r
H
a
J s
yf
i*.-
gezinnen
f
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
De burgeroorlog in Spanje.
F1
f
L.
O*
K.
EEN RAADSEL
J
dje
Uê
I
If I
I
Plaats dan een „Omroeper”
voor 80.
j
rr
L.Z
JaUL
Van een neushoorn en van man,
nooit anders dan koek at
J
■1
i
vS
t 1
'i
k
n
ir
Een Russisch vertelsel
Een oud vertelsel
1i
i
i
Pb
K
wM
wr-W
f
K
a 5?
DONDERDAG 3 SEPTEMBER 1936'
W
I
f,.
1
3
1
W'f
<s>
,»s
■i
de
*X '-
i
:i
:a.
V
u.
-•'•■
gSg
r»
De burgeroorlog bi
de* ao
V*
WlWg. Langorak
Ml Hendeye de Franscha yen»
7
1
j
-
*53
wel
nog
aBr%
w
i T I
Fj
h 7
4
.-1 VQa
I
„Onverwachts komt oom bl] een familie
op bezoek en kan dan op de kamer van zijn
neefje slapen. Den volgenden ochtend be-
dankt hij nbgmaals en zegt tegen den
knaap: „Dat was zeer vriendelijk van je.
Herman, om een glas water klaar te zet
ten."
„O, o”, roept de jongen, nn heeft ie
mjjn donderkoppen opgedronken.”
Onderwijzer: „Wlm, waarom weten 'we,
dat de aarde rond is?”
Wlm: „Omdat u *t ons zelf in de roor-
gaande les verteld heeft.”
A
,^s
geven over den haan die voor jou daar in
den oven staat te braden. Maar ze waren
te dom om te raden vrat ik er mee be
doelde."
„Vertel mij dat raadsel ook eens,” vroeg
de boer.
„Ik vroeg hun of de baron van Hanekam
b Pannerden woonde In zijn
iburg, maar zij zelden dat hij
s naar Ranseldorp en dat er
n Laarzesteln In woonde. ZIJ
open, trokken den vetten haan eruit,
en stopten hem in een van de ransels. En in
plaats daarvan duwden zij een ouden
schoen van vetleer in den pot en sloten den
oven weer.
„Zeg eens jongetje,” zei de boerin, toen
ze terugkwam, „er is geen vee te zien, je
hebt tpqh niet met Je vingers aan mijn
staldeuren zitten peuteren, want dan waar
schuw ik je hoor. Als jullie het hart hebben
iets uit te halen hier, dan ben je aan het
verkeerde adres!” Tegelijk greep zij den
pook en keek dreigend rond.
Maar de soldaten bleven heel gemoede
reerd zitten en keken of zij zeggen wilden:
„Hoe bestaat het, dat iemand zoo iets van
ons veronderstellen kan.”
„Geef ons nog wat eten of drinken,”
vroegen zij heel beleefd.
„Ik heb jullie toch al verteld dat ik niets
heb,” antwoordde de boerin, „als die andere
schelmen niet alles opgegeten hadden, zou
den jullie nu hebben kunnen smullen; wie
het eerst komt, het eerst maalt. Weest
toch tevreden met het heerlijk zitje voor het
raam; je sfreet dat rust bijna nog meer ver
sterkt dan voedsel en Ik verzeker jullie
dat Ik je die gunt”
Ze zag het treurige gezicht van de sol
daten en moest plots onbedaarlijk lachen,
omdat haar haan daar zoo veilig in den
oven stond en dat de soldaten er geen erg
in hadden.
„Waarom lach Je zoo hard,” vroegen de
soldaten, „je denkt zeker aan een mop van
verleden Jaar.”
„Nee,” antwoordde de boerin, .maar ik
I
[1 FOTOREPORTAGE
roeger werd er in Rusland heel veel
gevochten. Het land is verbazend groot
en nu eens hier dan eens daar brak
een opstand uit. De Tsaar stuurde dan ter
stond zijn soldaten om de revolutie te on
derdrukken. Als er echter niet meer ge
vochten kon worden, slenterden de sol
daten nog een heelen tijd rond om een
beetje toezicht te houden. En zooals je weet,
zijn soldaten altijd hongerig. Ze maakten
het daarbij den menschen die In den omtrek
woonden danig lastig. Niet door geweld,
maar door list trachtten zij de boeren van
hun bezittingen te berooven, voornamelijk
etenswaren.
Op zekeren dag kwamen een paar van
die brutale sinjeurs de keuken van een
boerin binnen. Hun maag rammelde gewel
dig en zij waren niet van plan de plek van
overvloed te verlaten voordat zij nog Iets
van het doffe gebrom in hun ingewanden
zouden hooren. Maar de boerin was ook
niet van gisteren en dacht er niet over een wou jullie eens een raadseltje opgeven."
„Dat is best,” antwoordden de soldaten,
„geloof maar dat we het juiste antwoord
wel zullen vinden.”
.Hou dan," zei de boerin. Jullie zijn zulke
bereisde menschen, jullie zult zekpc
weten of die vette baron van Haneljkm
steeds In Pannerden woont In zijn kasteel
Ovenburg!”
„Nee,” antwoordde de jongste van de sol
daten, „die Is allang verhuisd!”
„Wat Je zegt,” antwoordde de boerin,
„vertel me dan eens waar hij naar toe ge
trokken is!”
„HIJ woont tegenwoordig in Ranseldorp.”
„Zoo, zoo,” zei de boerin, „maar wie woont
er dan op Ovenburg?"
„De oude graaf van Laarzesteln!"
Niet lang erna verdwenen de soldaten,
want zij zagen in de verte den boer naar
huis komen.
Toen hij binnentrad, zat zijn vrouw nog
op een stoel te lachen.
„Wat Is er aan de hand,” vroeg hij ver
baasd.
„Daarnet waren hier een paar soldaten
in de keuken," zei de boerin, „en zij schenen
wel trek te hebben in een lekker kluifje.
Maar inplaats van hun iets eetbaars voor
te zetten, heb ik hun een raadseltje opge-
■et is een heel eigenaardige geschie
denis, die ik je nu ga vertellen over
een neushoorn, die rimpels in zijn
vel kreeg en van den man, die niets anders
bezat dan een kachel en een hoed, die
altijd de zonnestralen weerkaatste. De
man, Appanoelie was zijn naam, woonde
in een hoogen palmboom aan den oever
van de Roode Zee. Dat is een beetje
vreemd; maar Je weet dat het in de buurt
van de Roode Zee altijd heet Is, dus de
man zal bij zichzelf gedacht hebben: „Wat
moet ik met een huls doen? Dan moet ik
het nog schoonhouden op den koop toe!"
Op een goeden dag kreeg Appanoelie trek
jp een fijnen rozUnenkoek. Hij klom dus
uit zijn boom, mengde meel, melk én ro
zijnen en bakte een heerlijken koek, van
een meter lengte en een voet dik. Prachtig
zag het gebak er uit, lekker bruin met uit
puilende rozijnen. Ook de geur was verruk
kelijk. Bewonderend zat Appanoelie een
tijdje te kijken naar zijn goedgeslaagde pro-
dukt en juist wilde hij den eersten hap
nemen, toen van den overkant van de Roode
Zee een neushoorn kwam aangezwommen.
Appanoelie had nog nooit zoo’n beest gezien,
je begrijpt dus wel dat hij danig schromen
als een aap zoo vlug veiMg naar boven in
te warm werd, trok hij rijn jasje uit. Ja,
dat ging in dien tijd nog. Toen zat de huid
van een dieg> aan de onderzijde dicht met
drie knoopen. Appanoelie zag hem wel en
ik geloof ook, dat de neushoorn Appanoelie
zag, maar hij zei natuurlijk niets van den
gestolen koek. Ik heb je immers al verteld,
dat een neushoorn geen manieren heeft en
die ook nooit zal krijgen. De neushoorn leg
de zijn huid neer aan den oever en liet
zich opnieuw in het water zakken.
Appanoelie wachtte geduldig tot de neus
hoorn ver genoeg het water in was. Zijn
heele gezicht lachte en hij wreef van ple
zier in zijn handen. HU had ’s morgens een
koek gebakken en dien kneedde hU nu<
heelemaal tot kruimels. Daarmee vulde hU
zijn hoed en ging naar de huid toe van den
■neushoorn. HU bestrooide deze aan den bin
nenkant geheel met harde kruimels en ging
er met zUn voeten op loopen, zoodat ze er
goed stevig in zouden-dringen. Onder den
boom zócht hU naar nog meer kruimels en
verbrande rozUoen van de vorige koeken
die hU-reeds gebakken had en stampte die
er ook nog bU- Toen lachte hU weer en klom
in den top van zUn palmboom om te wach
ten tot de neushoorn weer aan land zou
komen om zUn huid aan te doen.
EindeUjk kwam de kolos dan ook. HU
trok zUn huid aan en deed deze dicht met
drie knoopen, maar hU kreeg plots zoo’n
raar gevoel aan den binnenkant. Net zoo’n
gevoel wanneer je zand In je hals krUgt,
wat dan langzaam over je rug naar beneden
zakt, ’t Ging jeuken en daarom begon de
neushoorn te krabben. Maar ocharm, nu
werd het nog veel erger. HU rolde met zUn
dikke body door het zand, op zUn rug met
de beenen in de lucht. Maar de koekkrui
mels staken hem toen nog veel meer. HU
huppelde van het eene been op het andere,
stek zUn staart In de lucht, maar het hielp
allemaal niets. HU rende naar den palm
boom en wreef zUn huid daartegenaan. HU
wreef zoolang tot er een diepe plooi kwam
In zUn vel, net bU rijn schouder, maar hU
hield niet op en wreef de knoopen aan den
onderkant er af, zoodat daar ook een plooi
kwam. Nog hielp het niet, en de koekkrui
mels prikten er lustig op los. De neushoorn
wreef en wreef, tot ZUn huid tenslotte een
en al plooi was en zUn humeur uit de plooi.
Toen ging hU naar huis. Van dien dag zUn
alle neushoorns zoo leelUk en zoo grommlg.
Want nog altUd zitten de koekkruimels aan
den binnenkant van hun vel.
Appanoelie in den palmboom lachte heel
I
Tot bwrgamaartar van da gamaaatan
Loplk, Jaarsveld en Wllkge Langerak
te me* Ingang van 15 September ae.
benoemd de heer L Schamen
Een zevenmijlsklomp op de bekende
Brabantsche klompenbeur*, welke jaar
lijks te St Oedenrode gehouden wordt
'-X
zUn boom klom. In de haast Vergat hU
echter den fUnen koek mee te nemen. Daar
zat hU nu, hongerig en wel, en keek naar
den neushoorn, die met veel moeite tegen
den oever opklom. Het was niet zoo’n,
exemplaar als je dat tegenwoordig riet. De
vorm vjel, ook de twee kleine oogen en
bovendien de ongemanierdheid. Dat was
allemaai hetzelfde. Maar de huid was zoo
mooi glad en zwart als van een gepoetste
kachelbulk. Geen rimpeltje kon je er in
ontdekken. Bovendien was hU ook veel groo-
ter dan de soorten die wU tegenwoordig te
zien krUgen. Maar zooals ik zeg: Ondanks
zUn fUne kleeren, had hU totaal geen ma
nieren. Die heeft hU nu nóg niet en ik vrees,
dat hU ze ook wel nooit zal krUkèh.
„Oehoe!” riep de neushoorn. Nu ken ik
jammer genoeg, de neushoorntaal niet, wat
dat beteekent kan ik je dus niet vertellen.
Misschien wel: „Goeden dag,” maar dat
denk ik niet, want hU begon al dlrekt rond
te snuffelen en stiet met een fllnken stoot
deu kachel om.'Toen het bleek, dat daar
niets te vinden teas, wat opgegeten kon wor
den, liep hU verder en zag Ineens den koek.
Als ieder an'dèr behoorlUk dier zou hU nu
hebben moeten vragen: „Van wlen is die
koek, eigenlUk,” maar daar dacht die on
gelikte kolos niet eens aan en hU begon
direkt maar te eten. Appanoelie moest boven
in den boom lUdelUk toezien hoe zijn fUne
rozUnenkoek in de maag van het dier ver
dween. Tranen sprongen in zUn oogen.
Toen de koek op was, zocht de neushoorn
naar nog meer lekkers, maar omdat er niets
meer te vinden was, liet hU zich weer in het
water glUden en verdween naar den over
kant.
Appanoelie klom uit den boom, zette zUn
kachel rechtop en zwoer dat hU de eerste
de beste gelegenheid .aan zou gtUpen, om
den neushoorn den diefstal van zUn fUnen
rozUnenkoek betaald te zetten.
Een week of drie later was het vreeselUk
warm aan de Roode Zee en leder, die er in
de buurt woonde, deed zooveel mogelUk
kleererf uit. Ook Appanoelie krêeg het be
nauwd en zette zUn hoed af. De neushoorn
die een tUd geleden den koek gestolen had,
vond het ook broeiend en zwom den heelen
dag in het water rond, maar toen dit ook
stukje van haar vöbrraad aan de schrok
kers af te staan. ZU moesten maar naar
hun veldkeuken gaan als zU honger hadden.
Ze begon dus met het onnoozelste gericht
van de wereld te vertellen, dat er geen
stukje vleesch of brood in huis was en dat
nog geen half uur geleden een paar van
hun kameraden alles opgegeten hadden. ZU
kon er ook niets aan doen, ze zou hun graag
wat voorzetten, maar ze had werkelUk niets.
Nu wilde het geval dat in den oven een
heerlUke malsche haan lag te braden en
de boerin kon nu nog zooveel fantaseeren
als zU wildeden reuk van het gebraad
kon zU niet uit hun neuzen verdrijven. De
soldaten deden echter of zU haar geloofden
en vertrokken geen spier op hun gezicht.
De jongste van hen slenterde naar bulten,
hU was een uitgeslapen vlegel, en zag op
het erf een wagen staan met hooi. HU trok
er verschillende bussels uit, strooide die
op het erf rond en ging toen weer naar
binnen.
„Zeg boerin,” zei hU heel gewoontjes,
„je mag wel eens bulten gaan rijken als je
nog hooi over wilt houden, al het vee staat
zich aan den wagen te goed te doen."
De boerin schoot de deur uit, maar nog
vlugger maakten de soldaten den oven
-jjfer W’ïS 5;:> r -'s!
VhehteKegm vwrlatee Spanje. Beleden met he* wei
hoeden meenemea, passeeren degelijk* honderden
I
i w
Mr. dr. H. J. Wyteme, die me* Ingang
van 15 September a.*. benoemd 1* tot
-- -- -■
luid, toen hQ zag dat de neushoorn den af
tocht blies, maar omdat hU vreesde, dat
deze met zUn heele familie terug zou komen
om hem kwaad te doen, nam hU zUn kachel
op den rug, zette zUn hoed op, stek een mes
in den gordel en vertrok in de richting,
van Halihola. PIET BROOS
-
inscha nationalisten aan bomman
naar te «chiaian
.In ha* lyeaam aan ha* Stokrobsplata
te den Haag is Woensdag ean lucht-
vaarttentoonstelling, georganiseerd door
de vereeniging .Stokroos-Avie*iek',
geopend. Een kijkja op de tentoonstelling
De owd-Gowverneur-Generaal, mr. D.
Fock, die thans weer geheel hersteld
Mi* Zwitserland in den Haag I* terug
gekeerd
nog altUd
burcht Ovd
verhuisd vn
nu graaf^vj
wilden natuurlUk net doen of zU heel wat
van de wereld gezien hadden en baron van
Hanekan^ heel goed kenden. Voor straf
zullen ze dan ook nooit kennis maken met
den baron.”
ZU-dekte de tafel en ging toen naar den
oven om het haantje eruit te halen
maar dat viel tegen.... inplaats van haar
baron van Hanekam lag graaf van Laar-
zeftein in het vet te zwemmen. Ze was
een onmacht nabU-
t „Nu hebben die blikskatersche jongens
irie toch te pakken gehad," riep zU uit,
„en nu dacht ik nog wel, dat Ik ze zoo
fUn gefopt hadl"
,Jk ben vroeger zelf soldaat geweest,”
zei de boer, „en Ik weet dat het deksels
uitgeslapen sinjeurs zUn als het er om gaat
wat te bikken te krUgen. SnU maar een
paar roggeboterhammen!"
Intusschen verdween baron van Hane
kam in de omvangrijke magen van de sol
daten en nooit kwam hU meer In zUn
kasteel Ovenburg in Pannerden terug.
PIET BROOS