HET LAND DER CONTRASTEN
Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterkind
wut den daq
den onbekenden heer. Zóó sou ook de
sterrenhemel in Egypte schitteren, peins
de hy. toen hy zUn weg vervolgde. Na
denkend stapte hy voort. Morgen zou hy ver
trekken. zyn plaats voor het vliegtuig naar
Parijs eras reeds besproken, zyn valsche pas
was in orde. Wat stond hem nog in den weg?
Immers niets! Ja, toch iets. Een kleinigheid
maar.... zyn bereidwilligheid om vuur te ge
ven!
F 250.-
Zigeunerinnetje
kJ
l4
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1936
SS
Een arrestatie
E
1i
:-
r
1
Missieweek te
Maastricht
en een
bekentenis
-.JWIIIIIIIIBIO
DOOR ANNY VON PANHUIS
-IIIIIIHIIIWIIIlilllllllllimiliillitlIilllllllllllillllll
u
EEN GESPREK MET
p DR. BELA JOHAN
GROOTE MOGELIJKHEDEN
AANGIFTE MOET, OF STRAFFE "VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
|84
r’
L
(Speciale Correspondentie.)
•Tl
A
ons vroegere Drente, pas 50 nieuwe woningen
ver-
k
en
I
konden
de kamer uit.
>r z^n, als hU er eens een
HOOFDSTUK VI
de
l
1
r
lep blijven.” was het haastige antwoord.
r
L
r
(Wordt vervolgd)
a:
o
o
I
5
Ben gedeelte van het Rockefeller-instituut
voor volksgezondheid te Budapest
te
U
rt
ld
V
lieke kerk, welke uiting zonder twijfel aan het
late uur toe te schrijven was. Er zijn oogenblik-
ken, waarop zelfs doorgewinterde politici naïef
t
1
i
i
I
i
l
1
r
i
r
en bovendien een groot Internaat voor zusters
van het Groene Kruis. Binds 1928 bestaat er
een driejarige model-opleidlng voor deze meis
jes. Er zyn in Hongarije op het oogenblik twee
bewegingen, die de gezondheid en hygiëhe op
het platteland bevorderen: lo. De Stephanie-
bond, die In 1913 op Initiatief van graaf Albert
Apponyi en vorstin Stephanie Ixmyay werd ge
sticht en 2o het Groene Kruis, dat eerst sinds
1927 werkt en van staatswege georganiseerd^.
„Alles goed en wel" viel Tulmeltje Ineens uit, „maar hoe
kom ik weer In het kabouterland, want ik heb niet graag, dat
de kabouterbaas en Kruimeltje zich ongerust maken.” „Daar
heb ik ai Iets op gevonden”, antwoordde Kikker Karei triotn-
feerend. „Hieronder is een gang van een mol, daar ga Je In
en als je maar altijd rechtuit loopt, kon.' je In het kabouter
land uit." Nadat Kikken Karei beloofd had te zullen helpen,
als het ooit noodig was, ging Tulmeltje de gang in en liet zijn
vriend schreiend achter.
‘d i
et 1
n
le
n
et
1-
rt
tl
1-
n
k
n
d
I.
L
r
L
U
r
1
I
Ie
ie
n
te
n
r-
k-
I-
i-
n
H
1-
week een paar nachtelijke r—
door te brengen en zulk een gel
houden."
„Eki nu komt u zoo juist uit de kapel, me
vrouw?" waagde het jonge meisje zachtjes te
vragen.
„Ja," bevestigde mevrouw von Dittbom, „Ik
bad, dat ik mijn lieven goeden jongen toch nog
eens sou mogen terugzien, en toen ik daarna
in
et
I-
■h
te
In
n
er
stekend voor mijnheer
paar dagen uit'trol!”
Toen de koning het bevel gaf de ooievaars-puree op de bor
den te doen, ging de deMel ineens vanzelf open en daar stond
Tulmeltje tot verbazing van den koning en zijn ministers
midden op tafel. „Onbeschaamd", riep de koning uit, en Tul-
meltje, die er niets voor voelde gestraft te worden, vluchtte
Aartshertogin Anna, bescRermvrouwe der
internationale vrouwenweek te Budapest
i
w
-Och, waren alle memchen wga.I
(Dat l< heelemaal niet noodig, ala I
achter het .tuur maar 'n klein I
beetje beter wilden opletten, dan I
we al hSSl tevreden zijn!)
bij verlies van een hand,
een^ voet of een oog.
meld worden, zooals kinderverlamming, dysen
terie. abdominaaltyphus. Tegenwoordig worden
er zelfs gezondhelds-ingenleurs aangesteld, om
de bronnen in de dorpen, met het oog op het
typhusgevaar, te controleeren. Ondanks al deze
maatregelen is de bevolking op het gebied van
zindelijkheid neg altijd ver achter bij die van
West-Europeesche landen. Zelfs in-Mezokövesd.
het bekende kleederdrachtendorp, het Marken
van Hongarije, waar zooveel vreemdelingen ko
men, moet men een zakdoek met eau de cologne
meenemen, om zonder gevaar voor onpasselijk
heid de kerk te bezoeken. Het is jammer van
de prachtige, kleurrijke drachten, die overal op
het land in ontelbare variaties te vinden zijn
dat ze zich nog altijd te beklagen hebben over
de zindelijkheid van hun bezitters.
Bijna nergens in Europa vinden we zooveel
raffinement met zooveel argeloosheid vermengd.
Het congres van de interparlementaire unie
werd op den voet gevolgd door een internationale
vrouwenweek onder protectie van de charmante
echtgenoote van aartshertog Jozef Frans, aarts
hertogin Anna, die ook de welkomstrede hield.
Vrouwen uit alle deelen der aarde, daaronder
veel soroptlmisten kregen de gelegenheid elkaai
op Hongaarschen bodem te leeren begrijpen. Op
dit congres, dat eigenlijk geen congres was,
bleef het niet bij holle pacifistische phrasen en
uiterlijken schijn. De deelneemsters kregen ook
gelegenheid het Hongaarsche familieleven en
het leven op het platteland te bestudeeren. Wie
ook maar een greintje sociaal gevoel in zich
heeft wordt tot ontroering toe getroffen door
de schrille tegenstellingen tusschen het leven
voor de wereld voor den uiterlijken schijn en bet
leven tusschen de 4 muren.
Voor de facade van zijn woning, voor de
grandseigneurerie offert de Hongaar bijna alles,
naar Hollandsche begrippen veel te veel, zoo-
dat er voor het familieleven en het welzijn der
eenvoudigen veel te weinig overbluft.
Deze ernstige, ongezonde wanverhouding is
reeds jaren lang een bron van studie voor die
leden van regeering en volksvertegenwoordiging,
die Inzien, dat op het platteland en niet in de
stad de groote vitaliteit en de mogelijke weder
opstanding van dit eeuwenoude ras verborgen
liggen.
Een man, die voor de physieke en moreele
verheffing van den Hongaar onbetaalbaar veel
gedaan heeft, is de staatssecretaris voor volks
gezondheid, Dr. Béla Johan. Getroffen,
door het vele goeds, dat ik over hem gehoord
had, besloot ik hem te gaan bezoeken. Dr. Béla
Johan ontving me hl een instituut, dat door
zijn initiatief ontstaan Is en ónder zijn leiding
staat, het zgn. Roekefellerinstltuut voor volks
gezondheid. Het werd in 1913 gesticht en in
1927 met behulp van 350.000 dollar Ameri-
kaansch kapitaal uitgebreid. Thans omvat het
het rijkscontrdle-lnstituut voor besmettelijke
ziekten, een opleidingsschool voor dokters, die
worden O geboden door advertentie-reclame In
de rubriek .Omroepers”. Laat die O niet ont
glippen. Da prijs kan geen bezwaar zijn, want
voor slechts 50 cent per regel komt Uw zaken-
Omroeper onder de aandacht van 80.000 ve
rinnen.
ging de deur naar de andere
zijden gordijn letterlijk opzij
rukkend, wankelde de barones de kamer bin
nen. Ze was geheel gekleed en scheen dus nog
niet eens naar bed te zijn geweest. Bevend liet
ze zich op een stoel neerzakken.
„Ik zei u laatst, dat ik bij u zou komen
aankloppen, als ik weer door zware droomen
geplaagd werd,” bracht ze uit. „Zonder kloppen
wilde ik niet binnen komen, want ik was bang,
dat u *1, te erg schrikken zou, als ik daar op
eens zonder waarschuwing naast uw bed op
dook.”
saris....
„Tja. nou zie je het zelf!” rel de lange re
chercheur tot zijn kleineren collega, ..het toe
val mag de politieman niet uitschakelen, stel
Je nou eens voor, dat jij niet gemerkt had dat
die .gladde jongen” die dien Stevens vuur
vroeg, meteen zijn horloge rolde. Dan waren
wij vast en zeker nooit achter die Stevens aan
gegaan om hem te vragen of hij den commls-
ook het signalement en verdere bijzon
derheden omtrent het gerolde klokje kon op
geven. Dat wij Black BUI niet te pakken heb
ben gekregen, hoeft ens niet te spijten. De
commissaris is méér dan tevreden over de ver
rassende ontknooping en JU toch, hoop ik ook,
Of wou je mu alléén die 5oo pond be-
looning, die er op de aanhouding van Pat ste -
vens is uitgeloofd, laten opstryken?”
Heel het personeel van het landgoed, van
den rentmeester tot het kleinste keuken hitje,
zou cadeautjes krijgen. Daarvoor was natuur
lijk heel wat te bestellen en uit te zoeken; de
inkoopen werden deels in Berlijn, deels in het
naburig stadje gedaan.
Vaak voelde Josefa zich' ’s avonds doodmoe,
en ze sliep meestal dadelijk in, wanneer ze
eenmaal haai* bed had opgezocht. Maar eens
op een nacht werd ze met een sobok wakker
van een zacht geklop, dat aan het hoofdeinde
van haar tfed klonk. Nog slaapdronken sprong
ze overeind en trok het licht aan, zoodat de
kamer helder bestraald werd tot in de uiterste
hoeken.
Josefa sloeg haastig haar peignoir om, die
altijd klaar lag op den stoel voor het bed,
en liep naar de kleine, gemaskeerde deur.
„Is daar iemand?” vroeg ze gedempt, en van
den anderen kante antwoordde de stem van
mevrouw von Dittbom: „Ik ben het, juffrouw
Burger."
DadelUk daa
zijde open, en.
De Stephanlebond heeft In de grootere plaatsen
op het platteland en ook in Budapest, kinder-
bewaarplaatsen en adviesbureaux voor jonge
moeders gesticht. Van ieder kind, dat in Hon
garije geboren wordt, krijgt de Stephanlebond
een aangifte met vermelding van bijzondere
verschijnselen enz. Ook beschikt elk advies
bureau over een melkkeuken waar de moeders
de verschillende soorten melk kunnen krijgen,
die de dokter voor de kinderen heeft voorge-
schreven, ook moedermelk.
Het Groene Kruis daarentegen werkt op het
platteland, waar alleen gehuchten en kleine
dorpen zijn. zyn werkzaamheid omvat, behalve
moederschapszorg, kinderbescherming, tubercu
losebestrijding en sociaal hygiënische contröle
op de scholen. Zoo krijgen de dorpskinderen
van het Groene Kruis tandenborstels en moe
ien ze lederen morgen vóór het begin van den
schooltijd onder contröle van onderwijzeres of
Groene Kruis-zuster tanden poetsen!
MoellUk is ook de strijd tegen het bijgeloof,
dat vooral by de geboorte en dood zijn oude
rechten wil laten gelden en dikwijls het sterfte-
sijfer verhoogt. De kindersterfte bedroeg voor
eenlge Jaren in Hongarije nog 25 pCt„ dus na
Rusland het hoogste percentage met de Balkan-
landen.
Zoo ook de sterfte aan tuberculose, die de
laatste Jaren, door betere woninginrichtingen
en verbetering van het volksvoedsel aanmer
kelijk is teruggedrongen. Waar maar roenigszlns
geld te krijgen is. worden de oude dorpswo
ningen met hun veel te kleine vensters door
betere vervangen. De minister van binnenland-
sche zaken Kozma, de vermoedelijke opvolger
van Goemboes, heeft voor dit probleem een
bijzondere belangstelling en liet in het comitaat
Kikker Karei, die al naar Tulmeltje aan het zoeken was, was
gauw genoeg op de hoogte van de streek. die de ondeugd weer
had uitgehaald en daar Tulmeltje zich niets op zUn gemak
gevoelde, wilde hjj maar zoo gauw mogelijk vluchten. Met
hun tweeën liepqn ze dansend en springend de velden in.
-Hoe klein en verachtelijk moest die vrouw
zUn, die zóó berekenend had kunnen hande
len! En Malte had haar lief gehad, dat erbar
melijke, kleinzielige schepseltje En misschien
had hy haar nog altijd lief, al was hij ook te
trotsch om het aan zijn moeder of eenig ander
mensch te bekennen.
De barones begon de kamer weer op en neer
te loopen.
„Zoo, kindlief, nu weet u wat meer van de
droeve gebeurtenissen, die het op Dittbon» zoo
•til en somber maakten. Maar dat zal nu
•nders vrortten, althans een beetje anders.
Overmorgen reizen wy beidjes voor een dag
of wat naar Beriyn, niet alleen om inkoopen
te doen, zooals ik gewoon ben, maar om wat
«leiding en opbeuring te zoeken; dat kunnen.
*e allebei gebruiken.” Alsof haar plotseling
iets inviel, bleef ze staan en voegde er aan
“e: „Wie weet, misschien sluit mUn zoon zich
ou^jtms aan; het kan hem enkel maar goed
Josefa knikte levendig. „Zeker, bet zou ult-
Ter gelegenheid der Missieweek, die van 8
16 Augustus te Maastricht zal worden ge
houden. ^zullen groote feesteiykheden georga
niseerd worden, die zullen culmineeren in een
grooten en luisterryken Missie.optocht, welke
op 9 en 16 Augustus door de straten der al
oude 8t. Servaasstad zal trekken. Door dezen,
stoet zal een voortreffeiyke opeet worden ver
tolkt: er zal nl. in worden uitgebeeld de gang
van het H. Evangelie door de vyt werelddeelen.
voorgesteld als de triomf van het kind Jezus
over de aarde. Dit plan leidt als het ware van
zelf tot een rondgang door heel de wereldmis
sie, waarby niet zal worden vergeten wat de
misslonneerlng in *t gryze verleden heeft be-
teekend voor stad en gewest, en welke bij
drage nu geleverd wordt door Limburg en zyn
bevolking aan het Missiewerk.
Door *n voortreffeiyke samenwerking heeft
men thans reeds de beschikking over met min
der dan 65 groote groepen, waaronder 16 ma-
Jesteuze praalwagens, terwyi daarnaast 11
zangkoren en 8 muziekcorpsen met hun klan
ken en tonen het geheel pp gepaste wijze rul
len aanvullen. De aankleeding en uitbeelding
van al deze groepen heeft de Maastrichtsche
kunstenaarswereld op zich genomen, althans
voor wat de ontwerpen betreft.
Men rekent er op een grooten stroom vreem.
delingen te mogen ontvangen van heinde en
ver, vooral nu in dezen vacantletyd toch reeds
velen in den lande zich opmaken naar 'Zuid.
Limburg te trekken.
„Och mevrouw, zooveel consideratie is bü mij
heusch niet noodig, want ik ben hee:emaal
niet schrikachtig.”
worden en Budapest is op dit punt gevaariyk Jaren heel HongarUe van Groene Kruisposten
voorzien Noodlg zyn 2gn gezondhpld,_
rayons. Tot nu toe kon men nog slechts het
geld voor 100 rayons by elkaar krijgen. De zus
ters van het Groene Kruis, die naar de dorpen
worden gezon-’en, krijgen vryen kost en Inwoning
en een maandsalaris van 120 pengö. Dit is voor
Hongaarsche begrippen goed betaald, aange
zien veel verpleegsters niet meer dan 80 pengö
per maand verdienen. Ook de salarissen van de
van staatsTCge aangestelde gezondheidsartsen,
die geen particuliere praktyk mogen hebben,
zijn laag. Ze varieeren van 150—555 pengö per
maand. Het is te begrypen, dat by zulke sala
rissen de huweiyksmogeiykheden voor beamb
ten niet groot zyn. Wie met Hollandsche dege-
djkheid een streng oordeel wil vellen over de
Hongaarsche lichtzinnigheid en moraliteit, moet
deze verzachtende omstandigheden voor oogen
huden. Ook het éénklndsysteem is in Hton-
garye algemeen verbreid, met uitzondering van
eenlge streken op het platteland
De Hongaarsche staat heeft hierin evenwel
nog geen aanleiding gezien premies voor het
krygen van kinderen uit te schryven. Voor be
ambten is de huweiyks- en kindertoeslag mi
niem: 6 pengö per maand voor de vrouw en
12 pengö voor ieder kind. Wanneer men be
denkt, dat b.v. het salaris van een universiteits
professor 555 pengö per maand bedraagt en
men in deze intellectueele kringen stand op
te hóuden heeft, kan men begrypen dat het
verlangen naar bVverdienste machtig is en het
met de geoorloofdheid dikwyis niet zoo nauw
genomen wordt. Er Is veel grootere karakter
sterkte noodig om in Hongarije onomkoopbaar
te zyn, dan b.v. in Holland
Om op het Instituut voor volksgezondheid te
rug te komen, een succesvollen strijd voerde Dr.
Béla Johan ook tegen de diphteritis. Alle kin
deren vanaf twee jaar moeten nu tegen die
Ziekte' Ingeënt worden. Vroeger ha<L men drie
Inentingen met anatozln, methode Ramon, noo
dig. tegenwoordig zyn de kinderen met één in-
enting klaar. Alle gevallen van besmetteiyke
ziekten moeten aan bet centrale instituut ge-
gezondheidsarts willen worden, met internaat h--
inbeeldingen grondig uit het hoofd te praten.
Dat deed zy dan ook, zy probeerde het althans,
zoo goed zy kon.
Maar de barones antwoordde op al Haar
pogingen slechts met een hoofdschudden.
..Lieve juffrouw Burger, met woorden en Uit
leg ia in dit geval niets te beginnen, want het
y-y blank gepoetste koperen naamplaat
1 ..Woollen Co., Bankiers", die aan den
gevel van de kleine bank stond te schit
teren in de warme lentezon, kaatgte haar stra
len preclesc terug in Pat Stevens bruine oogen.
Oogknipperend van het felle licht, trad Pat
het gebouw binnen en spoedde zich naar zUn
plaats, een kleine getraliede ruimte, waar hU
al zoovele Jaren zyn dag in gezelschap van
Wendel, den kassier, zou doorbrengen.
Vluchtig wierp Pat een blik op de klok in
de hal. VUf voor negenen.
Wendel zou wéf weer brommen, dat hy zoo
laat was. Hy was den laatsten tijd toch zoo
humeurig. Haastig groette Pat in het voorby-
gaan een paar collega's en toen trok hy de
ijzeren deur van zUn „hok" open. Tot zyn aan
gename verrassing was Wendel nog niet aan
wezig.
Het werd negen uur, kwart over negen en
nog steeds was Wende! afwezig. Rrrringg! Daar
ging de telefoon. De mededeellng, die nu volg
de, was beslissend voor Pats verdere leven,
al had hy daar op dit oogenblik zelf geen flauw
vermoeden van. Mevrouw Wendel telefoneer
de. dat haar man wegens een zware verkoud
heid vandaag niet op kantoor kon komen. Een
paar seconden later stond Pat in bet priicé-
kantoor van den directeur, die den jongeman
in zyn gryze sportcostuum welwillend opnam.
„Zou u het kunnen klaarspelen, mr. Ste
vens, om den kassier voor een paar dagen
te vervangen?”
„Dat geloof Ik wel, mr. Woollen!" antwoord
de Pat bescheiden.
„Ga uw pang dan maar. En als u wat weten
wilt, kimt u my telefoneeren.”
Twee dagen deed Pat zyn werk voorbeeldig.
Tuen voltrok zich het noodlot. Den avond te
voren had hy in een filmjournaal de- pyra-
miden bewonderd van het aloude Egypte eu
de gedachte dit alles met eigen oogen te wil
len aanschouwen, liet hem niet meer los. Met
een koortslgen gloed op de wangen liet hy den
volgenden dag het bankpapier door zyn vin
gers giyden. Tien van die onschuldige papier
tjes van duizend pond, als hy die eens de zyne
mocht noemen! Het leven speelt soms zonder
ling met hen, die het in 't verderf wil storten.
De firma Warren disponeerde per chèque
over 200 pond, die Pat dew looper betaalde.
Peinzend bekeek Pat het kasstuk. WonderlUk
zooals het schrift op het zyne leek. Dat zou
hy best kunnen imiteeren. Voor de grap dééd
hy het op de blocnote, en de proef slaagde
prachtig. Toen, vóór hy goed besefte wat hU
deed, had hy het bedrag van de chèque ver
anderd. „Ten thousend two hundred....
ten thousanttwo hundredhamerde
het in ryn brein. Dat was gebeurd. Het stond
er: 10200 pond! De boekhouder nam de chèque
aan. boekte haar en maakte geen bezwaar. De
firma Warren had een groot tegoed. Ongemerkt
had Pat de tien papiertjes van 1000 pond in
zyn binnenzak laten glyden. HU was nu een
rijk man. HU zou reizen, droomen, genieten!
Ruim anderhalve maand had Pat zich weten
schuil te houden in een onaanzleniyk pension
in een der bultenwyken van Londen.
Steeds zat hy maar thuis, doch op een heer-
lUken Junl-avond oordeelde Pat dat het nu
welletjes was Voor het eerst waagde hy zich
weer op straat. Klopte aanvankelUk zyn hart
wat sneller, wanneer hu een bobby passeerde,
het feit, dat geen enkele dienaar der wet acht
op hem scheen te slaan, stelde hem vry gerust.
Fat stak een sigaret op, zoog den rook diep
in en blies hem langzaam weer uit. Even voel
de hy zich duizelig worden. Het was op dat
oogenblik, dat hy bUna tegen een elegant ge-
kleeden heer was opgeloopen, die plotseling
voor hem stond. „Een beetje vuur alstublieft!”
vroeg de onbekende met zachte stem. Bereid
willig hield Pat zyn brandende sigaret op, met
de pink de hand van den ander steunend.
Nieuwsgierig keek hy naar den flonke
renden diamant aan den ringvinger van
Josefa schonk een glas water in en hield
het de oudere vrouw, die ineengezakt op den
stoel zat, voor. De barones dronk gretig, maar
haar tanden klapperden tegen het glas.
„Dank u, kindlief, dank u ze staarde
voor zich uit, als was ze met zichzelf in twee-
strUd of ze verder zou gaan of niet. Toen
fluisterde ze gejaagd:
„Ik heb nog heelemaal niet geslapen
ik ben nog niet eens naar bed geweest.”
Josefa knikte.
„Ik verbaasde me er al over, mevrouw, dat
u na een akellgen droom nog moed en lust had
om u iheelemaal aan te kleeden.”
„Ik was beneden in de kapel," fluisterde de
andere verder, en Josefa verwonderde zich wel
over die verklaring, doch liet niets biyken.
Ze knikte weer, als vond zy het volkomen
vanzelfsprekend.
„Ik ga dikwyis naar de oude kapel en bid
er voor den terugkeer van mUn jongen. Toen
hy zoo zonder afscheid voor goed het huis ver
liet, heb ik by mezelf de gelofte gedaan, elke
uren in de kapel
gelofte moét men
Josefa moest er maar aldoor aan denken,
iklk een erbanneiytaer veracbteiyke rol die
Wanda Godecki, die nu baronesse von Grettenau
heette, had gespeeld. Het zou toch werkeiyk
verschrikkeiyk zyn, wanneer Malte ook nog
maar een vonkje van liefde voor dit harte-
loose schepsel koesterde, hy. voor wien het
beste, het edelste nog maar juist goed genoeg
was.
Malte Dittbom vergezelde de dames Inder
daad naar Berlijn en men bracht daar bijzon
der gezellige dagen door. Er gingen juist een
paar uitstekende avant-gardefilms, er was een
Wagner-opvoerlng, en het kleine gezelschap
bezocht ook nog een paar maal den sejiouw-
burg om een goed blUspel te %ien, waarby
Josefa onbedaariyk moest lachen. Het deed haar
oprecht goed, dat ook de barones en Malte
lachten, maar ze besefte niet, dat hun vroo-
lykheld slechts de echo van haar eigen was.
Van nu af scheen een geheel nieuwe geest
op Dittbom te heerachen. DikwUls moest
Josefa een beelen avond viool spelen, en nu
en, dan begeleidde de barones haar op den
vleugel. Op zulke avonden verscheen Malle
altyd 'in de kamer van zyn moeder. Reeds
de eerste tonen lokten hem daarheen. En
zoo kwam het Kerstfeest nader en nader en
Barbara - von Dittbörn was druk in de weer,
terwyi Josefa haar zoo goed mogeiyk hielp.
terugkwam ze zat plotseling styf en kaars
recht op haar - stoel „toen zag ik het weer,
zooals reeds zoo dikwijls te voren, en ik nam
de vlucht en kwam regelrecht naar u toe."
„Lieve mevrouw, nu moet u me ook zeggen,
wét u gezien hebt, zoodat ik uw angst kan be
grijpen:”
De barones richtte de oogen strak op Jose
fa’s gezicht en stiet bevend uit: „Ik zag het
witte paard van Dittbom!”
JosefC had moeite een kreet van schrik te
onderdrukken.
Het witte paard van Dittbom.
Nu noemde slotvrouwe zélf het spook by den
naam Dat was toch werkelUk verontrustend
en minstens bevreemdend! Van scherts kon
geen sprake zyn. want de barones trilde nog
over haar geheele lichaam, als een tengere
boom, die door den stormwind gegrepen is. Het
Jonge meisje trachtte zich zoo goed mogelyk
te beheerschen.
„Volgens een oude sage moet er op Dittbom
een wit paard spoken, dat hoorde ik tenminste
vertellen,” zei ze rustig, „maar aangezien het
toch maar een sage is, heb ik u zeker ver
keerd begrepen, mevrouw." e
Met een diepgn zucht sloeg de barones tie
handen voor het gezicht. „Wat ondoordacht
van mU. u. mef uw zonnige jeugd, schrik aan
te Jagen met dat oude spooksel vergeef het
my. kind, dat ik niet kon zwygen.”
Josefa bleef volkomen rustig. De barones
moest ziek zUn, er was voor haar verwarde
uitlatingen geen aneftre verklaring mogelyk.
Het zoy wel het beste rijn, haar die ztekeiyke
Hoewel Hongarije als het land der mondaine
en demi-mondaine vrouwen bekend is, en het
familieleven er maar weinig ontwikkeld is. zoo
zyn er toch enkele vrouwen, die op dit gebied
uitstekend werk verrichten. De eenlge vrouw
die in een Hongaarsch ministerie een verant-
woordeiyke positie heeft, is Dr. Maria v. Pataky.
Ze is referente voor de ontwikkeling 'er volks
vrouwen in het ministerie van onderwUs. Vóór
12 Jaren begon ze met het organiseeren van
wlntercursussen op het platteland. Deze cur
sussen omvatten koken, hygiëne, volkszang,
naaien en borduren. Ze zyn geheel kosteloos.
Dit' is de eenlge methode om de vrouwen en
meisjes er heen te krygen. Het plan van Dr. v.
Pataky Is, alle vrouwenorganisaties, die voor
de Hongaarsche vrouw werken, onder een staats-
centrale te brengen. Tot nu toe is dat nog niet
gelukt, omdat vele leidsters van meening zUn,
dat men aan de diverse particuliere organisaties
het initiatie! moet laten en hun arbeid alleen
maar door het ministerie geregistreerd dient te
worden voor de statistische contröle. Een vrouw,
die voor de vorming van famlliezin en voor de
verbreiding van het sociale inzicht onder de
Hongaarsche vrouwen veel gedaan heeft, is me
vrouw Vltéz PécsvéryHermann. Het is haar
bedoeling op verschillende huishoudscholen een
sociaal program in te voeren en zoo een équiva
lent te scheppen voor de zgn. scholen van
maatschappeiyk werk in West-Europa. Tot nu
toe werkt ze hoofdzakeiyk onder de vrouwen
en meisjes van den Vltèzistand. dat zyn r'J, die
door hun buitengewone verdiensten in den wereld
oorlog tot held zyn geslagen. Hoewel dit een
beperkte „ring is, heeft ze in dezen kleinen kring
zulk uitstekend werk verricht, dat ze op het
congres voor opvoeding door de familie te Brus
sel 1935 een eeredlploma voor haar werk
kreeg. Zoo is er in HongarUe een kleine kring
van vrouwen gevormd en eep élite onder de
regeerenden, die ihzien, dat liet sociale en hy
giënische probleem voor Hongarije een vitale
beteekenis heeft en dat alleen een meer chrls-
teiyke verdeeling der aardsche goederen en een
daadwerkeiyke verheffing van de allerarmsten
tot de wederopstanding van dit interessante en
veelbeproefde volk zal kunnen voeren.
„Ik ben niet bang.” zei Josefa, „en wanneer
u in staat bent, me het voorwerp van uw vrees
te toonen. mevrouw, dan zou ik u heel dank
baar zUn, want het geval interesseert mrf
buitengewoon.” v
De oudere vrouw Neef haar een poosje «rij
pend aanstaren.
Tegen elven was Pat weer op zijn kamer
terug. Vermoeid hy was het loopen totaal
ontwin! liet hy zich in een krakenden
fauteuil vallen en strekte de beenen uit. Mor
gen.... good bye, old England.... good bye..
Een korte, droge
tik op de deur
deed hem haas
tig overeind
springen. Met
een ruk Uok hU
de deur open en
staarde veroaasd
In de flegmatieke gezichten van twee beeren
met bolhoed.
..Excuseer ons. sir!" begon de langste van de
twee, zonder een vraag af te wachten, „dat
wy u zoo laat nog koenen storen. Het Is nu
eenmaal onze plicht en....
„Wie bent u. heeren?" vroeg Pat. vóór de
ander was uitgesproken. Een vage onrust kwam
in hem op en hy moest moeite doen om kalm
te bhjven. Zoo onopvallend mogelyk gingen
zyn blikken van den een naar den ander te
genover hem.
„Wie wy zyn?" herhaalde de lange, en ter-
wyi hy even de lapel van zyn jas omkeerde,
zag Pat in een flits den politiepenning.
„Tjonge.” vervolgde de rechercheur ka'mpjes,
dat heeft moeite gekost u te pinden, meneer.
MUn collega dacht op het laatste oogenblik
nog dat u nier niet woonde, maar ik wist wel
beter!”
Pat voelde hoe het bloed hem naar de sla
pen joeg. Dikke zweetdruppels parelden op zUn
voorhoofd. Een matheid overviel hem Dus....
toch nog in de val geloopen? Op het laatste
moment?
„Wa.,.. wat wilt u van my?" stamelde hy.
„WU zouden heel graag hebben dat u even
met ons meeging naar den commissaris." zei
de kleinste op gemoedelyken toon. „Mogen wU
u verzoeken ons even te volgen? Tenminste
als u er geen bezwaar
Pat maakte een afwerend gebaar. Bezwaar?
Hahaha! Ben duivelsche glimlach vloog over
zUn magere gezicht. Bezwaar? Alsof die kerels
hem niet zouden dwingen. Ja ja, hU kende
de manieren van die heeren wel.
ZwUgend stapte Pat tusschen de belde man
nen in over het schaarsch verlichte trottoir.
Hy had een gevoel alsof de grond onder hem
was opengegaan en twee duivels hem mee
trokken in den pelllooeen afgrond. Instinctief
begreep hij dat hy verloren was. Zyn vrees
was dus toch bewaarheid geworden. De „stil
len” hadden hem weten te vinden.
..En dit is nu de bewuste persoon, mynheer
de commissaris.” zei een der begeleiders, be
leefd aan zyn hoed tikkend en op Pat stevens
wyzend. die met hangend hoofd tusschen hen
instond, „de dief. De rechercheur kreeg
geen gelegenheid zyn zin te beëindigen. Ineens
drong de verschrikkelyke waarheid tot Stevens
door. Een dief, ja, dat was hy, een dief....
een eerlooze!
„Ja.... meneer de commissaris., een dief.,
ja, dat ben ik.” riep hy uit, in snikken uit
barstend, het hoofd in de handen verbergen
de. „U behoeft my niet te ondervragen, meneer
de commissaris. Ik kan die marteling niet ver
dragen, ik.... ik.... heb den diefstal ge
pleegd. Tienduizend pond waren het meneer
de commissaris, en de chèque heb ik ver-
valscht. Ik.... ik wist niet wat ik deed....
ik heb nog byna al het geld.... ik wil het te
ruggeven.... ik wil geen dief zyn!”
Snikkend zonk Pat Stevens op den stoel, die
een der rechercheurs achter hem had gescho
ven, Goddank, het was er uit. Niet de marte
ling behoeven te hebben van dat kruisverhoor.
Waartoe dat spel van kat en muis, als zy toch
immers alles wisten?
De commissaris was onbewogen gebleven. HU
wenkte de belde rechercheurs in de kamer
naastaan te wachten, nam een paar vellen pa
pier, legde zyn vulpen naast zich neer en vroeg
op zachten toon:
„En vertelt u nu eens precies hoe het gegaan
Is, Mr.eh.
Pat Stevens, meneer de conunis-
AT T D A DAYATKTÉ1 >C! °P mt blad 2iJn de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 blj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^ A by een ongeval met R* 7^0 -
/Al si «ft /A 11 111 r. O •nKeval1«n verzekerd yooc een der volgende ultkeerlngen Wve -verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen Ov«“ doodeUJken afloop T
Sb
- 1 '-"W T7W,- tel
witte paard van Dittbom bestéét, en ik zag
het dlkwyis, helaas veel te dikwyis dan dat ik
nog zou kynnen twUfelen, hoe graag ik dat ook
zou willen.”
„Maar, mevrouw, ik kan nu eenmaal nies
aan zuljie dingen gelooven," waagde Josefa
haar tegen te spreken. „U moet bepaald het
slachtoffer van een hallucinatie of van een
ongepaste, misplaatste grap zyn geweest.”
..Dot is uitgesloten." zei de barones kort,
terwyi er ren rilling door haar lichaam voer.
Het deed Josefa pUn. deze krachtige, nog
jong lykende vrouw door zoo'n zinnelooren
angst gekweld te sten, en zacht zei ze: „Ik
weet niet wat ik wel zou willen geven, als Ik
hét witte paard eens met eigen oogen kon
zten.”
„O nge, dat mag nooit gebeuren, want dan
zou U zeker geen dag langer meer by ons Wll-
y-j qdapest, de koningin van den Donau met
l-< haar feëriek verlichte kerken en paleizen
tegen den sprookjesachtlgen zoelen nacht
hemel, was den heelen zomer het middenpunt
van internationale byeenkomsten en congres
sen.
Nauweiyks waren de besprekingen van de
commissie voor intellectueele samenwerking te
Genève tot een goed einde gebracht of de meer
dan 300 gedelegeerden van de interparlemen
taire unie rukten aan. Amerikanen naast Ja
panners. Italianen naast Tsjecho-Slowaken,
Hongaren naast Joegoslaveneen volks
verzameling, intemationaler dan die te Genève
daagde in de Hongaarsche hoofdstad. Er was
byna geen tyd voor dq offlcleele conferenties,
zooveel ontvangsten, diners, gardenpartyen en
uitstapjes overvielen elkaar.
En belangrijker dan de niet bindende beslui
ten der unie over de 40-urige werkweek sche
nen de private besprekingen by wUn en dans.
Een Poolsche afgevaardigde liet zelfs na het
proeven van 5 verschillende wUnsoorten uit de
staatskelders in Budafok te Budapest het leven.
Italianen, Oostenrykers, Franschen, allen pro
beerden ze te bewijzen, dat hun tegenwoordige
regeering het by het rechte eind heeft en de
Fransche sénateur Marlon Roustan probeerde
me zelfs op het Fransche gezantschap na de
champagne duideiyk te maken, dat de „Front
populaire” het goed voor heeft met de katho- Borsod, waar de toestanden erger zyn 'dan In
houwen.
Dr. Béla Johan heeft het plan binnen 10