WIJ LEEREN SCHAKEN ii KOSTBARE HERINNERING EEN SCHEMERLAMP OM ZELF TE MAKEN moderne..... deugd Wanbetaling, een r Praatje voor spiegel 's f Zorg voor oogen, oogharen en wenkbrauwen f s BRABANTSCjlE BRIEVEN Het schuim drijft boven - Oplospngen U c In het schemeruur KONINGSRAADSHEERGAMBIET Wit: Andersson OPGAAT no. IS 11. Uilgil Offert den raadsheer b6 om sneller zyn spel te ontwikkelen. dame te redden. Wit: N. N. EINDSPEL Von Troitzki MARYE EINDSTAND 4 8 3 7 2 6 1 5 4 geavanceerde, 3 2 1 mls- h t d b e c OPENINGEN DAMEPION-OPENING als MARYE. maar „daar is vijftig Amico, deuze gedevalueerde beeld van *7' Zwart: Foreest I waardoor een figuur slanker lijkt. eens hoe Oe pleegt er negen op schobberdebonk! Want: den eerste, die niks bezit, kan geen schulden meer maken (en ..hangt” dus!), ter wijl den tweede, die óók niks bezit, nog mennlg mllHoentje op den kop kan tikken! In bovenstaanden partij-eindstand wint zwart in drie zetten. Dus: niet wit, doch zwart wint. De eindspelen en de party van vandaag be wijzen dat evenwicht van materiaal lang geen winstzekerheld geeft. 8. Pf3—h4 6. Ph4—f5 10 g2—g4 Zwart: Kieseritzky e7 e6 e6xf4 Ddg—h4 Wördt Db2xal+ Pb8—a6 Beter Rf8—CS Df6xb3 Rc5xgl Zwart Boven afgebeelde wintermantel is gedacht van donkerbruin velours-laine, met 'n heer lijk warmen en goed sluitenden kraag- De mouw moet niet al te wijd geknipt worden, anders valt de stof niet mooi. De schouder lijn wordt door de épauletten geaccentueerd Eventueel kunnen deze wat smaller worden genomen. If den rug een breede plooi, die onder de ceintuur begint Vol. Veul groeten van Trui en als alty geen haar- ke minder van oewen stiger plaats te geven. 5. Rc4xb5 6. Pgl—f3 7. d3—d3 De volgende partij komt in de meeste hand leidingen voor, onder den naam van „Onster felijke partij”. 1. d3—d4 3. Rel—f4 3. e2—e3 4. Pfl—f3 5. Rfl—d3 6. 0—0 DE ONSTERFELIJKE PARTIJ (LONDEN 1851) en ■S kan zoo- c6xb5 Dg5—g6 Dg6—g5 Pf6—g8 Om de Pg8—f« Dh4—hB Pf6—h5 Dteigi Pg8f Dh6—g5 c7—c6 PhS—f6 11 13 h3—h4 13. h4—h5 14. Ddlf3 Dreigt Rxf4 1. e3—e4 3. f3—f4 3. Rfl—C4 we stof waarin het witte vest zoo goed uitkomt dellen, die met hun snit de lengte accentueeren, en dat bijna iedereen staat. Dus: vooral-mo- an de opgaaf no. 13: Kf2, pent den pion en ontneemt den zwarten koning het vluchtveld gl. Zwart moet nu den toren spelen, waarop 3. Dxg3 mat volgt. Van no. 14: 1. Txg8+ Txg8: 3. Th2f Dh3; 3. Txh3 mat. Kh7; 3. Tg7f KhB (h8); 3. Th3f Dh3; 4. Txh3 mat. een paar mooie altjjd een prettigen indruk Deze weinig gangbare opening kan ook an ders behandeld worden. In de zeventiende par- j.. .tij uit de match om het wereldkampioenschap Aljechln—Eu we werd als volgt gespeeld: (wit Aljechln). 1. d2—d4, d7—d5; 2. Pgl—f3. Pg8- fi;\ 3. e2—e3, Rc8—f5; 4. Rfl—d3, e7—e6; 5. Rd3xf5. e8xf5; 8, Ddl—d3, Dd8—c8; 7. b3—b3, Pb8—c6; 8. 0—0, Rf8—e7; 8. e3—c4, 0—0 enz De partij werd remise. is al te gulzig. 10. e4—e5! 30. Kfl—e3 is R-6. 21. Pf5xg7f 32. Df3—f6-f- 33. Rd6—e7 mat. d7—d5 Pg8—f6 c7—c5 Ph8—c6 e7e6 Rf8—e7 enz De serie openingszetten in de Tsjechische partij, dr. Euwe—dr. Aljechln, die wy de vorige week behandelden, is niet uit de 30ste, doch uit de 30ste partij van de match om het we reldkampioenschap. De tweede serie openings zetten is uit de drie en twintigste party van dezelfde match. „Nou, hoe te-ie, Dré?!" „Zal "k oe zeggen, Roel. Het schuim drijft teugeswoorig boven!" „Ben ik t schuim?” ,4a.” „Haha, die te goed! Ge zijt nog sjuust als vroeger, Dré!" .Maar gil zijt óók ’nen klaplooper, Roel!” .Hoezoo?” „Juillën Nol zorgt veur s’n eigen. tt ai mH Wit wint door zijn door het paard onder steunde, geavanceerde, verbonden vrijboeren. 1. c6—c7, Rfl—h3. Het eenige middel om pro motie op 3e tegen te houden. 3. b5xa6, Rh3g4-j- 3. Kdl—cl, Re4—f5; 4. a6—a7, Tf3—c3f; 5. Kcl—dl, Rf5—e4. Oppervlakkig bekeken te de verdediging van zwart voldoende. 6. Ph8—c6 bezet echter het kritieke snijpunt. Speelt zwart Txc6 dan 7. a7a8 damef, slaat zwart het paard met den raadsheer, dan *7. c7—c8 dame+. Ik sprak kortgelejen ’nen vent, die Tc in tijen niemeer gezien had. „Alez, Roel,” zee ik: „wat zijde mager ge worden, jonk!” Den Roel te 'nen tiep van flink in de vijftig, jts ’t wonder," aee-t-le: pond af, Dré!” „Oe meugt er nog zijn, man!” „Tweehonderd pondjes nog,” lachte-n-ie. „Nou, dan heb 'k nog geen meeiyen mee jou, kearel!” betrekkelijk weinig zijn, wat volgens mi), mooi bij het forache van de flesch past. De gaatjes, om het koord er door te doen, kunt u met een perforator maken. Hebt u dien niet, dan misschien wel een hol pijpje? Het op elkaar plakken van de einden, als u den reep papier voor de kap geplooid hebt is iets, wat niet zoo gemakkelijk gaat. Om het werkelijk stevig vaat te krijgen moet 'U de op elkaar geplakte deelen een nacht onder een stapeltje boeken leggen en als het stevig zit. gaat het koord er door en u hebt voor weinig geld een chique lamp. 16 17. Pc3—d5! 18. Rf4—dB er over het algemeen zoo zorg aan de oogen besteed Kapot heb *k me gelachen als ie t vertelde! Ze hebben ’m sjuust veurgerekend, pfoe pfoe," proeatte-n-ie: „hoeveel ie iedere week ver-leven mag. Sjuust zo'n bietje als ik.” Peen van *t lachen wierd ie. „En dan mag ie over twee jaren komen st.... stl...„ stik.... stem pelen-” het dan het sche- hebben. En toch wordt ontzettend? weinig Niet alleen uit het standpunt van schoonheid bezien, maar ook om gezondheidsredenen is het heelemaal niet overbodig een weinig zorg aan het oog te besteden. Hiermede willen wy natuuurlijk niet zeggen, dat iedereen maar aan zijn oogen moet zitten prutsen, maar toch wel, dat kleine oogongemakken, zooals ze in het dageiijksch leven zoo vaak voorkomen, met een beetje doorzicht in de zaak, gemakkelijk te verhelpen zijn. In leder geval te het noodzake lijk spoedig naar een dokter te gaan, als de behandeling, die men zelf toepast (en die na tuurlijk zeer onschuldig moet zijn) niet gauw bet gewenschte resultaat heeft Nu komen we nog op een terrein, waarbij ook de schoonheid een woordje meespreekt, nl. de oogharen en wenkbrauwen. De natuur heeft ons deze niet voor niets of uitsluitend voor schoonheid gegeven. zy hebben wel degelijk als doel het beschermen van het oog. Het te daarom zaak, ze zoo gezond mogelijk te hou den. Hierdoor vangen we twee vliegen in één klap, want mooie wenkbrauwen en oogharen verlevendigen een gezicht heel wat. Vanzelf sprekend te het af te raden de wenkbrauwen te epileeren (d wz de haartjes geheel of gedeel telijk uittrekken). Mochten ze inderdaad zoo zwaar zijn, dat het leelijk staat, dan kan de kapper van tijd tot tijd het bovenste randje even wegnemen. Een vaker voorkomende klacht is, dat de wenkbrauwen te licht van kleur of te smal zijn. Als u hiertegen iets wilt doen, te het beste een mengsel te maken van 50 gram en alles, wat de uitdagende stemmige van de dieren over hun winterslaap gaan denken, dan komt er ook In den mensch iets tot rust. Komen In het gezin die rustige uren weer terug, uren, waarin je tot bezinning komt en dingen ontdekt, die aan je voorbij gaan in den roes van de lange, zomersche dagen. Onuit- wlschbare uren, ómdat daar moeder was, die de spheer van rust wist te geven, die niet p.t moest om boodschappen te doen, die niet in de keuken moesit, die niet noodzakehjk dit nog te doen had of dat nog, maar die een enkel uurtje van haar drtitken en werkzamen dag voor een intiem schemeruurtje wist over te houden. Uren die Je Jaren later nóg als een kostbare herinnering met je meedraagt. aan de Geleerdheden», die de weareld besturen, dan dat we ’t mee onze rustelooze, atompge- wertrte klavieren kunnen verdienen 1 En als Ik van den morgen, veur dag en veur daauw op m’n knieën in den aWr zat en m’n peerae knuisten in den eerde groef, slaal, pee- kes, spinazie, aavoyenkool en patatten ultdee, als ik daar tewroeten lag in de stilte van den nacht, dan docht ik zoo: ..hoe zal er over 'n uur m’nen balans uiteten?” mede-belastingbetalers zorgen veur jou en oe^ vrouw en kinders! Want anders zouwen ze.... verhongeren mee zoo'nen man en vader al» gij zijt!" „t Was beter dat ge 'n borreltje weggaf, bromde-n-ie gemaakt-kwaad. „Gij hebt toch geen recht om jouw broer uit te lachen, die in staat te veur z’n eigen e°"*n gezin te zorgen, Roel?” maar!” maar zeggen, arhico: t schuim drijft ichulm lacht z’n braven broer uit, ;y fatsoenlijk was....! 15. Rclxf4 Dg5—f6 16. Pml—c3 Wit heeft een prachtige stel ling gekregen; tevens zwart sterk gehinderd in het opstellen zijner figuren. Voor de behandeling van het oog te het noodzakelijk altyd een fleschje boorwater in huls te hebben. Dit moet geregeld worden ge controleerd of er zich geen vlokken hebben gevormd. Dan is het namelijk niet meer ge schikt om voor oogwasschingen te dienen. Het meest voorkomend ongemak is wel. als men een vuiltje of vliegje in het oog heeft gekregen. Ook komt het wel voor, dat een oog haar omgebogen is en daardoor vrij hevige oogbezwaren oplevert. In het laatste geval is het in den regel voldoende, het bovenooglid over het onderlid te trekken. Ge behoeft toch geenen geldduuvel te zijn. één!” Want ge hebt dan negen misdrijven toe! ee, als ge zoo n gedacht in oewen kop krijgt. Ja, amico, ik zeg dat zoo, omdat "k zoo dlk- kels gemorken heb, dat den schuldetecher zóó slecht in aanzien is by zn evennaasten, dal de scheldwoorden om z’n ooren vliegen, als ie om z'n rechtmatig part komt. D'n kearel die aan al z’n verplichtlngs voldoet en dus ook voldaan wil worden, mót worden, dieën plichts getrouwen kearel is teugenwoordlg ’t minst in aanzien! Den revue- of tooneelgek,'die zijn.... beta lende lacher? wil laten lachen, hoeft alleen maar den „hutebaas" te beleedigen, om succes te hebben. Den „hutebaas” is 'nen schuld- eischer, dus is ie vogelvrij veur blompotten, beleedigingen, I afzetterijen, vernielingen aan z'n elgendomUea.... veur de belastingen! Nog eens: 't minst in aanzien is den schuld- eischer. De ergste Godshaters zijn die, die bij Onzenlievenheer t diepst in de schuld staan! In Rusland, waar elke denkbare misdaad in 't groot bedreven te, waar de schuld aan God niet te delgen te, dèAr te t, dat de Godsverach- ters „eere’’-teekens uitdeelen aan „verdienste lijke” Godloozen!^ Wanbetaling is een der moderne.deugden! Wanbetaling aan den evenmensch; wanbe taling aan.... God op 't lest. En 't te of heel ’t menschdom er op uit te, zijnen schuldenlast zoo hoog te stapelen, dat er geen delgen meer aan is. t Is of heel *t menschdom z’n eigen de spreuk van den bandiet eigen maakte: „Ge kunt net zoo goed hangen veur tien misdaden als veur één!” Gisteravond wierd er b-v. deur den Radio *t volgende .jnopke” getapt: „wat hebt ge liever? Niks, of zeuvenhonderd mlUloen gulden be zit met aeuvenhonderd millloen gulden schuld?” Den „clown” kost daar geen antwoord op geven! Ik had *t ook nle gekund. Maar den gladden meneer, die er den „clown" tusschen- nam, zee: „meneer Trip heeft liever 700.000.000 bezit mee 700.000.000 schuld, dan niks! En als ge ’t nle gelooft, dan mot ge morgenochtend om acht uur maar 'ns naar meneer Colljn luis teren! En nou! ’Nen lolligen marsch!” Deuse theorie, amico, deuze theorie-met-mu- ziek is in den kern de toepassing op: .ge kunt Om half zeuven kost ik 1 zeggen; om acht uur kwam’n a n d e r *t me zeggen hoe rijk larmi ik was na veertigjarigen trouwen zwa- ren dienst in Vaderlandachen grond 1 Want ik amico, ik mag toch aanne men. dat ook mijnen grond tot den Vader- landschen bojem behoort? Al te ie van mij, al zit er in: al m’n geld, al m’n zweet, al m’n beste krachten en zorgen van m’n heele leven al is le geworden mij nen bloedelgensten grond, waaruit ik t brood en den patat getrokken heb veur duuzenden medemenschen; waaruit ik de belasting» ge puurd heb als 'n werkbie den honing uit ’n blom; waaruit ikm’n Geloof aan den Schepper gezogen heb, toch is ’t Vaderlandachen grond, nietwaar? Want.... In tijen van oorlog dan zal den Generaal nle zeggen: „jongens, daar meugen we nle over, da's den grond van den Dré!” Want.... Van den morgen om acht uren kwam onzen Minister-President zeggen, deur m’nen radio: „Dré, het geld dat jouwen grond opbrengt, is gedevalueerd!" Allez, da’s allemaal zoo kleer als den dag eigens! Alleen te t heelegaar nte helder, waarom den eenen mensch na veertig Jaren zwaren dienst in dieën Vaderlandschen grond wordt arm gemaakt en den aanderen na veertigjari gen dienst op dieën grond, 'nen gewaarborg- den ouwen dag krijgt! afstraalden. MUn oogen bleven op haar rusten, ik keek naar het vlugge heen en weer bewegen van de pennen en het kwam in me op, hoe moeder toch maar altijd voor ons bezig was, het zelfs „*t Is anders schralen menage, Dré, teugen vroeger gerekend. Geen borreltjes meer, geen leut, hahaha, t is 'nen plazierigen tijd ge wist, man!” .Ja, ik geloof dat ge 't er best van genomen hebt! Té.... best.... Roeleke! Wijntje.... Trijntje....” Ik knipte 'n oogske. „■k Heb er geen spijt van, Dré! Zie mfn broer 'ns. Ook werkeloos! Maar hij mot al z’n over gespaarde centen eerst opvreten, veur ie steun krijgt, zooals ik.” Ik knikte. „Sufferd! Chagrijn!” schold den Roel. .JMn ikke! Ik heb de leut g’ad. Ik heb er 'ns lekker van gevreten en gezopen, ik heb....” hjj knip te weer 'n oogske. Ik knikte. Den grond draalde om me henen. .Maar hij! Onzen Nol! Dat chagrijn! Mee z'n eigen hulske.Hahadat mot ie nooit naar scheen te vinden, dat ze zoo wei nig vrije uurtjes had en met een lichte schaamte bekende ik me zelf, dat ik haar eigenlijk weinig hielp. Ineens viel het me op hoe rustig en lief z«> daar zat, me er tegelijkertijd over verwon- deiend. dat ik dat nog nooit zóó gezien had en ik had haar wel eventjes willen knuffelen ,.Kom we zullen eens voor thee zorgen”, onderbrak moeder mijn gepeins. Ze zette wa ter op het gasstelletje, haalde koekjes te voorschijn en schepte thee in den theepot. Ik volgde iedere beweging en weer viel het me op, dat Ik moeder met andere oogen zag dan gewoorHljk, Ik zag de rust en de zekerhetl van haar doen en ik voelde, voor ’t eerst in mijn leven misschien, de liefde, waarmee haar hand door mUn sluiken „Jongenskop” gleed. Toen ging ze weer zitten en de oude geluiden drongen weer naar voren, met hun zacht-her- halen de stilte verbrekend en lang dacht ik na ever het feit, hoe het toch kwam, dat ik moeder voor ’t eerst als „moeder” zag Verstaat me goed: ik zeg nle dat dieën twee de meneer Trip te dat zeeën ze bij den Radio. Evenmin zal ik beweren, dat onze Re- geering mee de devaluatie van den .geredden” „veillggestelden” gulden (ocherm!) 'n wanbe- taleradaad stelde. Eerder te 't zoo: onze Re- geerlng sloot na dat heel de weareld dat had gedaan ook z’n laai mee gouwen tien tjes toe! Dat heb ik er best van gesnapt. Maar oorlog blijft oorlog, of ge 'm voert uit verdediging dan wel om aan te vallen. De soldaten sneuvelen net zoo goed in den eenen, als in den anderen, in den verdedlglngs- als in den aanvals-oorlog! En het geld, dat mijnen vrijen grond, mijn' eigen bezit opbrengt, te evengoed in weerde vervallen verklaard by deus nood-devaluatle, als het in weerde verminderd was by ’n vry- wllllge devaluatie! Alleen en daar komt m’n redeneering op neer „de groote wanbetaling over heel de weareld hier dan uit noodzaak toegepast te *n modern verschijnsel, dat zqetekens-aan tot deugd verkoren wierd! Want: de kearel, die sjecuur op z'n zaken past, te.... 'n geldwolf. Is *n belachelijk sujet veur 'nen goedbetaalden tooneelpias. Het.... schuim.... dry ft... boven! Ke8—dS Pg8xf6 Zwart bezit nog alle lichte en zware stukken. Wit heeft de dame, beide torens en een raadsheer geofferd. thans weinig meer gespeeld. 4. Kei—fl Als er ’nen najaarsstorm over ons dorpke giert, als de slooten volplensen mee *t regen water, als de Mark daar wegstroomt of ze mee 'n sweep geianseld wordt, dan na den storm als *t slib uit d'eerde spoelt, als den slob ber naar de slooten dryft, als 't gewas z'n eigen weer opricht uit t slik, als de lochten breken en kleeren gaan, dan dryft 't schuim, dan dryft t losgewoelde grondvuil aan d’op pervlakte van de plassen, van -de rtvter, van de slooten. Zoo toen in ’18 den weareldstorm over de weareld was uitgeraasd, kwam t grond- vuil, kwam t schuim aan d’oppervlakte dry- beter hangen veur Uen misdaden, dan veur van. b7b6 Ben tegengambiet om den raadsheer c4 een ongun- Ik 1 boven. -- omdat die «ty fatsoeniyk was....! En wedden, amico, wedden dat tachtig pro cent aan den Roel zijnen kant staat? En kijk: da’s de devaluatie van 1 Mensch- dom. t Menschdom eigens is zoo diep in weerde verminderd. Een andere kwestie te het vreemde voorwerp je, dat zich op den oogbal heeft vastgezet. Als het onder het benedenste ooglid zit, te het meestal niet zoo moeliyk, het met een puntje van een schoonen zakdoek of een gaasje, dat om een lucifer gewonden is, te verwyderen. Onder het bovenooglld kan men zonder meer niet komen, maar het omklappen van het bo venlid te niet zoon heksentoer. Men kykt sterk omlaag en vat met duim en wysvinger van de eene hand de oogharen beet, terwyi men het ooglid zelf tegenhoudt, hetzy door de punt van een vinger, hetzy met een lucifer (niet drukken). Zoo wipt men meestal het ooglid gemakkelyk binnenste buiten omhoog. Het te een vreemd gevoel, maar absoluut niet pyniyk. Ook te het goed in zoon geval een oogbadje by de hand te hebben. Men vult dit half met boorwater en drukt het tegen het oog met voorovergebogen hoofd. Nu heft men het hoofd op en beweegt het heen en weer, waarby na- tuuriyk het fcg geopend moet zyn. Kan men op deze manieren het vuiltje zelf niet verwy deren, dan moet onmiddeliyk een dokter ge raadpleegd worden. eau de cologne en 50 gram riclnus-olie en hiermede 's morgens en 's avonds de wenk brauwen licht te masseeren. De olie is een goed middel om het haar te laten groeien, ter wijl ook de kleur wat donkerder ervan wordt. By de oogharen te de meest voorkomende af- wyklng een ontsteking aan de wortels daar van. Meestal te het het beste hiervoor naar een dokter te gaan, maar als het nog niet te erg te, zou men kunnen probeeren lederen avond en.ochtend een oogbadje te nemen. Voor te zwakke oogharen te het goed ze tweemaal per dag met een ietsje vaseline In te vetten. Maar vóór alles: voorzichtigheid en niet te lang wachten met het bezoeken van een dokter of oogspecialist. Vandaag mee alles "n bietje aan den laten kant. En dat zit m in van den morgen. Als ge ’s morgens 'n uur ver spuit, dan haalt ge dat op den dag- nie meer in. Tenminste als oewen dag van veuren tot achteren bezet te en dat te den mynen. God dank! Inplek van teugen achten te kunnen weg rijen mee m’nen groentenwafel maar, ver staat, Tc zat om half zeuven, *t was nog don ker, al in den akker, want 'k laai geren versche groentes op den Maandagmorgenmaar In plek dan van teugen achten te kunnen weg rijen, moest ik wachten op den radio! Zonder dat ge me nou dalyk hoeft te be- kyken als ’nen geldduuvel Tc wou toch geren weten wat de staatsmannen mee mijn eigenste bezit hadden uitgehaald! Want 't te teugen woordlg zóó: wy, werkende menachen, wy ver speulen ons zuurverdiende geld gemakkeiyker Ja. hoe het kwam? Gezonde, levendige kin deren zlin ’s zomer» niet in huls te houden, ze zwemmen, ze fietsen, ze hebben het druk met uitstapjes hierheen en daarheen en van thuis zitten te geen sprake. Maar als de winter nadert gebloeid heeft, afsterft, als al kleuren van den zomer In de het najaar zyn veranderd en welke u bebt kunnen krtjgen. De middellijn van dit karkas te ongeveer zes cM. grooter dan de grootste mlddcliyn van de flesch. Dan de kap. Dese is gemaakt van een reep aquarel-papier van vUf en dertig c.M. hoog en 1.50 M. lang en is heelemaal wit gehouden. Doch dit zou ik niet iedereen aanraden; ten eerste past dit alleen in een zeer modern in gerichte kamer, waar ook de kleur van het behang heel licht te gehouden en ten tweede is het duurder dan het gewone lampekappen- papler, dat u overal in de kleur van het be hang kunt krtjgen of in ieder geval in de kleur, welke het beste by uw behang past. De plooien zyn diep, zoodat hgt er "XT u de dagen zoo kil worden en het licht J.N alweer zoo veel vroeger op moet dan we voor kort nog gewoon waren, nu we ons meer in de intimiteit van den hulse- lljken kring terugtrekken, im moet ik w°er denken aan den tyd. dat ik nog op school was en ik eens op een Woensdagmiddag allev-n thuis was met moeder. Ik had me met 'n boek in ’t hoekje van de bank ..opgekruld", zooals moeder die gewoonte van zitten altijd noem de, terwyi ze zelf met een breiwerk by den haard was gaan zitten. Het was echt najaars weer en de regen kletterde tegen dé ruiten, de takken van de boomen zwiepten op en neer en de wind speelde met verdorde bladeren, die dwarrelend neervielen en kleefden op den gllbberigen asphaltweg. eder zal het er wel over eens zyn, dat in het gezicht de oogen een zeer belangryke rol spelen. Zelfs een gezicht, dat niet knap te noemen te. maar waarin oogen staan, zal maken. En aooate den Roel nou z*n groote, steuvlgc hand openhoudt om ’n wekeiyksche onder steuning en dan meteen stikt van 't lachen, zoo devalueerde de weareld mee de uitdruk king: „....en nou ’nen lolligen marsch!" De gevolgen? Leest de krant. Maar leest ze nis te goed, want dan kunt ge vannacht nie slapen! De weareld te éénen Alcazar! Aan deuzen kant de minderheid van God. Aan geenen kant de meerderheid van de Hel. De Helleknechten, die den Alcazar onder- nou eerst mee kleine stukskes opvreten, Dré. myt/den en duusend vrouwen, kinders en man nen aan flarden Heten scheuren deur Helscn machines! Da’s t weareld En toen deus gedachten deur mynen k°l> hadden gespookt, was ik gereed in den akksr van den morgen. Als 1 acht uren was, dan see Mlnteter-Fre- sident Dr. Coiyn.afyn, ge weet X t Zelf"* wet in t Ochtendblad stond. En toen In een nieuwe windvlaag de regen tegen de ruiten striemde, kroop ik dieper weg in myn holletje van kussens, zuchtte van louter welbehagen en overpeinsde, zulk weer je zoon zalig veilig gevoel gaf, als je thuis was, om me dan heelemaal te verdie nen in myn boek. Het was vroeg donker en toen moeder om half vyf de schemerlamp al had aangestoken, 'tiet ik myn boek in myn schoot vallen, ge noot van de rustige, zacht-verUchte huiskamer en hoorde hoe de stilte verbroken werd door het tikken van de oude FTlesche klok en het knetteren van het vuur in den haard, waarin kleine vlammetjes met elkaar schenen te spe len en een warmen, rossigen gloed op moeder rov e gedekte tinten der I 1 herfstmode. Warme wol- -3—len weefsels en velvet bieden de vrouw van eenigs- zlns gevorderden leeftyd alle mogeiykheden om haar wen- schen op het gebied van blee ding te bevredigen. En deze zyn niet altyd zoo eenvoudig. Over het algemeen hebben zy niet rpeer de slankheid der jeugd, hare frissche tint en lenigheid van bewegingen. Een ideale brug om het zoo eens te noemen over de moeiiykheden van al te gezet zyn, vormt de tunique driekwart casaque. Van morgens tot 's avonds deze gedragen worden, wel van wollen stof als van zyde. Vooral soepel materiaal en kleine patronen komen in aanmerking. Eenigszins aan de heerenmode herinnert de witte kraag van glasbattet op de japon van velvet, met de opgestikte naden. En byzon- der aardig is de japon er naast, gedacht in donkerblau- <1 als we toch over meruurtje dan geef Ut u meteen de be- ■chryving van de schemer lamp, die u hierby ziet af- gebeeld, en die vooral in een modern interieur prachtig uitkomt.» Het te een groote, glazen flesch, die u in een wyn- handel al voor een* schyn- tje koopt. De mand, die er om heen zit, snijdt u er M en u houdt een flesch over, die Leerdam u voor tien keer zooveel schlen niet eens zoo mooi zou leveren. De kurk moet u goed bewaren, want daar monteert u de fitting op. Monteeren is hier een groot woord voor het een voudige feit van drie schroefjes in de kurk vast maken. U hoeft du» niet te schrikken, want het is iets wat zelfs een kind kan. U vraagt een fitting voor een schemerlamp en boveu in de kurk, zoodat de fit ting het afsluit, maakt u een holletje, waar het snoer door kan. Een karkas krbrt u in een lampekappenzaax en als u de juiste maat niet kunt krijgen, laat u dit maken by een loodgieter. De grootte hangt natuuriyk heelemaal at van de flescn, welke u hebt kunnen krygen. tste mlddcliyn van de flesch. ip. Deze is gemaakt van een reep 5 \UI< 2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 24