WIJ LEEREN SCHAKEN
ii
KOSTBARE
HERINNERING
EEN SCHEMERLAMP OM ZELF TE MAKEN
moderne..... deugd
Wanbetaling, een
r
Praatje voor
spiegel
's
f
Zorg voor oogen, oogharen
en wenkbrauwen
f
s
BRABANTSCjlE BRIEVEN
Het schuim drijft boven
-
Oplospngen
U
c
In het schemeruur
KONINGSRAADSHEERGAMBIET
Wit: Andersson
OPGAAT no. IS
11. Uilgil Offert den raadsheer b6
om
sneller zyn spel te ontwikkelen.
dame te redden.
Wit: N. N.
EINDSPEL
Von Troitzki
MARYE
EINDSTAND
4
8
3
7
2
6
1
5
4
geavanceerde,
3
2
1
mls-
h
t
d
b
e
c
OPENINGEN
DAMEPION-OPENING
als
MARYE.
maar
„daar is vijftig
Amico,
deuze gedevalueerde
beeld
van
*7'
Zwart:
Foreest
I waardoor een figuur slanker lijkt.
eens
hoe
Oe pleegt er negen op schobberdebonk!
Want: den eerste, die niks bezit, kan geen
schulden meer maken (en ..hangt” dus!), ter
wijl den tweede, die óók niks bezit, nog mennlg
mllHoentje op den kop kan tikken!
In bovenstaanden partij-eindstand wint zwart
in drie zetten. Dus: niet wit, doch zwart wint.
De eindspelen en de party van vandaag be
wijzen dat evenwicht van materiaal lang geen
winstzekerheld geeft.
8. Pf3—h4
6. Ph4—f5
10 g2—g4
Zwart: Kieseritzky
e7 e6
e6xf4
Ddg—h4 Wördt
Db2xal+
Pb8—a6 Beter
Rf8—CS
Df6xb3
Rc5xgl Zwart
Boven afgebeelde wintermantel is gedacht
van donkerbruin velours-laine, met 'n heer
lijk warmen en goed sluitenden kraag- De
mouw moet niet al te wijd geknipt worden,
anders valt de stof niet mooi. De schouder
lijn wordt door de épauletten geaccentueerd
Eventueel kunnen deze wat smaller worden
genomen. If den rug een breede plooi, die
onder de ceintuur begint
Vol.
Veul groeten van Trui en als alty geen haar-
ke minder van oewen
stiger plaats te geven.
5. Rc4xb5
6. Pgl—f3
7. d3—d3
De volgende partij komt in de meeste hand
leidingen voor, onder den naam van „Onster
felijke partij”.
1. d3—d4
3. Rel—f4
3. e2—e3
4. Pfl—f3
5. Rfl—d3
6. 0—0
DE ONSTERFELIJKE PARTIJ
(LONDEN 1851)
en
■S
kan
zoo-
c6xb5
Dg5—g6
Dg6—g5
Pf6—g8 Om de
Pg8—f«
Dh4—hB
Pf6—h5 Dteigi
Pg8f
Dh6—g5
c7—c6
PhS—f6
11
13 h3—h4
13. h4—h5
14. Ddlf3 Dreigt Rxf4
1. e3—e4
3. f3—f4
3. Rfl—C4
we stof waarin het witte vest zoo goed uitkomt dellen, die met hun snit de lengte accentueeren,
en dat bijna iedereen staat. Dus: vooral-mo-
an de opgaaf no. 13: Kf2, pent den pion
en ontneemt den zwarten koning het
vluchtveld gl. Zwart moet nu den toren
spelen, waarop 3. Dxg3 mat volgt.
Van no. 14: 1. Txg8+ Txg8: 3. Th2f Dh3;
3. Txh3 mat. Kh7; 3. Tg7f KhB (h8); 3. Th3f
Dh3; 4. Txh3 mat.
een paar mooie
altjjd een prettigen indruk
Deze weinig gangbare opening kan ook an
ders behandeld worden. In de zeventiende par-
j.. .tij uit de match om het wereldkampioenschap
Aljechln—Eu we werd als volgt gespeeld: (wit
Aljechln). 1. d2—d4, d7—d5; 2. Pgl—f3. Pg8-
fi;\ 3. e2—e3, Rc8—f5; 4. Rfl—d3, e7—e6; 5.
Rd3xf5. e8xf5; 8, Ddl—d3, Dd8—c8; 7. b3—b3,
Pb8—c6; 8. 0—0, Rf8—e7; 8. e3—c4, 0—0 enz
De partij werd remise.
is al te gulzig.
10. e4—e5!
30. Kfl—e3
is R-6.
21. Pf5xg7f
32. Df3—f6-f-
33. Rd6—e7 mat.
d7—d5
Pg8—f6
c7—c5
Ph8—c6
e7e6
Rf8—e7 enz
De serie openingszetten in de Tsjechische
partij, dr. Euwe—dr. Aljechln, die wy de vorige
week behandelden, is niet uit de 30ste, doch
uit de 30ste partij van de match om het we
reldkampioenschap. De tweede serie openings
zetten is uit de drie en twintigste party van
dezelfde match.
„Nou, hoe te-ie, Dré?!"
„Zal "k oe zeggen, Roel. Het schuim
drijft teugeswoorig boven!"
„Ben ik t schuim?”
,4a.”
„Haha, die te goed! Ge zijt nog sjuust als
vroeger, Dré!"
.Maar gil zijt óók ’nen klaplooper, Roel!”
.Hoezoo?”
„Juillën Nol zorgt veur s’n eigen. tt ai mH
Wit wint door zijn door het paard onder
steunde, geavanceerde, verbonden vrijboeren.
1. c6—c7, Rfl—h3. Het eenige middel om pro
motie op 3e tegen te houden. 3. b5xa6, Rh3g4-j-
3. Kdl—cl, Re4—f5; 4. a6—a7, Tf3—c3f; 5.
Kcl—dl, Rf5—e4. Oppervlakkig bekeken te de
verdediging van zwart voldoende. 6. Ph8—c6
bezet echter het kritieke snijpunt. Speelt zwart
Txc6 dan 7. a7a8 damef, slaat zwart het
paard met den raadsheer, dan *7. c7—c8 dame+.
Ik sprak kortgelejen ’nen vent, die Tc in
tijen niemeer gezien had.
„Alez, Roel,” zee ik: „wat zijde mager ge
worden, jonk!”
Den Roel te 'nen tiep van flink in de vijftig,
jts ’t wonder," aee-t-le:
pond af, Dré!”
„Oe meugt er nog zijn, man!”
„Tweehonderd pondjes nog,” lachte-n-ie.
„Nou, dan heb 'k nog geen meeiyen mee
jou, kearel!”
betrekkelijk weinig zijn, wat volgens mi), mooi
bij het forache van de flesch past. De gaatjes,
om het koord er door te doen, kunt u met
een perforator maken. Hebt u dien niet, dan
misschien wel een hol pijpje?
Het op elkaar plakken van de einden, als
u den reep papier voor de kap geplooid hebt
is iets, wat niet zoo gemakkelijk gaat. Om
het werkelijk stevig vaat te krijgen moet 'U de
op elkaar geplakte deelen een nacht onder
een stapeltje boeken leggen en als het stevig
zit. gaat het koord er door en u hebt voor
weinig geld een chique lamp.
16
17. Pc3—d5!
18. Rf4—dB
er over het algemeen zoo
zorg aan de oogen besteed
Kapot heb *k me gelachen als ie t vertelde!
Ze hebben ’m sjuust veurgerekend, pfoe
pfoe," proeatte-n-ie: „hoeveel ie iedere week
ver-leven mag. Sjuust zo'n bietje als ik.” Peen
van *t lachen wierd ie. „En dan mag ie over
twee jaren komen st.... stl...„ stik.... stem
pelen-”
het dan
het sche-
hebben.
En toch wordt
ontzettend? weinig
Niet alleen uit het standpunt van schoonheid
bezien, maar ook om gezondheidsredenen is
het heelemaal niet overbodig een weinig zorg
aan het oog te besteden. Hiermede willen wy
natuuurlijk niet zeggen, dat iedereen maar aan
zijn oogen moet zitten prutsen, maar toch wel,
dat kleine oogongemakken, zooals ze in het
dageiijksch leven zoo vaak voorkomen, met een
beetje doorzicht in de zaak, gemakkelijk te
verhelpen zijn. In leder geval te het noodzake
lijk spoedig naar een dokter te gaan, als de
behandeling, die men zelf toepast (en die na
tuurlijk zeer onschuldig moet zijn) niet gauw
bet gewenschte resultaat heeft
Nu komen we nog op een terrein, waarbij
ook de schoonheid een woordje meespreekt, nl.
de oogharen en wenkbrauwen. De natuur heeft
ons deze niet voor niets of uitsluitend voor
schoonheid gegeven. zy hebben wel degelijk
als doel het beschermen van het oog. Het te
daarom zaak, ze zoo gezond mogelijk te hou
den. Hierdoor vangen we twee vliegen in één
klap, want mooie wenkbrauwen en oogharen
verlevendigen een gezicht heel wat. Vanzelf
sprekend te het af te raden de wenkbrauwen te
epileeren (d wz de haartjes geheel of gedeel
telijk uittrekken). Mochten ze inderdaad zoo
zwaar zijn, dat het leelijk staat, dan kan de
kapper van tijd tot tijd het bovenste randje
even wegnemen. Een vaker voorkomende klacht
is, dat de wenkbrauwen te licht van kleur of
te smal zijn. Als u hiertegen iets wilt doen,
te het beste een mengsel te maken van 50 gram
en alles, wat
de uitdagende
stemmige van
de dieren over
hun winterslaap gaan denken, dan komt er
ook In den mensch iets tot rust.
Komen In het gezin die rustige uren weer
terug, uren, waarin je tot bezinning komt en
dingen ontdekt, die aan je voorbij gaan in
den roes van de lange, zomersche dagen. Onuit-
wlschbare uren, ómdat daar moeder was, die
de spheer van rust wist te geven, die niet p.t
moest om boodschappen te doen, die niet in
de keuken moesit, die niet noodzakehjk dit
nog te doen had of dat nog, maar die een
enkel uurtje van haar drtitken en werkzamen
dag voor een intiem schemeruurtje wist over
te houden. Uren die Je Jaren later nóg als een
kostbare herinnering met je meedraagt.
aan de Geleerdheden», die de weareld besturen,
dan dat we ’t mee onze rustelooze, atompge-
wertrte klavieren kunnen verdienen 1
En als Ik van den morgen, veur dag en veur
daauw op m’n knieën in den aWr zat en m’n
peerae knuisten in den eerde groef, slaal, pee-
kes, spinazie, aavoyenkool en patatten ultdee,
als ik daar tewroeten lag in de stilte van den
nacht, dan docht ik zoo: ..hoe zal er over 'n
uur m’nen balans uiteten?”
mede-belastingbetalers zorgen veur jou en oe^
vrouw en kinders! Want anders zouwen ze....
verhongeren mee zoo'nen man en vader al»
gij zijt!"
„t Was beter dat ge 'n borreltje weggaf,
bromde-n-ie gemaakt-kwaad.
„Gij hebt toch geen recht om jouw broer uit
te lachen, die in staat te veur z’n eigen e°"*n
gezin te zorgen, Roel?”
maar!”
maar zeggen, arhico: t schuim drijft
ichulm lacht z’n braven broer uit,
;y fatsoenlijk was....!
15. Rclxf4 Dg5—f6
16. Pml—c3 Wit heeft een prachtige stel
ling gekregen; tevens zwart sterk gehinderd in
het opstellen zijner figuren.
Voor de behandeling van het oog te het
noodzakelijk altyd een fleschje boorwater in
huls te hebben. Dit moet geregeld worden ge
controleerd of er zich geen vlokken hebben
gevormd. Dan is het namelijk niet meer ge
schikt om voor oogwasschingen te dienen.
Het meest voorkomend ongemak is wel. als
men een vuiltje of vliegje in het oog heeft
gekregen. Ook komt het wel voor, dat een oog
haar omgebogen is en daardoor vrij hevige
oogbezwaren oplevert. In het laatste geval is
het in den regel voldoende, het bovenooglid
over het onderlid te trekken.
Ge behoeft toch geenen geldduuvel te zijn. één!” Want ge hebt dan negen misdrijven toe!
ee, als ge zoo n gedacht in oewen kop krijgt.
Ja, amico, ik zeg dat zoo, omdat "k zoo dlk-
kels gemorken heb, dat den schuldetecher zóó
slecht in aanzien is by zn evennaasten, dal
de scheldwoorden om z’n ooren vliegen, als ie
om z'n rechtmatig part komt. D'n kearel die
aan al z’n verplichtlngs voldoet en dus ook
voldaan wil worden, mót worden, dieën plichts
getrouwen kearel is teugenwoordlg ’t minst in
aanzien!
Den revue- of tooneelgek,'die zijn.... beta
lende lacher? wil laten lachen, hoeft alleen
maar den „hutebaas" te beleedigen, om succes
te hebben. Den „hutebaas” is 'nen schuld-
eischer, dus is ie vogelvrij veur blompotten,
beleedigingen, I afzetterijen, vernielingen aan
z'n elgendomUea.... veur de belastingen!
Nog eens: 't minst in aanzien is den schuld-
eischer. De ergste Godshaters zijn die, die bij
Onzenlievenheer t diepst in de schuld staan!
In Rusland, waar elke denkbare misdaad in
't groot bedreven te, waar de schuld aan God
niet te delgen te, dèAr te t, dat de Godsverach-
ters „eere’’-teekens uitdeelen aan „verdienste
lijke” Godloozen!^
Wanbetaling is een der moderne.deugden!
Wanbetaling aan den evenmensch; wanbe
taling aan.... God op 't lest. En 't te of heel
’t menschdom er op uit te, zijnen schuldenlast
zoo hoog te stapelen, dat er geen delgen meer
aan is. t Is of heel *t menschdom z’n eigen
de spreuk van den bandiet eigen maakte: „Ge
kunt net zoo goed hangen veur tien misdaden
als veur één!”
Gisteravond wierd er b-v. deur den Radio *t
volgende .jnopke” getapt: „wat hebt ge liever?
Niks, of zeuvenhonderd mlUloen gulden be
zit met aeuvenhonderd millloen gulden schuld?”
Den „clown” kost daar geen antwoord op
geven! Ik had *t ook nle gekund. Maar den
gladden meneer, die er den „clown" tusschen-
nam, zee: „meneer Trip heeft liever 700.000.000
bezit mee 700.000.000 schuld, dan niks! En als
ge ’t nle gelooft, dan mot ge morgenochtend
om acht uur maar 'ns naar meneer Colljn luis
teren! En nou! ’Nen lolligen marsch!”
Deuse theorie, amico, deuze theorie-met-mu-
ziek is in den kern de toepassing op: .ge kunt
Om half zeuven kost ik 1 zeggen; om acht
uur kwam’n a n d e r *t me zeggen hoe rijk
larmi ik was na veertigjarigen trouwen zwa-
ren dienst in Vaderlandachen grond 1
Want ik amico, ik mag toch aanne
men. dat ook mijnen grond tot den Vader-
landschen bojem behoort?
Al te ie van mij, al zit er in: al m’n geld,
al m’n zweet, al m’n beste krachten en zorgen
van m’n heele leven al is le geworden mij
nen bloedelgensten grond, waaruit ik t brood
en den patat getrokken heb veur duuzenden
medemenschen; waaruit ik de belasting» ge
puurd heb als 'n werkbie den honing uit ’n blom;
waaruit ikm’n Geloof aan den Schepper
gezogen heb, toch is ’t Vaderlandachen grond,
nietwaar?
Want....
In tijen van oorlog dan zal den Generaal nle
zeggen: „jongens, daar meugen we nle over,
da's den grond van den Dré!”
Want....
Van den morgen om acht uren kwam onzen
Minister-President zeggen, deur m’nen radio:
„Dré, het geld dat jouwen grond opbrengt, is
gedevalueerd!"
Allez, da’s allemaal zoo kleer als den dag
eigens!
Alleen te t heelegaar nte helder, waarom
den eenen mensch na veertig Jaren zwaren
dienst in dieën Vaderlandschen grond wordt
arm gemaakt en den aanderen na veertigjari
gen dienst op dieën grond, 'nen gewaarborg-
den ouwen dag krijgt!
afstraalden.
MUn oogen bleven op haar rusten, ik keek
naar het vlugge heen en weer bewegen van
de pennen en het kwam in me op, hoe moeder
toch maar altijd voor ons bezig was, het zelfs
„*t Is anders schralen menage, Dré, teugen
vroeger gerekend. Geen borreltjes meer, geen
leut, hahaha, t is 'nen plazierigen tijd ge
wist, man!”
.Ja, ik geloof dat ge 't er best van genomen
hebt! Té.... best.... Roeleke! Wijntje....
Trijntje....” Ik knipte 'n oogske.
„■k Heb er geen spijt van, Dré! Zie mfn broer
'ns. Ook werkeloos! Maar hij mot al z’n over
gespaarde centen eerst opvreten, veur ie steun
krijgt, zooals ik.”
Ik knikte.
„Sufferd! Chagrijn!” schold den Roel. .JMn
ikke! Ik heb de leut g’ad. Ik heb er 'ns lekker
van gevreten en gezopen, ik heb....” hjj knip
te weer 'n oogske.
Ik knikte. Den grond draalde om me henen.
.Maar hij! Onzen Nol! Dat chagrijn! Mee
z'n eigen hulske.Hahadat mot ie
nooit naar scheen te vinden, dat ze zoo wei
nig vrije uurtjes had en met een lichte
schaamte bekende ik me zelf, dat ik haar
eigenlijk weinig hielp.
Ineens viel het me op hoe rustig en lief
z«> daar zat, me er tegelijkertijd over verwon-
deiend. dat ik dat nog nooit zóó gezien had
en ik had haar wel eventjes willen knuffelen
,.Kom we zullen eens voor thee zorgen”,
onderbrak moeder mijn gepeins. Ze zette wa
ter op het gasstelletje, haalde koekjes te
voorschijn en schepte thee in den theepot. Ik
volgde iedere beweging en weer viel het me
op, dat Ik moeder met andere oogen zag dan
gewoorHljk, Ik zag de rust en de zekerhetl
van haar doen en ik voelde, voor ’t eerst in
mijn leven misschien, de liefde, waarmee haar
hand door mUn sluiken „Jongenskop” gleed.
Toen ging ze weer zitten en de oude geluiden
drongen weer naar voren, met hun zacht-her-
halen de stilte verbrekend en lang dacht ik
na ever het feit, hoe het toch kwam, dat ik
moeder voor ’t eerst als „moeder” zag
Verstaat me goed: ik zeg nle dat dieën twee
de meneer Trip te dat zeeën ze bij den
Radio. Evenmin zal ik beweren, dat onze Re-
geering mee de devaluatie van den .geredden”
„veillggestelden” gulden (ocherm!) 'n wanbe-
taleradaad stelde. Eerder te 't zoo: onze Re-
geerlng sloot na dat heel de weareld dat
had gedaan ook z’n laai mee gouwen tien
tjes toe! Dat heb ik er best van gesnapt.
Maar oorlog blijft oorlog, of ge 'm voert uit
verdediging dan wel om aan te vallen.
De soldaten sneuvelen net zoo goed in den
eenen, als in den anderen, in den verdedlglngs-
als in den aanvals-oorlog!
En het geld, dat mijnen vrijen grond, mijn'
eigen bezit opbrengt, te evengoed in weerde
vervallen verklaard by deus nood-devaluatle,
als het in weerde verminderd was by ’n vry-
wllllge devaluatie!
Alleen en daar komt m’n redeneering op
neer „de groote wanbetaling over heel de
weareld hier dan uit noodzaak toegepast
te *n modern verschijnsel, dat zqetekens-aan
tot deugd verkoren wierd!
Want: de kearel, die sjecuur op z'n zaken
past, te.... 'n geldwolf. Is *n belachelijk sujet
veur 'nen goedbetaalden tooneelpias.
Het.... schuim.... dry ft... boven!
Ke8—dS
Pg8xf6
Zwart bezit nog alle
lichte en zware stukken. Wit heeft de dame,
beide torens en een raadsheer geofferd.
thans weinig meer gespeeld.
4. Kei—fl
Als er ’nen najaarsstorm over ons dorpke
giert, als de slooten volplensen mee *t regen
water, als de Mark daar wegstroomt of ze mee
'n sweep geianseld wordt, dan na den storm
als *t slib uit d'eerde spoelt, als den slob
ber naar de slooten dryft, als 't gewas z'n
eigen weer opricht uit t slik, als de lochten
breken en kleeren gaan, dan dryft 't schuim,
dan dryft t losgewoelde grondvuil aan d’op
pervlakte van de plassen, van -de rtvter, van
de slooten.
Zoo toen in ’18 den weareldstorm over
de weareld was uitgeraasd, kwam t grond-
vuil, kwam t schuim aan d’oppervlakte dry-
beter hangen veur Uen misdaden, dan veur van.
b7b6 Ben
tegengambiet om den raadsheer c4 een ongun-
Ik 1
boven. --
omdat die «ty fatsoeniyk was....!
En wedden, amico, wedden dat tachtig pro
cent aan den Roel zijnen kant staat?
En kijk: da’s de devaluatie van 1 Mensch-
dom.
t Menschdom eigens is zoo diep in weerde
verminderd.
Een andere kwestie te het vreemde voorwerp
je, dat zich op den oogbal heeft vastgezet.
Als het onder het benedenste ooglid zit, te het
meestal niet zoo moeliyk, het met een puntje
van een schoonen zakdoek of een gaasje, dat
om een lucifer gewonden is, te verwyderen.
Onder het bovenooglld kan men zonder meer
niet komen, maar het omklappen van het bo
venlid te niet zoon heksentoer. Men kykt
sterk omlaag en vat met duim en wysvinger
van de eene hand de oogharen beet, terwyi
men het ooglid zelf tegenhoudt, hetzy door de
punt van een vinger, hetzy met een lucifer
(niet drukken). Zoo wipt men meestal het
ooglid gemakkelyk binnenste buiten omhoog.
Het te een vreemd gevoel, maar absoluut niet
pyniyk.
Ook te het goed in zoon geval een oogbadje
by de hand te hebben. Men vult dit half met
boorwater en drukt het tegen het oog met
voorovergebogen hoofd. Nu heft men het hoofd
op en beweegt het heen en weer, waarby na-
tuuriyk het fcg geopend moet zyn. Kan men
op deze manieren het vuiltje zelf niet verwy
deren, dan moet onmiddeliyk een dokter ge
raadpleegd worden.
eau de cologne en 50 gram riclnus-olie en
hiermede 's morgens en 's avonds de wenk
brauwen licht te masseeren. De olie is een
goed middel om het haar te laten groeien, ter
wijl ook de kleur wat donkerder ervan wordt.
By de oogharen te de meest voorkomende af-
wyklng een ontsteking aan de wortels daar
van. Meestal te het het beste hiervoor naar
een dokter te gaan, maar als het nog niet te
erg te, zou men kunnen probeeren lederen
avond en.ochtend een oogbadje te nemen. Voor
te zwakke oogharen te het goed ze tweemaal
per dag met een ietsje vaseline In te vetten.
Maar vóór alles: voorzichtigheid en niet te lang
wachten met het bezoeken van een dokter of
oogspecialist.
Vandaag
mee alles "n bietje
aan den laten kant.
En dat zit m in
van den morgen. Als ge ’s morgens 'n uur ver
spuit, dan haalt ge dat op den dag- nie meer
in. Tenminste als oewen dag van veuren tot
achteren bezet te en dat te den mynen. God
dank!
Inplek van teugen achten te kunnen weg
rijen mee m’nen groentenwafel maar, ver
staat, Tc zat om half zeuven, *t was nog don
ker, al in den akker, want 'k laai geren versche
groentes op den Maandagmorgenmaar In
plek dan van teugen achten te kunnen weg
rijen, moest ik wachten op den radio!
Zonder dat ge me nou dalyk hoeft te be-
kyken als ’nen geldduuvel Tc wou toch geren
weten wat de staatsmannen mee mijn eigenste
bezit hadden uitgehaald! Want 't te teugen
woordlg zóó: wy, werkende menachen, wy ver
speulen ons zuurverdiende geld gemakkeiyker
Ja. hoe het kwam? Gezonde, levendige kin
deren zlin ’s zomer» niet in huls te houden,
ze zwemmen, ze fietsen, ze hebben het druk
met uitstapjes hierheen en daarheen en van
thuis zitten te geen sprake.
Maar als de winter nadert
gebloeid heeft, afsterft, als al
kleuren van den zomer In de
het najaar zyn veranderd en
welke u bebt kunnen krtjgen. De middellijn
van dit karkas te ongeveer zes cM. grooter
dan de grootste mlddcliyn van de flesch.
Dan de kap. Dese is gemaakt van een reep
aquarel-papier van vUf en dertig c.M. hoog
en 1.50 M. lang en is heelemaal wit gehouden.
Doch dit zou ik niet iedereen aanraden; ten
eerste past dit alleen in een zeer modern in
gerichte kamer, waar ook de kleur van het
behang heel licht te gehouden en ten tweede
is het duurder dan het gewone lampekappen-
papler, dat u overal in de kleur van het be
hang kunt krtjgen of in ieder geval in de kleur,
welke het beste by uw behang past.
De plooien zyn diep, zoodat hgt er
"XT u de dagen zoo kil worden en het licht
J.N alweer zoo veel vroeger op moet dan
we voor kort nog gewoon waren, nu
we ons meer in de intimiteit van den hulse-
lljken kring terugtrekken, im moet ik w°er
denken aan den tyd. dat ik nog op school
was en ik eens op een Woensdagmiddag allev-n
thuis was met moeder. Ik had me met 'n boek
in ’t hoekje van de bank ..opgekruld", zooals
moeder die gewoonte van zitten altijd noem
de, terwyi ze zelf met een breiwerk by den
haard was gaan zitten. Het was echt najaars
weer en de regen kletterde tegen dé ruiten,
de takken van de boomen zwiepten op en neer
en de wind speelde met verdorde bladeren, die
dwarrelend neervielen en kleefden op den
gllbberigen asphaltweg.
eder zal het er wel over eens zyn, dat in
het gezicht de oogen een zeer belangryke
rol spelen. Zelfs een gezicht, dat niet knap
te noemen te. maar waarin
oogen staan, zal
maken.
En aooate den Roel nou z*n groote, steuvlgc
hand openhoudt om ’n wekeiyksche onder
steuning en dan meteen stikt van 't lachen,
zoo devalueerde de weareld mee de uitdruk
king: „....en nou ’nen lolligen marsch!"
De gevolgen?
Leest de krant. Maar leest ze nis te goed,
want dan kunt ge vannacht nie slapen!
De weareld te éénen Alcazar!
Aan deuzen kant de minderheid van God.
Aan geenen kant de meerderheid van de Hel.
De Helleknechten, die den Alcazar onder-
nou eerst mee kleine stukskes opvreten, Dré. myt/den en duusend vrouwen, kinders en man
nen aan flarden Heten scheuren deur Helscn
machines!
Da’s t
weareld
En toen deus gedachten deur mynen k°l>
hadden gespookt, was ik gereed in den akksr
van den morgen.
Als 1 acht uren was, dan see Mlnteter-Fre-
sident Dr. Coiyn.afyn, ge weet X t Zelf"*
wet in t Ochtendblad stond.
En toen In een nieuwe windvlaag de regen
tegen de ruiten striemde, kroop ik dieper weg
in myn holletje van kussens, zuchtte
van louter welbehagen en overpeinsde,
zulk weer je zoon zalig veilig gevoel gaf, als
je thuis was, om me dan heelemaal te verdie
nen in myn boek.
Het was vroeg donker en toen moeder om
half vyf de schemerlamp al had aangestoken,
'tiet ik myn boek in myn schoot vallen, ge
noot van de rustige, zacht-verUchte huiskamer
en hoorde hoe de stilte verbroken werd door
het tikken van de oude FTlesche klok en het
knetteren van het vuur in den haard, waarin
kleine vlammetjes met elkaar schenen te spe
len en een warmen, rossigen gloed op moeder
rov
e gedekte tinten der
I 1 herfstmode. Warme wol-
-3—len weefsels en velvet
bieden de vrouw van eenigs-
zlns gevorderden leeftyd alle
mogeiykheden om haar wen-
schen op het gebied van blee
ding te bevredigen. En deze
zyn niet altyd zoo eenvoudig.
Over het algemeen hebben zy
niet rpeer de slankheid der
jeugd, hare frissche tint en
lenigheid van bewegingen. Een
ideale brug om het zoo
eens te noemen over de
moeiiykheden van al te gezet
zyn, vormt de tunique
driekwart casaque. Van
morgens tot 's avonds
deze gedragen worden,
wel van wollen stof als van
zyde. Vooral soepel materiaal
en kleine patronen komen in
aanmerking. Eenigszins aan
de heerenmode herinnert de
witte kraag van glasbattet op
de japon van velvet, met de
opgestikte naden. En byzon-
der aardig is de japon er
naast, gedacht in donkerblau-
<1 als we
toch over
meruurtje
dan geef Ut u meteen de be-
■chryving van de schemer
lamp, die u hierby ziet af-
gebeeld, en die vooral in een
modern interieur prachtig
uitkomt.»
Het te een groote, glazen
flesch, die u in een wyn-
handel al voor een* schyn-
tje koopt. De mand, die
er om heen zit, snijdt u er
M en u houdt een flesch
over, die Leerdam u voor
tien keer zooveel
schlen niet eens zoo mooi
zou leveren. De kurk moet
u goed bewaren, want daar
monteert u de fitting op.
Monteeren is hier een
groot woord voor het een
voudige feit van drie
schroefjes in de kurk vast
maken. U hoeft du» niet
te schrikken, want het is
iets wat zelfs een kind kan.
U vraagt een fitting voor
een schemerlamp en boveu
in de kurk, zoodat de fit
ting het afsluit, maakt u
een holletje, waar het snoer
door kan. Een karkas krbrt
u in een lampekappenzaax
en als u de juiste maat niet
kunt krijgen, laat u dit
maken by een loodgieter.
De grootte hangt natuuriyk
heelemaal at van de flescn,
welke u hebt kunnen krygen.
tste mlddcliyn van de flesch.
ip. Deze is gemaakt van een reep
5
\UI<
2