ucïAaal wui Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterland cfcft daq De stalen stoel F 250.- F 750.- Rijk en Kroning BUITEN WONEN..J Zigeunerinnetje WOENSDAG 29 JULI 1936 ng Het Voor- en nadoelen Paardenmiddel Collectieve verzekering Een ineecten-praatje Van Frankryk begint de victorie me. illlllllllllllli >4 Do komende plechtigheden in Londen Vs s l4 >4 DOOR ANNY VON PANHUIS |itmiin AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN U1TERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL TO ■MM beter zUn dan alle n En terwij] Kruimeltje naar het paleis liep dreef Tuimeltje geleerd er. zonk al dieper en dieper het water In. Verdiende toon, hoorde hU de torretjes nog schreeuwen en verdween toen in de diepte. O met 10 (Wordt vervolgd) ia tl. af n- door een grooten vijver en probeerde zwemmende aan den kant te komen. Maar hjj had Immers nooit Been zwemmen Rottan fauteuil met open vlechtwerk van Ida Falkenberg. Zal deze meubelsoort de stalen meubels weer vervangen? het Katholieke Ierland geacht kan worden kroond te zUn. Het van ens het ten it de ver- n de elds- „Lieve Juffrouw pleit i de )rek rijs- lm- 141. iets z(jn tleu- n de van it te igen, 1. de itge- igen, eker it te over refe- t se- latig De >r de egen srste he- zche Er trkt, eke- «ten Iteel van Z18) N. zeer Cl- II» Het water van de sloot ging geweldig op en neer. En al de dieren die tn de sloot leefden, hadden wel In de gaten, dat er iets bijzonders aan de hand was. Nieuwsgierig keken ze naar alle kanten en spoedig wist heel de sloot, dat er een kaboutertje hulpeloos ronddreef. Maar er was redd'ng mo. gelijk, want niemand zou het gelooven, maar daar stond zijn oude vrlenc Kikker Karei voor hem en zonder tets te zeggen i.am hjj Kruimeltje beet en trok hem naar de KUserwe- reld toe. bij verlies van een hand, een voet of een oog. konden elkaar niet vier even hard ob en Ben togen samen in pension, een gemeenschappelijke zitkamer met ge bloemd behang en twee aparte slaap kamertjes. IWas wat Je noemt. Natuurlijk had dit bjj-elkaar-wonen z’n mee en z’n tegen. Om maar eens een voorbeeld te noemen: Bob waa eenvoudig weg nn een meisje, dat naar den naam van Kitty luisterde. En zooals het b(j verliefden dikwijls gaat: Bob liet geen gelegenheid onbenut om de boordevolheid van zijn hart naar Ben over te hevelen. Ben op zijn beurt hield uit principe de vrouwen op tien meter afstand. Het kon dan ook niet uitblijven, dat Bob tijdens zijn llefdesontboezemingen in Ben niet altijd den geduldigen toehoorder vond. Fuif me liever op ‘n Hollandsche nieuwe, dan eeuwig te wauwelen over de volmaakt- Het bestuur van de fascistische partij heeft met het „Istltuto Naslonale delle Asslcurazionl” een overeenkomst gesloten, waarbij 700000 graanmaalers en rijstsnUdsters op het leven zul len worden verzekerd. De verzekeringssom be draagt 10.000 lire per persoon. De middelen voor de premiebetaling worden verschaft door de corporatie van de landarbeiders. (De Versekeringssbode). •V—Engelsche Konlng beeft een Kronings- I 1 commissie benoemd, welke onder voor- zltterschap staat van den Hertog van York, en samengesteld is uit persoonlftheden uit het Vereenigd Koninkrijk en de Dominions. Groot Brittannië zal in de commissie ver tegenwoordigd zijn door de reeds onlangs be noemde commissie uit de Privy Council, waar van de Hertog van York eveneens voorzitter, de Hertog van Norfolk onder-voorzitter, de Aartsbisschoppen van Canterbury en York, de Lord Kanselier, de Eerste Minister, de Lord President van den Raad (Mr. Ramsay Mac Donald), de Kanselier der Schatkist, Mr. Lloyd George (de eenlge ex-Pnemter, die niet deel .ultmaakt van de Regeering) en andere Privy Councilors leden zijn. Twee Dominions zfjn niet in de Kronings- commlssie vertegenwoordigd, n.l. Newfoundland, dat sinds enkele Jaren geen eigen regeering heeft, doch door Koninklijke Commissarissen bestuurd wordt, en de lersche Vrijstaat. Ook Indië is niet vertegenwoordigd, aangezten de kroning van den Souvereln tot Keiser van Indië afzonderlijk plaats heeft. Wel zal, even als bij vorige kroningen, Indië door een groot aantal vorsten bij de plechtigheden te Londen vertegenwoordigd zijn, aangezien de Indische keizerskroon afhankelijk te van de Engelsche Koningskroon. Dat ditmaal voor t eerst in de geschiedenis des Rijks de kronlngscommtesle samengesteld is uit delegaties der verschillende Rijkstanden, houdt natuurlijk verband hiermede dat door het Statuut van Westminster de constltutio- neele betrekkingen tusschen Oroot-Brittannlë en de Dominions een ingrijpende verandering ondergaan hebben. De oude suprematie van het xg. RiJksparlement (d.l. het Parlement van Westminster) die reeds lang een fictie geweest was. bestaat thans zelfs niet meer in theorie, ofschoon de titel bewaard gebleven te. In 1811. toen George V gekroond werd, was zijn koning schap over elk der Dominions afhankelijk van sUn souverelniteit over het Vereenigd Konink rijk. Door zijn kroning tot Konlng van Groot Brittannië werd hij automatisch gekroond sou vereln van elk der Dominions. Nu volgens veter oordeel de Kroon nog slechts den eenlgen fozmeelen constltutioneelen band vormt tusschen de landen van t Brltsche RQk, te het van belang dat deze band zoo hecht mogeUJk worde. Werd, gelijk vroeger, de Souve- reln door zijn kroning tot Konlng van Groot- Brittannlë automatisch gekroond Konlng van elk der Dominions, dan zou dat koningschap even automatisch vervallen, wanneer een hun ner zich van t Brltsche Rijk wilde afscheiden. De kroon zou dus in werkelijkheid in ’t ge heel geen band vormen. Thans zal in Mei theo retisch teder Dominion zfln eigen Konlng kro nen. Door uittreding uit het Brltsche Gemeene- best sou dus het koningschap in het uittreden de Dominion niet komen te vervallen, maar hierdoor wordt uittreding ook ónmogelijk, ten- d.tx met een antl-monarchale revolutie. Dit verklaart gedeeltelijk waarom de lersche Vrijstaat niet in de Kronlngscommlssie ver tegenwoordigd wil zijn. Dat land en zijn Re- geering erkennen, zjj t op uiterst passieve wijze, de nominale souverelniteit des konlngs. Zij zullen dit blijven doen zoolang het niet mogelijk te de betrekkingen met Groot-Brit- tannlë binnen het kader des Rjjks te verbreken Voor MaS het konlngscMp van Edwajrd VIII over lerlan* het onvermijdelijk gevplg vtn de formeel en contractueel nog steeds tusschen Engeland en den Vrijstaat heerschende consti tutioneels verhoudingen. Men kan dus niet van hen verwachten dat zij den door hen niet ge- wenschten konlng speciaal ook tot souvereln van den Vrijstaat zouden laten kronen, door deel te nemen aan de werkzaamheden der Kroningscommissie. Maar zelfs Indien Ierland thans niet onder een Republikeinsch-gezinde regeerlng stond; zelfs Indien Mr. Cosgrave hoofd van de regee- ring van den Vrijstaat gebleven waa, zouden zich in verband met de Kroning groote moei lijkheden voordoen. De kronings- en zalvlngs- plechtigheden worden uitgevoerd door de Aarts bisschoppen van Canterbury en York. Hoe kan door zulke plechtigheden, en door aflegging van den eed tot handhaving der Anglikaan- sche kerk, Edward VIII gekroond wbrderi toe konlng van het nagenoeg uitsluitend katholieke Ierland? Zoolang Ierland deel uitmaakte van het Vereenigd Koninkrijk, aoodat 'zijn bevol king, met de Brltsche katholieken, «en gods dienstige minderheid vormden, sprak het van zelf dat de Konlng den godsdienst beleed der meerderheid, en gekroond werd door den Angli- kaanschen Primaat. Dit spreekt thana voor Groot-Brittannië nog vanzelf, maar de Ieren vormen niet meer een godsdienstige minder heid in het Vereenigd «Koninkrijk, doch een autonoom katholiek volk. Zoolang zij gedwon gen zjjn de Engelsche kroon te erkennen, doet het er weinig toe door wlen deze den Konlng op 't hoofd gezet wordt, maar heeft de kro ningsplechtigheid op zoodanige wijze plaats dat de konlng langs symbolteehen weg tevens ge kroond wordt tot konlng van elk zijner Domi nions, dan zou selfs een volkomen loyaal Ier land kunnen en moeten verlangen dat, wat den Vrijstaat betreft, de plechtigheid niet voltrok ken worde door Anglikaanaehe prelaten. De konlng kan niet Anglikaan zjjn In Enpe- op de proef moeten stelten. Daar Bob tot nu toe zorgvuldig vermeden had het meisje van zjjn hart met Ben in ken nis te brengen hu kende hem langer dan vandaag was Ben op een beschrijving van Kitty aangewezen. Zjj waa slank en blond, met groote blauwe oogen. En prompt dertien over acht kwam ze uit den personeellngang van het groote warenhuis. Ben had met het oog op de belangrijkheid van zijn opdracht besloten methode nummer zes toe te passen. Methode nummer zes had namelijk nog nooit gefaald: op zjjn speclalen wensch wordt zjj niet aan de openbaarheid prijs gegeven. Methode nummer zes lukte ook thana Na een dikke twintig minuten zaten Kitty en Ben in een gezellig cafétje en voerden diepzinnige gesprekken als: Vindt u tennissen ook zoo mieters? of: Toen ik gisteren in m'n nieu wen two-seater reed.... Ben bezat heelemaal geen kar, maar de ge wichtigheid van dit geval in aanmerking ge nomen, geloofde hij beslist tot soo’n klein leugentje zijn toevlucht te moeten nemen. Een eigen auto maakt altijd indruk op *n vrouw. Met uitzondering van Kitty, die er vrij Sibe risch onder scheen te blijven. Ze liet enkel een rijtje bijzonder mooie tandjes zien en glim lachte met ondeugende oogjes, alsof ze zeggen wilde: Schep niet zoo op! Ben werd een tikje onzeker. In zijn theorie over de vrouwen scheen, nu hij tegenover dit frlssche meisje zat, een bedenkelijk lek te zit ten. Daarom deed hij maar het verstandigste wat hij doen kon: hjj gaf zich zooals hij was en liet alle methodes varen. Met het gevolg dat er zich een gesprek ontspon, dat beide partijen interessant begonnen te vinden. Stapel verliefd ging Ben dien avond naar huls en ontweek de onbescheiden vragen van zjjn vriend Bob. De volgende dagen toonden een merkwaardige verandering bij hem. Kort om, na een dag of vijf stond t voor Bob vast, dat deze Kitty de vrouw was, naar wie hij on bewust z’n heele teven gezocht had. En ook Kitty scheen niet ongenegen ja te zeggen, haar een bepaald» jrraag gesteld, zou Bob Üep met een ongerust hart rond 4n zonk tot een ellendig hoopje tezamen, toen hij de feiten ervoer, zjjn Kitty.,., en deze verstokte vrijgezel?? Hjj kon t zich maar niet trouw Burger, en-ik ben u heel dankbaar voor uw deelneming. Moge uw wensch In vervulling gaan, dat zou voor mij het beste, het groot ste. het heerlijkste zijn, dat me in mijn leven nog zou kunnen overkomen." Ze streek zich vluchtig met haar zakdoek over de oogen. „Ik ben vaak zoo hopeloos onrustig, en dan spring ik maar op m'n paard en storm door de bosschen, totdat het beest bek af te en mijn honden het opgeven, nog langer mee te rennen." Ze glimlachte mat. „Weet u, lieve kind, sinds u hier bent, heb ik nog maar zel den een van m’n woeste ritten gemaakt, u bent soo’n lief gezelschap voor me, dat die koortsige onrust me lang niet meer zoo licht te pakken krijgt als vroeger. Uw frlssche, opgewekte jeugd werkt buitengewoon kalmeerend op me." Op Josefa’s gezichtje stond duidelijk de vreugde te lezen, waarmee «die waardeerende woorden haar vervulden. Ze had de oudere vrouw, wier goed, edel karakter ze kende, en met wier verdriet ze zoo innig meevoelde, zoo graag den een of anderen grooten dienst be wezen ze had zoo graag iets willen doen om haar rust te geven, haar op te beuren. Maar dat ging boven haar macht. In leder geval wilde ze echter voorstellen, de deur, die zien achter haar bed bevond, te laten openmaken, aoodat ze 's nachts dadelijk naar de barones zou kunnen gaan, als die weer door haar angstige droomen gekweld werd. Spontaan sprak ze eten ook die gedachte uit. en betreurde het slechte, niet méër te kunnen doen. Mevrouw von Dittbom schudde het hoofd. De terugkeer van zijn broer zou zfjn en mijn Paaschfeest zijn het feest der opstanding voor ons belden.” Droge, tranenlooze snikken deden haar schou ders schokken. Josefa stond roerloos, met gevouwen handen naast haar, de sluier werd weggetrokken van de droeve tragedie, die Dittborn overscha duwde,, en waarvan sfj tot dusver niet het minste vermoeden had gehad. Een aarzelend begrij pen, waarom het zoo stil en somber op Dittborn was, steeg in haar op. Nu werd het haar dulde- Wk, waarom de bewoners me^Jtapand om- Elngen, waarom het oude huMB^Mt vroolijke Kasten ontving. Een warme gilt van medelij den overspoelde alle andere gedachten, en ter wijl ze op de teenen een paar stappen dichterbij kwam, zei ze week: .Misschien komt hjj toch wel weer gauw bij 1 terug, uw zoon, naar, wien u soo’n heimwee ■ej>t- Ik hoop het met mijn heele hart voor Tranen glinsterden in haar donkere oogen. De barones keek ontroerd naar haar op. ,u hebt een goed en gevoelig hartje, juf- tlooeel, functioneel juist, of wat voor leuze men ook mag aanvoeren, maar dat men dit geheel alleen om het mooie, of juister neg, om bet effect van bet glanzende metaal doet. Al moge dan in dezen tijd net stalen meubel hoogtij vieren een feest dat nog wel een tijd je duren zal Ir. Boeken ziet daarin op den langen duur weinig toekomst. De mode zal wel overgaan; dat doen alle modes. Dan ziet nlj U? meer toekomst in bet houten of rieten meu- -U bel, wellicht in geheel anderen vorm en bewer king dan tegenwoordig. HU zegt dit niet van bet standpunt van een algemeene voorziening 'van practische en economische zitmeubelen; bet te te betwijfelen of zulk een standpunt wel juist zou zijn. Maar hü zegt dit van het stand punt van iemand die juist vanuit de baste van t practische en economische zitmeubel of meubel in het algemeen wil komen tot een karakteristieke en schoone uiting van bet beste van den geest van den tegenwoordlgen tijd. WU zien Aalto in Finland den profeet van bet houten meubel, zooals Gledion hem eens noemde reeds met merkwaardige gebogen triplex en multiplex meubelen komen, al gaat hu zich nog wel eens te veel aan het „vrijzwe- vende” te bulten. Ida Falkenberg legt zich blij kens enkele reeds geslaagde modellen, met suc ces toe op het rieten meubel, al hebben haar stoelen voorloopig nog heel ernstige concur renten aan de bestaande handetemodellen in rieten fauteuils. WU hebben hierbij te bedenken dat door de zoo algemeene richting van de belangstelling op bet stalen meubel de hedendaagsche ontwer pers zich veel en veel te weinig hebben toege legd op het houten of rieten meubel, waardoor de meubelkunst behoudens In de goede model len die de industrie langs de UJn der geleidelUk- held verkregen heeft, nog elgenlUk niet tot wer kelijk karakteristieke hedendaagsche vormen gekomen te. Wat heerlijk, als je buiten woont! Slechts rust, natuur en vrede, En minstens twee dozijn load’s Genieten met je mede! Want als je heerlijk buiten woont. i Dan komen ze logeeren. Om van je huis, je tuin, de lucht, De rust te profiteeren. Dan komen ooms en tantes los, De nichtjes en de neven, De zwagers, vrienden, die je nooit Gezien hebt van je'leven. Ze zwermen ‘j zomers om je heen En dwepen met „den buiten", Maar ‘s winters, als je eenzaam bent. Dan kun je naar ze fluiten! Dan zie je geen familie meer In velden of in wegen, Dan laten ze je fijn alleen In Ijs en sneeuw en regen. Dan stuur je invitaties rond Aan vrienden en aan magen. Maar dan is niemand, met geen stok, „Den buiten" op te jagen! Ze schrijven brieven, o, zoo lief, Om zich te excuseeren „Thans gaat het niet, we' komen grddg s Van ‘t zomer weer logeeren...." HERMAN KRAMER S iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir? llllllllllllllllllllllllilVIIIIIIIIIIIIIIII I HlllllllvIsIflilllllllllvlllsflsMlIlIsc land. Presbyteriaan in Schotland en Katholiek in Ierland. Maar hU kan voor Ierland even goed den eed afleggen waarbü hU den Katho lieken godsdienst waarborgt, als hu voor Enge land zweert de-,.Established Church” te zullen handhaven en verdedigen. te geen enkele poging aangéwend om Ier land op dit hoogst belangrUke punt eenlge vol doening te schenken. WU beweren niet dat wanneer zulk ’n poging wel aangewend was Ierland geen andere redenen zou hebben om de Kroon als symbool van aanhoorlgheld bU het RUk te verwerpen. Wel daarentegen gelooven WU niet alleen het standpunt van lederen Ier, maar ook dat van lederen katholieken En- getechman weer te geven, wanneer wU zeggen dat onder geen omstandigheid de kronings plechtigheid in Westminster beschouwd kan worden als een waardoor ook een Konlng van »e- Toen Tuimeltje voelde, dat het tonnetje stil bleef liggen en rondkeek, zag hu welke verwoesting hU had aangericht. HU was dwars door een huisje van boomschors gerold en de arme beestjes die heel erg geschrokken waren, renden on het tonnetje toe en gaven het opnieuw een heelen harden duw, waarna ze verder naar Kruimeltje renden en om schade vergoeding vroegen. Maar Kruimeltje moest daar niets van hebben en zette het op een loopen. Burger, uw voorstel, dat voor uw goed hart, kan ik onmogelUk aannemen. U hebt op uw leeftUd een rustigen, ongestoorden slaap noodlg, en ik weet aeker, dat u dien geen enkelen nacht meer zoudt vinden, omdat u altijd naar bed zoudt gaan de gedachte, dat ik u juist dien nacht noodlg zou kunnen hebben. Neen, neen, daar kan geen sprake van zUn.’* Ze schudde nogmaals energiek het hoofd. „Geen sprake van. Maar ik beloof u, wanneer ik me na een «waren droom weer eens zoo angstig en beklemd voel, dan zal ik naar u toe komen door het bewuste kleine deurtje, dat u, zooals Ik hoor, achter het gor- dUn ontdekt hebt. Het te laag en leelUk en daarom gemaskeerd,” voegde ze er bU. „in mUn kamer te er precies zoo een. Ze geven allebei toegang tot een kleine kyper met één raam, die dtenst doet als garderobe en waar mUn kleerkasten staan.” Josefa wilde zich niet zoo gauw gewonnen geven, maar de barones weigerde volstrekt, haar aanbod aan te nemen en zoo moest ze zich daar ten sldtte. wel bU neerleggen. Maar van dien dag af was ze zoo mogel'jk nog voor komender dan vroeger. Ook Malte Dittbom bekeek ze nu met andere oogen, ze had innig medelüden met hem. HU was zoo ernstig, zoo teruggetrokken, zoo werkzaam en onvermoeid. Wanneer zUn tUd niet in beslag genomen werd jloor het beheer van het landgoed, zat hU voor zün schrUftafel en werkte aan zUn boek over de mark Brandenburg. ZU moest er aldoor aan denken, wie wel die vrouw kon geweest «Un. die tusschen de beide Indenken. Op kookpunt gekomen, besloot hU Kitty geducht onder handen te nemen. Het onderhoud verliep eenigssins anders dan hU zich had voorgesteld. Eer Bob aanbet woord kon komen, ging Kitty tot het offensief over. ZU vond het een grof schandaal, een za kenreis voor te Wenden en dan met andere meisjes in een café te gaan zitten. Ja, hU hoef de geen verontschuldiging te maken, ze wist alles! Ze zou echter de laatste zUn, om een man achterna te loopen en voor haar part mocht hU met het mormel met die dame, verbeterde sU ironisch gelukkig worden. Bob kneep zich in den arm, of hU niet droomde. Dat alles had hu toch zoo ongeveer willen zeggenMoeM hij, werkelijk aanne men, dat Kitty zoo geraffineerd was, om de rollen eenvoudig om te draaien? Aarzelenn heden van Kitty! zei Ben met een geeuw. lwaagde hu het den naam van zUn vriend u> t cjebet te brengen. Met Je v-iend heb ik niets te maken. Wil je misschien ont kennen. dat je mUn vriendin en collega op straat hebt aangespro ken en met haar hebt loopen flirten? ’t Werd Bob groen, geel en paars voor de oogen. Hoe heet je vriendin dan? vroeg hU stotterend. Kitty, net als ik. Doe maar niet ot je dat niet weet. Je bent nu dikwUte genoeg met haar uit geweest. O wat ben Ik blu op het idee gekomen te zUn Je op de proef te stellen! Dienselfden avond waren er vier gelukkige menschen. En twee hunner beloofden plechtig hooit weer tot zoo’n paardenmiddel hun toe vlucht te nemen. structtef misverstand te beschouwen. Op gladde vloeren dompen de stoelen en krukken, terwUl de op den vloer liggende buis aanleiding geeft tot stoeten, in tegenstelling tot den gewoonlUk bü houten of rieten stoeten toegepasten verbindings regel op circa 10 cM. hoogte. Voor bet type ge- laschte stoeltjes, die van Ravesteyn wel ge maakt heeft, geldt dit bezwaar niet. Het zoo genaamde vrUzweven van de stoeten zonder achtersteunpunten te in bUzondere gevallen te waardeeren; in het algemeen te dat „vrUzwe- vende” o prachtjg cerebraal euphemteme evenwel een zeer gebrekkig technisch volkomen onjuist suirogaat van een wel overwogen vee ring In de zlttingconstructle. Het te moeilUk den prUs van de staten stoeten en fauteuils te vergelijken met die in hout of riet, aangezten de prUzen van deze laatste In verband met hun kwaliteit en soort uiteen- loopen van minder dan één gulden tot ver scheidene tientallen guldens. DaarbU komt omstandigheid, dat ,jnen” van twee stoeten die In kwaliteit en gebruikswaarde gelUk zUn, bij voorbeeld stoeten met houten zitting en rug steun, de houten verachtelUk degradeert tot keukenstoel en de stalen, van wege de heer schende mode, gaarne in zUn woonkamer ac cepteert. Door dit onredelUk verschil in waar- deerlng vervalt de mogelUkheid tot zuiver ver- gelUken. Zeker is dat de goedkoopste goed bruikbare stoelen niet de stalen bute-stoelen zUn, maar de houten-, en dat de goedkoopste goed bruikbare en gemakkelljke fauteuils evenmin de staten, maar de rieten zUn. Nu te bet waar, dat men voorzichtig moet zUn met uit de vergelUking van de eenvoudigste meubelen ook conclusies voor de meer verzorgde en duurdere te willen trekken, toch geeft zulk een vergelUking voor den ontwerper en voor den fabrikant waarde- volle aanwUzlngen. Uit de bovenstaande punten moge blUken dat het gebruik van stalen buis voor den stoel elgenlUk geen reëele voordeelen heeft, veeleer verscheidene nadeelen. Wat te dan de reden of de oorzaak van de heerschende hausse in staal? MUns inziens moet het antwoord hierop luiden: In de eerste plaats een zuiver aesthetteche maar overigens van der fauteuils, aas deze is, ongefundeerde voorkeur voor bet glanzende Is tÖ tteejistening ^*t hout ef meta«/ i aan hand en arm fi, noofff Dit “antwoord" houdt geen verwUt in, slechts een waarschuwing dat men goed moet beseffen dat Indien men blanke metalen buizen aan zUn meubelen verwerkt, dit niet zakelUk te of ra- A W A °p dit blad zjjn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegeq p 7^0 bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p tmgeval met I .1 r*, I te r. O on8evall®n verzekerd voor een der volgende uitkeeringen KJ Va verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen Wa doodelijken afloop wel in het bloed en zoo leerde Josefa Burger, behalve de brave sonaten en aalon- stukjes, die zU bU dirigent Kruschlna moest instudeeren, ook vreemde, lokkende zigeuner- melodieën spelen, en ze speelde die liever, dan de brave sonates en salonstukjes. De E-snaar was gesprongen; ze spande een nieuwe op en stemde de viool. Knak. knak, knarsten de schroeven, als wilde het Instru ment protesteeren tegen de lange verwaarloo- zlng. Zooiets was het niet gewend, want in het kleine OostenrUksche stadje ging bUna geen dag voorbU, zonder dat Josefa een uur of lan ger viool speelde. Mevrouw von Duckhardt luisterde er altUd zoo graag naar. Vast drukte ze de viool tegen haar linker schouder en duwde haar ronde kin op het bruine hout. Een reeks dartele, klaterende loopjes klonk door de stille kamer. Gelukkig, haar vingers waren nog bruikbaar, en nog niet al te stUf en onhandig geworden. Wat deed dat goed, zich weer eens te kunnen uiten in klanken zoo de macht te hebben over een ganache schaar van blUde tonen! Josefa beloofde zichzelf, dat ze van nu af vaker speten zou. zoodra mevrouw von Ditt born was uitgereden, of voor inkoopen naar BerUjn reisde, hetgeen den laatsten tUd ook nogal eens gebeurde. Malte Dittborn moest eveneens uit de buurt zUn, zooals nu het geval was: ze had hem daarstraks met den rent meester in de bUgebouwen zien verdwUnen. w- ener, kent ge reeds het Dultsche raadsel tje dat zoo oud is als het onsterfelUke ”Vier oude wUven - krUgen ze Uei>en alle rarara wat te dat? Hier te het: Er llebt sle aehr. 81e llebt Ihn nicht Und mócht’ ihn gerne haben! Wie freut sle slch Wenn sle Ihn kriegt! De oplossing luidt heel netjes gezegd putex irritans, oftewel op z’n goed vader- landsch -»• de vtoo. De vloo beeft in Dultschland, om zoo te zeg gen. langen tUd In het brandpunt der belang stelling gestaan. In het jaar 1931 ontdekte men Ir. ziekenhuizen en klinieken dat de patiënten voortaan zonder de vermaarde roode sproeten waren, welke eenigssins onsmakelUk als - vlooienpikken plegen aangeduld te worden. Hooggeleerde heeren hielden zich met dit raadsel bezig en bU hun onderzoek kwamen ze tot de ontdekking dat zelfs de straathonden van hun al oude kwaal bevrUd waren. Er viel niet aan te twUfelen: de putex Irri tans. de vloo, was ultg'estorven 1 Het verschijnsel deed zich overigens niet al leen in Dultschland voor. Heel Europa raakte geleidelUk zonder vlooien. De biologische we reld wond zich daar erger over op dan de „man of the Street”. werden groote en dikke boe ken over geschreven. De opvatting dat de Spaansche griep een epidemie onder de vlooien veroorzaakt had. was de meest algemeene, maar daarom nog niet onbestreden. Een Insecten-kundig instituut lil de om geving van BerlUn een der grootste ter wereld trachtte nog op het allerlaatste oogenblik „te redden wat er te redden viel”. De zeldzame bezitters van de laatste nog leven de vlooien konden er hun ..no paying guests” kwUt voor tien mark per stuk! Zelfs Goethe raakte door het verdwUnen van de vloo in de verdrukking. Hoe toch moest een leeraar het opgroeiende geslacht de diepe schoonheid van regelen als deze onthullen? Es war elnmal en Könlg. Der hatt' eingn grossen Floh, Den llebt er gar nicty wenig. Wie seinen eignen Sohn. En nu schUnt plots de, nu Ja, cultureels be hoefte aan vlooien rUkelUk gedekt te gaan worden. In Frankrijk begon de victorie. Fran- sche kranten staan vol advertenties van mid delen tegen vlooien. Fransche tijdschriften be vatten lange artikelen over deze vlooien, die uit Azië vla Indo-Chlna en Marseille ingevoerd worden en allerlei ziekten kunnen overbrengen. Het insecten-kundig instituut in de omgeving van Berlijn en ook de Dultsche bladen die weer een levendige belangstelling aan den dag leg gen voor de vloo, zijn Intusschen weinig geest driftig gestemd. Dat wat zich aan Duitsch- lands WestelUke grenzen opdringt, te niet onzs goede Europeesche kampioen hoog- en ver springen, doch een of ander Aziatisch onge dierte. waarvan nog bewezen moet worden dat het ook maar één druppel Arisch bloed in zUn aderen heeft. Er zUn de laatste Jaren heel wat sentimen teels woorden aan de vloo gewijd. Doch betaal lang duren voor hetgeen Azië thans zoo kwis tig Invoert, de populariteit geniet der vlooien van Goethe en Grimmelhausen. -a v-let alleen onder het groote publiek, maar I ook bU velen met ontwikkeld onderschel- v dlngsvermogen, heerscht de opvatting dat het staten meubel, en vooral de op twee voorpooten veerende stalen butestoel de meest typische uiting van den „modernen geest” in bet hedendaagsche interieur is, aldus schrüft Ir. A. Boeken In het tUdschrift ,J3e 8 en Op bouw”. Metsten stoelen zUn reeds zoo oud als de dag. In de oudheid komen ze voor als rUke bronzen zetels. In de 17e. 18e eeuw worden ze hier en daar, vooral in FrankrUk als tuinmeubelen ge bruikt. In de 19e eeuw worden zU als zoodanig vru algemeen. Als eenvoudige opklapbare stoe ten voor rafé-terrassen en dergelUke komen ze reeds tientallen jaren algemeen voor In enkele zorgvuldig uitgeknobbelde en in hun eenvoud karakteristieke modellen. Maar de verchroom de stalen bute-stoel met binnenwaarts gebogen buis als sen sleetje plat op den grond verscheen omstreeks 1926, aanvankelijk nog in vernikkelde uitvoering. (Werd hU met het eerst gepresen teerd door Marcel Breurer, toentertUd aan het Bauhaus van Dessau verbonden?) De „vrijzwe- vende” vorm verscheen kort daarop; het auteursrecht o» dezen vorm was het onderwerp van jarenlange processen. De meubelcatalogus van de Bijenkorf van 1929 was nog geheel staal- vrU- Thans te de meubelafdeeling dasu-, evenals In alle andere warenhuizen, rUkelUk van staal voorzien. Een groot aantal fabrieken en fa briekjes beconcurreeren elkaar heftig met de productie van staten meubelen met en zonder kwaliteiten, niet alleen van stalen stoelen, maar van alle mogelUke meubelen, waaraan zU soms terecht, maar veel vaker geheel ten onrechte, meenen staten pUP te kunnen verwerken. Tot zoover de geschiedenis van het stalen meubel. Laat ons thans het staten meubel en meer In het bUzonder den stalen butestoel vergeUjken met dien In ander materiaal; een vergelUking maken In technisch en economisch opzicht. Stalen buis te Inderdaad gemakkelUker en eenvoudiger dan hout te buigen in de voor stoeten veelal veretechte vormen; de groots zU zU samenpaat met uitroeping der Republiek, oonstructtedeeten zUn gemakkelUk te lasschen, deze verbindingen kunnen eenvoudiger zUn dan in bout, bamboe of riet; evenwel bepaalt bU de gangbare modellen In normale gevallen de sterkte van de elgenhjke constructie niet In de eerste plaats den gebruiksduur maar de alge meene staat van onderhoud. Daarentegen le vert de bevestiging van de stoffeering van zit ting en leuning bU de stalen meubelen altUd moellUkheden op; eveneens de afwerking van de' afMfetftflnaen i daar de stalen buis riet dflaangenaam - te missen. Het naar binnen buigen der pooten te niet anders dan als een algemeen verbreid oon- Ze zal ook geen haar anderen! Zoo ging het d*< in dag uit. De gevolgen van Ben’s vasthoudendheid bleven niet uit. Bobs rotsvaste geloof in Kitty begon er door te wankelen. BU wien sou dat niet het geval sUn, als Je lederen dag moet hooren: ZU je heusch niet alles vertellen! en: JU gelooft ook kitesDaarom kwam Bob op het idee Kitty op de proef te stellen. Een zakenreis van eenlge dagen vond Bob een geweldige smoes. Bekend mag immers ver ondersteld worden, dat de gelegenheid den dief maakt. Ben zou in dien tUd de trouw van Kitty omspande haar hand den slanken bate der Amati, die nog van haar moeder afkomstig was. Haar moeder moest viool hebben kunnen spe len, dat de harten der toehoorders opsprongen in wilde vreugde of ineenkrompen van onuit- sprekelUke smart. Met een teeren glimlach keek Josefa neer op het kleine Instrument. - Haar vader had haar zoo dikwUte van het spel barer moeder verteld; hu was nooit moe geworden, te beschrijven, met welk een beheer- schlng en meesterschap de geliefde doode den strUkstok over1 de snaren liet glUden. schuimende, onbeteugelde temperament haar ras had in haar wild, tneesleepend spel geklonken, maar ook het grenaenloos heimwee en verlangen, dat de zigeuners met zich om dragen van hun geboorte tot hun dood, omdat zU heel een leven lang veracht en verstoeten moeten rondzwerven van plaats tot plaats, van land 'tot land. Maar haar vader had verder verteld, hoe het vrije natuurkind zich ondanks alle liefde voor man en dochtertje nooit zoo heelemaal gelukkig had kunnen voelen In haar veilig, rustig tehuis, en was weggekwUnd van heimwee naar het wisselende nomadenleven. .All een kaars die langzaam opbrandt en ten slotte uit dooft.” had haar vader zich uitgedrukt. Toen zU nog een klein meisje was. song haar vader haar soms melodieën voor, die zUn aangebeden vrouw dikwUte had ge speeld. En haar kinderhandjes trachtten op het instrument die melodieën te vinden, en de aanMk daartoe zat haar vennoedeUjk ook broers was getreden hoe zU er wel uitgezien zou hebben. Mooi was ze zeker geweest, want voor Malte Dittborn kon ze zich enkel maar een heel, heel mooie vrouw voorstellen. En wan neer zU zich in gedachten een voorstelling van haar maakte, werd die fantasie-gestalte zoo sprookjesachtig bekoorlUk. dat alle werkelijk heid daarbü in het niet verzinken moest. Haar blik rustte thans vaak onderzoekend op het ernstige. strengbeUjnde mannenge zicht, en ze voelde zich bUna gelukkig ge stemd, wanneer soms heel zelden slechts een vluchtig glimlachje zUn trekken verhel derde. Tot nog toe had ze, zoolang ze op Dittborn woonde, nog geen streek op haar viool gedaan. De vioolkist, die ze inbaar koffer zorgvuldig tusschen haar kleeren nad verpakt, stond nog ongeopend boven op haar kast, zooals zij ze den eersten dag had neergezet. Vaak had ze toege- luteterd, wanneer de barones zich aan den vleugel zette en speelde, en naast haar groote technische vaardigheid voelde zU zich een erttarmelUke dilettante. Maar dat belette plet, dat zU vaak weemoedig en verlangend naar het langwerpige zwarte foudraal boven op de kast moest kijken. Tot elndelUk dat verlangen haar te machtig werd, weer eens met de vingertop pen de snaren neer te drukken en aan het geliefde Instrument weeke accoorden of woeste, wervelende zigeunerdansen te ontlokken. Op een middag reed de barones, als naar gewoonte alleen en slechts door haar trouwe honden begeleid, het bosch In. Toen haalde Josefa de viool voor den dag en als liefkooaend •7*1 173

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 11