Zoekt gij betrouwbaar
Plaats dan een „Omroeper”
voor 80.000 gezinnen
Van Boer Graad en van Baron van Kwikmedit
muizen
KAARTKUNSTJE
Honden, katten en
Het geheimzinnige doosje
DONDERDAG 1 OCTOBER 1936
1
9
boerderij „'t Klooster* geplaatst is
ver-
L
d
PIET BROOS
CEDA
en legden
moet Je raden, waar de even kaart
niet
’n
de
Jong Volendam vermaakt zich op de jaarlijksche kermis, die er
thans in vollen gang ia
te
in-
beetje hardhoorend werden en
hoeve niet meer naar behooren
bewaken, nam de boer ze op ’n
stuk
zoo
W«
van
tal I
voor
van
ovei
Bi
Invl
Zoo
is e<
goui
der
dan
star
81
tie
avoi
med
den
reed
kwa
doet
den
Vi
Zate
rege
is, i
Nedi
nu
sndi
deel
in p
W
koet
«lin,
geil)
groo
moei
den
C
nie
gaa
Eer
in
mei
dar
Ai
hou
prU
inst
wor
goe<
oi
w
ia
la
w
r
r
at
ook
mii
son
ach
per
Wi
moei
Sp
van
perk
lang
egali
gemi
Ov
stam
inter
echt<
Iets 1
de g
Het
Mede
Aan schout-
b op zijn vw
leond «rit don
EU
mini:
de n
Viasc
Er
Prar
„was
Maar eensklaps sprong het deksel los,
Daar vloog hij door de lucht!
En daarna sloeg Piet Knagetand
Maar ijlings op de vlucht.
RIS RAMMELT
Piet Knagetand was nieuwsgierig
Piep, pieperdepiep, piep, piep,
HU wachtte tot des avonds laat
Een ieder lekker sliep.
maar
eersten den besten toewijzen. Hij
toen een Salomonsoordeel en zei
twee:
„Wie van jullie het best kan fantasee-
ren, dien wijs ik het stuk toe!”
.flaha,” riep de baron en zette een hoo-
ge borst op, „baha, boertje, nu heb ik ein
delijk gewonnen!”
HIJ dacht natuurlijk met het eerste woord,
wat hy zei den boer al schaakmat te zet
ten. HU begon dus:
baas
om een
Daarom
Toen sloop hij zachtjes door het huis
En snuffelde in 't rond,
Totdat hij bij een plekje kwam,
Waar 'n aardig doosje stond.
„Wat is dat voor een prachtig ding,"
Dacht Pietje Knagetand.
,JSi, kijk, daar zit warempeltjes,
Een slootje aan den kant."
maar dat zal niet gaan! Als u dan verge
ten bent, dat u jaren-geleden een briefje
geteekend hebt, waarin u beloofde ons tot
aan onzen laatsten levensdag goed te be
handelen, dan zullen wij u daar wel eens
aah herinneren!”
En meteen riepen zij de kat en vroegen
haar hun nu het contract te willen geven,
dat zU haar hadden toevertrouwd. De kat
ging de trap op, doorzocht alle hoeken
van den zolder en kwam een poosje later
bedroefd en terneergeslagen terug met
een klein verfrommeld snippertje papier.
.flier, beste vrienden, hier hebt u al
les, wat is overgebleven van het con
tract, dat ik voor jullie in bewaring had,”
zei ze half huilend. „De muizen, die nare
dieren, hebben het opgegeten!”
De honden waren verontwaardigd, want
zU dachten dat de poes met den baas had
geheuld. ZU begonnen woedend tegen haar
te blaffen. De poes rende weg om zich te
wreken op de muizen, die baar in zoo’n
slecht daglicht hadden gesteld en.de hon
den zetten haar achterna. Het werd een
gehol en geblaf door het heele huis. De
baas kon de honden niet te pakken krij
gen, de honden de kat niet en de kat joeg
vergeefs op de.muizen. En zoo ontstond de
vUandschap tusschen honden, katten en
muizen, een vijandschap, die wel ten eeu
wigen dage zal bhjven bestaan.
noemd tot commandant van de 2de
compagnie der Luchtvaartafdeeling te
Soesterberg
De twee honden begonnen oud te wór
den. ZU werden dik en lui en de
vond, dat het maar beter was,
paar nieuwe honden te koopen.
pakte hU zUn geweer, riep Kees en Kas en
wilde met hen naar het bosch gaan om ze
af te maken.
Maar de arme dieren waren nog niet zoo
dom, om zich dat zoo maar te laten wel
gevallen.
„Wacht eens even,” zei Kees, „bestaat er
geen contract tusschen ons, baas?”
„Contract? wat contract?” riep de boer
boos uit.
„O. u wilt zich van den domme houden.
nxija oer ageningscne siuaenwn. ue oenaax worat ontvangen Dij net clubhuis van w
voor het bijwonen der roeiwedstrijden. Groenloopende studenten vormen de eerewecht
.Sens even kijken wat dat is
En wat er in kan zijn.
Dat haakje druk ik wel op zij,
Zoo'n ding is toch maar klein."
-j-> oer Oraad en Baron van Kwikmedit tot
j~S Kwakmedat hadden ruzie om een lap
grond, die precies tusschen de ak
kers van beiden inlag. Allebei beweerden ze
er recht op te hebben, maar in het kadaster
stond het stuk niet beschreven, dus moes
ten ze zelf maar uitvechten, wien het zou
toebehooren. Ze lieten dan ook niets na om
elkaar zooveel moge Lijk het leven zuur
maken. Wanneer de baron zUn koets
spande en den weg opreed, die dwars door
het bewuste stuk land liep, dan zette boer
Oraad terstond vier paarden voor zijn groo-
ten hooiwagen en reed den baron achterna.
De weg liep dood en aan het eind moest
de baron natuurlijk rechtsomkeert maken.
Maar dan stond bóer Oraad er met zUn
zwanen hooiwagen en omdat hU 'niet uit
den weg wilde, moest de baron tegen wil
en dank verder, het bosch in.
Dat was nu ai een paar keer voor gekomen
en daarom ging de baron zich beklagen WJ
den rechter. Deze wist ook niet hoe hij er
zich uit redden zou. HU wou natuurlijk
graag vriend blijven met den baron, maar
van den anderen kant stond het -*“*■
grond niet beschreven, dus kon hU
niet uit eigen beweging het aan den
verzon
tot de
r was eens een boer, die twee waak
honden had en dat was wel noo-
dig, want zUn boerderij lag erg af
gelegen tusschen open velden. De hon
den hadden een uitstekende behandeling.
ZU kregen kluifjes, rijst en hondenbrood
en op hooge feestdagen een klontje sui
ker, Doch toen de beestenoud en
dus
konden
goeden
dag mee naar het bosch, laadde zUn ge
weer en schoot ze allebei dood.
Den volgenden dag ging hU een paar
andere honden koopen want de hoeve
kon niet onbewaakt blUven. Doch ook de
ze ondergingen, toen ze oud en suffe
rig werden hetzelfde lot. A
En weer nam de boer twee mooie jon
ge waakhonden met de bedoeling de ar-
'me beesten ook weer af te maken, als ze
hem niet meer tot nut waren. Kees en
Kas, zoo werden de beide honden ge
noemd, hadden het, evenals de andere,
best op de boerderij. ZU kregen *s morgens
al hondenbrood, om twaalf uur warm
eten en *s avonds een kluifje. Maar de
beesten hadden van de poes, waarmee ze
op zeer vriendschappen} ken voet stonden,
gehoord, hoe ’n treurig einde hun voor
gangers gehad hadden en het denkbeeld,
dat ook zU eens met geweerschoten zou
den worden afgemaakt, liet hun geen
rust.
Daarom trokken ze de stoute schoenen
aan en op zekeren dag stapten ze bU den
baas binnen en hielden de volgende toe
spraak:
.fleste baas”, zeiden ze, „luister eens, wU
hebben gehoord welk een droevig einde u
hebt gemaakt aan het leven van onze
voorgangers, toen ze niet jong meer waren
en niet meer in staat om de boerderij te
bewaken."
„Nou, en wat sou dat?” zei de baas bru
taal.
„WU komen u alleen maar zeggen, dat
wU geen sin hebben om, nadat wU u ons
heele leven trouw en eerlijk gediend heb-
De heer A J. van Laren herdenkt zijn
40-jarig jubileum als hortulanus aan
den Amsterdamschen Hortus Botanicus
Z. Exc. prof. J. R. Slotemaker de Bruine
heeft Woensdag te Gouda een gedenk
steen onthuld, die ter gelegenheid van
de Erasmus-herdenking aldaar, in de
een bult krUgen als het niet waar is, maar
er konden zeker nog wel driehonderd sol
daten meer onder. Nqu JU Graad!”
„’t Is geweldig,” antwoordde Oraad,
„maar luister eens naar mU- Gisteren heb
ik een ketel laten maken, waaraan 42 ke
tellappers werk hadden en ze zaten zoo ver
van elkaar venrijderd, dat de een de ha
merslagen van den ander niet hoorde. Dat
is niet zoo zuinig, nietwaar heer baron?”
„Wat zou JU met zoo’n ketel aan moeten
vangen?” vroeg de baron boos.
„Uw kool in stoven, baron!” riep Graad.
,flet stuk land behoort aan Graad,” zei
de rechter.
ben, hetzelfde lot te ondergaan. Als u dus
wilt dat wU ons werk naar behooren blU
ven doen, zult u open kaart moeten Spe
len”, spraken de honden deftig.
,flou en wat zal dat zUn?” vroeg de
boer, alsof hU niets begreep. „Spreek
op!”
„WU wenschen, dat u zich verplicht ons
goed te behandelen en besten kost te ge
ven, niet alleen nu wU voor u werken,
maar ook nadat wij te oud zUn om als
waakhond dienst te doen.”
De baas lachte en klopte hun eens op
den kop.
,Jn orde, in orde,” zei hU toen luchtig.
.Maar omdat we van uw woord weinig
op aan kunnen”, gingen de honden onver
schrokken voort, zouden we willen, 'dat u
een contract teekende, waarbij u zich
verplicht, ons tot onzen laatsten levens
dag te onderhouden, zooals het fatsoen
lijken honden toekomt.”
De boer keek wel ’n beetje gek op van
dezen eisch van zUn honden, maar op *t
laatst stemde hU toch toe, nam pen, inkt
en schrijfpapier en schreef in keurige let
ters, wat de honden van hem verlang
den.
Kees en Kas lazen aandachtig de over
eenkomst over en zeiden dat het zoo in
orde was. Nadat zU den baas bedankt had
den, gingen zU met het contract netjes
opgerold in hun bek naar buiten.
.Maar,” zei toen opeens Kas, „waar moe
ten we nu het contract laten? WU moeten
het goed opbergen, want als het verloren
zou gaan, loopt het slecht met ons af.”
„Ik weet wat,” sprak Kees, „daar komt
juist de kat aan. ZU slaapt altUd op een
gedeelte van den zolder, waar nooit
iemand komt. MU dunkt, WJ haÉr Zou het
wel veilig rijn.” g
Zoo riepen zU dus de poes
haar het geval uit.
„Welzeker, beste vrienden, antwoordde
de kat, geef mU maar hier, ik zal het netjes
voor jullie bewaren.”
Daarna wipte ze met het kostbare ge
schrift de trap op en borg het achter een
paar kisten op den zolder.
„Gisteren zag ik een van mUn pachters
i een lading rogge naar binnen halen met
een span van vier paarden. Je weet: rogge
is de lekkerste kost voor de boeren. Nu
moet Je weten dat ze de rogge die ze bin
nen haalden, al gedorscht, gezuiverd, ge
malen, gebakken en opgegeten hadden.
Wat zeg je daarvan, boertje Graad?”
„MUnheer de baron,” antwoordde boer
Graad heel gewoontjes, „gisteren reed ik
in uw koets een landweg op en 11 reed zoo
ver dat ik door de wolken heen in den
derden hemel terecht kwam. Wat denk je
nu wel dat ik daar zag? Ik zag uw vader,
die daar bezig was de varkens te hoeden!”
„Leugenaar!" schreeuwde de baron woe
dend.
.flatuuriUk,” zei boer Graad lachend,
„anders was ik mUn stuk grond kwUt, ba
ron!”
„Eén nul voor Graad,” schreef de kan
tonrechter op!
De tweede ronde. De baron begon weer:
„Een tUd geleden zat een van mUn hout
hakkers in een hoogen eik. Plotseling liet
hU rijn bUl vallen. HU wist geen raad, want
net kwam er een troep wilde zwUnen aan.
Gelukkig had hU in zUn binnenzak een
kruik water. Het vroor geweldig en toen
hU het water dan ook naar beneden goot
op de bUl vormde .zich een lange Uske-
gel. Aan dien kegel trok hU rijn bUl om
hoog. Wat zeg je daarop boertje Graad?
Aan jou het woord.”
Boer Graad stak eerst eens een versche
pUp op en begon:
„Is dat vriezen? Het is van den winter
ongeveer negentig jaar geleden dat ik in
mUn keuken mUn potje zat te koken. Het
vroor en het vroor en het werd op een ge
geven moment zoo koud, dat de vlammen
in den haard bevroren. Dat is andere thee
dan koffie,, nietwaar baronnetje!"
„2—0, voor Graad,” zei de rechter.
Maar de baron gaf zich zoo maar
gewonnen.
„Mijn tuinman,” zei hU, „plantte op een
goeden dag eens een roode kool. En toen hU
’s avonds kwam kUken. was die zoo gewel
dig gegroeid, dat hU de lucht niet meer
kon zien. Er kwam toevallig een heel es
kadron huzaren voorbU, toen het begon te
regenen dat het plaste. Onder een enkel
blad gingen zU schuilen en geen enkele
kreeg een spatje op zijn uniform. Ik mag
Ik zal jullie even leeren, hoe Je op de
volgende manier .jaden” kunt, waar een
even kaart ligt
Laat daartoe twee kaarten uitzoeken,
waarvan de eene een even aantal punten
moet hebben en de andere een oneven
aantal. WU moeten ze zóó met de ruggen
naar boven gekeerd neerleggen, dat de
eene kaart rechts en de andere kaart link*
komt te liggen.
Nu
ligt.
Hoe kan dat?
De punten van de kaart rechts verdub
belen; die van de kaart links met drie
vermenigvuldigen, daarna deze beide uit
komsten bU elkaar optellen. Dit eindcijfer
moeten ze je zeggen.
Is deze uitkomst oneven, dan ligt recht*
de even kaart en links de oneven. Is de
uitkomst echter even, dan ligt de oneven
kaart rechts en de even kaart links.
Even *n voorbeeld. Laten we aannemen,
dat de gekozen kaartqn 4 en 7 zUn.
A. rechts 7 X 2 is 14. Links 4 X 3 is 12;
12 en 14 is 28. Een even getal dus, waarbij
de oneven kaart rechts en de even kaart
links zelezen was.
FOTOREPORTAGE
De opheffing van