Als ’t groote kaerels zijn
a
■Tb
Ca. MS-
Een mooie Ceintuur
WIJ LEEREN SCHAKEN
H H
r
AB
TOOI
o
WIJ MAKEN ZELF EEN JABOT
Saaie gasten
B S S E H
8
i i
Openingen
Modern en uiterst
goedkoop
Heelemaal niet moeilijk
II
H
I
t
Voorkomen beter dan genezen
BRABANTSCHE BRIEVEN
ouwe herinderingskes
Narrenmat
i. n—b
a. g3—g4
Oefeningen om mat te zetten
-
-
Het Herderemat
v
f'-' m
OPGAAF N* 3
f
Wit begint en geeft mat m één wt.
enz.
OPGAAF No. 3
enz.
l
b
d
K
Wit begin en geeft mat in twee letten.
wel
EINDSPEL VAN H. WEENINK
MARYE.
i
achteren met
zijn
Utmier,
i
tot
aan
a7—aB
d7xcB
eöxd4
Dd8xd4
Het Narrenmat la de kortst mogelijke mat
voering in de opening.
1. KR
2. Kf2
3. Ke3
4. Tel mat
alleen
hopen
e7 e5
DdBh4 mat
Kd2
Kdl
Kei
Ut.
DRE.
Zwart
tfl—sB
pm—ce
pgA-re
Pf*xe4
RfB—e7
Pe4—dB
b7xc6
FdB—b7
0-0
Pb7—c5
Pc5—efl
PeBxd4
cB—cB
Genoeg van die gekheid I
--
Wtt
1. e3—e4
3. Pgi—ra
B.Rfl—M
A 0-0
d3—d4
B. Ddl—e2
7. RbfixcB
A <Mxe6
a. Pbi—c3
10. Tfl—el
11. pra—d4
12. Rol—e3
12. Re3xd4
A
4 Rb5xc«
5. d2—d4
DdlXdB
7. Pf3xd4
De kiepen bleven ’n uur langer op stok. Ze
waren abuis, deur den donkeren dag. Blek
bleef in z’n hok. Mee "n bietje verbazing In
s’n trouwe hondenoogen had ie zitten kijken
naar zijnen naakten baas, die daar zwierde in
den gieterenden notenleer. Blek wéét altu als
*t Zondag 1st
HU dee dus, sjuust als Trui daarstraks, en
keerde s’n eigen nog *ns om.
De clou van dit geestig eindspelletje is, dat
de koningen van plaats moeten verwisselen,
waarna de zwarte konlng mat wordt geset. De
oplossing Is:
1. e2—e4 e7—e5
2. Rfl—c4 Rf8—c5
1. Ddl—hi (Ddl—f3) Pb8—c«?
4. Dh5xf7 mat (Df3xf7 mat)
Wat had zwart op den 3n. zet moeten spelen,
inplaats van PbB—c6??
Van bevriende stjde ontvingen wü een aan
tal eenvoudige en ingewikkelder eindstanden,
waaruit wü gaarne nu en dan een greep zul
len doen. Het zijn geen ingewikkelde proble
men. maar gewone eindstanden uit gespeelde
partüen.
Oplossingen worden de volgende week be
kend gemaakt. Men aende geen oplossingen in.
Ken breed gestreept complet in blauw wit
marocain. De halve mouwtjes van de een
voudige japon, waarvan de eenige versiering
bestaat in het dwars genomen lange vest
met de groote bloem, doen tevens dienst al»
mantelmouwen. De ceintuur is lakrood
gedacht, de platte stroohoed^effen donker*
blauw of wit
De Spaansche partu werd in de 15e eeuw
door Ruy de Slgura Lopez, Pastoor te Zapra
in Spanje, een der grondleggers der schaak-
theorie, sterk op den voorgrond gebracht, waar
om de opening Spaansche partu ot Ruy Lopes
opening genoemd wordt.
Er waren perioden, dat de Spaansche partU
de meest gebruikte opening, ook op wedstrijden
was.
1. e2—e4, e7—e6 leidt niet
Spaansche partu, zooals wü
toonen.
Thans wordt op 1. e2—e4
geantwoord met c7cB
c7—c5 (Slclllaansch),
enz.
liefhebber is van tennissen en die niet
voor
heeft ^gebracht met zUn elndelooze uitweidin
gen
FT5 ot nu toe was het aUes ParUs, wat de
klok luidde op het gebied van de mode
en gehoorzaam aan zUn roep maakten we,
wat ParUs ons voorschreef. Dit jaar echter
hooren we tusschen de Parüsche klokken het
geluid van de Weensche, al is ’t nog vaag en
schuchter, maar toch wie goed luistert hoort
ze. Weet u, dat dit het geheim van modern ge
kleed gaan is? De nieuwe klanken, die zich be
scheiden aanmelden, opmerken en dan één-
twee-drle gehoorzamen natuurlUk. Want het
volgend jaar galmen de Weensche klokken mis
schien nog wel luider dan die van ParUs, maar
dan hoeft u aan dien dwingenden roep geen
gehoor meer te geven. U hebt Allang gemaakt,
-wat ze nu fluisteren en het volgend jaar be
velen: u was de mode nét eventjes vooruit en
dit is de kunst.
Daarom ga ik u hier het model geven van een
echte oostenrUksche „dirndl”-ceintuur. De
„dirndl” is de nationale dracht van de Oosten
rUksche vrouwen en meisjes. De ceintuur is het
onderdeel ervan en regelrecht uit de OostenrUk
sche bergen in het lage landje bü de zee neer
gestreken, om ook hier de taille van de jonge
meisjes te versieren.
In de Weensche winkels liggen ze voor twee
A drie gulden te koop, maar hier maken we je
self voor drie dubbeltjes, luistert u maar. I
We koopen singel-band: rood, geel, groerf.
blauw, naturel. Wilt u een groene jurk opfleu
ren, hebt u een grUs rokje met een wit blousje
een roode ceintuur erop maakt het geheel tot
iets aparts. Laten we dus aannemen, dat u een
roode wilt hebben, dan snuffelt u natuurlUk
eerst bU uw wol-restjes om te zien of u nog
wat hebt, ik denk wel dat u nog een paar draad
jes rood en beige hebt en dan een kluwentje,
het mag zelfs een klein kluwentje zUn, groen,
wit en blauw. Dan koopt u het band en zes
haakjes en u zoekt een leerwinkel op, om heele
kleine stukjes leer te koopen en u bent klaar
met uw inkoopen.
En nu begint het. Neem van het band de ver-
elschte lengte en deel dit in vieren. Steek op
leder vierde deeltje een speld, dan weet u dat
daar de hartjes komen. Die maken we van leer.
Wt het groene kelkje (de drie bovenste draad
jes) komt het blauwe bloempje: tusschen
de groene draadjes beginnend, zes evenwüdlge
draden schuin naar boven en daarop het ster
retje.
Dan komt de edelweiss. Die krUgt een touw-
kleurig steeltje en touwkleurige blaadjes. Het
steeltje maakt u van gewone steeksteeltjes, het
blaadje zooals de blaadjes van de gentiaan.
Het bloemetje is wit en heel eenvoudig te
taaken zooals op de teejeening wel te zien is,
het hartje is van dezelfde wol waar het tteel-
tje van gemaakt is.
Pronkt de edelweiss naast de gentiaan, dan is
dus dit motiefje klaar en volgt op de ceintuur
het hart en daarna weer bloemetjes. HlerbU
zet u de gentiaan ln het midden en maakt de
edelweiss aan weerszijden zooals het op de tee-
kening aangegeven is, maar nu met de edel
weiss aan den anderen kant. Ziezoo het bor
duren is klaar.
Voor de sluiting zetten we drie groote haken
(van gewone haken en oogen) aan lederen kant
tegenover elkaar, vastgehecht met roode wol of
D. M. C. garen. Daartusschen kruist u een
rood koordje en ook dit is klaar.
Het geheel moet nu nog gevoerd worden.
Daar kunt u eigenlUk voor nemen wat u wilt.
Een beetje stevig katoen van een jurk is heel
geschikt. En als ook dit er op zit, is uw cein
tuur klaar en u hebt de mooiste en meest mo
derne Jurkversiering, die u zich maar wen-
schen kunt.
bt
Kleer-wakker nou. na t leste geknot» van
de smakkende vruchtbollen, verlangde-n-ik
naar den stormenden buiten, die om m’n huls-
ke stond te spoken. Kneep in m’nen rechter
vuist,'spande de spierenJah....l De rlm-
metiek was eruit.
Trui sliep lochtekes nog. Ros van den ge
zonden slaap blonk ze onder 't witte mutske,
dat 'n bietje dwaas op *r ééne wenkbraapw
stond verschoven.
Toen roosch den koperen ketting rollend
deur 't uurwerk en de slagen vielen raauw op
den stillen duister, uit de steertklok naast de
bedstee. Zes uren.
Ik luisterde naar den bulten. *n Vette bui
klatete malsch op eerde. *k Hoorde t water in
papkes uit den notenleer kliederen, telkens als
in 11 stormvlaag den kruin z’n eigen afschudde
van *t overdadige water.
Kitslg kroop *t Zondagsgedacht op m'n vél.
Zondag! Laat maar sauzen! En op t lest drup
te den malschen saus als geluk m'n zielement
vol, tot in d* uiterste toppen.
Maar nou wllde-n-ik "m voelen ook! Er uit!
Voelen smakken op m’nen rug. Voelen ziggelen
over m’n schouwers. Voelen spetteren op m’nen
kop! Er uit! Nonde. de broelwarmte uit!
Maar Trui....! Die moest slapen blUven!
t lukte. Trui bromde iets, t was onver-
tw r zUn gasten, die opgeld doen en die
overal welkom zUn, en er zifn gasten, die
alleen gevraagd worden, als de gastvrouw
er met geen mogelUkheid af kan.
Het is lang niet altUd doenlijk, dat onge-
wenschte gasten onkundig blUven van het feit,
dat men hen eigenlUk liever niet ziet, en meer
darueens zullen zU zich in stilte met pifnlUke
verbazing hebben afgevraagd, wat toch de re
den kan zijn,, dat anderen zooveel meer succes
oogsten. BV al wat men zichzelf zooal af-
vraagt, is er gewoonlUk één ding dat glansrijk
over het hoofd wordt gezien en dat is de
vraag: Ben ik soms ook vervelend?
Er zUn heel wat hoedanigheden, die men
grif zal willen bekennen, maas saaiheid is
daas niet onder. Met saaiheid gaat het als
met paddenstoelen, terwü! gU niet oplet, woe
kert het voort en vóór gU erop bedacht zUt, is
uw populariteit ondermhnd.
Wie kent den gast, die een hartstochtelUk
rust
hV een heel gezelschap schier tot wanhoop
-gebracht met zUn elndelooze ultweidln-
gver den laatsten wedstrijd, die door nle-
1 van het gezelschap is bjjgewoond en
waarvoor niemand meer dan een vluchtige
belangstelling heeft.
Wie heeft niet wel eens op spelden gezeten,
als, een gast, bekend om zUn saaiheid en ge
ringe oorspronkelijkheid, een langdradig ver-
Ken keurig hoedje voor op reis! De omgebogen rand
geeft prettige beschutting tegen al te felle sonmestralen
WU gaan als volgt te werk: van een oud dun
lapje knippen wU langs den omtrek van een
ontbijtbordje een mooie rondte.
Uit het midden Knippen wU een cirkel met
een doorsnee van ongeveer 10 cM.
Vervolgens knippen wij een derde of een
vierde van de rondte er uit (langs sttppellUn).
Trekken wij nu de lUn a-b recht, dan vallen er
vanzelf klokjes in. Nu hebben wU een patroon,
dat van de stof wordt nageknipt.
Zetten wU twee aldus verkregen strooken
schuin langs een V-hals, dan hebben wU al
het begin van een jabot.
De volant moet nog afgewerkt worden. Hier
toe dient het gevouwen schuin geknipte paspel-
band dat met tie goede zUde (scherpe vouw) op
de goede zUde van de strook wordt gelegd, te-
gengestlkt, omgeslagen en van
kleine steekjes tegengenaaid.
WU kunnen ook als volgt te werk gaan. Een
schuin geknipte reep papier wordt Ingeknipt,
waarna de reep zoo wordt neergelegd op de
stof, dat de Inkepingen zoo wUd mogelUk open
liggen
WU nemen eerst een vierkant (dat dus langs
alle zi/den even lang moet zUn).
Vou wen punt a op punt b, zoodat wü een drie
hoek krUgen, dien wij langs de stippellUn door
knippen. Een tweede stippellUn wordt aange
bracht op 10 of 15 c.M. afstand. Vervolgens
wordt de reep tusschen beide stippellijnen af
geknipt. In die reep geven wU knipjes tot bUna
bovenaan.
Vervolgens leggew wU de rondgetrokken reep
op de stof en knippen langs de stippellUn. WU
krUgen nu een mooie klokkende strook.
Op een glad reepje glasbatist kunnen wU
verschillende van die eindjes strook dwars op
hechten of een dubbele strook ter weerszijden
aan een smal bandje met nerfplooitjes zetten.
Wij kunnen ook twee groote strooken van 30
of 35 c.M. lang en 40 cM. wUd dakpansgewUze
over elkaar laten vallen (de voorste korter dan
de achterste) en van boven met een platten
strik afwerken.
WU kunnen organdie met smalle valenclenne-
ksntjes afwerken.
WU kunnen van organdie en van piqué aar
dige corsagebloemen maken voor mantel of
japon.
gevoel: „1 Zondagsche pak weer in eere en
we souwen teruggeraken naar wat ouwerwet-
sche degelUkheld en ouwerwetschen rust, die
den mensch tot meer bezinning en dus weer
bU O. L. Heer ook brengt!
Maar, jah 1
In leder geval: den Dré had 'n geldige reden
tot kerkverzulm vond ie en den Joep liep te
vrUen in *n paar schoenen, waar ie dwars 1»
kost staan! Maar t te allee goed gekomen,
harre! Den Joep te evengoed aan de vrouw
gekomen mee s’n Charlie Chaplin-voeten en
den Dré alles, dik in orde, man!
Maar nou staat mUnen stoel al lang alleen
in den duister van den Zondagmorgend, daar
ln Trul’s mooie kamer! Ligt er maar éenen
horloge op de blinkend geboende tafel.
Rn *k heb nog dikwUte *n bietje verlangd
naar dat Zondagmorgenkrakeel, waar ik vroe
ger, wel *ns duvelsch om kost worden....!
„Hier! Do’s mijnen zakdoek!'*
„Waar te den mUnen dan?”
„Heb ik *m soms?"
„HU hee-t
„Geef öp, gUT’
.Asteblleft van Epecheutenl”
„Vullen sjandoedel, ge hebt "m al gebruikt!”
„Mot ik jou soms vragen, wanneer Ut m'n
kokkerd mag snuiten?"
„Denkte gU da "k jouw vuiligheid ln mUnen
zak steek?"
.Daar te anders nle mee geknoeid, borrel"
„Moedérrll” Dan kwam Trui er bU-
Of:
.Buffert. gU hebt mUnen loge aan!"
„Buffert??"
.Kever dan!"
„Zegt da nog
.Kever!"
Dan kwam ik er fuaachen.
En wilt ge gelooven, amlco, als Ik *8 Zon
dags in den vroegen, grUsen morgend, soo in
m'n eentje mUnen stoel sta uit ta klee jen en
1
Gisteren Zon-
dagmorgen wierd ik FAM
wakker van 1 lawUt pa flEHSigy
*h van 'n schot op I T 11 f
de blinden.
Mee da "k overend zou gaan uit den wannen
beddekuil, vrong 'nen pUnlüken scheut deur
h>Unen rechterschouwer. M’nen asem snee er
v*n af. En Tt viel terug in den donzen put van
’eerenwarmte, die binnendrong tot in m’n bloed.
Al-mal! Da’s goeie. Efkens blUven Uggen soo.
de rimmeUek zonk ln de pluimen van t
broeiwarme nest.
Ik kreeg m’nen asem terug. Den tik van de
steertklok ritselde weer weg in den duister vhn
den vroegen Zondagmorgend. die schrielekes
schemerde deur 't bovenlicht van d’achterdeur
naar den erf.
Klots, klots! Weer zoo’n knal-lawUt, nou op
den deksel van de regenton. Storm vlaagde
deur den notenleer. Kanjers van okkernooten,
n°B ln groenen bolster, zwiepten van de gie
rende takken, zwaar van t natte geblaart. Van
1 drUfnatte geblaart, wat ik verstond uit de
regen, waarmee den reuzenkruin deur de tocht
•leurde.
raag- en manchet-gamituurtjes van fleu
rig genopt, gebloemd, geruit of gespikkeld
organdie zUn aart cle orde van den dag
ZU staan vroolUk en frisch en vormen een
onschatbaar hulpmiddel om van een simpel ja
ponnetje een meer gekleed geheel te maken.
Glasbatist, crêpe de chine, kunstzUden of ka
toenen jcloqué zijn de meest gekozen stoffen.
Zelf makenOch, denkt menige huis
moeder, Je krUgt toch nooit dien mooien plooien-
val. het ziet er toch nooit zoo echt uit als die
ccnfectiemodellen en dan hoe moet Je er mee
aan?
Hoe krUg je zulke leuke klokjes ln een strook?
Het lUkt allemaal vreeselijk moeilijk en inge
wikkeld en het is héélemaal niet moeilijk'
Zelf maken schenkt niet alleen een groote
voldoening, maar het is véél en véél goedkoo-
per.
Van een halven-meter organdie voor 45 ets.
kunnen wij met behulp van een kaartje paspel-
bend A 15 ets. twee aardige Jabots maken.
En waar vindt gU een modernen organdie Jabot
vcor 30 ets.?!
m’n eigen aan te kleejen, da Tc dikwUls terug
denk aan die drukke jaren van her? Sode-
jabel *twas tóch plazierig, al dat jonk goed,
driftig vat) levenslust, om oe henen te hebben.
Ge kost er ook soo dikwUls mee lachen!
En.... ge kost *t bAAs! Ge kost t in de
rails houwen!
Later, als *t groote kearels zUn geworden,
als er moeilUkheden op hunnen nek vallen,
bekans te zwaar veur *nen mensch, als ge dut
als ouwer soo geren de vracht zou aftillen van
den gebogen nek van oew eigenste kind, dan
ja. dan kunt ge die vracht zoo dikwUls nie
baas! Dan moet ge 'r bUstaan mee oew arms
slap langs oew 1UL als oewen jongen daar ge
bukt gaat onder zUn vracht, die ge, God-
dankend. soudt willen ovememen op oewen
eigen nek, al moest ge *r onder bezwUken.
In zulke tüen is t dan nog veul stiller ln
huls, als Ik daar alleen bU mUnen stoel sta.
die overschoot uit den heelen kring om dn
mooie, gepolitoerde tafel, met de portretten
er op nou van de kinder» en klelnklnders, net
jes deur Trui opgesteld, op den gehaakten
looper, die terugspiegelt ln t blinkend tafel
blad, of le drUft op olie.
Dangenog. Vol.
*k Had oe willen schrUven, hoe wU den regen-
sondag van kleine malsche stukskes hebben
opgefréten. mee wat Gouwen Koeiplazler, maar
*k was vol veur ik t wist. Ochja, die ouwe
herinderingskes.
Den mensch lijmt uit die scherfkens zoo
geren *n mooie vaas van geluk, om die dan
zorgvuldig te plaatsen op *t eereplekske van
s’n huis: op de mooie tafel, tusschen de por
tretten van de klnders bUvoorbeeld....
Tot de naaste week dus maar!
Veul groeten van Trui en als altu geen
haarke minder van oewen
Iemand, die de kunst ver
staat, geestig te vertellen
vermag een heel gezelschap
bezig te houden met de
meest onbeteekenende voor
vallen, maar iemand, van
wiè(n) de saaiheid afdruipt
als re^en uit een lekkende
goot, bespare ons zUn of
haar kleurlooze verhalen!
Pas op, dat gU geen saai
heid cultiveert.
Zet u schrap, verweer u
met hand en tand tegen
laksheid, hoe moeilUk het
u ook moge vallen, want
laksheid is de wegbereider
voor saaiheid.
haal begon over zUn jeugd,
die u heelemaal niet interes
seert.
Wie kent niet den gast, die
altUd vervalt in langademi
ge verhalen over haar fami
lie, die gU nooit gezien hebt
en vermoedelUk ook nooit
zult zien of die andere, die
iedereen die het hooien wil
en niet hooren wil onthaalt
op de UselUke verhalen over
de 1001 ziekten, die zU ge
had heeft, had kunnen
hebben en nog denkt te
krUgen I
Alle zetten van zwart waren gedwongen,
d wz. zwart had geen keus, doch slechts één
zet ter beschikking.
In een kersaak hebben ze heek vellen, waar
stukjes aan zitten, die volkomen waardeloos
zUn, behalve voor u, omdat u zulke bescheiden
wenschen hebt. Het hoeft immers niet grooter
t zün dan drie van die hartjes, die ik hier voor
u geteekend heb. U maakt ze natuurlUk door
eerst een papiertje dubbel te vouwen en dan de
helft van het hartje er op te teeken.n. Als u het
uitgeknipt en open gevouwen hebt, kunt u den
verkregen vorm op het leer leggen en hierin
uitknippen. De kleur nemen we groen, eigenlUk
moest het blauw zün, want een hart moet trouw
zün, is t niet? Maar groen staat zoo leuk,
ziet u. We naaien ze er op met roode wol. Dan
komen daartusschen de bloemetjes. Dat zün
echte Alpen-bloemetjesgentianen en edelweiss,
om u ervan te overtuigen, dat de ceintuur zóó
uit Weenen komt.
We beginnen bü het begin:
dan krügt u eerst een gen
tiaan en aangezien die als
fleurige blauwe plekjes op de
Alpen-weide groeien maken
wü ze ook blauw, op mooie
groene steeltjes. Dit is het
groene gedeelte:
Met een dubbelen draad maakt u de blaadjes
op de volgende manier:
Geenen pompzwengel krütte nog deur den
morgend-van-peerten. Deur den zilveren
Zondag, die lük gordünen van blanken koraal
over ons dorpke neerhong van den lagen
hemel.
Geen blind had ik nog hooren afdoen, t Dorp
stond onder ’nen glazigen stolp van zilveren,
ruischende stilte.
Prontjes lagen de Zondagsche spullen op
'nen stoel in de mooie kamér. M’n pak op ’n
houtje aan den stoelleuning; op de zitting
m’n ..goeie” hemd, frontje, opgevouwen zak
doek, die ruukt naar den blük en m’nen kerk
boek. Op tafel t dooeke mee den gouwen-
horloge-van-vaders-nog. Onder den stoel m’n
„goeie" schoenen, blinkend gepoetst.
Ja zoo te frul! Bénen klomp van goeie
zorgen. Zoo hingen vroeger alle Zondagsmor
gens alle stoelen vol.... Veur lederen jongen:
zünen stoel.
En tóch, nog lederen Zondagmorgend kra
keel, omdat ze de spullen deur malkaar wisten
te wurmen. Toch koet t dan gebeuren, dal
onzen Joep, met s’n kleine pooten rustig naar
de kerk stapte in den Dré z'n schoenen, maat
47. En dat dan Dré nie naar de kerk koet
gaan, omdat den Joep na de Mis glflg vrüen
en d'eerste uren in geen velden of wegels te
zien was. En den Dré op s’n klompen naar de
kerk gaan; op Zondag?
Dat kon nle bestaan, amlco! Want ln die
dagen (op ons dorpke gelukkig nóg!) had lede
ren mensch. van klein tot groot, s’n zondagsch
costuum, mee ’nen bühoorenden zakdoek, hor
loge, alles navenant!
tWas nog verre van de teugenwoordige
stadsmode, dat den mensch op Zondag ouwe
snullen aantrekt, om te gaan vteschen, te gaan
fietsen, te gaan voetballen, te gaan marchee-
ren, enz. enz., kortom: van alles te gaan doen,
dat mee ’nen Chrlstelüken plazierlgen Zondag
geen bal te maken heeft!
Ik schrüf dat aoo op, want *k heb dikwUls t
T X T U taten hier nog enkele varianten van
yV de Spaansche partu volgen.
w y oorkomen te beter dan genezen en het
V voorkomen van de muggenplaag is beter
dan het genezen van de schade hierdoor
aangericht.
Ziet gü rrbiggen lang van poot aarzelt
niet en slaat'ze dood!
Nop beter dan de muggenverdelging is het
vernietigen der muggenlarven.
In vele woningen bevinden zich tal van mug
gen in den kelder, die daar knus en gezellig
overwinteren. Vooral ln donkere hoeken achter
fruit en wUnrekken. achter en onder de kel
dertrap hulzen zü- Een practisch middeltje te,
rondgaan met een schoteltje petroleum dat
men onder zoo’n plukje muggen houdt. Dese
raken bedwelmd en verdrinken in de petro
leum. f
Het spuiten met een Insectendoodend of
-werend middel helpt goed, mits men het
herhaaldellfk toepast, want vele Insecten gera
ken slechts bewusteloos door den damp en de
uiterst füne druppeltjes der vloeistof. Kijkt men
nauwkeurig toe dan ziet men de muggen na
eenlgen tüd weer overeind krabbelen en als zü
voldoende zün büpekomen, vliegen zü ®«n
poosje weer weg.
Sigarenrook bewast als mupgenverdrüver
uitstekende diensten maar sigaren- of sigaret
tenrook in een slaapkamer te uit den boose!
Wind verdrüft muggen, zoodat het Indien
doenlük. een probaat middel te om een half
uur voor het slapen gaan de slaapkamer flink
te laten doortochten door deuren en ramen
tegen elkaar open te zetten.
Citronella, voor een paar stuivers bü lede
ren drogist verkrügbaar. Is, voor wie den geur
verdraagt een ander afweermiddel dat echter
het zü er bü vermeld niet absoluut af
doend helpt. Toch een zakdoek flink ermee
besprenkeld vlak bij het hoofdkussen ooge-
hangen, een veegje achter de ooren en over
het voorhoofd doet vaak wonderen en kan een
rustigen nacht verzekeren!
En als de muggen ons nu toch te pakken
krUgen en büten dan.... moeten wü Vooral
de ontstane builtjes niet openkrabben. Den vaak
ónverdraaglUken Jeuk kunnen wü bestrijden
met wat vliegenden geest (ammoniak) of men
thol.
Er zün personen, bü wie een gewone mug
genbeet opzwelt tot een onrustbarende dikte.
Gebeurt dit In den nacht, dan legge men
een koud flink nat compres om de gestoken
plaats. Een stukje gewaste taf, Billroth taf,
helpt het compres nathouden.
Ziet een gestoken en opengekrabde plek
donkerrood en glimmend en voelt sij pühlük
aan dan haaste men zich spoorslags naar
dokter of apotheek. Het kan een infectie van
geen beteekenls zün. maar het kan in enkele
uren tüds een kwestie van leven of dood wor
den en dat vermag een leek niet te beoordee-
len.
door zwart veel
(Caro—Kann), met
met el—eg (Franach)
Ter waarschuwing laten wü hier het Her- Weg met de muggen
dersmat volgen, waarvan beginners wel de oo
dupe worden.
staanbaar en "k tette er nle op 'en efkens later
trok Ik m’n flanellen hemd over m’nen kop
en.... nam m’n morgendbad nie onder de
pomp, maar onder den gieterenden notenleer.
Hah! Zóó Gods Zondag over een schokken
de vel voelen drüven! In malsche klonters
waters op oewen nek voelen patsen! Zoo O. L.
Heer zünen Hemel gebruiken als 'nen mal
schen douche. Ik voelde den deugd daarvan ln
m’nen pit kloppen, ’t Was of d'engeltjes zel-
vers met natte varens over m'n naakte schou
wers sloegen. Wacht nou efkens onder de
pomp ln 't zeepsop kruipen. Dan onder den
douche van God! Nou den kop achterover en
den mond laten volsausen. En *k voelde *nen
koelen stroom onder m’n vel. in m’nen bulk.
"kWas als *n blad van de boomen. 'k Wierd
deurdrenkt van den bulten. Nou aan den no-
tentak zwieren. En m’nen nakenden bast wier
ros van deugd. Regen, regen, Lievenheerk-,
veul regen astublieft! En *t water, malsch als
appelsap, gutste en klutste op m’nen koelen
romp, waar 't nat óp kledderde ln stukken!
De peerls hongen aan m’n wenkbraadwen.
Haakten aan m’n hooghaarkes, waar 1 nat
dan weer warm uitliep. Ge kost er nle van
scheien!
Maar als ik eindelUk weer binnenging, langs
't achterhuis, dan bloeide er ln m’n borst "n
vuistgroote blom van dankbaarheid open, veur
deuzen peerlenden Zondagmorgen, en "k zee
hardop teugen O. L. Heerke: ,-en dat noemen
de menschen dan rotweer.”