ucïAaal
wui
Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland
cfcft daq
De stalen stoel
F 250.-
F 750.-
Rijk en Kroning
BUITEN WONEN..J
Zigeunerinnetje
WOENSDAG 29 JULI 1936
ng
Het
Voor- en nadoelen
Paardenmiddel
Collectieve verzekering
Een ineecten-praatje
Van Frankryk begint de victorie
me.
illlllllllllllli
>4
Do komende plechtigheden
in Londen
Vs
s
l4
>4
DOOR ANNY VON PANHUIS
|itmiin
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
TO
■MM
beter zUn dan alle
n
En terwij] Kruimeltje naar het paleis liep dreef Tuimeltje
geleerd er. zonk al dieper en dieper het water In. Verdiende
toon, hoorde hU de torretjes nog schreeuwen en verdween
toen in de diepte.
O
met
10
(Wordt vervolgd)
ia
tl.
af
n-
door een grooten vijver en probeerde zwemmende aan den
kant te komen. Maar hjj had Immers nooit Been zwemmen
Rottan fauteuil met open vlechtwerk van
Ida Falkenberg. Zal deze meubelsoort de
stalen meubels weer vervangen?
het Katholieke Ierland geacht kan worden
kroond te zUn.
Het
van
ens
het
ten
it de
ver-
n de
elds-
„Lieve Juffrouw
pleit
i de
)rek
rijs-
lm-
141.
iets
z(jn
tleu-
n de
van
it te
igen,
1. de
itge-
igen,
eker
it te
over
refe-
t se-
latig
De
>r de
egen
srste
he-
zche
Er
trkt,
eke-
«ten
Iteel
van
Z18)
N.
zeer
Cl-
II»
Het water van de sloot ging geweldig op en neer. En al de
dieren die tn de sloot leefden, hadden wel In de gaten, dat
er iets bijzonders aan de hand was. Nieuwsgierig keken ze
naar alle kanten en spoedig wist heel de sloot, dat er een
kaboutertje hulpeloos ronddreef. Maar er was redd'ng mo.
gelijk, want niemand zou het gelooven, maar daar stond zijn
oude vrlenc Kikker Karei voor hem en zonder tets te zeggen
i.am hjj Kruimeltje beet en trok hem naar de KUserwe-
reld toe.
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
konden elkaar niet
vier even hard
ob en Ben togen samen in pension, een
gemeenschappelijke zitkamer met ge
bloemd behang en twee aparte slaap
kamertjes. IWas wat Je noemt.
Natuurlijk had dit bjj-elkaar-wonen z’n mee
en z’n tegen. Om maar eens een voorbeeld te
noemen: Bob waa eenvoudig weg nn een
meisje, dat naar den naam van Kitty luisterde.
En zooals het b(j verliefden dikwijls gaat:
Bob liet geen gelegenheid onbenut om de
boordevolheid van zijn hart naar Ben over te
hevelen. Ben op zijn beurt hield uit principe
de vrouwen op tien meter afstand. Het kon
dan ook niet uitblijven, dat Bob tijdens zijn
llefdesontboezemingen in Ben niet altijd den
geduldigen toehoorder vond.
Fuif me liever op ‘n Hollandsche nieuwe,
dan eeuwig te wauwelen over de volmaakt-
Het bestuur van de fascistische partij heeft
met het „Istltuto Naslonale delle Asslcurazionl”
een overeenkomst gesloten, waarbij 700000
graanmaalers en rijstsnUdsters op het leven zul
len worden verzekerd. De verzekeringssom be
draagt 10.000 lire per persoon. De middelen voor
de premiebetaling worden verschaft door de
corporatie van de landarbeiders.
(De Versekeringssbode).
•V—Engelsche Konlng beeft een Kronings-
I 1 commissie benoemd, welke onder voor-
zltterschap staat van den Hertog van
York, en samengesteld is uit persoonlftheden
uit het Vereenigd Koninkrijk en de Dominions.
Groot Brittannië zal in de commissie ver
tegenwoordigd zijn door de reeds onlangs be
noemde commissie uit de Privy Council, waar
van de Hertog van York eveneens voorzitter,
de Hertog van Norfolk onder-voorzitter, de
Aartsbisschoppen van Canterbury en York, de
Lord Kanselier, de Eerste Minister, de Lord
President van den Raad (Mr. Ramsay Mac
Donald), de Kanselier der Schatkist, Mr. Lloyd
George (de eenlge ex-Pnemter, die niet deel
.ultmaakt van de Regeering) en andere Privy
Councilors leden zijn.
Twee Dominions zfjn niet in de Kronings-
commlssie vertegenwoordigd, n.l. Newfoundland,
dat sinds enkele Jaren geen eigen regeering
heeft, doch door Koninklijke Commissarissen
bestuurd wordt, en de lersche Vrijstaat. Ook
Indië is niet vertegenwoordigd, aangezten de
kroning van den Souvereln tot Keiser van
Indië afzonderlijk plaats heeft. Wel zal, even
als bij vorige kroningen, Indië door een groot
aantal vorsten bij de plechtigheden te Londen
vertegenwoordigd zijn, aangezien de Indische
keizerskroon afhankelijk te van de Engelsche
Koningskroon.
Dat ditmaal voor t eerst in de geschiedenis
des Rijks de kronlngscommtesle samengesteld is
uit delegaties der verschillende Rijkstanden,
houdt natuurlijk verband hiermede dat door
het Statuut van Westminster de constltutio-
neele betrekkingen tusschen Oroot-Brittannlë
en de Dominions een ingrijpende verandering
ondergaan hebben. De oude suprematie van het
xg. RiJksparlement (d.l. het Parlement van
Westminster) die reeds lang een fictie geweest
was. bestaat thans zelfs niet meer in theorie,
ofschoon de titel bewaard gebleven te. In 1811.
toen George V gekroond werd, was zijn koning
schap over elk der Dominions afhankelijk van
sUn souverelniteit over het Vereenigd Konink
rijk. Door zijn kroning tot Konlng van Groot
Brittannië werd hij automatisch gekroond sou
vereln van elk der Dominions.
Nu volgens veter oordeel de Kroon nog
slechts den eenlgen fozmeelen constltutioneelen
band vormt tusschen de landen van t Brltsche
RQk, te het van belang dat deze band zoo hecht
mogeUJk worde. Werd, gelijk vroeger, de Souve-
reln door zijn kroning tot Konlng van Groot-
Brittannlë automatisch gekroond Konlng van
elk der Dominions, dan zou dat koningschap
even automatisch vervallen, wanneer een hun
ner zich van t Brltsche Rijk wilde afscheiden.
De kroon zou dus in werkelijkheid in ’t ge
heel geen band vormen. Thans zal in Mei theo
retisch teder Dominion zfln eigen Konlng kro
nen. Door uittreding uit het Brltsche Gemeene-
best sou dus het koningschap in het uittreden
de Dominion niet komen te vervallen, maar
hierdoor wordt uittreding ook ónmogelijk, ten-
d.tx met een antl-monarchale revolutie.
Dit verklaart gedeeltelijk waarom de lersche
Vrijstaat niet in de Kronlngscommlssie ver
tegenwoordigd wil zijn. Dat land en zijn Re-
geering erkennen, zjj t op uiterst passieve
wijze, de nominale souverelniteit des konlngs.
Zij zullen dit blijven doen zoolang het niet
mogelijk te de betrekkingen met Groot-Brit-
tannlë binnen het kader des Rjjks te verbreken
Voor MaS het konlngscMp van Edwajrd VIII
over lerlan* het onvermijdelijk gevplg vtn de
formeel en contractueel nog steeds tusschen
Engeland en den Vrijstaat heerschende consti
tutioneels verhoudingen. Men kan dus niet van
hen verwachten dat zij den door hen niet ge-
wenschten konlng speciaal ook tot souvereln
van den Vrijstaat zouden laten kronen, door
deel te nemen aan de werkzaamheden der
Kroningscommissie.
Maar zelfs Indien Ierland thans niet onder
een Republikeinsch-gezinde regeerlng stond;
zelfs Indien Mr. Cosgrave hoofd van de regee-
ring van den Vrijstaat gebleven waa, zouden
zich in verband met de Kroning groote moei
lijkheden voordoen. De kronings- en zalvlngs-
plechtigheden worden uitgevoerd door de Aarts
bisschoppen van Canterbury en York. Hoe kan
door zulke plechtigheden, en door aflegging
van den eed tot handhaving der Anglikaan-
sche kerk, Edward VIII gekroond wbrderi toe
konlng van het nagenoeg uitsluitend katholieke
Ierland? Zoolang Ierland deel uitmaakte van
het Vereenigd Koninkrijk, aoodat 'zijn bevol
king, met de Brltsche katholieken, «en gods
dienstige minderheid vormden, sprak het van
zelf dat de Konlng den godsdienst beleed der
meerderheid, en gekroond werd door den Angli-
kaanschen Primaat. Dit spreekt thana voor
Groot-Brittannië nog vanzelf, maar de Ieren
vormen niet meer een godsdienstige minder
heid in het Vereenigd «Koninkrijk, doch een
autonoom katholiek volk. Zoolang zij gedwon
gen zjjn de Engelsche kroon te erkennen, doet
het er weinig toe door wlen deze den Konlng
op 't hoofd gezet wordt, maar heeft de kro
ningsplechtigheid op zoodanige wijze plaats dat
de konlng langs symbolteehen weg tevens ge
kroond wordt tot konlng van elk zijner Domi
nions, dan zou selfs een volkomen loyaal Ier
land kunnen en moeten verlangen dat, wat den
Vrijstaat betreft, de plechtigheid niet voltrok
ken worde door Anglikaanaehe prelaten.
De konlng kan niet Anglikaan zjjn In Enpe-
op de proef moeten stelten.
Daar Bob tot nu toe zorgvuldig vermeden
had het meisje van zjjn hart met Ben in ken
nis te brengen hu kende hem langer dan
vandaag was Ben op een beschrijving van
Kitty aangewezen. Zjj waa slank en blond, met
groote blauwe oogen. En prompt dertien over
acht kwam ze uit den personeellngang van het
groote warenhuis.
Ben had met het oog op de belangrijkheid
van zijn opdracht besloten methode nummer
zes toe te passen. Methode nummer zes had
namelijk nog nooit gefaald: op zjjn speclalen
wensch wordt zjj niet aan de openbaarheid
prijs gegeven.
Methode nummer zes lukte ook thana Na
een dikke twintig minuten zaten Kitty en Ben
in een gezellig cafétje en voerden diepzinnige
gesprekken als: Vindt u tennissen ook zoo
mieters? of: Toen ik gisteren in m'n nieu
wen two-seater reed....
Ben bezat heelemaal geen kar, maar de ge
wichtigheid van dit geval in aanmerking ge
nomen, geloofde hij beslist tot soo’n klein
leugentje zijn toevlucht te moeten nemen. Een
eigen auto maakt altijd indruk op *n vrouw.
Met uitzondering van Kitty, die er vrij Sibe
risch onder scheen te blijven. Ze liet enkel
een rijtje bijzonder mooie tandjes zien en glim
lachte met ondeugende oogjes, alsof ze zeggen
wilde: Schep niet zoo op!
Ben werd een tikje onzeker. In zijn theorie
over de vrouwen scheen, nu hij tegenover dit
frlssche meisje zat, een bedenkelijk lek te zit
ten. Daarom deed hij maar het verstandigste
wat hij doen kon: hjj gaf zich zooals hij was
en liet alle methodes varen. Met het gevolg
dat er zich een gesprek ontspon, dat beide
partijen interessant begonnen te vinden.
Stapel verliefd ging Ben dien avond naar
huls en ontweek de onbescheiden vragen van
zjjn vriend Bob. De volgende dagen toonden
een merkwaardige verandering bij hem. Kort
om, na een dag of vijf stond t voor Bob vast,
dat deze Kitty de vrouw was, naar wie hij on
bewust z’n heele teven gezocht had. En ook
Kitty scheen niet ongenegen ja te zeggen,
haar een bepaald» jrraag gesteld, zou
Bob Üep met een ongerust hart rond 4n
zonk tot een ellendig hoopje tezamen, toen
hij de feiten ervoer, zjjn Kitty.,., en deze
verstokte vrijgezel?? Hjj kon t zich maar niet
trouw Burger, en-ik ben u heel dankbaar voor
uw deelneming. Moge uw wensch In vervulling
gaan, dat zou voor mij het beste, het groot
ste. het heerlijkste zijn, dat me in mijn leven
nog zou kunnen overkomen."
Ze streek zich vluchtig met haar zakdoek
over de oogen.
„Ik ben vaak zoo hopeloos onrustig, en dan
spring ik maar op m'n paard en storm door de
bosschen, totdat het beest bek af te en mijn
honden het opgeven, nog langer mee te
rennen." Ze glimlachte mat. „Weet u, lieve
kind, sinds u hier bent, heb ik nog maar zel
den een van m’n woeste ritten gemaakt, u bent
soo’n lief gezelschap voor me, dat die koortsige
onrust me lang niet meer zoo licht te pakken
krijgt als vroeger. Uw frlssche, opgewekte jeugd
werkt buitengewoon kalmeerend op me."
Op Josefa’s gezichtje stond duidelijk de
vreugde te lezen, waarmee «die waardeerende
woorden haar vervulden. Ze had de oudere
vrouw, wier goed, edel karakter ze kende, en
met wier verdriet ze zoo innig meevoelde, zoo
graag den een of anderen grooten dienst be
wezen ze had zoo graag iets willen doen om
haar rust te geven, haar op te beuren. Maar
dat ging boven haar macht. In leder geval
wilde ze echter voorstellen, de deur, die zien
achter haar bed bevond, te laten openmaken,
aoodat ze 's nachts dadelijk naar de barones
zou kunnen gaan, als die weer door haar
angstige droomen gekweld werd. Spontaan sprak
ze eten ook die gedachte uit. en betreurde het
slechte, niet méër te kunnen doen.
Mevrouw von Dittbom schudde het hoofd.
De terugkeer van zijn broer zou zfjn en mijn
Paaschfeest zijn het feest der opstanding
voor ons belden.”
Droge, tranenlooze snikken deden haar schou
ders schokken.
Josefa stond roerloos, met gevouwen handen
naast haar, de sluier werd weggetrokken van
de droeve tragedie, die Dittborn overscha
duwde,, en waarvan sfj tot dusver niet het minste
vermoeden had gehad. Een aarzelend begrij
pen, waarom het zoo stil en somber op Dittborn
was, steeg in haar op. Nu werd het haar dulde-
Wk, waarom de bewoners me^Jtapand om-
Elngen, waarom het oude huMB^Mt vroolijke
Kasten ontving. Een warme gilt van medelij
den overspoelde alle andere gedachten, en ter
wijl ze op de teenen een paar stappen dichterbij
kwam, zei ze week:
.Misschien komt hjj toch wel weer gauw bij
1 terug, uw zoon, naar, wien u soo’n heimwee
■ej>t- Ik hoop het met mijn heele hart voor
Tranen glinsterden in haar donkere oogen.
De barones keek ontroerd naar haar op.
,u hebt een goed en gevoelig hartje, juf-
tlooeel, functioneel juist, of wat voor leuze men
ook mag aanvoeren, maar dat men dit geheel
alleen om het mooie, of juister neg, om bet
effect van bet glanzende metaal doet.
Al moge dan in dezen tijd net stalen meubel
hoogtij vieren een feest dat nog wel een tijd
je duren zal Ir. Boeken ziet daarin op den
langen duur weinig toekomst. De mode zal wel
overgaan; dat doen alle modes. Dan ziet nlj U?
meer toekomst in bet houten of rieten meu- -U
bel, wellicht in geheel anderen vorm en bewer
king dan tegenwoordig. HU zegt dit niet van
bet standpunt van een algemeene voorziening
'van practische en economische zitmeubelen;
bet te te betwijfelen of zulk een standpunt wel
juist zou zijn. Maar hü zegt dit van het stand
punt van iemand die juist vanuit de baste van
t practische en economische zitmeubel of
meubel in het algemeen wil komen tot een
karakteristieke en schoone uiting van bet beste
van den geest van den tegenwoordlgen tijd.
WU zien Aalto in Finland den profeet van
bet houten meubel, zooals Gledion hem eens
noemde reeds met merkwaardige gebogen
triplex en multiplex meubelen komen, al gaat
hu zich nog wel eens te veel aan het „vrijzwe-
vende” te bulten. Ida Falkenberg legt zich blij
kens enkele reeds geslaagde modellen, met suc
ces toe op het rieten meubel, al hebben haar
stoelen voorloopig nog heel ernstige concur
renten aan de bestaande handetemodellen in
rieten fauteuils.
WU hebben hierbij te bedenken dat door de
zoo algemeene richting van de belangstelling op
bet stalen meubel de hedendaagsche ontwer
pers zich veel en veel te weinig hebben toege
legd op het houten of rieten meubel, waardoor
de meubelkunst behoudens In de goede model
len die de industrie langs de UJn der geleidelUk-
held verkregen heeft, nog elgenlUk niet tot wer
kelijk karakteristieke hedendaagsche vormen
gekomen te.
Wat heerlijk, als je buiten woont!
Slechts rust, natuur en vrede,
En minstens twee dozijn load’s
Genieten met je mede!
Want als je heerlijk buiten woont. i
Dan komen ze logeeren.
Om van je huis, je tuin, de lucht,
De rust te profiteeren.
Dan komen ooms en tantes los,
De nichtjes en de neven,
De zwagers, vrienden, die je nooit
Gezien hebt van je'leven.
Ze zwermen ‘j zomers om je heen
En dwepen met „den buiten",
Maar ‘s winters, als je eenzaam bent.
Dan kun je naar ze fluiten!
Dan zie je geen familie meer
In velden of in wegen,
Dan laten ze je fijn alleen
In Ijs en sneeuw en regen.
Dan stuur je invitaties rond
Aan vrienden en aan magen.
Maar dan is niemand, met geen stok,
„Den buiten" op te jagen!
Ze schrijven brieven, o, zoo lief,
Om zich te excuseeren
„Thans gaat het niet, we' komen
grddg s
Van ‘t zomer weer logeeren...."
HERMAN KRAMER S
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir?
llllllllllllllllllllllllilVIIIIIIIIIIIIIIII I HlllllllvIsIflilllllllllvlllsflsMlIlIsc
land. Presbyteriaan in Schotland en Katholiek
in Ierland. Maar hU kan voor Ierland even
goed den eed afleggen waarbü hU den Katho
lieken godsdienst waarborgt, als hu voor Enge
land zweert de-,.Established Church” te zullen
handhaven en verdedigen.
te geen enkele poging aangéwend om Ier
land op dit hoogst belangrUke punt eenlge vol
doening te schenken. WU beweren niet dat
wanneer zulk ’n poging wel aangewend was
Ierland geen andere redenen zou hebben om de
Kroon als symbool van aanhoorlgheld bU het
RUk te verwerpen. Wel daarentegen gelooven
WU niet alleen het standpunt van lederen Ier,
maar ook dat van lederen katholieken En-
getechman weer te geven, wanneer wU zeggen
dat onder geen omstandigheid de kronings
plechtigheid in Westminster beschouwd kan
worden als een waardoor ook een Konlng van
»e-
Toen Tuimeltje voelde, dat het tonnetje stil bleef liggen en
rondkeek, zag hu welke verwoesting hU had aangericht. HU
was dwars door een huisje van boomschors gerold en de
arme beestjes die heel erg geschrokken waren, renden on het
tonnetje toe en gaven het opnieuw een heelen harden duw,
waarna ze verder naar Kruimeltje renden en om schade
vergoeding vroegen. Maar Kruimeltje moest daar niets van
hebben en zette het op een loopen.
Burger, uw voorstel, dat
voor uw goed hart, kan ik onmogelUk
aannemen. U hebt op uw leeftUd een rustigen,
ongestoorden slaap noodlg, en ik weet aeker,
dat u dien geen enkelen nacht meer zoudt
vinden, omdat u altijd naar bed zoudt gaan
de gedachte, dat ik u juist dien nacht
noodlg zou kunnen hebben. Neen, neen, daar
kan geen sprake van zUn.’* Ze schudde nogmaals
energiek het hoofd. „Geen sprake van. Maar ik
beloof u, wanneer ik me na een «waren droom
weer eens zoo angstig en beklemd voel, dan zal
ik naar u toe komen door het bewuste kleine
deurtje, dat u, zooals Ik hoor, achter het gor-
dUn ontdekt hebt. Het te laag en leelUk en
daarom gemaskeerd,” voegde ze er bU. „in mUn
kamer te er precies zoo een. Ze geven allebei
toegang tot een kleine kyper met één raam,
die dtenst doet als garderobe en waar mUn
kleerkasten staan.”
Josefa wilde zich niet zoo gauw gewonnen
geven, maar de barones weigerde volstrekt,
haar aanbod aan te nemen en zoo moest ze
zich daar ten sldtte. wel bU neerleggen. Maar
van dien dag af was ze zoo mogel'jk nog voor
komender dan vroeger. Ook Malte Dittbom
bekeek ze nu met andere oogen, ze had innig
medelüden met hem. HU was zoo ernstig, zoo
teruggetrokken, zoo werkzaam en onvermoeid.
Wanneer zUn tUd niet in beslag genomen
werd jloor het beheer van het landgoed, zat hU
voor zün schrUftafel en werkte aan zUn boek
over de mark Brandenburg.
ZU moest er aldoor aan denken, wie wel die
vrouw kon geweest «Un. die tusschen de beide
Indenken. Op kookpunt gekomen, besloot hU
Kitty geducht onder handen te nemen.
Het onderhoud verliep eenigssins anders dan
hU zich had voorgesteld. Eer Bob aanbet
woord kon komen, ging Kitty tot het offensief
over. ZU vond het een grof schandaal, een za
kenreis voor te Wenden en dan met andere
meisjes in een café te gaan zitten. Ja, hU hoef
de geen verontschuldiging te maken, ze wist
alles! Ze zou echter de laatste zUn, om een
man achterna te loopen en voor haar part
mocht hU met het mormel met die dame,
verbeterde sU ironisch gelukkig worden.
Bob kneep zich in den arm, of hU niet
droomde. Dat alles had hu toch zoo ongeveer
willen zeggenMoeM hij, werkelijk aanne
men, dat Kitty zoo geraffineerd was, om de
rollen eenvoudig om te draaien? Aarzelenn
heden van Kitty! zei Ben met een geeuw. lwaagde hu het den naam van zUn vriend u>
t cjebet te brengen.
Met Je v-iend
heb ik niets te
maken. Wil je
misschien ont
kennen. dat je
mUn vriendin en
collega op straat
hebt aangespro
ken en met haar hebt loopen flirten?
’t Werd Bob groen, geel en paars voor de
oogen. Hoe heet je vriendin dan? vroeg hU
stotterend.
Kitty, net als ik. Doe maar niet ot je
dat niet weet. Je bent nu dikwUte genoeg met
haar uit geweest. O wat ben Ik blu op het
idee gekomen te zUn Je op de proef te stellen!
Dienselfden avond waren er vier gelukkige
menschen. En twee hunner beloofden plechtig
hooit weer tot zoo’n paardenmiddel hun toe
vlucht te nemen.
structtef misverstand te beschouwen. Op gladde
vloeren dompen de stoelen en krukken, terwUl
de op den vloer liggende buis aanleiding geeft
tot stoeten, in tegenstelling tot den gewoonlUk bü
houten of rieten stoeten toegepasten verbindings
regel op circa 10 cM. hoogte. Voor bet type ge-
laschte stoeltjes, die van Ravesteyn wel ge
maakt heeft, geldt dit bezwaar niet. Het zoo
genaamde vrUzweven van de stoeten zonder
achtersteunpunten te in bUzondere gevallen te
waardeeren; in het algemeen te dat „vrUzwe-
vende” o prachtjg cerebraal euphemteme
evenwel een zeer gebrekkig technisch volkomen
onjuist suirogaat van een wel overwogen vee
ring In de zlttingconstructle.
Het te moeilUk den prUs van de staten stoeten
en fauteuils te vergelijken met die in hout of
riet, aangezten de prUzen van deze laatste In
verband met hun kwaliteit en soort uiteen-
loopen van minder dan één gulden tot ver
scheidene tientallen guldens. DaarbU komt
omstandigheid, dat ,jnen” van twee stoeten die
In kwaliteit en gebruikswaarde gelUk zUn, bij
voorbeeld stoeten met houten zitting en rug
steun, de houten verachtelUk degradeert tot
keukenstoel en de stalen, van wege de heer
schende mode, gaarne in zUn woonkamer ac
cepteert. Door dit onredelUk verschil in waar-
deerlng vervalt de mogelUkheid tot zuiver ver-
gelUken.
Zeker is dat de goedkoopste goed bruikbare
stoelen niet de stalen bute-stoelen zUn, maar de
houten-, en dat de goedkoopste goed bruikbare
en gemakkelljke fauteuils evenmin de staten,
maar de rieten zUn. Nu te bet waar, dat men
voorzichtig moet zUn met uit de vergelUking
van de eenvoudigste meubelen ook conclusies
voor de meer verzorgde en duurdere te willen
trekken, toch geeft zulk een vergelUking voor
den ontwerper en voor den fabrikant waarde-
volle aanwUzlngen.
Uit de bovenstaande punten moge blUken dat
het gebruik van stalen buis voor den stoel
elgenlUk geen reëele voordeelen heeft, veeleer
verscheidene nadeelen.
Wat te dan de reden of de oorzaak van de
heerschende hausse in staal? MUns inziens
moet het antwoord hierop luiden: In de eerste
plaats een zuiver aesthetteche maar overigens
van der fauteuils, aas deze is, ongefundeerde voorkeur voor bet glanzende
Is tÖ tteejistening ^*t hout ef meta«/
i aan hand en arm fi, noofff Dit “antwoord" houdt geen verwUt in, slechts
een waarschuwing dat men goed moet beseffen
dat Indien men blanke metalen buizen aan zUn
meubelen verwerkt, dit niet zakelUk te of ra-
A W A °p dit blad zjjn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegeq p 7^0 bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p tmgeval met
I .1 r*, I te r. O on8evall®n verzekerd voor een der volgende uitkeeringen KJ Va verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen Wa doodelijken afloop
wel in het bloed en zoo leerde Josefa
Burger, behalve de brave sonaten en aalon-
stukjes, die zU bU dirigent Kruschlna moest
instudeeren, ook vreemde, lokkende zigeuner-
melodieën spelen, en ze speelde die liever, dan
de brave sonates en salonstukjes.
De E-snaar was gesprongen; ze spande een
nieuwe op en stemde de viool. Knak. knak,
knarsten de schroeven, als wilde het Instru
ment protesteeren tegen de lange verwaarloo-
zlng. Zooiets was het niet gewend, want in het
kleine OostenrUksche stadje ging bUna geen
dag voorbU, zonder dat Josefa een uur of lan
ger viool speelde. Mevrouw von Duckhardt
luisterde er altUd zoo graag naar.
Vast drukte ze de viool tegen haar linker
schouder en duwde haar ronde kin op het
bruine hout. Een reeks dartele, klaterende
loopjes klonk door de stille kamer. Gelukkig,
haar vingers waren nog bruikbaar, en nog niet
al te stUf en onhandig geworden. Wat deed
dat goed, zich weer eens te kunnen uiten in
klanken zoo de macht te hebben over een
ganache schaar van blUde tonen!
Josefa beloofde zichzelf, dat ze van nu af
vaker speten zou. zoodra mevrouw von Ditt
born was uitgereden, of voor inkoopen naar
BerUjn reisde, hetgeen den laatsten tUd ook
nogal eens gebeurde. Malte Dittborn moest
eveneens uit de buurt zUn, zooals nu het geval
was: ze had hem daarstraks met den rent
meester in de bUgebouwen zien verdwUnen.
w- ener, kent ge reeds het Dultsche raadsel
tje dat zoo oud is als het onsterfelUke
”Vier oude wUven -
krUgen ze Uei>en alle
rarara wat te dat?
Hier te het:
Er llebt sle aehr.
81e llebt Ihn nicht
Und mócht’ ihn gerne haben!
Wie freut sle slch
Wenn sle Ihn kriegt!
De oplossing luidt heel netjes gezegd
putex irritans, oftewel op z’n goed vader-
landsch -»• de vtoo.
De vloo beeft in Dultschland, om zoo te zeg
gen. langen tUd In het brandpunt der belang
stelling gestaan. In het jaar 1931 ontdekte men
Ir. ziekenhuizen en klinieken dat de patiënten
voortaan zonder de vermaarde roode sproeten
waren, welke eenigssins onsmakelUk als -
vlooienpikken plegen aangeduld te worden.
Hooggeleerde heeren hielden zich met dit
raadsel bezig en bU hun onderzoek kwamen ze
tot de ontdekking dat zelfs de straathonden
van hun al oude kwaal bevrUd waren.
Er viel niet aan te twUfelen: de putex Irri
tans. de vloo, was ultg'estorven 1
Het verschijnsel deed zich overigens niet al
leen in Dultschland voor. Heel Europa raakte
geleidelUk zonder vlooien. De biologische we
reld wond zich daar erger over op dan de „man
of the Street”. werden groote en dikke boe
ken over geschreven. De opvatting dat de
Spaansche griep een epidemie onder de vlooien
veroorzaakt had. was de meest algemeene,
maar daarom nog niet onbestreden.
Een Insecten-kundig instituut lil de om
geving van BerlUn een der grootste ter
wereld trachtte nog op het allerlaatste
oogenblik „te redden wat er te redden viel”.
De zeldzame bezitters van de laatste nog leven
de vlooien konden er hun ..no paying guests”
kwUt voor tien mark per stuk!
Zelfs Goethe raakte door het verdwUnen van
de vloo in de verdrukking. Hoe toch moest een
leeraar het opgroeiende geslacht de diepe
schoonheid van regelen als deze onthullen?
Es war elnmal en Könlg.
Der hatt' eingn grossen Floh,
Den llebt er gar nicty wenig.
Wie seinen eignen Sohn.
En nu schUnt plots de, nu Ja, cultureels be
hoefte aan vlooien rUkelUk gedekt te gaan
worden. In Frankrijk begon de victorie. Fran-
sche kranten staan vol advertenties van mid
delen tegen vlooien. Fransche tijdschriften be
vatten lange artikelen over deze vlooien, die
uit Azië vla Indo-Chlna en Marseille ingevoerd
worden en allerlei ziekten kunnen overbrengen.
Het insecten-kundig instituut in de omgeving
van Berlijn en ook de Dultsche bladen die weer
een levendige belangstelling aan den dag leg
gen voor de vloo, zijn Intusschen weinig geest
driftig gestemd. Dat wat zich aan Duitsch-
lands WestelUke grenzen opdringt, te niet onzs
goede Europeesche kampioen hoog- en ver
springen, doch een of ander Aziatisch onge
dierte. waarvan nog bewezen moet worden dat
het ook maar één druppel Arisch bloed in zUn
aderen heeft.
Er zUn de laatste Jaren heel wat sentimen
teels woorden aan de vloo gewijd. Doch betaal
lang duren voor hetgeen Azië thans zoo kwis
tig Invoert, de populariteit geniet der vlooien
van Goethe en Grimmelhausen.
-a v-let alleen onder het groote publiek, maar
I ook bU velen met ontwikkeld onderschel-
v dlngsvermogen, heerscht de opvatting
dat het staten meubel, en vooral de op twee
voorpooten veerende stalen butestoel de meest
typische uiting van den „modernen geest” in
bet hedendaagsche interieur is, aldus schrüft
Ir. A. Boeken In het tUdschrift ,J3e 8 en Op
bouw”.
Metsten stoelen zUn reeds zoo oud als de dag.
In de oudheid komen ze voor als rUke bronzen
zetels. In de 17e. 18e eeuw worden ze hier en
daar, vooral in FrankrUk als tuinmeubelen ge
bruikt. In de 19e eeuw worden zU als zoodanig
vru algemeen. Als eenvoudige opklapbare stoe
ten voor rafé-terrassen en dergelUke komen ze
reeds tientallen jaren algemeen voor In enkele
zorgvuldig uitgeknobbelde en in hun eenvoud
karakteristieke modellen. Maar de verchroom
de stalen bute-stoel met binnenwaarts gebogen
buis als sen sleetje plat op den grond verscheen
omstreeks 1926, aanvankelijk nog in vernikkelde
uitvoering. (Werd hU met het eerst gepresen
teerd door Marcel Breurer, toentertUd aan het
Bauhaus van Dessau verbonden?) De „vrijzwe-
vende” vorm verscheen kort daarop; het
auteursrecht o» dezen vorm was het onderwerp
van jarenlange processen. De meubelcatalogus
van de Bijenkorf van 1929 was nog geheel staal-
vrU- Thans te de meubelafdeeling dasu-, evenals
In alle andere warenhuizen, rUkelUk van staal
voorzien. Een groot aantal fabrieken en fa
briekjes beconcurreeren elkaar heftig met de
productie van staten meubelen met en zonder
kwaliteiten, niet alleen van stalen stoelen, maar
van alle mogelUke meubelen, waaraan zU soms
terecht, maar veel vaker geheel ten onrechte,
meenen staten pUP te kunnen verwerken. Tot
zoover de geschiedenis van het stalen meubel.
Laat ons thans het staten meubel en meer In
het bUzonder den stalen butestoel vergeUjken
met dien In ander materiaal; een vergelUking
maken In technisch en economisch opzicht.
Stalen buis te Inderdaad gemakkelUker en
eenvoudiger dan hout te buigen in de voor
stoeten veelal veretechte vormen; de groots
zU zU samenpaat met uitroeping der Republiek, oonstructtedeeten zUn gemakkelUk te lasschen,
deze verbindingen kunnen eenvoudiger zUn dan
in bout, bamboe of riet; evenwel bepaalt bU de
gangbare modellen In normale gevallen de
sterkte van de elgenhjke constructie niet In de
eerste plaats den gebruiksduur maar de alge
meene staat van onderhoud. Daarentegen le
vert de bevestiging van de stoffeering van zit
ting en leuning bU de stalen meubelen altUd
moellUkheden op; eveneens de afwerking van
de' afMfetftflnaen i
daar de stalen buis
riet dflaangenaam -
te missen.
Het naar binnen buigen der pooten te niet
anders dan als een algemeen verbreid oon-
Ze zal ook geen haar
anderen!
Zoo ging het d*< in dag uit. De gevolgen
van Ben’s vasthoudendheid bleven niet uit.
Bobs rotsvaste geloof in Kitty begon er door
te wankelen. BU wien sou dat niet het geval
sUn, als Je lederen dag moet hooren: ZU
je heusch niet alles vertellen! en: JU gelooft
ook kitesDaarom kwam Bob op het
idee Kitty op de proef te stellen.
Een zakenreis van eenlge dagen vond Bob
een geweldige smoes. Bekend mag immers ver
ondersteld worden, dat de gelegenheid den dief
maakt. Ben zou in dien tUd de trouw van Kitty
omspande haar hand den slanken bate der
Amati, die nog van haar moeder afkomstig was.
Haar moeder moest viool hebben kunnen spe
len, dat de harten der toehoorders opsprongen
in wilde vreugde of ineenkrompen van onuit-
sprekelUke smart.
Met een teeren glimlach keek Josefa neer
op het kleine Instrument. -
Haar vader had haar zoo dikwUte van het
spel barer moeder verteld; hu was nooit moe
geworden, te beschrijven, met welk een beheer-
schlng en meesterschap de geliefde doode den
strUkstok over1 de snaren liet glUden.
schuimende, onbeteugelde temperament
haar ras had in haar wild, tneesleepend spel
geklonken, maar ook het grenaenloos heimwee
en verlangen, dat de zigeuners met zich om
dragen van hun geboorte tot hun dood, omdat
zU heel een leven lang veracht en verstoeten
moeten rondzwerven van plaats tot plaats, van
land 'tot land.
Maar haar vader had verder verteld, hoe
het vrije natuurkind zich ondanks alle liefde
voor man en dochtertje nooit zoo heelemaal
gelukkig had kunnen voelen In haar veilig,
rustig tehuis, en was weggekwUnd van heimwee
naar het wisselende nomadenleven. .All een
kaars die langzaam opbrandt en ten slotte uit
dooft.” had haar vader zich uitgedrukt.
Toen zU nog een klein meisje was. song
haar vader haar soms melodieën voor, die
zUn aangebeden vrouw dikwUte had ge
speeld. En haar kinderhandjes trachtten op
het instrument die melodieën te vinden, en
de aanMk daartoe zat haar vennoedeUjk ook
broers was getreden hoe zU er wel uitgezien
zou hebben. Mooi was ze zeker geweest, want
voor Malte Dittborn kon ze zich enkel maar
een heel, heel mooie vrouw voorstellen. En wan
neer zU zich in gedachten een voorstelling van
haar maakte, werd die fantasie-gestalte zoo
sprookjesachtig bekoorlUk. dat alle werkelijk
heid daarbü in het niet verzinken moest.
Haar blik rustte thans vaak onderzoekend
op het ernstige. strengbeUjnde mannenge
zicht, en ze voelde zich bUna gelukkig ge
stemd, wanneer soms heel zelden slechts
een vluchtig glimlachje zUn trekken verhel
derde.
Tot nog toe had ze, zoolang ze op Dittborn
woonde, nog geen streek op haar viool gedaan.
De vioolkist, die ze inbaar koffer zorgvuldig
tusschen haar kleeren nad verpakt, stond nog
ongeopend boven op haar kast, zooals zij ze den
eersten dag had neergezet. Vaak had ze toege-
luteterd, wanneer de barones zich aan den
vleugel zette en speelde, en naast haar groote
technische vaardigheid voelde zU zich een
erttarmelUke dilettante. Maar dat belette plet,
dat zU vaak weemoedig en verlangend naar het
langwerpige zwarte foudraal boven op de kast
moest kijken. Tot elndelUk dat verlangen haar
te machtig werd, weer eens met de vingertop
pen de snaren neer te drukken en aan het
geliefde Instrument weeke accoorden of woeste,
wervelende zigeunerdansen te ontlokken.
Op een middag reed de barones, als naar
gewoonte alleen en slechts door haar trouwe
honden begeleid, het bosch In. Toen haalde
Josefa de viool voor den dag en als liefkooaend
•7*1
173