N i Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind wuï den daq Nazi’s in Limburg F. J. Slebe I F 750. DE UREN GAAN V O O R B IJ JOODS CH THEATER TE BERLIJN it' Een indruk VO AV Het vergeten spreekwoord Schilder van het moderne etilleven Joodsche Cultuurbond heeft ruim 150.000 leden O O «u o AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 1 1 - (Van oneen Beriynschen correspondent) bescheidenheid, een nit F. J. Slebe: Stilleven met visch 1 n, I voor 11 (Wordt vervolgd) Ki (Bijzondere correspondentie) Valkenburg, 7 September. Tuin-eltje kreeg van den kastanjebaas een bus vol warme kastanjes, maar die waren ?oo heet, dat hij ae bijna niet vasj, kon houden. Uk doe se in mijn parapluie”, riep Tuimelt je Ineens uit, „dan kunnen se lekker afkoeien en hU schudde het busje in de parasol leeg. UTT HET FRAN8CH VERTAALD DOOR CHRISTINE KAMP Muiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Maar er was toch voorgescnreven, niet alleen in een mln of meer soepele verordening, maar door onverbiddelijke paragrafen met kracht van Wet, dat geen jood ook maar in een verwijderd verband meer staan mocht met elke openbare uiting van kunst in het Derde Rijk? Zeker, doch onder elkaar kunnen de joden organiseeren wat zij willen. Zij vormen een eigen samenleving, welke In de arische samen leving der Dultschers een afzonderlijk geheel vormt, en in het kader hunner eigen samenle ving kunnen ze ook hun eigen cultuur beoefe nen en er een eigen kunstleven op na houden. let alleen de hoofdrollen wa?bn jo den. doch ook de bijrollen en zelfs de figuranten. In het orkest, van den dirigent tot den paukenlst, was ook al geen ariër te vinden. En het publiek? Jo den vulden de fauteuils, de stalles, de loges, het amphitheater. Een en ander speelde zich af te Berlijn in September 193«. j echter geageerd met een eette toegezonden te zijn l tot werken door ■1de beenen at beide oogen :tur der boeren 1. Goed ons In Duitacbe steden met een grootere Jood sche kolonie, een eigen „Theater des Jü- dischen Kulturbundes" rijk is. Toen het vorig jaar in het theater van den Joodschen cultuurbond te Berlijn de eerste op« voeringen van stapel liepen, beeft menige ariër, in de eerste plaats onder de bultenlandsche journalisten, doch ook heel dikwijlsonder de Duitsche kunstliefhebbers en.nieuwsgieri gen, hardnekkige pogingen aangewend om tot der temper der semietische muse door te drin gen. Echter te vergeefs. De joden mogen nu eenmaal geen arische bezoekers, ook geen bui tenlanders. toelaten, en het behoeft wel geen haar lacht schijn cöüu> goed een gedetailleerde opsomming van Sleba*s duali teiten als schilder. Het moge voldoende syn er enkele algemeene trekken van aan te dul den. Bijzondere waardeertng kan men voor zeker hebben voor het groote „Italiaansche stil leven' met de wonderlijke kleurwerklng. en voor zijn .JCan met bloemen'’, aoo ook voor het prachtlg-harmonisch geschilderde .Roeen”- doekje. waarin het zuiver opbloeien der drie verschillende bladerkleuren even meesterlijk getroffen is. als de gansche compositie rond de beeld-kern suggestief is van werking. betoog, dat onder de huidige omstandigheden alle joodsche instanties uiterst voorzichtig zyn met het overtreden van de regelen, waaraan zy zich op boog bevel te nouden hebben. Het Is daarom, dat wy gaarne een uitnoo- diging aanvaardden van den „Jtidlsche Kultur- bund" voor een bezoek aan zijn theater, waar een voortreffelijke uitvoeringvan Frans Mol- nar’s „Grosse Liebe” gegeven werd. Dit biy- snel ksn men echter ook wel zien zonder een joodschen cultuurbond en zónder een geheel jeodseh ensemble. Daarom was voor ons per soonlijk dat heel gewone reclamefilmpje het Interessantst, waarin werd aangekondlgd, wat hei, réportolre van het joodscne theater voor het komende seizoen nog meer omvat. Dan is daar nog de ..Hortensia”, met de levendige vormgeving van object en achter grond. met den „bewogen stilstand” erin, maar vooral manifesteert bet groote „Visschen"- stilleven, dat van een geweldige ontplooiing van schilderkunstig kunnen is, 81ebes beste venoogens.” Te dien eindefis een Jtidlsche Kultur- bund” gesticht, fie op het oogenbllk reeds meer dan honderd-vyftlg-dulzend leden telt, en te Berlijn, aooals ook in andere Het opera-plan omvat werken van Mosan en Puccini en de „Neoucadnezar" van Verdi.'Ver der werden er eenlge symphonic- en solisten concerten aangekondlgd. alsmede ‘n groot aan tal voordrachten, causerieën en conferenties. Het theater van den joodschen cultuurbond beschikt ook over eenlge reizende tooneelgesei- schappen. die er geheel op zijn Ingericht, om met alleen in schouwburgen met een behoor lijke accommodatie op te treden, doch die ook m di meest afgelegen steden en voor een uiterst klein publiek kunnen spelen, aoodat ook de nietigste Joodsche .nederzetting niet van haar eigen cultuur hoeft te vervreemden. Opmerkelijk Is het, dat verschillende Beriyn- sche bladen, die asm den joodschen cultuur bond. behalve het bericht van haar stichting, nog nooit egn woord hebben gewijd, er thans een vriendelijk commentaar voor over hebben. met fijne trekken, goudblond haar, een ge laatskleur, waarover een voile uitgespreid lag en er de kunstmatige kleur van maskeerde, een van jeugd, zoodat het witte serge ism juist daarbij paste en met dat alles gekoeen woorden en die bemlnnelijka los heid. die b(j de echte Pariaienncs zich toont en dadelijk ieder op itijrask brengt. De tante en het nichtje hadden te lang ge leefd in een betrekkelijke eenzaamheid om bij het eerste gezicht de valschheld van aoo*n karakter te kunnen doorgronden. Zy geloofden, dat mevr. Liserollea de deugden bezat, die door de bekoorlijkheid van dien glimlach werden uit- redrukt en zonder er verder over te denken, geheel in beslag genomen door de vreugde van haar komst in dit verrukkelijk oord, naderde Margaita op haar beurt het hek om van het schoons schouwspel te genieten. Ben granieten kruis op een kUp trok opeens haar aandacht. „O,” zei zij, ,4a daar iets ge beurd? Misschien een schipbreuk?" Het was Hugo Liserolles, die haar ant woordde, zij wist niet, dat hij haar gevolgd was. ,Ja. juffrouw, in een Novembernacht ia hier de Surprise vergaan en toen met uw gesel schap hier aankwam, was ik bezig mij den ver- sohrikkeiyken doodsangst voor te stellen van die ongelukkigen, aoo vlak bij de haven ver drinkend.... Hoe moeten stj geleden hebben! dat hij zoowel wat expressiviteit als composi torisch vermogen aangaat, een goeden stijl voerde, licht en zwierig en toch altijd vast ge richt op het centrale punt, op de kem-par- tijen in zijn onderwerpen. Zijn zuiverheid van visie en de krachtige vormgeving in zijn wérk gaven er een frischheid aan. die niet alleen terug te vinden is In deae nieuwe collectie, maar bovendien is toegenomen. Colorlet en contouren in zijn doeken dragen Iets mee, dat on-Hollandsch is, dat iets voornaams heeft, iets aristocratisch. De geschakeerdheid daaren boven van de tinten, de kleurtonen er in ge tuigen van een uiterste verfijning van zijn tech niek en gaven er reeds toen den gracieuzen toets aan, die thans nog uitmuntender in deze schilderijen waarneembaar is. Sedert zijn vorige expositie Is Slebe naar het mij voorkomt, zoowel artistiek als technisch sterker geworden. Artistiek bepaaldelijk waar het gaat om de uitdrukking van het karakter zijner kunst, van de psychologische interpre tatie ervan. Technisch voor zoover het gaat om de verwerking van het onstoffelijke, essen- tleele karakter der dingen zelf die hij schil dert, om het onaanraakbare er in. dat hijvorm vermag te geven. Voornamelijk lijkt mjj deae vordering aantoonbaar In zijn stillevens, mo- deme doeken, die men tot zijn meest represen tatieve werken kan rekenen. Men ontdekt er als vanzelf al zijn typische eigenschappen In. die spontaan bewondering afdwingen. Speciaal, mag hier nog eens gewezen worden op de steeds kloekere concentratie van alle saamstellende deelen der compositie rond het centrale ge-' geven. Dit is kenmerkend voor Slebe, zijn werk is harmonisch en organisch opgezet, reeds in eerste beginsel gezien volgens een logisch plan en toch vol van een romantlachen zwier, die den vrijen wiekslag van zijn phantasie over duidelijk verraadt. - De quallteiten van zijn werk over het geheel genomen grenzen wel aan het beste, dat men van een jong schilder kan verwachten. Er leeft iets In. dat blijk geeft van een degeiyken on dergrond en daarop kan men vooralsnog de beste verwachtingen stellen. Er sou een uitvoeriger beschouwing, daó die hier gegeven kan worden, te wijden zijn aan hechten. Die je waarachtig beminnen, dat zijn je vader, oom Michel en misschien nog een andere, maar die zwijgt...." Margaita ging op die opmerking niet in. zij vroeg zich zelfs niet af, wie de andere wel kon wezen. Beneden riep Jacqueline: „Ben je nog niet klaar, coquet scheitoeltje?'* Snel zette zy een aardig hoedje op en liep de trap af naar de hal. „Hier ben Ik, ik heb toch niet getreuzeld!” v De broers van Jacqueline en Germaine waren ook gekomen en hun blikken toonden aan, dat al had Margaita niet zoo veel tyd aan haar toilet besteed, het resultaat toch zeer geslaagd genoemd kon worden, zy bloosde Uchteiyk. zy gingen door de Port-Vleux naar de Rocher de la Vlerge. „De vloed Is aan het op komen,” aei Germaine, „dat geeft een mooi effect tegen de rotsen. Toen zy op het plein voor de Semaphore kwamen, riep Jacqueline: „Daar staan mynheer Liserolles en zyn moeder.” Margaita had ae in de verte reeds herkend, zy bevonden zich by de rota die genoemd wordt: La Loge du theatre, de moeder zat op een bank, haar zoon stond tegen het ijzeren hek. dat de opening der rota beschermt. De twee schenen nergens oogen voor te hebben dan voor de hooge golven, die kwamen aan rollen ala hollende paarden, de manen wuivend in den wind en die tegengehouden door de kust met groot gerulsch er teren uiteen spatten, zoodat do nieuwsgierigen ér door bevochtigd werden en het water zich versproldda in een mist, die geen vacantle had genomen en niet ziek was geweest, kwam niet. Z'n huis was ge sloten. Hy self eras de eenlge bewoner en verdwenen. Na een paar dagen wachtens wer den de boeken in beslag genomen; alle boeren die met de bank in relatie stonden, werden opgeroepen en het accountantsonderzoek bracht een tekort van meer dan drie ton aan *t licht. Idtusschen zat Leefdaal rustig in een res- iqfant aan de Italiaansche Riviera. Z’n vroe ■fe zwarte haren waren blond; hy. die vroe- blj levenslange geheel verlies van belde arn Den volgenden dag zouden Kikker Karei. Tuimeltje en Kruimeltje samen gaan wandelen en daar het er erg regen achtig uitzag, nam Tuimeltje een groote parasol mee. Nadat ze enkele uren getippeld hadden, kregen se honger en sagen langs den kant van den weg een kabouter staan, die lekkere warme gebrande kastanjes verkocht. „Geef ons wat van die kastanjes”, zei Tuimeltje lachend en by betaalde aan den ksatanjebaas een groot stuk chocola. haar hart bezitten, hy zou haar omgeven met zyn teederheid en te voren reeds lachte zy de kleine blonde of donkere hoofdjes toe van de kinderen, die zich om haar zouden verdringen en haar moeder noemen. Nooit kon zy die ge dachte loslaten en reeds in haar prille jeugd antwoordde zy aan Andre Bonnard, die haar vroeg, wat zy later zou willen worden: O, Ik wil heel veel kinderen hebben en ik aal ze ’s avonds in slaap zingen.” Die gedachte vervulde haar met zoete hoop. Door de breede ramen boven het groote portaal, kwam de zuivere, adem van de see. zy zoog dien in als of hy haar beloften van geluk bracht. „Ga je verkleeden,” riepen haar vriendinnen van beneden. „Wy zullen je het strand tooncn.” Geholpen door Yocheppa opende zy koffer en deed een dunne japon aan, mauve getint als een reeds verbleekte herin nering aan den oorlog, waardoor haar fijne gelaatskleur en de warme tint van haar donker bruin haar beter uitkwamen. Terwyi zy haar witte schoentjes aandeed, merkte de trouwe dienstbode In de landstaal op: „De Juffrouw is opgeruimd, maar mynheer Is bedroefd.... ge heel alleen in Eskerona!" Die woorden waren voldoende om de biyd- schap van het jonge meisje te temperen. Haar oogen werden vochtig. ,4a,” zei zy, „vader wilde niet, dat ik hierheen ging. Maar oom Janekl heeft zoolang gepraat, dat hy ten laatste zyn toestemming gaf.” .Liefje, er zijn genegenheden, die ons nood lottig kunnen zyn. Daar moet je je niet aan -j-'v e Landdag van de NSB., die op 5 Sep- I 1 tember gehouden werd te Valkenburg, te in de Noorder provincies, vooral in Zuid-Holland, met veel rumoër aangekondlgd: hier In Limburg was van zulk rumoer volstrekt niets te vernemen. De provocatieve reclame campagne, die anders aan een bijeenkomst van Hollandsche -nazi’s voorafgaat, en die, behalve t as- Aangekondlgd werden eenlge tooneelstukken var. joodsche schrijvers, die in Dultechland en elders in Europa leven. Men zal er zich even wel op toeleggen vooral een aantt^ voorbeel den te geven van geheel nieuwe, specifiek Jood sche kunst, welke momenteel in Palestina schyfit op te bloeien. Een en andermaal, evenals een aantal joodsche stukken van ouderen da tum, uit het Hebreeuwsch vertaald en in het IXi’tsch cpgevoerd worden. Het sou niet on interessant wezen, om tegen dien tyd eens een kykje te gaan nemen, doch daar dreigt weinig van te zullen komen. plelzier. De kastanji Tuimeltje had ze es •r Whistler’^ vermaarde portret van zijn Moeder, uit het Louvre te Parijs, thans te zien op de Tentoonstelling van Kngelsche Kunst in het Stedelijk. Museum te Amster dam Eerst waren het kreten van bewondering, nieuwsgierigheid moest voldaan worden, het Keheele huls weerklonk van het getrappel der hooge hakjes: dan verzamelde men zich in de hal om de theetafel, die als by tooverslag de beeriykste gebakjes en taarten aanbood. Daar omheen geseten ging het gebabbel der dames vond zoo als vlinders, die zich vluchtig neer betten op de bloemen aan den weg. Opeens kwam de stem van Jacqueline boven het rumoer uit. .Liefje, verheug je. wy sullen Je Hugo Liserolles voorstellen. Hy is met zyn moeder naar Blarrlta gekomen.” .4a,” ging Germaine voort, „de streek hier Is hem zoozeer bevallen, toen hy er gedurende de lente by Massot den uitgever, logeerde, dat hy zich hier heeft willen Installeerden om een nieuwen roman te schryven, die als omlysting het Baskische land zal hebben.... Hy bewoont een kleine villa, op het Atalaye plain.... wy ontmoeten hem bijna dageyks.” bij varliea van een hand, een voet of een oog. katholiek bleef In eeuwen van vernedering druk. Het heeft een nationale fierheid, zich door geen Ersatz laat berooven van krachtige katholieke zelfstandigheid. nauwkeurigheid onzer staan Zulk een treinreisje is instructief! Wie den geest der NSJ. wil loeren kennen, moet experiment eens volgen en plaats nemen een coupé vol verhitte volksgenooten! De spre ker, dien wy clteeren, reisde eerste klasSë en was „een mynheer”. Grooter indruk dan de landdag maakten Zondag 6 September de geweldige demonstra ties tf* katholieken in alle dekenaten van Llmbwtg. Deze bijeenkomsten, die een zuiver reUgiwas karakter droegen en waaraan alle po litiek vreemd was, toonden duideiyk, wat wer- keiyk leeft In het Llmburgsche volk: een on- verzettgiyk geloof, dat voor geen leuzen wykt. De kale vertoonlng van den landdag Is voor- bygegaan zonder eenlg^n Indruk te vestigen a w w w-w a n/^KTXT^*9C* °P «Ut hlad zyn Ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen I /X IltJl w I F1. ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen n den Kunsthandel Bennewltz te *s Gra- venhage werd JJ. Donderdagavond een ex positie van werken door den Jongen Haag- schen kunstschilder F. J. Slebe geopend, waar bij door A. J. D. van Oosten de volgende in leiding gehouden werd: „Er valt hier reeds by den eersten aanbllt te constateeren, dat Slebe zich sedert zyn eer ste expositie in den herfst van vorig jaar met zyn volle kracht en begaafdheid op zyn arbeid Is blijven werpen. Er valt te constateeren: dat het hem wat scheppingskracht betreft goed gegaan is; dat hy niet op zyn roem geteerd heeft, maar zichzelf vooruitgedreven heeft naar nieuwe doelen. Zulks is gelukkig, en men zou het lederen jongen schilder wel toe willen wenschen. Want er is geen mensch, maar zeker geen kunstenaar, wiens persoonlijkheid gebaat’ is by stilstand. En niet alleen de persooniyk- held is hier in het spel, doch ook de geheels combinatie van artistieke vermogens waarover een bepaalde kunstenaar beschikt. Uit de collectie die Slebe in October van 1 vorig jaar bijeenbracht, kon men waarnemen, w-^ e boeren," zet Leefdaal, de I 1 plaatseiyke Landbouwbank, syn toch eigenaardige mei rekenen kunnen ze -niet.. Als ze een hypothee* willen hebben en de rente eii~ aflossing bereke nen. maken ze altijd fouten.” s De 'inspecteur der hoofdbank. Curvers, knik te. Hij had zooeven de boekhouding onderzocht en alles in orde bevonden. Leefdaal was eet. nauwgezet man. Hy was pienter en by, al was hy hardhoorend „Een practlaeh toestelletje wat Je daar hebt.” meende diners en keek naar den microfoon op Leefdaal's borst. „Kan daar goed mee hooren?" „Uitstekend.” lachte de andere. Curvers stond op om te vertrekken. „Dus tot over een jaar," sprak hij Leefdaal knike. „Of langer.” dacht hy, toen de Inspecteur in z’n auto wegreed. Langzaam ging de directeur naar z’n privé- katoor terug; z’n boeken waren in orde, en tochIn z'n eigen brandkast thuis, lagen effecten en papieren geld tot een bedrag van anderhalven ton, dat in de boeken verant woord had moeten zyn en er niet In voorkwam. de schuttingen en aanplakruimten, ook het phalt bevuilt met de Ironische verzekering- „Mussert komt”, de talryke zwartroode vlagge tjes en de dienstvaardige wegwijzers, waarop den automobilist kilometers te voren wordt aangetoond, hoe hU ryden moet „naar 1 NS. B.-tenein”, het bleef alles achterwege In het j zag men eeken van den afkeer, ivolking leeft. In geen viel Iets op te merken noch zonnige Zuid-Limburgsche landschap niets, ook geen enkel die by de Zuideiyke enkel dorp der omgev^j van de Aanstaande gebeurtenissen,’ noch in Meerssen, noch In Hquthem, noch In Schinne op Geule, noch In WiCtem, Mechelen of Gulpen, noch In Gibbe of Margaten hing ook maar het geringste aanplakbiljet. De bevolking zou de dingen trouwens verwijderd hebben, want ze «temde niet in met de koude drukte. Zoo min als Limburg zich door het buitenland wil laten annexeeren, zoo mln wil het zich door de Hol landers van de NSB. laten gelykschakelen. Het is ongevoelig voor het domme fabeltje, dat er geen andere keuze zou bestaan dan tusschen Mussert en het Bolsjewisme. Toch was het heusch geen bescheidenheid, noch minder was het goede smaak, die de N.8 B.-propagandisten weerhield van de gewone tchreeuwerige reclame-campagne. Ze beseften wel, dat ze de Limburgers niet moesten uit dagen Ze hielden zich in de voorbereidingsda gen zoo koest, dat ze even goed niet hadden kunnen bestaan. Wie by de menschen hier in de omgeving van Valkenburg informeerde naar iets over den aanstaanden Landdag, kreeg tot antwoord een schouderophalen. Geen inter esse! Het terrein, waar de vergadering zou plaats vinden, een particulier terrein, afgestaan door Philips uit Maastricht, ligt geheel afgesloten op den Cauberg, tegenover het befaamde Valken- burgsche Rotspark. Ook van de directe voor bereidingen op dit terrein was niets te zien. Zoo verliepen de dagen, voorafgaande aan 5 rjeptember rustig, alsof er heelemaal niets stond te gebeuren en in feite is er ook heelemaal niets gebeurd. De 3500 opgekomen N.8.B.-ers hebben een nat pak gehaald door den stroomenden re gen en deze humoristische speling van de na tuur Is door de Limburgers gewaardeerd. „Ze hebben zoetjesaan de gelegenheid, zee té hou den, met al dat water" was de eenlge reactie op het gebeuren, die wy te Valkenburg ver namen. In de mijnstreek perfide pamflet, dat door het Centrale Propaganda Bureau van de R.K Staatsparty» maar dat in werkeiykheid 'n ophitsende strekking had. Het wilde de bevol king provoceeren, door mln of meer op gezag van Mgr. Lemmens te beweren: „Vergeet niet, dat tegen de N.S.B. a 1 1 es geoorloofd is.... Er mogen klappen vallen, desnoods d o o d e n”. Het pamfletje is in een en kel blaadje opgenomen voor zuivere waar, de meeste plaatseiyke en gewesteiyke bladen gooiden het in de prullemand, waar het thuis hoorde. Niettemin hoorden wy het op 5 Sep tember door een N.8.B.-er citeeren, alsof het authentiek was De regen belette, dat er iets onregelmatigs voorviel; dank zy de activiteit der katholieke leiders hield iedereen zich afzijdig, ook toen na afloop van den landdag ’t weder opklaarde en de nazi’s luidkeels roepend en zingend by groepjes door de straten trokken. Een enkele ooiykerd antwoordde op het „Hou Zee”, dat niet van de lucht was dien avond, met een la coniek: „Hou Je fatsoen”. Iets anders was het echter in den propvollen trein, die tegen het donker een groote groep N.8B.-er, terugvoerde naar het Noorden. Tot Maastricht hebben wy in dezen trein mede- gereisd en zijn wy getuigen geweest van het geen mep in de party van Mussert voor en thousiasme houdt. Uit een gesprek, gevoerd met de bedoeling, dat wy het zouden opvangen, ha len wy letteriyk aan, over onze bisschoppen: „Dat zyn geen zielenherders, dat zyn zielen bedervers. Dat syn schofte n". ,J*oels dryft de menschen naar het marxisme" Deze bloemlezing is vatbaar voor ampele uit breiding. wy hebben getuigen, die voor de wedergave kunnen in- soort van schuim, waarin de kleuren van den regenboog zlc|j vertoonden. Onder vdörwendsel van beter van het schouwspel te genieten naderde het Jolige groepje het hek. Mevr. Liserolles bemerkte hen het eerst, zy raakte den arm van haar zoon aan, die sidderde als iemand, die plotseling wakker wordt gemaakt. Hy draaide rich om zichtbaar ontstemd; toen zyn blik bet elegante figuurtje in mauve ontdekte, leek het alsof een/ fee hem door haar tooverroede had aangeraakt, ■zoo veranderde zyn gelaat opeens, hy keek ver heugd en zyn hoed afnemend, naderde hy met een levendigheid, die zyn hooghartig karakter elgeniyk wel vreemd moest zyn. Mevr. Darrlgand begon de nieuw aange- komenen voor te stellen en mevr. Liserolles zei met een lieven glimlach tot Juffr. Gracteuse: „Ik geloof, dat wU reeds uw bekooriyke nicht gezien hebben by het uitgaan van de kerk.... Heeft zy niet geposeerd voor de Jonge Baski sche van André Bonnard?” .Ja, mevrouw, dat is aoo. Mün nicht heeft dat gedaan. Bonnard is een oude vriend van haar vader.” „Geheel Parijs is by haar beeltenis voorbU- regaan. Het getal van haar bewonderaars is niet,meer te schatten.” O,''het gif van de vleierij, hoe dringt dit door in de harten! Margaita. die niet op haar hoede was, voelde er reeds de eerste aan raking van. En dan dia stom was aoo zacht, aoo lief! zy kwam uit fyn gevormde lippen, friscb rood gekleurd. Geheel die verschijning gaf een indruk van harmonie. Qroot. slank. tenzy den lachwekkenden indruk van een ver regend fuifje. Limburg heeft zich voorbeeldig kalm gehouden. Eerst Zondag, toen het gods dienstige gemoed zich in warme devotie ont spande, kreeg men de waarheid te voelen: Lim burg is katholiek en zal het biyven, zoools het en die zyn Hy was 151 Jaar directeur der bank en 9 jaar was hy tegenover haar eeriyk geweest. Toen ect^Pr de bank steeds meer en meer voordeel trok* van z’n zakenkennis en z’n capaciteiten toen de winsten steeds aangrdelden, was h(j begónnen zich kleine bedragen toe te eigenen, verder gegaan met groote aflossingen niet meer te boeken, met die voor zichzelf In solide pa pieren te beleggen. Z’n boeken echter waren altyd in orde, en Inspecteur Curvers sprak al tijd met lof over den bekwamen directeur, die de belangen der bank zoo uitstekend voorstond. Zelfs z’n doofheid had de sluwe Leefdaal in z'n persoonlijk voordeel uitgebuit. Eerst had hy hardhorendheid geveinsd, als hy tyd tot nadenken wilde hebben, en ten laatste was iedereen er aan gewend geraakt hem met de hand aan het rechteroor vóór rich te zien zit ten, als men hem een vertrouwelyke mede- deeling wilde doen. Zóó hoorde hy ook veel wat niet voor 'z'n ooren bestemd was. als de boeren op hun vergaderingen byeenac holen in z'n buurt, of wanneer hy *3 avonds een party biljart in de dorpsherberg speelde. En z'n hardhoorendheld was tot doofheid aangegroeid, z'n hand aan de oorschelp was vervangen door de telefoon aan het oor en de microfoon op de borst. Maar mét of zonder toestel. Leefdaal vernam alles wat maar eenlga- zina voor hem bestemd was.... of niet voor hem bestemd was. Hy glimlachte, want dat toestel was een factor by z'n verdwynlhg, die aanstaande «is. Men zou zoeken naar een doove, naar iemand, die slechts met behulp van techniek kon hoo ren en hy zelf zou. overal rondwandelen waar hy wilde, als iemand wiens gehoor uitstekend was. Op een morgen, ongeveer vijf maanden daar na, werd de bank niet geopend. Leefdaal, die in geen U jaar één dag op 't kantoor was ge- dig, omdat zy zich de warme en zachte stem van den jongen auteur herinnerde, toen hy over haar sprak, omdat zy niet vergeten had, wat Catall haar had toegefluisterd, toen zy zich niet kon be Vrijden van haar ongewenscht gezel schap. „Eens zal hij, die met een gouden pen schrijft, terugkomen om u een ring aan den vinger te steken...." Haar vriendinnen, die door oom Janekl in beslag werden genomen om een heel programma van vermakeiykheden met hem te bespreken, bemerkten haar diepen blos niet en zy tras er biy om, want zy konden ongemakkeUJk plagen en zouden haar niet los gelaten hebben eer zy de oorzaak had bekend van haar ontroering. Alleen tante Gracieuze bemerkte het en zei: .Kind, wat ben je warm! Die japon is te zwaar voor het seizoen. Ga gauw wat anders aantrek ken eer je uitgaat.”. De oude dame zocht niet naar de reden van dien plotaelingen blos. Haar hart was jong ge bleven, AU had nooit by anderen zelfs de schaduw van kwaad vermoed, zy had haar nicht in hetzelfde optimisme opgevoed, een soort van ivoren toren, vanwaar men het leven in de verte beschouwt onder een Ideaal opzicht, die er de hardheden van verzacht, zoodat Margaita aan het venster geleund by zichzelf zei: „Wat is het leven schoon en hoe zoet zal het zyn het te beleven!” Als zy zich voorstolde, dat zy later met een onbekendeif~échtgenoot zou leven, dien zy ver sierde met al de denkbeeldige hoedanigheden, waarmede tante haar gestorven verloofde tooide, dan twyfelde zy er niet aan, ot hy aou geheel l v r J tai «ei ger clean shaven was. droeg nu een 'ware blonde snor, terwyl de behan- deling van een i Franschen schoonheidadoctor enkele rimpels gelegd had. Bij een gesprek had hy nu geen vernuftig uitgedacht toestel meer noodig. In 't vaderland schreef de bank drie ton af als verlies; de politie Bocht overal viytlg. maar zonder resultaat en de zaak' werd door het pu bliek gauw genoeg vergeten, maar niet door Gervers. den inspecteur, wien ’t geval z’n po sitie gekost had. Een maand of acht daarna waagde Leefdaal zich terug in 1 vaderland. In het zonnige, maar eentonige Zuiden had hy spoedig het land ge kregen. Ook was het een soort heimwee, hem weer naar 't Noorden lokte. Hy. die in eerst zich zelf niet in den spiegel herkend bi vreesde geen herkenning. Hy bracht een tri weken in Amsterdam door en vertrok daarna naar Den Haag. y Op den vierden of vyfden dag van z’n ver blijf daar, schoof hy, met bet aangename ge voel van een moolen, rustigen avond vóór zich, tusschen de rijen naar z'n besproken plaats In den schouwburg. Toen hy ging zitten, ging Juist het scherm onthooft. Leefdaal amuseerde zich kostelyk met het dolle blijspel en schaterde het nu en dan uit. zoodat z’n buren pret met hem kregen. En toen 't doek na het eerste bedrijf viel, keerde zich z'n linkerbuurman heelemaal naar hem. om den zoo lachgragen toeschouwer eens goed te bek yken. En zoo geschiedde het dat Leefdaal onver wacht in het bekende gezicht van den ex-in- spectelir Curvers staarde „U schijnt rich te amuseeren,” zei deze be leefd. Op 't zelfde oogenbllk was Leefdaal weer de bankdirecteur met de vertrouwenspositie. „Wat belieft u?" vroeg hy. en z’n rechter hand schoof omhoog, om zich achter X hard hoorend oor te welven. Toen hoorde men eensklaps kreten. Er ont stond een paniek, er verscheen politie, en Leefdaal werd in een taxi naar X bureau ge bracht, vergezeld van twee agenten en Curvers. Leefdaal was een sluw en voorzichtig man, maar één ding had hy vergeten, een heel ge woon. maar gewichtig ding: dat de gewoonte een tweede natuur wordt. Toen de drie ondeugden in een mooi boech waren gekomen, zouden se de kastanjes maar eens op gaan smullen. „Een, twee, drie”, riep Tuimeltje uit en hy deed de parapluie open, maar inplaata van kastnjes zaten er niets dan groote gaten in zyn parasolletje. Wat hadden kikker Karei en Kruimeltje een ri waren er allemaal doorheen gebrand en b voor een verloren de ongeschiktheid tot werken door p *7^0 Mi een ongeval mete p - armen, belde beenen of beide oogen 4 WVFe doodelyken afloop We

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 21