V
Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind
I
Kaïro, een stad van Moskeeën
11
^Cctw^Aaal wui den dag
J
F 250.-
F750.
ALLEABONNÉ’S
M.
Zigeunerinnetje
D-
OOSTERSCHE SFEER
RUSSISCHE VACANTE
Fanr
De Bonte Tocht
zrDiiBiHiiiiiiiniM
KAMPIOENEN umnmmiu
lllllllll
-
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1936
1
j
Knolrapen
l
G
Op H. Landstichting
Grazia Deledda f
Illusies te verliezen
In
T
•4
nu-w
irlle* van een hand,
voet
Beelden uit Duizend-*
en-één-Nacht
npiademenschen
in het vaderland.
DOOR ANNY VON PANHUIS
Attlee, het hoofd der Engeleche
Labourparty in het land
der Sovjets
De Ahzar, het godsdienstig en
wetenschappelijk middelpunt
van de Mohammedaanse he
wereld
De dezer dagen overleden ttaliaansche
schrijfster Grazia Deledda, winnares
tvan den Nobelprijs voor litteratuur
op dit blad agn Ingevolge de vereekeringsvoorwaarden tegen h' 7f%(l re bU „levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 750.-
I ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen -T uJU o verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen <JxJe doodelij]fen afloop
"aangifte MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Inmm
232
ro -°p
ont
wen.”
E
Tóch niet uit 't gewone doen,
tan
HERMAN KRAMER
voorwi
maakte aanstalten
Dr W. THEVNI88EN
Mr. Wells tot dtm
oog
of - een
ernst*.
(Wordt vervolgd.)
i
bij
een
vooi
bet
kwa
neg
toui
Obdam.
nmuiiiiiii
mijn geheim
hebt zooveel
LASK1
tesker—
gambiet
dan geil
Botwlnni
meerder!
beter st<
echter z<
manoeuvi
es in al
kanten
met den
in staat
een' blut
Botwlnnll
rullen. In
Ree<
er toe
ran t
stonde
den st
bet al
naar
Aljechl
Dr.
in de
groote
de ex-
lachje
den ee
begon.
Reed
dat hi<
aangesi
zield m
die in
nlng e
derotn
ondank
met de
kamploi
blokkad
cies zoo
voort. k
rrakkei
kansen
konings
met sUr
daarna
stond e
val en
heeft d
Aljechln
slotte n
dat de
Kloksl
derotn i
speelde
MUkbaai
had opg
gunstige
loop wa
menigte
stonden,
eindspel,
pion op
De pai
De par
de stelllr
Aljecnl
n. t>. g«
Eu we
graag lets met U be
moeder over spreek;
daar we zoo teruggetrokken leven, heb Ik nie
mand dan u, met wie ik eens van gedachten
kan wisselen."
Op *n holletje was Tuimeltje naar de andere kabouters ge-
loopen, die nog altijd in hel bpech bezig waren met het be
schermen van jonge plantjes. Kruimeltje alt gevangen, hjjg-
de Tuimeltje, kom allemaal mee, anders vermoorden ze hem,
en de andere kaboutertjes, die wel sagen, dat het geen grapje
was, namen hun gereedschap én volgden hem.
Ik zal de andere kaboutertjes gaan halen, was het gezegde
van Tulmcitje en mulat ie het groote raam openg'schoven
had en op de vensterbank allerhande gekke gezichten tegen
Kruimeltje had getrokken, was ie verdwenen. Nu bleven de
vogel en Kruimeltje weer alleen achter, maar ze vertrouwden
op hun vriend en wachtten geduldig tot hij weer op kwam
dagen.
de koopman voor zijn winkel
misschien juist een verkoop te
2.-i
de Waarde in handen speelde
wilde ópstaan. Malte Dittbom wilde
blijkbaar, zonder te vermoeden hoe hij
martelde, gaan vertellen van zijn liefde
het schreven
begon de gek
drui^p.
de ze, ,.me-
'aarschljnlljk
veel beter kunnen begrijpen en raden."
HIJ schudde levendig het hoofd en verheugde
zich heimelijk over Josefa’s plotselinge onge
wone bleekheid en het smartelijke, sla ver
starde lachje om haar kleinen mond, dat wel
sprekender was dan duizend woorden.
Met een warm overstroomend geluksgevoel
In het hart zag Malta Dlttborn in, dat de
hardhoorende oude Ueee hem een weg gewe
zen had, dien hij anders misschien nooit had
Mr. Attlee, de leider der Oppositie en het
hoofd der Labour Party, brengt sUn vacantie
In Rusland door. Men neemt in de laatste
jaren een opvallende neiging bg bet Engelsche
publiek waar, vacantieultstapjes te maken
naar'landen, die onder een geheel ander re
giem leven dan Engeland. De meesten keeren
teleurgesteld terug, daar slechts weinigen in
de gelegenheid zijn iets anders van het „re-
By de
telyken
Heer I
Buys
Zueter 1
mille. v<
&v!
noot» ei
AGATI
een geheim juffrouw Burger," ging hjj onver- durven betreden. Er was voer hem geen twijfel
stoorbaar verder, .Ik zou
praten vóór ik er mijn
moest trouwen omdat u niet van me hield." be
gon hg zonder eenlgen overgang.
Joeefa verschoot van kleur en het trilde om
haar mond. Daar had je het nu, het ging inder
daad over de domme vragen van de oude vrouw.
„Liese Schneider hoort erg slecht," ging Malte
voort, „re had begrepen dat wg belden met
elkaar wilden trouwen, en toen ze daarna van
u hoorde dat u niets voor mij voelde, meende
ze mU te moeten waarschuwen."
het oudje is verschrikkelijk hardhoo-
rend. en beeft alles wat ik haar aan bet ver
stand trachtte te brengen, verkeerd begrepen."
Josefa dwong zich tot een glimlachje en daarbij
dacht se: wat wil hij nu toch in vredesnaam
nog van mijl
Ze zat verward en doodongelukkig op haar
stoel en was het liefst de kamer uitgehold.
De man liet geen oog van haar af.
„De goede oude ziel heeft een hopelooze ver-
giem" te zien dan de gebalde vuist van Moskou
en de uitgestrekte hand van Berlijn, en zoowel
*t een als 't ander doet den Engelschman on
uitsprekelijk stupide aan. zg zijn teleurge
steld op dezelfde manier als de Europeaan,
die een boottocht naar de Middellandsche Zee
maakt, en eenlge uren te Algiers aan wal blijft
om Afrika even te leeren kennen. Zjj zien dan
een moderne Franacbe stad, die iets minder
Afrlkaansch is dan Marseille. Zjj keeren huis
waarts in de overtuiging dat Livingstone en
Stanley humbugs waren. Een soortgelijke ont
goocheling is *t loon van de meesren dergenen
die dictatoriaal geregeerde lander. bezoeken.
Mr. Attlee evenwel neemt een positie in, die
hem in staat aal stellen veel te zien van dat
gene wat voor gewone bezoekers verborgen
blijft. Ongetwijfeld zal hjj niet meer te zien
krijgen dan wat HJn gastbeeren hem willen
toonen, maar selfs hiernaar zou menig toerist
hunkeren. Gevaar dat hjj als overtuigd com
munist naar Engeland zal terugkeeren, bestaat
moer: dit ongerepte meisjeshart sloeg voor hem,
en voor hem alleen.
De gedachte dat zg hem zou kunnen liefheb
ben, overweldigde hem bijna. Sedert zjj op
Dlttborn woonde, was do toekomst, die hem
Te Rome overleed dezer dagen de bekende
schrijfster Grazia Deledda, die in 1928 den No.
belprtfs voor litteratuur heeft geronnen. ZU
werd geboren in September 1875 te Nuoro in
Sardinië. Hier bezocht zij de dorpsschool, waar
aan ze zelf later als onderwijzeres werkzaam
zou zjjn. Tot haar twintigste Jaar had ze nooit
een stad bezocht. Toen ze, voor het eerst te Cag
liari, de hoofdstad van Sardinië verbleef en daar-
de opvoering van een opera bgwoonde, ging de
wereld der kunst voor haar open. In 1900 trouw
de zjj met een ambtenaar van het Departement
van Oorlog en vestigde zich met haren echt
genoot, Madesani gebeeten, te Rome. Haar
werken beelden in het algemeen het Sardini-
sche volksleven uit in een eenvoudige, realisti
sche, maar toch dichterlijke wedergave. Niet al
wat Grazlna Deledda schreef is voor ieder ge
schikt. Vele harer werken zijn in het Neder-
landsch vertaal^.
narets om den oproep tot gebed over de stad uit
te zingen: „Allah. Akbar". God is groot; ik ge
tuig, dat er geen God is dan God; ik getuig,
dat Mohammed de gezant is van God; komt toe
het gebed; komt tot het heil; God is groot; er
Js geen God dan God.” De Moslems ontschoeien
zich dan en knielen op de heilige matten der
moskeeën, in de richting van Mekka. En wie
niet in de moskee kan gaan, spreidt zijn kleed
en bidt, waar hjj zich bevindt. Zoo de land
man op het veld; zoo de schipper op zjjn schip
op den N1J1; zoo
in den bazar, rtl
hebben gesloten, die hem liet tienvoudige van
Hjj legde zijn gekruiste armen op de leuning
van- een stoel, die tegenover dien van Josefa
storrd, en bleef in die houding staan, zjjn blik
onafgebroken gericht op het meisje, dat vóór
hem zat.
„Ik houd nJ. van iemand een ware schoon
heid, die misschien heelemaal geen oog heeft
voor een saaien, in zich zelf gekeerden kluize
naar als ik.”
Josefa
haar
haar
voor een andere!
Daartegen voelde zjj zich niet bestand.
„Mijnheer von Dittbom, ik geloof niet oat
ik de aangewezen persoon ben voor zulke ver-
trouwelljke mededeelingen," stamelde ze, ,im-
vrouw uw moeder zou u daarin waarschijnlijk
warring aangericht,” ging hij voort, „maar dat
hindert verder niets, daar wij, de beide hoofd
personen, immers weten, dat we niet van elkaar
houden en dat is toch het voornaamste, is ’t
niet. Juffrouw Burger?"
„Ja, dat is het voornaamste," herhaalde ze,
en het was haar of een Ijskoude hand haar
hart omknelde.
„Ik zou u graag deelgenoote willen maken van
Maar de grootste sportprestatie
Wordt nu nog van hen verwacht:
Niemand worde door die hulde
Uit zijn evenwicht gebracht.
Jongens, meisjes, ook al ben je
Nu met lauweren getooid
Die we je van harte gunnen
Och, vergeet toch één ding nooit;
Zooveel andere Nederlanders
Die presteerden heusch nog meer.
Ook al liep ’t niet in de gaten.
Bracht men hun niet zulk een eer.
Heusch, we hebben zóó’n waardeering
Voor de ware, faire sport.
Dat we ’t jammer zouden vinden
Als 't succes bedorven wordt.
op commando vlbreeren en kan Het nog niet *n
tikje meer var binnen uit? Verdient Eva de
ouae bedoel ik niet een lichter costuum?;
tegenover het feilloos spel van Satan met den
appel doen Eva en Adam hier wat zwaar, wat
ml. aan hun costumeerlng gelegen is. Beslist,
uit die finale kan nog veel meer gehaald wor
den Maar dank voor dat festijn van gewaden,
voor die mengeling van kleuren, voor dat
korenspel dat bindend werkte ten opclchte van
de indivldueele spelers. Kortom: oX is dit het
beste massaspel en tot nu toe de beste regie.
Deze was van Anton Sweers.
Allen belangstellenden zjj ggwezen op de
tweede uitvoering op Zondag 23 Augustus, aan
vangend om 2 tl. 30 op den „SSonsberg”, H.
Land Stichting.
er niet. Hjj is een van die oer-degelljke, door-
en-door fatsoenlijke socialisten, ale van ’na
ture volkomen onbevattelijk zijn voor elk ex
tremisme. Men kan zich voorstellen dat Mr.
Winston Churchill, de conservatieve imperia
list, na een bezoek aan Rusland een commu
nistisch imperialist wordt. Mr. Attlee daaren
tegen zal zjjn leven lang gematigd-liberaal, wf)
bedoelen socialist blijven.
De Bovjet-regeerlng is niet meer zoo tuk als
vroeger op bezoeken van voorname Engel-
sche socialisten. Er was een tijd dat 4J hiér
van propagandistische vruchten verwachtte
maar, de meeste bezoekers hadden voor hyn
Russische reis meer bewondering voor de bols
jewistische experimenten d«tr daarna, toen zg
se hadden leeren kennen. Een van de weinige
bekende Engelschen, die werkelijk geestdriftig igtf
uit Moskou terugkeerden, was Lord Lothian,
die Rusland in 1931 bezocht. Hjj noemde het
geen daar gebeurde „de reusachtlgs*^ en held:
heftigste proefneming die ooit in de geschieS
denis gedaan is.” Lord Lothian evenwel is niet
socialist,’- doch liberaal. Bovendien bleek hij.
toen hij enkele Jaren later een bezoek aan
Berlijn bracht, een niet minder vurig bewon
deraar van Hitler te zijn. Hjj is dus wel een
man van zeer liberale beginselen.
Bjj de Engelsche socialisten daarentegen
kwam Rusland er meestal slecht af. De wgs-
geerige Lord Paaafleld (beter bekend als Sidney
Webb) verklaarde in 1932, dat Rusland geen
prettig land was om in te leven, en hierbij
doelde hg klaarbigkelUk niet op het klimaat
De beroemde vakvereenlglngsleider Sir Wal
ter Citrine, wiens Russische reis het vorige
Jaar veel pennen in beweging bracht, moest
erkennen dat de levensstandaard in het 8ov-
JetparadUs nog een flink eind beneden dien der
meeste andere landen was.
Het socialistische parlementslid Joseph Too
le vatte in 1930 zgn voornaamste Indrukken
samen in de woorden: „Hongersnood en ellen
de zgn de voornaamste kenmerken van bet
land.”
En H. G. Wells, die eveneens socialist
maakte na zgn bezoek aan Rusland de buten
de opmerking, dat er een 5-jaren-plan uitge
vonden moest worden voor de reconstructie
van het menscheigk brein. Het geestes-appa-
raat, waarmee wjj t thans stellen zelde hg
ontbeert bigkbaar heel wat, dat noodzakeigk
is voor een volmaakte maatschappelijke orde.”
Niet prettig voor de Sovjet-leiders dat juist
een bezoek aan hun land Mr. Wells tot deze
uitspraak inspireerde. i
Wg zgn benieuwd naar de bevindingen van
Mr. Attlee. Hg heeft waarschgnl’ k weinig il
lusies te verliezen, en wanneer hg er zuinig
op geweest was, had Wj beter gedaan met
thuis te bigven.
een rauwe knolraap geproefd hebt, kun je je
niet voorstellen, hoe vreeseigk mg dit tegen
stond.
De man zag het ontsteld gezicht, dat ik zet
te. ..Het is een heerigke vrucht; kom schiet een
beetje op” en onheilspellend zwaaide hg het
mes door de lucht.
Geen moment hield hg zgn oogen van md
af, terwijl hU zei: „Je hebt zeker een copieus
ontbUt gehad, maar eten zal Je.”
Ik _kaL? tnew,:, ik heb
geen he^^g^,
„Ik ben b^zlg een boek aan
over het nut van knolrapen.”
weer, „de knolraap is heerigker dan
en voedzamer dan melk en eieren."
Ik wilde schreeuwen, maar ik kon niet, hst
was alsof mUn keel dichtgeschroefd was en Ik
zag niets anders dan het mes, -dat de gek in
zgn hand hield.
Opeens werd de gek kalmer en hg stak het
mes in zgn zak.
Steelsgewgs keek ik uit het raampje en zag,
dat de hel plaats gemaakt had voor huizen.
Den hemel zg dank; er was redding nabg.
Ik beefde, toen de man opstond. Hg nam zgn
wandelstok uit het net, liet met een slag het
portierraampje zakken,
om het portier te open
De trein stoomde het station binnen. De man
opende den coupé, dan keerde hg zich tot mg
en zei op volmaakt kalmen, doch eenlgsztas
spottenden toon: .Mevrouw, ik dank u welvoer
uw welwillendheid. Door het opeten van die
knolraap heeft u mg in gtaat gesteld een wed
denschap van 25 gulden te winnen. Nogmaals
mijn hartelgken dank en gaarne tot weder
dienst bereid."
En voor de trein stilstond, was hg het per
ron opgevlogen en in de menigte verdwenen.
•Jfu snap je wel, dat ik sindsdien .Knol
rapen" voorgoed heb tegengegeten.”
volkomen veranderd. Hg zag er
bijna somber uit.
,Moe komt u Juist op de gedachte, dat éeu
dame
Ze stotterde iets, toen raapte ae al haar
moed bg elkaar. Ze moest hem toch ant
woord geven en zoo bracht ze dan verwart,
aonder zelf goed te weten wat se zei, uit,
mevrouw von Grettenau haar toch zelf over haar
liefde voor den kasteelheer had gesproken.
„Wur hebt u die dame ontmoet?” vroeg M.
het voorhoofd fronsend, „wg. mgn moeder en
ik, wenschen volstrekt niet, dat iemand o>e
onder ons dak woont, omgang heeft met boro-
nesse Grettenau..**
zgn verachting voor de mooie PoobAe
vlamde opnieuw in hem op en gaf aan
woorden en toon een niet-bedoelde scherpte.
Joeefa schrok.
En de heftigheid van den man tegenov»
haar ontwrong haar een antwoord, dat
hem, wanneer ze rustiger was geweest, noo»
gegeven zou hebben. Met een donkeren bios
en glinsterende oogen zei ze, hem, in
halfbewust zoeken naar verweer, hoe ze zien
allerminst uit vrijen wil met mevrouw Grette
nau onderhouden had, hoe deze haar in oe
boach als het ware overvallen had en haar me
behulp van haar reusaehtlgen dog had gedwon
gen, beleedlgingen aan te hooien.
getuigd op haar eerste nationale congres. Dut
meer dan 10.000 Jonge werklieden met eigen
standsbewustzgn, met ’n sterken wil naar zelf
standigheid, in een speciale organisatie gegroe
peerd, komen getuigen, hóé zg als overtuigd
Katholiek hun taak tegenover net leven willen
verhullen, elscht ieders belangstelling op. Dat
zg verder die getuigenis afleggen in zulk een
w« uo. .n.uuaauur feeststemming en daverende geestdrift en
De „muezzin" klommen op de trappen der mi- dat ge*n“lns oppervlakkige mentaliteit
- - aan den dag treedt, getuigt van aller geloof en
vertrouwen in de doelstelling der Katholieke
J.W.-beweging. Het J.W.-gebed door al die dui
zenden Jonge kerels gebeden, rondom hun Bis
schoppen geschaard, bg het meest schitterende
weer op onsen prachtlgen Sionsberg vóór de
in aanbouw zgnde basiliek, sloeg vonken wak
ker van diepe orftroering. Tot die ontroering
en dat enthousiasme droeg in niet geringe mate
de massa-opvoering bg van het J.W.-spel ,JJe
Bonte Tocht", eën spel met zóóveel facetten en
zuike wgdc perspectieven, dat het ondoenbaar
is om op alles in te gaan. Het spel, vervaardigd
door B. Verhoeven en F. van Oldenburg Krm-
ke. beduidt de pelgrimage van Gods kinderen,
dochters on zonen van t Licht, den dooltocht
door bet leven, den zlelegang van licht naar
licht, van wit tot wit, van God naar God.
Wie dit bonte kleurenspel van zinnebeeld en
schgn. geprojecteerd in de geschiedenis der
mcnschheld vanaf Gods scheppend woord „Het
worde Licht” tot aan den wilden chaos van mo-
deine- tgden, overziet, moet getroffen worden
door dien gouden draad van geloof^ hoop en
liefde, die sinds de Messiasbelofte na den zon
denval door alle leven loopt. De menschen op
hun pelgrimage met in hun hart het hunke
rend verlangen naar God. temidden van den
eeuwigen strgd tusseben driften en droomen,
hartstocht en begeeren, één voortdurende bot
sing van elkaar bestrgdende elementen, zoeken
in God volkomenheid.
Het warrigk schitterende in dit spel, in deze
revue mogen we bgna zeggen, is de oplossing
van dit eenlge en oneindig groote mysterie: m
Cruce ga’inens.
Of wg geen kritiek hebben?
Bg de finale zou choreglsch nog wat te ver
beteren zijn. Zou overigens de loudspeaker, de
stem uit net publiek, niet op het einde ook
fileer spanning kunnen brengen? Het kleuren-
koor was het innigst van alle. Moet elk koor
Menig Oriént-reizlger begeeft zich naar Kalro,
net hart vol van de verwachting in deze stad
iets te vinden, dat op een vergeigklng igkt van
de atmosfeer der sprookjes uit de Duizend-en-
oén-Nacht. In leder geval een stad met de gratie
van een Oostersch ulterigk en een oostersch
karakter.
Niéts is dan zoo teleurstellend als de aan
komst in de stad, wanneer men uit de groote
hall van het kopstation treedt op het met neon
lampen verllcWte stationsplein. Onmiddeligk
wordt men opgeslokt door een stad van Euro-
peeschen bouw en aanleg, met Europeeach
ulterigk, maar van een smakeloose, vulgaire
soort, waaraan dok maar het geringste grgntje
poëzie en liefigkheid vreemd is. Een stad nis*
met een gelaat, maar met een tronie.
De Europeesche stadsdeelen beslaan een
groote oppervlakte. Achter de Opera begint het
echte Kalro. dat der bazars, der oude moskeeën,
der donkere Arabische cafés, der karavan-
•eras.
Wannes» hg gestaan heeft in de stilte der
arkadehaHen van een der eeuwenoude mos
keeën, als die van Aksumburg of Ibn-Tulun,
dan eerst heeft de reiziger Kalro ontdekt.
Kalro is een stad van moskeeën, van mos
keeën en mausolea. Vierhonderd heet zg er
binnen haar muren te hebben, deze stad van
Allah. Het kunnen er een paar meer zgn of een
paar minder.
Men vindt in Kairo’s oude Moskeeën indruk
wekkende waardigheid, mystieke verdroomd-
heid, opgewekte bigheid. In de meeste hunner
schuilt werkeigk een geest des gebeds, die niet
sdleen het hart van den Moslem raakt, zg zgn
scheppingen van God-erkennende kunstenaars,
kunstwerken, die van het Godsbestaan getuigen
en van de Godsbehoefte der menschen; deze
oude moskeeën, die met de katholieke kathedra
len in het wezen hunner architectuur de voor-
beeldigste huizen des gebeds zUn, die de
menschheld oprichtte. Zg zgn het zeker meer
dan de koude tempels der protestanten.
De Mahosnedanen aanbidden er den eenlgen
God, maar niet geheel zóó, als de christenen
Hem aanbidden 4n wasuheld. En zg vereeren er
een valschen profeet p
Het bezoek der oude moskeeën voert u door
het hartje van Oostersch Kalro, waar de hul
sen laag zgn, en bouwvallig vanaf de eerste
steenlegging; hier en daar in geheele rgen aan
leunend tegen resten van de mlddeleeuwsche
omwalling. Waar tegen de gevels de houten
bolcons hangen, door de schrijnwerkers zoo
gesneden, dat zg de vrouwen in staat stellen
het geheele straatleven te bespieden, zonder
■elf gezien te worden. Deftig schrgdende ka-
meelen zien 'er neer op onze Fords; geduldige 1
«■eitjes laten er zich door fietsen tusseben de
pooten rgden. Ernstige mannen hebben er de
beenen gekruist op de banken longs.de wanden
der Arabische café's, Turksche koffie slur
pend en de waterpgp smorend. Eeuwig Jamme- 1
rend klinkt ar de Arabische muziek en voor
vele deuren worden reukwerken uit Arabië ge-
brand. De vrouwen gaan er allen zwrt-ge- 1
sluierd; vele met ronde sieraden om hals, pols
en enkel.
De moskee el-Ahzar dateert uit de tiende
eeuw, den tgd der Fstiemleden-khallefen. Na
genoeg vanaf haar voltooiing werd zg in gebruik
genomen als unlversttelt. Aan de Ahzar dankt
Kalro, dat het vandaag het godsdienstig-weten-
schappeigk middenpunt is van de Islamietlsche
wereld, het Rome van den Islam. Uit alle lan
den, waar de groene vlag der volgelingen van
den profeet wappert, komen Jongelui naar de
Ahzar om er onderwezen te worden in de Kora-
nleke wetenschappen.
Men gaat binnen door de Poort der Barbie
ren, zoo genoemd, wgi hier eertgds zich de
studenten lieten scheren. De Europeesche be
zoeker krggt een paar groote gele sloffen over
■gn schoenen gebonden, want de grond is be
dekt met heilige matten, en deze mogen niet
betreden worden door de zool, die het stof der
buitenwereld meedraagt. De Moslem, die een
moskee binnengaat, legt zgn schoeisel aan den
Ingang af, en gaat op kousevoeten of bloots-
▼oets.
Daar het vacantie is missen wg het schouw-
spél van het college-geven. Aan den voet van
lederen pilaar van het heiligdom zit dan een
sjeich op den grond neer; de studenten om
hem heen. Het onderwgs bestaat daarin, dat
de studenten nazeggen, wat de sjeich voorzegt.
De moskee el-Mu’ayad heet naar de straat
waarin zg staat, ook wel de Roode Moskee. In
het mausoleum, waar de bouwheer begraven
ligt, hurken een viertal klaagvrouwen; uit een
gewaagd koepelgewelf daalt schemerig licht.
De moskee zelf hjkt nu waarigk een beeld uit
de Duizend-en-één-Nacht. Dunne spitsbogen,
van goed schitterende plafonds, met marmer
en fayence bekleede wanden. Het beerlgkste is
de groote hof. een tuin van palmen, eukalyp-
tus en rozelaars. De rozen, de palmen, het
glanzend goud, het bonte marmer, de weerga-
heel geen honger. Nu.ean klein stukje dan.
.Keen, oude dame, geen klein stukje- de
heels raap moet Je opeten voor we te Arn
hem zgn, tenminste als Je er prgs op stelt ar
levend aan te komen. Hoe eerder je dus ha.
gint des te beter.”
Wat sou ik .doen, de knolraap eten, of ster
ven door het mes'van den moordenaar?
Waar.... o waar was toch de noodrem?
„Kom, schiet op,
begon hg weer.
Ik zou Je wel
helpen, maar ik
heb Juist vpor ik
te den treil» stap
te, er al een op
gegeten, en hg
smaakte mg bgzonder.”
Ik beet een klein stukje af. Als je nog nooit
looe blauwe lucht, het vwmt eet? prachtig en
rgk geheel.
Wereldvergetend en de wereld M zoo
dlchtbg. beneden de vierkante tralievensters in
de wanden leeft zg in Oostenche verscheiden
heid knielen hier Moslems in gebed. Ik
word getroffen door een ouden man, knielend
te de richting van Mekka Hg zwaait zachtjes
het bovenigf van links naar rechts, van rechts
naar links de goede en de kwade engel
murmelend te zgn grooten, witten baard: Allah.
Allah, Allah....
De Anhsanhur-moskee is een juweeltje, «en
parel, zg wordt wel de Blauwe Moskee ge-
nclemd. om de geheel met fayence bekleede
wanden van het heiligdom en het mausoleum.
Welk een Intens, juichend blauw. Vanaf den
Ingang ziet men het met kracht schemeren door
het groen van den bof heen, als het uitspansel
zelfs. Een stuk Itallaansche hemel of Middel
landsche Zee, meende een schrgver. Hg zei
niet te veel.
Den dlepsten Indruk maakt echter wel de
ibn-Tulun-moakee. Na de moskee van Amzu is
zU de oudste van Kalro, zg dateert uit de
tweede helft der negende eeuw zg is buiten
gebruik, geen heilige matten bédekken haar
vloer. Tusschen haar machtige pgiers hangt
niets dan stilte en eenzaamheid, de stilte en
eenzaamheid van alles, dat door den tgd schgnt
vergeten. Hier geen goud. geen fayence, geen
marmer, niets dan massiaf. zwaar en ernstig
gesteente. Wie In het Westen van de wijde
zuilenhallen eond den hof heeft gestaan-, zal
een beeld in zich meedragen, dat hg levenslang
niet zal vergéten. Gezet in de ronding van een
spitsboog, rgst, onzichtbaar gedragen boven de
tinnen van de Ibn-Tulun de moskee van Moha
med Aly. met haar koperen koepelen, haar
naaldfgne minarets, als neergedaald uit de
blauwe lucht, waartegen niets anders meer ge
zien wordt, dan misschien het zeilen van enkele,
glanzend-sneeuwwltte vogels. Terwgi al het
hoorbare ver weg Is, constateert ge, dat niets
meer op een visioen gelgkt, dan dit reine ge
acht.
Terugkeerend In de stad was het middaguur.
Nainreigkz was Malte Dlttborn weer thuis,
of hg liet Josefa door den knecht verzoeken, in
de bibliotheek te witten komen. Hg moest
zekerheid hebben er was een bigde hoop in
iiem. die dorstte naar een bevestiging.
Weldra Wrscheen Josefa, verward en verlegen,
Jwant ze 1 vreesde te moeten antwoorden op
vragen, die betrekking hadden op haar bezoek
bg de oude Ueee Schneider’. Pas een paar
minuten was de baron terug van een rit, en daar
die rit maar kort geduurd had, kon hg enkel
maar naar het dorp geweest zijn.
Ze raapte al haar moed bgeen en begon met
te zeggen dat se niet zoo héél veel tgd had,
want dat mevrouw haar spoedig verwachtte.
De baron schoof een stoel voor haar bg.
^goeder zal het wel niet zóó nauw nemen.
Dat, wat ik met u te bespreken heb. te voor mg
van zeer veel belang."
Hgzelf Weef staan «n keWt het Jonge meisje
•cherp aan
J3e oude Ueee Schneider stuurde gister-
awnrtd een brief, waarin stond, dat At u niet
Elndeigk was Tuimeltje bg het kooitje geklommen en pro
beerde nu met Tuimeltje de spillen weg te breken. Mszr dat
zouden ze wel willen.... neen, er was geen breken aan. De
spillen zaten wel een paar centimeter diep in het hout en
waren zoo sterk en hard dat er niks mee te beginnen was. Het
gezicht van Kruimeltje werd bleek, maar Tuimeltje frooet-
te hem.
baronesse von Grettenau vóór zich zag. die
haar met spottende blikken opnam en van haar
verlangde, dat ze Dlttborn zou verlaten omdat
ze haar In den weg stond.
De mooie vrouw met het vüsche hart kon
gerust zgn, Malte Dlttborn verlangde nog steeds
near haar, want natuurUjk sprak hg van nie
mand anders dan van Wanda Grettenau.
.Mgnheer von Dlttborn, hoe kan Ik u daarin
nu raden? Als u wilt weten of uw gevoelens
beantwoord worden, dan moet u dat hóór
vragen, wie het aangaat.”
Ze stond nu toch op, ze voelde dat ze bet
niet lang meer kon volbbuden.
.Meent u dat dat succes zal hebben?" vroeg
hg met bgna Jongensachtigen overmoed.
Ze stiet een „Ja"»ult, om maar iets te zeggen,
en wilde naar de deur gaan.
Haar oogen, als met een vochtig waas bedekt,
zeiden hem alles wat hg weten wilde en gaven
hem moed om nog een stap verder te gaan.
„Waarom zegt u „ja?" Bent u er zoo vast
van overtuigd, dat ik. vervelende oude kerel,
nog bg een mooi jong meisje in den smagk
val?"
Joeefa keerde zich bgna met oen ruk om,
en bracht op grenaenlooe-verwonderden toon
uit: „Een Jong meisje? Spreekt u dan niet van
barones von Grettenau."
Het volgend oogenbilk schrok ze van zich
zelf, hoe had re daaraan durvta raken, hoe
had ze namen durven noemen.
Hg verliet zgn plaats achter den stoel, waar
hg tot dusver gestaan had. zgn trekken waren
Nu d’
Terug
Wordt aan onze kampioenen
Eer gebracht van allen kant.
Feest’Tijk worden zij ontvangen.
En in optocht ingehaald.
Steeds bespeecht, betoast, geprezen
Om 't succes, door hen behaald.
Zeer terecht wordt t dapper clubje
Thans bejubeld en geroemd
Want ons land werd door hun dader
Menigmaal met eer genoemd.
Kranig hebben zij gestreden'
't Resultaat stemt zéér tevrte.
Onze vlag werd vaak geheschen.
Holland sprak een woordje mee!
wgdvertakte arbelderajeugdbewegteg
„De Jonge Werkman" heeft op gran
dioze1 wgze van haar willen en werken
grauw en nevellg-gealulerd had geschenen, weer
licht en helder en rol gouden zonneachgn.
Det was niet plotseling gekomen, maar heel
geleldeigk. Dag voor dag was een gevoel van
bigheid en levensgemoed, dat hg sedert Jaren
niet meer gekend had, in hem gegroeid, en bg
had zich dikwgis verwonderd afgevraagd, wat
hg te vredesnaam ooit in Wanda Oodeckl had
kupnen zien en waarom hg door haar lange
jaren van zgn Jeugd had laten vergallen....
Het leek hem ten eenenmale onbegrgpeigk,
sedert hg Joeefa had leeren kennen, haar
sterk, eerlUk karakter, haar hoogstaande
levensopvatting, die zich in duizend kleinig
heden ongemerkt verried.
Malte Dlttborn beantwoordde pas na «en
lange stilte Joeefa’s tegenwerping, dat zg niet
de geschikte persoon was om te vertrouwen te
nemen.
„En toch wil ik juist u
toevertrouwen," zei hg rus
natuurigk gezond verstand en een zekere
levenswijsheid, die uw jaren ver vooruit is. «n
dat boezemt me vertrouwen in."
Joeefa zat star en stgf op haar stoel, en bet
met alle Inspanning vastgehouden glimlachje
deed haar pUn alsof er een strakke bond om
haar mond snoerde.
„Ik boud van iemand, juffrouw Burger, en
ik sou graag willen weten of mijn liefde be
antwoord wordt.”
Josefa’s oogen dwaalden naar de deur. Als
er toch maar eens iemand wilde binnenkomen,
soodat deze marteling ean einde nam, dacht re,
en tegeigk was bet baar, alsof ae de mooie
■rjr an ik V dienen tante, heerigke raapjes
K uit mgn eigen tuin."
„Rapen? Neen dank
woordde tante.
Verbeeldde ik het mg, ’«f huiverde tente
Emma. Ze scheen mgn verbazing te bemerken
want nog eens z?! ze„Neen Slen, heusch niet;
ik kan er de lucht en het gezicht niet van
verdragen sedert.... ja, laat ik Je dat ver
tellen.
Het zal met November een jaar geleden zgn,
dat ik met den trein reisde, om eenlge weken
te het buitenland door te brengen Ik zat al
leen te een tweede klas coupé. Échter vlak
voordat de trein vertrok, kwam er een jonge
man binnen, die tegenover mg plaats nam.
Het was zeker aan mgn gezicht te den, dat
ik het onaangenaam vond, gezelschap te krij
gen: tenminste de Jongeman maakte zijn ex
cuus door te zeggen Met .pUt mg. dat lk u
lastig vaL” „O, in t geheel niet," antwoordde
ik koeltjes en om verdere gesprekken te voor
komen, opende ik een weekblad, en begon te
leren.
„Neem mg niet kwalgk, maar kunt U mg zeg
gen, waar de trein het eerste stopt?” Op deze
directe vraag kon ik het antwoord niet schul
dig bigven en rei dus .Te Arnhem geloof ik.”
„Werkeigk, dat is een heele rit, dank u."
Het rhythmlsche schudden van den trein
maakte mg slaperig, en ik soesde bigkbaar te
Eensklaps werd ik met een schok wakker, en
zag dat de jongeman mg met een doordringen
den blik zat aan te-staren. Ik schrikte op.
„Het wordt zoo zachtjes aan tgd voor de
lunch, vindt u niet” zei de jongeman. Tege-
igkertgd haalde bg met groote moeite een bol
uit een zgner zakken. Ik keek er met
verwondering naar. Het was een groote rauwe
knolraap. Uit een anderen aak nam hg een
mes, en sneed van den knol een lange reep af
In de grootste verbazing zat ik een en an
der aan te zien.
Plotseling zegt hg: „Eet op, en houd mg de
afgesneden knolschgf voor."
Sprakeloos staarde ik hem aan.
„Hoor je me niet? Eet op," set hg weer.
Ik werd bleek van schrik. „Excuseer me” sta
melde ik. „maar ik heb al gegeten."
,A1 had Je vgftlgmaal gegeten. Je zult dit
opeten.”
Hg was bepaald schrikwekkend om aan te
zien, zgn oogen rolden door zgn hoofd, en hg
zwaaide voortdurend met zgn mes.
Het angstzweet brak mg uit; lieve hemel, ik
zat tegenover een volslagen gek.
Allerlei verhalen kwamen mg voor den geest
van reizigers, die in den trein door krankzin
nigen overvallen waren.
Eén ding was mg duldeigk. ik moest, dien
man trachten te kalmeeren en zoo min rnoge-
igk tegenspreken. „Dank U. Ik heb te het ge-
'Al die hulde brenge jullie
Tóch niet uit ’t gewone doen,
Blijf sportief, gewoon, eenvoudig,
g Wees ook dadrinkampioen.'