Voor vijftig jaar woedde het Palingoproer in Amsterdam RIPOLIN CREDIET VOOR WERK- Sidrac’s wijsheid VOLKSVERMAAK LEIDDE TOT BLOEDIG VERZET EEN NIEUW R.K. MARINE- TEHUIS? -Missis**5 ZATERDAG 25 JULI 1936 IDEEËN Een roep om hulp uit Den Helder CONCESSIE TOLHEFFING Wetsontwerp ingetrokken noed 28 dooden in enkele uren tijds OPENING VAN RIJKSWEG DE SPAANSCHE GEZANT VERTROKKEN De reorganisatie van het Werkfonds Arbeiders accepteeren voorstel van Rijksbemiddelaar HET DREIGEND CONFLICT TE ENSCHEDE Coöperatie en Midden stand Rapport van Ver. Lqndboaw en Maatschappij Nachtelijk straatgevecht tusschen menigte en militairen in het hart van de Jordaan Soldaten rukken op Bouw van goedkoope arbeiders- woningen in werk verschaffing? Het eerste treffen 1 I Kiest voor Uw schilderwerk de beste lakverf. Ff 1 - AD INTERIM. en by de zetten. de hetgeen de commissie »r IU. 1 iann ;gen vallen ruim hun Het palingtrekken in vollen gang op de Lindengracht bij de Zaterdagsche brug Een jongedame in kleederdracht uit den Elzas, te Hohwald ter beschikking gesteld van H. K. H. Prinses Juliana, belast zich met de verzending van ansichtkaarten, die haar door de Prinses worden overhandigd aar geboden van vrüheld nitraat at een «t het leven, longe- welk» landje aisto- alt te to ge- e der ■oem- irvan twee Stu- d» «en taak rordt rtra- De afgetreden Spaansche Gezant bü ons Hof heeft gisteren de Residentie verlaten zich met zijn gezin per trein naar Parijs begeven. Met belangstelling hadden verscheidene leden kennis genomen van het betoog, door den mi nister van Sociale Zaken in de vergadering der Tweede Kamer gehouden ten aanzien van de gestes van tal van lagere publlekrechtelüke lichamen, waar het geldt het verleenen van Algemeen verklaarde men, zich met het voor stel Inzake werkverruiming te kunnen vereen! - gen, al voegden eenige leden daaraan toe, dat zij de voorkeur er aan zouden geven, indien een nog hooger bedrag ware aangevraagd, ver mits er zoo talrijke objecten zijn, welke voor uitvoering met steun uit het Werkfonds 1834 in aanmerking komen, bijvoorbeeld op bet stuk van wegenbouw, met name wat betreft den aanleg van rijwielpaden. maal maal resse Igen. riën, dit zin- sche nen, ge- wee jens zou ans der Ne- oor de Xt Ier. ur en, ale te- eis. be- het dr. met geeren nen, zen Op den broelwarmen Zondagmiddag 25 Juli bemerkt een survellleerend agent van politie luidruchtig samenscholend* men schen langs den walkant der Lindegracht, het Jaar straat? oc'alisme Hier is op het politiebureau een groot aantal agenten samengetrokken, waartegen de me. nigte steeds driester optreedt. In de straten rondom vliegen de steenen uit het plaveisel. Barricaden verrijzen. Gedekt in den rug komt de vijandige massa steeds nader. Allerhande projectielen suizen door de lucht. De politie wordt belegerd. In overleg met burgemeester van Tienhoven en den plaatseljjken cotnman. dr.nt. krijgen infanterie en cavalerie bevel om zich gereed te houden en de taak der politie over te nemen. ter hoogte van de Zaterdagschebrug. Dwars over het watec is van huls tot huis een touw gespannen, waaraan in het mid del^ een paling hangt te spartelen. Bij de brug worden vletten met roeiers in ge. reedheid gebracht. De Jordaan treft voor, bereidingen om plotseling een oud volks vermaak, dat reeds in 1870 wegens dieren mishandeling bij de wet werd verboden, weer in eere te herstellen. Van alle kan. ten stroomen mannen en vrouwen toe, om het palingtrekken op de Lindegracht gade te slaan. Sommige andere leden sloten zich aan bij bet betoog, door het lid der Tweede Ka mer, den heer Kuiper, in den aanvang van zijn, in de vergadering van dat Staats college van 7 Juli IJ. uitgesproken, rede ge houden. Ook zjj laakten het geregeld wei geren van credieten uit het Werkfonds 1934 aan in financieel opzicht zwak staande omdat aldaar gemeenlijk de grootste is en er dus de aan werkgelegenheid be- Maandagmiddag rukt de Infanterie op. Twee honderd manschappen trekken een kring om den haard van het verzet en wel het deel van de Jordaan, begrensd door Westerstraat. Lljn- baansgracht. Lindengracht en Prinsengracht. Een kleinere groep infanteristen zuivert stel selmatig de straten rondom. Achter hen staan de huzaren gereed. De soldaten vorderen slechts langzaam. Van achter de barricaden word» ge gooid en geschoten. De leden, hier aan het woord, duchtten dat, tengevolge van die reorganisatie, meerdere ob jecten dan voorheen het geval was, voor ..uit voering in werkverschaffing" in aanmerking zouden komen, met de daaraan verbonden consequentiën ten aanzien van de loonbepaling. Ligt, zoo vroegen zij, dit laatste in het voorne men der Regeering? Met nanip zouden zij gaarne vernemen, of het voornemen bestaat, de zoogenaamde goed- koope arbeiderswoningen in werkverschaffing te doen bouwen. Naar wij vernemen, aal de nieuwe Rijksweg door het Westland, vanaf Honseleradük tot den Maasdijk, zeer waarschijnlijk 15 September ax. worden geopend, terwijl dan tevens de Maas dijk in de gemeente Naaldwijk wordt afgeslo ten voor het verkeer, zulks in verband met de reconstructie Nooit had men goed van dit geliefd volks, vermaak afstand kunnen doen. De groenboeren langs den rand der stad niet, maar de Jor danees nog veel minder. Altijd was het een feest als op een der vele, nog ong-dempte. smalle grachtjes der buurt de palingen werden getrokken. Aan een touw over het water hing dan het spartelend dier, bovendien nog met gioene zeep besmeerd, om zoo weinig mogelUk houvast te bieden aan de grijpende banden der mannen die, staande in een vlet, onder het touw werden doorgeroeid en moesten pro. beeren met één ruk de paling los te trekken. Wie daar in slaagde won den uitgeloofden prijs en was de held. De agent van politie, die op den laten Za. terdagmlddag de overtreding constateerde, maakte het publiek er opmerkzaam op dat het palingtrekken niet meer geoorloofd *s er men dus het spel moest staken. Aanvankelijk schijnt men aan dezen wenk gevolg te gteven De vlet, ten worden weggeroeid Maar als een half uur later een paar agenten zich komen verre wis sen, of Inderdaad het paling trekken ia afge- Heel den zomernacht blijft het onrustig in de Jordaan en den volgenden dag de Maan, daghouders zijn present laait het verzet op. nieuw op. In dichte drommen scholen de men schen samen. Roode vlaggen worden geplant op de Zaterdagsche brug. maar spoedig weer verwijderd door andersdenkende Jordaners In de tapperijen komt men handen te sort, om de bierglazen te vullen. De drank Jaagt het. bloed verhit door de aderen. Men dringt e’kaar naar de Noordermarkt, waar in het late mid daguur de toestand critlek is. medewerking werken vanwei Uit dgt bet Vrijdagmiddag is een vergadering gehouden van de arbeiders der textielfabriek N. V. E. ter Kulle te Enschede, waarin het bemiddelingsvoor stel werd besproken, dat in een met den Rtfks- bemiddelaar gehouden conferentie is gedaan. Dit voorstel houdt o.m. in, dat een tariefsver- hooging van 1% pCt. gegeven wordt op de arti kelen, die in 1935 door een verlaging werden ge troffen en dat voor de wollen stoffen eveneens een tariefsverhooging van 7% pCt. zal worden toegestaan. Na drie maanden is de Rüksbemid- delaar bereid om. op verzoek van een der beide partijen, de verschillende punten nog nader on der de oogen te zien. Dit voorstel is door de vergadering, na lang durige bespreking, aanvaard onder voorwaarde, dat het eveneens door de directie zal worden ge accepteerd. Het antwoord der directie is nog niet bekend. tot de glorie wegens het goede, dat het lichaam zou doen zonder haar instemming Wanneet «foor de schuld van de ziel het lichaam sterft 300 is de ziel deswege des meer misdadig." Dit is een pakkende beschouwing. In den te- genwoerdigen tüd maakt men niet meer zoo sterk het onderscheid tusschen de ziel, die wil. en het llchagm, hetwelk dezen wil slechts uit voert, maar foor de middeleeuwen «tas dit on derscheid van uiterst belang, en hij stelde de ziel ver boven het lichaam, den geest ver boven de stof. HU begreep dan ook, dat de mnden des geestes veel zwaarder zUn dan de zonden van het lichaam. Hiermede is natüurlUk niet gezegd, dat de lichamelijke zonden geen kwaad zUn! Ze zün wel degelUk kwaad, omdat de ziel er in toestemt. Maar de vereenzelviging van dc heele moraal met de sexueele zedenleer was voor den middeleeuwer iéts ónmogelijks. Hjj re deneert niet, zooals tegenwoordig al te vaak gebeurt: Wanneer iemands gedrag onbesproken U op het gebied van den geslachtelUken om- sang, dan is alles met dien man in orde, en andersom: wie op dat gebied niet deugt (of een misstap begaan heeft) deugt op geen enkel ge bied. Deze moraal zou de middeleeuwer te Platvloerse!) of te „lichamelijk" hebben gevon den. Op de vraag: „Wat is het leelükste, en het donkerste en het meest verdoemde en hét meest afschrikwekkende ding van de heele wereld? antwoordt Sidrac dan ook: „Dat is de booze ziel. Wie een boze ziel zou kunnen zien, zou zich schamen over dit gezicht. Zulk een ziel is een huis van den duivel, en stinkt zoo ver schrikkelijk, dat de engelen dien stank niet zouden kunnen verdragen." „Zullen de goede zielen zich dan verheu gen, als zU de booze zielen in de verdoemenis zien storten?" vraagt Boctus. Het is een strikvraag. Want als de goede zie len pleizier hebben aan de verdoemenis der boozen, waar is dan hun goedheid. Maar Sidrac weet bet Juiste antwoord: „Naar waarheid zeg ik u, dat alje goede zielen overeenstemmen met den wil Gods, en Diens oordeel zal hun zeker behagen. Want God is Rechter, en in al zijn vonnissen is hü recht vaardig en goed. De goede zielen zullen dus be ginnen de boozen verdoemd te zien en zien hierover verheugen op dezelfde wijze als het ons genoegen doet, te zien, dat de vlsschen zwommen in het water." Is dit niet een heel zuiver antwoord? Als wü de visschen in het water zien, weten wij dat ze op hun plaats zijn en deze waarneming van de orde stemt ons tot rustige ingenomenheid, maar b.v. een visch in een vogelkooi vinden we be lachelijk en het ergert ons, een levende visch op die wijze buiten zijn element te zien. Zoo zullen de goede zielen de booze zielen waarne men in hun eigen element, dit zal hun vreugde of zaligheld niet verminderen. Men ziet, dat in dit mlddeleeuwsche boek heel wat diepgaande menschelijke wijsheid neerge schreven is, en dat de moderne mensch er nog best wat uit leeren kan. Verschenen is het eindverslag der Eerste Kamer over de ontwerpen van wet tot wijzi ging van het zevende' hoofdstuk B der RÜks- begrooting departement van Financiën voor 1935 (credlet voor werkverruiming) en wijzlg4ng en verhooging van hef tiende hoofdstuk der RUksbegrooting Handel, NUverheid en Scheep vaart voor 1936 (industrie-flnancierlng). De commissie, benoemd door het hoofdbe stuur van „Landbouw en Maatschappij” tot bet bepalen van het standpunt van deze vereenl- glng ten opaichte van de coöperatie, Is gereed gekomen met haar rapport, waaraan het Han delblad het volgende ontleent: De commissie wenscht de coöperatieve ver- eenigingen in te deelen in twee groepen, n.l. in zuivere landbouwcoöperaties en in de verbruiks coöperaties. De commissie aanvaardt bU de zuivere land bouwcoöperatie in het algemeen de coöperatie als doelstelling, bü de verbruikscoöperaties en 1 daarmede op een lün te stellen vormen meent - ze de coöperatie te moeten beschouwen als een i verweermiddel tegen maatschappelUke misstan den, zonder den bedrijfsvorm als doel te aan vaarden. Vervolgens behandelt zü de ondernemingen, i waarvan zü den coöp. vorm alleen dan aan vaardt. Indien optredende maatschappelijke misstanden daartoe noodzaken. De commissie staat in principe afwijzend te genover dezen coöperatieveren. omdat ze zich instelt op de noodzakelijkheid van het behoud van een krachtigen en welvarenden midden stand. terwUl bU het stellen van de coöperatie als doel in dezen en bü het bereiken van die doelstelling hierdoor, de onafhankelUke mid denstand zou moeten gaan plaats maken voor een ambtenaarsstand. hier niet wenschelUk voorkomt. ZU aanvaardt den coöperatieven bedrUfsvorm hier slechts als middel om vrije bedrijven te dwingen tot ratloneele bedrijfsvoering WUders zouden wordenIngellcht welke de Regeering hebben geleid tot reorgani satie van het bestuur van het Werkfonds 1934. Zoo stelden zü de vraag, of de vroegere rege ling in technisch opzicht onbevredigend was. of dat onder die regeling niet snel genoeg kon- worden gewerkt, of dat hier andere factoren in het spél zijn geweest. gemeenten, werkloosheid het meeste behoefte staat. voegen Lindengracht en loopen, blUkt alles nog in vollen gang. Aan beide kanten volgt een talrüke menigte het verloop. oning Boctus van Bactorlë, een groot land, gelegen tusschen Indië en Perzië, -I- V. verkeert in verschrikkelijke moetlUkhe- den. HU «41 een grensvesting bouwen om zün rijk te beschermen tegen de invallen van den Indlschen koning Garakt, en onder groote vreugde is de eerste steen gelegd voor den eer sten verdedigingstoren, maar het lUkt wel of de duivel er mee speelt, want eiken morgen wordt weer vernietigd wat daags te voren ge bouwd werd. Nachtwakers kunnen geen verkla ring geven. Hier moet dus tooverU in het spel zUn, too besluit men, en koning Boctus ontbiedt al de sterrenwichelaars, de „diverse astrono men" en philosophen van Bacterië en omge ving, teneinde hen te raadplegen. Ze houden een prachtige toespraak, genieten van de vorste lijke ontvangst, maar als het er op aan komt, weten ook zU geen middel aan te wijzen om het bouwwerk te doen slagen. Nu zond de ko ning omroepers uit over het heele land en be loofde groote schatten aan dengene, die hem helpen zou. Eerst kwam er niemand. Echter den tienden dag na den eersten omroep verscheen aan het hof een oud man, die den koning er opmerkzaam op maakte, dat tn het rijk van koning Trabatar, een bondgenoot van Bacterië, iemand leeft, die alle wijsheid en wetenschap rechtstreeks van God ontvangen heeft. Het is Sidrac, afstammeling van Japhet, den zoon van den aartsvader Noë. Er w'ordt een brief ge schreven aan koning Trabatar en deze zendt dan zijn beroemden philosoof Sidrac om koning Boctus te helpen. Het land is betooverd, zegt Sidrac. Men zal hier geen vesting kunnen bou wen, zoolang die tooverban niet gebroken is Hiertoe Is de hulp van den waren God noodlg. Koning Boctus was n.l. een ongeloovlge; h(j ge loofde niet aan den Schepper van hemel en aarde, maar aanbad afgoden. Sidrac wist door een wonder te bewerken, dat de ware God zUn macht toont. De afgodsbeelden worden vernie tigd. In een klaren waterspiegel mag koning Boctus den weerglans van Gods aanschijn zien, en dan is hü overtuigd. HU bekeert zich met heel zjjn land, overwint den vUandigen koning Garaat, en ook deze bekeert zich tot het geloof in den waren God, doch later valt hU terug in de heidensche afgoderij. Dit alles zoo vermeldt de legende heel nauwkeurig heeft zich voorgedaan 847 jaren na den dood van den aartsvader Noë. Men begrUpt, dat Köhing Boctus de hulp van den wUzen Sidrac op hoogen prijs stelt. HU kiest den philosoof tot zUn raadsman en stelt hem allerlei vragen, waarop Sidrac, dank zU de Goddelijke voorlichting, steeds het antwoord klaar heeft. Al deze antwoorden tezamen vor men het Boek van Sidrac, de katholieke ency clopaedic der middeleeuwen, waarover wU schre ven in ons vórig artikel. Zoo vraagt de koning b.v.: „Kan God gezien ■werden?” Sidrac antwoordt hierop: „God is zichtbaar en HU is onrichtbaar. HU ziet alles, maar Hj/ 'luin’door niejpand op aarde gezien worden, want - een aardsch lichaam kan geen geestelijk ding zien, maar de geesten zien wel geesten, wanneer zU tenminste goed zUn en rechtvaardig.” Vervolgens voorspelt Sidrac want dit alles gebeurt volgens de legende 847 na den dood van Noë dat de Zoon Gods op aarde zal geboren worden uit een Maagd zichtbaar zal verkeeren met de menschen. Dan komt het gesprek op engelen en duive len, en dit punt heeft de volle belangstelling van den koning, die in werkelUkheid de weet gierigheid van de middeleeuw'sche lezers verte genwoordigt. Nu weet men, dat gedurende de middeleeuwen). en"’speciaal sedert de dertiende eeuw een buitengewone belangstelling voor hel en duivels heerschte. Het blijkt wel uit de schil derkunst en de tooneelkunst, waarin we telkens opnieuw den duivel afgebeeld of opgevoerd vin den, vaak mét veel gevoel voor humor. Koning Boctus stelt de vraag, of de duivels alles weten. „Omdat zü de natuur van engelen hebben" zegt Sidrac „beschikken de duivels over groote wijsheid. Dit wil echter niet zeggen, dat zü alles weten. Maar omdat hun natuur meer geestelijk is dan de natuur van de menschen, zijn de duivelen ook wijzer dan de menschen en veel meer bedreven in .groote kunsten". De menschen der toekomst zullen niet meer weten of gevoelen dan God hun te weten vdenscht te geven. Ook mogen de duivelen niet zoo maar doen wat zü willen. Want het goede te doen is hun onmogelük gemaakt, en ook verboden. Ze ktumen alleen het kwade doen. Hierin zün ze echter ook weer beperkt, want de goede engelen beletten hun al het kwaad uit te richten, dat zü begeeren.” Zulk een w<Uze beschouwing over de beperkte maar tooh nog groote macht van de booze geesten, is vooral zoo merkwaardig en zoo troostend, omdat Sidrac den mensch altüd ziet als onderworpen aan een vaderlüken God, die den mensch beschermt, en de noodige weten schap meedeelt. Van de duivels, al weten ze dan meer dan wü, behoeven wü de wijsheid ■let te ftebben. God zal ze «lel geven. Dit is een echt middeleeuwse!) standpunt inzake de beoefening der wetenschap, waarop in die dagen velen zich toelegden door het gebruik van duis tere middelen, zooals later velen de wetenschap beoefenden, gedreven door toomeloozen hoog moed. Hier moet het niet van komen, waar schuwt Sidrac. Een andere quaestle, die men van belang «chtte, is de vraag: wie spreekt er nu eigenlük «Is wü het woord voeren, onze ziel of ons li chaam. Sidrac antwoordt: „niet het lichaam spreekt, maar de stem spreekt en de ziel. Dit is dus een functie van lichaam en ziel tezamen. Hadde het lichaam lust iets te doen, het zou •an deze behoefte niet kunnén weerstaan, in- dleh de ziel geen weerstand bood. Daarom heeft de ziel dus meer macht dan het lichaam. Het lichaam is trouwens van stof en zal tot stol «ederkeerèn. Maar de ziel is onsterfelpk. Dit is dan ook de reden, waarom de ziel veel meer schuld heeft, en veel meer verantwoorde- UjSheid na het kwaad-doen dan het lichaam, Want het is door de toelating der ziel dat het lichaam aondigde. De ziel is gemaakt uit het leven en daarom blüft zü altoos leven. Indien n®t instemt met het kwaad, dat het lichaam bcdrüft, wordt zü ook niet wegens dit kwaad veidoemd. Ze wordt echter ook niet verheven ian het uitvoeren van openbare eje het Werkfonds 1934. itoog hadden zü de conclusie ge trokken, dat die lichamen en ook andere in ernstige mate die uitvoering belemmeren. Mocht deze conclusie juist zün. dan drongen zü er bü de Regeering op aan, te blvordeien. dat in den vervolge op medewerking dierzüds staat kan worden gemaakt. Ah de avond ia gevallen en gedoofde lantaarns een onheilspel lend duister in de smalle straten en sloppen hangt, tracht de menigte uit de ingesloten buurt door het mi litair cordon te breken en zoo de binnenstad te bereiken. Infanteris ten op de Noordermarkt lossen een salvo, wat een onbeschrijfelijke paniek teweeg brengt. De laatste bloedige phase van het opreer ia aangebroken. Infanterie en cava lerie dringen van alle zjj den langs straten en grachtjes de donkere buurt binnen, waar op de barricaden en vanuit de huizen hevig verzet wordt geboden. Dof knallen de schoten. Het getier en gebrul der oproerlingen overstemt het kermen der gekwetsten, het gegil der vluch tenden.’ Nog geen anderhalf uur duurt de strüd. Geraakt en verschrikt door de neersulsende steenen en dakpannen worden de paarden der huzaren schichtig en onhandelbaar. De ruiters stijgen af en forceeren met herhaalde salvo's den doortocht over de versperringen Te mid dernacht heeft men de laatste haarden van verzet overmeesterd en keert de rust Weer in de zwaar geteisterde' buurt, acht en twintig personen één vrouw verder mannen en opgeschoten jongens zün door de kogels gevallen. Ruim tochtig mln of meer ernstig gewonden worden geteld. Brancards, handkarren en vigelanten halen oe slachtoffers weg, vaak gevolgd door Jam merende familieleden. In de volgende dagen is een groot aantal arrestaties verricht. Daarbü blijkt, dat de op roerige stemming, zooals steeds is veioortaakt door kwaadwillige elementen van elders, die gebruik hebben gemaakt van de ver uittering oer Jordaners bü vermeende inbreuk op bun rechten. Zoo kan dan ook later een groot aan tal Jordaners. die zich loyaal gedroegen en het ergste voorkwamen, worden beloond Hun namen zün nog lang bekend gebleven: Leen, dtrt en Jacobus Mens, de zonen *cn den „Bokkebek", den ongekroonden koning der Wil le mst raat, de weduwe Buurman geboren Chrlsje van der Woude en F. J. Singei Het laatste palingtrekken In de Jordean is «el een zeer bloedig feest geworden dat nog altüd in de herinnering der buurt voortleeft. De minister van Waterstaat heeft, krach tens machtiging van H M. de Koningin, ook uit naam van zün ambtgenoot van Financiën aan den voorzitter der Tweede Kamer mede, gedeeld, dat het aan de Kamer bü KordnHUke boodschap van 16 Januari 1935 ontwerp van wet tot het geven om een concessie tot tolheffing te verleenen aan een aan te wüzen raamlooze vennootschap, wordt ingetrokken. Thans grüpt de politie in. Dg bewoners der hulzen, waaraan het touw is bevestigd worden gesommeerd het los te maken, maar zü wei. geren. Vier agenten en een rechercheur drin gen nu de huizen binnen en snijden zelf de einden door. Dit is het teeken tot verzet De woedende menigte richt zich tegen de piïitie. De leus dier dagen wordt een strüdtreet: „Recht voor allen, laat gaan!" klink» uit de tierende massa, waardoor de pollt:em?.:jien, bedreigd en gemolesteerd, zich met moeite een weg banen. Niet veel beter vergaat het den inspecteur Bos van het bureau Noo'der- markt, die zich in burger onder de menigte begeeft en poogt de menschen te kcimeeren. Men werpt hem met vuil en steenen, zoodat hü de vlucht moet nemen in een huis Ter. nauwemood gelukt het nog den man te ont. De Jordaan in verzet! Barricaden versperrên de smalle straten Van de Zaterdagschebrug over de on gedempte Lindengracht waait de roode vlag. Politie, gemolesteerd en met steenen bekogeld, belegerd door de menigte op de Noorder markt, trekt zich terug, het initiatief overgevend aan de militaire macht. Infanterie en cavalerie rukken op, sluiten de oproerige buurt in, char- tegen de barricaden. Stee- dakpannen, bloempotten sui- hen tegemoet. Sommaties vol gen. Schietend banen zich de mili tairen een doorgang. Er slachtoffers: 28 dooden en 80 gewonden kleuren met bloed het opgebroken plaveisel Het Palingoproer, 25 en 26 Juli 1886 thans vyftig jaar geleden is in vollen gang. Majoor H. J. Bangert, vlootoalmoesenler te Den Helder, schrijft ons: Het sal een tegenvaller zün voor degenen, die ons In de vorige weken met een gift ver rasten dat ichter den kop boven dit artikeltje een vraagteeken staat. Het is lang niet zeker, dat het Tehuis komt. We zün er nog bü lange na niet. Allereerst moge ik nog eens mün hartelüksten dank uitspreken tegenover al onze weldoenera en' weldoensters, maar terstond daarop moet ik me weer richten tot al dengenen, die tot nu toe doof zün geweest voor onze oproep. Waar moet ik de verklaring zoeken voor hun stilzwügen? Er zün allerlei verklaringen mogelük en al deze verklaringen kan ik wel aannemen, als U mü maar niet wilt doen gelooven, dat Katholiek Nederland geen interesse voor onze zaak heeft. Dat ik zulks niet aanneem vindt misschien zün oorzaak hierin dat ik zelf zoo diep over tuigd ben van het belang van het tot stand komen van ons Marine-Tehuis. En ik kan het werkelijk niet anders inzien,, dan dat ieder goed Katholiek meevoelt voor de belangen van hét R. K. Marine-peraoneel Dat Katholiek Nederland, ook in desen tüd, niet bü machte zou zün het Tehuis te stichten, wil er bü mü niet in. Ik moge een paar redenen aangeven, waar om ons Tehuis noodzakelllk is Allereerst zal iédereen. zelfs de minst inge- wüde, inzien, dat het bezit van een flinke zaal, in een flink bezocht Marinetehuis onontbeerlük is. Een groote zaal missen wü bU allerlei ge legenheden. Wü durven en kunnen niets or- ganlseeren, daar onze huisvesting te bekrom pen is. Op de tweede plaats: er bestaat voor de meerderjarige marinemannen de gelegenheid om een zgn. .kamer an de wal" te nemen. Ze in- stalleeren een dergelüke kamer op hun manier en zü» daar 's avonds thuis. Ze slapen er, om dan 's morgens in de vroegte weer naar boord te gaan. Waar kiezen zü die kamertjes? We praten hier maar liever niet lang over, maar het gaat mü als geestelüke verzorger da- gelüks aan het hart, dat wü de goed-meenen- den niet een net kamertje kunnen aanbieden boven ons Tehuis en het beschikbaar hebben van een dertig kamertjes is waarachtig geen overbodige weelde. Ze moeten heusch bü ons kunnen wonen. Dat is het beste! Op de derde plaats: Onze Katholieke Marine mannen zün nooit in de gelegenheid om in de week naar de kerk te gaan en zün op gezette tüden door varen of wacht verhinderd om zelfs Zondags de H. Mis bü te wonen. Het is daarom in een R. K. Marine-Tehuis noodzakelük een flinke kapel te bezitten, waar we 's avonds ge- zamenlük het avondgebed kunnen bidden en waar we om de 14 dagen kunnen büeenkomen voor het houden van onze godsdienstige bü- eenkomsten van de godsdienstige vereeniging vóór R. K. Marinepersoneel: .JStelIa-Maris”. Het bezit van een kapel in ons Marine-Tehuis opent de schoonste perspectieven in het werk der geestelüke verzorging onder de Katholieken bü de Kon. Marine. Onze Marinemannen missen zoo dikwüls en zooveel een godsdienstige omgeving. Om deze drie groote en dure behoeften weg te nemen richtte ik mü tot Katholiek Neder land. Zou ik beschaamd uitkomen? Het kan er bü mü niet in! Opnieuw richt ik mü tot al degenen, die tot nu toe geen büdrage stuurden. Ik bedel bü den arme om het pennlnkske en ik bedel bü den rUke om een groote gift. Moge toch leder besluiten te geven! Het dubbeltje en de vijfduizend gulden zün noodlg! Katholiek Nederland! Het gaat om de Ka tholieke zaak op de Vloot! Offert naar beste krachten en weest overtuigd, dat ge door uw offer een van de schoonste en grootste Katholieke Vaderlandsche belangen mede verzorgt. Met spanning zie ik ook uw gave tegemoet op postgiro 273336. Moge de Sterre der Zee u ingeven te doen wat ge kunt en u ervoor beloonen! Inmiddels heeft men het touw weer hersteld en gaat het palingtrekken rustig door. Coote drommen menschen. afkomstig van een socla. listische vergadering in het Volkspark, zich bü de menigte op de omgeving. Zoodra de. polltie, die op het bureau Noordermarkt aanmerkelUk is verstrikt zich ergens vertoont, wordt zü ontvangen met stee nen en bloempotten. Plotseling formeert zich op de Westerstraat een optocht, de roode vlag voorop. De politie chargeert en jaagt den stoet uiteen. Maar inspecteur Bos raakt tusschen de relletjesmakers en wordt bewusteloos geslagen. Men wil den man in het water werpen en ver drinken, doch hiertegen verzetten zich enkele goedwillende Jordaners. die den inspecteur ontzetten. Reeds hangt de inspecteur over de leuning van de brug, als een vrouw Chrisje v. d. Woude genaamd toesnelt, hem de han- <8en om den hals slaat en de belhamels af werend, den man het leven redt. deze leden gaarne nader omtrent de overwegingen. In de snlkheete Julidagen van 1886 broeit de onrust. Het komt op. Rumoerige vergaderingen worden be legd in het Volaspark achter de Nassaukade en de terugkeerende menigte in de stad komt voortdurend in botsing met de politie. Wan ordelijkheden zün dan ook aan de orde van den dag. Er heerscht een geest van v<raet on. oer een deel der burgerij. De geringste aan leiding kan alles in vuur en vlam zetten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 15