Voor vijftig jaar woedde het
Palingoproer in Amsterdam
RIPOLIN
CREDIET VOOR WERK-
Sidrac’s wijsheid
VOLKSVERMAAK LEIDDE
TOT BLOEDIG VERZET
EEN NIEUW R.K. MARINE-
TEHUIS?
-Missis**5
ZATERDAG 25 JULI 1936
IDEEËN
Een roep om hulp uit Den Helder
CONCESSIE TOLHEFFING
Wetsontwerp ingetrokken
noed
28 dooden in enkele
uren tijds
OPENING VAN RIJKSWEG
DE SPAANSCHE GEZANT
VERTROKKEN
De reorganisatie van het
Werkfonds
Arbeiders accepteeren voorstel
van Rijksbemiddelaar
HET DREIGEND CONFLICT
TE ENSCHEDE
Coöperatie en Midden
stand
Rapport van Ver. Lqndboaw
en Maatschappij
Nachtelijk straatgevecht tusschen
menigte en militairen in het
hart van de Jordaan
Soldaten rukken op
Bouw van goedkoope arbeiders-
woningen in werk
verschaffing?
Het eerste treffen
1
I
Kiest
voor Uw schilderwerk
de beste lakverf.
Ff
1
-
AD INTERIM.
en
by de
zetten.
de
hetgeen
de
commissie
»r
IU.
1
iann
;gen
vallen
ruim
hun
Het palingtrekken in vollen gang op de
Lindengracht bij de Zaterdagsche brug
Een jongedame in kleederdracht uit den Elzas, te Hohwald ter beschikking
gesteld van H. K. H. Prinses Juliana, belast zich met de verzending van
ansichtkaarten, die haar door de Prinses worden overhandigd
aar geboden
van vrüheld
nitraat
at een
«t het
leven,
longe-
welk»
landje
aisto-
alt te
to ge-
e der
■oem-
irvan
twee
Stu-
d»
«en
taak
rordt
rtra-
De afgetreden Spaansche Gezant bü ons Hof
heeft gisteren de Residentie verlaten zich met
zijn gezin per trein naar Parijs begeven.
Met belangstelling hadden verscheidene leden
kennis genomen van het betoog, door den mi
nister van Sociale Zaken in de vergadering
der Tweede Kamer gehouden ten aanzien van
de gestes van tal van lagere publlekrechtelüke
lichamen, waar het geldt het verleenen van
Algemeen verklaarde men, zich met het voor
stel Inzake werkverruiming te kunnen vereen! -
gen, al voegden eenige leden daaraan toe, dat
zij de voorkeur er aan zouden geven, indien
een nog hooger bedrag ware aangevraagd, ver
mits er zoo talrijke objecten zijn, welke voor
uitvoering met steun uit het Werkfonds 1834
in aanmerking komen, bijvoorbeeld op bet stuk
van wegenbouw, met name wat betreft den
aanleg van rijwielpaden.
maal
maal
resse
Igen.
riën,
dit
zin-
sche
nen,
ge-
wee
jens
zou
ans
der
Ne-
oor
de
Xt
Ier.
ur
en,
ale
te-
eis.
be-
het
dr.
met
geeren
nen,
zen
Op den broelwarmen Zondagmiddag 25
Juli bemerkt een survellleerend agent van
politie luidruchtig samenscholend* men
schen langs den walkant der Lindegracht,
het Jaar
straat? oc'alisme
Hier is op het politiebureau een groot aantal
agenten samengetrokken, waartegen de me.
nigte steeds driester optreedt. In de straten
rondom vliegen de steenen uit het plaveisel.
Barricaden verrijzen. Gedekt in den rug komt
de vijandige massa steeds nader. Allerhande
projectielen suizen door de lucht. De politie
wordt belegerd. In overleg met burgemeester
van Tienhoven en den plaatseljjken cotnman.
dr.nt. krijgen infanterie en cavalerie bevel om
zich gereed te houden en de taak der politie
over te nemen.
ter hoogte van de Zaterdagschebrug.
Dwars over het watec is van huls tot huis
een touw gespannen, waaraan in het mid
del^ een paling hangt te spartelen. Bij de
brug worden vletten met roeiers in ge.
reedheid gebracht. De Jordaan treft voor,
bereidingen om plotseling een oud volks
vermaak, dat reeds in 1870 wegens dieren
mishandeling bij de wet werd verboden,
weer in eere te herstellen. Van alle kan.
ten stroomen mannen en vrouwen toe, om
het palingtrekken op de Lindegracht gade
te slaan.
Sommige andere leden sloten zich aan
bij bet betoog, door het lid der Tweede Ka
mer, den heer Kuiper, in den aanvang van
zijn, in de vergadering van dat Staats
college van 7 Juli IJ. uitgesproken, rede ge
houden. Ook zjj laakten het geregeld wei
geren van credieten uit het Werkfonds
1934 aan in financieel opzicht zwak staande
omdat aldaar gemeenlijk de
grootste is en er dus de
aan werkgelegenheid be-
Maandagmiddag rukt de Infanterie op. Twee
honderd manschappen trekken een kring om
den haard van het verzet en wel het deel van
de Jordaan, begrensd door Westerstraat. Lljn-
baansgracht. Lindengracht en Prinsengracht.
Een kleinere groep infanteristen zuivert stel
selmatig de straten rondom. Achter hen staan
de huzaren gereed. De soldaten vorderen slechts
langzaam. Van achter de barricaden word» ge
gooid en geschoten.
De leden, hier aan het woord, duchtten dat,
tengevolge van die reorganisatie, meerdere ob
jecten dan voorheen het geval was, voor ..uit
voering in werkverschaffing" in aanmerking
zouden komen, met de daaraan verbonden
consequentiën ten aanzien van de loonbepaling.
Ligt, zoo vroegen zij, dit laatste in het voorne
men der Regeering?
Met nanip zouden zij gaarne vernemen, of
het voornemen bestaat, de zoogenaamde goed-
koope arbeiderswoningen in werkverschaffing
te doen bouwen.
Naar wij vernemen, aal de nieuwe Rijksweg
door het Westland, vanaf Honseleradük tot den
Maasdijk, zeer waarschijnlijk 15 September ax.
worden geopend, terwijl dan tevens de Maas
dijk in de gemeente Naaldwijk wordt afgeslo
ten voor het verkeer, zulks in verband met de
reconstructie
Nooit had men goed van dit geliefd volks,
vermaak afstand kunnen doen. De groenboeren
langs den rand der stad niet, maar de Jor
danees nog veel minder. Altijd was het een
feest als op een der vele, nog ong-dempte.
smalle grachtjes der buurt de palingen werden
getrokken. Aan een touw over het water hing
dan het spartelend dier, bovendien nog met
gioene zeep besmeerd, om zoo weinig mogelUk
houvast te bieden aan de grijpende banden
der mannen die, staande in een vlet, onder
het touw werden doorgeroeid en moesten pro.
beeren met één ruk de paling los te trekken.
Wie daar in slaagde won den uitgeloofden
prijs en was de held.
De agent van politie, die op den laten Za.
terdagmlddag de overtreding constateerde,
maakte het publiek er opmerkzaam op dat het
palingtrekken niet meer geoorloofd *s er men
dus het spel moest staken. Aanvankelijk schijnt
men aan dezen wenk gevolg te gteven De vlet,
ten worden weggeroeid Maar als een half uur
later een paar agenten zich komen verre wis
sen, of Inderdaad het paling trekken ia afge-
Heel den zomernacht blijft het onrustig in
de Jordaan en den volgenden dag de Maan,
daghouders zijn present laait het verzet op.
nieuw op. In dichte drommen scholen de men
schen samen. Roode vlaggen worden geplant
op de Zaterdagsche brug. maar spoedig weer
verwijderd door andersdenkende Jordaners In
de tapperijen komt men handen te sort, om
de bierglazen te vullen. De drank Jaagt het.
bloed verhit door de aderen. Men dringt e’kaar
naar de Noordermarkt, waar in het late mid
daguur de toestand critlek is.
medewerking
werken vanwei
Uit dgt bet
Vrijdagmiddag is een vergadering gehouden
van de arbeiders der textielfabriek N. V. E. ter
Kulle te Enschede, waarin het bemiddelingsvoor
stel werd besproken, dat in een met den Rtfks-
bemiddelaar gehouden conferentie is gedaan.
Dit voorstel houdt o.m. in, dat een tariefsver-
hooging van 1% pCt. gegeven wordt op de arti
kelen, die in 1935 door een verlaging werden ge
troffen en dat voor de wollen stoffen eveneens
een tariefsverhooging van 7% pCt. zal worden
toegestaan. Na drie maanden is de Rüksbemid-
delaar bereid om. op verzoek van een der beide
partijen, de verschillende punten nog nader on
der de oogen te zien.
Dit voorstel is door de vergadering, na lang
durige bespreking, aanvaard onder voorwaarde,
dat het eveneens door de directie zal worden ge
accepteerd.
Het antwoord der directie is nog niet bekend.
tot de glorie wegens het goede, dat het lichaam
zou doen zonder haar instemming Wanneet
«foor de schuld van de ziel het lichaam sterft
300 is de ziel deswege des meer misdadig."
Dit is een pakkende beschouwing. In den te-
genwoerdigen tüd maakt men niet meer zoo
sterk het onderscheid tusschen de ziel, die wil.
en het llchagm, hetwelk dezen wil slechts uit
voert, maar foor de middeleeuwen «tas dit on
derscheid van uiterst belang, en hij stelde de
ziel ver boven het lichaam, den geest ver boven
de stof. HU begreep dan ook, dat de mnden
des geestes veel zwaarder zUn dan de zonden
van het lichaam. Hiermede is natüurlUk niet
gezegd, dat de lichamelijke zonden geen kwaad
zUn! Ze zün wel degelUk kwaad, omdat de ziel
er in toestemt. Maar de vereenzelviging van dc
heele moraal met de sexueele zedenleer was
voor den middeleeuwer iéts ónmogelijks. Hjj re
deneert niet, zooals tegenwoordig al te vaak
gebeurt: Wanneer iemands gedrag onbesproken
U op het gebied van den geslachtelUken om-
sang, dan is alles met dien man in orde, en
andersom: wie op dat gebied niet deugt (of een
misstap begaan heeft) deugt op geen enkel ge
bied. Deze moraal zou de middeleeuwer te
Platvloerse!) of te „lichamelijk" hebben gevon
den.
Op de vraag: „Wat is het leelükste, en het
donkerste en het meest verdoemde en hét meest
afschrikwekkende ding van de heele wereld?
antwoordt Sidrac dan ook: „Dat is de booze
ziel. Wie een boze ziel zou kunnen zien, zou
zich schamen over dit gezicht. Zulk een ziel
is een huis van den duivel, en stinkt zoo ver
schrikkelijk, dat de engelen dien stank niet
zouden kunnen verdragen."
„Zullen de goede zielen zich dan verheu
gen, als zU de booze zielen in de verdoemenis
zien storten?" vraagt Boctus.
Het is een strikvraag. Want als de goede zie
len pleizier hebben aan de verdoemenis der
boozen, waar is dan hun goedheid. Maar Sidrac
weet bet Juiste antwoord:
„Naar waarheid zeg ik u, dat alje goede zielen
overeenstemmen met den wil Gods, en Diens
oordeel zal hun zeker behagen. Want God is
Rechter, en in al zijn vonnissen is hü recht
vaardig en goed. De goede zielen zullen dus be
ginnen de boozen verdoemd te zien en zien
hierover verheugen op dezelfde wijze als het
ons genoegen doet, te zien, dat de vlsschen
zwommen in het water."
Is dit niet een heel zuiver antwoord? Als wü
de visschen in het water zien, weten wij dat ze
op hun plaats zijn en deze waarneming van de
orde stemt ons tot rustige ingenomenheid, maar
b.v. een visch in een vogelkooi vinden we be
lachelijk en het ergert ons, een levende visch
op die wijze buiten zijn element te zien. Zoo
zullen de goede zielen de booze zielen waarne
men in hun eigen element, dit zal hun vreugde
of zaligheld niet verminderen.
Men ziet, dat in dit mlddeleeuwsche boek heel
wat diepgaande menschelijke wijsheid neerge
schreven is, en dat de moderne mensch er nog
best wat uit leeren kan.
Verschenen is het eindverslag der Eerste
Kamer over de ontwerpen van wet tot wijzi
ging van het zevende' hoofdstuk B der RÜks-
begrooting departement van Financiën voor
1935 (credlet voor werkverruiming) en wijzlg4ng
en verhooging van hef tiende hoofdstuk der
RUksbegrooting Handel, NUverheid en Scheep
vaart voor 1936 (industrie-flnancierlng).
De commissie, benoemd door het hoofdbe
stuur van „Landbouw en Maatschappij” tot bet
bepalen van het standpunt van deze vereenl-
glng ten opaichte van de coöperatie, Is gereed
gekomen met haar rapport, waaraan het Han
delblad het volgende ontleent:
De commissie wenscht de coöperatieve ver-
eenigingen in te deelen in twee groepen, n.l. in
zuivere landbouwcoöperaties en in de verbruiks
coöperaties.
De commissie aanvaardt bU de zuivere land
bouwcoöperatie in het algemeen de coöperatie
als doelstelling, bü de verbruikscoöperaties en
1 daarmede op een lün te stellen vormen meent
- ze de coöperatie te moeten beschouwen als een
i verweermiddel tegen maatschappelUke misstan
den, zonder den bedrijfsvorm als doel te aan
vaarden.
Vervolgens behandelt zü de ondernemingen,
i waarvan zü den coöp. vorm alleen dan aan
vaardt. Indien optredende maatschappelijke
misstanden daartoe noodzaken.
De commissie staat in principe afwijzend te
genover dezen coöperatieveren. omdat ze zich
instelt op de noodzakelijkheid van het behoud
van een krachtigen en welvarenden midden
stand. terwUl bU het stellen van de coöperatie
als doel in dezen en bü het bereiken van die
doelstelling hierdoor, de onafhankelUke mid
denstand zou moeten gaan plaats maken voor
een ambtenaarsstand.
hier niet wenschelUk voorkomt.
ZU aanvaardt den coöperatieven bedrUfsvorm
hier slechts als middel om vrije bedrijven te
dwingen tot ratloneele bedrijfsvoering
WUders zouden
wordenIngellcht
welke de Regeering hebben geleid tot reorgani
satie van het bestuur van het Werkfonds 1934.
Zoo stelden zü de vraag, of de vroegere rege
ling in technisch opzicht onbevredigend was.
of dat onder die regeling niet snel genoeg kon-
worden gewerkt, of dat hier andere factoren in
het spél zijn geweest.
gemeenten,
werkloosheid het
meeste behoefte
staat.
voegen
Lindengracht en
loopen, blUkt alles nog in vollen gang. Aan
beide kanten volgt een talrüke menigte het
verloop.
oning Boctus van Bactorlë, een groot
land, gelegen tusschen Indië en Perzië,
-I- V. verkeert in verschrikkelijke moetlUkhe-
den. HU «41 een grensvesting bouwen om zün
rijk te beschermen tegen de invallen van den
Indlschen koning Garakt, en onder groote
vreugde is de eerste steen gelegd voor den eer
sten verdedigingstoren, maar het lUkt wel of
de duivel er mee speelt, want eiken morgen
wordt weer vernietigd wat daags te voren ge
bouwd werd. Nachtwakers kunnen geen verkla
ring geven. Hier moet dus tooverU in het spel
zUn, too besluit men, en koning Boctus ontbiedt
al de sterrenwichelaars, de „diverse astrono
men" en philosophen van Bacterië en omge
ving, teneinde hen te raadplegen. Ze houden een
prachtige toespraak, genieten van de vorste
lijke ontvangst, maar als het er op aan komt,
weten ook zU geen middel aan te wijzen om
het bouwwerk te doen slagen. Nu zond de ko
ning omroepers uit over het heele land en be
loofde groote schatten aan dengene, die hem
helpen zou. Eerst kwam er niemand. Echter den
tienden dag na den eersten omroep verscheen
aan het hof een oud man, die den koning er
opmerkzaam op maakte, dat tn het rijk van
koning Trabatar, een bondgenoot van Bacterië,
iemand leeft, die alle wijsheid en wetenschap
rechtstreeks van God ontvangen heeft. Het is
Sidrac, afstammeling van Japhet, den zoon van
den aartsvader Noë. Er w'ordt een brief ge
schreven aan koning Trabatar en deze zendt
dan zijn beroemden philosoof Sidrac om koning
Boctus te helpen. Het land is betooverd, zegt
Sidrac. Men zal hier geen vesting kunnen bou
wen, zoolang die tooverban niet gebroken is
Hiertoe Is de hulp van den waren God noodlg.
Koning Boctus was n.l. een ongeloovlge; h(j ge
loofde niet aan den Schepper van hemel en
aarde, maar aanbad afgoden. Sidrac wist door
een wonder te bewerken, dat de ware God zUn
macht toont. De afgodsbeelden worden vernie
tigd. In een klaren waterspiegel mag koning
Boctus den weerglans van Gods aanschijn zien,
en dan is hü overtuigd. HU bekeert zich met
heel zjjn land, overwint den vUandigen koning
Garaat, en ook deze bekeert zich tot het geloof
in den waren God, doch later valt hU terug in
de heidensche afgoderij.
Dit alles zoo vermeldt de legende heel
nauwkeurig heeft zich voorgedaan 847 jaren
na den dood van den aartsvader Noë. Men
begrUpt, dat Köhing Boctus de hulp van den
wUzen Sidrac op hoogen prijs stelt. HU kiest
den philosoof tot zUn raadsman en stelt hem
allerlei vragen, waarop Sidrac, dank zU de
Goddelijke voorlichting, steeds het antwoord
klaar heeft. Al deze antwoorden tezamen vor
men het Boek van Sidrac, de katholieke ency
clopaedic der middeleeuwen, waarover wU schre
ven in ons vórig artikel.
Zoo vraagt de koning b.v.: „Kan God gezien
■werden?” Sidrac antwoordt hierop: „God is
zichtbaar en HU is onrichtbaar. HU ziet alles,
maar Hj/ 'luin’door niejpand op aarde gezien
worden, want - een aardsch lichaam kan geen
geestelijk ding zien, maar de geesten zien wel
geesten, wanneer zU tenminste goed zUn en
rechtvaardig.” Vervolgens voorspelt Sidrac
want dit alles gebeurt volgens de legende 847 na
den dood van Noë dat de Zoon Gods op
aarde zal geboren worden uit een Maagd
zichtbaar zal verkeeren met de menschen.
Dan komt het gesprek op engelen en duive
len, en dit punt heeft de volle belangstelling
van den koning, die in werkelUkheid de weet
gierigheid van de middeleeuw'sche lezers verte
genwoordigt. Nu weet men, dat gedurende de
middeleeuwen). en"’speciaal sedert de dertiende
eeuw een buitengewone belangstelling voor hel
en duivels heerschte. Het blijkt wel uit de schil
derkunst en de tooneelkunst, waarin we telkens
opnieuw den duivel afgebeeld of opgevoerd vin
den, vaak mét veel gevoel voor humor. Koning
Boctus stelt de vraag, of de duivels alles weten.
„Omdat zü de natuur van engelen hebben"
zegt Sidrac „beschikken de duivels over
groote wijsheid. Dit wil echter niet zeggen, dat
zü alles weten. Maar omdat hun natuur meer
geestelijk is dan de natuur van de menschen,
zijn de duivelen ook wijzer dan de menschen
en veel meer bedreven in .groote kunsten". De
menschen der toekomst zullen niet meer weten
of gevoelen dan God hun te weten vdenscht te
geven. Ook mogen de duivelen niet zoo maar
doen wat zü willen. Want het goede te doen is
hun onmogelük gemaakt, en ook verboden. Ze
ktumen alleen het kwade doen. Hierin zün ze
echter ook weer beperkt, want de goede engelen
beletten hun al het kwaad uit te richten, dat zü
begeeren.”
Zulk een w<Uze beschouwing over de beperkte
maar tooh nog groote macht van de booze
geesten, is vooral zoo merkwaardig en zoo
troostend, omdat Sidrac den mensch altüd ziet
als onderworpen aan een vaderlüken God, die
den mensch beschermt, en de noodige weten
schap meedeelt. Van de duivels, al weten ze
dan meer dan wü, behoeven wü de wijsheid
■let te ftebben. God zal ze «lel geven. Dit is
een echt middeleeuwse!) standpunt inzake de
beoefening der wetenschap, waarop in die dagen
velen zich toelegden door het gebruik van duis
tere middelen, zooals later velen de wetenschap
beoefenden, gedreven door toomeloozen hoog
moed. Hier moet het niet van komen, waar
schuwt Sidrac.
Een andere quaestle, die men van belang
«chtte, is de vraag: wie spreekt er nu eigenlük
«Is wü het woord voeren, onze ziel of ons li
chaam. Sidrac antwoordt: „niet het lichaam
spreekt, maar de stem spreekt en de ziel. Dit
is dus een functie van lichaam en ziel tezamen.
Hadde het lichaam lust iets te doen, het zou
•an deze behoefte niet kunnén weerstaan, in-
dleh de ziel geen weerstand bood. Daarom heeft
de ziel dus meer macht dan het lichaam. Het
lichaam is trouwens van stof en zal tot stol
«ederkeerèn. Maar de ziel is onsterfelpk.
Dit is dan ook de reden, waarom de ziel veel
meer schuld heeft, en veel meer verantwoorde-
UjSheid na het kwaad-doen dan het lichaam,
Want het is door de toelating der ziel dat het
lichaam aondigde. De ziel is gemaakt uit het
leven en daarom blüft zü altoos leven. Indien
n®t instemt met het kwaad, dat het lichaam
bcdrüft, wordt zü ook niet wegens dit kwaad
veidoemd. Ze wordt echter ook niet verheven
ian het uitvoeren van openbare
eje het Werkfonds 1934.
itoog hadden zü de conclusie ge
trokken, dat die lichamen en ook andere in
ernstige mate die uitvoering belemmeren.
Mocht deze conclusie juist zün. dan drongen
zü er bü de Regeering op aan, te blvordeien.
dat in den vervolge op medewerking dierzüds
staat kan worden gemaakt.
Ah de avond ia gevallen en
gedoofde lantaarns een onheilspel
lend duister in de smalle straten en
sloppen hangt, tracht de menigte
uit de ingesloten buurt door het mi
litair cordon te breken en zoo de
binnenstad te bereiken. Infanteris
ten op de Noordermarkt lossen een
salvo, wat een onbeschrijfelijke
paniek teweeg brengt. De laatste
bloedige phase van het opreer ia
aangebroken. Infanterie en cava
lerie dringen van alle zjj den langs
straten en grachtjes de donkere
buurt binnen, waar op de barricaden
en vanuit de huizen hevig verzet
wordt geboden. Dof knallen de
schoten. Het getier en gebrul der
oproerlingen overstemt het kermen
der gekwetsten, het gegil der vluch
tenden.’
Nog geen anderhalf uur duurt de strüd.
Geraakt en verschrikt door de neersulsende
steenen en dakpannen worden de paarden der
huzaren schichtig en onhandelbaar. De ruiters
stijgen af en forceeren met herhaalde salvo's
den doortocht over de versperringen Te mid
dernacht heeft men de laatste haarden van
verzet overmeesterd en keert de rust Weer in
de zwaar geteisterde' buurt, acht en twintig
personen één vrouw verder mannen en
opgeschoten jongens zün door de kogels
gevallen. Ruim tochtig mln of meer ernstig
gewonden worden geteld.
Brancards, handkarren en vigelanten halen
oe slachtoffers weg, vaak gevolgd door Jam
merende familieleden.
In de volgende dagen is een groot aantal
arrestaties verricht. Daarbü blijkt, dat de op
roerige stemming, zooals steeds is veioortaakt
door kwaadwillige elementen van elders, die
gebruik hebben gemaakt van de ver uittering
oer Jordaners bü vermeende inbreuk op bun
rechten. Zoo kan dan ook later een groot aan
tal Jordaners. die zich loyaal gedroegen en
het ergste voorkwamen, worden beloond Hun
namen zün nog lang bekend gebleven: Leen,
dtrt en Jacobus Mens, de zonen *cn den
„Bokkebek", den ongekroonden koning der Wil
le mst raat, de weduwe Buurman geboren
Chrlsje van der Woude en F. J. Singei
Het laatste palingtrekken In de Jordean is
«el een zeer bloedig feest geworden dat nog
altüd in de herinnering der buurt voortleeft.
De minister van Waterstaat heeft, krach
tens machtiging van H M. de Koningin, ook
uit naam van zün ambtgenoot van Financiën
aan den voorzitter der Tweede Kamer mede,
gedeeld, dat het aan de Kamer bü KordnHUke
boodschap van 16 Januari 1935
ontwerp van wet tot het geven
om een concessie tot tolheffing te verleenen
aan een aan te wüzen raamlooze vennootschap,
wordt ingetrokken.
Thans grüpt de politie in. Dg bewoners der
hulzen, waaraan het touw is bevestigd worden
gesommeerd het los te maken, maar zü wei.
geren. Vier agenten en een rechercheur drin
gen nu de huizen binnen en snijden zelf de
einden door. Dit is het teeken tot verzet De
woedende menigte richt zich tegen de piïitie.
De leus dier dagen wordt een strüdtreet:
„Recht voor allen, laat gaan!" klink» uit de
tierende massa, waardoor de pollt:em?.:jien,
bedreigd en gemolesteerd, zich met moeite een
weg banen. Niet veel beter vergaat het den
inspecteur Bos van het bureau Noo'der-
markt, die zich in burger onder de menigte
begeeft en poogt de menschen te kcimeeren.
Men werpt hem met vuil en steenen, zoodat
hü de vlucht moet nemen in een huis Ter.
nauwemood gelukt het nog den man te ont.
De Jordaan in verzet! Barricaden
versperrên de smalle straten Van
de Zaterdagschebrug over de on
gedempte Lindengracht waait de
roode vlag. Politie, gemolesteerd
en met steenen bekogeld, belegerd
door de menigte op de Noorder
markt, trekt zich terug, het initiatief
overgevend aan de militaire macht.
Infanterie en cavalerie rukken op,
sluiten de oproerige buurt in, char-
tegen de barricaden. Stee-
dakpannen, bloempotten sui-
hen tegemoet. Sommaties vol
gen. Schietend banen zich de mili
tairen een doorgang. Er
slachtoffers: 28 dooden en
80 gewonden kleuren met
bloed het opgebroken plaveisel
Het Palingoproer, 25 en 26 Juli
1886 thans vyftig jaar geleden
is in vollen gang.
Majoor H. J. Bangert, vlootoalmoesenler te
Den Helder, schrijft ons:
Het sal een tegenvaller zün voor degenen,
die ons In de vorige weken met een gift ver
rasten dat ichter den kop boven dit artikeltje
een vraagteeken staat.
Het is lang niet zeker, dat het Tehuis komt.
We zün er nog bü lange na niet.
Allereerst moge ik nog eens mün hartelüksten
dank uitspreken tegenover al onze weldoenera
en' weldoensters, maar terstond daarop moet ik
me weer richten tot al dengenen, die tot nu toe
doof zün geweest voor onze oproep. Waar moet
ik de verklaring zoeken voor hun stilzwügen?
Er zün allerlei verklaringen mogelük en al
deze verklaringen kan ik wel aannemen, als U
mü maar niet wilt doen gelooven, dat Katholiek
Nederland geen interesse voor onze zaak heeft.
Dat ik zulks niet aanneem vindt misschien
zün oorzaak hierin dat ik zelf zoo diep over
tuigd ben van het belang van het tot stand
komen van ons Marine-Tehuis.
En ik kan het werkelijk niet anders inzien,,
dan dat ieder goed Katholiek meevoelt voor de
belangen van hét R. K. Marine-peraoneel
Dat Katholiek Nederland, ook in desen tüd,
niet bü machte zou zün het Tehuis te stichten,
wil er bü mü niet in.
Ik moge een paar redenen aangeven, waar
om ons Tehuis noodzakelllk is
Allereerst zal iédereen. zelfs de minst inge-
wüde, inzien, dat het bezit van een flinke zaal,
in een flink bezocht Marinetehuis onontbeerlük
is. Een groote zaal missen wü bU allerlei ge
legenheden. Wü durven en kunnen niets or-
ganlseeren, daar onze huisvesting te bekrom
pen is.
Op de tweede plaats: er bestaat voor de
meerderjarige marinemannen de gelegenheid om
een zgn. .kamer an de wal" te nemen. Ze in-
stalleeren een dergelüke kamer op hun manier
en zü» daar 's avonds thuis. Ze slapen er, om
dan 's morgens in de vroegte weer naar boord
te gaan.
Waar kiezen zü die kamertjes?
We praten hier maar liever niet lang over,
maar het gaat mü als geestelüke verzorger da-
gelüks aan het hart, dat wü de goed-meenen-
den niet een net kamertje kunnen aanbieden
boven ons Tehuis en het beschikbaar hebben
van een dertig kamertjes is waarachtig geen
overbodige weelde.
Ze moeten heusch bü ons kunnen wonen.
Dat is het beste!
Op de derde plaats: Onze Katholieke Marine
mannen zün nooit in de gelegenheid om in de
week naar de kerk te gaan en zün op gezette
tüden door varen of wacht verhinderd om zelfs
Zondags de H. Mis bü te wonen. Het is daarom
in een R. K. Marine-Tehuis noodzakelük een
flinke kapel te bezitten, waar we 's avonds ge-
zamenlük het avondgebed kunnen bidden en
waar we om de 14 dagen kunnen büeenkomen
voor het houden van onze godsdienstige bü-
eenkomsten van de godsdienstige vereeniging
vóór R. K. Marinepersoneel: .JStelIa-Maris”.
Het bezit van een kapel in ons Marine-Tehuis
opent de schoonste perspectieven in het werk
der geestelüke verzorging onder de Katholieken
bü de Kon. Marine.
Onze Marinemannen missen zoo dikwüls en
zooveel een godsdienstige omgeving.
Om deze drie groote en dure behoeften weg
te nemen richtte ik mü tot Katholiek Neder
land.
Zou ik beschaamd uitkomen?
Het kan er bü mü niet in! Opnieuw richt ik
mü tot al degenen, die tot nu toe geen büdrage
stuurden.
Ik bedel bü den arme om het pennlnkske en
ik bedel bü den rUke om een groote gift.
Moge toch leder besluiten te geven! Het
dubbeltje en de vijfduizend gulden zün noodlg!
Katholiek Nederland! Het gaat om de Ka
tholieke zaak op de Vloot!
Offert naar beste krachten en weest overtuigd,
dat ge door uw offer een van de schoonste en
grootste Katholieke Vaderlandsche belangen
mede verzorgt. Met spanning zie ik ook uw
gave tegemoet op postgiro 273336.
Moge de Sterre der Zee u ingeven te doen
wat ge kunt en u ervoor beloonen!
Inmiddels heeft men het touw weer hersteld
en gaat het palingtrekken rustig door. Coote
drommen menschen. afkomstig van een socla.
listische vergadering in het Volkspark,
zich bü de menigte op de
omgeving. Zoodra de. polltie, die op het bureau
Noordermarkt aanmerkelUk is verstrikt zich
ergens vertoont, wordt zü ontvangen met stee
nen en bloempotten. Plotseling formeert zich
op de Westerstraat een optocht, de roode vlag
voorop. De politie chargeert en jaagt den stoet
uiteen. Maar inspecteur Bos raakt tusschen de
relletjesmakers en wordt bewusteloos geslagen.
Men wil den man in het water werpen en ver
drinken, doch hiertegen verzetten zich enkele
goedwillende Jordaners. die den inspecteur
ontzetten. Reeds hangt de inspecteur over de
leuning van de brug, als een vrouw Chrisje
v. d. Woude genaamd toesnelt, hem de han-
<8en om den hals slaat en de belhamels af
werend, den man het leven redt.
deze leden gaarne nader
omtrent de overwegingen.
In de snlkheete Julidagen van
1886 broeit de onrust. Het
komt op. Rumoerige vergaderingen worden be
legd in het Volaspark achter de Nassaukade
en de terugkeerende menigte in de stad komt
voortdurend in botsing met de politie. Wan
ordelijkheden zün dan ook aan de orde van
den dag. Er heerscht een geest van v<raet on.
oer een deel der burgerij. De geringste aan
leiding kan alles in vuur en vlam zetten.