A Uit de missie op Borneo iV -V 'a' Jfc 1 L J Brand! Brand! I r I Een korte operatie Eén millionnair, die arm sterven wil TO r Tis i "Si r. /apanschs tooneeUpeter» /apawcAe a/poden Ojn. vertoornd en vragen talrijke ojjjtr» t HET ENGELAND VAN AZIË I M J w .«a o 'r .0 V ET J* 1 =3 d ge1 Tempellantaams aan een Japanschen meer oever d nu 1 Allen t en een Als poppen zien de kleine Japannertje» eruit, die zich hierin het zonnetje baden Zakenlieden, die in het land van de rijzende zon reclame willen maken, laten groot» plakkaten langs de straten dragen, waarbij een paukenist en een trommelslager pogen de aandacht op de biljetten te vestigen -rr ort geleden kwamen er slechte be rich ly ten uit mijn missie. Een huis waar ik *n jenr w zes gewoond had, waar ik eigen handig de kapel had gebouwd; dat nu sinds eenige jaren buitenstatie van me was, is geheel D gen enk 1 sic gei gei 4O.i te den Het De Avila lieten trein veld i Med rechte Aan b ook d genom geslag. stukke *t)n ge De ins gei Voorts *tai vliet boer te d hen krat Se Mar driei voor v r! ,hun- 'llefde, vol- Ne- hetzy ont- Ee klaa: maal Ht Unite aan» ma cl Spaa den, legio De en oi seert achai De vecht ren 1 Het de ge gefus Aai geen ten v van fort regeei Se bas teren den 1 Eenigi Catali kotnei Het Spanje meerer Sarmei l«0 v gekomi stijgen. Spaansche en Portugeesche kooplieden volgden hem heel spoedig en na de komst in 1549 van den H. Franciscus Xaverius, die zich den naam verwierf van Apostel van Japan, die ook Oost-Indië had bezocht, volgden nog vele missionarissen, die veel succes oogstten. De heilige missie-apostel schreef ln een zijner eerste brieven over het karakter der Japanners: „Ik geloof niet dat er onder de barbaarsche volken ee enkel wordt jgevonden, dat meer na tuurlijke goedheid bezit dan dat van Japan. Zij beschikken over een wonderbaariyke gevat heid om te herkennen wat goed en eerlijk is en zijn uiterst begeerlg om te leeren De wreede Nobunaga (15341582) die duizen den Boeddhistische monniken en tempels te vuur en te zwaard verdelgde, had eerbied voor de paters missionarissen, voor den moed, ner overtuiging, voor hun broederiytrii voor de fierheid van hun karakter en de trouw tot in den dood aan hun geloof. Hy liet voor de Jezuïeten kerken bouwen te Kyoto en te Azuchl bij het Biwameer, benevens een semi- ie reiziger Marco iking lh de jaren n een ziekenhui* te Dublin werd een klein meisje gebracht, dat een open veiligheids speld had ingeslikt. Na *n operatie die slechts 90 seconden duurde, had men bet voorwerp verwijderd uit de keel van het kind. 71 l 5 narie. Oftgeveer één derde eeuw na hun komst werd het aantal Christenen in Japen op 300.000 geschat. In 1573 werd Nagasaki zelfs een christelijke stad. In deze haven kongen de grootste schepen der Portugeezen ankeren en zjj verkregen van Prins Omura een concessie met recht van jurisdictie in deze stad, die door hun handel en scheepvaart zeer welvarend werd. Christenkerken werdén er gebouwd, soms op het terrein van Boeddhistische tempels, die daarvoor^ werden afgebroken. werd door de prinsen van Omura, Bungq en Arima een gezantschap naar Z. H. Paus Oregorius XIII gezonden, die aan de sociëteit van Jezus het recht schonk om in Ja pan missiën op te richten. Hideyoshi koesterde echter argwaan tegen de christenen en vaardigde in 1587 een edict uit dat aan alle vreemde godsdlenstleeraren, op straffe des doods, beval binnen twintig dagen Japan te verlaten. Verblijf en handel in de havens bleef aan de Portugeezen veroorloofd, doch men verbood hun, vreemde geestelijken mee te brengen. Drie Jezuïeten en zes Franciscanen, te Kyoto en Osaha in hechtenis genomen, wer den in 1593 als de eerste Christen martelaren te Nagasaki levend verbrand. laten: het vertrappen apan is de spil waarom de politiek van het Oosten draait. In steeds toenemende mate komt het Rijk van de oude Samoerais naar den voorgrond. Het is het land dat aan gewezen is in den Stillen Oceaan de positie in te nemen, die Engeland in het Westen had; het land dat onze buurman in het gebied van Australazië is; het land waarvan wij Neder landers dus wel eens iets meer mogen weten. E.. wie er reeds kennis mee maakte, zal zich nog wel herinneren de uitingen van dit vroo- U)k volk, dat zoo genoeglijk glijdt van feest tot feest ter eere van zijn tallooze tempels en góden en dat de oude zonnefeesten der Chinee- sen wist om te werken tot blijde dagen voor zijn aardig kroost. Wie, die in Japan gewoond heeft, ■iet niet voor zijn oogen weer die fijne poppen van het meisjesfeest, zorgvuldig in rijen opge- steld, of ziet niet weer die slanke karpers in de blauwe lucht, ter eere van de kleine jongens, sierlijk zwevend in den voorjaarswind? Wie hoort niet weer het rhythmisch kloppen in de tempels by het begeleiden van het gebed, of ■let de scharen niet weer dansend voortgaan met der góden baldakijn maandelijksche rente van honderd dollar. Voorts heeft hij eén klein landhuisje gehuurd, wsar hy tot aan het einde zijner dagen verblijf M1 houden. ren in. benevens Chineesche producten, in Japan zeer begeerd, maar niet te verkrijgen. Zij waren dus voor dit land onmisbaar zoolang de wereldhandel er nog voor toedeur kwam. Vol gens von Siebold hadden de Jajxnnen in 1613 met niet minder dan zestien verschllle ken handelsbetrekklngen aangeknoopt. derlanders en de Engelschen trachtten in dit tijdperk van groote handelsactlritelt de hegemo nie der Spanjaarden en Portugeezen te bre ken. Enkele tientallen jaren later bleven alleen de Chlneezen, Koreanen en Nederlanders voor Japan over. In 1809 zond Jan Pietersz. Coen van uit Batavia een gezantschap naar den keizer, dat minzaam werd ontvangen. Abra ham van den Broek en Nicolaas Puyck, twee Hollandsche kooplieden, ondernamen een tocht naar Kyoto, waar de Shogun lyeyasu zetelde, om hem een brief van Stadhouder Prins Mau- rita te brengen, benevens vele geschenken. De 1 «edege stai fch u deel, <i vreemd van het eilandenrijk en de bloei der inheem- sche nijverheid deed, door toenemende vraag, o.a. die (nog heden zoo voorname) bron van volksinkomen ontstaan: de teelt van zyde, vroe ger een gewild importartlkel. De'afzondering van vrijwel de geheele wereld was voor Japan volkomen; het scheen geduren de 23o jaren als gekristalliseerd. Gedurende de middeleeuwen stonden de Japanners bekend als goede scheepsbouwers en koene zeevaarders, die wel eens vreedzamen handel afwisselden met zeeroof, China, For mosa, Korea, de Phllippynen, Cambodja en ele eeuwen wist dch alleen de handel der Chlneezen te handhaven, ofschoon eens tijdens de Mingdynastie door China, dan door Japan (in 885) en na de aanvallen van Kublaï Khan in 1381 verboden. Hun handel was echter gedurende de jaren 1543 tot 1586 door de concurrentie der Portugeezen van wei nig beteekenis. terwijl hij. evenalc die der Ne derlanders te Deshima, ondër beperkende be palingen gedreven werd. De -wijk „Tojln yashiki”, hun in Nagasaki aangewezen, was niet veel beter dan een gevangenis. Hun schepen werden aan een uiterst streng onderzoek onder worpen en op hun goederen werd 60 pCt. in voerrecht geheven. Met smokkelaars had men geen genade. Evenals de Nederlanders kenden de Chlneezen een Compagnie- en een privé- handel en sü moesten alles levéren aan de Japansche geldkamer „Kalsho”, die er groote winsten uit haalde, noodlg om de verliezen met den Nederlandschen handel geleden te dekken. De Chlneezen voerden Europeesche wa- Duiaenden en duizenden Clirlstenen. leden der ..slechte sekte”, werden op de gruwelijkste wijze en onder de meest verfijnde wreedheden ter dood gebracht. Arima. bij Shimabara ge legen, werd de plaats van een der meest tragi- sehe gebeurtenissen gedurende deze ten deele ook agrarische opstanden der zeventiende eeuw. Van de 37.000 mannen, vrouwen en kinderen, die voor den dood door het zwaard of den hon ger gespaard bleven, werd aan niemand na een beleg van 102 dagen en na de bestorming op 14 April 1638 het leven gelaten. Neder- landsche kanonnen onder Koekebakker deden daarbij gedurende vijftien dagen dienst. Als hoofd der Nederlandsche Factory te Hirado ge lastte hem de Shogun, de generalissimus, een schip te zenden „tot onderwerping der op standelingen”. Koekebakker gehoorzaamde, doch zond spoedig al zijn andere schepen weg. om niet genoodzaakt te worden nog meer hulp te verleenen. Door sommigen scherp veroor deeld, verdedigt von Siebold in dezen den ambtenaar der Oost-Indlsche Compagnie als daartoe door nood gedwongen. Ook David Murray erkent in zijn Story of Japalh. dat „the help, wich the Dutch rendered in this siege, exposed them to much vituperation, especially from the Jesuit historians,” doch dat uit de krachtig bevorderd door die strenge afsluiting brieven van Koekebakker duidelijk is geble- ken, dat de Japanners geen hulp vroegen aan de Nederlanders, doch alleen kanonnen en tijczlijk de beschikking over het schip „de Rijp”. Een jaar later werden de Nederlanders zelf van Hirado verdreven. Enkele Portugeezen, die in later jaren nog beproefden te landen, werden onverbiddelijk ter dood gebracht en evenmin slaagden andere naties er in op den duur zich in Japan te nestelen. Reeds in 1596 was Hideyoshi de meenlng toe gedaan. dat de Europeesche missionarissen fei telijk spionnen waren en in 1614 achtte lye yasu zijn edict, waar, door zij uit Japan wer den verdreven, noodlg voor de veiligheid van het keizerrijk. De Ja pansche christenen werden aan de proef van het efuml. dX het vertrappen van het Kruis onderworpen. Hun werd de keus ge- kruls of dood ondergaan, laatste werd oocr de overgroote meerderheid gekozen, die met een glimlach op het gelaat en een loflied op de lippen den marteldood tegemoet ging. door ophangen, hoofden, kruisigen, vierendeelen, levend verbranden, in put” hangen, door van een gloeiende De Japanners, die nog nooit een ontploffings- wapen hadden gezien, waren verbaasd overhet^- lontgeweer der mHTUgëëzen. Het hoofd der „zuidelijke barbaren” of Nambanjin leerden aan de Japanners het gebruik van vuurwapenen en schonk hun drie geweren met munitie, welke naar den Daimyo Shlmazu Yoshihlsa werden gebracht en door dezen aan den Shogun over- geleverd. Deze harquebuses of vuurroeren wer den weldra by duizenden nagemaakt en er was 'geen stad of dorp meer in het kelzerryk waar deze vuurwapenen niet werden gevonden, zy bleven in gebruik tot in het midden der vorige eeuw, toen de reorganisatie van het leger meer moderne 'geweren invoerde. Pinto, op zyn reis naar Kagoshima, genas en kele zieken, wat zyn invloed aan het hof deed padie werd gehulst en de rijst gekookt Ze hadden een reuzen maal: rijst met schildpad! De kinderen vroegen nog veel meer. En sinds vragen al hun afstammelingen en zyn barre bedelaars, die je ooren van je kop vragen! Die dienstbare geest verdween. Haar naam is een byvoeglyk naamwoord, doch dat gaat ons te ver. De kraai kwam weer eeils terug van Java, Evenals Australië was Japan IA het midden der vyftiende eeuw nog onbekend in het weste- lyk halfrond van den aardbol; geen enkele Europeaan had er ooft' voet aan wal gezet. Met Korea én China was het Land der Ry- ■ende Zon rèeds sedert eeuwen in aanraking; zelfs heeft het de Luchü- en Bonln-eilanden eerst later ontdekt, evenals het eerst in de zeventiende eeuw vasten voet kreeg op het eiland Formosa. In den loop zyner reeds zoo oude geschiede nis had Japen byna nooit vrede gekend. Zyn ;eerste keizers hadden eeuwenlang tegen de wilde oorspronkelyke bewoners van het land moeten kampen en daarna voor de handhaving van hun gezag. De beroemde Veneti Polo was aan het hof dat Kublai Khan tevergeefs zyn Armada’s (1247—1281) naar Kyushu had gezonden. Hy kon eenige vage berichten naar zyn vaderland ■turen over dit geheimzinnige land. Vasco de Gama was door den konlng van Portugal met een vloot uitgezonden om zyn gebied uit te breiden. Tengevolge van, een schipbreuk werd het rijk van den Mikado in 1542 ontdekt door een avonturier, Femam Mendez Pinto, byge- naam-| de „konlng der leugenaars”. Hy werd er door den Daimyo van Olta vrlendschappelyk ontvangen en de Portugeezen knoopten er hanrtelsbetrekkingen aan. ■■van de ruzende zon Onze buurman in den Stillen Oceaan B r™2" den van Mono, den Chef der Portugee sche Factory te Hirado, waarin deze eén plan voorstelde om het staatsbestuur omver te wer pen en hulp vroeg van schepen en troepen om dit uit te voeren. Aan Moro werd het dood vonnis voltrokken en in 1637 en 1639 werden de Portugeezen uit Japan verdreven. De Japan ners deden afstand van alle .gelden nog van de Portugeezen te vorderen, wat op 700.000 taels of 2.750.000 werd geschat. Een soort van schadevergoeding dus voor hun verbanning. Een en ander ging gepaard met meedoogen- looze verdrukking. Alle propaganda voor den vreemden godsdienst werd ten strengste ver boden en alle missionarissen werden uitgedre ven. De Japanners koesterden gedurende lange jaren voortdurend vrees voori de vreemdelin gen, die allen onder den ban werden geplaatst, terwyi alle havens van het geheele land wer den gesloten, behalve Nagasaki, waar alleen de Hollanders handel mochten drijven op Deshi ma. Het ryk - werd voor iederen vreemdeling gesloten, en den Japanners op straffe des doods verboden hun land te verlaten. Geen enkel Japansch schip mocht zich buitengaats be geven. en edelman noch soldaat mocht op Des hima iets koopen. „Alle vreemde schepen zul len met hun lading worden verbrand, iedere man aan boord zal worden gedood." Als bewys van de godsdienstige onverdraag zaamheid van den stadhouder diene deze pas ra uit den bewusten brief: ..En om hen te belemmeren in al hun po gingen. hoop ik dat Uwe Keizeriyke Majesteit goede en zorgvuldige preventieve maatregelen aal treffen tegen de Jezuïeten, die onder het mom van godsdienstige heiligheid er naar stre ven twist en partjjstryd en ten laatste burger oorlog te brengen In Uw nobel Koninkrijk, door verandering van religie. En dat alleen om door elk middel hun doel te bereiken, dat zy nooit op andere wyze zouden verkrijgen.” Door krasse maatregelen werd ook de ..krui sing van rassen” zooveel mogelQk voorkomen. (Wat Duitschland dus op het oogenbllk wil is dus niet nieuw en heeft zyn voorganger al gehad ln Japan). „De Japanners” zoo heette het van hoogerhand, „begeeren geen vermen ging, teneinde te voorkomen dat zy in later jaren zouden geregeerd worden door deze ge slachten.” Alle Japansche vrouwen, die met Portugeezen waren getrouwd, werden in 1636 met haar kroost naar Macao gedeporteerd. De Hollanders en Engelschen. die ln hetzelfde geval verkeerden, werden drie jaar later naar Jacatra gestuurd. Zelfs Melchior van Sant- voort, de patriarch der Westersche vreemde lingen ln Japan, moest met zyn eega na een verbiyf van 39 jaren naar Batavia eclipeeeren. Geboorten uit gemengde huweiyken mochten oo Deshima niet plaats vtoden. de bevalling moest elders geschieden en de kinderen werdén weggenomen om als volbloed Japanners te worden opgevoed, of soms gedood. Het land was zoodoende volkomen afgezon derd voor alle Westersch verkeer uit angst voor vreemde heerschappy. die den haat tegen de Christenen had opgewekt, zooals hy ruim twee eeuwen later zou dwingen tot de wederopen- stelling voor het wereldverkeer en moderne krijgstoerustingen. De Tokugawa Shogun dacht er een oogenbllk over de Nederlanders te ver bannen. doch hy kon hun hulp niet missen. De adel was gewend geraakt aan de door hen Ingevoerde producten en aan de Japansche ge schutgieterij waren Nederlandsche artilleristen verbonden. Doch voortaan waren alle huweiy ken met Japansche vrouwen uitgesloten en werd ten strengste «erboden „papen of derge- lyken geschriften en beelden op den R.K gods dienst betrekking hebbende” in te voeren. Alle Siam zagen hun schepen .verschynen op de kusten. De geschiedenis van een hunner avon turiers, Yamada Nagamasa, die de legen van den koning van Siam ter overwinning voerde, diens dochter huwde en tot Regent werd be- noemd, gelykt wel een sprookje uit de „Arabi sche Nachtvertellingen”. In Batavia, Soerabaja en Menado (Jap. „Minato” is haven) waren velen hunner gevestigd. Opgenomen onder het Portugeesche garnizoen van Malakka, vochten zy, het .Jtatana” (zwaard) ln de, hand, tegen de Hollandsche belegeraars met zulk een roe- kelooeen moed alsof zy den dood zochten. Ge durende den meerdaagschen zeeslag aldaar (Oc tober 1606) vochten zy, volgens de Nederland sche verhalen, als ware duivels. In den wreeden kamp tegen de Engelschen op Ambon in 1619, stonden ze de' Portugeezen trouw ter zijde, ter wijl anderen tot versterking der Hollandsche troepen voor Banda waren geworven, op zyn Japansch gekleed en met pyi en boog gewa pend. In 1622 waren by den aanval der Neder landers op Macao van de 2000 man troepen er 900 Hollanders en 1100 Japanners en Maleierz. Ze werden met een verlies van de helft aan doo- dên en gewonden teruggeslagen. De Japanners hadden hun jonken met ka nonnen bewapend, naar het voorbeeld van de Hollanders en de Portugeezen, van wie ze ook het zeerooven hadden overgenomen. Dapper en tuk op avonturen kwamen ze tot ip de meest afgelegen streken van Zuid-Azië en van den Indlschen Archipel. „<ien hetzy klip ln zwavelbron nen te worden geworpen. In rijn „Geschiedenis van Japan” heeft Kaempfer deze verfoeilyke „plechtigheid” be schreven, waarby straat voor straat alle be woners, huis na huls, werden overgehaald hun voet op het crucifix te plaatsen om hun afkeer' te kennen te geven van het Christendom. In 1613 kwamen de Engelschen er onder Sarris en bleven van 1614 tot 1623 op Hirado, ln dienst van de London East-India Company, die, gesteund door een brief van koning Jacobus L van den Shogun de vrijheid had verkregen om handel te drijven in alle Japansche havens. De concurrentie met de Nederlandsch-Oost- Indlsche Compagnie konden zy echter niet vol houden. Hun Factory werd gesloten, na een verlies te hebben geleden van 480.000. Latere pogingen tot toelating mochten niet slagen; zy moesten wachten op ’de Tractaten in 1855, 1858 en later gesloten. Ook de Franschen wer den nog in 1849. onder admiraal Cécile, ge dwongen onverrichterzake weer het ruime sop te kiezen. kurkdroog, met sagoblaren dak brandt goed, 'n Stuk of wat spykers, ’n paar raamhengsels, een of twee deursloten was al het metaal dat er ln was, voor de rest alles eerste brandstof. Toen ik het hoorde stond het schreien me nader dan het lachen! Alleen vanwege de onkosten! Moet weer opnieuw gebouwd worden. Het huis had historischen naam kunnen krijgen, nJ. als *t huls waar Mgr. T. van Valenberg eenige dagen beeft doorgebracht! *t Is wel even een opluch ting te schatten hoeveel honderden „wandjes" in het vuur geknapt zyn. Dat de inboedel „niet veel soeps” was. Dat alleen een paar oude paramenten in de kapel verteerd zyn, maar toch: ik zit met de gebakken peren! Die bacil len, microben, cocci, parasieten treiteren me meer en langer dan ik dacht en nu komen ze nog met ’n brandje op je, dak! Aannemen meneer, niks gn te doen. Hier en daar hoor je op Borneo ’n sage van een heel-in-de-oudheid brand, toen alles in vqur opging. Zoo is het volgende Onder myn Dajaks ’n bitter-uur-praatje. *t Was heet, snikheet! Onze gewone hulstem- peratuur overdag is 90 A 94 gr. F. Avonds tegen het slaapuur altyd ver in de zeventig. De allerlaagste temp, die Ik de laatste dorijn jaren heb meegemaakt was 68 gr. en dat maar ééns. Gewooniyk niet onder 70 en niet boven 100! Wel ’t was snikheet. De -lucht hing te trillen, wekenlang was geen regen gevallen. De Dajakkers lagen den meeaten tyd in de rivieren die meer en meer droogden. Visch werd met de hand, zóó maar, gevangen. Vele menschen stierven van de hitte. De kalksteenen bergen Weerkaatsten de zengende zonnestralen. *t Was niet te hardenEn toen kwam de bliksem. Brandi! brand! Alle huizen, alle booman, alle alle dieren en vogels, ja alle menschen op hemelland werden een prooi van het vuur. live twee kleine kinder*: een jongetje liske. Tirigu was haar naam, de zijne schiet me op het oogenbllk niet te binnen. Zy vluchtten ln een diepe grot van een kalk berg. Daar bleven zy gespaard. Kalkbergen zyn talrijk op Borneo, alle met prachtige grotten en gangen en kamers, waarin de zwaluw haar nesten bouwt, de welbekende eetbare vogel nestjes. Een duur, maar flauw gerecht. Toen de kinderen zich bulten "waagden zagen ze het heele landschep zwart-gebrand liggen. Boomen stonden verkoold rechtop, hun doode takken teekenden zich scherp af tegen den zwak-blauwen hemel. Hun huis was verbrand. Slechts wat doorgebrande palen en uitgebran de rommel toonden de plaats. Hier en daar verbrande menscheniyken. Ze waren bang de twee kleintjes. Ze snuffelden wat rond ny en dan, doch leefden ln de grot. Ze speerden visch en aten die. Vuur maken konden ze niet. Alle padie, alle boschblaren, allé sagobootnen waren verbrand. Rauwe visch was alles dat ze hadden. Daar kwam een kraal aangevlogen. De kinder* vroegen hem rond te vliegen om te zien waar menschen woonden, dan kimden ae daarheen gaan. De gedienstige kraai vloog rond in grooter en wyder cirkels en toen-ie terug kwam kraste-ie: „nkak, nkak, knjap awang”: kraai, kraal, geen ziel te zien. Vele dagen gingen voorby. De kinder* waren steeds by elkaar. Plotseling stond een vrouw voor hen. Ze werden bang, doch de vrouw ael: „Weest maar niet bang. Heb je geen mat voor me?” Een blezen mat werd uit de grot gehaald, waarop de oude tante ging zitten. Zy was Priteng: ,*n baker, *n kindermeisje enz. „Vang me *n penchek *n schildpad". De kinderen gingen samen naar de rivier en vingen er een. Ze brachten die naar opoe. ,Kook em”. De kinderen antwoordden: „Maar we hebben geen vuur”. De oude vrouw: „VrAag me om vuur!” Ze vroegen en daar waren een paar takken die vlamden. Een heele 1 takjes wery verzameld en vuur was er. schildpad werd in de asch geroosterd. „Hebben jullie geen rijst?” vroeg tante toen. „Neen, niks”. „Vraag my om rijst!” Ze vroegen. De vrouw antwoordde „haal me *n gong en begin te trommelen!” De kinderen haalden *n gong en begonnen er lekker op los te slaan. De vrouw begon te dansen en goudgele padie viel waar zy danste. Zoo kwam de padie weer op aarde. .Bereid wat rijetr set da wonderbare. Wat e thans 81-jarige multi-millionnair John 1 G. Hardin heeft besloten even arm te sterven, al* toen hy ter wereld kwam. En dat wil heel wat zeggen, want Hardln werl in een tent aan den oever van de Red River ge boren. zyn ouders, reizende kooplieden, waren zóó arm, dat zy geen geld hadden om kleertjes voor den zuigeling te koopen. Zy moesten hem in een paardendeken wikkelen. Dat Hardin in latere jaren millionnair gewor den is, is niet zoozeer het gevolg van zijn be kwaamheden, doch veel meer van het geluk, dat hem het geld als het ware ln den schoot wierp. Na in zyn Jonge Jaren cowboy geweest te zyn, vestigde hy zich later al* farmer in Texas en zwoegde van den vroegen morgen tot dm laten avond om in zyn levensonderhoud te kunnen voorzien. Totdat men op zekeren dag op zyn boerderij petroleum ontdekte. Vanaf dit moment was het fortuin van Hardln ge maakt. Spoedig stond hy aan het hoofd van zes mlllloen dollar, zyn huweiyk bleef kinder loos, zyn vrouw stierf en Hardln bleef een te ruggetrokken leven lijden. Te Dallas Het hy zich een villa bouwen. In den tuin van deze villa verbouwde Hardin zelf groente en vruchten. In de buitenwereld Bet N zich zelden zien. Dezer dagen, toen Hardin 81 jaar geworden was, bracht hy de heele streek ln opschudding door zyn verklaring, dat hy net zoo aria wilde sterven, als toen hy begon. Te dien einde schonk hy vyf mlllloen dollar voor den boww van ziekenhuizen en scholen in den Staat Texas. Toen kondigde hy aan, dat hy zijn laat ste mlllloen onder de arme* menschen verdee- len wilde. De menschen moesten ln Texas ge boren zyn, en aldaar nog verbiyf houden. Voor hem «elf wilde hy niet meer behouden dan een met zyn bek vol zaden, die hy liet vallen vlak by de kinderen. Zoo kwam Borneo weer te groenen eq alles dat er groeit kwam van Java! De twee kleinen groeiden op, de eenlgzte menschjes op Borneo. Hun oudste zoon heette Adam. Met zoo’n verhaal kunnen ze uren en uren zoet zyn. Als de verteller goed is, wat fantade heeft, kan X uitgewerkt worden tot een ein- delooze duizend en één nacht.... J. STAAL havens werden gesloten, alle Europeesche boe ken geweerd, allen vreemdelingen de toegang tot het land ontzegd, behalve de enkele reeds genoemde uitzonderingen. lyemitsu, die het spionneerstelsel tot het uiterste dreef, meende alle Europeanen te kun nen missen, maar om redenen van staatkun dig beleid verbrak hy de banden, die Japan aan Nederland bonden, niet. Het was, zooals hy aan Lemaire, den vertegenwoordiger der Oost- Indlsche Compagnie, verklaarde „van /Weinig belang voor zyn ryk of vreemdelingen er kwa- - - men om handel te drijven of wegbleven", om- eD al af gebrand. Zoon bamboe en houten huls dat er geen dringende behoefte was aan buiten- landsche artikelen. De ontwikkeling der nationale industrie werd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 12