V Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind I Kaïro, een stad van Moskeeën 11 ^Cctw^Aaal wui den dag J F 250.- F750. ALLEABONNÉ’S M. Zigeunerinnetje D- OOSTERSCHE SFEER RUSSISCHE VACANTE Fanr De Bonte Tocht zrDiiBiHiiiiiiiniM KAMPIOENEN umnmmiu lllllllll - VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1936 1 j Knolrapen l G Op H. Landstichting Grazia Deledda f Illusies te verliezen In T •4 nu-w irlle* van een hand, voet Beelden uit Duizend-* en-één-Nacht npiademenschen in het vaderland. DOOR ANNY VON PANHUIS Attlee, het hoofd der Engeleche Labourparty in het land der Sovjets De Ahzar, het godsdienstig en wetenschappelijk middelpunt van de Mohammedaanse he wereld De dezer dagen overleden ttaliaansche schrijfster Grazia Deledda, winnares tvan den Nobelprijs voor litteratuur op dit blad agn Ingevolge de vereekeringsvoorwaarden tegen h' 7f%(l re bU „levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 750.- I ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen -T uJU o verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen <JxJe doodelij]fen afloop "aangifte MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Inmm 232 ro -°p ont wen.” E Tóch niet uit 't gewone doen, tan HERMAN KRAMER voorwi maakte aanstalten Dr W. THEVNI88EN Mr. Wells tot dtm oog of - een ernst*. (Wordt vervolgd.) i bij een vooi bet kwa neg toui Obdam. nmuiiiiiii mijn geheim hebt zooveel LASK1 tesker— gambiet dan geil Botwlnni meerder! beter st< echter z< manoeuvi es in al kanten met den in staat een' blut Botwlnnll rullen. In Ree< er toe ran t stonde den st bet al naar Aljechl Dr. in de groote de ex- lachje den ee begon. Reed dat hi< aangesi zield m die in nlng e derotn ondank met de kamploi blokkad cies zoo voort. k rrakkei kansen konings met sUr daarna stond e val en heeft d Aljechln slotte n dat de Kloksl derotn i speelde MUkbaai had opg gunstige loop wa menigte stonden, eindspel, pion op De pai De par de stelllr Aljecnl n. t>. g« Eu we graag lets met U be moeder over spreek; daar we zoo teruggetrokken leven, heb Ik nie mand dan u, met wie ik eens van gedachten kan wisselen." Op *n holletje was Tuimeltje naar de andere kabouters ge- loopen, die nog altijd in hel bpech bezig waren met het be schermen van jonge plantjes. Kruimeltje alt gevangen, hjjg- de Tuimeltje, kom allemaal mee, anders vermoorden ze hem, en de andere kaboutertjes, die wel sagen, dat het geen grapje was, namen hun gereedschap én volgden hem. Ik zal de andere kaboutertjes gaan halen, was het gezegde van Tulmcitje en mulat ie het groote raam openg'schoven had en op de vensterbank allerhande gekke gezichten tegen Kruimeltje had getrokken, was ie verdwenen. Nu bleven de vogel en Kruimeltje weer alleen achter, maar ze vertrouwden op hun vriend en wachtten geduldig tot hij weer op kwam dagen. de koopman voor zijn winkel misschien juist een verkoop te 2.-i de Waarde in handen speelde wilde ópstaan. Malte Dittbom wilde blijkbaar, zonder te vermoeden hoe hij martelde, gaan vertellen van zijn liefde het schreven begon de gek drui^p. de ze, ,.me- 'aarschljnlljk veel beter kunnen begrijpen en raden." HIJ schudde levendig het hoofd en verheugde zich heimelijk over Josefa’s plotselinge onge wone bleekheid en het smartelijke, sla ver starde lachje om haar kleinen mond, dat wel sprekender was dan duizend woorden. Met een warm overstroomend geluksgevoel In het hart zag Malta Dlttborn in, dat de hardhoorende oude Ueee hem een weg gewe zen had, dien hij anders misschien nooit had Mr. Attlee, de leider der Oppositie en het hoofd der Labour Party, brengt sUn vacantie In Rusland door. Men neemt in de laatste jaren een opvallende neiging bg bet Engelsche publiek waar, vacantieultstapjes te maken naar'landen, die onder een geheel ander re giem leven dan Engeland. De meesten keeren teleurgesteld terug, daar slechts weinigen in de gelegenheid zijn iets anders van het „re- By de telyken Heer I Buys Zueter 1 mille. v< &v! noot» ei AGATI een geheim juffrouw Burger," ging hjj onver- durven betreden. Er was voer hem geen twijfel stoorbaar verder, .Ik zou praten vóór ik er mijn moest trouwen omdat u niet van me hield." be gon hg zonder eenlgen overgang. Joeefa verschoot van kleur en het trilde om haar mond. Daar had je het nu, het ging inder daad over de domme vragen van de oude vrouw. „Liese Schneider hoort erg slecht," ging Malte voort, „re had begrepen dat wg belden met elkaar wilden trouwen, en toen ze daarna van u hoorde dat u niets voor mij voelde, meende ze mU te moeten waarschuwen." het oudje is verschrikkelijk hardhoo- rend. en beeft alles wat ik haar aan bet ver stand trachtte te brengen, verkeerd begrepen." Josefa dwong zich tot een glimlachje en daarbij dacht se: wat wil hij nu toch in vredesnaam nog van mijl Ze zat verward en doodongelukkig op haar stoel en was het liefst de kamer uitgehold. De man liet geen oog van haar af. „De goede oude ziel heeft een hopelooze ver- giem" te zien dan de gebalde vuist van Moskou en de uitgestrekte hand van Berlijn, en zoowel *t een als 't ander doet den Engelschman on uitsprekelijk stupide aan. zg zijn teleurge steld op dezelfde manier als de Europeaan, die een boottocht naar de Middellandsche Zee maakt, en eenlge uren te Algiers aan wal blijft om Afrika even te leeren kennen. Zjj zien dan een moderne Franacbe stad, die iets minder Afrlkaansch is dan Marseille. Zjj keeren huis waarts in de overtuiging dat Livingstone en Stanley humbugs waren. Een soortgelijke ont goocheling is *t loon van de meesren dergenen die dictatoriaal geregeerde lander. bezoeken. Mr. Attlee evenwel neemt een positie in, die hem in staat aal stellen veel te zien van dat gene wat voor gewone bezoekers verborgen blijft. Ongetwijfeld zal hjj niet meer te zien krijgen dan wat HJn gastbeeren hem willen toonen, maar selfs hiernaar zou menig toerist hunkeren. Gevaar dat hjj als overtuigd com munist naar Engeland zal terugkeeren, bestaat moer: dit ongerepte meisjeshart sloeg voor hem, en voor hem alleen. De gedachte dat zg hem zou kunnen liefheb ben, overweldigde hem bijna. Sedert zjj op Dlttborn woonde, was do toekomst, die hem Te Rome overleed dezer dagen de bekende schrijfster Grazia Deledda, die in 1928 den No. belprtfs voor litteratuur heeft geronnen. ZU werd geboren in September 1875 te Nuoro in Sardinië. Hier bezocht zij de dorpsschool, waar aan ze zelf later als onderwijzeres werkzaam zou zjjn. Tot haar twintigste Jaar had ze nooit een stad bezocht. Toen ze, voor het eerst te Cag liari, de hoofdstad van Sardinië verbleef en daar- de opvoering van een opera bgwoonde, ging de wereld der kunst voor haar open. In 1900 trouw de zjj met een ambtenaar van het Departement van Oorlog en vestigde zich met haren echt genoot, Madesani gebeeten, te Rome. Haar werken beelden in het algemeen het Sardini- sche volksleven uit in een eenvoudige, realisti sche, maar toch dichterlijke wedergave. Niet al wat Grazlna Deledda schreef is voor ieder ge schikt. Vele harer werken zijn in het Neder- landsch vertaal^. narets om den oproep tot gebed over de stad uit te zingen: „Allah. Akbar". God is groot; ik ge tuig, dat er geen God is dan God; ik getuig, dat Mohammed de gezant is van God; komt toe het gebed; komt tot het heil; God is groot; er Js geen God dan God.” De Moslems ontschoeien zich dan en knielen op de heilige matten der moskeeën, in de richting van Mekka. En wie niet in de moskee kan gaan, spreidt zijn kleed en bidt, waar hjj zich bevindt. Zoo de land man op het veld; zoo de schipper op zjjn schip op den N1J1; zoo in den bazar, rtl hebben gesloten, die hem liet tienvoudige van Hjj legde zijn gekruiste armen op de leuning van- een stoel, die tegenover dien van Josefa storrd, en bleef in die houding staan, zjjn blik onafgebroken gericht op het meisje, dat vóór hem zat. „Ik houd nJ. van iemand een ware schoon heid, die misschien heelemaal geen oog heeft voor een saaien, in zich zelf gekeerden kluize naar als ik.” Josefa haar haar voor een andere! Daartegen voelde zjj zich niet bestand. „Mijnheer von Dittbom, ik geloof niet oat ik de aangewezen persoon ben voor zulke ver- trouwelljke mededeelingen," stamelde ze, ,im- vrouw uw moeder zou u daarin waarschijnlijk warring aangericht,” ging hij voort, „maar dat hindert verder niets, daar wij, de beide hoofd personen, immers weten, dat we niet van elkaar houden en dat is toch het voornaamste, is ’t niet. Juffrouw Burger?" „Ja, dat is het voornaamste," herhaalde ze, en het was haar of een Ijskoude hand haar hart omknelde. „Ik zou u graag deelgenoote willen maken van Maar de grootste sportprestatie Wordt nu nog van hen verwacht: Niemand worde door die hulde Uit zijn evenwicht gebracht. Jongens, meisjes, ook al ben je Nu met lauweren getooid Die we je van harte gunnen Och, vergeet toch één ding nooit; Zooveel andere Nederlanders Die presteerden heusch nog meer. Ook al liep ’t niet in de gaten. Bracht men hun niet zulk een eer. Heusch, we hebben zóó’n waardeering Voor de ware, faire sport. Dat we ’t jammer zouden vinden Als 't succes bedorven wordt. op commando vlbreeren en kan Het nog niet *n tikje meer var binnen uit? Verdient Eva de ouae bedoel ik niet een lichter costuum?; tegenover het feilloos spel van Satan met den appel doen Eva en Adam hier wat zwaar, wat ml. aan hun costumeerlng gelegen is. Beslist, uit die finale kan nog veel meer gehaald wor den Maar dank voor dat festijn van gewaden, voor die mengeling van kleuren, voor dat korenspel dat bindend werkte ten opclchte van de indivldueele spelers. Kortom: oX is dit het beste massaspel en tot nu toe de beste regie. Deze was van Anton Sweers. Allen belangstellenden zjj ggwezen op de tweede uitvoering op Zondag 23 Augustus, aan vangend om 2 tl. 30 op den „SSonsberg”, H. Land Stichting. er niet. Hjj is een van die oer-degelljke, door- en-door fatsoenlijke socialisten, ale van ’na ture volkomen onbevattelijk zijn voor elk ex tremisme. Men kan zich voorstellen dat Mr. Winston Churchill, de conservatieve imperia list, na een bezoek aan Rusland een commu nistisch imperialist wordt. Mr. Attlee daaren tegen zal zjjn leven lang gematigd-liberaal, wf) bedoelen socialist blijven. De Bovjet-regeerlng is niet meer zoo tuk als vroeger op bezoeken van voorname Engel- sche socialisten. Er was een tijd dat 4J hiér van propagandistische vruchten verwachtte maar, de meeste bezoekers hadden voor hyn Russische reis meer bewondering voor de bols jewistische experimenten d«tr daarna, toen zg se hadden leeren kennen. Een van de weinige bekende Engelschen, die werkelijk geestdriftig igtf uit Moskou terugkeerden, was Lord Lothian, die Rusland in 1931 bezocht. Hjj noemde het geen daar gebeurde „de reusachtlgs*^ en held: heftigste proefneming die ooit in de geschieS denis gedaan is.” Lord Lothian evenwel is niet socialist,’- doch liberaal. Bovendien bleek hij. toen hij enkele Jaren later een bezoek aan Berlijn bracht, een niet minder vurig bewon deraar van Hitler te zijn. Hjj is dus wel een man van zeer liberale beginselen. Bjj de Engelsche socialisten daarentegen kwam Rusland er meestal slecht af. De wgs- geerige Lord Paaafleld (beter bekend als Sidney Webb) verklaarde in 1932, dat Rusland geen prettig land was om in te leven, en hierbij doelde hg klaarbigkelUk niet op het klimaat De beroemde vakvereenlglngsleider Sir Wal ter Citrine, wiens Russische reis het vorige Jaar veel pennen in beweging bracht, moest erkennen dat de levensstandaard in het 8ov- JetparadUs nog een flink eind beneden dien der meeste andere landen was. Het socialistische parlementslid Joseph Too le vatte in 1930 zgn voornaamste Indrukken samen in de woorden: „Hongersnood en ellen de zgn de voornaamste kenmerken van bet land.” En H. G. Wells, die eveneens socialist maakte na zgn bezoek aan Rusland de buten de opmerking, dat er een 5-jaren-plan uitge vonden moest worden voor de reconstructie van het menscheigk brein. Het geestes-appa- raat, waarmee wjj t thans stellen zelde hg ontbeert bigkbaar heel wat, dat noodzakeigk is voor een volmaakte maatschappelijke orde.” Niet prettig voor de Sovjet-leiders dat juist een bezoek aan hun land Mr. Wells tot deze uitspraak inspireerde. i Wg zgn benieuwd naar de bevindingen van Mr. Attlee. Hg heeft waarschgnl’ k weinig il lusies te verliezen, en wanneer hg er zuinig op geweest was, had Wj beter gedaan met thuis te bigven. een rauwe knolraap geproefd hebt, kun je je niet voorstellen, hoe vreeseigk mg dit tegen stond. De man zag het ontsteld gezicht, dat ik zet te. ..Het is een heerigke vrucht; kom schiet een beetje op” en onheilspellend zwaaide hg het mes door de lucht. Geen moment hield hg zgn oogen van md af, terwijl hU zei: „Je hebt zeker een copieus ontbUt gehad, maar eten zal Je.” Ik _kaL? tnew,:, ik heb geen he^^g^, „Ik ben b^zlg een boek aan over het nut van knolrapen.” weer, „de knolraap is heerigker dan en voedzamer dan melk en eieren." Ik wilde schreeuwen, maar ik kon niet, hst was alsof mUn keel dichtgeschroefd was en Ik zag niets anders dan het mes, -dat de gek in zgn hand hield. Opeens werd de gek kalmer en hg stak het mes in zgn zak. Steelsgewgs keek ik uit het raampje en zag, dat de hel plaats gemaakt had voor huizen. Den hemel zg dank; er was redding nabg. Ik beefde, toen de man opstond. Hg nam zgn wandelstok uit het net, liet met een slag het portierraampje zakken, om het portier te open De trein stoomde het station binnen. De man opende den coupé, dan keerde hg zich tot mg en zei op volmaakt kalmen, doch eenlgsztas spottenden toon: .Mevrouw, ik dank u welvoer uw welwillendheid. Door het opeten van die knolraap heeft u mg in gtaat gesteld een wed denschap van 25 gulden te winnen. Nogmaals mijn hartelgken dank en gaarne tot weder dienst bereid." En voor de trein stilstond, was hg het per ron opgevlogen en in de menigte verdwenen. •Jfu snap je wel, dat ik sindsdien .Knol rapen" voorgoed heb tegengegeten.” volkomen veranderd. Hg zag er bijna somber uit. ,Moe komt u Juist op de gedachte, dat éeu dame Ze stotterde iets, toen raapte ae al haar moed bg elkaar. Ze moest hem toch ant woord geven en zoo bracht ze dan verwart, aonder zelf goed te weten wat se zei, uit, mevrouw von Grettenau haar toch zelf over haar liefde voor den kasteelheer had gesproken. „Wur hebt u die dame ontmoet?” vroeg M. het voorhoofd fronsend, „wg. mgn moeder en ik, wenschen volstrekt niet, dat iemand o>e onder ons dak woont, omgang heeft met boro- nesse Grettenau..** zgn verachting voor de mooie PoobAe vlamde opnieuw in hem op en gaf aan woorden en toon een niet-bedoelde scherpte. Joeefa schrok. En de heftigheid van den man tegenov» haar ontwrong haar een antwoord, dat hem, wanneer ze rustiger was geweest, noo» gegeven zou hebben. Met een donkeren bios en glinsterende oogen zei ze, hem, in halfbewust zoeken naar verweer, hoe ze zien allerminst uit vrijen wil met mevrouw Grette nau onderhouden had, hoe deze haar in oe boach als het ware overvallen had en haar me behulp van haar reusaehtlgen dog had gedwon gen, beleedlgingen aan te hooien. getuigd op haar eerste nationale congres. Dut meer dan 10.000 Jonge werklieden met eigen standsbewustzgn, met ’n sterken wil naar zelf standigheid, in een speciale organisatie gegroe peerd, komen getuigen, hóé zg als overtuigd Katholiek hun taak tegenover net leven willen verhullen, elscht ieders belangstelling op. Dat zg verder die getuigenis afleggen in zulk een w« uo. .n.uuaauur feeststemming en daverende geestdrift en De „muezzin" klommen op de trappen der mi- dat ge*n“lns oppervlakkige mentaliteit - - aan den dag treedt, getuigt van aller geloof en vertrouwen in de doelstelling der Katholieke J.W.-beweging. Het J.W.-gebed door al die dui zenden Jonge kerels gebeden, rondom hun Bis schoppen geschaard, bg het meest schitterende weer op onsen prachtlgen Sionsberg vóór de in aanbouw zgnde basiliek, sloeg vonken wak ker van diepe orftroering. Tot die ontroering en dat enthousiasme droeg in niet geringe mate de massa-opvoering bg van het J.W.-spel ,JJe Bonte Tocht", eën spel met zóóveel facetten en zuike wgdc perspectieven, dat het ondoenbaar is om op alles in te gaan. Het spel, vervaardigd door B. Verhoeven en F. van Oldenburg Krm- ke. beduidt de pelgrimage van Gods kinderen, dochters on zonen van t Licht, den dooltocht door bet leven, den zlelegang van licht naar licht, van wit tot wit, van God naar God. Wie dit bonte kleurenspel van zinnebeeld en schgn. geprojecteerd in de geschiedenis der mcnschheld vanaf Gods scheppend woord „Het worde Licht” tot aan den wilden chaos van mo- deine- tgden, overziet, moet getroffen worden door dien gouden draad van geloof^ hoop en liefde, die sinds de Messiasbelofte na den zon denval door alle leven loopt. De menschen op hun pelgrimage met in hun hart het hunke rend verlangen naar God. temidden van den eeuwigen strgd tusseben driften en droomen, hartstocht en begeeren, één voortdurende bot sing van elkaar bestrgdende elementen, zoeken in God volkomenheid. Het warrigk schitterende in dit spel, in deze revue mogen we bgna zeggen, is de oplossing van dit eenlge en oneindig groote mysterie: m Cruce ga’inens. Of wg geen kritiek hebben? Bg de finale zou choreglsch nog wat te ver beteren zijn. Zou overigens de loudspeaker, de stem uit net publiek, niet op het einde ook fileer spanning kunnen brengen? Het kleuren- koor was het innigst van alle. Moet elk koor Menig Oriént-reizlger begeeft zich naar Kalro, net hart vol van de verwachting in deze stad iets te vinden, dat op een vergeigklng igkt van de atmosfeer der sprookjes uit de Duizend-en- oén-Nacht. In leder geval een stad met de gratie van een Oostersch ulterigk en een oostersch karakter. Niéts is dan zoo teleurstellend als de aan komst in de stad, wanneer men uit de groote hall van het kopstation treedt op het met neon lampen verllcWte stationsplein. Onmiddeligk wordt men opgeslokt door een stad van Euro- peeschen bouw en aanleg, met Europeeach ulterigk, maar van een smakeloose, vulgaire soort, waaraan dok maar het geringste grgntje poëzie en liefigkheid vreemd is. Een stad nis* met een gelaat, maar met een tronie. De Europeesche stadsdeelen beslaan een groote oppervlakte. Achter de Opera begint het echte Kalro. dat der bazars, der oude moskeeën, der donkere Arabische cafés, der karavan- •eras. Wannes» hg gestaan heeft in de stilte der arkadehaHen van een der eeuwenoude mos keeën, als die van Aksumburg of Ibn-Tulun, dan eerst heeft de reiziger Kalro ontdekt. Kalro is een stad van moskeeën, van mos keeën en mausolea. Vierhonderd heet zg er binnen haar muren te hebben, deze stad van Allah. Het kunnen er een paar meer zgn of een paar minder. Men vindt in Kairo’s oude Moskeeën indruk wekkende waardigheid, mystieke verdroomd- heid, opgewekte bigheid. In de meeste hunner schuilt werkeigk een geest des gebeds, die niet sdleen het hart van den Moslem raakt, zg zgn scheppingen van God-erkennende kunstenaars, kunstwerken, die van het Godsbestaan getuigen en van de Godsbehoefte der menschen; deze oude moskeeën, die met de katholieke kathedra len in het wezen hunner architectuur de voor- beeldigste huizen des gebeds zUn, die de menschheld oprichtte. Zg zgn het zeker meer dan de koude tempels der protestanten. De Mahosnedanen aanbidden er den eenlgen God, maar niet geheel zóó, als de christenen Hem aanbidden 4n wasuheld. En zg vereeren er een valschen profeet p Het bezoek der oude moskeeën voert u door het hartje van Oostersch Kalro, waar de hul sen laag zgn, en bouwvallig vanaf de eerste steenlegging; hier en daar in geheele rgen aan leunend tegen resten van de mlddeleeuwsche omwalling. Waar tegen de gevels de houten bolcons hangen, door de schrijnwerkers zoo gesneden, dat zg de vrouwen in staat stellen het geheele straatleven te bespieden, zonder ■elf gezien te worden. Deftig schrgdende ka- meelen zien 'er neer op onze Fords; geduldige 1 «■eitjes laten er zich door fietsen tusseben de pooten rgden. Ernstige mannen hebben er de beenen gekruist op de banken longs.de wanden der Arabische café's, Turksche koffie slur pend en de waterpgp smorend. Eeuwig Jamme- 1 rend klinkt ar de Arabische muziek en voor vele deuren worden reukwerken uit Arabië ge- brand. De vrouwen gaan er allen zwrt-ge- 1 sluierd; vele met ronde sieraden om hals, pols en enkel. De moskee el-Ahzar dateert uit de tiende eeuw, den tgd der Fstiemleden-khallefen. Na genoeg vanaf haar voltooiing werd zg in gebruik genomen als unlversttelt. Aan de Ahzar dankt Kalro, dat het vandaag het godsdienstig-weten- schappeigk middenpunt is van de Islamietlsche wereld, het Rome van den Islam. Uit alle lan den, waar de groene vlag der volgelingen van den profeet wappert, komen Jongelui naar de Ahzar om er onderwezen te worden in de Kora- nleke wetenschappen. Men gaat binnen door de Poort der Barbie ren, zoo genoemd, wgi hier eertgds zich de studenten lieten scheren. De Europeesche be zoeker krggt een paar groote gele sloffen over ■gn schoenen gebonden, want de grond is be dekt met heilige matten, en deze mogen niet betreden worden door de zool, die het stof der buitenwereld meedraagt. De Moslem, die een moskee binnengaat, legt zgn schoeisel aan den Ingang af, en gaat op kousevoeten of bloots- ▼oets. Daar het vacantie is missen wg het schouw- spél van het college-geven. Aan den voet van lederen pilaar van het heiligdom zit dan een sjeich op den grond neer; de studenten om hem heen. Het onderwgs bestaat daarin, dat de studenten nazeggen, wat de sjeich voorzegt. De moskee el-Mu’ayad heet naar de straat waarin zg staat, ook wel de Roode Moskee. In het mausoleum, waar de bouwheer begraven ligt, hurken een viertal klaagvrouwen; uit een gewaagd koepelgewelf daalt schemerig licht. De moskee zelf hjkt nu waarigk een beeld uit de Duizend-en-één-Nacht. Dunne spitsbogen, van goed schitterende plafonds, met marmer en fayence bekleede wanden. Het beerlgkste is de groote hof. een tuin van palmen, eukalyp- tus en rozelaars. De rozen, de palmen, het glanzend goud, het bonte marmer, de weerga- heel geen honger. Nu.ean klein stukje dan. .Keen, oude dame, geen klein stukje- de heels raap moet Je opeten voor we te Arn hem zgn, tenminste als Je er prgs op stelt ar levend aan te komen. Hoe eerder je dus ha. gint des te beter.” Wat sou ik .doen, de knolraap eten, of ster ven door het mes'van den moordenaar? Waar.... o waar was toch de noodrem? „Kom, schiet op, begon hg weer. Ik zou Je wel helpen, maar ik heb Juist vpor ik te den treil» stap te, er al een op gegeten, en hg smaakte mg bgzonder.” Ik beet een klein stukje af. Als je nog nooit looe blauwe lucht, het vwmt eet? prachtig en rgk geheel. Wereldvergetend en de wereld M zoo dlchtbg. beneden de vierkante tralievensters in de wanden leeft zg in Oostenche verscheiden heid knielen hier Moslems in gebed. Ik word getroffen door een ouden man, knielend te de richting van Mekka Hg zwaait zachtjes het bovenigf van links naar rechts, van rechts naar links de goede en de kwade engel murmelend te zgn grooten, witten baard: Allah. Allah, Allah.... De Anhsanhur-moskee is een juweeltje, «en parel, zg wordt wel de Blauwe Moskee ge- nclemd. om de geheel met fayence bekleede wanden van het heiligdom en het mausoleum. Welk een Intens, juichend blauw. Vanaf den Ingang ziet men het met kracht schemeren door het groen van den bof heen, als het uitspansel zelfs. Een stuk Itallaansche hemel of Middel landsche Zee, meende een schrgver. Hg zei niet te veel. Den dlepsten Indruk maakt echter wel de ibn-Tulun-moakee. Na de moskee van Amzu is zU de oudste van Kalro, zg dateert uit de tweede helft der negende eeuw zg is buiten gebruik, geen heilige matten bédekken haar vloer. Tusschen haar machtige pgiers hangt niets dan stilte en eenzaamheid, de stilte en eenzaamheid van alles, dat door den tgd schgnt vergeten. Hier geen goud. geen fayence, geen marmer, niets dan massiaf. zwaar en ernstig gesteente. Wie In het Westen van de wijde zuilenhallen eond den hof heeft gestaan-, zal een beeld in zich meedragen, dat hg levenslang niet zal vergéten. Gezet in de ronding van een spitsboog, rgst, onzichtbaar gedragen boven de tinnen van de Ibn-Tulun de moskee van Moha med Aly. met haar koperen koepelen, haar naaldfgne minarets, als neergedaald uit de blauwe lucht, waartegen niets anders meer ge zien wordt, dan misschien het zeilen van enkele, glanzend-sneeuwwltte vogels. Terwgi al het hoorbare ver weg Is, constateert ge, dat niets meer op een visioen gelgkt, dan dit reine ge acht. Terugkeerend In de stad was het middaguur. Nainreigkz was Malte Dlttborn weer thuis, of hg liet Josefa door den knecht verzoeken, in de bibliotheek te witten komen. Hg moest zekerheid hebben er was een bigde hoop in iiem. die dorstte naar een bevestiging. Weldra Wrscheen Josefa, verward en verlegen, Jwant ze 1 vreesde te moeten antwoorden op vragen, die betrekking hadden op haar bezoek bg de oude Ueee Schneider’. Pas een paar minuten was de baron terug van een rit, en daar die rit maar kort geduurd had, kon hg enkel maar naar het dorp geweest zijn. Ze raapte al haar moed bgeen en begon met te zeggen dat se niet zoo héél veel tgd had, want dat mevrouw haar spoedig verwachtte. De baron schoof een stoel voor haar bg. ^goeder zal het wel niet zóó nauw nemen. Dat, wat ik met u te bespreken heb. te voor mg van zeer veel belang." Hgzelf Weef staan «n keWt het Jonge meisje •cherp aan J3e oude Ueee Schneider stuurde gister- awnrtd een brief, waarin stond, dat At u niet Elndeigk was Tuimeltje bg het kooitje geklommen en pro beerde nu met Tuimeltje de spillen weg te breken. Mszr dat zouden ze wel willen.... neen, er was geen breken aan. De spillen zaten wel een paar centimeter diep in het hout en waren zoo sterk en hard dat er niks mee te beginnen was. Het gezicht van Kruimeltje werd bleek, maar Tuimeltje frooet- te hem. baronesse von Grettenau vóór zich zag. die haar met spottende blikken opnam en van haar verlangde, dat ze Dlttborn zou verlaten omdat ze haar In den weg stond. De mooie vrouw met het vüsche hart kon gerust zgn, Malte Dlttborn verlangde nog steeds near haar, want natuurUjk sprak hg van nie mand anders dan van Wanda Grettenau. .Mgnheer von Dlttborn, hoe kan Ik u daarin nu raden? Als u wilt weten of uw gevoelens beantwoord worden, dan moet u dat hóór vragen, wie het aangaat.” Ze stond nu toch op, ze voelde dat ze bet niet lang meer kon volbbuden. .Meent u dat dat succes zal hebben?" vroeg hg met bgna Jongensachtigen overmoed. Ze stiet een „Ja"»ult, om maar iets te zeggen, en wilde naar de deur gaan. Haar oogen, als met een vochtig waas bedekt, zeiden hem alles wat hg weten wilde en gaven hem moed om nog een stap verder te gaan. „Waarom zegt u „ja?" Bent u er zoo vast van overtuigd, dat ik. vervelende oude kerel, nog bg een mooi jong meisje in den smagk val?" Joeefa keerde zich bgna met oen ruk om, en bracht op grenaenlooe-verwonderden toon uit: „Een Jong meisje? Spreekt u dan niet van barones von Grettenau." Het volgend oogenbilk schrok ze van zich zelf, hoe had re daaraan durvta raken, hoe had ze namen durven noemen. Hg verliet zgn plaats achter den stoel, waar hg tot dusver gestaan had. zgn trekken waren Nu d’ Terug Wordt aan onze kampioenen Eer gebracht van allen kant. Feest’Tijk worden zij ontvangen. En in optocht ingehaald. Steeds bespeecht, betoast, geprezen Om 't succes, door hen behaald. Zeer terecht wordt t dapper clubje Thans bejubeld en geroemd Want ons land werd door hun dader Menigmaal met eer genoemd. Kranig hebben zij gestreden' 't Resultaat stemt zéér tevrte. Onze vlag werd vaak geheschen. Holland sprak een woordje mee! wgdvertakte arbelderajeugdbewegteg „De Jonge Werkman" heeft op gran dioze1 wgze van haar willen en werken grauw en nevellg-gealulerd had geschenen, weer licht en helder en rol gouden zonneachgn. Det was niet plotseling gekomen, maar heel geleldeigk. Dag voor dag was een gevoel van bigheid en levensgemoed, dat hg sedert Jaren niet meer gekend had, in hem gegroeid, en bg had zich dikwgis verwonderd afgevraagd, wat hg te vredesnaam ooit in Wanda Oodeckl had kupnen zien en waarom hg door haar lange jaren van zgn Jeugd had laten vergallen.... Het leek hem ten eenenmale onbegrgpeigk, sedert hg Joeefa had leeren kennen, haar sterk, eerlUk karakter, haar hoogstaande levensopvatting, die zich in duizend kleinig heden ongemerkt verried. Malte Dlttborn beantwoordde pas na «en lange stilte Joeefa’s tegenwerping, dat zg niet de geschikte persoon was om te vertrouwen te nemen. „En toch wil ik juist u toevertrouwen," zei hg rus natuurigk gezond verstand en een zekere levenswijsheid, die uw jaren ver vooruit is. «n dat boezemt me vertrouwen in." Joeefa zat star en stgf op haar stoel, en bet met alle Inspanning vastgehouden glimlachje deed haar pUn alsof er een strakke bond om haar mond snoerde. „Ik boud van iemand, juffrouw Burger, en ik sou graag willen weten of mijn liefde be antwoord wordt.” Josefa’s oogen dwaalden naar de deur. Als er toch maar eens iemand wilde binnenkomen, soodat deze marteling ean einde nam, dacht re, en tegeigk was bet baar, alsof ae de mooie ■rjr an ik V dienen tante, heerigke raapjes K uit mgn eigen tuin." „Rapen? Neen dank woordde tante. Verbeeldde ik het mg, ’«f huiverde tente Emma. Ze scheen mgn verbazing te bemerken want nog eens z?! ze„Neen Slen, heusch niet; ik kan er de lucht en het gezicht niet van verdragen sedert.... ja, laat ik Je dat ver tellen. Het zal met November een jaar geleden zgn, dat ik met den trein reisde, om eenlge weken te het buitenland door te brengen Ik zat al leen te een tweede klas coupé. Échter vlak voordat de trein vertrok, kwam er een jonge man binnen, die tegenover mg plaats nam. Het was zeker aan mgn gezicht te den, dat ik het onaangenaam vond, gezelschap te krij gen: tenminste de Jongeman maakte zijn ex cuus door te zeggen Met .pUt mg. dat lk u lastig vaL” „O, in t geheel niet," antwoordde ik koeltjes en om verdere gesprekken te voor komen, opende ik een weekblad, en begon te leren. „Neem mg niet kwalgk, maar kunt U mg zeg gen, waar de trein het eerste stopt?” Op deze directe vraag kon ik het antwoord niet schul dig bigven en rei dus .Te Arnhem geloof ik.” „Werkeigk, dat is een heele rit, dank u." Het rhythmlsche schudden van den trein maakte mg slaperig, en ik soesde bigkbaar te Eensklaps werd ik met een schok wakker, en zag dat de jongeman mg met een doordringen den blik zat aan te-staren. Ik schrikte op. „Het wordt zoo zachtjes aan tgd voor de lunch, vindt u niet” zei de jongeman. Tege- igkertgd haalde bg met groote moeite een bol uit een zgner zakken. Ik keek er met verwondering naar. Het was een groote rauwe knolraap. Uit een anderen aak nam hg een mes, en sneed van den knol een lange reep af In de grootste verbazing zat ik een en an der aan te zien. Plotseling zegt hg: „Eet op, en houd mg de afgesneden knolschgf voor." Sprakeloos staarde ik hem aan. „Hoor je me niet? Eet op," set hg weer. Ik werd bleek van schrik. „Excuseer me” sta melde ik. „maar ik heb al gegeten." ,A1 had Je vgftlgmaal gegeten. Je zult dit opeten.” Hg was bepaald schrikwekkend om aan te zien, zgn oogen rolden door zgn hoofd, en hg zwaaide voortdurend met zgn mes. Het angstzweet brak mg uit; lieve hemel, ik zat tegenover een volslagen gek. Allerlei verhalen kwamen mg voor den geest van reizigers, die in den trein door krankzin nigen overvallen waren. Eén ding was mg duldeigk. ik moest, dien man trachten te kalmeeren en zoo min rnoge- igk tegenspreken. „Dank U. Ik heb te het ge- 'Al die hulde brenge jullie Tóch niet uit ’t gewone doen, Blijf sportief, gewoon, eenvoudig, g Wees ook dadrinkampioen.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 22