REK DE KWEKKER Proefvaart van Zoekt gij betrouwbaar Personeel? Hr. Ms. kruiser „De Ruyte ÖIC voor 80. Plaats dan een „Omroeper” gezinnen Een avontuurlijk reisje HERFST KAART EN MUNT *9 7 I t. f i r f door RENÉ RENATO KAla.riA.mug DONDERDAG 8 OCTOBER 1938 a ft •■1 11, H i. X if te Hertogenbosch BrapanUcbe We loopen langt de straten En dragen weer een jat. Die komt in gure dagen Ons nu heel goed van pat! De bladeren vallen neer. 't It ’t afscheid van den tomer, De herfst it er al weer. Probeeren jullie *t allemaal maar eens at t je lukt. Met wind en regenbuien, Een enkelen dag wat ton. Alsof die slechts met moeite Maar van ons scheiden kon! zelfde, die eenigen tijd geleden den Afsluit dijk onveilig maakten. Elke lamp was om geven door een wolk zoemende en gonzende muggen. „Uit bet licht blijven en vooral geen muggen doodslaan op je kleeren,” klonk de waarschuwing van bet personeel I” Neen :ende zij Er k Niet Dan toeken we in hult maar Om’ troost bij boek of spel. Zoo schenkt elk jaargetijde Ons z’n genóegen wel! X. Tr. W. i ryUver en dat zal mt, vroeg *n sierlijke vlln- |n prachtige vleugels even J zljt volstrékt niet schoon Soms giert een regenbuitje, Of hagelt het een keer. Dan huiveren alle menschen: „Wat is ‘t een akelig weer!" ,t van buiten spelen rel veel meer terecht. ken, dat was moeilijk voor de kwakkers want die kopden niet goed k wékken! En nu hoop Ik maar, dat jullie de kwek- kers en de kwakkers uit elkaar kunt hou den. En denkt er omals je een kikkertje tegenkomt die kwak roept.doe hem dan mijn groeten. Wil je? Om éïf uur vaart de om kwart voor toen de heer en l ik bill ik, zei Rek de kikker, ik meester van den ven. Met welk rel der, terwijl hij z| liet trülen, OU, gl r met die gevlekte huid en gij kunt geen ho nig zuigen uit de bloemen en geen stuifmeel overbrengen. Ik kan uitstekend kwekken en dat Is méér waard dan véle andere goede eigen schappen te zamen!” Kwek-kwék klonk het nu hard In het rond. Rek keek onderzoe kend om zich heen. Zoo'n balletdanser smaalde hij. Kwékl Wat 'n afschuwelijk geluld” merkte de vlinder afkeurend op. Het gouden hart van de dichtstbijzijnde waterlelie straalde. Ze had ook het heele ge sprek gehoord eri gaf den vlinder groot ge lijk. De kikkers, die hardpootlge wezens, zé plonzen op onze gouden harten alsof die al leen daar zijn voor het ruwe geweUU wU hebben andere verlangens, bezel aan den vlinder. Met uw verlangens behoeven de kwek ken geen rekening te houden, het algemeen belang gaat voor.” Rek de kikker had alles afgelulsterd en met 'n vervaarlijken sprong zat hjj nu boven op het gouden hart der bloem onbeschoft!” zuchtte de arme wa terlelie. Rek-kwek-kwèk! klonk het lulde. En zie, van alle kanten sprongen de kikken toe. ken en dat was héél erg voor hen. Want. daar kwam Rek met de kwekkers aange sprongen en die.... die kwekten zoo luide, dat de kwakkers niet anders dachten of de wereld verging! De menschen meenden echter dat er regen kwam, doch géén van beide was waar. Heel lang duurde het ook niet of Rek re geerde over den rietplas. Iedere kikker moest Kwek Rèk zeggen, zoodra ze Rek za gen of dachten hem te zien. Aan de riet- plassers was het streng verboden te kwak- van de Rlo Tinte Maatschappij te Rotterdam, waarbij drte arbeiders gewond werden. Een overzicht van de groote verwoesting, welke werd aangericht Wanneer je een kaart in evenwicht op den vinger legt en daar bovenop een geld stuk plaatst, precies boven dén vinger, sou je eigenlijk niet denkérf, dat het mogelijk is, de ksdrt tusachen het geldstuk en den vinger uit te balen, zoodat bet muntstuk dus op den vingertop blijft liggen. Toch is dit gemakkelijk genoeg, wanneer je 'maar zorgt, de kaart snel en recht weg J), jeetje," dacht hl). „dat was juist een lekk’re kluif voor mij!" „W<Jrd jij niet moe," riep hij omhoog, ,»an ’t klimmen op en neer?.. Van de eene rots op de andere, Je breekt je nek een keer! Kom naar beneden, lieve geit, het gras smaakt hier too fijn!" ,Jk dank je harflijk," tei de geit, „ik zal wel wijzer zijn. Jij kijkt te hong’rig, waarde vriend, ’k ga liever hooger op!" ,,’t Is jammer,” denkt leeuw, „affijn, 1 is niet de eerste strop!” v De van Ned. ln<M, jhr. mr. B. C. do JongA te Woensdag met den boottrein in aansluiting op het m.s. .Slbajak* uit Marseille in ons land teruggekeerd „En toen ben Ik met de Lemmer nacht boot naar Harlingen gegaan." Met die woorden begon Henk van Voorden zijn ver haal tegen zijn vriend Bram met wlen hij op dezelfde kamers woonde. Sedert een maand was Bram ook student en ofschoon Henk zijn studie In de plant- en dierkunde al bijna voltooid had en Bram zijn studie wiskunde pas begon, waren de jongelui de beste vrienden en hadden ze besloten samen te gaan wonen. Henk was nu juist bezig het verbaal te doen van de reis, die hij dezen zomer ge maakt had Ik had die reis al een paar maal eerder gemaakt," vervolgde hij, „dus het begin was niet nieuw voor mij. Wel had ik gezorgd bijtijds aan de boot te zijn om een goede plaats op een van de banken te veroveren. Zoo kwam het, dat ik van het passeeren van de Oranjesluizen niets merkte, behalve, dat de boot een poos stil lag. Ik heb veel zitten en liggen lezen, daarmee gaat de tijd altijd gauw voorbij. boot van Amsterdam en vieren was ik juist ingedommeld, hofmeester kwam zeggen, dat De Lemmer In t zicht was. Nu, je begrijpt, dat dan iedereen zich klaar gaat maken en voor hij van boord gaat, nog even een luchtje wil ^scheppen en een kijkje boven wil nemen. Maar ditmaal was er een onverwachte kant aan dat kijkje boven. Want rondom de lampen wemelde het van de muggen, de- Op de Maas tegenover IJsselmonde is Woensdag een motorvlet met vier personen door een Fransche sleepboot overvaren. - Een vrouw en een kind verdronken. De plaats van het ongeluk Kwek-Rék! groetten zij, terwijl zij hun rechterpootjes omhoog hieven tot teeken van welkom. Boven op de waterlelie als op ’n gouden troon, zóó zat Rek en hij kwèkte met alle overtuiging zoodat hij zelf begon te ge- ipoven hetgéén hij kwekte. De vijver scheen bevolkt met alleen maar Rekken. Allen schenen vol Ijver om de zaak te dienen. Hoe langer hoe meer kwamen de kikkers onder den Indruk van Reks toe spraak. Deze zwaaide met z’n voorpootjes en zijn kikkeroogjes rolden in zijn breeden kop. Gij weet allen, sprak Rek, wij, wij zijn het aan onze voorvaderen verplicht den naastbij gelegen vijver te veroveren. Het zijn slechts ellendige kwakkers die daar wonen en wij edele kwékkers, zouden wij tevreden zijn met deze armzalige" waterlelies welke zóó weinig goud in'hare harten bezitten? Kwek Rek! Kwek Rék! De gansche vijver was slechts één geluld, allen stemden In voor de verovering van den naastbijgelegen plas der kwakkers, den rietplas! Rek verhief zich nu van zijn gouden troon en alle kikkers kwekten lulde: Kwek Rék! Ineens.wat was dat? De diep veront waardigde waterlelie verdween onder het water en Rék viel in den plas. O, de kikkers waren hoogst ontdaan. Doch reeds dreef de witte bloem met het stralende gouden hart dj> het watervlak. Rek was ’n held, dat verklaarden alle kik kers eenparig, want zie, onmlddellljk sprong hU weder boven op z’n troon, precies..., alsof er niets gebeurd was. Dertig kikkers hielden de wacht bij de onbetrouwbare bloem, opdat geen tweede maal de redevoering In het water zou vallen en In hun klkkerhartjes hoopte 'n leder op "n moolen voorsprong na de verovering van den rietplas. Zoo gebeurde het, dat v$le libellen door de kwekkers werden uitgezonden om den rietplas te verkennen. De kwakkers bleken totaal onkundig van oe plannen der kwekkers. Verbaasd keken zij dan ook omhoog naar al dat vele geclr- kel en getril daarboven. Toen de libellen voor den tweeden keer verschenen lieten zij ’n soort harde besjes naar beneden vallen welke het water ver vaarlijk hoog deden opspatten, zoodat dé kwakkers geen kwak meer durfden te kwak te schieten op de manier zooals mijn plaatje het hieronder aangeeft van de boot, dat met deze dieren meer ver trouwd was, dan wij. Doodslaan geeft na melijk vlekken, die baast niet uit het goed te verwijderen zijn. Natuurlijk bepaalden de muggen zich niet tot de boot. Bij den aanlegsteiger werd het steeds erger met de zwermen en in de lood sen van De Lemmer begreep je niet hoe de menschen het uithielden. Wij gingen van de boot dadelijk in de tram naar Sneek en in de tram en tegen de raampjes aan den buitenkant zaten ook massa’s muggen. Kijk, hier heb je een exemplaar net zooals ik het gevangen heb (Fig. 1). Je kunt ze herken nen aan hun groene kleur en aan de groote sprieten. De larven zien rood en leven in de modder." „Maar hoe komt het nu. dat er opeens zooveel muggen voor den dag komen? Ik heb gehoord van auto’s, die op den Afsluit dijk niet verder konden rijden, omdat hun carburators verstopt waren en ze warm liepen." ,4a, Ik geloof niet, dat de geleerden het daar heelemaal over eens zijn. Aangenomen wordt, dat In gewone omstandigheden vls- schen zooveel muggenlarven eten, dat er nooit een teveel aan muggen komt, zooals nu. Maar sedert de Afsluitdijk gekomen Is, wordt het water van het Uselmeer steeds zoeter en zou er een tekort aan visschen zijn om de muggenlarven op te eten. Men pro beert karpers te kweeken om de larven vernietigd te krijgen. In Noord-Holland moet de plaag soms heel erg zijn, de men schen kunnen geen groente over de straat vervoeren, omdat alles direct onder de mug gen zit.” „Gelukkig, dat het geen malariamuggen zijn.” dat mag je wel zeggen. Die zijn van alle muggen in ons land de gevaarlijkste. Gelukkig, dat je ze van de steekmuggen ge- makkeljjk kunt onderscheiden, als ze zitten (Flg. 2). Kijk, daar zit er warempel een," én met een sierlijken zwaai vernietigde Henk het leven van de mug. Het gezellige koffieuurtje was weer ge daan. Het werk vroeg de aandacht. Brems laatste overpeinzing, voor hij op de fiets stapte, was, dat het toch maar wat gezellig was met z’n beiden en dat ze nog heel wat zouden afboomen. FOTOREPORTAGE Met den bovenbouw van de nieuwe brug over de Maas bij Hedel Is een aanvang gemaakt Een overzicht van de werkzaam heden Fabel - boven op een berg,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 6