HET LAND DER CONTRASTEN Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterkind wut den daq den onbekenden heer. Zóó sou ook de sterrenhemel in Egypte schitteren, peins de hy. toen hy zUn weg vervolgde. Na denkend stapte hy voort. Morgen zou hy ver trekken. zyn plaats voor het vliegtuig naar Parijs eras reeds besproken, zyn valsche pas was in orde. Wat stond hem nog in den weg? Immers niets! Ja, toch iets. Een kleinigheid maar.... zyn bereidwilligheid om vuur te ge ven! F 250.- Zigeunerinnetje kJ l4 ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936 SS Een arrestatie E 1i :- r 1 Missieweek te Maastricht en een bekentenis -.JWIIIIIIIIBIO DOOR ANNY VON PANHUIS -IIIIIIHIIIWIIIlilllllllllimiliillitlIilllllllllllillllll u EEN GESPREK MET p DR. BELA JOHAN GROOTE MOGELIJKHEDEN AANGIFTE MOET, OF STRAFFE "VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL |84 r’ L (Speciale Correspondentie.) •Tl A ons vroegere Drente, pas 50 nieuwe woningen ver- k en I konden de kamer uit. >r z^n, als hU er eens een HOOFDSTUK VI de l 1 r lep blijven.” was het haastige antwoord. r L r (Wordt vervolgd) a: o o I 5 Ben gedeelte van het Rockefeller-instituut voor volksgezondheid te Budapest te U rt ld V lieke kerk, welke uiting zonder twijfel aan het late uur toe te schrijven was. Er zijn oogenblik- ken, waarop zelfs doorgewinterde politici naïef t 1 i i I i l 1 r i r en bovendien een groot Internaat voor zusters van het Groene Kruis. Binds 1928 bestaat er een driejarige model-opleidlng voor deze meis jes. Er zyn in Hongarije op het oogenblik twee bewegingen, die de gezondheid en hygiëhe op het platteland bevorderen: lo. De Stephanie- bond, die In 1913 op Initiatief van graaf Albert Apponyi en vorstin Stephanie Ixmyay werd ge sticht en 2o het Groene Kruis, dat eerst sinds 1927 werkt en van staatswege georganiseerd^. „Alles goed en wel" viel Tulmeltje Ineens uit, „maar hoe kom ik weer In het kabouterland, want ik heb niet graag, dat de kabouterbaas en Kruimeltje zich ongerust maken.” „Daar heb ik ai Iets op gevonden”, antwoordde Kikker Karei triotn- feerend. „Hieronder is een gang van een mol, daar ga Je In en als je maar altijd rechtuit loopt, kon.' je In het kabouter land uit." Nadat Kikken Karei beloofd had te zullen helpen, als het ooit noodig was, ging Tulmeltje de gang in en liet zijn vriend schreiend achter. ‘d i et 1 n le n et 1- rt tl 1- n k n d I. L r L U r 1 I Ie ie n te n r- k- I- i- n H 1- week een paar nachtelijke r— door te brengen en zulk een gel houden." „Eki nu komt u zoo juist uit de kapel, me vrouw?" waagde het jonge meisje zachtjes te vragen. „Ja," bevestigde mevrouw von Dittbom, „Ik bad, dat ik mijn lieven goeden jongen toch nog eens sou mogen terugzien, en toen ik daarna in et I- ■h te In n er stekend voor mijnheer paar dagen uit'trol!” Toen de koning het bevel gaf de ooievaars-puree op de bor den te doen, ging de deMel ineens vanzelf open en daar stond Tulmeltje tot verbazing van den koning en zijn ministers midden op tafel. „Onbeschaamd", riep de koning uit, en Tul- meltje, die er niets voor voelde gestraft te worden, vluchtte Aartshertogin Anna, bescRermvrouwe der internationale vrouwenweek te Budapest i w -Och, waren alle memchen wga.I (Dat l< heelemaal niet noodig, ala I achter het .tuur maar 'n klein I beetje beter wilden opletten, dan I we al hSSl tevreden zijn!) bij verlies van een hand, een^ voet of een oog. meld worden, zooals kinderverlamming, dysen terie. abdominaaltyphus. Tegenwoordig worden er zelfs gezondhelds-ingenleurs aangesteld, om de bronnen in de dorpen, met het oog op het typhusgevaar, te controleeren. Ondanks al deze maatregelen is de bevolking op het gebied van zindelijkheid neg altijd ver achter bij die van West-Europeesche landen. Zelfs in-Mezokövesd. het bekende kleederdrachtendorp, het Marken van Hongarije, waar zooveel vreemdelingen ko men, moet men een zakdoek met eau de cologne meenemen, om zonder gevaar voor onpasselijk heid de kerk te bezoeken. Het is jammer van de prachtige, kleurrijke drachten, die overal op het land in ontelbare variaties te vinden zijn dat ze zich nog altijd te beklagen hebben over de zindelijkheid van hun bezitters. Bijna nergens in Europa vinden we zooveel raffinement met zooveel argeloosheid vermengd. Het congres van de interparlementaire unie werd op den voet gevolgd door een internationale vrouwenweek onder protectie van de charmante echtgenoote van aartshertog Jozef Frans, aarts hertogin Anna, die ook de welkomstrede hield. Vrouwen uit alle deelen der aarde, daaronder veel soroptlmisten kregen de gelegenheid elkaai op Hongaarschen bodem te leeren begrijpen. Op dit congres, dat eigenlijk geen congres was, bleef het niet bij holle pacifistische phrasen en uiterlijken schijn. De deelneemsters kregen ook gelegenheid het Hongaarsche familieleven en het leven op het platteland te bestudeeren. Wie ook maar een greintje sociaal gevoel in zich heeft wordt tot ontroering toe getroffen door de schrille tegenstellingen tusschen het leven voor de wereld voor den uiterlijken schijn en bet leven tusschen de 4 muren. Voor de facade van zijn woning, voor de grandseigneurerie offert de Hongaar bijna alles, naar Hollandsche begrippen veel te veel, zoo- dat er voor het familieleven en het welzijn der eenvoudigen veel te weinig overbluft. Deze ernstige, ongezonde wanverhouding is reeds jaren lang een bron van studie voor die leden van regeering en volksvertegenwoordiging, die Inzien, dat op het platteland en niet in de stad de groote vitaliteit en de mogelijke weder opstanding van dit eeuwenoude ras verborgen liggen. Een man, die voor de physieke en moreele verheffing van den Hongaar onbetaalbaar veel gedaan heeft, is de staatssecretaris voor volks gezondheid, Dr. Béla Johan. Getroffen, door het vele goeds, dat ik over hem gehoord had, besloot ik hem te gaan bezoeken. Dr. Béla Johan ontving me hl een instituut, dat door zijn initiatief ontstaan Is en ónder zijn leiding staat, het zgn. Roekefellerinstltuut voor volks gezondheid. Het werd in 1913 gesticht en in 1927 met behulp van 350.000 dollar Ameri- kaansch kapitaal uitgebreid. Thans omvat het het rijkscontrdle-lnstituut voor besmettelijke ziekten, een opleidingsschool voor dokters, die worden O geboden door advertentie-reclame In de rubriek .Omroepers”. Laat die O niet ont glippen. Da prijs kan geen bezwaar zijn, want voor slechts 50 cent per regel komt Uw zaken- Omroeper onder de aandacht van 80.000 ve rinnen. ging de deur naar de andere zijden gordijn letterlijk opzij rukkend, wankelde de barones de kamer bin nen. Ze was geheel gekleed en scheen dus nog niet eens naar bed te zijn geweest. Bevend liet ze zich op een stoel neerzakken. „Ik zei u laatst, dat ik bij u zou komen aankloppen, als ik weer door zware droomen geplaagd werd,” bracht ze uit. „Zonder kloppen wilde ik niet binnen komen, want ik was bang, dat u *1, te erg schrikken zou, als ik daar op eens zonder waarschuwing naast uw bed op dook.” saris.... „Tja. nou zie je het zelf!” rel de lange re chercheur tot zijn kleineren collega, ..het toe val mag de politieman niet uitschakelen, stel Je nou eens voor, dat jij niet gemerkt had dat die .gladde jongen” die dien Stevens vuur vroeg, meteen zijn horloge rolde. Dan waren wij vast en zeker nooit achter die Stevens aan gegaan om hem te vragen of hij den commls- ook het signalement en verdere bijzon derheden omtrent het gerolde klokje kon op geven. Dat wij Black BUI niet te pakken heb ben gekregen, hoeft ens niet te spijten. De commissaris is méér dan tevreden over de ver rassende ontknooping en JU toch, hoop ik ook, Of wou je mu alléén die 5oo pond be- looning, die er op de aanhouding van Pat ste - vens is uitgeloofd, laten opstryken?” Heel het personeel van het landgoed, van den rentmeester tot het kleinste keuken hitje, zou cadeautjes krijgen. Daarvoor was natuur lijk heel wat te bestellen en uit te zoeken; de inkoopen werden deels in Berlijn, deels in het naburig stadje gedaan. Vaak voelde Josefa zich' ’s avonds doodmoe, en ze sliep meestal dadelijk in, wanneer ze eenmaal haai* bed had opgezocht. Maar eens op een nacht werd ze met een sobok wakker van een zacht geklop, dat aan het hoofdeinde van haar tfed klonk. Nog slaapdronken sprong ze overeind en trok het licht aan, zoodat de kamer helder bestraald werd tot in de uiterste hoeken. Josefa sloeg haastig haar peignoir om, die altijd klaar lag op den stoel voor het bed, en liep naar de kleine, gemaskeerde deur. „Is daar iemand?” vroeg ze gedempt, en van den anderen kante antwoordde de stem van mevrouw von Dittbom: „Ik ben het, juffrouw Burger." DadelUk daa zijde open, en. De Stephanlebond heeft In de grootere plaatsen op het platteland en ook in Budapest, kinder- bewaarplaatsen en adviesbureaux voor jonge moeders gesticht. Van ieder kind, dat in Hon garije geboren wordt, krijgt de Stephanlebond een aangifte met vermelding van bijzondere verschijnselen enz. Ook beschikt elk advies bureau over een melkkeuken waar de moeders de verschillende soorten melk kunnen krijgen, die de dokter voor de kinderen heeft voorge- schreven, ook moedermelk. Het Groene Kruis daarentegen werkt op het platteland, waar alleen gehuchten en kleine dorpen zijn. zyn werkzaamheid omvat, behalve moederschapszorg, kinderbescherming, tubercu losebestrijding en sociaal hygiënische contröle op de scholen. Zoo krijgen de dorpskinderen van het Groene Kruis tandenborstels en moe ien ze lederen morgen vóór het begin van den schooltijd onder contröle van onderwijzeres of Groene Kruis-zuster tanden poetsen! MoellUk is ook de strijd tegen het bijgeloof, dat vooral by de geboorte en dood zijn oude rechten wil laten gelden en dikwijls het sterfte- sijfer verhoogt. De kindersterfte bedroeg voor eenlge Jaren in Hongarije nog 25 pCt„ dus na Rusland het hoogste percentage met de Balkan- landen. Zoo ook de sterfte aan tuberculose, die de laatste Jaren, door betere woninginrichtingen en verbetering van het volksvoedsel aanmer kelijk is teruggedrongen. Waar maar roenigszlns geld te krijgen is. worden de oude dorpswo ningen met hun veel te kleine vensters door betere vervangen. De minister van binnenland- sche zaken Kozma, de vermoedelijke opvolger van Goemboes, heeft voor dit probleem een bijzondere belangstelling en liet in het comitaat Kikker Karei, die al naar Tulmeltje aan het zoeken was, was gauw genoeg op de hoogte van de streek. die de ondeugd weer had uitgehaald en daar Tulmeltje zich niets op zUn gemak gevoelde, wilde hjj maar zoo gauw mogelijk vluchten. Met hun tweeën liepqn ze dansend en springend de velden in. -Hoe klein en verachtelijk moest die vrouw zUn, die zóó berekenend had kunnen hande len! En Malte had haar lief gehad, dat erbar melijke, kleinzielige schepseltje En misschien had hy haar nog altijd lief, al was hij ook te trotsch om het aan zijn moeder of eenig ander mensch te bekennen. De barones begon de kamer weer op en neer te loopen. „Zoo, kindlief, nu weet u wat meer van de droeve gebeurtenissen, die het op Dittbon» zoo •til en somber maakten. Maar dat zal nu •nders vrortten, althans een beetje anders. Overmorgen reizen wy beidjes voor een dag of wat naar Beriyn, niet alleen om inkoopen te doen, zooals ik gewoon ben, maar om wat «leiding en opbeuring te zoeken; dat kunnen. *e allebei gebruiken.” Alsof haar plotseling iets inviel, bleef ze staan en voegde er aan “e: „Wie weet, misschien sluit mUn zoon zich ou^jtms aan; het kan hem enkel maar goed Josefa knikte levendig. „Zeker, bet zou ult- Ter gelegenheid der Missieweek, die van 8 16 Augustus te Maastricht zal worden ge houden. ^zullen groote feesteiykheden georga niseerd worden, die zullen culmineeren in een grooten en luisterryken Missie.optocht, welke op 9 en 16 Augustus door de straten der al oude 8t. Servaasstad zal trekken. Door dezen, stoet zal een voortreffeiyke opeet worden ver tolkt: er zal nl. in worden uitgebeeld de gang van het H. Evangelie door de vyt werelddeelen. voorgesteld als de triomf van het kind Jezus over de aarde. Dit plan leidt als het ware van zelf tot een rondgang door heel de wereldmis sie, waarby niet zal worden vergeten wat de misslonneerlng in *t gryze verleden heeft be- teekend voor stad en gewest, en welke bij drage nu geleverd wordt door Limburg en zyn bevolking aan het Missiewerk. Door *n voortreffeiyke samenwerking heeft men thans reeds de beschikking over met min der dan 65 groote groepen, waaronder 16 ma- Jesteuze praalwagens, terwyi daarnaast 11 zangkoren en 8 muziekcorpsen met hun klan ken en tonen het geheel pp gepaste wijze rul len aanvullen. De aankleeding en uitbeelding van al deze groepen heeft de Maastrichtsche kunstenaarswereld op zich genomen, althans voor wat de ontwerpen betreft. Men rekent er op een grooten stroom vreem. delingen te mogen ontvangen van heinde en ver, vooral nu in dezen vacantletyd toch reeds velen in den lande zich opmaken naar 'Zuid. Limburg te trekken. „Och mevrouw, zooveel consideratie is bü mij heusch niet noodig, want ik ben hee:emaal niet schrikachtig.” worden en Budapest is op dit punt gevaariyk Jaren heel HongarUe van Groene Kruisposten voorzien Noodlg zyn 2gn gezondhpld,_ rayons. Tot nu toe kon men nog slechts het geld voor 100 rayons by elkaar krijgen. De zus ters van het Groene Kruis, die naar de dorpen worden gezon-’en, krijgen vryen kost en Inwoning en een maandsalaris van 120 pengö. Dit is voor Hongaarsche begrippen goed betaald, aange zien veel verpleegsters niet meer dan 80 pengö per maand verdienen. Ook de salarissen van de van staatsTCge aangestelde gezondheidsartsen, die geen particuliere praktyk mogen hebben, zijn laag. Ze varieeren van 150—555 pengö per maand. Het is te begrypen, dat by zulke sala rissen de huweiyksmogeiykheden voor beamb ten niet groot zyn. Wie met Hollandsche dege- djkheid een streng oordeel wil vellen over de Hongaarsche lichtzinnigheid en moraliteit, moet deze verzachtende omstandigheden voor oogen huden. Ook het éénklndsysteem is in Hton- garye algemeen verbreid, met uitzondering van eenlge streken op het platteland De Hongaarsche staat heeft hierin evenwel nog geen aanleiding gezien premies voor het krygen van kinderen uit te schryven. Voor be ambten is de huweiyks- en kindertoeslag mi niem: 6 pengö per maand voor de vrouw en 12 pengö voor ieder kind. Wanneer men be denkt, dat b.v. het salaris van een universiteits professor 555 pengö per maand bedraagt en men in deze intellectueele kringen stand op te hóuden heeft, kan men begrypen dat het verlangen naar bVverdienste machtig is en het met de geoorloofdheid dikwyis niet zoo nauw genomen wordt. Er Is veel grootere karakter sterkte noodig om in Hongarije onomkoopbaar te zyn, dan b.v. in Holland Om op het Instituut voor volksgezondheid te rug te komen, een succesvollen strijd voerde Dr. Béla Johan ook tegen de diphteritis. Alle kin deren vanaf twee jaar moeten nu tegen die Ziekte' Ingeënt worden. Vroeger ha<L men drie Inentingen met anatozln, methode Ramon, noo dig. tegenwoordig zyn de kinderen met één in- enting klaar. Alle gevallen van besmetteiyke ziekten moeten aan bet centrale instituut ge- gezondheidsarts willen worden, met internaat h-- inbeeldingen grondig uit het hoofd te praten. Dat deed zy dan ook, zy probeerde het althans, zoo goed zy kon. Maar de barones antwoordde op al Haar pogingen slechts met een hoofdschudden. ..Lieve juffrouw Burger, met woorden en Uit leg ia in dit geval niets te beginnen, want het y-y blank gepoetste koperen naamplaat 1 ..Woollen Co., Bankiers", die aan den gevel van de kleine bank stond te schit teren in de warme lentezon, kaatgte haar stra len preclesc terug in Pat Stevens bruine oogen. Oogknipperend van het felle licht, trad Pat het gebouw binnen en spoedde zich naar zUn plaats, een kleine getraliede ruimte, waar hU al zoovele Jaren zyn dag in gezelschap van Wendel, den kassier, zou doorbrengen. Vluchtig wierp Pat een blik op de klok in de hal. VUf voor negenen. Wendel zou wéf weer brommen, dat hy zoo laat was. Hy was den laatsten tijd toch zoo humeurig. Haastig groette Pat in het voorby- gaan een paar collega's en toen trok hy de ijzeren deur van zUn „hok" open. Tot zyn aan gename verrassing was Wendel nog niet aan wezig. Het werd negen uur, kwart over negen en nog steeds was Wende! afwezig. Rrrringg! Daar ging de telefoon. De mededeellng, die nu volg de, was beslissend voor Pats verdere leven, al had hy daar op dit oogenblik zelf geen flauw vermoeden van. Mevrouw Wendel telefoneer de. dat haar man wegens een zware verkoud heid vandaag niet op kantoor kon komen. Een paar seconden later stond Pat in bet priicé- kantoor van den directeur, die den jongeman in zyn gryze sportcostuum welwillend opnam. „Zou u het kunnen klaarspelen, mr. Ste vens, om den kassier voor een paar dagen te vervangen?” „Dat geloof Ik wel, mr. Woollen!" antwoord de Pat bescheiden. „Ga uw pang dan maar. En als u wat weten wilt, kimt u my telefoneeren.” Twee dagen deed Pat zyn werk voorbeeldig. Tuen voltrok zich het noodlot. Den avond te voren had hy in een filmjournaal de- pyra- miden bewonderd van het aloude Egypte eu de gedachte dit alles met eigen oogen te wil len aanschouwen, liet hem niet meer los. Met een koortslgen gloed op de wangen liet hy den volgenden dag het bankpapier door zyn vin gers giyden. Tien van die onschuldige papier tjes van duizend pond, als hy die eens de zyne mocht noemen! Het leven speelt soms zonder ling met hen, die het in 't verderf wil storten. De firma Warren disponeerde per chèque over 200 pond, die Pat dew looper betaalde. Peinzend bekeek Pat het kasstuk. WonderlUk zooals het schrift op het zyne leek. Dat zou hy best kunnen imiteeren. Voor de grap dééd hy het op de blocnote, en de proef slaagde prachtig. Toen, vóór hy goed besefte wat hU deed, had hy het bedrag van de chèque ver anderd. „Ten thousend two hundred.... ten thousanttwo hundredhamerde het in ryn brein. Dat was gebeurd. Het stond er: 10200 pond! De boekhouder nam de chèque aan. boekte haar en maakte geen bezwaar. De firma Warren had een groot tegoed. Ongemerkt had Pat de tien papiertjes van 1000 pond in zyn binnenzak laten glyden. HU was nu een rijk man. HU zou reizen, droomen, genieten! Ruim anderhalve maand had Pat zich weten schuil te houden in een onaanzleniyk pension in een der bultenwyken van Londen. Steeds zat hy maar thuis, doch op een heer- lUken Junl-avond oordeelde Pat dat het nu welletjes was Voor het eerst waagde hy zich weer op straat. Klopte aanvankelUk zyn hart wat sneller, wanneer hu een bobby passeerde, het feit, dat geen enkele dienaar der wet acht op hem scheen te slaan, stelde hem vry gerust. Fat stak een sigaret op, zoog den rook diep in en blies hem langzaam weer uit. Even voel de hy zich duizelig worden. Het was op dat oogenblik, dat hy bUna tegen een elegant ge- kleeden heer was opgeloopen, die plotseling voor hem stond. „Een beetje vuur alstublieft!” vroeg de onbekende met zachte stem. Bereid willig hield Pat zyn brandende sigaret op, met de pink de hand van den ander steunend. Nieuwsgierig keek hy naar den flonke renden diamant aan den ringvinger van Josefa schonk een glas water in en hield het de oudere vrouw, die ineengezakt op den stoel zat, voor. De barones dronk gretig, maar haar tanden klapperden tegen het glas. „Dank u, kindlief, dank u ze staarde voor zich uit, als was ze met zichzelf in twee- strUd of ze verder zou gaan of niet. Toen fluisterde ze gejaagd: „Ik heb nog heelemaal niet geslapen ik ben nog niet eens naar bed geweest.” Josefa knikte. „Ik verbaasde me er al over, mevrouw, dat u na een akellgen droom nog moed en lust had om u iheelemaal aan te kleeden.” „Ik was beneden in de kapel," fluisterde de andere verder, en Josefa verwonderde zich wel over die verklaring, doch liet niets biyken. Ze knikte weer, als vond zy het volkomen vanzelfsprekend. „Ik ga dikwyis naar de oude kapel en bid er voor den terugkeer van mUn jongen. Toen hy zoo zonder afscheid voor goed het huis ver liet, heb ik by mezelf de gelofte gedaan, elke uren in de kapel gelofte moét men Josefa moest er maar aldoor aan denken, iklk een erbanneiytaer veracbteiyke rol die Wanda Godecki, die nu baronesse von Grettenau heette, had gespeeld. Het zou toch werkeiyk verschrikkeiyk zyn, wanneer Malte ook nog maar een vonkje van liefde voor dit harte- loose schepsel koesterde, hy. voor wien het beste, het edelste nog maar juist goed genoeg was. Malte Dittbom vergezelde de dames Inder daad naar Berlijn en men bracht daar bijzon der gezellige dagen door. Er gingen juist een paar uitstekende avant-gardefilms, er was een Wagner-opvoerlng, en het kleine gezelschap bezocht ook nog een paar maal den sejiouw- burg om een goed blUspel te %ien, waarby Josefa onbedaariyk moest lachen. Het deed haar oprecht goed, dat ook de barones en Malte lachten, maar ze besefte niet, dat hun vroo- lykheld slechts de echo van haar eigen was. Van nu af scheen een geheel nieuwe geest op Dittbom te heerachen. DikwUls moest Josefa een beelen avond viool spelen, en nu en, dan begeleidde de barones haar op den vleugel. Op zulke avonden verscheen Malle altyd 'in de kamer van zyn moeder. Reeds de eerste tonen lokten hem daarheen. En zoo kwam het Kerstfeest nader en nader en Barbara - von Dittbörn was druk in de weer, terwyi Josefa haar zoo goed mogeiyk hielp. terugkwam ze zat plotseling styf en kaars recht op haar - stoel „toen zag ik het weer, zooals reeds zoo dikwijls te voren, en ik nam de vlucht en kwam regelrecht naar u toe." „Lieve mevrouw, nu moet u me ook zeggen, wét u gezien hebt, zoodat ik uw angst kan be grijpen:” De barones richtte de oogen strak op Jose fa’s gezicht en stiet bevend uit: „Ik zag het witte paard van Dittbom!” JosefC had moeite een kreet van schrik te onderdrukken. Het witte paard van Dittbom. Nu noemde slotvrouwe zélf het spook by den naam Dat was toch werkelUk verontrustend en minstens bevreemdend! Van scherts kon geen sprake zyn. want de barones trilde nog over haar geheele lichaam, als een tengere boom, die door den stormwind gegrepen is. Het Jonge meisje trachtte zich zoo goed mogelyk te beheerschen. „Volgens een oude sage moet er op Dittbom een wit paard spoken, dat hoorde ik tenminste vertellen,” zei ze rustig, „maar aangezien het toch maar een sage is, heb ik u zeker ver keerd begrepen, mevrouw." e Met een diepgn zucht sloeg de barones tie handen voor het gezicht. „Wat ondoordacht van mU. u. mef uw zonnige jeugd, schrik aan te Jagen met dat oude spooksel vergeef het my. kind, dat ik niet kon zwygen.” Josefa bleef volkomen rustig. De barones moest ziek zUn, er was voor haar verwarde uitlatingen geen aneftre verklaring mogelyk. Het zoy wel het beste rijn, haar die ztekeiyke Hoewel Hongarije als het land der mondaine en demi-mondaine vrouwen bekend is, en het familieleven er maar weinig ontwikkeld is. zoo zyn er toch enkele vrouwen, die op dit gebied uitstekend werk verrichten. De eenlge vrouw die in een Hongaarsch ministerie een verant- woordeiyke positie heeft, is Dr. Maria v. Pataky. Ze is referente voor de ontwikkeling 'er volks vrouwen in het ministerie van onderwUs. Vóór 12 Jaren begon ze met het organiseeren van wlntercursussen op het platteland. Deze cur sussen omvatten koken, hygiëne, volkszang, naaien en borduren. Ze zyn geheel kosteloos. Dit' is de eenlge methode om de vrouwen en meisjes er heen te krygen. Het plan van Dr. v. Pataky Is, alle vrouwenorganisaties, die voor de Hongaarsche vrouw werken, onder een staats- centrale te brengen. Tot nu toe is dat nog niet gelukt, omdat vele leidsters van meening zUn, dat men aan de diverse particuliere organisaties het initiatie! moet laten en hun arbeid alleen maar door het ministerie geregistreerd dient te worden voor de statistische contröle. Een vrouw, die voor de vorming van famlliezin en voor de verbreiding van het sociale inzicht onder de Hongaarsche vrouwen veel gedaan heeft, is me vrouw Vltéz PécsvéryHermann. Het is haar bedoeling op verschillende huishoudscholen een sociaal program in te voeren en zoo een équiva lent te scheppen voor de zgn. scholen van maatschappeiyk werk in West-Europa. Tot nu toe werkt ze hoofdzakeiyk onder de vrouwen en meisjes van den Vltèzistand. dat zyn r'J, die door hun buitengewone verdiensten in den wereld oorlog tot held zyn geslagen. Hoewel dit een beperkte „ring is, heeft ze in dezen kleinen kring zulk uitstekend werk verricht, dat ze op het congres voor opvoeding door de familie te Brus sel 1935 een eeredlploma voor haar werk kreeg. Zoo is er in HongarUe een kleine kring van vrouwen gevormd en eep élite onder de regeerenden, die ihzien, dat liet sociale en hy giënische probleem voor Hongarije een vitale beteekenis heeft en dat alleen een meer chrls- teiyke verdeeling der aardsche goederen en een daadwerkeiyke verheffing van de allerarmsten tot de wederopstanding van dit interessante en veelbeproefde volk zal kunnen voeren. „Ik ben niet bang.” zei Josefa, „en wanneer u in staat bent, me het voorwerp van uw vrees te toonen. mevrouw, dan zou ik u heel dank baar zUn, want het geval interesseert mrf buitengewoon.” v De oudere vrouw Neef haar een poosje «rij pend aanstaren. Tegen elven was Pat weer op zijn kamer terug. Vermoeid hy was het loopen totaal ontwin! liet hy zich in een krakenden fauteuil vallen en strekte de beenen uit. Mor gen.... good bye, old England.... good bye.. Een korte, droge tik op de deur deed hem haas tig overeind springen. Met een ruk Uok hU de deur open en staarde veroaasd In de flegmatieke gezichten van twee beeren met bolhoed. ..Excuseer ons. sir!" begon de langste van de twee, zonder een vraag af te wachten, „dat wy u zoo laat nog koenen storen. Het Is nu eenmaal onze plicht en.... „Wie bent u. heeren?" vroeg Pat. vóór de ander was uitgesproken. Een vage onrust kwam in hem op en hy moest moeite doen om kalm te bhjven. Zoo onopvallend mogelyk gingen zyn blikken van den een naar den ander te genover hem. „Wie wy zyn?" herhaalde de lange, en ter- wyi hy even de lapel van zyn jas omkeerde, zag Pat in een flits den politiepenning. „Tjonge.” vervolgde de rechercheur ka'mpjes, dat heeft moeite gekost u te pinden, meneer. MUn collega dacht op het laatste oogenblik nog dat u nier niet woonde, maar ik wist wel beter!” Pat voelde hoe het bloed hem naar de sla pen joeg. Dikke zweetdruppels parelden op zUn voorhoofd. Een matheid overviel hem Dus.... toch nog in de val geloopen? Op het laatste moment? „Wa.,.. wat wilt u van my?" stamelde hy. „WU zouden heel graag hebben dat u even met ons meeging naar den commissaris." zei de kleinste op gemoedelyken toon. „Mogen wU u verzoeken ons even te volgen? Tenminste als u er geen bezwaar Pat maakte een afwerend gebaar. Bezwaar? Hahaha! Ben duivelsche glimlach vloog over zUn magere gezicht. Bezwaar? Alsof die kerels hem niet zouden dwingen. Ja ja, hU kende de manieren van die heeren wel. ZwUgend stapte Pat tusschen de belde man nen in over het schaarsch verlichte trottoir. Hy had een gevoel alsof de grond onder hem was opengegaan en twee duivels hem mee trokken in den pelllooeen afgrond. Instinctief begreep hij dat hy verloren was. Zyn vrees was dus toch bewaarheid geworden. De „stil len” hadden hem weten te vinden. ..En dit is nu de bewuste persoon, mynheer de commissaris.” zei een der begeleiders, be leefd aan zyn hoed tikkend en op Pat stevens wyzend. die met hangend hoofd tusschen hen instond, „de dief. De rechercheur kreeg geen gelegenheid zyn zin te beëindigen. Ineens drong de verschrikkelyke waarheid tot Stevens door. Een dief, ja, dat was hy, een dief.... een eerlooze! „Ja.... meneer de commissaris., een dief., ja, dat ben ik.” riep hy uit, in snikken uit barstend, het hoofd in de handen verbergen de. „U behoeft my niet te ondervragen, meneer de commissaris. Ik kan die marteling niet ver dragen, ik.... ik.... heb den diefstal ge pleegd. Tienduizend pond waren het meneer de commissaris, en de chèque heb ik ver- valscht. Ik.... ik wist niet wat ik deed.... ik heb nog byna al het geld.... ik wil het te ruggeven.... ik wil geen dief zyn!” Snikkend zonk Pat Stevens op den stoel, die een der rechercheurs achter hem had gescho ven, Goddank, het was er uit. Niet de marte ling behoeven te hebben van dat kruisverhoor. Waartoe dat spel van kat en muis, als zy toch immers alles wisten? De commissaris was onbewogen gebleven. HU wenkte de belde rechercheurs in de kamer naastaan te wachten, nam een paar vellen pa pier, legde zyn vulpen naast zich neer en vroeg op zachten toon: „En vertelt u nu eens precies hoe het gegaan Is, Mr.eh. Pat Stevens, meneer de conunis- AT T D A DAYATKTÉ1 >C! °P mt blad 2iJn de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 blj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^ A by een ongeval met R* 7^0 - /Al si «ft /A 11 111 r. O •nKeval1«n verzekerd yooc een der volgende ultkeerlngen Wve -verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen Ov«“ doodeUJken afloop T Sb - 1 '-"W T7W,- tel witte paard van Dittbom bestéét, en ik zag het dlkwyis, helaas veel te dikwyis dan dat ik nog zou kynnen twUfelen, hoe graag ik dat ook zou willen.” „Maar, mevrouw, ik kan nu eenmaal nies aan zuljie dingen gelooven," waagde Josefa haar tegen te spreken. „U moet bepaald het slachtoffer van een hallucinatie of van een ongepaste, misplaatste grap zyn geweest.” ..Dot is uitgesloten." zei de barones kort, terwyi er ren rilling door haar lichaam voer. Het deed Josefa pUn. deze krachtige, nog jong lykende vrouw door zoo'n zinnelooren angst gekweld te sten, en zacht zei ze: „Ik weet niet wat ik wel zou willen geven, als Ik hét witte paard eens met eigen oogen kon zten.” „O nge, dat mag nooit gebeuren, want dan zou U zeker geen dag langer meer by ons Wll- y-j qdapest, de koningin van den Donau met l-< haar feëriek verlichte kerken en paleizen tegen den sprookjesachtlgen zoelen nacht hemel, was den heelen zomer het middenpunt van internationale byeenkomsten en congres sen. Nauweiyks waren de besprekingen van de commissie voor intellectueele samenwerking te Genève tot een goed einde gebracht of de meer dan 300 gedelegeerden van de interparlemen taire unie rukten aan. Amerikanen naast Ja panners. Italianen naast Tsjecho-Slowaken, Hongaren naast Joegoslaveneen volks verzameling, intemationaler dan die te Genève daagde in de Hongaarsche hoofdstad. Er was byna geen tyd voor dq offlcleele conferenties, zooveel ontvangsten, diners, gardenpartyen en uitstapjes overvielen elkaar. En belangrijker dan de niet bindende beslui ten der unie over de 40-urige werkweek sche nen de private besprekingen by wUn en dans. Een Poolsche afgevaardigde liet zelfs na het proeven van 5 verschillende wUnsoorten uit de staatskelders in Budafok te Budapest het leven. Italianen, Oostenrykers, Franschen, allen pro beerden ze te bewijzen, dat hun tegenwoordige regeering het by het rechte eind heeft en de Fransche sénateur Marlon Roustan probeerde me zelfs op het Fransche gezantschap na de champagne duideiyk te maken, dat de „Front populaire” het goed voor heeft met de katho- Borsod, waar de toestanden erger zyn 'dan In houwen. Dr. Béla Johan heeft het plan binnen 10

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 17