<Ketw*Aaal Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland 11 I den dag WUX F 750.- Oorlogsreporters D Zigeunerinnetje rjrDimiiiiiiiiiiimiw EEN VIJAND DER KERK 7 VOLLE PROFIJT— I IM col- Cameron getroefd De drost van Twente J n G De reis naar Perl Honderd jaar WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1936 - - „De Ellendigen” als Sowjet-film door anny vonFanhuis ■Mmmuii||||| llllllllllllill"*1"**11**111 ld 245, A U /V U? J ^5= X A: iimmM ««n I het u ihiiiiiiiiiiiiiiii M hooien, houthakken ja, wat Ül [ol t de [0] l I- 4 t d t 1 t door hem allerlei streken van Tuimelt je en Kruimeltje te ver tellen en zoo ging de dag gelukkig nog *1 gauw oen. 1 4 i I de ontzetting haar de keel d zat aan n a als (Wordt vervolgd) 1 - t L nd TOV Ie le i Meneer de hond was dien dag erg waakzaam. Zoo gauw er maar Iemand In de buurt kwam, begon le te blaffen en zoo kon niemand de kaboutertjes zien zitten. Ze dankten den hond. d r r Tegen den middag zagen de kaboutertjes in het hondenhok, dat de boer naar zijn velden ging kijken. Het was dien dag heel warm en de boer begon toch wel een beetje schrik te krijgen, dat de dreigementen van de kabouters eens waar moch ten zijn. Maar hoe warm hij het ook zelf had, de bloemetjes en groenten verhieven nog fier hun kopjes en dat stelde den boer een beetje gerust. Maar toen het avond werd, kwam hij met een verschrikkelijk bang gezicht thuis. „Vrouw,” zei ie, „alle groenten zijn zoowat dood van de hitte. Kom mee, dan gaan wê bet veld begieten." Maar daar voelde de vrouw niet veel voor en nadat ze eerst een hoop ruzie hadden gemaakt, gingen ze kwaad naar het land toe. r i t i it t c, a t t r i t Ons aller oogen ztfn vandaag Op Enschede gericht, Daar waait de vlag, daar is *t een feest In goed humeur probeerde te 1 over my zat een soldaat In blai form, die van Bordeaux tot Parijs it 1. r k tot huis gedragen als de schoutenrakkers te nieuwsgierig werden; en O. L. Vrouw ten Hei ligen Eik in Oirschot heeft jaren lang in een "lUt vertoefd, dadat de drost van Kempen - de kapel bad laten slechten en hst beeld enkele „pop” in ham schuurkerken van Ha, geen enkel beeld. Menig miraculeus beeldeke Is toen Jaren lang ts te t. ur te lf. ie et i- is tr d T n tv lf k lum d* ik hier nu lig, vporwerp van af- térwljl Intusschen vel lar bad opgeëischt, Tegen de onbezweken trouw der oovolklng legden op den duur zelfs de vurigste jjveraais bet af; als de Koster van Meerveldhoven ML chiel „die roomsch schoolmeester was geweest en vele beelden verbrandde en ook der Heili gen Eik heeft uitgekapt en verbrand, den eik die zooveel krukken en banden van menschen. die genezen waren, in z’n takken had hangen, dat een paard ze nauwelijks had kunnen zoort- trekken"; als Stefanus Hazenwlnckel. die ons ongewild zoo’n prachtlgen kijk geeft op zijn baloorlg karakter in zyn belde ..Reizen door de Majorye” van ’s Hertogenboech en als die andere predikant, de dominee van Boxtel, die den loop van den Dommel liet verleggen, om *t putje van het H. Bloed In het midden van de 11 vier te krijgen en zoo te laten verdwijnen. I De gewesteljjke hlstorieboeken bewaren /Vaart alle kameraadec hap en legialiteit bestaat er steeds gezonde concurrentie bij verlies van een hand, een voet of een oog. het dekte. Jegens wereld. „O, als ze maar niets meer behoefde te hooren en te zienl A. beroep van oorlogscorrespondent wederom in het middelpunt van de belangstelling geplaatst. Overal waar gevochten wordt, of het nu Ma- lokko la dan wel de Gran Chaco. Mandsjoerjje, Zorg voor de veiligheid dar scheepvaart A f T 17 A O/^ATXT^1 °P blad ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tégen 17 7^0 by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 bU een ongeval met 17 /Al Ti Xa tkt JI w I tl r. ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen A VV»“ doodelïjken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL anrnimiitllllllllllllllllllllllllfllllllllllllllllllllllllllllflllllliuiiiinmm oude pastoor, die zoo lang als hy leefde dienst wilde doen in de kerk, ’t Is te begrijpen dat het tusschen hem en den droet niet boterde, en dat de laatste zijn uiterste best deed om den pastoor op een verboden dienst te be trappen. Maar dat is hem nooit gelukt. En hoe kwam dat? Wel. als de •drost sün kasteel by Oounarsum uitreed, nam de eerste de beste boer die 'ssm zag zijn midwinterhoorn 1) en blies boven den put dat het ver in den omtrek weerklonk. Als buurman dat hoorde, nam hij ook zUn hoorn en zoo ging bet van erf tot erf. De drost zat amper te paard of ze 'wasten in Deurnlngen al dat hu in aantocht was en als hh er aankwam, was er geen pasmoor in de kerk te bekennen. De heerendlensten waren al lang en breed af geschaft, toen „de slechte drost” te weer instelde. Voortaam moesten de ooeren de ak kers van hun dröfct omploegen, den ooc^t bin nenhalen, maaien' hooien, houthakken ja, wat niet al. e snelheid, waarmede de wereld over het venoop van den Spaanschen burgerkrijg wordt ingelicht, heeft het avontuurlijke In de Moskousche filmfabriek is men be gonnen met opnamen voor de film „Gavroche" naar „De Ellendigen" van Victor Hugo. Het leven van Gavroche wordt vertoond van het oogenblik af. dat hü in het gezelschap van bandieten verzeild raakt tot aan zijn tragisch einde op de barricaden. De film Wordt gedraald door de Jonge vrouwelljke regisseur Tatjana Loekasjewitsj. 1 te paard door de bloeiende boekweit en de pas cpgekomen rogge en joeg de schaapskudden uit elkaar, als het In hun kraam te pas kwam. En de boer kon langs den weg gaan s aan er zün pet afnamen. Natuurlijk ging het by den dood van zoo’n slecht mensth niet rlchtlg toe. De rentmeester vertelde later, aan ledet die het hooren wilde, dat op het sterfuur alle kanonnen in de hel gelost waren en toen men hem uitdroog, ver dorden naar men zegt alle oladeren aan de boomen In de laan tusschen het kasteel en de witte poort, waardoor de UJtastc-t ging. J. R. W. 8INNINGHE Beginnelingen. Balletmeegteres: Ik kan uw uitbeel ding niet mooi vinden, beate juffrouw, het komt mij als een groot vraagteeken voor. St. Clement, in the parish of Deptford Btrond, lu the count; of Kent.” Wjj kunnen begrijpen, dat mr. Churchill, als hb zijn rang In *t Fransch vertsalt. liefst' aan den velllgen kant blijft door *t soo kort moge lijk te maken. *t Huis van ’t gilde stond aanvankelijk te'Dept ford, ten oosten van 'Londen, en werd eerst In 1787 gesloopt, ofschoon reeds lang daarvoor een ander huls in gebruik genomen werd In Wa terstreet, nabij de Theems. Pepys rept van dit huls in zijn aanteekenlngen betreffende den grooten brand van Londen. Na deze ramp werd hel vervangen door een groot en moi.umentaal bouwwerk, dat In overeenstemming was met den rijkdom en het aanzien van het gilde, dat ten slotte beschikte over ’n Jaarlfjksch inkomen van 900.000, opgeleverd door baken-, loods-, ton nage- en andere gelden. Uit dit inkomen be streed het gilde de kosten van den bouw van nieuwe, en t onderhoud van alle bestaande vuurtorens. Overigens werd het voornamelijk besteed aan 't ondersteunen van arme'zeelie den, hun weduwen en weeaen. Tot Ui de vorige eeuw was de macht-van Trinity House zeer groot. Het gilde genoot tal van rechten en be voegdheden op de Theems en oefende juris dictie uit over de handelsmarlne. Aan deze macht kwam honderd jaren gele den een 'einde. Toch staan niet alleen alle ba kens in de Britsche wateren sinds 1838 onder zijn contröle, maar het heeft de luodsrechten op de Theems behouden, en neemt nog steeds een groot deel van de verantwoordelijkheid voor de veiligheid der scheepvaart op Zich. De rangen en titels, welke in den naam, waar onder het gilde In 1529 Ingeschreven werd, voor komen, zijn nog steeds van kracht aan ‘t hodfd van Trinity staat een „Master”; verder zijn er vier „Wardens” (curatoren), acht ..Assistents” (bestuursleden) en achttien „Elder Brethern” (commissarissen). ZU allen dragen, olj plechtige gelegenheden, zeer schilderachtige uniformen, en mr. Churchill, die als oud-officler, lid van den Geheimen Raad, enz., recht heeft op t dra gen van verscheidene gala-unlformen, stelt naar zijn vrienden beweren dat van Trinity College 't meest op prijs, ofschoon hl), als on- vervalscht Engelschman. bl) voorkeur In 't ge heel geen uniform draagt. niets van. Wie weet, Wandaatje, waar het geluk voor Jou nog eens bloeit.” De zieke richtte zich een weinig op en uit het dicht-omzwachtelde gezicht flakkerden de oogen als groenaehtlge vlammetjes. ..Zou Ik me er In moeten schikken, sou ik voorgoed van hem moeten afzien, Ik, neen, dat verdraag Ik niet!” „Wandaatje, wind je nu niet op, hoe rustiger je blijft, des te vlugger genezen je wonden. Wees dankbaar, kind, dat het licht van je oogen niets geleden heeft,” en bewonderend voegde hl) er bl): ,4e oogen zijn mooier dan ooit.” Frans Reuter sprak geen onwaarheid, maar voornamelijk hoopte hij, door dit complimentje, zijn nicht wat aangenamer te stemmen. Dat gelukte hem boven verwachting wanda zuchtte even van verlichting en er lag bijna een hoopvolle klank In haar stem, toen ze vroeg: „Hebben mijn oogen werkelijk niets geletfen?” „Ze zijn nog nooit zoo mooi geweest,” her haalde de oude man met overtuiging. ..Ik wil graag in den spiegel kijken,” zei Wanda daarop en de oude apotheker reikte haar een handspiegel en bleef toen op eenlgen afstand staan. Zijn hart bonsde zóó heftig, dat hij bijna vreesde dat ze het zou hooren. Dit was nu het oogenblik waarvoor hjj ge vreesd had sedert hy op het bericht van het ongeluk was toegesneld, om haar, dje slechts betaalde hulp om slch heen had, troost en steun te geven. HU wist Immers, hoe trotsch Wanda op haar schoonheid was, en groote schrik en opwinding zouden onvermijdelijk hot gevolg geluid stoel zonk. De schreeuw van Clara werd gehoord door een knecht, die Juist op de gang bezig was. HU stormde de kamer binnen en droeg de bewus- telooze jonge vrouw naar het aangrenzend ver trek, waar hU haar behoedzaam op het bed neerlegde. Het zware tafelkleed had weliswaar de vlammen kunnen dooven doch hoe sag het mooie geslcht er uit! De kamenier wrong de handen en vertelde met horten en stooten hoe alles zich had toegedragen. De knfcht, een rustige, oudere man, onder brak haar: „Dat is tenslotte allemaal bUsaak, op de eerste plaats moet de dokter opgebeld worden.” Het meisje holde al naar de telefoon. Dokter Winkler uit het naburige stadje was gelukkig thuis en toen Clara hem stotterend had meegedeeld wat er gebeurd was, beloofde hij onmlddellUk te zullen komen. Reeds twintig minuten later hield zUn auto voor de poort stil en nu gingen zUn zachte, geoefende handen Uverig aan het werk om het arme, verbrande gezicht zooveel mogelUk ver zachting te brengen. Hoofd en gezicht volslagen Ingepakt lag de voor kort nog zoo beeldmooie barones von Grettenau op haar smartenbed. Het duurde dagen en dagen vóór haar zacht, •l zUn. wanneer ze zich in den spiegel bekeek. Goede hemel, wat sou hU niet willen geven, wanneer hü haar deze smartelijke oogenblikken kon besparen een paar van zUn laatste levensjaren zou hU met vreugde hebben wil len offeren, wanneer hU deae macht bezeten haa. Hu hing immers zoo met zUn geheele hart aan het eenlg kind van zUn gestorven zuster en wat Wtmda hem in haar hoogmoed en zelfzucht had aangedaan, was reeds weer vergeten. Angstig volgde hU elk harer bewegingen, toen ze den spiegel ophief en hem dicht bU haar gezicht bracht. Een toen slaakte zU plot seling een hartverscheurenden. doordringenden gil en zonk in de kussens terug. „Wandaatje, zooals je er nu ultslet. biyf je toch niet/ sel de oude man; zijn stem was één en al Innigheid. .X>at wordt toch allemaal weer anders en juist zooals vroeger." Wanda von Grettenau kon geen woorden vinden. De vriendeiyke oude stem deed haar werkelUk goed; ze was als de milde balsem, die onder verband haar arm, verwoest gezicht be- Maar tegelUk voelde ze iets als haat deaen ouden man, jegens de geheele an da strandbar. waarvan de trtentera- ZA markiezen in den zeewind fladderden. dronk ik voor mUn laatste francs twee heerlüke cocktails. Met eenlgszins verwarde hersenen en een weemoedig gevoel rukte ik mü los uit de atmosferen der witte luxe jach ten van de blauwe zee voor het strand en de chocoladebruine menschen, die aan het strand rondzwieryen of lagen, wanneer ae tenminste niet sliepen of in de hotels dansten. Eerst eén beetje onseker het lustig leventje steekt iemand vlug aan tippelde ik over den macadam-weg uit de mondaine badstad Biar ritz naar de ongewisse verten..,, zonder een centime op zak door het herfstachtig landschap der Baskische kust, naar Bayonne en verder naar Dax In de richting Bordeaux. Ik moet hlerkan toevoegen, dat ik niet anders dan te voet langs de kust in Biarritz aankwam en dat ik. alvorens de stad te betreden, mUn hemd in het zeewater uitspoelde, een uur in de zon ging liggen en wachtte tot het droog was. En dat ik een Jongen Yankee hielp zyn Chrysler uit bet duinzand te duwen en'hU mU voor dezen dienst een lapje van 100 frs. in dte hand stopte. En dit biljet deed my in drie heeriyke dagen vergeten dat de nachten in de open lucht, mid den in de Pyreneeën reeds rUkelUk koud en de dorre streken van Noord-Spanje vol ellende eu honger waren. Maar zooals Ik de stad blnnengekotnen was, zoo verliet ik ze ook weer. Alleen de verwarde ziend, rukte ze een dik geborduurd kleed van een vlakbU-staand tafeltje en wierp dat over het hoofd van haar meesteres, die een oogenblik later, als door den bliksem getroffen, zonder eenlg geluid te geven bewusteloos van haar maar het volk vergat hen volkomen. Men moet méér op zUn kerfstok hebben, om niet vergeten te worden.... en dat had d'e drost van Twente, Sigismund, graaf van Heyden Hompesch. Om de nietigste redenen zoo verhaalt men nog sloot hU de schuurkerken die al leen met gouden sleutels (dX tegen betaling van groote geldsommen) weer geopend kon den worden. Eens was „de slechte o ost’ in Den Haag en verloor met kaarten op z-keren avond een aanzienlijk bedrag. HU was er stil van, maar zUn vrienden wisten hem spoedig te troosten: ,Jiy moest maar een paar kerken sluiten”, zeiden ze, „dan had hU alles dubbel terug”. In Deurnlngen woonde in die dagen hersenen en het weemoedig gevoel bad ik er hurkte ik tegen een boom aan, op den harden weg, en rookte de laatste van mUn slechte Ma ryland-sigaretten, ,om de leegte In mUn maag ten minste met qóok te vullen. En onder bet uitpuffen van den rook en terwijl ik zat te staren over den zwarten weg. die als een on eindige kolenband schemerde, peinsde ik er over na wat „eten" in het Franach zou betee- kenen en .honger hebben” en welke straffen de justitie In Frankrijk voor blinde passagiera, vagebonden, snorders en dakloozen in petto had. Want ofschoon ik al heel wat landen bezocht had tydens mijn zwerftochten, in Frankrijk was ik nooit geweest en van de Fransche taal wist ik niets meer dan ..merel" en een of an deren vloek, dien een ingenieur bü den spoor wegbouw In het oerwoud van Venezuela ieder oogenblik uitbraakte. Plotseling verschenen aan een bulging van den weg twee helgloeiende oogen, die gele stralenbundels ver over t zwarte land wierpen. Ik ging aan den kant van den «eg staan en maakte nood- seinen met mün zakdoek, dien ik eenlg souvenir aan de Beach van Biarritz ge vonden had. De auto stopte ik klauterde er in, en toen ik wakker werd, stan den wü op de Place de Gambetta in Bordeaux. Ik ging naar den eersten den besten agent, die een kort pelerientje droeg en vertelde hem in het Spaansch, dat ik geen geld had. maar toch voor de rest van den nacht een onderdak zocht. De agent verwees my naar een hotel in een kamer op de eerste verdieping, die Oos- tersch Ingericht was en voor kapiteins en der- gelUke bestemd scheen. Ik wierp my op bed, toen de hospita verscheen en mü kort en bon dig buiten gooide. Toen ging ik naar de kade en bracht daar de paar uren, waarin gewone stervelingen den slaap der rechtvaardigen slapen, door, met na te tellen den hoeveelsten nacht ik op deze ma nier op een kade doorbracht. Het was reeds licht, voordat ik met tellen klaar was. 's Avonds stapte ik met een perronkaartje m den trein naar Parijs. In den coupé. dien tk koos, zat een welgesitueerd heer, die er als een rentenier uitzag, zooals alle Franschen op den leeftijd dat het haar begint te dunnen en grtjs wordt. De vrouw die hem Wergezelde en tegen over hem zat, was een corpulent, twistziek'per soon, opgedirkt als een circuspaard, dat hy met chocolade en goede woorden voederde en brengen. Tegen- blaupv-grüs unl- xü» niets anders deed dan boterhammen met ham fnaar binnen werken. MUn oogen dwaalden van de boterham met - ham naar de chocolade en weer terug en bü den knagenden honger vergat ik dat ik zonder kaartje in dezen trein zat. De welgedane rentenier had op school een beetje Spaansch geleerd en liet my trotsch de paar woorden, die hu kende, hooren. Toen hü aanstalten maakte een zijner handkoffers uit het bagagenet te halen, sprong ik vlug op om hem te helpen in de stille hoop een hapje van zUn voorraad* te krUgen. De regen kletterde tegen de ruiten. De sol daat at brood met ham, de rentenier voederde zijn vrouw en de gevreesde controleur liet op zich wachten. Aan het station van Austerlitz vertelde ik den rentenier een roerende geschiedenis van myn broer, dien ik pas om negen uur bet was vUf uur in den morgen ontmoeten kon. Maar de rentenier was niet te bewegen. In het gedrang der aankomenden glelukte het mü ongezien door de controle aan den Qual d'Orsay heen te komen en eenlgszins duizelig tengevolge van de leege maag en van het avon tuur. bleef Ik een poos aan den oever van de Seine, alvorens ik een rondgang door de stad begon, waarmee Ik den tijd,,'tot het consulaat van myn land open was, dopr bracht. De 10 francs, die men my op het Consulaat gaf, waren op lange na niet voldoende om mün honger te stillen en ’s avonds zat ik met een bulk vol zwarte koffie en hongerig als ooit met een regeeiingsbiljet in een coupé van den trein naar de Duitsche grens naar Perl. Tot nu toe had ik nog nooit gehoord dat er een grens plaats bestond met een zoo ronden schitte renden naam. De trein rolde binnen, ik ging genoegiyk op de bank zitten, want Ut was Immers geen ver stekeling en had een biljet, zy het op kosten van de Regeerlng van mün land. 1) Houten hoorn, waarop rond Kerstmis (midwinter) de Twentsche boeren blasan. e vrede van Munster maakte een einde I aan een oorlog, die reeds sinds jaren grootendeels bulten het gebied der Re publiek werd gevoerd; zy maakte geen -inde aan den „guerilla" tusschen de Roomsche geea- teiyken en hun parochianen een er zy ds en de protestantsche machthebbers anderzUus. Vooral in Brabant en Twente waar bos. schen en helden zulke prachtig» schuil laatsen boden en talryke sluikwegen over de grens voerden naar *t Spaansche gebied en het ge bied van den vorst-blsschop van Munster, woedde die stille strijd. Brabant was het land der schuurkerken. „t Is Hapertsche kerk”, „t Is Stippertsche kerk" zegt men nog als men by het kaarten geen enkele „pop” in handen heeft, want in de schuurkerken van Hapert en Stlpthout rtond kermend gekreun zich weer tot samenhan gende woorden vormde, vóór ze den eersten zin sprak en haar omgeving weer met een helderen blik opnam. En haar oogen verwydden zich, toen zü op den stoel bü het voeteinde een ouden, mageren man zag zitten, om wiens ingevallen mond een week, feeder lachje speelde, dat bijna een bedelen leek om een goed woord. De oude apotheker Frans Reuter haar bed. Ze wilde iets zeggen, wilde haar verwonde ring over zün aanwezigheid uiten, maar toen werd ze zich opeens weer ten volle van het gebeurde bewust. Haar handen zwierven hulpe loos over het dek, hieven zich, om dadeiyk weer, als verschrikt en moedeloos, op het fyngebor- duurde laken terug te zinken, en een diepe, bange zucht ademde door het vertrek. „Wandaatje, hóe voel Je Je nu?” De apotheker glimlachte haar weer toe, zooals een zorgzame moeder haar ziek kind toelacht. Toen er geen antwoord vólgde, werd de klank van zün stem nog inniger: „Nu kun Je wel weer gauw opstaan, Wan daatje, denk eens aan. hoe heerlük dat voor je zal zün, en als je wilt, dan maken we samen een groote, verre reis en komen pas terug als je den leelüken schrik, dien je gehad hebt, heelemaa] vergeten bent.” Wanda antwoordde ook nu nog niet. Ze durfde nauwelüks de beteekenU doorgronden van wat de oude man daar gezegd had. Pas na een lang stilzwygen fluisterde ze, zóó -g-a en Engelach blad herinnert eraan, dat Mr. H Winston Churchill bezoekers uit Frank- rtjk wel eens hoogiyk verbaast door slch „un fiére alné de la Trinlté” te noemen. Of schoon overdreven bescheidenheid niet tot de ondeugden van dezen staatsman behoort, ia de jberste indruk van zyn Fransche gasten toch dat hü. door op dezen status aanspraaz te maken, wel wat erg hoog grüpt-— tenzy ry. wat hun waarschüniyker toelijkt, plotseling. geïnspi reerd mocht zyn door het voorbeeld van den gekken Madhl. De Fransche vertaling moge eenlgszins twü- felachtlg zün, dén titel van „Elder Brother of Trinity House" voert Mr. Churchill in ieder geval, en 't is waar, dat wanneer hü ook t woord „House” In t Fransch vertaalde, het re sultaat eenlgszins houterig zou zyn. Mr. Churchill heeft redenen om trotsch te sün op dezen titel, want behalve aan gewezen aan voerders der oorlogs- en handelsmarlne wordt deze, als eeretitel, slechts verleend aai. vorste- lyke personen en ook wel aan edellieden van den allerhoogsten rang, die zich, behalve door edelman te zyn, op een of andere wüze byzon- der onderscheiden hebben. Mr. Churchill is maar de kleinzoon van een hertog en de zoon van een baron, en sür Ouder Broederschap van Trinity House heeft hü hieraan te danken dat hlf Eerste Lord der Admiraliteit «te gedurende dé eerste oorlogsjaren, en in deze Hoedanigheid de samenwerking tusschen oorlogs- ei handels- marine tot stand gebracht heeft,. Trinity House viert thans een honderdjarig JubUé. '1 Was in Augustus 1838 dat bet 't be lleer meeg. over alle zeebakens rondom de Brltsclje eilanden, en aldus belast zere met een der belangr'jkste functies In de scheep vaart. Als instelling bestond het evexiwel reeds eeuwen daarvoor De stichter was Sir Thomas Spert, schatmeester van de marl.ie van Hen drik VIII. en commandant van de Harry Grace de Dleu, een geweldigen vergulden vlermaster, waarop de koning overstak naar Ja.'ais, on weg naar het Camp du Drap d'Or oy Guinea. De stichting had in 1514 plaats, de u.corporatie eerst 15 jaren '.ater, en wel onder den achll- derachtigen maar eenlgszins langademlgen naam „The Master, Wardens and Assistants of the Guild, or Fraternity, or Brotherhood of the Most Glorious and Undlvidable Trinity, and of Zoo kon.men vier k vyf mannen bezig zien de stoepen en de panen in den tuin van het kasteel te wieden, en de afgevallen bla. deren in de lanen büeen te harken, terwyi hun eigen oogst op het veld moest blüven staan wGing de drost jagen, dan werd niemand» namen en daden van deze vyanden der Kerk,- lend ontzien. Het jachtgezelschap rende dan wel de Gran Chaco, Mandsjoerye, of Spanje, daar verrchünen de spe ciale verslaggevers der groote dagbladconcerns en nieuwsbureaus om ter plaatse de berichtgeving te verzorgen. Want de wereld eischt nieuws; snel, betrouwbaar en liefst zoo uitvoerig mo gelUk! De moeilükheden, die de oorlogscorrespon dent bü de vervulling van zün taak te over winnen heeft, zün legio. Hü trekt er uit, dlkwyis niet zonder gevaar voor eigen leven, en hü moet vóói alles snel werken, want niets wordt zoo spoedig door de feiten achterhaald als oorlogsnieuws. Indien een bericht, hoe gloed nieuw en sensationeel overigens ook. niet tydig zyn bestemming bereikt, is alle moeite tever geefs geweest -Vandaar de voortdurende wed loop met coUegas naar telegraafkantoren, te lefoonstations en andere moderne communi catiemiddelen, die een snelle expeditie van het nieuws mogeipk maken. Naast alle begrüpdljyke kameraadschap én collegialiteit heeft tusschen oorlogscorrespon denten immer een gezonde concurrentie bestaan. Listigheidjes om bü het verzenden der kopü zoowel de militaire censuur als de collega’s te verschalken, behooren gan ook geenszins tot de zeldzaamheden al zullen de meesten het wel niet zoo bont hebben gemaakt als de door Jules Verne beschreven reporter, die, in afwach- ---- -- ting van een hoogst belangryk» gebeurtenis ln i*”1 kamer bewaard geworden en van hul* heele hoofdstukken uit den Bybel 'let over- -- --*■ seinen om zün plaats aan het telegraafloket te behouden! Wat vindingrykheld betreft, deden de oor- log'correspondenten van een goede vyftig Jaar geleden, ale uiteraard slechts over seer primi tieve communicatiemiddelen beschikten, stellig niet voor hun tegenwoordige collega's onder. Een hunner, de reporter Cameron van de En- gelsche .Standard”, had het hierin al heel ver gebracht. Niemand was zoo handig als hü Alles, wat hü ook ondernam, gelukte hem. HU maakte er een sport van de militaire censuur om den tuin te lelden, en was by het verzenden van zün berichten overal haantje de voorste, zyn collega's, met wie hy overigens aangenaam samenwerkte, bracht hü dlkwüls tot wanhoop. Het kwam zelfs zoover, dat ze-kich al onbehaag- lyk begonnen te gevoelen, als hü zich niet in hun gezelschap vertoonde. Éen züner sterkste staaltjes van oorlogsJoumalAtlek haaide C&- tneron in 1879 in Zuld-Afrika uit. Het Zoeloe- opperhoofd Oetewayo was door de Engelschen verslagen en arriveerde in het hoofdkwartier om zich de vredesvoorwaarden te laten voor- rchrüven. Een sensatloneele primeur dus! Maar de Engelsche opperbevelhebber stak een spaak in het wie! door den telegraafbeambten te ver bieden perstetegrammen te accepteeren alvorens het officieele legerbericht over de onderteeke- ning van het vredesverdrag naar Londen was ■geseind. Cameron sloop ongemerkt het kam pement uit en beval zün bediende de andere reporters voortooplg aan de praat te houden. Hij zadelde zün paard en yide naar een ruim 40 K.M. verder gelegen telegraafkantoor, dat de generaal, naar hfl meende, wel vergeten zou hebben. De fortuin was hem gunstig; het tele gram werd aangenomen. En toen Cameron in het kamp terugkeerde, passeerde hy zün col lega’s, wlen hü in geuren en kleuren vertelde, dat hü reeds geseind had. Ze gaven hun paar den de sporen en renden als razenden weg. Even later ontmoette Cameron toevallig den adjudant van den generaal en hü Informeerde langs zyn neus weg of de opperbevelhebber wel om het bewuste telegraafkantoor had gedacht. „Bü Jove, no!” riep de officier. „Ik zal dadelyk in structies seinen!” En zoo geschiedde het, dat de andere correspondenten aan het loket te hooren kregen, dat ze niet mochten seinen, wat hen des te meer ergerde, toen de telegrafist ver telde, dat Camerons bericht vermoede!Uk reeos te Londen was. intusschen was ook het offi- eieele legerbericht overgeselnd, zoodat iedereen in het ramp naar hartelust kon telegrafeeren. Maar Cameron was weer nummer één geweest! Toch zou deze geroutineerde reporter, die Zün collega's reeds zoo menig maal bü den neus had gehad, eenmaal zyn meester vinden. Dat gebeurde in China, in 1883. In gezelschap van sün collega's Gilder van de „New York Herald" en Colquhoun van de Londensche „Times” arri veerde hy per stoomboot in de haven van Hong kong, waar ze hun telegrammen, ongehinderd door de Fransche censuur, wilden verzenden. Zooals gewooniyk kwamen er allerlei Chi- neesche bootjes langszy om passagiers op te nemen. Daar de gangtrap aan stuurboord was neergelaten, stond iedereen aan die züde van het schip. Eensklaps ontdekte Colquhoun, dat Cameron weer eens zoek was. Dat was een veeg teeken. Na lang speuren ontdekten ze, dat hü in alle stilte een bootje naar bakboordzü had gewenkt en naar alle waarschyniykheid reeds op het telegraafkantoor was. De belde reporters trokken een lang gezicht en Heten zich even eens aan wal brengen. Onderweg ontmoetten ze den vermisten Cameron, die hun allervriende lijkst vertelde dat hü al getelegrafeerd had en óen raad gaf hetzelfde te doen. Van bloemen, kleuren, licht. Daar is het toch een'groote dag: De haven is thans klaar. Brengt de vervulling van een wensch Van menig, menig Jaar. Heel Twente viert dit feest nu mee, Heel Twente voelt het aan: Dat thans het uur van nieuwe kracht. Van nieuwen bloei kan slaan, fn Twente woont een nijver ras, Dat ‘t werken is gewend. Dat V resultaat van energie, Maar ookde crisis kent. Dat Twente nu nog veel vermag, Steeds nieuwe wegen leert, Wordt tevens nu ten toon gesteld, En fraai gedemonstreerd. De bakens worden daar verset Als het getij verloopt, En, met Gods hulp, op eigen kracht En werkzaamheid gehoopt. Men zit niet bij de pakken neer, Maar vechtt ook tegen druk, Wi) wenschen Twente: ’t vol profijt. Succes! En veel geluk! HERMAN KRAMER gebroken alsof toesnoerde: „Ik wil nooit meer- menschen ontmoeten, ik ben immers voor myn heele leven geschonden en mismaakt.” De apotheker wiegde als peinzend het hoofd op en neer. „Ja. in een paar dagen tyds. Wandaatje, wordt dat allemaal niet zooals het vroeger ge weest is, maar als Je geduld hebt, komt ook Je schoonheid terug.” Langzaam drongen de troostende woorden tot Wanda von Grettenau door. „Geduld." kreunde ze, „dat is juist wat me het allermeest ontbreekt; o, ik lym razend wor den wanneer ik er aan denk, verbrand en misvormd, een gryzen voor wle me. ziet, dat ellendige schepsel by Malte vrü spel heeft en ik niet in staat hen. iéts te ondernemen om hen van elkaar te schelden. Waarom is dat bruine schaap niet overkómen wat mü óver kwam?” „Wandaatje, je mag Je vooral heelemaal niet opwinden.” de apotheker streelde schuchter over de kleine hand, die het dichtst bU hem lag, „kük eens, aan die zaak is nu niets meer te veranderen, en daar moet je je in schikken. We zullen liever eens overleggen wat je nu gaat doen. Zie Je, Wandaatje," hy streelde haar hand iets moediger, „het is het allerbeste voor Je, dat je zoo gauw mogelük in een heel andere omgeving komt, waar Je alles kunt vergeten. De wereld Is zoo groot en mooi, en als Malte Dittborn trouwt, dan merk Je er heelemaal Toen hü weg was zei Gilder: „En toch zal ik hem voor zyn!” De ander was soo vrü dit te betwüfelen. Dat zullen we wel eens zien!” mom. pelde Gilder grimmig. Behalve gen uitvoerig telegram had hy een seer beknopt ^.voorlooptg bericht” van twintig woorden opgesteld met toevoeging „dringend”. Dit overhandigde hü den beambte, die oogenblikkeiyk den telegrafist die nog met Camerons telegram bezig was toeschreeuwde: „Halt, alles laten liggen! Een dringend telegram „Wat?" riep Colquhoun verbaasd, Jtaten Jullie daarvoor een half overgeselnd telegram uggen?** „Zeker" antwoordde de beambte. „Orders zyn orders. Dringende telegrammen gaan vóór, selfs vóór regeeringsdépéches. Maar se kosten dan ook driemaal den gewonen prUs!” Het kleine berichtje kostte zes dollar zestig cent per woord. Zoo bezorgde Gilder de ..New York Herald" een primeur. Maar, wat in dit geval zeker even belangryk was, de gewiekste Cameron was eindelyk getroefd. En dat nog wel door een veel jonger, pas beginnend collega! «Ruk toch niet zoo afschuweiyk aan die krul- als ze in de war zitten, ik verga toch al van óe hoofdpyn!” schreeuwde se plotseling en Iriste de kamenier den borstel uit de hand. Ze kon zich niet langer beheerschen. Op een of andere manier moest ze haar hart "cht geven. De breed uitslaande krullen- inassa naar voren werpend, begon ze zelf ver- te borstelen, en, zich een wienlg voorover riep ze: „Zóó doe je dat, begrüp je, ■06!” f Daarby kwam ze te dicht bü de brandende P*t van het spirltus-toesteUetje en in één "Póeelbaar oogenblik leek het, of de roodglan- •ende haren nóg rooder en stralender waren is’orden, bliksemsnelle vlammetjes vraten zich an de gouden punten omhoog en dadelyk wapperde een als door den wind be- vurige sluier om het teere gezichtje Wanda von Grettenau. “e kamenier gilde het uit, en, osunlddellljk vollen omvang van het gebeurde over-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 15