<Ketw*Aaal
Tuimelt je en Kruimeltje in het Kabouterland
11
I
den dag
WUX
F 750.-
Oorlogsreporters
D
Zigeunerinnetje
rjrDimiiiiiiiiiiimiw
EEN VIJAND DER KERK
7 VOLLE PROFIJT—
I
IM
col-
Cameron getroefd
De drost van Twente
J
n
G
De reis
naar Perl
Honderd jaar
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1936
- -
„De Ellendigen” als
Sowjet-film
door anny vonFanhuis
■Mmmuii||||| llllllllllllill"*1"**11**111
ld
245,
A
U /V U? J ^5=
X
A:
iimmM
««n
I
het
u
ihiiiiiiiiiiiiiiii
M
hooien, houthakken ja, wat
Ül
[ol
t
de
[0]
l
I-
4
t
d
t
1
t
door hem allerlei streken van Tuimelt je en Kruimeltje te ver
tellen en zoo ging de dag gelukkig nog *1 gauw oen.
1
4
i
I
de ontzetting haar de keel
d
zat
aan
n
a
als
(Wordt vervolgd)
1
-
t
L
nd
TOV
Ie
le
i
Meneer de hond was dien dag erg waakzaam. Zoo gauw er
maar Iemand In de buurt kwam, begon le te blaffen en zoo
kon niemand de kaboutertjes zien zitten. Ze dankten den hond.
d
r
r
Tegen den middag zagen de kaboutertjes in het hondenhok,
dat de boer naar zijn velden ging kijken. Het was dien dag
heel warm en de boer begon toch wel een beetje schrik te
krijgen, dat de dreigementen van de kabouters eens waar moch
ten zijn. Maar hoe warm hij het ook zelf had, de bloemetjes
en groenten verhieven nog fier hun kopjes en dat stelde den
boer een beetje gerust.
Maar toen het avond werd, kwam hij met een verschrikkelijk
bang gezicht thuis. „Vrouw,” zei ie, „alle groenten zijn zoowat
dood van de hitte. Kom mee, dan gaan wê bet veld begieten."
Maar daar voelde de vrouw niet veel voor en nadat ze eerst
een hoop ruzie hadden gemaakt, gingen ze kwaad naar het
land toe.
r
i
t
i
it
t
c,
a
t
t
r
i
t
Ons aller oogen ztfn vandaag
Op Enschede gericht,
Daar waait de vlag, daar is *t een
feest
In goed humeur probeerde te 1
over my zat een soldaat In blai
form, die van Bordeaux tot Parijs
it
1.
r
k
tot huis gedragen als de schoutenrakkers te
nieuwsgierig werden; en O. L. Vrouw ten Hei
ligen Eik in Oirschot heeft jaren lang in een
"lUt vertoefd, dadat de drost van Kempen -
de kapel bad laten slechten en hst beeld
enkele „pop” in ham
schuurkerken van Ha,
geen enkel beeld.
Menig miraculeus beeldeke Is toen Jaren lang
ts
te
t.
ur
te
lf.
ie
et
i-
is
tr
d
T
n
tv
lf
k lum
d* ik hier nu lig,
vporwerp van af-
térwljl Intusschen
vel
lar
bad opgeëischt,
Tegen de onbezweken trouw der oovolklng
legden op den duur zelfs de vurigste jjveraais
bet af; als de Koster van Meerveldhoven ML
chiel „die roomsch schoolmeester was geweest
en vele beelden verbrandde en ook der Heili
gen Eik heeft uitgekapt en verbrand, den eik
die zooveel krukken en banden van menschen.
die genezen waren, in z’n takken had hangen,
dat een paard ze nauwelijks had kunnen zoort-
trekken"; als Stefanus Hazenwlnckel. die ons
ongewild zoo’n prachtlgen kijk geeft op zijn
baloorlg karakter in zyn belde ..Reizen door
de Majorye” van ’s Hertogenboech en als die
andere predikant, de dominee van Boxtel, die
den loop van den Dommel liet verleggen, om *t
putje van het H. Bloed In het midden van de
11 vier te krijgen en zoo te laten verdwijnen.
I De gewesteljjke hlstorieboeken bewaren
/Vaart alle kameraadec hap en
legialiteit bestaat er steeds
gezonde concurrentie
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
het
dekte.
Jegens
wereld.
„O, als ze maar niets meer behoefde te
hooren en te zienl
A.
beroep van oorlogscorrespondent wederom in het
middelpunt van de belangstelling geplaatst.
Overal waar gevochten wordt, of het nu Ma-
lokko la dan wel de Gran Chaco. Mandsjoerjje,
Zorg voor de veiligheid dar
scheepvaart
A f T 17 A O/^ATXT^1 °P blad ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tégen 17 7^0 by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 bU een ongeval met 17
/Al Ti Xa tkt JI w I tl r. ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen A VV»“ doodelïjken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
anrnimiitllllllllllllllllllllllllfllllllllllllllllllllllllllllflllllliuiiiinmm
oude pastoor, die zoo lang als hy leefde dienst
wilde doen in de kerk, ’t Is te begrijpen dat
het tusschen hem en den droet niet boterde,
en dat de laatste zijn uiterste best deed om
den pastoor op een verboden dienst te be
trappen. Maar dat is hem nooit gelukt. En
hoe kwam dat?
Wel. als de •drost sün kasteel by Oounarsum
uitreed, nam de eerste de beste boer die 'ssm zag
zijn midwinterhoorn 1) en blies boven den put
dat het ver in den omtrek weerklonk.
Als buurman dat hoorde, nam hij ook zUn
hoorn en zoo ging bet van erf tot erf. De
drost zat amper te paard of ze 'wasten in
Deurnlngen al dat hu in aantocht was en als
hh er aankwam, was er geen pasmoor in de
kerk te bekennen.
De heerendlensten waren al lang en breed
af geschaft, toen „de slechte drost” te weer
instelde. Voortaam moesten de ooeren de ak
kers van hun dröfct omploegen, den ooc^t bin
nenhalen, maaien' hooien, houthakken ja, wat
niet al.
e snelheid, waarmede de wereld over het
venoop van den Spaanschen burgerkrijg
wordt ingelicht, heeft het avontuurlijke
In de Moskousche filmfabriek is men be
gonnen met opnamen voor de film „Gavroche"
naar „De Ellendigen" van Victor Hugo.
Het leven van Gavroche wordt vertoond van
het oogenblik af. dat hü in het gezelschap van
bandieten verzeild raakt tot aan zijn tragisch
einde op de barricaden. De film Wordt gedraald
door de Jonge vrouwelljke regisseur Tatjana
Loekasjewitsj.
1 te
paard door de bloeiende boekweit en de pas
cpgekomen rogge en joeg de schaapskudden
uit elkaar, als het In hun kraam te pas kwam.
En de boer kon langs den weg gaan s aan er
zün pet afnamen.
Natuurlijk ging het by den dood van zoo’n
slecht mensth niet rlchtlg toe. De rentmeester
vertelde later, aan ledet die het hooren wilde,
dat op het sterfuur alle kanonnen in de hel
gelost waren en toen men hem uitdroog, ver
dorden naar men zegt alle oladeren aan
de boomen In de laan tusschen het kasteel
en de witte poort, waardoor de UJtastc-t ging.
J. R. W. 8INNINGHE
Beginnelingen.
Balletmeegteres: Ik kan uw uitbeel
ding niet mooi vinden, beate juffrouw,
het komt mij als een groot vraagteeken
voor.
St. Clement, in the parish of Deptford Btrond,
lu the count; of Kent.”
Wjj kunnen begrijpen, dat mr. Churchill, als
hb zijn rang In *t Fransch vertsalt. liefst' aan
den velllgen kant blijft door *t soo kort moge
lijk te maken.
*t Huis van ’t gilde stond aanvankelijk te'Dept
ford, ten oosten van 'Londen, en werd eerst In
1787 gesloopt, ofschoon reeds lang daarvoor een
ander huls in gebruik genomen werd In Wa
terstreet, nabij de Theems. Pepys rept van dit
huls in zijn aanteekenlngen betreffende den
grooten brand van Londen. Na deze ramp werd
hel vervangen door een groot en moi.umentaal
bouwwerk, dat In overeenstemming was met den
rijkdom en het aanzien van het gilde, dat ten
slotte beschikte over ’n Jaarlfjksch inkomen van
900.000, opgeleverd door baken-, loods-, ton
nage- en andere gelden. Uit dit inkomen be
streed het gilde de kosten van den bouw van
nieuwe, en t onderhoud van alle bestaande
vuurtorens. Overigens werd het voornamelijk
besteed aan 't ondersteunen van arme'zeelie
den, hun weduwen en weeaen. Tot Ui de vorige
eeuw was de macht-van Trinity House zeer
groot. Het gilde genoot tal van rechten en be
voegdheden op de Theems en oefende juris
dictie uit over de handelsmarlne.
Aan deze macht kwam honderd jaren gele
den een 'einde. Toch staan niet alleen alle ba
kens in de Britsche wateren sinds 1838 onder
zijn contröle, maar het heeft de luodsrechten
op de Theems behouden, en neemt nog steeds
een groot deel van de verantwoordelijkheid voor
de veiligheid der scheepvaart op Zich.
De rangen en titels, welke in den naam, waar
onder het gilde In 1529 Ingeschreven werd, voor
komen, zijn nog steeds van kracht aan ‘t hodfd
van Trinity staat een „Master”; verder zijn er
vier „Wardens” (curatoren), acht ..Assistents”
(bestuursleden) en achttien „Elder Brethern”
(commissarissen). ZU allen dragen, olj plechtige
gelegenheden, zeer schilderachtige uniformen,
en mr. Churchill, die als oud-officler, lid van
den Geheimen Raad, enz., recht heeft op t dra
gen van verscheidene gala-unlformen, stelt
naar zijn vrienden beweren dat van Trinity
College 't meest op prijs, ofschoon hl), als on-
vervalscht Engelschman. bl) voorkeur In 't ge
heel geen uniform draagt.
niets van. Wie weet, Wandaatje, waar het geluk
voor Jou nog eens bloeit.”
De zieke richtte zich een weinig op en uit
het dicht-omzwachtelde gezicht flakkerden de
oogen als groenaehtlge vlammetjes.
..Zou Ik me er In moeten schikken, sou
ik voorgoed van hem moeten afzien, Ik, neen,
dat verdraag Ik niet!”
„Wandaatje, wind je nu niet op, hoe rustiger
je blijft, des te vlugger genezen je wonden.
Wees dankbaar, kind, dat het licht van je oogen
niets geleden heeft,” en bewonderend voegde
hl) er bl): ,4e oogen zijn mooier dan ooit.”
Frans Reuter sprak geen onwaarheid, maar
voornamelijk hoopte hij, door dit complimentje,
zijn nicht wat aangenamer te stemmen.
Dat gelukte hem boven verwachting wanda
zuchtte even van verlichting en er lag bijna
een hoopvolle klank In haar stem, toen ze
vroeg:
„Hebben mijn oogen werkelijk niets geletfen?”
„Ze zijn nog nooit zoo mooi geweest,” her
haalde de oude man met overtuiging.
..Ik wil graag in den spiegel kijken,” zei
Wanda daarop en de oude apotheker reikte
haar een handspiegel en bleef toen op eenlgen
afstand staan. Zijn hart bonsde zóó heftig, dat
hij bijna vreesde dat ze het zou hooren.
Dit was nu het oogenblik waarvoor hjj ge
vreesd had sedert hy op het bericht van het
ongeluk was toegesneld, om haar, dje slechts
betaalde hulp om slch heen had, troost en steun
te geven. HU wist Immers, hoe trotsch Wanda
op haar schoonheid was, en groote schrik en
opwinding zouden onvermijdelijk hot gevolg
geluid
stoel zonk.
De schreeuw van Clara werd gehoord door
een knecht, die Juist op de gang bezig was. HU
stormde de kamer binnen en droeg de bewus-
telooze jonge vrouw naar het aangrenzend ver
trek, waar hU haar behoedzaam op het bed
neerlegde.
Het zware tafelkleed had weliswaar de
vlammen kunnen dooven doch hoe sag het
mooie geslcht er uit! De kamenier wrong de
handen en vertelde met horten en stooten hoe
alles zich had toegedragen.
De knfcht, een rustige, oudere man, onder
brak haar: „Dat is tenslotte allemaal bUsaak,
op de eerste plaats moet de dokter opgebeld
worden.”
Het meisje holde al naar de telefoon.
Dokter Winkler uit het naburige stadje was
gelukkig thuis en toen Clara hem stotterend
had meegedeeld wat er gebeurd was, beloofde
hij onmlddellUk te zullen komen.
Reeds twintig minuten later hield zUn auto
voor de poort stil en nu gingen zUn zachte,
geoefende handen Uverig aan het werk om het
arme, verbrande gezicht zooveel mogelUk ver
zachting te brengen.
Hoofd en gezicht volslagen Ingepakt lag de
voor kort nog zoo beeldmooie barones von
Grettenau op haar smartenbed.
Het duurde dagen en dagen vóór haar zacht,
•l
zUn. wanneer ze zich in den spiegel bekeek.
Goede hemel, wat sou hU niet willen geven,
wanneer hü haar deze smartelijke oogenblikken
kon besparen een paar van zUn laatste
levensjaren zou hU met vreugde hebben wil
len offeren, wanneer hU deae macht bezeten haa.
Hu hing immers zoo met zUn geheele hart aan
het eenlg kind van zUn gestorven zuster en wat
Wtmda hem in haar hoogmoed en zelfzucht
had aangedaan, was reeds weer vergeten.
Angstig volgde hU elk harer bewegingen,
toen ze den spiegel ophief en hem dicht bU
haar gezicht bracht. Een toen slaakte zU plot
seling een hartverscheurenden. doordringenden
gil en zonk in de kussens terug.
„Wandaatje, zooals je er nu ultslet. biyf je
toch niet/ sel de oude man; zijn stem was
één en al Innigheid. .X>at wordt toch allemaal
weer anders en juist zooals vroeger."
Wanda von Grettenau kon geen woorden
vinden.
De vriendeiyke oude stem deed haar werkelUk
goed; ze was als de milde balsem, die onder
verband haar arm, verwoest gezicht be-
Maar tegelUk voelde ze iets als haat
deaen ouden man, jegens de geheele
an da strandbar. waarvan de trtentera-
ZA markiezen in den zeewind fladderden.
dronk ik voor mUn laatste francs twee
heerlüke cocktails. Met eenlgszins verwarde
hersenen en een weemoedig gevoel rukte ik
mü los uit de atmosferen der witte luxe jach
ten van de blauwe zee voor het strand en de
chocoladebruine menschen, die aan het strand
rondzwieryen of lagen, wanneer ae tenminste
niet sliepen of in de hotels dansten.
Eerst eén beetje onseker het lustig leventje
steekt iemand vlug aan tippelde ik over den
macadam-weg uit de mondaine badstad Biar
ritz naar de ongewisse verten..,, zonder een
centime op zak door het herfstachtig landschap
der Baskische kust, naar Bayonne en verder
naar Dax In de richting Bordeaux.
Ik moet hlerkan toevoegen, dat ik niet anders
dan te voet langs de kust in Biarritz aankwam
en dat ik. alvorens de stad te betreden, mUn
hemd in het zeewater uitspoelde, een uur in
de zon ging liggen en wachtte tot het droog
was. En dat ik een Jongen Yankee hielp zyn
Chrysler uit bet duinzand te duwen en'hU mU
voor dezen dienst een lapje van 100 frs. in
dte hand stopte.
En dit biljet deed my in drie heeriyke dagen
vergeten dat de nachten in de open lucht, mid
den in de Pyreneeën reeds rUkelUk koud en
de dorre streken van Noord-Spanje vol ellende
eu honger waren.
Maar zooals Ik de stad blnnengekotnen was,
zoo verliet ik ze ook weer. Alleen de verwarde
ziend, rukte ze een dik geborduurd kleed van
een vlakbU-staand tafeltje en wierp dat over
het hoofd van haar meesteres, die een oogenblik
later, als door den bliksem getroffen, zonder
eenlg geluid te geven bewusteloos van haar
maar het volk vergat hen volkomen. Men
moet méér op zUn kerfstok hebben, om niet
vergeten te worden.... en dat had d'e drost
van Twente, Sigismund, graaf van Heyden
Hompesch.
Om de nietigste redenen zoo verhaalt
men nog sloot hU de schuurkerken die al
leen met gouden sleutels (dX tegen betaling
van groote geldsommen) weer geopend kon
den worden. Eens was „de slechte o ost’ in
Den Haag en verloor met kaarten op z-keren
avond een aanzienlijk bedrag. HU was er stil
van, maar zUn vrienden wisten hem spoedig te
troosten: ,Jiy moest maar een paar kerken
sluiten”, zeiden ze, „dan had hU alles dubbel
terug”.
In Deurnlngen woonde in die dagen
hersenen en het weemoedig gevoel bad ik er
hurkte ik tegen een boom aan, op den harden
weg, en rookte de laatste van mUn slechte Ma
ryland-sigaretten, ,om de leegte In mUn maag
ten minste met qóok te vullen. En onder bet
uitpuffen van den rook en terwijl ik zat te
staren over den zwarten weg. die als een on
eindige kolenband schemerde, peinsde ik er
over na wat „eten" in het Franach zou betee-
kenen en .honger hebben” en welke straffen
de justitie In Frankrijk voor blinde passagiera,
vagebonden, snorders en dakloozen in petto had.
Want ofschoon ik al heel wat landen bezocht
had tydens mijn zwerftochten, in Frankrijk
was ik nooit geweest en van de Fransche taal
wist ik niets meer dan ..merel" en een of an
deren vloek, dien een ingenieur bü den spoor
wegbouw In het oerwoud van Venezuela ieder
oogenblik uitbraakte.
Plotseling verschenen aan een bulging van
den weg twee helgloeiende oogen, die gele
stralenbundels ver over t zwarte land wierpen.
Ik ging aan den kant van den «eg staan en
maakte nood-
seinen met mün
zakdoek, dien ik
eenlg souvenir
aan de Beach
van Biarritz ge
vonden had. De
auto stopte ik
klauterde er in, en toen ik wakker werd, stan
den wü op de Place de Gambetta in Bordeaux.
Ik ging naar den eersten den besten agent,
die een kort pelerientje droeg en vertelde hem
in het Spaansch, dat ik geen geld had. maar
toch voor de rest van den nacht een onderdak
zocht. De agent verwees my naar een hotel
in een kamer op de eerste verdieping, die Oos-
tersch Ingericht was en voor kapiteins en der-
gelUke bestemd scheen. Ik wierp my op bed,
toen de hospita verscheen en mü kort en bon
dig buiten gooide.
Toen ging ik naar de kade en bracht daar
de paar uren, waarin gewone stervelingen den
slaap der rechtvaardigen slapen, door, met na
te tellen den hoeveelsten nacht ik op deze ma
nier op een kade doorbracht. Het was reeds
licht, voordat ik met tellen klaar was.
's Avonds stapte ik met een perronkaartje m
den trein naar Parijs. In den coupé. dien tk
koos, zat een welgesitueerd heer, die er als een
rentenier uitzag, zooals alle Franschen op den
leeftijd dat het haar begint te dunnen en grtjs
wordt. De vrouw die hem Wergezelde en tegen
over hem zat, was een corpulent, twistziek'per
soon, opgedirkt als een circuspaard, dat hy
met chocolade en goede woorden voederde en
brengen. Tegen-
blaupv-grüs unl-
xü» niets anders
deed dan boterhammen met ham fnaar binnen
werken.
MUn oogen dwaalden van de boterham met -
ham naar de chocolade en weer terug en bü
den knagenden honger vergat ik dat ik zonder
kaartje in dezen trein zat.
De welgedane rentenier had op school een
beetje Spaansch geleerd en liet my trotsch de
paar woorden, die hu kende, hooren. Toen hü
aanstalten maakte een zijner handkoffers uit
het bagagenet te halen, sprong ik vlug op om
hem te helpen in de stille hoop een hapje van
zUn voorraad* te krUgen.
De regen kletterde tegen de ruiten. De sol
daat at brood met ham, de rentenier voederde
zijn vrouw en de gevreesde controleur liet op
zich wachten.
Aan het station van Austerlitz vertelde ik
den rentenier een roerende geschiedenis van
myn broer, dien ik pas om negen uur bet
was vUf uur in den morgen ontmoeten kon.
Maar de rentenier was niet te bewegen.
In het gedrang der aankomenden glelukte
het mü ongezien door de controle aan den Qual
d'Orsay heen te komen en eenlgszins duizelig
tengevolge van de leege maag en van het avon
tuur. bleef Ik een poos aan den oever van de
Seine, alvorens ik een rondgang door de stad
begon, waarmee Ik den tijd,,'tot het consulaat
van myn land open was, dopr bracht.
De 10 francs, die men my op het Consulaat
gaf, waren op lange na niet voldoende om mün
honger te stillen en ’s avonds zat ik met een
bulk vol zwarte koffie en hongerig als ooit met
een regeeiingsbiljet in een coupé van den trein
naar de Duitsche grens naar Perl. Tot nu
toe had ik nog nooit gehoord dat er een grens
plaats bestond met een zoo ronden schitte
renden naam.
De trein rolde binnen, ik ging genoegiyk op
de bank zitten, want Ut was Immers geen ver
stekeling en had een biljet, zy het op kosten
van de Regeerlng van mün land.
1) Houten hoorn, waarop rond Kerstmis
(midwinter) de Twentsche boeren blasan.
e vrede van Munster maakte een einde
I aan een oorlog, die reeds sinds jaren
grootendeels bulten het gebied der Re
publiek werd gevoerd; zy maakte geen -inde
aan den „guerilla" tusschen de Roomsche geea-
teiyken en hun parochianen een er zy ds en de
protestantsche machthebbers anderzUus.
Vooral in Brabant en Twente waar bos.
schen en helden zulke prachtig» schuil laatsen
boden en talryke sluikwegen over de grens
voerden naar *t Spaansche gebied en het ge
bied van den vorst-blsschop van Munster,
woedde die stille strijd.
Brabant was het land der schuurkerken. „t
Is Hapertsche kerk”, „t Is Stippertsche kerk"
zegt men nog als men by het kaarten geen
enkele „pop” in handen heeft, want in de
schuurkerken van Hapert en Stlpthout rtond
kermend gekreun zich weer tot samenhan
gende woorden vormde, vóór ze den eersten
zin sprak en haar omgeving weer met een
helderen blik opnam. En haar oogen verwydden
zich, toen zü op den stoel bü het voeteinde
een ouden, mageren man zag zitten, om wiens
ingevallen mond een week, feeder lachje
speelde, dat bijna een bedelen leek om een goed
woord.
De oude apotheker Frans Reuter
haar bed.
Ze wilde iets zeggen, wilde haar verwonde
ring over zün aanwezigheid uiten, maar toen
werd ze zich opeens weer ten volle van het
gebeurde bewust. Haar handen zwierven hulpe
loos over het dek, hieven zich, om dadeiyk weer,
als verschrikt en moedeloos, op het fyngebor-
duurde laken terug te zinken, en een diepe,
bange zucht ademde door het vertrek.
„Wandaatje, hóe voel Je Je nu?”
De apotheker glimlachte haar weer toe, zooals
een zorgzame moeder haar ziek kind toelacht.
Toen er geen antwoord vólgde, werd de klank
van zün stem nog inniger:
„Nu kun Je wel weer gauw opstaan, Wan
daatje, denk eens aan. hoe heerlük dat voor
je zal zün, en als je wilt, dan maken we samen
een groote, verre reis en komen pas terug als
je den leelüken schrik, dien je gehad hebt,
heelemaa] vergeten bent.”
Wanda antwoordde ook nu nog niet. Ze
durfde nauwelüks de beteekenU doorgronden
van wat de oude man daar gezegd had.
Pas na een lang stilzwygen fluisterde ze, zóó
-g-a en Engelach blad herinnert eraan, dat Mr.
H Winston Churchill bezoekers uit Frank-
rtjk wel eens hoogiyk verbaast door slch
„un fiére alné de la Trinlté” te noemen. Of
schoon overdreven bescheidenheid niet tot de
ondeugden van dezen staatsman behoort, ia de
jberste indruk van zyn Fransche gasten toch dat
hü. door op dezen status aanspraaz te maken,
wel wat erg hoog grüpt-— tenzy ry. wat hun
waarschüniyker toelijkt, plotseling. geïnspi
reerd mocht zyn door het voorbeeld van den
gekken Madhl.
De Fransche vertaling moge eenlgszins twü-
felachtlg zün, dén titel van „Elder Brother of
Trinity House" voert Mr. Churchill in ieder
geval, en 't is waar, dat wanneer hü ook t
woord „House” In t Fransch vertaalde, het re
sultaat eenlgszins houterig zou zyn.
Mr. Churchill heeft redenen om trotsch te sün
op dezen titel, want behalve aan gewezen aan
voerders der oorlogs- en handelsmarlne wordt
deze, als eeretitel, slechts verleend aai. vorste-
lyke personen en ook wel aan edellieden van
den allerhoogsten rang, die zich, behalve door
edelman te zyn, op een of andere wüze byzon-
der onderscheiden hebben. Mr. Churchill is
maar de kleinzoon van een hertog en de zoon
van een baron, en sür Ouder Broederschap van
Trinity House heeft hü hieraan te danken dat
hlf Eerste Lord der Admiraliteit «te gedurende
dé eerste oorlogsjaren, en in deze Hoedanigheid
de samenwerking tusschen oorlogs- ei handels-
marine tot stand gebracht heeft,.
Trinity House viert thans een honderdjarig
JubUé. '1 Was in Augustus 1838 dat bet 't be
lleer meeg. over alle zeebakens rondom de
Brltsclje eilanden, en aldus belast zere met
een der belangr'jkste functies In de scheep
vaart. Als instelling bestond het evexiwel reeds
eeuwen daarvoor De stichter was Sir Thomas
Spert, schatmeester van de marl.ie van Hen
drik VIII. en commandant van de Harry Grace
de Dleu, een geweldigen vergulden vlermaster,
waarop de koning overstak naar Ja.'ais, on weg
naar het Camp du Drap d'Or oy Guinea. De
stichting had in 1514 plaats, de u.corporatie
eerst 15 jaren '.ater, en wel onder den achll-
derachtigen maar eenlgszins langademlgen
naam „The Master, Wardens and Assistants of
the Guild, or Fraternity, or Brotherhood of the
Most Glorious and Undlvidable Trinity, and of
Zoo kon.men vier k vyf mannen bezig zien
de stoepen en de panen in den tuin van
het kasteel te wieden, en de afgevallen bla.
deren in de lanen büeen te harken, terwyi hun
eigen oogst op het veld moest blüven staan
wGing de drost jagen, dan werd niemand»
namen en daden van deze vyanden der Kerk,- lend ontzien. Het jachtgezelschap rende
dan wel de Gran Chaco, Mandsjoerye,
of Spanje, daar verrchünen de spe
ciale verslaggevers der groote dagbladconcerns en
nieuwsbureaus om ter plaatse de berichtgeving
te verzorgen. Want de wereld eischt nieuws;
snel, betrouwbaar en liefst zoo uitvoerig mo
gelUk!
De moeilükheden, die de oorlogscorrespon
dent bü de vervulling van zün taak te over
winnen heeft, zün legio. Hü trekt er uit,
dlkwyis niet zonder gevaar voor eigen leven, en
hü moet vóói alles snel werken, want niets
wordt zoo spoedig door de feiten achterhaald
als oorlogsnieuws. Indien een bericht, hoe gloed
nieuw en sensationeel overigens ook. niet tydig
zyn bestemming bereikt, is alle moeite tever
geefs geweest -Vandaar de voortdurende wed
loop met coUegas naar telegraafkantoren, te
lefoonstations en andere moderne communi
catiemiddelen, die een snelle expeditie van het
nieuws mogeipk maken.
Naast alle begrüpdljyke kameraadschap én
collegialiteit heeft tusschen oorlogscorrespon
denten immer een gezonde concurrentie bestaan.
Listigheidjes om bü het verzenden der kopü
zoowel de militaire censuur als de collega’s te
verschalken, behooren gan ook geenszins tot
de zeldzaamheden al zullen de meesten het
wel niet zoo bont hebben gemaakt als de door
Jules Verne beschreven reporter, die, in afwach- ---- --
ting van een hoogst belangryk» gebeurtenis ln i*”1 kamer bewaard geworden en van hul*
heele hoofdstukken uit den Bybel 'let over- -- --*■
seinen om zün plaats aan het telegraafloket te
behouden!
Wat vindingrykheld betreft, deden de oor-
log'correspondenten van een goede vyftig Jaar
geleden, ale uiteraard slechts over seer primi
tieve communicatiemiddelen beschikten, stellig
niet voor hun tegenwoordige collega's onder.
Een hunner, de reporter Cameron van de En-
gelsche .Standard”, had het hierin al heel ver
gebracht. Niemand was zoo handig als hü Alles,
wat hü ook ondernam, gelukte hem. HU maakte
er een sport van de militaire censuur om den
tuin te lelden, en was by het verzenden van
zün berichten overal haantje de voorste, zyn
collega's, met wie hy overigens aangenaam
samenwerkte, bracht hü dlkwüls tot wanhoop.
Het kwam zelfs zoover, dat ze-kich al onbehaag-
lyk begonnen te gevoelen, als hü zich niet
in hun gezelschap vertoonde. Éen züner sterkste
staaltjes van oorlogsJoumalAtlek haaide C&-
tneron in 1879 in Zuld-Afrika uit. Het Zoeloe-
opperhoofd Oetewayo was door de Engelschen
verslagen en arriveerde in het hoofdkwartier
om zich de vredesvoorwaarden te laten voor-
rchrüven. Een sensatloneele primeur dus! Maar
de Engelsche opperbevelhebber stak een spaak
in het wie! door den telegraafbeambten te ver
bieden perstetegrammen te accepteeren alvorens
het officieele legerbericht over de onderteeke-
ning van het vredesverdrag naar Londen was
■geseind. Cameron sloop ongemerkt het kam
pement uit en beval zün bediende de andere
reporters voortooplg aan de praat te houden.
Hij zadelde zün paard en yide naar een ruim
40 K.M. verder gelegen telegraafkantoor, dat de
generaal, naar hfl meende, wel vergeten zou
hebben. De fortuin was hem gunstig; het tele
gram werd aangenomen. En toen Cameron in
het kamp terugkeerde, passeerde hy zün col
lega’s, wlen hü in geuren en kleuren vertelde,
dat hü reeds geseind had. Ze gaven hun paar
den de sporen en renden als razenden weg. Even
later ontmoette Cameron toevallig den adjudant
van den generaal en hü Informeerde langs zyn
neus weg of de opperbevelhebber wel om het
bewuste telegraafkantoor had gedacht. „Bü
Jove, no!” riep de officier. „Ik zal dadelyk in
structies seinen!” En zoo geschiedde het, dat
de andere correspondenten aan het loket te
hooren kregen, dat ze niet mochten seinen, wat
hen des te meer ergerde, toen de telegrafist ver
telde, dat Camerons bericht vermoede!Uk reeos
te Londen was. intusschen was ook het offi-
eieele legerbericht overgeselnd, zoodat iedereen
in het ramp naar hartelust kon telegrafeeren.
Maar Cameron was weer nummer één geweest!
Toch zou deze geroutineerde reporter, die
Zün collega's reeds zoo menig maal bü den neus
had gehad, eenmaal zyn meester vinden. Dat
gebeurde in China, in 1883. In gezelschap van
sün collega's Gilder van de „New York Herald"
en Colquhoun van de Londensche „Times” arri
veerde hy per stoomboot in de haven van Hong
kong, waar ze hun telegrammen, ongehinderd
door de Fransche censuur, wilden verzenden.
Zooals gewooniyk kwamen er allerlei Chi-
neesche bootjes langszy om passagiers op te
nemen. Daar de gangtrap aan stuurboord was
neergelaten, stond iedereen aan die züde van
het schip. Eensklaps ontdekte Colquhoun, dat
Cameron weer eens zoek was. Dat was een veeg
teeken. Na lang speuren ontdekten ze, dat hü
in alle stilte een bootje naar bakboordzü had
gewenkt en naar alle waarschyniykheid reeds
op het telegraafkantoor was. De belde reporters
trokken een lang gezicht en Heten zich even
eens aan wal brengen. Onderweg ontmoetten ze
den vermisten Cameron, die hun allervriende
lijkst vertelde dat hü al getelegrafeerd had en
óen raad gaf hetzelfde te doen.
Van bloemen, kleuren, licht.
Daar is het toch een'groote dag:
De haven is thans klaar.
Brengt de vervulling van een wensch
Van menig, menig Jaar.
Heel Twente viert dit feest nu mee,
Heel Twente voelt het aan:
Dat thans het uur van nieuwe
kracht.
Van nieuwen bloei kan slaan,
fn Twente woont een nijver ras,
Dat ‘t werken is gewend.
Dat V resultaat van energie,
Maar ookde crisis kent.
Dat Twente nu nog veel vermag,
Steeds nieuwe wegen leert,
Wordt tevens nu ten toon gesteld,
En fraai gedemonstreerd.
De bakens worden daar verset
Als het getij verloopt,
En, met Gods hulp, op eigen kracht
En werkzaamheid gehoopt.
Men zit niet bij de pakken neer,
Maar vechtt ook tegen druk,
Wi) wenschen Twente: ’t vol profijt.
Succes! En veel geluk!
HERMAN KRAMER
gebroken alsof
toesnoerde:
„Ik wil nooit meer- menschen ontmoeten, ik
ben immers voor myn heele leven geschonden
en mismaakt.”
De apotheker wiegde als peinzend het hoofd
op en neer.
„Ja. in een paar dagen tyds. Wandaatje,
wordt dat allemaal niet zooals het vroeger ge
weest is, maar als Je geduld hebt, komt ook Je
schoonheid terug.”
Langzaam drongen de troostende woorden
tot Wanda von Grettenau door.
„Geduld." kreunde ze, „dat is juist wat me
het allermeest ontbreekt; o, ik lym razend wor
den wanneer ik er aan denk,
verbrand en misvormd, een
gryzen voor wle me. ziet,
dat ellendige schepsel by Malte vrü spel heeft
en ik niet in staat hen. iéts te ondernemen om
hen van elkaar te schelden. Waarom is dat
bruine schaap niet overkómen wat mü óver
kwam?”
„Wandaatje, je mag Je vooral heelemaal
niet opwinden.” de apotheker streelde schuchter
over de kleine hand, die het dichtst bU hem
lag, „kük eens, aan die zaak is nu niets meer
te veranderen, en daar moet je je in schikken.
We zullen liever eens overleggen wat je nu
gaat doen. Zie Je, Wandaatje," hy streelde haar
hand iets moediger, „het is het allerbeste voor
Je, dat je zoo gauw mogelük in een heel andere
omgeving komt, waar Je alles kunt vergeten.
De wereld Is zoo groot en mooi, en als Malte
Dittborn trouwt, dan merk Je er heelemaal
Toen hü weg was zei Gilder: „En toch zal ik
hem voor zyn!” De ander was soo vrü dit te
betwüfelen. Dat zullen we wel eens zien!” mom.
pelde Gilder grimmig. Behalve gen uitvoerig
telegram had hy een seer beknopt ^.voorlooptg
bericht” van twintig woorden opgesteld met
toevoeging „dringend”. Dit overhandigde hü
den beambte, die oogenblikkeiyk den telegrafist
die nog met Camerons telegram bezig was
toeschreeuwde: „Halt, alles laten liggen! Een
dringend telegram
„Wat?" riep Colquhoun verbaasd, Jtaten
Jullie daarvoor een half overgeselnd telegram
uggen?**
„Zeker" antwoordde de beambte. „Orders zyn
orders. Dringende telegrammen gaan vóór, selfs
vóór regeeringsdépéches. Maar se kosten dan
ook driemaal den gewonen prUs!”
Het kleine berichtje kostte zes dollar zestig
cent per woord. Zoo bezorgde Gilder de ..New
York Herald" een primeur. Maar, wat in dit
geval zeker even belangryk was, de gewiekste
Cameron was eindelyk getroefd. En dat nog wel
door een veel jonger, pas beginnend collega!
«Ruk toch niet zoo afschuweiyk aan die krul-
als ze in de war zitten, ik verga toch al van
óe hoofdpyn!” schreeuwde se plotseling en
Iriste de kamenier den borstel uit de hand.
Ze kon zich niet langer beheerschen. Op
een of andere manier moest ze haar hart
"cht geven. De breed uitslaande krullen-
inassa naar voren werpend, begon ze zelf ver-
te borstelen, en, zich een wienlg voorover
riep ze: „Zóó doe je dat, begrüp je,
■06!” f
Daarby kwam ze te dicht bü de brandende
P*t van het spirltus-toesteUetje en in één
"Póeelbaar oogenblik leek het, of de roodglan-
•ende haren nóg rooder en stralender waren
is’orden, bliksemsnelle vlammetjes vraten zich
an de gouden punten omhoog en dadelyk
wapperde een als door den wind be-
vurige sluier om het teere gezichtje
Wanda von Grettenau.
“e kamenier gilde het uit, en, osunlddellljk
vollen omvang van het gebeurde over-