Als ’t groote kaerels zijn a ■Tb Ca. MS- Een mooie Ceintuur WIJ LEEREN SCHAKEN H H r AB TOOI o WIJ MAKEN ZELF EEN JABOT Saaie gasten B S S E H 8 i i Openingen Modern en uiterst goedkoop Heelemaal niet moeilijk II H I t Voorkomen beter dan genezen BRABANTSCHE BRIEVEN ouwe herinderingskes Narrenmat i. n—b a. g3—g4 Oefeningen om mat te zetten - - Het Herderemat v f'-' m OPGAAF N* 3 f Wit begint en geeft mat m één wt. enz. OPGAAF No. 3 enz. l b d K Wit begin en geeft mat in twee letten. wel EINDSPEL VAN H. WEENINK MARYE. i achteren met zijn Utmier, i tot aan a7—aB d7xcB eöxd4 Dd8xd4 Het Narrenmat la de kortst mogelijke mat voering in de opening. 1. KR 2. Kf2 3. Ke3 4. Tel mat alleen hopen e7 e5 DdBh4 mat Kd2 Kdl Kei Ut. DRE. Zwart tfl—sB pm—ce pgA-re Pf*xe4 RfB—e7 Pe4—dB b7xc6 FdB—b7 0-0 Pb7—c5 Pc5—efl PeBxd4 cB—cB Genoeg van die gekheid I -- Wtt 1. e3—e4 3. Pgi—ra B.Rfl—M A 0-0 d3—d4 B. Ddl—e2 7. RbfixcB A <Mxe6 a. Pbi—c3 10. Tfl—el 11. pra—d4 12. Rol—e3 12. Re3xd4 A 4 Rb5xc« 5. d2—d4 DdlXdB 7. Pf3xd4 De kiepen bleven ’n uur langer op stok. Ze waren abuis, deur den donkeren dag. Blek bleef in z’n hok. Mee "n bietje verbazing In s’n trouwe hondenoogen had ie zitten kijken naar zijnen naakten baas, die daar zwierde in den gieterenden notenleer. Blek wéét altu als *t Zondag 1st HU dee dus, sjuust als Trui daarstraks, en keerde s’n eigen nog *ns om. De clou van dit geestig eindspelletje is, dat de koningen van plaats moeten verwisselen, waarna de zwarte konlng mat wordt geset. De oplossing Is: 1. e2—e4 e7—e5 2. Rfl—c4 Rf8—c5 1. Ddl—hi (Ddl—f3) Pb8—c«? 4. Dh5xf7 mat (Df3xf7 mat) Wat had zwart op den 3n. zet moeten spelen, inplaats van PbB—c6?? Van bevriende stjde ontvingen wü een aan tal eenvoudige en ingewikkelder eindstanden, waaruit wü gaarne nu en dan een greep zul len doen. Het zijn geen ingewikkelde proble men. maar gewone eindstanden uit gespeelde partüen. Oplossingen worden de volgende week be kend gemaakt. Men aende geen oplossingen in. Ken breed gestreept complet in blauw wit marocain. De halve mouwtjes van de een voudige japon, waarvan de eenige versiering bestaat in het dwars genomen lange vest met de groote bloem, doen tevens dienst al» mantelmouwen. De ceintuur is lakrood gedacht, de platte stroohoed^effen donker* blauw of wit De Spaansche partu werd in de 15e eeuw door Ruy de Slgura Lopez, Pastoor te Zapra in Spanje, een der grondleggers der schaak- theorie, sterk op den voorgrond gebracht, waar om de opening Spaansche partu ot Ruy Lopes opening genoemd wordt. Er waren perioden, dat de Spaansche partU de meest gebruikte opening, ook op wedstrijden was. 1. e2—e4, e7—e6 leidt niet Spaansche partu, zooals wü toonen. Thans wordt op 1. e2—e4 geantwoord met c7cB c7—c5 (Slclllaansch), enz. liefhebber is van tennissen en die niet voor heeft ^gebracht met zUn elndelooze uitweidin gen FT5 ot nu toe was het aUes ParUs, wat de klok luidde op het gebied van de mode en gehoorzaam aan zUn roep maakten we, wat ParUs ons voorschreef. Dit jaar echter hooren we tusschen de Parüsche klokken het geluid van de Weensche, al is ’t nog vaag en schuchter, maar toch wie goed luistert hoort ze. Weet u, dat dit het geheim van modern ge kleed gaan is? De nieuwe klanken, die zich be scheiden aanmelden, opmerken en dan één- twee-drle gehoorzamen natuurlUk. Want het volgend jaar galmen de Weensche klokken mis schien nog wel luider dan die van ParUs, maar dan hoeft u aan dien dwingenden roep geen gehoor meer te geven. U hebt Allang gemaakt, -wat ze nu fluisteren en het volgend jaar be velen: u was de mode nét eventjes vooruit en dit is de kunst. Daarom ga ik u hier het model geven van een echte oostenrUksche „dirndl”-ceintuur. De „dirndl” is de nationale dracht van de Oosten rUksche vrouwen en meisjes. De ceintuur is het onderdeel ervan en regelrecht uit de OostenrUk sche bergen in het lage landje bü de zee neer gestreken, om ook hier de taille van de jonge meisjes te versieren. In de Weensche winkels liggen ze voor twee A drie gulden te koop, maar hier maken we je self voor drie dubbeltjes, luistert u maar. I We koopen singel-band: rood, geel, groerf. blauw, naturel. Wilt u een groene jurk opfleu ren, hebt u een grUs rokje met een wit blousje een roode ceintuur erop maakt het geheel tot iets aparts. Laten we dus aannemen, dat u een roode wilt hebben, dan snuffelt u natuurlUk eerst bU uw wol-restjes om te zien of u nog wat hebt, ik denk wel dat u nog een paar draad jes rood en beige hebt en dan een kluwentje, het mag zelfs een klein kluwentje zUn, groen, wit en blauw. Dan koopt u het band en zes haakjes en u zoekt een leerwinkel op, om heele kleine stukjes leer te koopen en u bent klaar met uw inkoopen. En nu begint het. Neem van het band de ver- elschte lengte en deel dit in vieren. Steek op leder vierde deeltje een speld, dan weet u dat daar de hartjes komen. Die maken we van leer. Wt het groene kelkje (de drie bovenste draad jes) komt het blauwe bloempje: tusschen de groene draadjes beginnend, zes evenwüdlge draden schuin naar boven en daarop het ster retje. Dan komt de edelweiss. Die krUgt een touw- kleurig steeltje en touwkleurige blaadjes. Het steeltje maakt u van gewone steeksteeltjes, het blaadje zooals de blaadjes van de gentiaan. Het bloemetje is wit en heel eenvoudig te taaken zooals op de teejeening wel te zien is, het hartje is van dezelfde wol waar het tteel- tje van gemaakt is. Pronkt de edelweiss naast de gentiaan, dan is dus dit motiefje klaar en volgt op de ceintuur het hart en daarna weer bloemetjes. HlerbU zet u de gentiaan ln het midden en maakt de edelweiss aan weerszijden zooals het op de tee- kening aangegeven is, maar nu met de edel weiss aan den anderen kant. Ziezoo het bor duren is klaar. Voor de sluiting zetten we drie groote haken (van gewone haken en oogen) aan lederen kant tegenover elkaar, vastgehecht met roode wol of D. M. C. garen. Daartusschen kruist u een rood koordje en ook dit is klaar. Het geheel moet nu nog gevoerd worden. Daar kunt u eigenlUk voor nemen wat u wilt. Een beetje stevig katoen van een jurk is heel geschikt. En als ook dit er op zit, is uw cein tuur klaar en u hebt de mooiste en meest mo derne Jurkversiering, die u zich maar wen- schen kunt. bt Kleer-wakker nou. na t leste geknot» van de smakkende vruchtbollen, verlangde-n-ik naar den stormenden buiten, die om m’n huls- ke stond te spoken. Kneep in m’nen rechter vuist,'spande de spierenJah....l De rlm- metiek was eruit. Trui sliep lochtekes nog. Ros van den ge zonden slaap blonk ze onder 't witte mutske, dat 'n bietje dwaas op *r ééne wenkbraapw stond verschoven. Toen roosch den koperen ketting rollend deur 't uurwerk en de slagen vielen raauw op den stillen duister, uit de steertklok naast de bedstee. Zes uren. Ik luisterde naar den bulten. *n Vette bui klatete malsch op eerde. *k Hoorde t water in papkes uit den notenleer kliederen, telkens als in 11 stormvlaag den kruin z’n eigen afschudde van *t overdadige water. Kitslg kroop *t Zondagsgedacht op m'n vél. Zondag! Laat maar sauzen! En op t lest drup te den malschen saus als geluk m'n zielement vol, tot in d* uiterste toppen. Maar nou wllde-n-ik "m voelen ook! Er uit! Voelen smakken op m’nen rug. Voelen ziggelen over m’n schouwers. Voelen spetteren op m’nen kop! Er uit! Nonde. de broelwarmte uit! Maar Trui....! Die moest slapen blUven! t lukte. Trui bromde iets, t was onver- tw r zUn gasten, die opgeld doen en die overal welkom zUn, en er zifn gasten, die alleen gevraagd worden, als de gastvrouw er met geen mogelUkheid af kan. Het is lang niet altUd doenlijk, dat onge- wenschte gasten onkundig blUven van het feit, dat men hen eigenlUk liever niet ziet, en meer darueens zullen zU zich in stilte met pifnlUke verbazing hebben afgevraagd, wat toch de re den kan zijn,, dat anderen zooveel meer succes oogsten. BV al wat men zichzelf zooal af- vraagt, is er gewoonlUk één ding dat glansrijk over het hoofd wordt gezien en dat is de vraag: Ben ik soms ook vervelend? Er zUn heel wat hoedanigheden, die men grif zal willen bekennen, maas saaiheid is daas niet onder. Met saaiheid gaat het als met paddenstoelen, terwü! gU niet oplet, woe kert het voort en vóór gU erop bedacht zUt, is uw populariteit ondermhnd. Wie kent den gast, die een hartstochtelUk rust hV een heel gezelschap schier tot wanhoop -gebracht met zUn elndelooze ultweidln- gver den laatsten wedstrijd, die door nle- 1 van het gezelschap is bjjgewoond en waarvoor niemand meer dan een vluchtige belangstelling heeft. Wie heeft niet wel eens op spelden gezeten, als, een gast, bekend om zUn saaiheid en ge ringe oorspronkelijkheid, een langdradig ver- Ken keurig hoedje voor op reis! De omgebogen rand geeft prettige beschutting tegen al te felle sonmestralen WU gaan als volgt te werk: van een oud dun lapje knippen wU langs den omtrek van een ontbijtbordje een mooie rondte. Uit het midden Knippen wU een cirkel met een doorsnee van ongeveer 10 cM. Vervolgens knippen wij een derde of een vierde van de rondte er uit (langs sttppellUn). Trekken wij nu de lUn a-b recht, dan vallen er vanzelf klokjes in. Nu hebben wU een patroon, dat van de stof wordt nageknipt. Zetten wU twee aldus verkregen strooken schuin langs een V-hals, dan hebben wU al het begin van een jabot. De volant moet nog afgewerkt worden. Hier toe dient het gevouwen schuin geknipte paspel- band dat met tie goede zUde (scherpe vouw) op de goede zUde van de strook wordt gelegd, te- gengestlkt, omgeslagen en van kleine steekjes tegengenaaid. WU kunnen ook als volgt te werk gaan. Een schuin geknipte reep papier wordt Ingeknipt, waarna de reep zoo wordt neergelegd op de stof, dat de Inkepingen zoo wUd mogelUk open liggen WU nemen eerst een vierkant (dat dus langs alle zi/den even lang moet zUn). Vou wen punt a op punt b, zoodat wü een drie hoek krUgen, dien wij langs de stippellUn door knippen. Een tweede stippellUn wordt aange bracht op 10 of 15 c.M. afstand. Vervolgens wordt de reep tusschen beide stippellijnen af geknipt. In die reep geven wU knipjes tot bUna bovenaan. Vervolgens leggew wU de rondgetrokken reep op de stof en knippen langs de stippellUn. WU krUgen nu een mooie klokkende strook. Op een glad reepje glasbatist kunnen wU verschillende van die eindjes strook dwars op hechten of een dubbele strook ter weerszijden aan een smal bandje met nerfplooitjes zetten. Wij kunnen ook twee groote strooken van 30 of 35 c.M. lang en 40 cM. wUd dakpansgewUze over elkaar laten vallen (de voorste korter dan de achterste) en van boven met een platten strik afwerken. WU kunnen organdie met smalle valenclenne- ksntjes afwerken. WU kunnen van organdie en van piqué aar dige corsagebloemen maken voor mantel of japon. gevoel: „1 Zondagsche pak weer in eere en we souwen teruggeraken naar wat ouwerwet- sche degelUkheld en ouwerwetschen rust, die den mensch tot meer bezinning en dus weer bU O. L. Heer ook brengt! Maar, jah 1 In leder geval: den Dré had 'n geldige reden tot kerkverzulm vond ie en den Joep liep te vrUen in *n paar schoenen, waar ie dwars 1» kost staan! Maar t te allee goed gekomen, harre! Den Joep te evengoed aan de vrouw gekomen mee s’n Charlie Chaplin-voeten en den Dré alles, dik in orde, man! Maar nou staat mUnen stoel al lang alleen in den duister van den Zondagmorgend, daar ln Trul’s mooie kamer! Ligt er maar éenen horloge op de blinkend geboende tafel. Rn *k heb nog dikwUte *n bietje verlangd naar dat Zondagmorgenkrakeel, waar ik vroe ger, wel *ns duvelsch om kost worden....! „Hier! Do’s mijnen zakdoek!'* „Waar te den mUnen dan?” „Heb ik *m soms?" „HU hee-t „Geef öp, gUT’ .Asteblleft van Epecheutenl” „Vullen sjandoedel, ge hebt "m al gebruikt!” „Mot ik jou soms vragen, wanneer Ut m'n kokkerd mag snuiten?" „Denkte gU da "k jouw vuiligheid ln mUnen zak steek?" .Daar te anders nle mee geknoeid, borrel" „Moedérrll” Dan kwam Trui er bU- Of: .Buffert. gU hebt mUnen loge aan!" „Buffert??" .Kever dan!" „Zegt da nog .Kever!" Dan kwam ik er fuaachen. En wilt ge gelooven, amlco, als Ik *8 Zon dags in den vroegen, grUsen morgend, soo in m'n eentje mUnen stoel sta uit ta klee jen en 1 Gisteren Zon- dagmorgen wierd ik FAM wakker van 1 lawUt pa flEHSigy *h van 'n schot op I T 11 f de blinden. Mee da "k overend zou gaan uit den wannen beddekuil, vrong 'nen pUnlüken scheut deur h>Unen rechterschouwer. M’nen asem snee er v*n af. En Tt viel terug in den donzen put van ’eerenwarmte, die binnendrong tot in m’n bloed. Al-mal! Da’s goeie. Efkens blUven Uggen soo. de rimmeUek zonk ln de pluimen van t broeiwarme nest. Ik kreeg m’nen asem terug. Den tik van de steertklok ritselde weer weg in den duister vhn den vroegen Zondagmorgend. die schrielekes schemerde deur 't bovenlicht van d’achterdeur naar den erf. Klots, klots! Weer zoo’n knal-lawUt, nou op den deksel van de regenton. Storm vlaagde deur den notenleer. Kanjers van okkernooten, n°B ln groenen bolster, zwiepten van de gie rende takken, zwaar van t natte geblaart. Van 1 drUfnatte geblaart, wat ik verstond uit de regen, waarmee den reuzenkruin deur de tocht •leurde. raag- en manchet-gamituurtjes van fleu rig genopt, gebloemd, geruit of gespikkeld organdie zUn aart cle orde van den dag ZU staan vroolUk en frisch en vormen een onschatbaar hulpmiddel om van een simpel ja ponnetje een meer gekleed geheel te maken. Glasbatist, crêpe de chine, kunstzUden of ka toenen jcloqué zijn de meest gekozen stoffen. Zelf makenOch, denkt menige huis moeder, Je krUgt toch nooit dien mooien plooien- val. het ziet er toch nooit zoo echt uit als die ccnfectiemodellen en dan hoe moet Je er mee aan? Hoe krUg je zulke leuke klokjes ln een strook? Het lUkt allemaal vreeselijk moeilijk en inge wikkeld en het is héélemaal niet moeilijk' Zelf maken schenkt niet alleen een groote voldoening, maar het is véél en véél goedkoo- per. Van een halven-meter organdie voor 45 ets. kunnen wij met behulp van een kaartje paspel- bend A 15 ets. twee aardige Jabots maken. En waar vindt gU een modernen organdie Jabot vcor 30 ets.?! m’n eigen aan te kleejen, da Tc dikwUls terug denk aan die drukke jaren van her? Sode- jabel *twas tóch plazierig, al dat jonk goed, driftig vat) levenslust, om oe henen te hebben. Ge kost er ook soo dikwUls mee lachen! En.... ge kost *t bAAs! Ge kost t in de rails houwen! Later, als *t groote kearels zUn geworden, als er moeilUkheden op hunnen nek vallen, bekans te zwaar veur *nen mensch, als ge dut als ouwer soo geren de vracht zou aftillen van den gebogen nek van oew eigenste kind, dan ja. dan kunt ge die vracht zoo dikwUls nie baas! Dan moet ge 'r bUstaan mee oew arms slap langs oew 1UL als oewen jongen daar ge bukt gaat onder zUn vracht, die ge, God- dankend. soudt willen ovememen op oewen eigen nek, al moest ge *r onder bezwUken. In zulke tüen is t dan nog veul stiller ln huls, als Ik daar alleen bU mUnen stoel sta. die overschoot uit den heelen kring om dn mooie, gepolitoerde tafel, met de portretten er op nou van de kinder» en klelnklnders, net jes deur Trui opgesteld, op den gehaakten looper, die terugspiegelt ln t blinkend tafel blad, of le drUft op olie. Dangenog. Vol. *k Had oe willen schrUven, hoe wU den regen- sondag van kleine malsche stukskes hebben opgefréten. mee wat Gouwen Koeiplazler, maar *k was vol veur ik t wist. Ochja, die ouwe herinderingskes. Den mensch lijmt uit die scherfkens zoo geren *n mooie vaas van geluk, om die dan zorgvuldig te plaatsen op *t eereplekske van s’n huis: op de mooie tafel, tusschen de por tretten van de klnders bUvoorbeeld.... Tot de naaste week dus maar! Veul groeten van Trui en als altu geen haarke minder van oewen Iemand, die de kunst ver staat, geestig te vertellen vermag een heel gezelschap bezig te houden met de meest onbeteekenende voor vallen, maar iemand, van wiè(n) de saaiheid afdruipt als re^en uit een lekkende goot, bespare ons zUn of haar kleurlooze verhalen! Pas op, dat gU geen saai heid cultiveert. Zet u schrap, verweer u met hand en tand tegen laksheid, hoe moeilUk het u ook moge vallen, want laksheid is de wegbereider voor saaiheid. haal begon over zUn jeugd, die u heelemaal niet interes seert. Wie kent niet den gast, die altUd vervalt in langademi ge verhalen over haar fami lie, die gU nooit gezien hebt en vermoedelUk ook nooit zult zien of die andere, die iedereen die het hooien wil en niet hooren wil onthaalt op de UselUke verhalen over de 1001 ziekten, die zU ge had heeft, had kunnen hebben en nog denkt te krUgen I Alle zetten van zwart waren gedwongen, d wz. zwart had geen keus, doch slechts één zet ter beschikking. In een kersaak hebben ze heek vellen, waar stukjes aan zitten, die volkomen waardeloos zUn, behalve voor u, omdat u zulke bescheiden wenschen hebt. Het hoeft immers niet grooter t zün dan drie van die hartjes, die ik hier voor u geteekend heb. U maakt ze natuurlUk door eerst een papiertje dubbel te vouwen en dan de helft van het hartje er op te teeken.n. Als u het uitgeknipt en open gevouwen hebt, kunt u den verkregen vorm op het leer leggen en hierin uitknippen. De kleur nemen we groen, eigenlUk moest het blauw zün, want een hart moet trouw zün, is t niet? Maar groen staat zoo leuk, ziet u. We naaien ze er op met roode wol. Dan komen daartusschen de bloemetjes. Dat zün echte Alpen-bloemetjesgentianen en edelweiss, om u ervan te overtuigen, dat de ceintuur zóó uit Weenen komt. We beginnen bü het begin: dan krügt u eerst een gen tiaan en aangezien die als fleurige blauwe plekjes op de Alpen-weide groeien maken wü ze ook blauw, op mooie groene steeltjes. Dit is het groene gedeelte: Met een dubbelen draad maakt u de blaadjes op de volgende manier: Geenen pompzwengel krütte nog deur den morgend-van-peerten. Deur den zilveren Zondag, die lük gordünen van blanken koraal over ons dorpke neerhong van den lagen hemel. Geen blind had ik nog hooren afdoen, t Dorp stond onder ’nen glazigen stolp van zilveren, ruischende stilte. Prontjes lagen de Zondagsche spullen op 'nen stoel in de mooie kamér. M’n pak op ’n houtje aan den stoelleuning; op de zitting m’n ..goeie” hemd, frontje, opgevouwen zak doek, die ruukt naar den blük en m’nen kerk boek. Op tafel t dooeke mee den gouwen- horloge-van-vaders-nog. Onder den stoel m’n „goeie" schoenen, blinkend gepoetst. Ja zoo te frul! Bénen klomp van goeie zorgen. Zoo hingen vroeger alle Zondagsmor gens alle stoelen vol.... Veur lederen jongen: zünen stoel. En tóch, nog lederen Zondagmorgend kra keel, omdat ze de spullen deur malkaar wisten te wurmen. Toch koet t dan gebeuren, dal onzen Joep, met s’n kleine pooten rustig naar de kerk stapte in den Dré z'n schoenen, maat 47. En dat dan Dré nie naar de kerk koet gaan, omdat den Joep na de Mis glflg vrüen en d'eerste uren in geen velden of wegels te zien was. En den Dré op s’n klompen naar de kerk gaan; op Zondag? Dat kon nle bestaan, amlco! Want ln die dagen (op ons dorpke gelukkig nóg!) had lede ren mensch. van klein tot groot, s’n zondagsch costuum, mee ’nen bühoorenden zakdoek, hor loge, alles navenant! tWas nog verre van de teugenwoordige stadsmode, dat den mensch op Zondag ouwe snullen aantrekt, om te gaan vteschen, te gaan fietsen, te gaan voetballen, te gaan marchee- ren, enz. enz., kortom: van alles te gaan doen, dat mee ’nen Chrlstelüken plazierlgen Zondag geen bal te maken heeft! Ik schrüf dat aoo op, want *k heb dikwUls t T X T U taten hier nog enkele varianten van yV de Spaansche partu volgen. w y oorkomen te beter dan genezen en het V voorkomen van de muggenplaag is beter dan het genezen van de schade hierdoor aangericht. Ziet gü rrbiggen lang van poot aarzelt niet en slaat'ze dood! Nop beter dan de muggenverdelging is het vernietigen der muggenlarven. In vele woningen bevinden zich tal van mug gen in den kelder, die daar knus en gezellig overwinteren. Vooral ln donkere hoeken achter fruit en wUnrekken. achter en onder de kel dertrap hulzen zü- Een practisch middeltje te, rondgaan met een schoteltje petroleum dat men onder zoo’n plukje muggen houdt. Dese raken bedwelmd en verdrinken in de petro leum. f Het spuiten met een Insectendoodend of -werend middel helpt goed, mits men het herhaaldellfk toepast, want vele Insecten gera ken slechts bewusteloos door den damp en de uiterst füne druppeltjes der vloeistof. Kijkt men nauwkeurig toe dan ziet men de muggen na eenlgen tüd weer overeind krabbelen en als zü voldoende zün büpekomen, vliegen zü ®«n poosje weer weg. Sigarenrook bewast als mupgenverdrüver uitstekende diensten maar sigaren- of sigaret tenrook in een slaapkamer te uit den boose! Wind verdrüft muggen, zoodat het Indien doenlük. een probaat middel te om een half uur voor het slapen gaan de slaapkamer flink te laten doortochten door deuren en ramen tegen elkaar open te zetten. Citronella, voor een paar stuivers bü lede ren drogist verkrügbaar. Is, voor wie den geur verdraagt een ander afweermiddel dat echter het zü er bü vermeld niet absoluut af doend helpt. Toch een zakdoek flink ermee besprenkeld vlak bij het hoofdkussen ooge- hangen, een veegje achter de ooren en over het voorhoofd doet vaak wonderen en kan een rustigen nacht verzekeren! En als de muggen ons nu toch te pakken krUgen en büten dan.... moeten wü Vooral de ontstane builtjes niet openkrabben. Den vaak ónverdraaglUken Jeuk kunnen wü bestrijden met wat vliegenden geest (ammoniak) of men thol. Er zün personen, bü wie een gewone mug genbeet opzwelt tot een onrustbarende dikte. Gebeurt dit In den nacht, dan legge men een koud flink nat compres om de gestoken plaats. Een stukje gewaste taf, Billroth taf, helpt het compres nathouden. Ziet een gestoken en opengekrabde plek donkerrood en glimmend en voelt sij pühlük aan dan haaste men zich spoorslags naar dokter of apotheek. Het kan een infectie van geen beteekenls zün. maar het kan in enkele uren tüds een kwestie van leven of dood wor den en dat vermag een leek niet te beoordee- len. door zwart veel (Caro—Kann), met met el—eg (Franach) Ter waarschuwing laten wü hier het Her- Weg met de muggen dersmat volgen, waarvan beginners wel de oo dupe worden. staanbaar en "k tette er nle op 'en efkens later trok Ik m’n flanellen hemd over m’nen kop en.... nam m’n morgendbad nie onder de pomp, maar onder den gieterenden notenleer. Hah! Zóó Gods Zondag over een schokken de vel voelen drüven! In malsche klonters waters op oewen nek voelen patsen! Zoo O. L. Heer zünen Hemel gebruiken als 'nen mal schen douche. Ik voelde den deugd daarvan ln m’nen pit kloppen, ’t Was of d'engeltjes zel- vers met natte varens over m'n naakte schou wers sloegen. Wacht nou efkens onder de pomp ln 't zeepsop kruipen. Dan onder den douche van God! Nou den kop achterover en den mond laten volsausen. En *k voelde *nen koelen stroom onder m’n vel. in m’nen bulk. "kWas als *n blad van de boomen. 'k Wierd deurdrenkt van den bulten. Nou aan den no- tentak zwieren. En m’nen nakenden bast wier ros van deugd. Regen, regen, Lievenheerk-, veul regen astublieft! En *t water, malsch als appelsap, gutste en klutste op m’nen koelen romp, waar 't nat óp kledderde ln stukken! De peerls hongen aan m’n wenkbraadwen. Haakten aan m’n hooghaarkes, waar 1 nat dan weer warm uitliep. Ge kost er nle van scheien! Maar als ik eindelUk weer binnenging, langs 't achterhuis, dan bloeide er ln m’n borst "n vuistgroote blom van dankbaarheid open, veur deuzen peerlenden Zondagmorgen, en "k zee hardop teugen O. L. Heerke: ,-en dat noemen de menschen dan rotweer.”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 9