A
Uit de missie op Borneo
iV
-V
'a'
Jfc 1
L
J
Brand! Brand!
I
r
I
Een korte operatie
Eén millionnair, die
arm sterven wil
TO
r Tis
i
"Si
r.
/apanschs tooneeUpeter»
/apawcAe a/poden Ojn. vertoornd en vragen talrijke ojjjtr»
t
HET ENGELAND VAN
AZIË
I M J
w .«a
o
'r
.0
V
ET
J*
1
=3
d
ge1
Tempellantaams aan een Japanschen meer oever
d
nu
1
Allen t
en een
Als poppen zien de kleine Japannertje»
eruit, die zich hierin het zonnetje baden
Zakenlieden, die in het land van de rijzende zon reclame willen maken, laten groot»
plakkaten langs de straten dragen, waarbij een paukenist en een trommelslager
pogen de aandacht op de biljetten te vestigen
-rr ort geleden kwamen er slechte be rich
ly ten uit mijn missie. Een huis waar ik *n
jenr w zes gewoond had, waar ik eigen
handig de kapel had gebouwd; dat nu sinds
eenige jaren buitenstatie van me was, is geheel
D
gen
enk
1
sic
gei
gei
4O.i
te
den
Het
De
Avila
lieten
trein
veld i
Med
rechte
Aan b
ook d
genom
geslag.
stukke
*t)n ge
De ins
gei
Voorts
*tai
vliet
boer
te d
hen
krat
Se
Mar
driei
voor
v
r!
,hun-
'llefde,
vol-
Ne-
hetzy
ont-
Ee
klaa:
maal
Ht
Unite
aan»
ma cl
Spaa
den,
legio
De
en oi
seert
achai
De
vecht
ren 1
Het
de ge
gefus
Aai
geen
ten v
van
fort
regeei
Se bas
teren
den 1
Eenigi
Catali
kotnei
Het
Spanje
meerer
Sarmei
l«0 v
gekomi
stijgen. Spaansche en Portugeesche kooplieden
volgden hem heel spoedig en na de komst in
1549 van den H. Franciscus Xaverius, die zich
den naam verwierf van Apostel van Japan,
die ook Oost-Indië had bezocht, volgden nog
vele missionarissen, die veel succes oogstten.
De heilige missie-apostel schreef ln een zijner
eerste brieven over het karakter der Japanners:
„Ik geloof niet dat er onder de barbaarsche
volken ee enkel wordt jgevonden, dat meer na
tuurlijke goedheid bezit dan dat van Japan.
Zij beschikken over een wonderbaariyke gevat
heid om te herkennen wat goed en eerlijk is
en zijn uiterst begeerlg om te leeren
De wreede Nobunaga (15341582) die duizen
den Boeddhistische monniken en tempels te
vuur en te zwaard verdelgde, had eerbied voor
de paters missionarissen, voor den moed,
ner overtuiging, voor hun broederiytrii
voor de fierheid van hun karakter en de trouw
tot in den dood aan hun geloof. Hy liet voor
de Jezuïeten kerken bouwen te Kyoto en te
Azuchl bij het Biwameer, benevens een semi-
ie reiziger Marco
iking lh de jaren
n een ziekenhui* te Dublin werd een klein
meisje gebracht, dat een open veiligheids
speld had ingeslikt. Na *n operatie die slechts
90 seconden duurde, had men bet voorwerp
verwijderd uit de keel van het kind.
71
l 5
narie. Oftgeveer één derde eeuw na hun komst
werd het aantal Christenen in Japen op
300.000 geschat. In 1573 werd Nagasaki zelfs
een christelijke stad. In deze haven kongen
de grootste schepen der Portugeezen ankeren
en zjj verkregen van Prins Omura een concessie
met recht van jurisdictie in deze stad, die
door hun handel en scheepvaart zeer welvarend
werd. Christenkerken werdén er gebouwd, soms
op het terrein van Boeddhistische tempels, die
daarvoor^ werden afgebroken.
werd door de prinsen van Omura,
Bungq en Arima een gezantschap naar Z. H.
Paus Oregorius XIII gezonden, die aan de
sociëteit van Jezus het recht schonk om in Ja
pan missiën op te richten.
Hideyoshi koesterde echter argwaan tegen de
christenen en vaardigde in 1587 een edict uit dat
aan alle vreemde godsdlenstleeraren, op straffe
des doods, beval binnen twintig dagen Japan
te verlaten. Verblijf en handel in de havens
bleef aan de Portugeezen veroorloofd, doch
men verbood hun, vreemde geestelijken mee te
brengen. Drie Jezuïeten en zes Franciscanen,
te Kyoto en Osaha in hechtenis genomen, wer
den in 1593 als de eerste Christen martelaren
te Nagasaki levend verbrand.
laten: het
vertrappen
apan is de spil waarom de politiek van het
Oosten draait. In steeds toenemende mate
komt het Rijk van de oude Samoerais
naar den voorgrond. Het is het land dat aan
gewezen is in den Stillen Oceaan de positie
in te nemen, die Engeland in het Westen had;
het land dat onze buurman in het gebied van
Australazië is; het land waarvan wij Neder
landers dus wel eens iets meer mogen weten.
E.. wie er reeds kennis mee maakte, zal zich
nog wel herinneren de uitingen van dit vroo-
U)k volk, dat zoo genoeglijk glijdt van feest
tot feest ter eere van zijn tallooze tempels en
góden en dat de oude zonnefeesten der Chinee-
sen wist om te werken tot blijde dagen voor zijn
aardig kroost. Wie, die in Japan gewoond heeft,
■iet niet voor zijn oogen weer die fijne poppen
van het meisjesfeest, zorgvuldig in rijen opge-
steld, of ziet niet weer die slanke karpers in de
blauwe lucht, ter eere van de kleine jongens,
sierlijk zwevend in den voorjaarswind? Wie
hoort niet weer het rhythmisch kloppen in de
tempels by het begeleiden van het gebed, of
■let de scharen niet weer dansend voortgaan
met der góden baldakijn
maandelijksche rente van honderd dollar. Voorts
heeft hij eén klein landhuisje gehuurd, wsar
hy tot aan het einde zijner dagen verblijf M1
houden.
ren in. benevens Chineesche producten, in
Japan zeer begeerd, maar niet te verkrijgen. Zij
waren dus voor dit land onmisbaar zoolang de
wereldhandel er nog voor toedeur kwam. Vol
gens von Siebold hadden de Jajxnnen in 1613
met niet minder dan zestien verschllle
ken handelsbetrekklngen aangeknoopt.
derlanders en de Engelschen trachtten in dit
tijdperk van groote handelsactlritelt de hegemo
nie der Spanjaarden en Portugeezen te bre
ken. Enkele tientallen jaren later bleven alleen
de Chlneezen, Koreanen en Nederlanders voor
Japan over. In 1809 zond Jan Pietersz. Coen
van uit Batavia een gezantschap naar den
keizer, dat minzaam werd ontvangen. Abra
ham van den Broek en Nicolaas Puyck, twee
Hollandsche kooplieden, ondernamen een tocht
naar Kyoto, waar de Shogun lyeyasu zetelde,
om hem een brief van Stadhouder Prins Mau-
rita te brengen, benevens vele geschenken.
De 1
«edege
stai
fch u
deel, <i
vreemd
van het eilandenrijk en de bloei der inheem-
sche nijverheid deed, door toenemende vraag,
o.a. die (nog heden zoo voorname) bron van
volksinkomen ontstaan: de teelt van zyde, vroe
ger een gewild importartlkel.
De'afzondering van vrijwel de geheele wereld
was voor Japan volkomen; het scheen geduren
de 23o jaren als gekristalliseerd.
Gedurende de middeleeuwen stonden de
Japanners bekend als goede scheepsbouwers en
koene zeevaarders, die wel eens vreedzamen
handel afwisselden met zeeroof, China, For
mosa, Korea, de Phllippynen, Cambodja en
ele eeuwen wist dch alleen de handel der
Chlneezen te handhaven, ofschoon
eens tijdens de Mingdynastie door China,
dan door Japan (in 885) en na de aanvallen
van Kublaï Khan in 1381 verboden. Hun handel
was echter gedurende de jaren 1543 tot 1586
door de concurrentie der Portugeezen van wei
nig beteekenis. terwijl hij. evenalc die der Ne
derlanders te Deshima, ondër beperkende be
palingen gedreven werd. De -wijk „Tojln
yashiki”, hun in Nagasaki aangewezen, was niet
veel beter dan een gevangenis. Hun schepen
werden aan een uiterst streng onderzoek onder
worpen en op hun goederen werd 60 pCt. in
voerrecht geheven. Met smokkelaars had men
geen genade. Evenals de Nederlanders kenden
de Chlneezen een Compagnie- en een privé-
handel en sü moesten alles levéren aan de
Japansche geldkamer „Kalsho”, die er groote
winsten uit haalde, noodlg om de verliezen
met den Nederlandschen handel geleden te
dekken. De Chlneezen voerden Europeesche wa-
Duiaenden en duizenden Clirlstenen. leden
der ..slechte sekte”, werden op de gruwelijkste
wijze en onder de meest verfijnde wreedheden
ter dood gebracht. Arima. bij Shimabara ge
legen, werd de plaats van een der meest tragi-
sehe gebeurtenissen gedurende deze ten deele
ook agrarische opstanden der zeventiende eeuw.
Van de 37.000 mannen, vrouwen en kinderen,
die voor den dood door het zwaard of den hon
ger gespaard bleven, werd aan niemand na
een beleg van 102 dagen en na de bestorming
op 14 April 1638 het leven gelaten. Neder-
landsche kanonnen onder Koekebakker deden
daarbij gedurende vijftien dagen dienst. Als
hoofd der Nederlandsche Factory te Hirado ge
lastte hem de Shogun, de generalissimus, een
schip te zenden „tot onderwerping der op
standelingen”. Koekebakker gehoorzaamde,
doch zond spoedig al zijn andere schepen weg.
om niet genoodzaakt te worden nog meer hulp
te verleenen. Door sommigen scherp veroor
deeld, verdedigt von Siebold in dezen den
ambtenaar der Oost-Indlsche Compagnie als
daartoe door nood gedwongen. Ook David
Murray erkent in zijn Story of Japalh. dat „the
help, wich the Dutch rendered in this siege,
exposed them to much vituperation, especially
from the Jesuit historians,” doch dat uit de krachtig bevorderd door die strenge afsluiting
brieven van Koekebakker duidelijk is geble-
ken, dat de Japanners geen hulp vroegen aan
de Nederlanders, doch alleen kanonnen en
tijczlijk de beschikking over het schip „de Rijp”.
Een jaar later werden de Nederlanders zelf van
Hirado verdreven.
Enkele Portugeezen, die in later jaren nog
beproefden te landen, werden onverbiddelijk
ter dood gebracht en evenmin slaagden andere
naties er in op den duur zich in Japan te
nestelen.
Reeds in 1596 was Hideyoshi de meenlng toe
gedaan. dat de Europeesche missionarissen fei
telijk spionnen waren
en in 1614 achtte lye
yasu zijn edict, waar,
door zij uit Japan wer
den verdreven, noodlg
voor de veiligheid van
het keizerrijk. De Ja
pansche christenen
werden aan de proef
van het efuml. dX het
vertrappen van het
Kruis onderworpen.
Hun werd de keus ge-
kruls
of
dood ondergaan,
laatste werd oocr de
overgroote meerderheid
gekozen, die met een
glimlach op het gelaat
en een loflied op de
lippen den marteldood
tegemoet ging.
door ophangen,
hoofden, kruisigen,
vierendeelen, levend
verbranden, in
put” hangen,
door van een
gloeiende
De Japanners, die nog nooit een ontploffings-
wapen hadden gezien, waren verbaasd overhet^-
lontgeweer der mHTUgëëzen. Het hoofd der
„zuidelijke barbaren” of Nambanjin leerden aan
de Japanners het gebruik van vuurwapenen en
schonk hun drie geweren met munitie, welke
naar den Daimyo Shlmazu Yoshihlsa werden
gebracht en door dezen aan den Shogun over-
geleverd. Deze harquebuses of vuurroeren wer
den weldra by duizenden nagemaakt en er was
'geen stad of dorp meer in het kelzerryk waar
deze vuurwapenen niet werden gevonden, zy
bleven in gebruik tot in het midden der vorige
eeuw, toen de reorganisatie van het leger meer
moderne 'geweren invoerde.
Pinto, op zyn reis naar Kagoshima, genas en
kele zieken, wat zyn invloed aan het hof deed
padie werd gehulst en de rijst gekookt Ze
hadden een reuzen maal: rijst met schildpad!
De kinderen vroegen nog veel meer. En sinds
vragen al hun afstammelingen en zyn barre
bedelaars, die je ooren van je kop vragen! Die
dienstbare geest verdween. Haar naam is een
byvoeglyk naamwoord, doch dat gaat ons te
ver. De kraai kwam weer eeils terug van Java,
Evenals Australië was Japan IA het midden
der vyftiende eeuw nog onbekend in het weste-
lyk halfrond van den aardbol; geen enkele
Europeaan had er ooft' voet aan wal gezet.
Met Korea én China was het Land der Ry-
■ende Zon rèeds sedert eeuwen in aanraking;
zelfs heeft het de Luchü- en Bonln-eilanden
eerst later ontdekt, evenals het eerst in de
zeventiende eeuw vasten voet kreeg op het
eiland Formosa.
In den loop zyner reeds zoo oude geschiede
nis had Japen byna nooit vrede gekend. Zyn
;eerste keizers hadden eeuwenlang tegen de
wilde oorspronkelyke bewoners van het land
moeten kampen en daarna voor de handhaving
van hun gezag.
De beroemde Veneti
Polo was aan het hof
dat Kublai Khan tevergeefs zyn Armada’s
(1247—1281) naar Kyushu had gezonden. Hy
kon eenige vage berichten naar zyn vaderland
■turen over dit geheimzinnige land. Vasco de
Gama was door den konlng van Portugal met
een vloot uitgezonden om zyn gebied uit te
breiden. Tengevolge van, een schipbreuk werd
het rijk van den Mikado in 1542 ontdekt door
een avonturier, Femam Mendez Pinto, byge-
naam-| de „konlng der leugenaars”. Hy werd er
door den Daimyo van Olta vrlendschappelyk
ontvangen en de Portugeezen knoopten er
hanrtelsbetrekkingen aan.
■■van de ruzende zon
Onze buurman in den Stillen Oceaan B r™2"
den van Mono, den Chef der Portugee
sche Factory te Hirado, waarin deze eén plan
voorstelde om het staatsbestuur omver te wer
pen en hulp vroeg van schepen en troepen om
dit uit te voeren. Aan Moro werd het dood
vonnis voltrokken en in 1637 en 1639 werden de
Portugeezen uit Japan verdreven. De Japan
ners deden afstand van alle .gelden nog van
de Portugeezen te vorderen, wat op 700.000 taels
of 2.750.000 werd geschat. Een soort van
schadevergoeding dus voor hun verbanning.
Een en ander ging gepaard met meedoogen-
looze verdrukking. Alle propaganda voor den
vreemden godsdienst werd ten strengste ver
boden en alle missionarissen werden uitgedre
ven. De Japanners koesterden gedurende lange
jaren voortdurend vrees voori de vreemdelin
gen, die allen onder den ban werden geplaatst,
terwyi alle havens van het geheele land wer
den gesloten, behalve Nagasaki, waar alleen de
Hollanders handel mochten drijven op Deshi
ma. Het ryk - werd voor iederen vreemdeling
gesloten, en den Japanners op straffe des doods
verboden hun land te verlaten. Geen enkel
Japansch schip mocht zich buitengaats be
geven. en edelman noch soldaat mocht op Des
hima iets koopen. „Alle vreemde schepen zul
len met hun lading worden verbrand, iedere
man aan boord zal worden gedood."
Als bewys van de godsdienstige onverdraag
zaamheid van den stadhouder diene deze pas
ra uit den bewusten brief:
..En om hen te belemmeren in al hun po
gingen. hoop ik dat Uwe Keizeriyke Majesteit
goede en zorgvuldige preventieve maatregelen
aal treffen tegen de Jezuïeten, die onder het
mom van godsdienstige heiligheid er naar stre
ven twist en partjjstryd en ten laatste burger
oorlog te brengen In Uw nobel Koninkrijk, door
verandering van religie. En dat alleen om door
elk middel hun doel te bereiken, dat zy nooit
op andere wyze zouden verkrijgen.”
Door krasse maatregelen werd ook de ..krui
sing van rassen” zooveel mogelQk voorkomen.
(Wat Duitschland dus op het oogenbllk wil
is dus niet nieuw en heeft zyn voorganger al
gehad ln Japan). „De Japanners” zoo heette
het van hoogerhand, „begeeren geen vermen
ging, teneinde te voorkomen dat zy in later
jaren zouden geregeerd worden door deze ge
slachten.” Alle Japansche vrouwen, die met
Portugeezen waren getrouwd, werden in 1636
met haar kroost naar Macao gedeporteerd. De
Hollanders en Engelschen. die ln hetzelfde
geval verkeerden, werden drie jaar later naar
Jacatra gestuurd. Zelfs Melchior van Sant-
voort, de patriarch der Westersche vreemde
lingen ln Japan, moest met zyn eega na een
verbiyf van 39 jaren naar Batavia eclipeeeren.
Geboorten uit gemengde huweiyken mochten
oo Deshima niet plaats vtoden. de bevalling
moest elders geschieden en de kinderen werdén
weggenomen om als volbloed Japanners te
worden opgevoed, of soms gedood.
Het land was zoodoende volkomen afgezon
derd voor alle Westersch verkeer uit angst voor
vreemde heerschappy. die den haat tegen de
Christenen had opgewekt, zooals hy ruim twee
eeuwen later zou dwingen tot de wederopen-
stelling voor het wereldverkeer en moderne
krijgstoerustingen. De Tokugawa Shogun dacht
er een oogenbllk over de Nederlanders te ver
bannen. doch hy kon hun hulp niet missen. De
adel was gewend geraakt aan de door hen
Ingevoerde producten en aan de Japansche ge
schutgieterij waren Nederlandsche artilleristen
verbonden. Doch voortaan waren alle huweiy
ken met Japansche vrouwen uitgesloten en
werd ten strengste «erboden „papen of derge-
lyken geschriften en beelden op den R.K gods
dienst betrekking hebbende” in te voeren. Alle
Siam zagen hun schepen .verschynen op de
kusten. De geschiedenis van een hunner avon
turiers, Yamada Nagamasa, die de legen van
den koning van Siam ter overwinning voerde,
diens dochter huwde en tot Regent werd be-
noemd, gelykt wel een sprookje uit de „Arabi
sche Nachtvertellingen”. In Batavia, Soerabaja
en Menado (Jap. „Minato” is haven) waren
velen hunner gevestigd. Opgenomen onder het
Portugeesche garnizoen van Malakka, vochten
zy, het .Jtatana” (zwaard) ln de, hand, tegen
de Hollandsche belegeraars met zulk een roe-
kelooeen moed alsof zy den dood zochten. Ge
durende den meerdaagschen zeeslag aldaar (Oc
tober 1606) vochten zy, volgens de Nederland
sche verhalen, als ware duivels. In den wreeden
kamp tegen de Engelschen op Ambon in 1619,
stonden ze de' Portugeezen trouw ter zijde, ter
wijl anderen tot versterking der Hollandsche
troepen voor Banda waren geworven, op zyn
Japansch gekleed en met pyi en boog gewa
pend. In 1622 waren by den aanval der Neder
landers op Macao van de 2000 man troepen er
900 Hollanders en 1100 Japanners en Maleierz.
Ze werden met een verlies van de helft aan doo-
dên en gewonden teruggeslagen.
De Japanners hadden hun jonken met ka
nonnen bewapend, naar het voorbeeld van de
Hollanders en de Portugeezen, van wie ze ook
het zeerooven hadden overgenomen.
Dapper en tuk op avonturen kwamen ze tot
ip de meest afgelegen streken van Zuid-Azië
en van den Indlschen Archipel.
„<ien
hetzy
klip ln
zwavelbron
nen te worden geworpen.
In rijn „Geschiedenis van Japan” heeft
Kaempfer deze verfoeilyke „plechtigheid” be
schreven, waarby straat voor straat alle be
woners, huis na huls, werden overgehaald hun
voet op het crucifix te plaatsen om hun afkeer'
te kennen te geven van het Christendom.
In 1613 kwamen de Engelschen er onder
Sarris en bleven van 1614 tot 1623 op Hirado,
ln dienst van de London East-India Company,
die, gesteund door een brief van koning Jacobus
L van den Shogun de vrijheid had verkregen
om handel te drijven in alle Japansche havens.
De concurrentie met de Nederlandsch-Oost-
Indlsche Compagnie konden zy echter niet vol
houden. Hun Factory werd gesloten, na een
verlies te hebben geleden van 480.000. Latere
pogingen tot toelating mochten niet slagen;
zy moesten wachten op ’de Tractaten in 1855,
1858 en later gesloten. Ook de Franschen wer
den nog in 1849. onder admiraal Cécile, ge
dwongen onverrichterzake weer het ruime sop
te kiezen.
kurkdroog, met sagoblaren dak brandt goed,
'n Stuk of wat spykers, ’n paar raamhengsels,
een of twee deursloten was al het metaal dat
er ln was, voor de rest alles eerste brandstof.
Toen ik het hoorde stond het schreien me nader
dan het lachen! Alleen vanwege de onkosten!
Moet weer opnieuw gebouwd worden. Het huis
had historischen naam kunnen krijgen, nJ. als *t
huls waar Mgr. T. van Valenberg eenige dagen
beeft doorgebracht! *t Is wel even een opluch
ting te schatten hoeveel honderden „wandjes"
in het vuur geknapt zyn. Dat de inboedel „niet
veel soeps” was. Dat alleen een paar oude
paramenten in de kapel verteerd zyn, maar
toch: ik zit met de gebakken peren! Die bacil
len, microben, cocci, parasieten treiteren me
meer en langer dan ik dacht en nu komen ze
nog met ’n brandje op je, dak! Aannemen
meneer, niks gn te doen.
Hier en daar hoor je op Borneo ’n sage van
een heel-in-de-oudheid brand, toen alles in
vqur opging. Zoo is het volgende Onder myn
Dajaks ’n bitter-uur-praatje.
*t Was heet, snikheet! Onze gewone hulstem-
peratuur overdag is 90 A 94 gr. F. Avonds
tegen het slaapuur altyd ver in de zeventig.
De allerlaagste temp, die Ik de laatste dorijn
jaren heb meegemaakt was 68 gr. en dat maar
ééns. Gewooniyk niet onder 70 en niet boven
100! Wel ’t was snikheet. De -lucht hing te
trillen, wekenlang was geen regen gevallen. De
Dajakkers lagen den meeaten tyd in de rivieren
die meer en meer droogden. Visch werd met
de hand, zóó maar, gevangen. Vele menschen
stierven van de hitte. De kalksteenen bergen
Weerkaatsten de zengende zonnestralen. *t Was
niet te hardenEn toen kwam de bliksem.
Brandi! brand! Alle huizen, alle booman, alle
alle dieren en vogels, ja alle menschen
op hemelland werden een prooi van het vuur.
live twee kleine kinder*: een jongetje
liske. Tirigu was haar naam, de zijne
schiet me op het oogenbllk niet te binnen.
Zy vluchtten ln een diepe grot van een kalk
berg. Daar bleven zy gespaard. Kalkbergen zyn
talrijk op Borneo, alle met prachtige grotten
en gangen en kamers, waarin de zwaluw haar
nesten bouwt, de welbekende eetbare vogel
nestjes. Een duur, maar flauw gerecht.
Toen de kinderen zich bulten "waagden zagen
ze het heele landschep zwart-gebrand liggen.
Boomen stonden verkoold rechtop, hun doode
takken teekenden zich scherp af tegen den
zwak-blauwen hemel. Hun huis was verbrand.
Slechts wat doorgebrande palen en uitgebran
de rommel toonden de plaats. Hier en daar
verbrande menscheniyken. Ze waren bang de
twee kleintjes. Ze snuffelden wat rond ny en
dan, doch leefden ln de grot. Ze speerden
visch en aten die. Vuur maken konden ze niet.
Alle padie, alle boschblaren, allé sagobootnen
waren verbrand. Rauwe visch was alles dat ze
hadden. Daar kwam een kraal aangevlogen.
De kinder* vroegen hem rond te vliegen om te
zien waar menschen woonden, dan kimden ae
daarheen gaan. De gedienstige kraai vloog rond
in grooter en wyder cirkels en toen-ie terug
kwam kraste-ie: „nkak, nkak, knjap awang”:
kraai, kraal, geen ziel te zien.
Vele dagen gingen voorby. De kinder* waren
steeds by elkaar. Plotseling stond een vrouw
voor hen. Ze werden bang, doch de vrouw ael:
„Weest maar niet bang. Heb je geen mat voor
me?” Een blezen mat werd uit de grot gehaald,
waarop de oude tante ging zitten. Zy was
Priteng: ,*n baker, *n kindermeisje enz. „Vang
me *n penchek *n schildpad".
De kinderen gingen samen naar de rivier en
vingen er een. Ze brachten die naar opoe.
,Kook em”. De kinderen antwoordden: „Maar
we hebben geen vuur”. De oude vrouw: „VrAag
me om vuur!” Ze vroegen en daar waren
een paar takken die vlamden. Een heele 1
takjes wery verzameld en vuur was er.
schildpad werd in de asch geroosterd. „Hebben
jullie geen rijst?” vroeg tante toen. „Neen,
niks”. „Vraag my om rijst!” Ze vroegen. De
vrouw antwoordde „haal me *n gong en begin
te trommelen!” De kinderen haalden *n gong
en begonnen er lekker op los te slaan. De vrouw
begon te dansen en goudgele padie viel waar
zy danste. Zoo kwam de padie weer op aarde.
.Bereid wat rijetr set da wonderbare. Wat
e thans 81-jarige multi-millionnair John
1 G. Hardin heeft besloten even arm te
sterven, al* toen hy ter wereld kwam.
En dat wil heel wat zeggen, want Hardln werl
in een tent aan den oever van de Red River ge
boren. zyn ouders, reizende kooplieden, waren
zóó arm, dat zy geen geld hadden om kleertjes
voor den zuigeling te koopen. Zy moesten hem
in een paardendeken wikkelen.
Dat Hardin in latere jaren millionnair gewor
den is, is niet zoozeer het gevolg van zijn be
kwaamheden, doch veel meer van het geluk, dat
hem het geld als het ware ln den schoot wierp.
Na in zyn Jonge Jaren cowboy geweest te
zyn, vestigde hy zich later al* farmer in Texas
en zwoegde van den vroegen morgen tot dm
laten avond om in zyn levensonderhoud te
kunnen voorzien. Totdat men op zekeren dag
op zyn boerderij petroleum ontdekte. Vanaf
dit moment was het fortuin van Hardln ge
maakt. Spoedig stond hy aan het hoofd van
zes mlllloen dollar, zyn huweiyk bleef kinder
loos, zyn vrouw stierf en Hardln bleef een te
ruggetrokken leven lijden.
Te Dallas Het hy zich een villa bouwen. In
den tuin van deze villa verbouwde Hardin zelf
groente en vruchten. In de buitenwereld Bet N
zich zelden zien.
Dezer dagen, toen Hardin 81 jaar geworden
was, bracht hy de heele streek ln opschudding
door zyn verklaring, dat hy net zoo aria wilde
sterven, als toen hy begon. Te dien einde
schonk hy vyf mlllloen dollar voor den boww
van ziekenhuizen en scholen in den Staat
Texas. Toen kondigde hy aan, dat hy zijn laat
ste mlllloen onder de arme* menschen verdee-
len wilde. De menschen moesten ln Texas ge
boren zyn, en aldaar nog verbiyf houden. Voor
hem «elf wilde hy niet meer behouden dan een
met zyn bek vol zaden, die hy liet vallen vlak
by de kinderen. Zoo kwam Borneo weer te
groenen eq alles dat er groeit kwam van Java!
De twee kleinen groeiden op, de eenlgzte
menschjes op Borneo. Hun oudste zoon heette
Adam.
Met zoo’n verhaal kunnen ze uren en uren
zoet zyn. Als de verteller goed is, wat fantade
heeft, kan X uitgewerkt worden tot een ein-
delooze duizend en één nacht....
J. STAAL
havens werden gesloten, alle Europeesche boe
ken geweerd, allen vreemdelingen de toegang
tot het land ontzegd, behalve de enkele reeds
genoemde uitzonderingen.
lyemitsu, die het spionneerstelsel tot het
uiterste dreef, meende alle Europeanen te kun
nen missen, maar om redenen van staatkun
dig beleid verbrak hy de banden, die Japan
aan Nederland bonden, niet. Het was, zooals hy
aan Lemaire, den vertegenwoordiger der Oost-
Indlsche Compagnie, verklaarde „van /Weinig
belang voor zyn ryk of vreemdelingen er kwa- - -
men om handel te drijven of wegbleven", om- eD al af gebrand. Zoon bamboe en houten huls
dat er geen dringende behoefte was aan buiten-
landsche artikelen.
De ontwikkeling der nationale industrie werd