N
i
Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind
wuï den daq
Nazi’s in Limburg
F. J. Slebe
I
F 750.
DE UREN GAAN
V O O R B IJ
JOODS CH THEATER TE
BERLIJN
it'
Een indruk
VO
AV
Het vergeten
spreekwoord
Schilder van het moderne
etilleven
Joodsche Cultuurbond heeft ruim
150.000 leden
O O
«u o
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
1
1
-
(Van oneen Beriynschen correspondent)
bescheidenheid,
een
nit
F. J. Slebe: Stilleven met visch
1
n,
I
voor
11
(Wordt vervolgd)
Ki
(Bijzondere correspondentie)
Valkenburg, 7 September.
Tuin-eltje kreeg van den kastanjebaas een bus vol warme
kastanjes, maar die waren ?oo heet, dat hij ae bijna niet vasj,
kon houden. Uk doe se in mijn parapluie”, riep Tuimelt je
Ineens uit, „dan kunnen se lekker afkoeien en hU schudde het
busje in de parasol leeg.
UTT HET FRAN8CH VERTAALD
DOOR CHRISTINE KAMP
Muiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Maar er was toch voorgescnreven, niet alleen
in een mln of meer soepele verordening, maar
door onverbiddelijke paragrafen met kracht van
Wet, dat geen jood ook maar in een verwijderd
verband meer staan mocht met elke openbare
uiting van kunst in het Derde Rijk?
Zeker, doch onder elkaar kunnen de joden
organiseeren wat zij willen. Zij vormen een
eigen samenleving, welke In de arische samen
leving der Dultschers een afzonderlijk geheel
vormt, en in het kader hunner eigen samenle
ving kunnen ze ook hun eigen cultuur beoefe
nen en er een eigen kunstleven op na houden.
let alleen de hoofdrollen wa?bn jo
den. doch ook de bijrollen en zelfs
de figuranten. In het orkest, van
den dirigent tot den paukenlst, was ook al
geen ariër te vinden. En het publiek? Jo
den vulden de fauteuils, de stalles, de loges,
het amphitheater. Een en ander speelde
zich af te Berlijn in September 193«. j
echter geageerd met een
eette toegezonden te zijn
l tot werken door
■1de beenen at beide oogen
:tur der
boeren
1. Goed
ons
In
Duitacbe steden met een grootere Jood
sche kolonie, een eigen „Theater des Jü-
dischen Kulturbundes" rijk is.
Toen het vorig jaar in het theater van den
Joodschen cultuurbond te Berlijn de eerste op«
voeringen van stapel liepen, beeft menige ariër,
in de eerste plaats onder de bultenlandsche
journalisten, doch ook heel dikwijlsonder de
Duitsche kunstliefhebbers en.nieuwsgieri
gen, hardnekkige pogingen aangewend om tot
der temper der semietische muse door te drin
gen. Echter te vergeefs. De joden mogen nu
eenmaal geen arische bezoekers, ook geen bui
tenlanders. toelaten, en het behoeft wel geen
haar
lacht
schijn
cöüu>
goed
een gedetailleerde opsomming van Sleba*s duali
teiten als schilder. Het moge voldoende syn
er enkele algemeene trekken van aan te dul
den. Bijzondere waardeertng kan men voor
zeker hebben voor het groote „Italiaansche stil
leven' met de wonderlijke kleurwerklng. en
voor zijn .JCan met bloemen'’, aoo ook voor
het prachtlg-harmonisch geschilderde .Roeen”-
doekje. waarin het zuiver opbloeien der drie
verschillende bladerkleuren even meesterlijk
getroffen is. als de gansche compositie rond
de beeld-kern suggestief is van werking.
betoog, dat onder de huidige omstandigheden
alle joodsche instanties uiterst voorzichtig zyn
met het overtreden van de regelen, waaraan zy
zich op boog bevel te nouden hebben.
Het Is daarom, dat wy gaarne een uitnoo-
diging aanvaardden van den „Jtidlsche Kultur-
bund" voor een bezoek aan zijn theater, waar
een voortreffelijke uitvoeringvan Frans Mol-
nar’s „Grosse Liebe” gegeven werd. Dit biy-
snel ksn men echter ook wel zien zonder een
joodschen cultuurbond en zónder een geheel
jeodseh ensemble. Daarom was voor ons per
soonlijk dat heel gewone reclamefilmpje het
Interessantst, waarin werd aangekondlgd, wat
hei, réportolre van het joodscne theater voor
het komende seizoen nog meer omvat.
Dan is daar nog de ..Hortensia”, met de
levendige vormgeving van object en achter
grond. met den „bewogen stilstand” erin, maar
vooral manifesteert bet groote „Visschen"-
stilleven, dat van een geweldige ontplooiing
van schilderkunstig kunnen is, 81ebes beste
venoogens.”
Te dien eindefis een Jtidlsche Kultur-
bund” gesticht, fie op het oogenbllk reeds
meer dan honderd-vyftlg-dulzend leden
telt, en te Berlijn, aooals ook in andere
Het opera-plan omvat werken van Mosan en
Puccini en de „Neoucadnezar" van Verdi.'Ver
der werden er eenlge symphonic- en solisten
concerten aangekondlgd. alsmede ‘n groot aan
tal voordrachten, causerieën en conferenties.
Het theater van den joodschen cultuurbond
beschikt ook over eenlge reizende tooneelgesei-
schappen. die er geheel op zijn Ingericht, om
met alleen in schouwburgen met een behoor
lijke accommodatie op te treden, doch die ook m
di meest afgelegen steden en voor een uiterst
klein publiek kunnen spelen, aoodat ook de
nietigste Joodsche .nederzetting niet van haar
eigen cultuur hoeft te vervreemden.
Opmerkelijk Is het, dat verschillende Beriyn-
sche bladen, die asm den joodschen cultuur
bond. behalve het bericht van haar stichting,
nog nooit egn woord hebben gewijd, er thans
een vriendelijk commentaar voor over hebben.
met fijne trekken, goudblond haar, een ge
laatskleur, waarover een voile uitgespreid lag
en er de kunstmatige kleur van maskeerde, een
van jeugd, zoodat het witte serge
ism juist daarbij paste en met dat alles
gekoeen woorden en die bemlnnelijka los
heid. die b(j de echte Pariaienncs zich toont
en dadelijk ieder op itijrask brengt.
De tante en het nichtje hadden te lang ge
leefd in een betrekkelijke eenzaamheid om bij
het eerste gezicht de valschheld van aoo*n
karakter te kunnen doorgronden. Zy geloofden,
dat mevr. Liserollea de deugden bezat, die door
de bekoorlijkheid van dien glimlach werden uit-
redrukt en zonder er verder over te denken,
geheel in beslag genomen door de vreugde van
haar komst in dit verrukkelijk oord, naderde
Margaita op haar beurt het hek om van het
schoons schouwspel te genieten.
Ben granieten kruis op een kUp trok opeens
haar aandacht. „O,” zei zij, ,4a daar iets ge
beurd? Misschien een schipbreuk?"
Het was Hugo Liserolles, die haar ant
woordde, zij wist niet, dat hij haar gevolgd was.
,Ja. juffrouw, in een Novembernacht ia hier
de Surprise vergaan en toen met uw gesel
schap hier aankwam, was ik bezig mij den ver-
sohrikkeiyken doodsangst voor te stellen van
die ongelukkigen, aoo vlak bij de haven ver
drinkend.... Hoe moeten stj geleden hebben!
dat hij zoowel wat expressiviteit als composi
torisch vermogen aangaat, een goeden stijl
voerde, licht en zwierig en toch altijd vast ge
richt op het centrale punt, op de kem-par-
tijen in zijn onderwerpen. Zijn zuiverheid van
visie en de krachtige vormgeving in zijn wérk
gaven er een frischheid aan. die niet alleen
terug te vinden is In deae nieuwe collectie,
maar bovendien is toegenomen. Colorlet en
contouren in zijn doeken dragen Iets mee, dat
on-Hollandsch is, dat iets voornaams heeft,
iets aristocratisch. De geschakeerdheid daaren
boven van de tinten, de kleurtonen er in ge
tuigen van een uiterste verfijning van zijn tech
niek en gaven er reeds toen den gracieuzen
toets aan, die thans nog uitmuntender in deze
schilderijen waarneembaar is.
Sedert zijn vorige expositie Is Slebe naar het
mij voorkomt, zoowel artistiek als technisch
sterker geworden. Artistiek bepaaldelijk waar
het gaat om de uitdrukking van het karakter
zijner kunst, van de psychologische interpre
tatie ervan. Technisch voor zoover het gaat
om de verwerking van het onstoffelijke, essen-
tleele karakter der dingen zelf die hij schil
dert, om het onaanraakbare er in. dat hijvorm
vermag te geven. Voornamelijk lijkt mjj deae
vordering aantoonbaar In zijn stillevens, mo-
deme doeken, die men tot zijn meest represen
tatieve werken kan rekenen. Men ontdekt er
als vanzelf al zijn typische eigenschappen In.
die spontaan bewondering afdwingen. Speciaal,
mag hier nog eens gewezen worden op de steeds
kloekere concentratie van alle saamstellende
deelen der compositie rond het centrale ge-'
geven. Dit is kenmerkend voor Slebe, zijn werk
is harmonisch en organisch opgezet, reeds in
eerste beginsel gezien volgens een logisch plan
en toch vol van een romantlachen zwier, die
den vrijen wiekslag van zijn phantasie over
duidelijk verraadt. -
De quallteiten van zijn werk over het geheel
genomen grenzen wel aan het beste, dat men
van een jong schilder kan verwachten. Er leeft
iets In. dat blijk geeft van een degeiyken on
dergrond en daarop kan men vooralsnog de
beste verwachtingen stellen.
Er sou een uitvoeriger beschouwing, daó die
hier gegeven kan worden, te wijden zijn aan
hechten. Die je waarachtig beminnen, dat zijn
je vader, oom Michel en misschien nog een
andere, maar die zwijgt...."
Margaita ging op die opmerking niet in. zij
vroeg zich zelfs niet af, wie de andere wel kon
wezen. Beneden riep Jacqueline: „Ben je nog
niet klaar, coquet scheitoeltje?'*
Snel zette zy een aardig hoedje op en liep de
trap af naar de hal. „Hier ben Ik, ik heb toch
niet getreuzeld!” v
De broers van Jacqueline en Germaine waren
ook gekomen en hun blikken toonden aan, dat
al had Margaita niet zoo veel tyd aan haar
toilet besteed, het resultaat toch zeer geslaagd
genoemd kon worden, zy bloosde Uchteiyk.
zy gingen door de Port-Vleux naar de
Rocher de la Vlerge. „De vloed Is aan het op
komen,” aei Germaine, „dat geeft een mooi
effect tegen de rotsen.
Toen zy op het plein voor de Semaphore
kwamen, riep Jacqueline: „Daar staan mynheer
Liserolles en zyn moeder.”
Margaita had ae in de verte reeds herkend,
zy bevonden zich by de rota die genoemd
wordt: La Loge du theatre, de moeder zat op
een bank, haar zoon stond tegen het ijzeren
hek. dat de opening der rota beschermt. De
twee schenen nergens oogen voor te hebben
dan voor de hooge golven, die kwamen aan
rollen ala hollende paarden, de manen wuivend
in den wind en die tegengehouden door de kust
met groot gerulsch er teren uiteen spatten,
zoodat do nieuwsgierigen ér door bevochtigd
werden en het water zich versproldda in een
mist, die geen vacantle had genomen en niet
ziek was geweest, kwam niet. Z'n huis was ge
sloten. Hy self eras de eenlge bewoner en
verdwenen. Na een paar dagen wachtens wer
den de boeken in beslag genomen; alle boeren
die met de bank in relatie stonden, werden
opgeroepen en het accountantsonderzoek bracht
een tekort van meer dan drie ton aan *t licht.
Idtusschen zat Leefdaal rustig in een res-
iqfant aan de Italiaansche Riviera. Z’n vroe
■fe zwarte haren waren blond; hy. die vroe-
blj levenslange geheel
verlies van belde arn
Den volgenden dag zouden Kikker Karei. Tuimeltje en
Kruimeltje samen gaan wandelen en daar het er erg regen
achtig uitzag, nam Tuimeltje een groote parasol mee. Nadat
ze enkele uren getippeld hadden, kregen se honger en sagen
langs den kant van den weg een kabouter staan, die lekkere
warme gebrande kastanjes verkocht. „Geef ons wat van die
kastanjes”, zei Tuimeltje lachend en by betaalde aan den
ksatanjebaas een groot stuk chocola.
haar hart bezitten, hy zou haar omgeven met
zyn teederheid en te voren reeds lachte zy de
kleine blonde of donkere hoofdjes toe van de
kinderen, die zich om haar zouden verdringen
en haar moeder noemen. Nooit kon zy die ge
dachte loslaten en reeds in haar prille jeugd
antwoordde zy aan Andre Bonnard, die haar
vroeg, wat zy later zou willen worden: O, Ik
wil heel veel kinderen hebben en ik aal ze
’s avonds in slaap zingen.”
Die gedachte vervulde haar met zoete hoop.
Door de breede ramen boven het groote portaal,
kwam de zuivere, adem van de see. zy zoog
dien in als of hy haar beloften van geluk
bracht.
„Ga je verkleeden,” riepen haar vriendinnen
van beneden. „Wy zullen je het strand tooncn.”
Geholpen door Yocheppa opende zy
koffer en deed een dunne japon aan,
mauve getint als een reeds verbleekte herin
nering aan den oorlog, waardoor haar fijne
gelaatskleur en de warme tint van haar donker
bruin haar beter uitkwamen. Terwyi zy haar
witte schoentjes aandeed, merkte de trouwe
dienstbode In de landstaal op: „De Juffrouw is
opgeruimd, maar mynheer Is bedroefd.... ge
heel alleen in Eskerona!"
Die woorden waren voldoende om de biyd-
schap van het jonge meisje te temperen. Haar
oogen werden vochtig. ,4a,” zei zy, „vader wilde
niet, dat ik hierheen ging. Maar oom Janekl
heeft zoolang gepraat, dat hy ten laatste zyn
toestemming gaf.”
.Liefje, er zijn genegenheden, die ons nood
lottig kunnen zyn. Daar moet je je niet aan
-j-'v e Landdag van de NSB., die op 5 Sep-
I 1 tember gehouden werd te Valkenburg,
te in de Noorder provincies, vooral in
Zuid-Holland, met veel rumoër aangekondlgd:
hier In Limburg was van zulk rumoer volstrekt
niets te vernemen. De provocatieve reclame
campagne, die anders aan een bijeenkomst van
Hollandsche -nazi’s voorafgaat, en die, behalve
t as-
Aangekondlgd werden eenlge tooneelstukken
var. joodsche schrijvers, die in Dultechland en
elders in Europa leven. Men zal er zich even
wel op toeleggen vooral een aantt^ voorbeel
den te geven van geheel nieuwe, specifiek Jood
sche kunst, welke momenteel in Palestina
schyfit op te bloeien. Een en andermaal, evenals
een aantal joodsche stukken van ouderen da
tum, uit het Hebreeuwsch vertaald en in het
IXi’tsch cpgevoerd worden. Het sou niet on
interessant wezen, om tegen dien tyd eens een
kykje te gaan nemen, doch daar dreigt weinig
van te zullen komen.
plelzier. De kastanji
Tuimeltje had ze es
•r
Whistler’^ vermaarde portret van zijn Moeder, uit het Louvre te Parijs, thans te
zien op de Tentoonstelling van Kngelsche Kunst in het Stedelijk. Museum te
Amster dam
Eerst waren het kreten van bewondering,
nieuwsgierigheid moest voldaan worden, het
Keheele huls weerklonk van het getrappel der
hooge hakjes: dan verzamelde men zich in de
hal om de theetafel, die als by tooverslag de
beeriykste gebakjes en taarten aanbood. Daar
omheen geseten ging het gebabbel der dames
vond zoo als vlinders, die zich vluchtig neer
betten op de bloemen aan den weg.
Opeens kwam de stem van Jacqueline boven
het rumoer uit. .Liefje, verheug je. wy sullen
Je Hugo Liserolles voorstellen. Hy is met zyn
moeder naar Blarrlta gekomen.”
.4a,” ging Germaine voort, „de streek hier
Is hem zoozeer bevallen, toen hy er gedurende
de lente by Massot den uitgever, logeerde, dat
hy zich hier heeft willen Installeerden om een
nieuwen roman te schryven, die als omlysting
het Baskische land zal hebben.... Hy bewoont
een kleine villa, op het Atalaye plain.... wy
ontmoeten hem bijna dageyks.”
bij varliea van een hand,
een voet of een oog.
katholiek bleef In eeuwen van vernedering
druk. Het heeft een nationale fierheid,
zich door geen Ersatz laat berooven van
krachtige katholieke zelfstandigheid.
nauwkeurigheid onzer
staan
Zulk een treinreisje is instructief! Wie den
geest der NSJ. wil loeren kennen, moet
experiment eens volgen en plaats nemen
een coupé vol verhitte volksgenooten! De spre
ker, dien wy clteeren, reisde eerste klasSë en
was „een mynheer”.
Grooter indruk dan de landdag maakten
Zondag 6 September de geweldige demonstra
ties tf* katholieken in alle dekenaten van
Llmbwtg. Deze bijeenkomsten, die een zuiver
reUgiwas karakter droegen en waaraan alle po
litiek vreemd was, toonden duideiyk, wat wer-
keiyk leeft In het Llmburgsche volk: een on-
verzettgiyk geloof, dat voor geen leuzen wykt.
De kale vertoonlng van den landdag Is voor-
bygegaan zonder eenlg^n Indruk te vestigen
a w w w-w a n/^KTXT^*9C* °P «Ut hlad zyn Ingevolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen
I /X IltJl w I F1. ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen
n den Kunsthandel Bennewltz te *s Gra-
venhage werd JJ. Donderdagavond een ex
positie van werken door den Jongen Haag-
schen kunstschilder F. J. Slebe geopend, waar
bij door A. J. D. van Oosten de volgende in
leiding gehouden werd:
„Er valt hier reeds by den eersten aanbllt
te constateeren, dat Slebe zich sedert zyn eer
ste expositie in den herfst van vorig jaar met
zyn volle kracht en begaafdheid op zyn arbeid
Is blijven werpen. Er valt te constateeren: dat
het hem wat scheppingskracht betreft goed
gegaan is; dat hy niet op zyn roem geteerd
heeft, maar zichzelf vooruitgedreven heeft
naar nieuwe doelen. Zulks is gelukkig, en men
zou het lederen jongen schilder wel toe willen
wenschen. Want er is geen mensch, maar zeker
geen kunstenaar, wiens persoonlijkheid gebaat’
is by stilstand. En niet alleen de persooniyk-
held is hier in het spel, doch ook de geheels
combinatie van artistieke vermogens waarover
een bepaalde kunstenaar beschikt.
Uit de collectie die Slebe in October van 1
vorig jaar bijeenbracht, kon men waarnemen,
w-^ e boeren," zet Leefdaal, de
I 1 plaatseiyke Landbouwbank,
syn toch eigenaardige mei
rekenen kunnen ze -niet.. Als ze een hypothee*
willen hebben en de rente eii~ aflossing bereke
nen. maken ze altijd fouten.” s
De 'inspecteur der hoofdbank. Curvers, knik
te. Hij had zooeven de boekhouding onderzocht
en alles in orde bevonden. Leefdaal was eet.
nauwgezet man. Hy was pienter en by, al was
hy hardhoorend
„Een practlaeh toestelletje wat Je daar hebt.”
meende diners en keek naar den microfoon
op Leefdaal's borst. „Kan daar goed mee
hooren?"
„Uitstekend.” lachte de andere.
Curvers stond op om te vertrekken.
„Dus tot over een jaar," sprak hij
Leefdaal knike. „Of langer.” dacht hy, toen
de Inspecteur in z’n auto wegreed.
Langzaam ging de directeur naar z’n privé-
katoor terug; z’n boeken waren in orde, en
tochIn z'n eigen brandkast thuis, lagen
effecten en papieren geld tot een bedrag van
anderhalven ton, dat in de boeken verant
woord had moeten zyn en er niet In voorkwam.
de schuttingen en aanplakruimten, ook het
phalt bevuilt met de Ironische verzekering-
„Mussert komt”, de talryke zwartroode vlagge
tjes en de dienstvaardige wegwijzers, waarop
den automobilist kilometers te voren wordt
aangetoond, hoe hU ryden moet „naar 1 NS.
B.-tenein”, het bleef alles achterwege In het
j zag men
eeken van den afkeer,
ivolking leeft. In geen
viel Iets op te merken
noch
zonnige Zuid-Limburgsche landschap
niets, ook geen enkel
die by de Zuideiyke
enkel dorp der omgev^j
van de Aanstaande gebeurtenissen,’ noch in
Meerssen, noch In Hquthem, noch In Schinne
op Geule, noch In WiCtem, Mechelen of Gulpen,
noch In Gibbe of Margaten hing ook maar het
geringste aanplakbiljet. De bevolking zou de
dingen trouwens verwijderd hebben, want ze
«temde niet in met de koude drukte. Zoo min
als Limburg zich door het buitenland wil laten
annexeeren, zoo mln wil het zich door de Hol
landers van de NSB. laten gelykschakelen. Het
is ongevoelig voor het domme fabeltje, dat er
geen andere keuze zou bestaan dan tusschen
Mussert en het Bolsjewisme.
Toch was het heusch geen bescheidenheid,
noch minder was het goede smaak, die de N.8
B.-propagandisten weerhield van de gewone
tchreeuwerige reclame-campagne. Ze beseften
wel, dat ze de Limburgers niet moesten uit
dagen Ze hielden zich in de voorbereidingsda
gen zoo koest, dat ze even goed niet hadden
kunnen bestaan. Wie by de menschen hier in
de omgeving van Valkenburg informeerde naar
iets over den aanstaanden Landdag, kreeg tot
antwoord een schouderophalen. Geen inter
esse!
Het terrein, waar de vergadering zou plaats
vinden, een particulier terrein, afgestaan door
Philips uit Maastricht, ligt geheel afgesloten op
den Cauberg, tegenover het befaamde Valken-
burgsche Rotspark. Ook van de directe voor
bereidingen op dit terrein was niets te zien.
Zoo verliepen de dagen, voorafgaande aan 5
rjeptember rustig, alsof er heelemaal niets stond
te gebeuren en in feite is er ook heelemaal niets
gebeurd. De 3500 opgekomen N.8.B.-ers hebben
een nat pak gehaald door den stroomenden re
gen en deze humoristische speling van de na
tuur Is door de Limburgers gewaardeerd. „Ze
hebben zoetjesaan de gelegenheid, zee té hou
den, met al dat water" was de eenlge reactie
op het gebeuren, die wy te Valkenburg ver
namen.
In de mijnstreek
perfide pamflet, dat
door het Centrale Propaganda Bureau van de
R.K Staatsparty» maar dat in werkeiykheid 'n
ophitsende strekking had. Het wilde de bevol
king provoceeren, door mln of meer op gezag
van Mgr. Lemmens te beweren: „Vergeet niet,
dat tegen de N.S.B. a 1 1 es geoorloofd is....
Er mogen klappen vallen, desnoods
d o o d e n”. Het pamfletje is in een en
kel blaadje opgenomen voor zuivere waar,
de meeste plaatseiyke en gewesteiyke bladen
gooiden het in de prullemand, waar het thuis
hoorde. Niettemin hoorden wy het op 5 Sep
tember door een N.8.B.-er citeeren, alsof het
authentiek was
De regen belette, dat er iets onregelmatigs
voorviel; dank zy de activiteit der katholieke
leiders hield iedereen zich afzijdig, ook toen
na afloop van den landdag ’t weder opklaarde
en de nazi’s luidkeels roepend en zingend by
groepjes door de straten trokken. Een enkele
ooiykerd antwoordde op het „Hou Zee”, dat
niet van de lucht was dien avond, met een la
coniek: „Hou Je fatsoen”.
Iets anders was het echter in den propvollen
trein, die tegen het donker een groote groep
N.8B.-er, terugvoerde naar het Noorden. Tot
Maastricht hebben wy in dezen trein mede-
gereisd en zijn wy getuigen geweest van het
geen mep in de party van Mussert voor en
thousiasme houdt. Uit een gesprek, gevoerd met
de bedoeling, dat wy het zouden opvangen, ha
len wy letteriyk aan, over onze bisschoppen:
„Dat zyn geen zielenherders, dat zyn zielen
bedervers. Dat syn schofte n".
,J*oels dryft de menschen naar het marxisme"
Deze bloemlezing is vatbaar voor ampele uit
breiding. wy hebben getuigen, die voor de
wedergave kunnen in-
soort van schuim, waarin de kleuren van den
regenboog zlc|j vertoonden.
Onder vdörwendsel van beter van het
schouwspel te genieten naderde het Jolige
groepje het hek. Mevr. Liserolles bemerkte hen
het eerst, zy raakte den arm van haar zoon
aan, die sidderde als iemand, die plotseling
wakker wordt gemaakt. Hy draaide rich om
zichtbaar ontstemd; toen zyn blik bet elegante
figuurtje in mauve ontdekte, leek het alsof een/
fee hem door haar tooverroede had aangeraakt,
■zoo veranderde zyn gelaat opeens, hy keek ver
heugd en zyn hoed afnemend, naderde hy met
een levendigheid, die zyn hooghartig karakter
elgeniyk wel vreemd moest zyn.
Mevr. Darrlgand begon de nieuw aange-
komenen voor te stellen en mevr. Liserolles zei
met een lieven glimlach tot Juffr. Gracteuse:
„Ik geloof, dat wU reeds uw bekooriyke nicht
gezien hebben by het uitgaan van de kerk....
Heeft zy niet geposeerd voor de Jonge Baski
sche van André Bonnard?”
.Ja, mevrouw, dat is aoo. Mün nicht heeft
dat gedaan. Bonnard is een oude vriend van
haar vader.”
„Geheel Parijs is by haar beeltenis voorbU-
regaan. Het getal van haar bewonderaars is
niet,meer te schatten.”
O,''het gif van de vleierij, hoe dringt dit
door in de harten! Margaita. die niet op haar
hoede was, voelde er reeds de eerste aan
raking van. En dan dia stom was aoo zacht,
aoo lief! zy kwam uit fyn gevormde lippen,
friscb rood gekleurd. Geheel die verschijning
gaf een indruk van harmonie. Qroot. slank.
tenzy den lachwekkenden indruk van een ver
regend fuifje. Limburg heeft zich voorbeeldig
kalm gehouden. Eerst Zondag, toen het gods
dienstige gemoed zich in warme devotie ont
spande, kreeg men de waarheid te voelen: Lim
burg is katholiek en zal het biyven, zoools het
en
die
zyn
Hy was 151 Jaar directeur der bank en 9 jaar
was hy tegenover haar eeriyk geweest. Toen
ect^Pr de bank steeds meer en meer voordeel
trok* van z’n zakenkennis en z’n capaciteiten
toen de winsten steeds aangrdelden, was h(j
begónnen zich kleine bedragen toe te eigenen,
verder gegaan met groote aflossingen niet meer
te boeken, met die voor zichzelf In solide pa
pieren te beleggen. Z’n boeken echter waren
altyd in orde, en Inspecteur Curvers sprak al
tijd met lof over den bekwamen directeur, die
de belangen der bank zoo uitstekend voorstond.
Zelfs z’n doofheid had de sluwe Leefdaal in
z'n persoonlijk voordeel uitgebuit. Eerst had
hy hardhorendheid geveinsd, als hy tyd tot
nadenken wilde hebben, en ten laatste was
iedereen er aan gewend geraakt hem met de
hand aan het rechteroor vóór rich te zien zit
ten, als men hem een vertrouwelyke mede-
deeling wilde doen. Zóó hoorde hy ook veel
wat niet voor 'z'n ooren bestemd was. als de
boeren op hun vergaderingen byeenac holen in
z'n buurt, of wanneer hy *3 avonds een party
biljart in de dorpsherberg speelde.
En z'n hardhoorendheld was tot doofheid
aangegroeid, z'n hand aan de oorschelp was
vervangen door de telefoon aan het oor en
de microfoon op de borst. Maar mét of zonder
toestel. Leefdaal vernam alles wat maar eenlga-
zina voor hem bestemd was.... of niet voor
hem bestemd was.
Hy glimlachte, want dat toestel was een
factor by z'n verdwynlhg, die aanstaande «is.
Men zou zoeken naar een doove, naar iemand,
die slechts met behulp van techniek kon hoo
ren en hy zelf zou. overal rondwandelen waar
hy wilde, als iemand wiens gehoor uitstekend
was.
Op een morgen, ongeveer vijf maanden daar
na, werd de bank niet geopend. Leefdaal, die
in geen U jaar één dag op 't kantoor was ge-
dig, omdat zy zich de warme en zachte stem
van den jongen auteur herinnerde, toen hy over
haar sprak, omdat zy niet vergeten had, wat
Catall haar had toegefluisterd, toen zy zich
niet kon be Vrijden van haar ongewenscht gezel
schap. „Eens zal hij, die met een gouden pen
schrijft, terugkomen om u een ring aan den
vinger te steken...."
Haar vriendinnen, die door oom Janekl in
beslag werden genomen om een heel programma
van vermakeiykheden met hem te bespreken,
bemerkten haar diepen blos niet en zy tras er
biy om, want zy konden ongemakkeUJk plagen
en zouden haar niet los gelaten hebben eer zy
de oorzaak had bekend van haar ontroering.
Alleen tante Gracieuze bemerkte het en zei:
.Kind, wat ben je warm! Die japon is te zwaar
voor het seizoen. Ga gauw wat anders aantrek
ken eer je uitgaat.”.
De oude dame zocht niet naar de reden van
dien plotaelingen blos. Haar hart was jong ge
bleven, AU had nooit by anderen zelfs de
schaduw van kwaad vermoed, zy had haar
nicht in hetzelfde optimisme opgevoed, een
soort van ivoren toren, vanwaar men het leven
in de verte beschouwt onder een Ideaal opzicht,
die er de hardheden van verzacht, zoodat
Margaita aan het venster geleund by zichzelf
zei: „Wat is het leven schoon en hoe zoet zal
het zyn het te beleven!”
Als zy zich voorstolde, dat zy later met een
onbekendeif~échtgenoot zou leven, dien zy ver
sierde met al de denkbeeldige hoedanigheden,
waarmede tante haar gestorven verloofde tooide,
dan twyfelde zy er niet aan, ot hy aou geheel
l v r J
tai
«ei
ger clean shaven
was. droeg nu een
'ware blonde snor,
terwyl de behan-
deling van een i
Franschen
schoonheidadoctor
enkele rimpels
gelegd had. Bij een gesprek had hy nu geen
vernuftig uitgedacht toestel meer noodig.
In 't vaderland schreef de bank drie ton af
als verlies; de politie Bocht overal viytlg. maar
zonder resultaat en de zaak' werd door het pu
bliek gauw genoeg vergeten, maar niet door
Gervers. den inspecteur, wien ’t geval z’n po
sitie gekost had.
Een maand of acht daarna waagde Leefdaal
zich terug in 1 vaderland. In het zonnige, maar
eentonige Zuiden had hy spoedig het land ge
kregen. Ook was het een soort heimwee,
hem weer naar 't Noorden lokte. Hy. die in
eerst zich zelf niet in den spiegel herkend bi
vreesde geen herkenning. Hy bracht een tri
weken in Amsterdam door en vertrok daarna
naar Den Haag. y
Op den vierden of vyfden dag van z’n ver
blijf daar, schoof hy, met bet aangename ge
voel van een moolen, rustigen avond vóór zich,
tusschen de rijen naar z'n besproken plaats In
den schouwburg. Toen hy ging zitten, ging
Juist het scherm onthooft.
Leefdaal amuseerde zich kostelyk met het
dolle blijspel en schaterde het nu en dan uit.
zoodat z’n buren pret met hem kregen. En
toen 't doek na het eerste bedrijf viel, keerde
zich z'n linkerbuurman heelemaal naar hem.
om den zoo lachgragen toeschouwer eens goed
te bek yken.
En zoo geschiedde het dat Leefdaal onver
wacht in het bekende gezicht van den ex-in-
spectelir Curvers staarde
„U schijnt rich te amuseeren,” zei deze be
leefd.
Op 't zelfde oogenbllk was Leefdaal weer de
bankdirecteur met de vertrouwenspositie.
„Wat belieft u?" vroeg hy. en z’n rechter
hand schoof omhoog, om zich achter X hard
hoorend oor te welven.
Toen hoorde men eensklaps kreten. Er ont
stond een paniek, er verscheen politie, en
Leefdaal werd in een taxi naar X bureau ge
bracht, vergezeld van twee agenten en Curvers.
Leefdaal was een sluw en voorzichtig man,
maar één ding had hy vergeten, een heel ge
woon. maar gewichtig ding: dat de gewoonte
een tweede natuur wordt.
Toen de drie ondeugden in een mooi boech waren gekomen,
zouden se de kastanjes maar eens op gaan smullen. „Een, twee,
drie”, riep Tuimeltje uit en hy deed de parapluie open, maar
inplaata van kastnjes zaten er niets dan groote gaten in zyn
parasolletje. Wat hadden kikker Karei en Kruimeltje een
ri waren er allemaal doorheen gebrand en
b voor een verloren
de ongeschiktheid tot werken door p *7^0 Mi een ongeval mete p
- armen, belde beenen of beide oogen 4 WVFe doodelyken afloop We