H DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL Benedictijnsche martelaren uan (Un dag en l<Jven. ik ga terug, ik zal mün weekend wel Ion! thuis uithuilen.” V O O R B IJ -,1 DE UREN GAAN KW I PRESTATIES ZATERDAG 10 OCTOBER 1936 I a a a a a a 'Wiï.--, a D IN HET HUIDIGE SPANJE - SM Dartelheden - van Amor I I sss van c 6 iiiiiiiinrnnn *'1111111111111111 t J A len tegen A 37 ft (Wordt vervote* A A 1 UIT HET FRAN8CH VERTAALD DOOR CHRISTINE KAMP Met zün tweetjes slenterden ze het villapark in en ontmoet ten daar een heer, die een reusachtige viool bü zich had. Deze heer riep Piet Prikkel, en zei: „Zeg eens, vriend, wil JU die vlooi een* voor me naar het concertgebouw brengen? Hier heb Je twee kaartjes voor het concert van vanavond.” Zoo slenterde Plet Prikkel troosteloos den winkel uit en vond Drein, die nog altyd stond te tellen. „Ik zal Je helpen tellen”, zei Plet. Maar toen het avond werd en de rr.enschen van de baggermachine naar huls gingen, was het laatste emmertje nog altijd niet te voorschijn gekomen. de 5000 1 I 1 1 I 1 1 I 1 I I 1 t t <1 d r L <1 e z s 2 V C V t 1 o ti 1 8 1 l I 1 l 1 1 I I 1 1 1 1 van van 22sten dr. Mo- had dt te doen vergeaellen. bij verlies van een hand, een voet of een oog. Intusschen ging het Plet Prikkel In den winkel niet voor den vind. Nog dienselfden dag liep hij een groote dame onderste boven, die woedend opsprong en hem een stevig en klap om zijn ooren gaf. „Zeg eens, Prikkel", zei de baas tegen hem. „Je moest maar eens Iets anders zoeken. Ik kan Jou hier niet meer hebben.” Beuren, dat zoo broederlijk deze vluchtelingen opnam, voelen ook wij ons aangespoord om ons daadwerkelijk solidair te toonen met al wie vervolging lijdt om wille van ons door zijn on vergankelijke waarheid zoo heerlijke geloof in Christus. Zooals onze Bisschoppen ons dezei dagen weer herinnerden aan dat katholieke sondarlsme van alle ledematen van Christus mystieke Lichaam I Herstelwerken aan de wegen in Spanje, die door de voort durende bombarde menten teer veel te lijden hebben gehad Onze plaat vroeg aan den gulden: „Vogel, waarheen ie uw vlucht?” Wie zal daarop 't antwoord geven? Alles hangt nog.... in de lucht. Toch is dat zelfs een prestatie. Die er waarlijk wel mag zijn; Bn hier past eerbiedig hulde Aan den president, Colijn. Want wie anders van onz’ helden Levert het, zoo koen, too stout, Dat hij zulk een topzwaar voorwerp Zóó lang dapper zwevend houdt? Daarvoor past slechts een erkenning: Men benoeme, fier en blU, Den minister tot beschermheer Van de sport-zweef vliegerij I Sr bracht door de regeerlng der Oeneralldad en begeleid door hun artsen en ziekenoppassers. De zieken werden in de groote infirmerie (zlekenafdeeling) van het klooster, die als 'n model-Inrichting mag beschouwd worden, on dergebracht, en op de torens van het klooster zooals ook op de hoogste spitsen van den berg Roode het Aï r A ’Q op rilt blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen I? 7^0 - &U levenslange geheels ongeschiktheid tot werken doorvp 7^*0 bil een ongeval met P 9^0 AI «I «Te O ongr™11611 verzekerd voor een der volgende ultkeeringen MVe" verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen VV»“ doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL reneeen niet tot stilstand kwam, moesten monniken ook daar hun huis prijsgeven, het land te verlaten. Abt van Montserrat zelf kon met het vierde deel van de schaar zijner zonen te samen, door de hulp van den Itallaanschen consul-generaal naar Italië vluchten. „De vluchtelingen boden een deerniswaardl- gen aanbllk. Van het kloosterkleed natuurlijk geen spoor. Niet eens een overjas, gedeeltelijk zonder schoenen, zoo kwamen zU naar Rome In het Benedictijner college St. Anselmo op den Aventljn. De hoogwaardige Abt zelf schrijft den 12den Augustus van daar: „Zie, zoo zijn wü verdreven van den Mont serrat en vertoeven als vluchtelingen op den Aventljn voor eenlge dagen. Na een verschrik- keljjken dag moesten wj) ons met weinigen, tot nu toe rond de dertig, die aan het ongeluk Als bewaakster van den haard, waar het vuur niet mag ultdooven, voedt rij haar zoon op, opdat hü een waardige opvolger van «ün voor vaderen moge zün. Maar als het kind den mannelUken leeftijd heeft bereikt, ontmoet hij een ander ras en ondanks de vermaningen, den weerstand zijner moeder trouwt hu met de bultenlandache en verlaat met baar zijn vaderland om er slechts enkele keeren als terloops terug te komen. Dominica wil echter niet aan de wanhoop toegiven, haar groot ge loof ondersteunt haar. De verloren zoon zal terugkeeren met zün aoons en voor hen onder houdt rij het vuur in den baard. Geheel den dag, nadat rij uit de vroegmU thu.» U geko men, wjjdt zij zich aan haar nederige werk- aaamheden; sü geeft leiding aan haar perso neel, zorgt, dat de grond zoo vruchtbaar, niet braak blijft liggen, bezeekt de ongelukklgen en gedraagt zich zoo. dat haar geheeie omge ving voortgaat den naam te zegenen, dien haar man haar in bet huwelijk beeft gegeven. Als ken „elukkig zUr. zij, zij hebben een moeder!” De voorstelling was ten einde, reeds hoorde men het geronk van de auto's, die ga'tan naar Parijs vervoerden. Nu kwam Hugo naar zijn vrouw en vroeg: ..Ben Je niet vermoeid!" HU zag er zeer bleek uit en zü btgreep, dat hU zün aenuMen niet meester kon b'Uven en z.j antwoordde: ,Jk zou graag dadelUk naar huls gaan.” In den auto werd de ongesteldheid van Hugo steeds erger. Het scheen, dat hu dien avond onaangenaamheden had ondervonden. Waren zUn gedichten niet zoo uitbundig toegejuicht geworden als hü het gewenscht had of was er iemand, die hem In de vriendschap van de hertogin trachtte te verdringen? Toen het echtpaar thuiskwam, viel hU in zwüm. Margalta wierp haar avondmantel van de schouders en geknield op het tapUt gaf zU haar man de inspuiting, die hem tot bewustsUn moest brengen. Toen hu de oogen opende, bad zij den moed niet hem te spreken over Chenard en hem te vragen of die geschiedenis van bet plagiaat waar was. Zachtjes veegde zü zUn voorhoofd af, waarop het koude sweet parelde, maar bet was alsof hU baar gedachten geraden had. want nog hUgend van benauwd heid fluisterde hü: .Chenard Is een nare kerel! Ik beb van avond gehoord, dat hü een be- spottelUke ceschiedenls rcndver.elt die hU zelf gefabriceerd heeft. HU beweert, dat ik net onderwerp van „Het Diepe Meer” gestolen heb van Robert Janel! Maar de ld:e«n sUn eigen dom van het algemeen! Het sUn de woorden, die er de waarde van uitmaken. En de woor- Hebt u 't nieuws ook reeds vernomen Dat een aanbod is gedaan Den minister, om onmidd lijk In ‘t confectiepak te gaan? 't Lijdt geen twijfel, zoo'n gewiekste Zou ook slagen in dat vak: HU verkoopt van T zelfde laken Aan hitl Nederland een pak! HU bewijst dat zorg en moeite Thans zelfs overbodig is, Daar aanpasten voor zijn klanten Nu ook niet meer noodig is! HBRMAN KRAMBR den, die Janel had gebruikt, waren wel onbe duidend en die heele roman was een vertel seltje voor zoete kinderen, dat elndlcde met den triomf der deu'-d." Margalta wilde daarop niet ingaan maar kon zich toch niet weerhouden te zeggen: „De woorden maken toch niet dc r'hoon beid van een werk uit. Zooals je self zegt. sUn de woorden het omhulsel. Het idee, dat is als het lichaam, dat aan bet kleed de slerlUke plooien verleent. Waarom zou dat dan niet het eigen dom zün van dengene, die bet ontwierp?” HU richtte zich op, woedend om dien weer stand. „De deugd, dat is Je stokpaardje," riep hU spottend uit. .Daaiom is hst, dat je b™’ pathiseert met Janel. Hoe sou Je genieten van ,JDe Behoedster van den Haard" den roman, waarmede de pers zich op bespottelüke wü* bezig houdt!" „Inderdaad heeft men vanavond mU daar over gesproken.” „Wie?" ,,Onse oude vriend. André Bonnard.” „En Rlgal, heeft hü Je begroet?” „Ja....” „Heb Je met hem gesproken om A» 'bescheurde Sluier?” „HU begon er het eerst over.” ,Ben je vrtendelUk jegens hem geweest? „HU was het te..., erg. Ik heb mU tarugga- houden." de avond valt, sit sU op baar strooien stoel bU den haard, laat do kralen'van den rozenkrans tusschen haar vingers glUden en bidt voor hen, die haar verlaten hebben. Het lijkt, dat ik Je beuzelachtige dingen vertel, maar als Je wist, hoe dat beschreven is...." „Ja,” fluisterde Margalta, „dat moet wel een landgenoot van ons zün, die schrUver!” „Het slot is subliem. De aoon van Dominica sterft ver van zün moeder en de weduwe haast zich te hertrouwen. Haar twee zoons uit het eerste huwelijk sUn haar tot last en zü stuurt ze naar de grootmoeder. De Jongste Ujkt op sUn vader, maar de oudste heeft avontuurlijke nei gingen. Het is een vurig karakter, wiens hartstochten hem zeker ten gronde zullen lichten. Dominica put zich uit om de gevaar- lUke kanten van dat vurig karakter af te slUpen. Dat is een onophcud.lUks strUd, dis al baar energie eisebt. Op een ochtend onder de H. MIs als s|j aan het einde van haar krach ten is gekomen,, offert sU zich aan God op voor het heil van haar kleinkind.... Kort daarna komt er een Jonge kapelaan in de parochie, hU weet de vriendschap van het kind te verkrUgen en langzamerhand wordt *Un karakter anders. Dan komt er een boofastok, waatin hu aan zUn gro:tmoeder den wensch te kernen geeft om priester en mlssiongris te worden: die scène is grootacb van ouaet en opent heerlijke perspectieven. Als men du ge lezen heeft, bluft de herinnering er lang van bU-... Dominica beeft haar taak volbra'-bt. er blijft baar niets over dan te sterven. D» klok luiden bU het eindigen van ck. eerste Dat werd gezegd op een spottenden toon, waarin iets vUandelUks zich bet voelen. Mar galta moest den vlijen dcorgang 'Inslaan, de gefluisterde woorden, die baar komst uitlokte, de vriendelUke groeten ondergaan van de twee adeUUke dames, waartusschen sU zich geplaatst vond, de heeren toelachen, die voor haar bogen en de teekenen van vrlendschap- pelUke herkenning bsantwoorden, die haar van alle kanten werden gebracht. ZU kon slechts tot kalmte komen, toen het gordUn opging. Maar zu luisterde niet naar de verzen, geschreven om den grooten Konlng te vleien en die dien avond zioh schenen te rich ten tot de kleine tconeelspeelster, die nu gravin de Maubemy heette. ZU was met baar ge dachten ver van het tegenwoordige, ook dacht zu niet aan het kasteel in Schotland, waar haar plotseling duideUjk was geworden, wat een armzalig, zenuwziek weaen haar man was. zU dacht ook niet aan haar eigen tehuis in het Baskenland maar ging hocg*r op, naar Dhal- dla, waar z(j zoo dlkwUls de moeder van Domi nique gezien had, zich wijdend aan haar menlgvuldl'e bezigheden of zittend bj den haard op een eenvoudigen strooien stoel, daar haar verstorvenheid het te croote gemak van een fauteuil versmaadde. ZU was schoon en S'Cht, soms glimlachte zU maar lachen deed sU nooit. In haar mooie, donkere oogen lag de melancholie van den rouw, die pas eindigt met het leven. Als haar kinderen naast haar s onden, eerbiedig en teeder, drukte «U soms een kus op hun voor hoofd en dan had Margalta gedacht: JHoe plechtige H. Mie door haar kleinzoon opge dragen. ZU is alleen met een bu i-vrouw. Optens gaat de deur open en voorafgegaan door den misdienaar, die d_- schel hanteert, kuurt hU, voor w'en z'j zich aan Gol heelt cpreofferd haa: cct leven b.engm dat ncJii eindigt.... Ik zeg dat alles wel heel gebrekkig, daarmee doe ik afbreuk aan een werk, <rsarvsn de minste woorden waarde hebben. Men be grijpt, Jat die Ourar.la een schrijver h. die wee* na te denken, die de woorden p.tr uit sUn stel, uit de diepste bronnen van sUn weaen.” „En hoe eindigt het?” „O, heel eenvoudig I Dominica wendt zich tot den jongsten kleinzoon, die nu de erfgenaam is van bet huls. ZU legt hem de hand op het hoofd, om hem te zegenen. „Wees een echte Baskièr,” zegt sU- Dan verwarren slch haar gedacht en sU fluistert: .Jlakel het vuur op, cpdat bet nle’ gedurende den nacht ultdoove!" Margalta weende Bonder te letten op het blanketsel, dat haar wangen bedekte. Het leek haar, dat heel de wel van haar dierbaar vaderland besloten was in dat b:ek waarover haar oude vriend met zooveel geestdrift sprak. Haar ontroering was zoo groot, dat «J büna terugdeinsde, toen sU zich bsvend voor het openluchttheater, waar oen men.gte van gasten sich verdrong, maar de gravin de Maubemy had haar gezien en sol: .Mevtouw Llserolles. er is een plaats voor u gereeervend tusschen de hertogin en lady Kinross, met wie u aangename herinneringen aan uw witte broodsweken kunt ophalen.” 11Teelcen^- De trein stopt zuchtend Vy stootend aan een klein bergstath VroolUk en welgemoed springt Hans Berger op, grUpt in het bagagenet naar zün rugzak en zwaait dien met een geroutineerden slag over de schouders, dan neemt hU sU» bergstok en springt den coupé uit. Met volle teugen ademt hu de frissche berglucht in en stapt naar zUn hotel, waar hu een heerlUk weekend tegemoet gaat. In het hotel heerscht levendige drukte, doch Hans ziet onopgemerkt zUn kamer te bereiken om zich eerst wat te „solgneeren". Voor alles wasschen en scheren dus. HU grUpt in sUn rug zak naar sUn spullen. Opeens weifelt zUn hand. hU voelt iets ongewoons. Iets vreemds. Dan grUpt hU snel toe en trekt bet voorwerp met een ruk uit den rugzak. Een Jumper, een gele wollen dames jumper! Ontsteld ziet Hans Ber ger het zaehte wollen kleedlngstuk aan, dat dwaas in zU" hand bengelt. Plotseling werpt hu het ding op tafel en grijpt opnieuw in den rugzak. Een doosje verschUnt, dat een aller aardigst nagel-gamltuur bevat. NUdig grUpt Hans den grauw-groenen zak en schudt reso luut den Inhoud op tafel om. Daar verschUnen alle benoodlgdheden voor een dames-weekend in dwaze wanorde voor zUn verbaasde oogen. .AfschuwelUk,” barst Hans uit, „hoe is t mogelijk, dat ik een verkeerden zak uit den trein heb kunnen meenemen. In mUn coupé zat niet eens een dame. Die moet in de vol gende afdeellng haar rugzak naast den mUnen gedeponeerd hebben." Woedené komt Hans Berger tot de conclusie, dat aan scheren nu niet te denken valt en ook alle andere noodzakelUke dingen voor een weekend zUn verdwenen. EindelUk komt hU tot het besluit: „Dan maar den heelen rommel doorzoeken of ik een adres kan vinden of een gegeven om mUn spullen terug te krUgen, want er moet toch ook iemand anders nu in moei lijkheden zUn.” Inderdaad, Hilde Bachstein, VroolUk ont vangen door een tweetal vriendinnen aan een zelfde bergstatlon als Hans Berger, was uit gestapt, ging eveneens een prettig week-end tegemoet. Met de meisjes holde sU naar boven, waar zU een groote hotelkamer met elkander deelden, om zich wat te verfrisschen en op te maken voor den gezamenlUken maaltUd. Vol trots verhaalt Hilde haar vriendinnen, wat een prachtige wollen* jumper ze heeft gekocht om na de wandeling te dragen als ze gezellig in het restaurant zullen bUeenzitten. Nieuwsgierig wachten de meisjes op de verrassing, die Hilde uit haar rugzak grUpt. Een oogenblik later staren allen verbijsterd op een heeren-pyama 1 „VreeselUk!” stamelt tenslotte Hilde en met vrouwelUke zenuwachtigheid grUpt ze opnieuw in den rugzak. Te voorschUn komt een blikje conserven. .AfschuwelUk, wat een hongerlUderl”, klaagt een der meisjes. Radeloos ziet Hilde op de voorwerpen neer: „Ik moet weten van wien die rugzak ia.Ik moet mUn spullen terug hebben. Wat denkt die kwast wel! MUn prachtige Jumper, mün foto toestel!” en onstuimig grijpt zU den grauw- groenen zak beet en schudt den inhoud op tafel leeg. Niets vinden de meisjes wat in de verte kan wijzen op nadere inlichtingen betreffende den eigenaar. „Wat een dief!” meent één der meisjes. JStil wat,” vermaant de ander, .^nlsschlen zit die eigenaar even verlegen als Hilde met zoo’n nare verwisseling van eigendommen.” ,,’t Kan me allemaal niets schelen," Jammert Hilde, „maar zóó zonder tets kan ik hier niet door de bergen, stevig stappend met een bergstok in de hand, een goed gevulden rugzak op.. Ach ja, die nare rug- I zak, die al haar genoegen van dit weekend had bedorven. PUnlUk kwam ze uit haar droomende ge dachten terug tot de werkelUkheid en nu be dacht ze ook opeens, dat ze heelemaal nog niet gegeten had. De idee alleen al gaf haar honger. Daar schoot haar te binnen: in den rugzak, het blikje conserven van den „hongerlijder"! ZU greep naar den rugzak naast haar op de bank en maakte, zonder naar haar handen te zien, met van gewoonte getuigende vingers de sluiting los. Een snelle greep in den zak, dan trok zu UUhgz haar band terug: „Nee maar, dat Is., dat te...." riep Hilde ontsteld en tegelijk half juichend uit. In haar hand klemde zU een prachtige gele wollen Jumper I „MUn jumper, mün jumper!” lachte ze hard op, ,jcük eens, mün jumper!" En opnieuw greep zU in den rugzak. „Zie eens, mün foto-toestel. mün garnituur, mün kousen, al mün spullen zün volledig!" En bü lederen uitroep klinkt haar biUde stem min stens een terts hoeger. ,Js dat tooverU, of..., of....” .Jfeen, dame.” klinkt dan Hans Berger’s stem, „geen tooverU of goochelen, maar een nieuwe verwisseling, doch thans een heel wat aange namer geval.” Hilde hoort nu een leuken, helderen lach. Hans is zün slechte humeur vergeten en geen van belden denkt nog aan het mislukte week end. Zij praten en lachen om hun verontwaar diging bü de ontdekking van de verwisselde rugzakken op hun hotelkamers en wat eerst hopeloos scheen, krijgt nu den blUden vorm van een humoristisch, dwaas geval. De tüd vervliegt, de trein boemelt verder van halte naar halte zonder dat zu er zich thana ook maar in het minst over ergeren. Een jaar later, als de lucht en stralende schoonheid der bergen opnieuw de menschen uit de steden lokken voor een verfrisschend en blU weekend, is een verwisseling der rugzakken van Hans Berger en Hilde Berger van geen belang meer. Een maand geleden hebben ae besloten hun. „spullen” liever gelükeluk over de belde graüwgroene zakken te verdeelen tn het vervolg. et te optnerkelük, boe in een zeker ge deelte ook van onze Nederlandsehe pers een algeheel stllzwügen wordt be waard omtrent de gruwelen, dia bedreven zün en worden tegen de Katholieken in Spanje, vooral tegen priesters en kloosterlingen. Daar van te niets te lezen in bedoelde dagbladen, om maar te zwügen van die, welke openlijk één lün trekken met de Moscovltlsche misdadigers in het Spaansche land. Intusschen vindt men een verslag van oog getuigen in de jongste aflevering van 't tüd- schriit „Benediktlnlsche Monatschrllt”, uit gegeven door de Aartsabdü van Beuron. Toe stemming tot vertaling van die regels en tot publicatie ervan in de bladen der V. K. P. werd ons door de Redactie welwillend ver- teend. Wellicht is een kleine inleiding tot het relaas, dat hierna volgt, voor de lezers nut. Ook de Benedlctünen in Spanje hebben zich de onvergeUjkelüke eer verworven, in de hui dje revolutie martelaren aan de Kerk gele verd te hebben. Het zün de monniken van de kloosters van Montserrat en El Pueyo. die bloedgetuigen van Christus geworden zijn. El Pueyo is (of liever: was) een conventueele priorij in Aragonlü. gesticht in 1892. De com muniteit. die nagenoeg geheel werd uitge moord. bestond uit 8 paters, 13 fraters en 8 broeders. Montserrat is de beroemde abdij pp den berg van dien naam in Catalonlë, niet ver van Barcelona. Gesticht in 1031, werd zü geweld dadig opgeheven in 1811, maar wist zich na derhand weer te herstellen en op te werken tot een zeer grooten bloei. Een voorbeeldige tucht heerschte in dit klooster van ruim 180 monni ken, waarvan 86 paters, 43 fraters en 53 broe ders. De studies stonden er op erkenffl' hoog wetenschappelük peil; nog pas enkele maan den geleden werd een monnik van Montserrat. Dom Anselmus Albareda, tot prefect van de Vatlcaansche Bibliotheek benoemd. Het klooster is in Spanje de groote nationale bedevaartplaats van O. L. Vr. van Montserrat, wtear indertüd o.a. ook St. Ignatius het besluit nam tot het religieuze leven en er zün ridder- lüke wapenrusting neerlegde op het Maria- altaar der abdijkerk. En nu? Het Benedlktl- nlsche Monalschrift van Beuron vertelt in de kroniek, waarin van het wel en wee der Ben.e- dlctüner orde aan - de lezers wordt verhaald J3eze regels werden geschreven op den ^s*vond van den dag. waarop Abt Antonio Mar- eet van Montserrat met tien van zün jonge monniken den drempel van ons klooster (Beu- ron) overschreden heeft. Het te büna ongeloof- \U)k, dat deze medebroeders onder ons ver- itoeven. Een uur geleden vertelde de verdre ven Abt (in het Itallaansch) van, de beest- j achtige wreedheden in zün zwaar beproefd va- deriand, maar met stralend oog vertelt hü ook van de heldhaftige standvastigheid en vreugde van vele martelaren en van bet biddend geloof ""van het volk, dat zich zün trouw niet ont- rooven laat." Zonder eenlg verder commentaar laten wU het verhaal van de gebeurtenissen te Mont serrat volgens ooggetuigen thans volgen. Van een ooggetuige der eerste gebeurtenissen _ta het volgende bericht afkomstig: „Gedurende de maanden Juli, Augustus en September bedraagt in normale tüden het ge tal pelgrims of bezoekers, die op den Mont- eerret verblijven, voor het grootste ge deelte pracnmsrende Katholieken nooit minder dan tweeduizend.* Tengevolge van de verontrustende geruchten over een min of meer onmiddeliük dreigende revolutie bevonden Zich dit Jaar op den 19en Juli, den dag waarop In Barcelona de revolutie uitbrak, op den heili gen berg evenwel -‘et meer dan 450 tot 500 géloovlgen. Ofschoon op den 18en de telefoon verbindingen verbroken werden, en op Zondag den 19en slechts de eerste morgentreinen aan kwamen, heerschte op den Montserrat volko men nut tot aan den namiddag van den 2 len Juli. Op dezen namiddag k»um de eerste par ticuliere auto aan met communisten uit Barce lona, die zich voor toeristen uitgaven, maar slechte het eerste onderzoek verrichtten naar de mogelükbeld van een mogelük gewapend verzet der bewoners tegen een aanval op het klooster. Tegelükertüd kwsmen op windende berichten uit Barcelons over den brand der kloosters en kerken van Barcelona. Dientengevolge zond Vader Abt den 22sten Juli twee jonge artsen, die in het klooster geestelüke oefeningen hielden, naar Barcelona, om aan de zelfstandige regeering van Catalonlë hulp te vragen. Intusschen was de kerk var. Montserrat alle uren met geloovlgen gevuld en de vrouwen organiseerden haar uren van ononderbroken gebed voor het beeld van de Heilige Maagd (Montserrat is een beroemd genade-oord der Moeder Gods). Het was 2 uur In den namiddag, den 22sten. toen voor de poorten van het klooster de eer ste groep communisten uit Barcelona ver scheen, gewapend en met handbommen gereed, om kerk en klooster in de lucht te doen springen. Toen de communist, die opdracht bad de eerste bom te werpen, uit den auto stapte, ontmoette hü een Jongen kameraad, die met rijn moeder eenige dagen op den Mont serrat doorbracht. Dank zfj de vermaning en het verzoek van moeder en zoon werd de com munist bang en met de bom in de hand stapte hü weer in den auto en zei tot zün kamera den: ,Jk wil en ik kan de bom niet werpen." Ondertusschen stonden op geringen afstand ontsnappen konden, ergens vereenigen, om ons wederkeerig te troosten. Na Maria Hemel vaart zullen wü uiteengaan" (naar verschillen de kloosters). Ondertusschen zün de gebeurtenissen verder voortgegaan. Men weet thans, dat 30 monni ken werden doodgeschoten, 21 paters, 7 clerici en 1 leekenbroeder. Iets meer dan 60 leden van het convent bevinden zich nog in de macht of in het gevaar van de roode moordenaarsben- <no. Het inwendige van de kerk van Mont serrat en alles, wat ook maar een religieus ka rakter droeg, werd vernietigd. Hoe schokkend ook deze berichten zün, hun gruwzaamheid wordt overstemd door de vreug de en geestdrift voor het martelaarschap, waarvan onze vluchtelingen vertellen. Het is iets ongehoord groots, dat de Kerk ook in onze dagen martelaarsakten schrüven kan, zooals ze ten tüde van Tertullianus geschreven werden. Ons tijdschrift zal daarvan eerlang bijzon derheden brengen. Beuron verheugt zich, aan eenlge der monniken van Montserrat, met wie het in trouwe vriendschap verbonden is, een onderdak te verleenen. Ja het rekent zich tot een eer, zulke^medebroeders te herbergen, die voor hun geaiql geleden hebben en reeds zoo dicht bü het? martelaarschap stonden. Van de kleine communiteit van het Benedlctünenkloos- ter El Puyo in Aragonlé luidt het even ont zettende als korte bericht: het klooster ver woest en alle leden (ongeveer 25) gedood. Hun aandenken evenwel straalt in het licht van het bloedgetulgenisschap voor Christus. Tot zoover het artikel in liet „Benediktlnlsche Monatschrift”. Er behoeft wel niets aan toege voegd te worden. Het /spreekt voor zich. Uit particuliere corresponctebtie zün wü echter in staat hier een korte aanvulling aan toe te voe gen betreffende het lot van enkele andere Benedlctünerkloosters in Spanje. De abt der AbdU van Silos (plm. 60 KM van Burgos verwijderd) schreef dezer dagen, dat er zich geen enkel incident had voorge daan; het conventsleven was in niets onder broken of gehinderd. En wat de van Sllos af hankelijke prioraten betreft: de monniken van Estibaliz, dat in bet Noorden ligt in het Bas kenland, zün op het oogenblik in Sllos zelf, ter- wül men tonaal niets weet van hetgeen den monniken van Madrid overkomen is. Ook u het lot onbekend van den novioenmeester, die afwezig was en niet meer tijdig thuis kon ko men. Hetzelfde is den Abt van Belloc (In Zuld- Franknjk) overkomen, die in Juli juist in Spanje vertoefde. Van een andere Benedictijner- priorij heeft men bericht ontvangen, dat de geheeie communiteit te uitgemoord. WU voelen ons gesticht door den heldenmoed van deze BenedictUner monniken, die met blü- moedlgheld voor Christus streden en nog UJden. Van hen kan gezegd aarden, wat geschreven staat van de apostelen: „dat zü heengingen uit den Hoogen Raad, verheugd, dat ze waardig waren bevonden, versmading te lüden voor den naam van Jezus”. En door het voorbeeld van Hoe de vriendinnen ook troosten en bereid zün van haar bezit te leenen, Hilde is onver- zettelük: „Neen, dat kan ik niet aannemen Jelui hebt zelf maar het strikt noodige voor Je weekend meegenomen, daar kan ik ook niet mee geholpen worden. Een volgende maal beter nu ga ik weg en liefst maar meteen, want voor mu te alle pret er al voorgoed af en ik verjaag Jelui goede stemming anders ook nog. Twee vriendinnen deden Hilde uitgeleide en toen ze plaats nam in een hoekje van een leëgen coupé, had ze graag eigenlük wel eens echt willen uithuilen. Twee halten verder werd de coupé-deur met geweld opengerukt.... Nüdlg stapte een flinke, krachtige Jongeman binnen, die zün rugzak op de bank smeet an venolgens zichzelf daarnaast Het vallen. Het geval leidde Hilde af van haar sombere vooruitzichten. „Hoe was 't mogelük.” bedacht ze. „zoo’n leuke Jongen met zoo’n prettige ge- rulnde tint en zulke leuke lachende oogen Ver wonderd vroeg se zich af, hoe iemand zoo nüdlg kon doen, als hü een heerlük weekend tegemoet ging. Voor haar was het iets anders als zü nu eens nüdlg deed! Ze zou het heerlük gevonden heben als ae, büvoorbeeld met zoo'n aardlgen kameraad of een broer, als ae dien maar had gehad, lange tochten te ondernemen ittsmmsmtntttittuiiimstifmtmnmttHi aan de tegenovergestelde züde van het kloos ter diie andere auto's met bolsjewisten uit Barcelona, die op de ontploffing der eerste bom Wachtten, om kerk en klooster aan te vallen. Op denzelfden tüd kwam uit Barcelona de afgevaardigde dr. Solé y Pla aan, die door de regeerlng der „Generalldad" (de zelfstandi ge regeerlng van Catalonlë) gestuurd was, om het klooster te'redden. De afgevaardigde, be- hoorend tot de. linkerpartü. maar geen com munist. speelde het klaar, de bolsjewisten te overreden, zoodat zü van hun plan afzagen en naar Barcelona terugkeerden. Dr. Solé y Pla rprak onmiddeliük daarop met Vader Abt af en binnen twee uren hadden de monniken in bur gerlijke kleeding het klooster verlaten: de kerk werd voor het publiek gesloten en alle gebou wen werden van een opschrift voorzien, dat te kennen gaf, dat het klooster door de Genera- lidad van Catalonlë in beslag genomen was. Nadat eenmaal de militairen en nationalis ten van Barcelona op Zondag 19 Juli verslagen en de bolsjewisten meester der straat gewor den waren, begonnen deze reeds op den avond van den ISden met het verbranden van de kloosters en kerken van Barcelona. Spoedig volgden de dorpen dit voorbeeld, zoodat zU eveneens de kerken in brand staken en de voor name huizen, waarvan ae bewoners practisee- rende Katholieken waren, plunderden. In leder dorp had zich een revolutle-comlté gevormd, datr zich van de macht meester maakte. Het meest nabü gelegen dorp bü Montserrat te Monlstrol en het was bekend, dat een deel der InwtSners zich sedert eenige Jaren door vijandschap en haat tegen Montserrat, tegen de goederen en het bezit van het klooster on derscheidde. Ofschoon de afgevaardigde Solé y Pla aan het revolutiecomlté van nistrol het uitdrukkelüke bevel gegeven den Abt op denzelfden Woensdag door politie naar Barcelona bleek dit niet mogelük wegens het verzet der radicalen van Monlstrol. Zü dorstten er naar, zich met het bloed van den Abt en het leven mijner monniken te wreken. De benarde positie van den Abt. van zün monniken en van alle bewoners van Montsei- rat gedurende den 23sten Juli is niet te be- schrüven. Vader Abt was besloten, zün leven te geven, om dat van zün monniken te redden Met martelaarsmoed was hü bereid, zich aan de moordenaars over te leveren, opdat zü met zün bloed hun dorst naar wraak op het leven der monniken zouden lesschen. Doch dat was geen oplossing; met den herder aouden ook de scha pen vallen. Nu gebeurde bet, dat het een goed vriend van het klooster gelukte, enkelen der leiders van het comité van Monlstrol van het onmenscheiüke en misdadige van zulk een aanslag te overtuigen, die zich' ten slotte te gen het dorp zelf zou kunnen keeren. Einde lijk kon Vader Abt op den avond van dten- zelfden 23stcn Juli Monserrot in „hoedanig heid van gevangene" verlaten, begeleid door zün broer. Pater Adeodatus. Hü werd naar de regeering van Catalonlë gevoerd. Den 24sten Juli begon de uittocht der mon niken en der zomergasten. ZU werden in af- zonderlüke auto’s naar Barcelona gevoerd, bewaakt door de politie der autonome regee rlng en door de bewapende vertegenwoordigers van het revolutle-comlté van Monlstrol. Om de verhitte gemoederen van zoo vele commu nisten van Barcelona en van de dorpen tn de buurt van den Montserrat tot bedaren te brengen, die nog steeds vasthielden aan hun plan cm het klooster en de kerk te verwoesten, rond de Oeneralldad, van den nieuwen etech op de hoogte gebracht, twtee van haar meest op den voorgrond tredende vertegenwoordigers naar Montserrat. Het waren de reeds genoem de dr. Solé y Pla en een andere afgevaardigde nu minister J. Puig y Ferrates. De laatste onderhandelde volgens de ontvangen orders met eenlge van de paters en vrienden van het klooster, die nog aanwezig waren, en maakte een nauwkeurig verslag van den toe stand van kerk en klooster. Ter zelfder tüd het was reeds nacht, kwam in Montserrat "n eerste zending tuberculose-lüders uit een der ziekenhuizen van Barcelona aan, officieel ge verschenen weldra de vlaggen van het Kruis. Door deze tactiek gelukte bet, klooster Montserrat met de ontelbare kunst schatten die het bergt, onbeschadigd te be houden. OngelukklgerwUze kon niet het leven alle monniken gered worden. Tengevolge den angst en de verschrikking Van den Juli waren eenige van hen verdwenen, terwü! zU in het bergland vluchtten. Velen van hen konden den 24sten weer terugkomen, om dan met de overigen In den loop van den 24sten en 25sten naar Barcelona, Tarragona, Gerona en naar de respectlevehjke dorpen gebracht te worden. Drie van hen werden door de com munisten gegrepen, die rich op den heiligen berg zelf met hun bloed verzadigden. Vele andere bleven In Barcelona als gevangenen, 'V eenige werkdadlge wapen, dat aan de regeerlng van het door de Bolsjewisten overstroomde Ca- talonië nog bleef, om het leven der klooster lingen zoowel als dat van de politici en aan hangers der rechtsche partijen te redden. Even wel hebben wü reden aan te nemen, dat nog meer slachtoffers gevallen zün, hetzü in Bar celona zelf, hetzü in andere plaatsen'tan Ca talonlë." Tot zoover gaat het bericht. Dat net met de aan het slot uitgesproken vrees helaas gelüK heeft, vernemen wü uit een brief van een Pa ter van Montserrat uit Andorra, waar de abdü een college bezit. Hü schrijft onder dagteeke- nlng van den 3en September: „VUftien van onze paters en broeders zün reeds doodgeschoten. Eenigen verblüven nog in de gevangenis te Barcelona." Daar de communistische vloedgolf voor bergdalen der kleine, slechts ongeveer inwoners tellende boeren-republiek in de Py- de om De hoogvaardige Heer ongeveer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 22