dfidu&Aaal den dag van DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL DE UREN GAAN V O O R B IJ J De fascistische goedkoope trein F 750.- Doom Toen de Koningin zich ging verloven IEDEREN ZONDAG RIJDEN ER 30 De poes van z’n vrouw Belangstelling en wantrouwen in Engeland De Italiaan betaalt hiervoor niet meer dan het bedrag dat hy anders zou vertrammen A I I 17 A op dM btad Mm tagevolge de vergekerlngzvoorwaarden tegen p levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7^0 M| een ongeval met p OECA /VDV/lNl Ml-s Q ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen «JVe" verlies van beide armen, belde beenen at belde oogen «JVFe" doodehjken afloop «é«JVe“ AANGIFTE MOET, OF STRAFFE VAN VENUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERU/K DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Napels in den regen dq DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1936 ■■3 I Chineetch en Japansch porcelein Want Zyn toestand is m mmt reMjft wrt— 33 (Wordt vervolgd) UIT HET FRANSCH VERTAALD DOOR CHRI8TINE KAMP groot was de zy in 1898 als ontelbare wo- gekleurde foto, Mi NrtM vaa een band, een voet stak a’a hand voor nek art, ea raad door. Natuurlijk (sonrf-ae) anart Uj had immers rockt aaa voorrang! wegvliegt om niet terug te keeren.” Vergun mij u toe te wenschen, dat u dien bangen vogel suit weten te vangen met het net der liefde en dat u, nauwkeurig er voor wakendt dat er scheuren in dat net komen, hem voor altyd zult gevangen houden.... Dus, geen gevoelen, dat niet kan worden gedeeld door het hart van de andere, geen gedachte, waartegen het ver stand van de andere in opstand soa komen. anderen, selfs die van Arnaud van juffr. Gradeuse en van de haar witten sluier, rondwaarde, toen Ze hepen de gang door en kwamen in een kamer terecht waar verschillende deftig gekleede heeren zaten. Bk- stond ook een piano, waarachter een artistiek uitziend persoon gat. „Daar heb Je de beroemde zangers, waar we op wachten", zei een der heeren, „nu kunnen we beginnen I” „Wilt U maar beginnen, heeren." „Goed", ael Drein. Hy begon. Maar het klonk aoo vreeselUk valsch, dat de heeren hem sender mankeeren door een klein tuimelraampje de straat opgooiden. Den volgenden morgen reed de trein, waarin Piet Pnkkej zijn reis naar de stad maakte, juist weg, toen Drein, in zijn Zondagsch pakje het perron kwam opetuiven. „Te laat!!’ gilde Piet, die reeds in den trein zat,. „ga er maar achter han gen." Drein waagde den sprong, die gelukte, en zoo, op den buffer gezeten, kwam hij toch gelijk met Piet in de groote stad aan. want dat staat niet netjes, in het land van de zen. En dus besluiten we, vóór alles, een paraplu te koopen' of in een museum te krulpen. Maar de man. die op een hoek parapluën verkoopt, wil 35 Ure; en al biedt hij ons het meubel ten slotte voor 8 lire aan, ons enthousiasme is by oeze onbeschaamde transactie vergaan,en we kiezen het museum, dat tot de beroemdste van Europa behoort. Maar als we in de trad» zitten, breekt plotseling de zon door en we «luchten naar bulten en wandelen door de straten van Mapeis. De oude geestelijke deed al wat hij kon om hem te kalmeeren. „Wat verhinderd had moeten worden, dat is het huwelijk zelf. Dat hebben wij niet gekund. Waarom zou u dan elndelooze twisten veroorzaken door dien vreemdeling te dwingen hier het huwelijk te doen plaats vin den met al de oude'gebruiken van ons land, waar hij niets van begrijpen kan? Hy zou er maar mee spotten!" Toen dan de groote dag aanbrak, waren de luiken van het oude huls gesloten. De zoete Lieve Vrouwe boven den drempel, de pergola nog versierd met late rozen, de eikenlaan zoo somber als de avond viel, het plein over- schaduwd door oude platanen, waar Hugo en Margaïta voor het eerst elkaar ontmoet hadden, zagen niet den vrooiyken bruidsstoet voorbij gaan, voorafgegaan volgens de Basklache mode door de Chiroula. Het altaar schitterde niet in het licht van tallooie kaarsen en de oude pastoor sprak niet tot het jonge bruidje, dat hjj had* helpen op voeden, over de groote plichten, die haar wachtten. „Ik wil liever niet degene zijn, die ze trouwt," had hij gezegd. ,Jk laat die taak over aan een ander, die beter dan ik mooie woorden zal weten saam te voegen." Het was dus de pastoor van de kerk St. Eugenie, die het bruidspaar vereenigde in tegenwoordigheid van een schitterend gezelschap, waar gewaagde toiletten en beroemdheden van allerlei slag de aandacht trokken. Zijn toespraak, onberispelijk wat stijl betreft, bevatte een groote les: .Mijnheer," zei hjj, „zich tot Hugo Liserolles wendend. .Laat ons hopen, dat aan de zijde van de echtgenoote, die u ge kozen hebt, uw talent zich zal zuiveren, tege lijk, dat het groeien zal en dat in de toekomst u ons werken zult schenken, waarlijk den mora list waardig, doordeesemd door de christelijke ideeën, die sommigen in u meenen op te mer ken. Daarom moet gij vanaf dit uur door een totale, weerzijdsche overgave uw levens In elkander doen overgaan. In een van uw romans hebt u geschreven, dat’.Het geluk een vogel is, die een oogenbllk zich neeraet op uw ven sterbank en na u verheugd te hebben door zijn blijdschap, den trots, nu mevr. Hugo UseroUes genoemd te worden, te voelen, dat zooals de pastoor bet had gezegd, zij voortaan den roem van haar echtgenoot deelde, omdat hun twee levens één waren geworden. Tegen den avond ging zij met tante Gradeuse naar haar villa om haar bruidstoilet te verwis selen tegen een reiseoetuum. Toen zij het hek doorging, viel haar oog op den zonnewijzer aan den muur en »P de vijf letters daarboven. Een onberedeneerd gevoel van angst kwam In haar op en die gedachte drong zich aan haar geest op: .Hullen al de minuten van mijn nieuw leven vruchtdragend zijn voor de eeuwigheid?” Zij wist er geen antwoord op te vinden en met bedrukt hart kwam zij in haar kamer, waar Yocheppa haar wachtte, ernstig en somber als een cipier. Zij probeerde niet de trouws dienstbode anders te stemmen, maar met bewe gingen als een automaat wierp zij haar bruids toilet van zich en kleedde zich met een eenvou dig reiseoetuum. Zij wilde weer naar beneden gaan, toen ergens een visscher voorbijging en een liedje song. Dat lied kende Margaïta en ook Yocheppa kende bet. Het was de Arranoak Borietan (de arenden in den berg), waarvan alle noten streng en gelijk zijn als Gregoriaansche aang. Dat Was het begin. Sinds dien tijd spelde Aurelia van A tot Z al de advertenties van die lieden, die de officleele medische wetenschap dacht der d’Eskerona, bruid in 1 zij de artisten van de groote Opera aanhoorden, die gekomen waren om de plechtigheid met hun talenten op te luisteren. De officiant bad, terwijl hij het brood en den wijn offerde: „Ontvang goedgunstig. Heer, dit offer dat u wordt aangeboden om den heiligen „Nu moeten we ons netjes gedragen", ael Plet. „Als we nu menschen tegenkomen, vragen we hee^ beleefd of we hun huis mogen opechilderenOpeens stonden ze beiden voor de deur van een muziekzaal. De geheele gang stond vol verfpotten. .Daar aaHen se wel iets voor ons te doen hebben", zei Piet. Het is nog maar kort geleden, dat Napels de grootste stad van Italië was. En het la nog al tijd de stad met het grootste aahtal Italiaan sehe bewoners. Het is veel grootsteedscher dan Rome, en de stad self is leeljjk en vuil. Kolos sen van huizen, die eruit zien, alsof ze zóó in elkaar zuilen storten, en alleen nog worden op- gebouden door de ontelbare balcony Ieder raam, letterlijk ieder raam, heeft nJ. een ijzeren uitbouw, waarop één, hoogstens twee geraniums kennen staan. Voor menschen is het levensge vaarlijk Maar dat is ook niet het doel van deze fcalcons. Het doel is oogenschyniyk een voor- rcad van ijzer te vormen, om in geval van nood zélf in deze kostbare grondstof te kunnen voor zien. Daarom worden ze ook met zorg en liefde behandeld en het is als een stilzwijgende over eenkomst dat niemand zijn balcon zal trachten te gebruiken. Wie herinnert zich niet uit zijn aardrijks kundeboek den eenzamen pijnboom, die zijn wt aler spreidt over het panorama van de stad, met de baai en den Vesuvius op den achter grond? Die pijnboom staat op de Vomero, en daar hebben wij natuurlijk óók gestaan, en we hebben elkaar gezegd, dat een oud Ideaal ein delijk werkelijkheid was geworden. Tegen .de belling van dezen heuvel liggen de armste hulzen ven Napels, en we gaan de eene straat in, de ancere straat uit, langs woningen, waar in iedere kamer een heel huisgezin woont. (Napels staat bekend als de stad met de meest kinder rijke gezinnen van heel Italië). De onderste verdiepingen hebben géén ramen; alleen maar ten deur, die overdag wagenwijd open staat, om licht te brengen in bet vuile hok, waarin twee tedden, een tafel, een paar stoelen, een keu- ktnkachel en een spiegelkast staan: overal het zelfde en overal even neerdrukkend-armoedlg. Alleen met het verschil, dat bij de familie A. de bedoen al zijn opgemaakt, by de familie B. iigt alles nog overhoop, en bij de familie C. zijn de kinderen alleen thuis, en vlooien elkaar en de poes. De gemeente heeft nieuwe hulzen gebouwd aan den rand van de stad, en is be gonnen de allerarmste krotten af te breken. Maar de bewoners moesten door gewapende agenten uit hun woningen gehaald en met ge weld naar de nieuwe gebracht, en bewaakt wor den, dat ze niet stilletjes naar de pulnhoopen terugtrokken, waar ze zich gelukkiger voelden, dan in de moderne kazernes! Eerst toen^ook deze moderne huizen voldoende vervuild waden, kon het polltie-toezlcht langzamerhand vermin derd en eindelijk geheel opgehéven worden. Maar de proef was de gemeente duur te staan gekomen, en ik meen, dat men de bevolking van Napels voorloopig nog niet rijp heeft ge oordeeld voor hernieuwde proeven van volks- liygiëne. Na de geestelijke inspanning van deze ont dekkingen, is het goed, te gaan eten in Santa Lucia. Santa Lucia is een haventje, midden In de stad, recht tegenover den Vesuvius, die ook op een regendag rookt en energiek vuur spuwt. Iedere vijf minuten gaat er een vlam omhoog, en lederen keer zegt elke vreemdeling; .Kljkl", tot de kellner hem zijn bord spaghetti met mos selen voorzet, en hy geen gelegenheid meer heeft, überhaupt nog Iets te zeggen. Want daarna komt de vlsch en dan komen de zan gers, die inderdaad in deze stad allemaal bijna Caruso’s zijn; en intusschen drinkt men veel wyn, die goeokoop en wonderlijk goed is, en voelt zich gelukkig als nooit tevoren. De eenlge onaangename, noot is de kroonprins, waarop de NapoUtanen onmetelijk trotsch zijn: de één geen levensuiting, die geen weerklank zou vinden In het leven van de andere....” Naar die ernstige woorden luisterend, fluister den de elegante dames elkander toe: .Hou je niet denken, dat als Liserolles zijn manier van schrijven veranderde, het een groot verlies voor de kunst zou zijn.” „O, zeker, hij heeft zoon echte manier om de minste sensaties uit te beelden.Dan denkt men by zichzelf: „Dat heb ik zoo gevoeld!”': En men is verwonderd te ontdekken, dat men zoo verdorven is.’’ „Ja, maar men gevoelt daar geen spijt van. Hij weet zoo goed de zwakheden van het hart te verontschuldigen.” Als de met fluweel bekleede bidstoeten kon den spreken, dan zouden zy zeggen: .De tyden zijn niet veranderd. De dames in crinolines en de heeren in met goud geborduurde uniformen van het keizerlijke hof dachten precies zoo. Twee moorddadige oorlogen hebben ze niet kun nen veranderen.” Naast het altaar, waarvan de treden door een prachtig tapyt waren bedekt, knielde de pastoor van Arnaberry, men kon wel zeggen, dat hy de gezang, by het minste gedruisch schrikt en eenlge was, die waariyk bad, terwyi de aan- dat bet huwelijk der koningin er veel toe bij gedragen heeft om de onvriendelijke stemming, die hier ten opzichte van Nederland heerschte, te doen verdwynen. Toch waren sommige artikelenschrijvers zeer gereserveerd in hun beoordeeling van de trouw plannen der koningin. Onze betrekkingen tot Dultschland waren ook voomameiyk in ver band met den oorlog in Zuid-Afrika minder aangenaam, en velen vreesden dat tengevolge van het huweiyk der koningin de Duitsche in vloed in Nederland aanmerkeiyk zou toenemen. Sommigen gingen zelfs zóó ver te beweren dat onder geen omstandigheid koningin Wilhel mina een anderen dan. een Duitschen prins ge trouwd zou hebben, daarde Regeering dit om politieke redenen wenachte. Erkend moet warden, dat de bijzonderheden, die hier omtrent den jongen Hertog bekend werden, reeds vrij spoedig een einde maakten 'aan de vrees dat het huweiyk een voor En geland ongunstige politieke beteekenls had. Bovendien werden de Engelsch-Dultsche be trekkingen minder onvriendeiyk, en daar de oorlog in Zuid-Afrika voor ons een gunstiger wending begon te nemen, waren wij geneigd onze „vyanden” te vergeven. Ook moet niet uit het oog verloren worden dat in dien tijd Frankrijk nog feller op ons gebeten was dan Dultschland. Londen en Engeland kennen prinses Juliana door persooniyke aanschouwing veel beter dan zy in 1900 Koningin Wilhelmina kenden, t Is moeiiyk uit te maken wanneer de belang stelling groeier was toen of thans. Maar in ieder geval is ze nu minder vermengd met wantrouwen. kwakzalvers noemt. Ze slikte zonder voorbehoud alles wat er in stond. Als ze bijv, las hoe de weduwe V. meermalen door Sarabanda-tablet- ten was genezen en gered, dan stonden nog dienselfden avond Saranbanda-tableUen op haar nachtkastje enz. Door die advertenties kreeg ae heel wat U physlologische en therapeutische kennis. Apo theken en drogisterijen oefenden op haar de zelfde aantrekkingskracht uit als de kroeg op een dronkaard. Zelfs als ze op stap was cm een hoed of een mantel te koopen, dan bleef ze 1 nog staan om naar de verleidelijke uitstalling van fleschjes en doosjes te kijken. Ze aarzelde dan, liep door, wandelde terug en kocht. Zoo kwam ze niet zelden te laat en was de eenlge hoed die haar werkelijk stond of de eenigs mantel, die haar precies paste, vaak voor haar neus weggekocht Tenslotte be sloeg haar verza meling genees middelen 'n heelc plank in de groo te. diepe keuken kast. Die plank noemde ze haar medicijnkist; Aurelia’s methode van behandeling was heel eenvoudig. De laatste aankoop was altijd de beste. Haar vertrouwen in d’r geneesmiddelen wies by den dag. Ze was bereid om alles, van het begin eener verkoudheid tot de gele koorts toe, met haar pillen en poeders te genezen. Haar man ging een rilling van ontzetting door de leden, als hij dacht asm die manie van z’n eega. Op een morgen voerde z’n ontstelde verbeel ding hem voor oogen: z’n vrouw in de beklaag denbank, onder, beschuldiging haar beste vrien din te hebben vergiftigd. Onder den indruk van dit schalkwekkend visioen, vergat hy in z’n - verbouwereerdheid z’n sigarenkoker. Hy be merkte het toen hy nog in de gang was, legde z’n hoed op bet gaskastje en rende de trap op. Toen hy terug kwam, had Aurelia’s lieveling, de poes, z’n hoed van het kastje gegooid en was bezig er zich op haar gemak in te nestelen. Toen hy z’n hoofddeksel opraapte, slaagde het lieve dier er nog net in, hem een flinken haal over z’fi gezicht te geven, en daarna op den loop te gaan. Aurelia's echtgenoot zon op wraak. Toen z’n vrouw dien avond haar lieveling een schoteltje room gaf, (melk was niet goed ge noeg voor *t verwende dier), merkte hy met een zweem van melancholie op, dat de kat een beetje ziek scheen tg zyn. .Waarom denk je dat?" vroeg z’n vrouw. ^.Omdat ze van morgen In de gang nog al vreemd deed.” ^Ja, die Angora's zyn zoo nerveus. Daarom seg ik altyd, dat je haar, niet moet laten schrikken. Je fluit altyd aoo schel.” Hy beloofde ernstig er aan te denken, als hij floot. ,.A propos," hernam hy een oogenbllk later. ,4e hebt zeker niets voor hem in je medicijn kist?” 4üoe kan je daaraan twijfelen?** verweet Aurelia hem; „natuurlijk heb ik wat. Wacht, een beetje broom in d’r room en morgen ia as weer zoo lekker als kip.” Nauwelijks had Aurelia de kamer verlaten, of de man met wien se getrouwd was, haalde een klein fleschje uit z’n zak en goot een vyf- tal druppels in den room van „poetic”. Op de trap had z’n vrouw zich bedacht, ze kwam terug met een antlpirlne-poeder en een fleschje valeriaan. Een en ander ging in de room en „poetle’’ begon het smakeiyk op te I smikkelen. Halverwege echter hield ze er mee op, rolde omver en was dood. „Poetie, poetle,” Jammerde Aurelia, „ik heb d’r vermoord.” „t Ziet er wel naar uit,” zei haar man mee warig. „Ik zou maar wat voorzichtig zijn met die medicijnen. Stel je voor, dat je het een van de kinderen had Ingegeven.” Nog dienzelfden avond was de keukenplank. alias dc medlcynkist, ontruimd. oude kerk versmaad, waar de echte vrienden en al de nederige dorpsbewoners, <fle vroeg of laat hulp en ondersteuning hadden genoten van de Eskerona’s, zich zouden hebben verheugd met hun vrteugde, en met hen het bruiloftsfeest zouden hébben gevierd. Een gtpot dejeuner dinatoire vereenigde al die adeiyre gasten aan den disch, met buiten sporige weelde door oom Janeki bereid. Mar gaïta werd zoozeer gefêteerd, zy hoorde zoo veel vleierijen, dat zy geen gelegenheid had om na te denken, hoe haar bruiloft zou zyn ge weest, als die zou zyn gevierd volgens de Bas- klsche gebruiken. Zy betreurde niet den traditioneelen maaltyd in de fraai versierde schuur, waar op de tafels, bedekt met het mooie Beameesche linnen, in het gebloemd servies zouden worden opgediend de fyne forellen uit de bergbeken, de malsche poulardes gevoed met het fUne maïs, dat Margaïta zoo graag uitstrooide voor de bewoners van den hoenderhof, het heeriyke vleesch van de kudden, die boven op den berg weidden in het geurige gras, betreurde ook niet het gemis van den landwyn van thuis en den pittigen appelwyn, die riekt naar rype vruch ten. Zy betreurde niet de gezangen aan het des sert, de fluitspelers, de improvisatoren, die in naïeve verzen haar geluk zouden hebben be zongen, ook niet de Irrintzinas, die kreten, die zouden zyn geslaakt boven op een rots, opdat de wind dien vreemden en luidruchtigen groet zy het rteh eenvondlg bedwelmen door de - urelia was een van die goede vrouwen, die gelooven, dat oude klare een soort limo- xnade is en dat lucifers aan struiken groeien. Ze twyfelde geen oogenbllk aan de goede trouw van alle kwakzalvers en was er vast van overtuigd, dat de volgencje vredes conferentie een eeuzrigdurenden vrede op aarde sou brengen. j Zooals alle verstandige mannen, maakte haar echtgenoot geen slapende honden wak ker. Trouwens, wanneer hy getracht zou hebben haar van *r goed- en Uchtgeloovigheid te ge nezen. zou hy tot de bevinding gekomen zyn, dat ze' onvatbaar was voor logica. Maar als hy dacht aan Aurelia's medlcyn kist, dan voer een ongeduldige kriebeling door z’n vingers. Dat ding zou hy wel aan duizend stukken willen smijten, of tot houtskool willen verbranden. Toch vraagde hynlet in te grypen. Nog liever had hy de poes, .poetle”, zooals z’n vrouw zei, op dlëet gezet. Die poes was de over- voede Angora-kat, het persoonlyk eigendom en de lieveling van Aurelia, die (de kat wel te verstaan) een ongeregeld leven leidde en een seer grillig humeur bezat. Maar toch wanneer hy dacht aan het ge vaar, dat dié kist opleverde voor Aurelia zelf, haar vriendinnen, de kinderen en het perso neel, dan werd hy een oogenbllk uit z’n indo lentie gewekt en nam hy zich vast voor, daar nu eens kort en goed een einde aan te maken. Maar hy deed het niet. Al jaren geleden was het met die medlcVn- kist begonnen op een mooien namiddag in Juni, toen Aurelia dacht dat se hoofdpyn sou krygen. Een vriendin had nóg juist een halve flesch van dat „goedje", dat haar zoo prachtig van de hooikoorts had af geholpen. Een lepel er van was voldoende om Aurelia haar hoofdpyn te doen vergeten, die ze niet gehad had. -f- Toen de meid' den vólgenden dag óver open handen door t ruwe werk klaagde, wreef me vrouw Aurelia zorgvuldig de zeere plekken met het kosteiyke goedje in....; een uur later zei de meld, die van pyn ineenkromp, haar dienst op. één vreemdeling leert den Romein beter Ij kennen, dan wanneer hy met 999 Rome- bswoners een Zondagsch uitstapje maakt met een „Treno popolare”. Wie niet weet, wat eeh „Treno Popolare” is beseft nog niet tenvolle wat het Fascistische regime voor het Itallaansche volk heeft gedaan. Het heeft den kleinen burgerman niet alleen bet zwarte hemd gebracht, maar tevens het bianke geluk, den vryen Zondag te kunnen doorbrengen aan zee, in de bergen, tusschen oude ruïnes of op groene welden, voor hetzelfde geld, dat hy anders zou vertrammen, om zyn talryke familieleden, binnen de muren van zyn woonplaats één voor één te bezoeken. iedere Treno popolare voert lederen Zondag een bepaald aantal menschen (1000) zittend en "staand, vloekend en zweetend, maar met geluk kige gezichten, voor een oedrag, vér beneden den prys van een normale enkele reis, heen en weer naar vele bezienswaardigheden van Italië (waarvan er lederen Zondag ’n 30 voor dit spe ciale doel worden uitgezocht). U weet dus nu, wat een Treno popolare Is, en nu moet u nog weten, hoe zoo’n toéht en zoo’n dag erutt ziet. En daarom zal Ik u vertellen, hce -e vorlgen Zondag met een T.P. naar Na pels zyn gegaan. Het biljet hadden we vyf dagen van tevoren gekocht. Ten eerste, omdat we er anders geen meer hadden gekregen, en ten tweede, omdat het hler heelemaal geen lichtzinnigheid is, om zoo lang van tevoren een plan te beramen. Want het is hier een wet van Meden en Perzen, «te de zon éénmaal achynt, dat zy dat on onderbroken den geheelen zomer doet. Helaas beeft echter deze (zooals iedere wet) haar ge breken: en toen we Zondag, terwyi de zon op ging, hoopvol naar het station wandelden, goot bet, en het heeft den heelen dag gegoten. Maar (en dit !s géén misplaatst optimisme!): daarom werd dit voor alle „popolaristen” ejn ware, ult- zonderiyke gebeurtenis. Want Napels in den zon- neschyn is overbekend. Maar Napels in een motregen kent alleen de Napolitaan, die er van zyn geboorte tot zyn dood heeft gewoond! Dus Is het een bof, als Je het net zoo treft! Het landschap tusschen Rome en Napels is beroemd. Eerst gaat men dwars door de Pon- tynsche moerassen. Het landschap is Hol- landsch; het essentleele verschil Is alleen de malarlanug. Oude reisgidsen raden asm, by avond het coupé-raam gesloten te houden. De nieuwe zeggen wyseiyk niets, en als we Uttorla worby-snellen, zegt iedere Romein iets, dat ik niet wil verklappen. Halverwege ligt Formla, en hier zien we plst- reling de baal van Gaeta; hier begint het zon nige Zuiden, met zyn palmen en sinaasappel bomen. We zien s*s door een nevel van mot regen. Maar dat doet er niet toe: we weten pre cies, hoe het eruit behoort te zien, bet is de eerste maal, dat we naar Napels gaan, en dan tien je met alles tevreden. Tusschen Formla en Napels liggen ultgestrek- bennepvelden, en bosschen van kurk-eiken. De hennep is gesneden, en probeert gehoorzaam t< drogen in den regen. De eiken zyn begroeid met wynstokken, die aan den voet worden ge prent, zich tegen den boom opranken, en dan aas *n gordyn van den éénen naar den anderen, e'k worden geleid. In het grauwe décor van den stadlgen regen zien ze eruit als een groep danseressen die hoog de voeten uit den mod dergrond lichten, en de rokken wyd spreiden, cm vol zornige biydschap vreemdeling en volk te toonen, dat men in het land van. den Duce óók onder een Noordeiyken nevel, nog lucht hartig en vrooiyk kan zyn. En als we in Napels komen, zyn we Inderdaad in de beste stemming van de wereld. Het is ’n groot voordeel, met een goedkoopen trein zyn intocht te doen in deze stad, waar van het niet ten onrechte heet, dat men ster ven moet, zoodra men haar gezien heeft. Want sis u met een normalen trein aankomt, houdt iedere kruier, koetsier pf werklooze u voor een Incognito bankier of voor een veAleeden mll- llonnalr, en zelfs, als u géén bagage heeft, en uw zakken binnenstebuiten keert, om te bewyzen dat ze leeg zyn, wordt u bestormd door een leger van hotelratten en leegloopers, die alle maal geld aan u willen verdienen, en u eerst doof schreeuwen, dan platdrukken en eindeiyk haast uiteentrekken, terwyi minstens vyf koet siers met hun wagens en paarden en hun volle gewicht éérst over uw teenen, dan over uw hie len, en dan (als u niet van yzer of staal bent) tenslotte over uw iyk ryden. Maar, zooals ge zegd: wanneer u met een goedkoopen trein en bovendien in den motregen aankomt, dan is de intocht in Napels volkomen ongevaariyk. We zyn dus heelhuids in een café beland, en Blaken onder de geneugten van een minder waardigen „espresso” (het heeft schynbaar ge lekt, en de regen is recht in de koffie gevallen) een dagprogram op. We hebben geen regenjas. band van het huweiyk te wyden en zooals Gy er de bewerker van syt, wees er ook de be waarder van....” De oogen van Margaïta vestigden zich op die woorden in haar missaal. Zy boog het hoofd iets lager en opeens voelde zy zich als een vreemde, alleen in die te lichte kerk. Zy kreeg een verlangen naar de oude kerk, ‘waar zy ge doopt was, die kerk van bulten als een vesting door de eeuwen verweerd, zoo somber binnenin, waar zy zich zou hebben beschermd en om ringd gevoeld door de voorzaten van haar familie. ,MUn God.” smeekte zy. „Geef, dat, zooals oom Michel het my heeft aanbevolen, ik nooit myn plicht vergete en nooit buiten mUn echt genoot liefde of troost moge zoeken.” Naast haar stond Hugo zeer bleek en ulter- lyk onbewogen. Maar toen zy hem even aan- ^ag, bemerkte zy zenuwachtige trekken om zyn mond. ,Hy is ontroerd zooals ik,” dacht zU, „en dat verwonden my niet.... Hy is aoo ge voelig....” De receptie in de pastorie duurde een vól uur eer alle belangstellenden het bruidspaar ge feliciteerd hadden. Alle beroemdheden op het gebied van kunst en letterkunde waren aan wezig, zelfs de vertegenwoordiger van een konlng. In een hoek stonden de reporters noti ties te maken, op het plein stelden de fotografen hun toestellen in om instantanées te nemen die zouden verschynen In de groote bladen en de revues der mode. Dat was dan het feest door mevr. UseroUes en oom Janeki gewild; daarvoor hadden wéj ds wijst je. waar hy woont, de tweede, waar hy danst, de derde, waar hy wandelt, de vierde, wear zyn jacht ligt. De Posyllypo ligt aan de andere zyde der stad, en hier is de villawyk, en het uitzicht is cnvergeiykeiyk schoon. Aan de voeten de glin sterend** diep-blauwe baal (de zon is intus- schen gaan schynen), met het huizencomplex «sn de stad; en aan 0e overzyde de Vesuvius, met zyn vuut en rook en kleine, verspreide huizengroepen en een eenzaam klooster. En vixoerop Capri, de dubbele rots, die oprijst uit zee. en weer een baai, en ontelbare kleine eilandjes en inhammen; en overal geurende bloemen en heerlijke vruchten en prachtige psjnboomen, palmen en cypressen.Ben land, um verliefd op te worden en nooit te vergeten. Wc dwaler, als In een droom over de prachtige kaap, en benyden de menschen, die hier mogen wonen. Tot ons een slimmerd, die geld wil ver dienen, fluisterend meevoert, om ons een ge- r.efm te verklappen, en dhs brengt naar een plek, waar we loodrecht op 100 meter onder cns.... de baal zien, waar de kroonprins altyd gaat zwammrnl Als we terug gaan, begint de avond te vallen, en de tram heeft vertraging door een processie. Langzaam trekken vaandels en kinderen en priesters voorpy; en we gaan liever loopen, om den trein niét te missen. Plotseling staan we voor een Mldoeleeuwsch slot: de „Maschio An- gloino”, de „manneiyke Anjou” heeft bet hier gebouwd in de jaren, toen Anjou en Bourbon over Napels regeerden. De poorten zyn open, en een gids leidt ons rond met een petroleumlamp door de prachtige zalen, die heelemaal In duls- ter gehuld zyn, en waarin de lamp spookach tige schaduwen werpt. De prachtige ramen epenen zich wyd over de zee, waarop de maan ten zilveren, streep teekent, en waaruit de Ve- sfWlus'met zyn vurige tong, en de rotsen van Caprl onheilspellend opryzen.... Maar de gids voert ons mee in de diepste gewelven, en toont ons zyn kostbaarste schatten: de geraamten van een Kardinaal, twee prinsen en een vrouw, die resp. geworgd, in drieën gedeeld en ont hoofd zyn, wat ons aan de geraamten minu tieus gedemonstreerd wordt. Alles, omdat ze tegen de Fransche regeering gekant waren. Dit zyn tenminste vier menschen, die Napels gr zien hebben, en toen zyn gestorven. Maar wy, als we sterven, hebben Napels óók gezien. En we zyn voldaan van den langen, mooien dag, als we in onze treno popolare tusschen slapende menschen zélf knikkebollend, naar huis sporen, ox alleen even wakker te worden, als we de ót>al van Gaeta passeeren, die fyn als een pen- teckenlng zichtbaar is in het licht van de volle maan, die een zilveren streep op het spiegel gladde water toovert, en dé slapende huizen, ou- aan den oever geschaard staan als vier kante dwergen, belicht om ons een laatsten, on- vergeteiyken indruk te geven. Ik sprak een ouden Engelschen journalist, die al in 't „vak” was toen aes-en-dertig jaren geleden bekend werd dat Koningin Wilhelmina in ’t huweiyk zou treden met een zoon van den Hertog van Mecklenburg, zoo schryft onze Londensche correspondent. ’t Engelsche publiek ael hy was toen even dol op vorsteiyke verlovingen en huwe- Wken als thans. Foto’s ckukten wy nog niet in de dagbladen af, en nog meer dan tegen woordig moesten wy ons dus erop toeleggen het publiek door zoo getrouw mogeiyke per soonsbeschrijvingen tevreden te stellen. Ko ningin Wilhelmina was in Engeland bekend genoeg, maar niemand had eenig denkbeeld van het ulteriyke voorkomen van haar toe- komstigen gemaal, want de jonge hertog, was hier nog een totaal onbekende. De koningin had, eerst als kind, en later als volwassene, lüngeland bezocht. Veel anecdotes omtrent haar deden hier de ronde; onder an deren verzekerde men dat zy als meisje zeer bang geweest was’voor de oude en strenge ko ningin Victoria. Buitengewoon Belangstelling in Engeland toen koningin Ingehuldigd werd; in ningen hing toen dc zeer fraaie welke de .London News” gepubliceerd had van Koningin Wilhelmina, in haar kroningsmantel op den troon gezeten. Toen het bericht van haar verloving bekend werd, was haar populariteit hier aanmerkeiyk geslonken In verband met den Boerenoorlog, ofschoon later vooral de liberalen haar be wonderen zouden om de kloeke houding, die zy aannam. Toen zy de „Gelderland” naar Zuid- Afrika zond om president Kroger af te halen, noemde een <>r liberale kranten haar „den eenigen man onder de Europeesche heerschers”. In 1900 evenwel was de stemming In Holland zeer vyandlg tegen Engeland en omgekeerd stonden de Hollanders ook hier niet bijster in de gunst. Maar toen bekend werd <Mt de jonge zeer achoone koningin in het huweiyk zou treden, weken de gevoelens van vyandschap reeds zeer spoedig voor de liefde, welke de Engel schen ondanks hun nuchterheid steeds getoond hebben jegens al wat romantisch is. De bladen zonden talryke byzondere berichtgevers naar Den Haag, en in Februari van het volgende jaar naar Amsterdam, en ik heb steeds geloofd («net tvae ,^sam”y aiM. Maar hij ^taaC ag aackt. Voriodai treek assert ureneer Jatteeen op de fiets den drukken Jtijksroeg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 17