went vei ligheid elscht nuchter heid! - Bezint, voor gij begint TT Ie hier, in de Residentie, over het <*>de, Vy oneffen plaveisel van de smalle stoepen v i&ngs de Prinsengracht loopt, het ka kelbonte, drukke marktleven voorbij, waar tin gelende trams zich een weg doorheen banen en waar polltlekehngen-met-de-pet in groepjes bij elkaar luidruchtig de vraagstukken van den dag bespreken, wie op een moeien Zaterdagmiddag hier langs loopt weet hij, hoe dicht aün nabijheid een van de mooiste punl maakte, doch sterven liet, ontving ik er vlif- tig....” „Er straalt waarheid uit uw woorden, IJ. Tal-Pl. En mjjn mond heeft geen onwaarheid gesproken.** Wang gaat zijn huisje in en keert torus met een klein kistje en hü neemt weer plaat* naast den geneesheer. Wang wijst op het doosje. „Antwoord mij," spreekt hij nu en doet het kistje open. „Antwoord mjj op mjjn vragen.* De zilverstukken blikkeren in het ennllcht en LI strijkt zich over den kalen schedel. „Hebt ge mijn vrouw gezond gemaakt rj. Tal-Pl?” Wangs vingers streelen de zilverstukken ea hü laat ze klinken.... spreekt de dokter, „he laas... wat baat tnUn kundigheid tegen het lot. helaashet leven is kort.... en eens koomt het einde....” De zilverstukken klikken in de hand van Wang en hjj ziet den geneesheer aan. „Heb ge mijn vrouw dan laten sterven.,.. Laten sterven.... Li-Tal-Pi? Hebt ge haar dood laten gaan Ll-Tal-Pl kijkt verschrikt rend de handen uit. „.Zeg dat niet, Wang-Lun, zeg dat niet....* „Hebt ge haar laten doodgaan....?” vraagt Wang. .DU mijn vaderen.... neen, Wang-Lun.. neen, ik heb integendeel al mijn kennis aan gewend.” van beide kan over de, ocrt^Jot de gemoedelijkheden v^n het dage- IkscM ievenMler bewoonsters van deze „èen- Zoo iets moest mij overkomen om mün droe vige gedachten af te leiden, want sou Ik het bekennen?.... sedert eenlge dagen kreeg ik aanvallen van wanhoop. Robert schreef niet meer en ik was er blu om, want er bestond voor mU slechts een wezen op de wereld en hU ontweek en ontvluchtte mijl HU sou dien dag op Salnt-Flavien komen tegelijk met den dokter. Michel, die vroegtijdig te paard was weggereden om een verren rit te maken, sou met de twee hebren terugkomen voor de lunch. MUn verbazing bU het ontvangen van de kaart van mijnheer Chourler deed mu even die vreugde en mUn verdriet vergeten. Ik be keek de kaart, ik begreep er niets vin en pro beerde Met eens om «r iets van te begrijpen. Ik was verbijsterd, dat was alles. Ik moest er met iemand over spreken en toe vallig kwam FTancolae in de bibliotheek. „Lieveling," schreeuwde ik zoo hard ik kon. JBchat, er is mU iets overkómen l Zoek niet, raad niet, je zou het toch niet vlndenf.... Een e vroede vaderen van de groote zee- en J pretstad Brighton mogen gelukgonvenscht woMgn met de merkwaardige resultaten van hun financieel beleid. Deze grootste en volkrijkste badplaats ter wereld wendt sinds eenige jaren pogingen tot modemlseering aan DIJ verlies van een hand, een voet of een oog. ATT t A °P dit blad ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen 17 7^0 bW levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 b|J een ongeval met p /A w w I» sj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen vv» verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen VV* doodelijken afloop AkWa 1 "WU »wmun 11—wajiamuji-i-ijj-F*! - i—~- i a J...» a 1 geloof beslist, dat haar wel elegante, maar tweedehandsche hoeden eens behoord hebben aan adellijke dames.... De modehuizen, wear die deftige heeren en dames hun inkoopen doen, nemen ook wel een en ander terug, daft aan gepensionneerde onderwijzers voor een zoet prijsje kan worden overgedaan.” Ik begreep, helaas, eindelijk begreep ik ƒ5 het hoofd gebogen hoorde Ik de spotternijen van den dokter aan, over de elegantie schoonheid van den eigenaar der portefeuille- „Ik had u toch vijf francs als beloonlng voorspeld, juffrouw Denlse,” zei hU ten slotte- Maar mUn beste Michel had medelijden thet mü- Op mün verzoek verklaarde hü mij de mystificatie, waarvan ik het slachtoffer geworden. MUn buitengewone opwinding e® verbeelding betreffende den eigenaar der por- teleuille hadden die twee monsters, Michel en de dokter, geamuseerd. Van den andoren kant waren sU verontwaardigd over de wU»«. waarop ik hun vriend Georges Peral had afgewezen. Om hun vriend te wreken en te mijnen koste te lachen, hadden zü een deftig klinkenden naatn uitgevonden, die begon met de initialen in de portefeuille. elgenlUk was Robert de Beaufeu een vondst van den dokter. ZU Het*® kaartjes drukken met dien naam en zonden een kameraad van Paul Renaud, onbekend aan one personeel, naar het hotel Martlgnac, ter~' wUl tante, Frangoise en ik dien middag kerken Waren gaan beaoeken. Het was op 1 AorU. De had plaat t Brighton ont^rg'aat een indrukwekkende moderitieeering Het werd in 1M7 gesticht en ópgetrokken In Holiandschen RenaiasancestUl. Aan drie Aan ten omsluiten de aardige trapgeveltjes bet binnen plein, waarop vier keurig aangelegde bloemper ken, door de bewoonsters zelf werkelijk met smaak onderhouden, om de steenen pomp heen liggen. Het eenlge, dat aan den oorspronkellj- ken staat ontbreekt en dat geldt elgenlUk ook voor de andere hofjes te het raam, het echte, oude typische kruisraam. Hier zit er nog Mn mooi, wit glas In lood. Men kan zich echt voorstellen hoe prachtig dit karakteristieke raam in het geheel past. r Een prachtig stuk oude kunst valt nog te Wonderen In de Regentenkamer, waartoe mool-gevlatnde oude eiken deur toegang g en waar nog een oud-Hollandsche schc Steunend op terracotta-pilaren, in den el van haar sobere beeldhouwwerk neerziet op meubels, die zoo.... modern zUn. De aardigste verrassing, die het Cornelia van Wouw-hofje den stedeling biedt Ie wel de boomgaard,* die zich erachter bevindt. Een wer kelijke rUke boomgaard met ’DKflaren en appelboomen, met een vl)gebooi*^4ie zwaar staat van de vruchten en een moerbei langs dsn muur. Wist ge, Hagenaar, dat mid den in uw centrum een boomgaard ligt achter een oude-vrouwenhofje? Van alle Haagsche hofjes echter spant de kroon het Heilige-Geest-hofje op - de Favil- joensgracnt, tegenover de Stille Veerkade, waar Spinoza’s oude huisje ligt. Vlak bU het stand- beeld van den wijsgeer ligt de ingang van het hofje. Het werd in leid gesticht en in 1835 onder de hoogst.bekwame leiding van architect B. van Heynlngen gerestaureerd. ZUn naam dankt dit hofje aan de omstan digheid, aat vroeger in Den Haag de dienst der weldadigheid was opgedragen aan de Hei lige Geest Meestere, die geleidelük in het bezit van verschillende kleine armenhuisjes kwamen, over de heele stad verspreid. Enkele stonden o*, nog op de plaats, waar thans het paleis van wUlen de Konlngln-Moeder te gebouwd. Om al deae huisjes nu bU elkaar te krUgsn, werd dit groote complex, dit hofje, gesticht op de bezitting van de familie Doublet. Thans nog drie eeuwen later te dit een der schoonste plekjes van de Residentie. Hier leeft men nog heelemaal In den ouden tUd. De frtechroode geveltjes, met de oude trapjes bekroond, de roode pannendaken, de t -T y ang-Lun heeft een huisje en een Vy tuintje aan de heldere rivier, die rim- T pelloos de zonnestralen kaatst. Een kerstboom spiegelt trotsch zUn bloemendos in het zilveren watervlak. Wang-Lun leeft hier rustig en tevreden met zUn vrouw Chaia-We. RUk zUn ae niet, maar ae hebben niet veel noodlg. En Wang heeft zUn ganache levenlang gespaard. Honderden, vele honderden vracht jes heeft hU gepikold en zuinig gedaan met zUn loontje. Nu rust hu en heeft een vredig bestaan met zUn Chala-We. ZU kan het best van alle vrouwen uit de wUk de sure rUstkoek- jet bakken. Wang te tevreden over het leven en sit eiken dag In zUn tuintje, onder het bamboes-prleeltjs en hu kUkt naar de rivier, waar de jonken glUden en hU mUmert over de wUze woorden van Konfuteé betreffende het leven. HU zit er In een glanzende zUden kimono. De die om te geen gewone, geen alledaagsche. Wang-Lun filosofeert den dag door. Toen te er een dag gekomen, dat zUn rust werd verstoord. Ohala bleef liggen op haar rustbed, met gesloten oogen. ZU sprak woor den, die zü anders nooit gesproken zou heb ben: sU was weer theeechenkster en riep om rijstkoekjes. Dat was lang geleden haar werk X 1X j te houden,” telde Ll-Tal. „Uw mond spreekt woorden van wüsheld kundige meester," zuchtte Wang. „Ik wil müu schuld aan u kwijten.... Zeg mü, kent er mün uitspraak nog?” „Jawel,” sprak LI, „jawel. Als Ik chala ge zond zou maken, zoudt gU mu honderd zilver, stukken geven.... Als ik haar niet gezond stuiven als beloonlng voor mün eerlUkheld.... Daar, lees!” De verbaslng van Francotee was niet min der groot dan de müne, maar dan glimlachte zü even. „Het te een vergissing,” zei zü, mU de kaart teruggevend. „Natuurlük, dat moet het sUn, want ik heb toch niet meer dan Mn portefeuille in mün geheele leven gevonden.... En‘het was niet die van MUnheer Chourler, officier van de academie. Weet je wat ik tal doen? Ik tal hem een briefje schrüven en hem tUn bankbiljet terugsturen." „Juist, dat moet Je doen,” zei Prangotee. Maar op de kaart stond geen adres. Daar ze ten wü, heel verlegen hoe Jiu te han delen. „Kük eens naar het poststempel,” Mi Franqo ise. „Gevlekt, niet te ontcüferenl” „Laten wU sens natiën in het adresbroek van de leden dpr academie der lettres, de onderwijzeres van het dorp zal dst wel In be zit hebben.” Die raad leek mü niet goed, münheer Chou- rler te gepenelonneerd, misschien reeds sedert jaren en zün adres wordt niet meer vermeld. En dan, ate Ik hem dat biljet van vUf francs teruggezonden heb, te het gshelm daarmede niet opgelost.... Wat Mg Ik daar: geheim? ■r te geen geheim het te eenvoudig een ver gissing. „Me dunkt, dat de schrUvers aan het politie bureau knoelergatUn. Zü schünen de registers niet goed bü te houden) FrangolM, weet je wat schrüven. Mlchel zal mü wel zeggen, hoe ik dot moet doen.” Francolse vond mUn idee uitstekend, maar ik was er niet büzonder tevreden mee. Er waren sedert eenlsen tüd te vreemde dingen ge beurd.... Büvoorbeeld. de brieven van Robert de Beaufeu in den sak van den dokter.... Dat had mü een .raren IndrUk gegeven, ik kon er mü niet van losmaken. Ik had er behoefte aan, er met Mlchel over te spreken en zoodra ik het getrappel van zün paard hoorde, holde Ik naar de voordeur. HU was In gezelschap van den dokter, maar Qeorges was niet bü hem. „Wel?" vroeg ik, „waar blüft de derde ruiter?” „HU te een boodschap van zün vader gaan brengen naar de Blauwe Hoeve, maar hU komt dadelük hier,” zei de dokter. ,JIÜ komt, hoor,” voegde >r Mlchel aan toe op den toon, waarmee men een ongerust kind tevreden stelt. Natuurlük.... ik voelde mü rood worden tot in mün nek en Ik had den dokter wel kunnen ranselen, toen hü bU het zien van mün vuur rood gezicht even zachtjes begon te fluiten. Een stalknecht kwam om de paarden In ont vangst’ te nemen en aenuwachtlg als ik was, begon ik te schaterlachen en Ml: .Als u wtet, wat voor een mooi cadeau ik aooeven ontvan gen heb! Ik geef het u te raden, maar u suit het niet vinden I” Om te plagen liet ik de verklaring nogal op zich wachten en dan kondigde ik op geheim- „Wat geeft het of men veel geld heeft er men is niet gezond," peinsde dj dokter en hl zelde het overluid. „Ik weet het," zelde Wang nog eens. „En het Is gerechtigheid doen zün woora Toen Mlchel een beetje bedaard was, xl hü tot den dokter: „Ik had het wel voorspeld, dat moest den een of anderen dag gebeuren.” „BegrUp JU er dan lets van?” vroeg ik. „Het moet een vergissing zün of wel een flauwe mop. Ik ben van plan te schrüven naar het politiebureau.'’ „Uitstekend....” zei de dokter. „Komaan, Paul,” bromde Mlchel, nog vuur rood door aün inspanning bü het lachen, „ga nu niet meer wat nieuws verzinnen I Hier heb ben wü de ontknooping, die wü zochten, de grappige, onverwachte ontknooping als in een kluchtspel 1” Iets vaags scheen de duisternis, waar ik mU tegen verzette, te doen wüken, maar ik wilde het niet alen. „Wacht nog even,” zei de dokter, maar Mlchel hernam: .Denlse, mün lief nichtje, mün arme, beleedlgde Denlse, je suit waar- achUnlük woedend zün. WU moeten Je iets ver- U zucht en legt een vinger langs zün nsus. Hü wrüft en denkt. Wang te opgestaan. Wang gaat naar binnen en als hü .terugkomt te Li-Tal-Pi reeds weggegaan. Wang sit en snuift de geuren van den ker senbloesem. Hü te tevreden met het leven. HU filosofeert weer. De dokter te een man van eer en een denk*. Een Jonk glijdt om de bocht van de rivier en strak staat het spiegelbeeld van den kerst boom op het watervlak. De vaderen zullen den dokter voorspoed ge ven.... hü te een man van eer..,. hU k«M onderecheld. Wang te ingedut. „Ik heb geen zin mü kwaad te maken,” zei Ik moedeloos. „O. des te beter!” Wü - waren onwillekeurig naar een prieeltje gegaan, waar een paar fauteuils om een steenen tafel stonden. De dokter nam plaats zeggende: „Het moest er van komen en daarom beter vandaag dan morgen.” Zich tot mü wendend, maakte hü een bui ging en Ml: „Juffrouw Dentee. ik heb de eer u voor te stellen den uitvinder van markies de Beaufeu I” .«..Ja, om de waarheid te zeggen, dat voor aar Ik, dat verwachtte ik.... „Wat een mopl” zei Ik. tets te zeggen. „En ziehier mün medeplichtige,” voegde hü er aan toe op Mlchel wüzend. „Ons succes heeft onze verwachtingen over troffen, want wU konden niet denken, dat onze grap zoo ver zou gaan," voegde mün neef er aan tóe. „Maar wie wordt hier nu elgenlUk bespotte- lük gemaakt?” vroeg Ik met klanklooM stem, „u Zegt, markies de Beaufeu....” „Een Aprllvlsch, lieve nicht!” .Noem het niet een vtech, maar een wal- visch,” voegde zün vriend er aan ttte. .Maar, die portefeuille...." „Behoort eenvoudig aan Münheer Chourler.” „Onmogelükf Die initialen, dat markleaen- kroontje. „Niet orunogelüki De portefeuille behoort münheer chourler toe, zooate Mkere toonsel- beter gezegd een bankbiljet van een schitte renden officier....” .Maar, Denlse...." „Der academie des lettres, gepensionneerd onderWUser." En ik reikte hun de kaart over van münheer Chourler. Het effect was verbluffend: Mlchel, zUn mond en oogen wüd open, schudde van een homerlschen schaterlach, een lach, die tranen over zün wangen deed biggelen.... De dokter lachte ook, maar wel een beetje benepen en ik stond daar boos en zonder te begrüpen. luiken en de kleine venster^éh daartusschen met eenlge ^aardigheid het regentenhuls, dat alle* ademt de rust van den ouderdom. En hoe geMUig leeft dit alles I De deuren in de huisjes zün weer in tweeën verdeeld, in een onder- en een bovendeur. Een van beide kan worden opengezet. Een praatje ovsr de, ondérdegr hex,rt.tot de gemoedelükheden v^n het due- lükscNl tevenMler bewoonsters van deze „eën- man*"- of liever „eenvrouw*”-hutejes. De restauratie van dit hofje heeft vooral het interieur der afzonderlüke woninkjes gerief- lüker gemaakt. Onmiddellük achter de onder en bovendeur waar men ?lch nog met een heuschen klopper aandient ligt *t keukentje. Klein, maar frtech en comfortabel. Echt zoo iets voor oudjes, die wel graag bedrüvlg zün, maar niet meer zooveel kunnen.loopen. Men kan hier, in dit keukentje, niet veel loopen, alleen maar draaien. Met de eene hand kan men het gas aansteken en tegeUJk met de an dere de kraan boven het makkelijke gootsteen tje opendraaien zóó klein te alles. Maar ge- r|gtiük is het. Er te met tedere plaatsruimte In een woord gewoekerd. Vlak achter de keu ken ligt de W.C. Ook een heele vooruitgang! Vraagt men het den vrouwtjes Mlf, dan gaan se daarop *t meest trotsch I Een trap leidt naar boven. Ook weer heelemaal op oude menschen ingesteld; zoo gemakkelük mogelük. Boven ligt dan nog een frteache slaapkamer en een berg ruimte. Beneden ligt natuurlük nog de zit-,' eet-, huls-, woonkamer. Ook hier zün nog enkele kruisramen aan wezig. Zü weiden door den restaurateur met groote moeite In eere hersteld. Zü sieren het Regentenhuls, waarvan het Interieur geheel en al te herbouwd zóó, ate het naar alle waar- schünlükheid in vroeger dagen te geweest. Een oude balkenaoldering, een schouw met witte tegels, een oud schilderü, voorstellende de be- deellng der armen, een kaarsenluchter, een prachtlg-Mkennouten tafel, kortom alles te hier in zoo run mogelüke stülzulverheid hersteld. Hoeveel moeite doet men zich niet vaak om idyllische hoekjes in oude steden op te speu ren I En noé weinig weet men van te|t bestaan van deie hoekjes, deze hofjes, watt een wel dadige, ernstige sfeer hau^t, waar niet* noopt tot haast en onrust, «Sar harmonie in bet leven ligt en blüheid en tevredenheid, die op ieder, die er binnentreedt, aanstonds ate de oude, zware poort zich achter hem gesloten heeft, toegemoet komt! „Geloof en Weten schap” heeft veten Hagenaars een openbaring gedaan toen het hierheen onder de voortreffe lijke leiding van architect van Heynlngen Mlf een excursie organiseerde. Hier ligt een stuk echt-Hollandzch stedenschoon, geboren uit een echt-Hollandsche opvatting van den plicht der liefdadigheid jegens den ouden medemensch. N. Hp. mü eerst vUf en twintig zllverstuklten.;.. Ik kan dan hier reeds mün medlcünen koopsn. Er is haast.... Het leven is kort.... Ik bsb de kruiden niet bü mü- Geef mu nu eerst ds zilverstukken. GU zult leeren van deze dekte van uw zoon, au zult er van teem.... Ik heb van ziekten ook veel geleerd..,.” hier In iteh van oud-Den Haag ligt, een «tuk atadeachoon, dat van de honderd geboren Hagenaare er mogelük niet Mn ooit goed heeft bekeken? Hier liggen niet ver van elkaar de oude Haag sche hofjes, gedeeltelük nog In hun heel oor- apronkelüken toestand, gedeeltelük zóó geres taureerd, dat sU. met behoud van hun atülvol karakteristiek, meer moderne gerlefelUkheden bieden aan de oudje*, die ze nog heden ten dage bewonen. Tot de eeikte groep de hofjes, die nog ge- ,.heel in hun oor*pronkelUken staat bleven be hóórt het Holje van Nieuwkoop, soo genoefijd naar den stichter, die eigenaar was van de heerlUkheden Nieuwkoop, Achthuizen en Noor den. Het Hofje van Nieuwkoop werd gebouwd in de tweede helft van de zeventiende eeuw naar het ontwerp van Pieter Post. Aan de Prinsen gracht gal een groote monumentale poort, die den eentonlgen buitenmuur brak, toegang tot het inwendige. Engelenfjguren. die men nu nog ziet, hebben eens de wapenschilden gedragen van den stichter en sün gade; in den tüd der Frgnsche Revolutie echter vielen deze wapen schilden ten offer •aan de algemeene razzia tegen alles, wat van adel was or aan dên adel herinnerde. Thans blüft de groote poort ge sleten en te de ingang aan de Warmoezlers- straat. Bü *t binnentreden van het hofje treffen het eerst en het meest de stilte en de rust, die tus- schen deze pittoreske nulsjes hangen. De gevel tjes doen wel wat somber aan. doch de fleur van het tuintje, waarin naast floxen, geraniums en margrieten hier en daar heel gemoedereerd erwten en boonen ópschieten, laat toch van het geheel een vrlendelüken Indruk achter. Hier pruRen in den gevel aan het stülvolle regenten huis nog wêl de wapens van den Heer van Nieuwkoop. Zestig oude vrouwtjes zitten hierin deze klei ne woninkjes samen. ZU hebben ieder een ka mertje, een bovenkamertje en een zoldertje tot hun beschikking. Ze beredderen allen hun eigen huishoudentje, koken hun eigen potje en ge nieten zooveel gezelligheid, vrübeld en onaf- hankelükheld ate vrouwtjes van hun leeftüd maar begeeKn kunnen. Niet ver van hA Hofje van Mteuwkoop ligt, aan de Varkensmarkt, bet HooItsBof je. Ook dit doet een tikje somber aan. Het te ook wat klei ner. Hooge deuren geven hier toegang tot de kleine huisjes, die ook geheel in hun oorspron- kelüken Lodewük XIV-stül sün behouden. Aanstonds heel wat vrlendelüker spreken - andere oude Hofjes dat van Cornelia van Wouw pn dat van den Heiligen Geest. Het eerste ligt aan de Lange Beestenmarkt. geweest. Maar het gespaarde geld deed haar Helaas,” dit vergeten. Wang keek ongerust naar haar koortsig gloeiende gezicht. HU was bang. Want Chaia- We. sün huisvrouw, was altüd rustig en be daard geweest. En nu schreeuwde zü en woel de rond. Ze sou mtesbhlen wel sterven, dacht Wang. Dat zou wel erg voor hem zün. Maar ach, het leven Js kort en eenmaal komt er een eind aan. Ook bü Chala. En wang dacht een dok ter te moeten halen, owee. Een'’ goed dokter was duur. En aoo erg veel geld.... tja. Hü wist precies hoeveel munten In zUn gelakte doosje wen. Mooie, glimmende zilveren mun ten. Hü* gunde zün Chala een goed dokter, maar den goeden dokter gunde hü sün zilver stukken niet. HÜ keek nog eens naar Chala. Toen te Wang naar Li-Tal-Pi gegaan, den bekwamen ge- nejsheer. Deze heeft Chala onderzocht en toen heb ben aün oogen zorglük gestaan. „Wang-Lun, het leven te kort. Bens moet tiet eindigen. En voor Chala te nu het einde gekomen." „Wee mü.” antwoordde Wang, „en Ml uw kundigheid de gezondheid van Chala mün vrouw niet kunnen redden en doen weder- keeren..,.?” „Vele krulden wassen er, Wang-Lun. Slechts één zal haar kunnen redden.... misschien.... Ik zal doen wat in mün macht te.” Wang keek treurig. En hü rekende.... .JDoe wat ge kunt, vader der wetenschap. ate ge haar geaond maakt, zal ik u honderd zilverstukken geven. Als ge haar niet gezond maakt, doch sterven laat, zal ik er u vüftlg geven.” Wang-Lun zit weer onder het bamboes- prieeitje en mümert. Hü draagt een wit gs- waad. Chala te van hem heengegaan. Hat leven te kort.... Ll-Tal-Pl kotnt den stoffigen weg af en dan staat hü ineens voor Wang.... „Ik groet u. Ban de droefheid uit uw hart. Het te onmogelük tegen de beschikking ie strüden. Ge n»oet man aün." r „Vader der wetenschap, Ik weet het,” ant woordt Wang en kükt ver over het watervlak. „Wat wilt ge met mü bespreken?” „Sta mü toe. Wang-Lun, uw geheugen te helpen. Ais ge terug gaat in uw gedachten, tot voor drie weken.toen was ik voor het eerst bü uw Chala. En, als ge het mü permitteert, toen spraken wü....” „Ik weet het,” sprak Wang en knikte. „Ik weet het, wat ik u zelde.” £860.000 uitgegeven worden voor de aan te koopen perceelen. Het zün de koeten van onteigening welks te Londen groote plannen tot stadsverbetering en straatverbreedlng menlgnjaal doen mislukken. Het duurt immers vaak zeer lang vóór de leeg gekomen terreinen verkocht, of de daarop ge bouwde hulzen verhuurd worden. Bovendien zün meestal de prüzen, die bü onteigening be taald worden, aoo hoog, dat de gemeente niet hopen kan de koeten ook maar eenlgszins goed te maken. Verder wordt bü straatverbreedlng een groot deel van de terreinen, waarop de hul zen gestaan hebben, bü den weg gevoegd. Dit vertegenwoordigt steeds een zeer aanaleniüken schadepost. Zoo bedroeg de waarde van het terrein, dat over een afstand van ruim 300 me ters bü den. weg gevoegd werd, £220.000. Het gemeentebestuur heeft evenwel gemeend veel te moeten wagen om Iets te kunnen win nen. De waarde van den grond aan de ver- breede straat liep snel op, en voor de winkel huizen en 11818, welke de gemeente daar bou wen liet, kunnen thans huurprüzen gevraagd worden, veel hooger dan die welke eenlge jaren geleden betaald werden. Het gevolg hiervan is dat niet alleen de £330.000, welke het aan den weg toegevoegde terrein gekost heeft, vol komen gedekt zün maar dat het heele werk de gemeente waarschünlük geen penny kosten zal. *t is zelfs mogelük dat *r nog aan ver dienen zal, maar In leder geval heeft zü de £1.000 000 „erul|”. - Zü past hetzelfde experiment thans op an dere straten toe; deze werden verdubbeld en verdrievoudigd In breedte. Bouwgrond ter waarde van tienduizenden ponden wordt ver» breed, maar de nieuwe hulzen aan de ver- breede straten en wegen worden gekocht of verhuurd nog vóór zü gereed zün, en aange zien er thans maar één verbreede straat Is, waar nog huizen onverhuurd staan,ziet *t er naar uit dat de inderdaad indrukwekkende modemlseering. welke Brighton ondergaat, en welke nog jaren lang zal voortduren, de ge meente geen penny kosten aal.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 10