I
EEN APENGESCHIEDENIS
I
I
I
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel
Plaats een „Omroeper
gezinnen
80.
wsW;
voor
ir
i Of
1
DE TEEKENLES
EEN WEDDENSCHAP
I'
PROBEER DIT OOK EENS!
OM TE KLEUREN
“FsiV-
p'
.7
fiKi
r-
T
F
'al
r
w
M
FOTOREPORTAGE
Woensdagmiddag moest een boom In
CEDA
zal
verscheen.
verwonderd,
f
V
ri
-J*—-
f
I
t
1
Lu
vai
he
de
tal
«g
het
ech
ras
alle
de
op
«e»
D
sier
vruc
vru<
waa
Van
niet;
nlnk
den
veld
Het tiende Ziekentriduum te Maastricht h deze week gehouden. De
zegening der zieken in den tuin der Eerw. Zusters Franciscanessen
de
ove
Z
son<
ond
hee
IWi
tui:
doo
1 s
kee
ren
assi
De vorige week heb ik fijn een kwartje
verdiend en nu wil ik jullie ook even leeren
hoe Je dat kan klaarspelen.
Het gaat om een weddenschap en mln-
schien kan Je er je vader of moeder wel
toe krijgen om die met je aan te gaan
Professor Geit noodigt één van zijn leer
lingen uit op het bord een teekening te
maken.
De leerling is een eerstbeginnellng en
professor helpt hem dus op weg, zooals t
betaamt.
Daartoe dienen de cijfers.
Neem pen of potlood, zet de punt op cij
fer 1 en trek vervolgens de lijn naar alle
opeenvolgende cijfers, tot en met nummer
46. Je krijgt dan een schoon stuk werk.
•Probeeren jullie dit ook eens?
ontbood mij weer aan zijn hof en gaf mij
twee witte olifanten cadeau.*’
„Hé, oom, waarom hebt ze niet mee
gebracht?” riepen we allemaal tegelijk.
„Jongens, ik had ze in mijn valiesje ge
stopt, maar bij de douanen heb ik ze
moeten afgeven, omdat je geen olifanten
naar Nederland mag smokkelenI"
voorzichtig er uit konden trekken. Ze be
gonnen te wringen en te slaan én slaagden
er niet in de noten van hun pooten te krij
gen. Zoo sprongen ze dus onder kwaad
aardig gekrijsch weer terug naar hun eigen
verblijfplaats, want zooals bijna alle dieren
hebben ze angst voor de plaats, waar hun
iets is overkomen. Ze vluchtten dus weg
en kwamen er niet meer terug.
De regent was overgelukkig met den
goeden uitslag van mijn onderneming. Hij
Tegen den hevigen storm van 1---w - -
het Leidscheboschje te Amsterdam het afleggen, hetgeen het verkeer
voor do voetgangers niet ten goede kwam
Het gaat er om, een gepeld el door de
hals van een flesch te doen gaan, zonder
dat het ei breekt en zelfs zonder dat je her
er in duwt of ér zelfs maar aan komt. 1
Dat lijkt natuurlijk ónmogelijk en als je
voorstelt om een kwartje te wedden is er
allicht iemand, die de weddenschap aan
neemt.
Ik zal je nu even leeren, hoe je hem dit
leveren kunt.
Je neemt een flesch liefst met een
beetje wijden hals steekt een stuk pa
pier aan en stopt dit al brandende In de
flesch. Daarna neem Je een half zacht ge
kookt ei, dat je van te voren reeds afge
peld hebt en zet dit boven op den open
fleschhals, maar zóó, dat de flesch herme
tisch, dat wil zeggen: luchtdicht afsluit.
Daarvoor knijp Je het ei onder het opzetten
een beetje samen, zoodat je het met zijn
punt als het ware er in stopt.
Omdat het brandende papier de zuurstof
in de flesch opgemaakt heeft, wordt het
el door den luchtdruk van boven in den
hals van de flesch gedrongen en nadat het
langzaam een langwerpigen vorm heeft
aangenomen, glijdt het zachtjes aan naar
beneden in de flesch.
geldstuk kunt verwijderen, zonder natte
vingers te krijgen.
Ze zullen het op aHerlei mogelijke ma
nheren probeeren, maar' ’t zal hun niet ge
lukken.
Maar je wijst hun wel even den weg.
Leg een stukje kurk In bet water, plaats
er een paar lucifers en stukjes papier of
een kaars op, steek die aan en zet daarna
voorzichtig het glas overheen.
Heel gauw zullen de lucifers en papiertjes
verbrand zijn, maar tevens sul je zien, dat
het water op den schotel of het bord bin
nen het glas is, terwijl het geldstuk is
achtergebleven.
Dit komt, doordat de warmte de lucht ia
het glas verdunt en later door de afkoe
ling weer samentrekt. Door de drukking
der lucht aan de buitenzijde zal het water
binnen de wanden van het glas worden ge
perst.
l
1
1 r Un oom Antoon uit Indlë Is bij ons I ze
[yl gelogeerd en eiken avond zitten te
met a>n allen om hem heen en
dan begint’ hij te vertellen. Gisteren deed
hij het volgende verhaal:
„Ik was,” zoo begon oom Antoon, „In
Calcutta op den terugweg van een reis In
midden-Indlë, waar ik jacht had gemaakt
op groote roofdieren. Op een morgen kreeg
ik een boodschap van den regent van In-
dië, met het verzoek of ik even bij hem
■wilde komen.
Zoodra ik voor den regent
sprak bij:
„Hoort V eens, mijnheer Loman, er ls:ln
heel Indlë maar één man, die ons kan
redden en dat bént Ui”
Ik vroeg natuurlijk heel
wat er dan aan de hand was.
Tóen vertelde hij mij, dat een gehucht,
een 12 KM. van Calcutta verwijderd, als
*t ware geteisterd werd door apen. Bij hon
derden nestelden zij zich in de boomen en
in de tuinen en drongen zelfs tot In de
buizen door, waar ze alles stalen en ver
nielden. Verscheidene families zijn zelfs uit
hun woningen gevlucht Nu is de zaak om
om de vruchten er uit te halen. Maar Ja
wel hun apenverstand zei hun niet, dat,
als de poot er In kon, ze hem ook weer
Leg een geldstuk op een bordje en set
er een omgekeerd wijnglas naast Doe
nou net zooveel water op het bord, dat
het geldstuk er precies door bedekt ia.
Nu moet je eens aan je vrienden vragen
of zij je ook kunnen zeggen, hoe je-het
naar het bosch, waaruit ze eiken avond
te voorschijn komen, terug te drijven, zon
der de beesten kwaad'te doen, want, zoo
als U weet, IS de Indiër erg bijgeloovig en
denkt, dat er in een aap de een of andere
godheid hulst. Dus, mijnheer Loman, het
gaat er hier om, de apen te verdrijven,
zonder den inlander in zijn 'gevoelens te
krenken."
„Als uwe Hoogheid het veroorlooft,
ik vannacht al beginnen," zei ik.
„Wat wilt V doen?” vroeg weer de re
gent.
„Ik wil ze een les geven, die ze hun heele
leven zulten onthouden.”
„Als u mij maar belooft, er* geen enkele
te dooden.”
„Ik denk er niet aan,” zei ik, „laat
alles maar 'aan mij over; als U mij maar
laat 'bezorgen wat ik noodlg heb."
,X>. mijnheer Loman, wat ben Ik V
dankbaar! Wilt wel gelooven, dat ik nipt
meer kan slapen van zorg over deze ramp.
Natuurlijk kunt U over alles beschikken,
wat U verlangt.”
Ik nam dus afscheid van den regent met
de verzekering, dat h(J mij nog denzelfden
dag duizend leege cocosnoten eb een paar
honderd pond fruit zou laten bezorgen.
Het heele plan had Ik al in mijn hoofd
klaar. Ik bestelde een grooten vrachtauto
en toen de cocosnoten en de vruchten be
zorgd waren, begon ik met een paar be
dienden van het hotel, waar ik logeerde,
aan den arbeid. Ik maakte in elke noot *n
gat, zoo groot als een rijksdaalder en deed
er twee of drie vruchten in. We waren er
net tegen den avond mee klaar en toen
alles in den auto geladenwas, gingen we
op weg naar het beruchte, dorp.
De cocosnoten werden onder de boomen
gelegd op alle plaatsen, die door de apen
onveilig gemaakt werdeq.
Nu ging ik ih den auto zitten om te
wachten op de dingen, die komen zouden.
Het was nauwelijks heelemaal donker,
toen de apen kwamen aanspringen, zoo
vroolljk en blij of ze een lot uit de loterij
gewonnen hadden.
Zoo gauw ze de cocosnoten In de ga
ten kregen, gingen zij er op af, draaiden
ze om en om en toen ze hoorden, dat er
iets in zat, werden ze nieuwsgierig. Ze
wrongen hun smullen poot door de opening
en
kei
set
r
i - ."f*. V*
Kijkje tijdens het défilé der lande
lijke rijvereeniglngen op het con-
eours hippique te Hoofddorp, dat
Woensdag gehouden is
Ia 4
M W