Rijksmiddelen
b
HEDERUNDSCHÉ
WAAR
I
f
k X
Drukpersvrijheid
ONWAARDIGEN
Ministers zonder
portefeuille
Het oproepen van
dienstplichtigen
f
V
Geen kamer voor
bedrijfsleven
KOOPT
I
•I
ZATERDAG 17 OCTOBER 1936
VALUTA-OVEREENKOMST
MEN MIST BELANGRIJKE
VRAAGSTUKKEN
Bacon-export
INKOMEN DER KROON
SCHADELOOSSTELLING
AAN KAMERLEDEN
Ordening van beroeps
en bedrijfsleven
Evenredige vertegen
woordiging
fc
Staatssecretarissen
gewenscht
TENTOONSTELLING
bij „PIUS X91
12l/z i*rit bestem m
eaze Ernst- en Beekheedel
Organisch kiesrecht
niet genoemd
R. de Wit en
Raadhuisstraat 35
U;
4IOOGER INVOERRECHT OP
Hoofdpijn, Kiespijn. £od7heeft
om deze pUnen te verdrUven is een MUnhardt's
Poeder. P. stuk 8 ct.; doos 48 et. BU Uw Drogist
1
VAN WEEK TOT WEEK
Sluit Nederland zich aan?
A
wezen
Wat
tl
-
CONTACT TUSSCHEN RIJK
EN GEMEENTEN
Tweede Kamer acht de mogelyk-
heid ervan wel gewenscht
Wijzigingsvoorstellen vinden
slechts weinig kritiek
Voorstellen tot wyziging vinden
practisch geen bezwaren
Betere wettelyke regeling in de
Tweede Kamer bepleit
In de eerste negen maanden nam
f 11 millioen beneden de
raming gebleven
Stellingen van den directeur der
Hoogere Krijgsschool
INDISCH INVOERRECHT
LAGER?
ONZE WEERMACHT IS
ONVOLDOENDE
Grondwettelyke voorziening in
Tweede Kamer bepleit
Pensioenen
Regeering zet haar bemoeiingen
onveranderd voort
Speciaal rapport had een ueeZ
grooter veld kunnen
bestryken
I
I
p
Wettelyke erkenning van party-
tegen versnippering
bepleit
Tweede Kamer stemt met niet-
invoering in
Wtj nodigen U u4f tot een bezoek
Chr. Domen
Amsterdam
Wetsvoorstellen wekken gemengde
gevoelens in de T weede Kamer
Tweede Kanjer dringt aan op
scherp toezicht, maar
repressief
Op naleving van verbindend- en
onverbindendverklaring van
overeenkomsten
COMMISSIE VAN TOEZICHT
BENOEMD r
|4
ZUIVEL IN BELGIË
■t'
I
i
A.
i
zich met het
■.r
In
D
t ft F*
moet
Ze zoekt
Verscheidene leden juichten het toe, dat
de regeerlng te dezen opzichte een poging
tot nadere fundeering In de Grondwet niet
achterwege heeft gelaten.
Blijkens het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over de Grondwetswijziging bepleitten
verscheidene leden een grondwettelUke voorzie
ning ten aanaien van het vooral In den laat-
sten tijd In de Staten-Generaal nerhaaldelUk
ter sprake gekomen contact tussehen rijk en
gemeenten. De gemeenten aldus deze leden
zijn betrokken bjj tal van wetteiljke maat
regelen en de uitvoering daarvan. ZIJ missen
echter officieel gelegenheid tijdens de voorbe
reiding en ook later over die maatregelen hun
stem te doen hooren.
Ten slotte spraken verscheidene leden er hun
verwondering over uit, dat het kabinet niet
heeft overgenomen het voorstel der staatscom
missie betreffende de cumulatie van de mlnts-
terwedde met het pensioen als Kamerlid. Zij
achten deae houding te meer bevreemdend, wijl
bjj een vroegere gelegenheid het afsnijden van
dese cumulatie dor de regeerlng juist op aan de
Grondwet ontleende overwegingen is afgewe-
Dit vooropstellende, hechtten zij er aan te
verklaren, dat naar hun meening het zwaarte
punt niet zoozeer ligt In de uiteraard noodzake-
Hjke. formecie voorschriften, als wel in een
daadwerkeljjk gebruik maken van de geschenen
mogelijkheden
Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer betreffende de voorgestelde grondwetswjj.
ziglngen meenden verscheidene leden de opmer
king niet achterwege te mogen laten, dat het
inkomen van de Kroon in het voorstel der re
geerlng eigenlijk niet wordt verminderd, doch
slechts gesplitst. "Dit bad deae leden wel ver
wonderd. Zij veronderstelden intusachen, dat
t feit, dat geen wezenlijke verlaging van het
inkomen der Kroon wordt voorgesteld, zijn ver
dediging moet vinden in de daling van de in
komsten uit het kroondomein.
Verscheidene Tweede Kamerleden gaven in
het Voorloopig Verslag over de wijzigingsvoor
stellen der Grondwet uiting aan hun ingenomen
heid met het feit, dat de regeerlng het advies
van de staatscommissie heeft gevolgd om het
dubium op te heffen, dat in Maart 1938 tot een
meeningsverschil heeft geleid.
het
be-
aan
het voorstel der staatscommissie, 3ie het
maximum niet, gelijk de regeerlng, op ƒ3800.
doch op 3400. gesteld had willen zien.
voorgestelde vermindering
van de leden de Tweede Ki
gaven verscheidene leden de voor
voorstel der staatscommissie.
BATAVIA, 18 Oct. (Aneta.) Het „Nieuws van
den Dag voor Ned-Indië* verneemt, dat eerst
daags een verlaging van invoerrechten op ver
scheidene import-artlkelen verwacht kan wor
den en wel door reductie der opcenten in dier
voege, dat de opcenten die thans 50 pCt. be-
cragen tot 38 pCt. zullen worden verminderd,
terwijl de opcenten, die thans 30 pCt. bedragen,
zullen verdwijnen.
De landsinkomsten zullen hierdoor en door
de zout prijs-verlaging met ruim tien millioen
gulden verminderen.
Het voorstel tot het verleenen van een jaar-
Ijjksch Inkomen uit ’s Rijks kas aan den Prins
gemaal vond geen bedenking. Vele leden juich
ten dat voorstel toe.
Vele andere leden noemden de voorgesteld.*
bedragen geenszins onredelijk. De bewering, dat
het Inkomen der Kroon eigenlijk niet wordt ver
minderd doch gesplitst, achtten zjj niet wel
houdba^g.
Blijkens 1 Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer over de voorstellen tot grondwetswijziging
zouden verscheidene leden het als een verbete
ring beschouwen indien de thans geldende re
geling in zake de verblijfkosten van de leden
der Eerste Kamer zou worden vervangen door
een regeling, waarbij 'n vast bedrag als schade
loosstelling' werd bepaald.
Om de gedachten te bepalen werd In dit ver
band een bedrag van 1000 per jaar genoemd.
Andere leden zouden de toekenning van een
vaste schadeloosstelling ook aan de leden der
Eerste Kamer niet gewenscht oordeelen.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer inzake de voorstellen tot Grondwets
wijziging bestond bij enkele leden tegen den
inhoud van het ontwerp betreffende de mi
nisters zonder portefeuille, ernstig bezwaar.
Volgens een persbericht uit Washington aan
de „Msb", zouden Nederland, Belgie en Zwit
serland met het Amerlkaansche ministerie van
Financiën onderhandelen over toetreding tot
de onlangs tusschen Engeland, Frankrijk en de
Vereenlgde Staten getroffen valuta-overeen
komst, waarbij de wisselkoersstabülsatiefondsen
van deze landen elkaar technlachen steun toe
zegden inzake de wisselkoersen en de goud-
be weging.
Naar den Brusselschen correspondent van het
Handelsblad ter oore komt staat het reeds vast,
dat de invoerrechten op ettelijke zuivelproduc
ten in België verhoogd worden. In het depar
tement van Landbouw verklaarde men. dat bet
recht op boter naar alle waarschijnlijkheid
van 8 tot 9 franc, dat van gecondenseerde melk
en room van fr. 0.80 tot fr. 1.00 en dat van
melk en room in poedervorm of in blokken van
fr. 3 tot fr. 4 verhoogd zal worden. Voor boter
zou dit een verhooglng met 50 pCt., voor de
telde andere producten met 100 pCt. betee-
kenen.
Voorloopig
Inzake de
Intusschen zouden deze leden gaarne zien,
dat van deze gelegenheid gebruik gemaakt werd
om een andere verbetering In artikel 187 aan
te brengen.
Wel kan, naar zjj meenden, zonder bezwaar
worden teruggekeerd tot het beginsel, dat tege
lijkertijd met het uitvaardigen van ten mobill-
satlebevel een wetsontwerp bU de Staten-Gene
raal behoort te worden Ingediend.
Verscheidene andere leden verklaarden met
den hier uitgesproken wensch niet te kunnen
Instemmen.
Met betrekking tot de vermindering van de
schadeloosstelling van de leden der Tweede Ka
mer werd door verscheidene leden de opmer
king gemaakt, dat de overgroots meerderheid
van de leden der Kamer sinds jaren niet bet
volle hun kacbtens de grondwet toekomende
bedrag beeft getoucheerd. Dom ervaring had,
naar men meende, van voorstellen als de thans
op dit punt gedane behooren te doen afzien.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede
(Kamer inzaze de voorstellen tot grondwets
wijziging wenschten sommige leden hun stand
punt ten aanzien van een nadere regeling In de
Grondwet van de grondslagen voor ordening van
het beroeps- en bedrijfsleven te bepalen aan de
nand van de ervaringen, welke naar hun In
zicht in de atgeloopen jaren zijn opgedaan met
betrekking tot de zg.n. bedrijfsorganisatie.
Komt een bedrijfsregeling tot stand zonder
medewerking van de overheid, dan ligt het
uiteraard ter uitsluitende beoordeeling van de
bedrljfsgenooten, of zjj op den duur wenscheljjk
zal blijken te zijn voor den bedrijfstak, dan wel
of van de verstarrende werking daarvan dient
te worden teruggekomen.
Als de overheid aan dergeljjke bedrijfsrege
lingen haar sanctie gaat hechten, dan wordt
het bedrijfsleven gebonden aan regelen, die het
wellicht niet verdragen kan.
Wel erkenden de hlerbedoelde leden, dat de
wijze, waarop In den laatsten tijd van sommige
zjjden van het recht van openbare meenlngs-
ultlng gebruik wordt gemaakt, zorg baart.
Daartegen wenschten zij echter uitsluitend re
pressief te zien opgetreden.
Blijkens het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer Inzake de voorgestelde
grondwetswijziging stemden vele leden er
mede in, dat de regeering. in overeenstem
ming met het advies der staatscommissie,
heeft afgezien van het doen van voorstel
len. die de mogelijkheid zouden scheppen,
over te gaan tot de Instelling van een
kamer voor het bedrijfsleven als bestand
deel der Staten-Generaal.
Een reden om de voorgestelde
herziening ah geheel af te wijzen,
vonden deze leden in hun onbevre
digdheid over de gevolgde procedure
niet.
Volgens enkele der hier aan het woord zijnde
leden zou een breed opgezet onderzoek, uitge
gaan van de idee der decentralisatie, om. de
volgende punten moeten bespreken:
De vervanging van het bestaande Individua
listische kiesrecht door een organisch met ais
uitgangspunt het gezin;
De Inschakeling van de territoriale ooderdee-
len van het rijk bij de voorbereiding, uitvoering
en toepassing van wetteiljke regelingen;
de instelling van zgn. „Vorberatungs”-orga-
nen, overkoepeld door een centraal orgaan, met
gelijktijdige inperking van de taak van den Raad
van State; en
een wijziging van de taak der Eerste Kamer,
die thans te veel een doublure van de Tweede
is.
Vele leden gaven als hun gevoelen te kennen,
ddt de regeering goed heeft gedaan met zich
tot een beperkte Grondwetsherziening te bepa
len, daar de denkbeelden van hen, die een or
dening van het maatschappelijk leven voor
staan, nog zoo weinig zijn geordend.
Er schijnt te weinig aan te zijn gedacht, van
hoe uitnemend democratisch belang het is, dat de
schadeloosstelling van dien aard zij, dat per
sonen uit alle kringen der bevolking In de Ka
mer kunnen zitting nemen.
B|j deze zienswijze sloten verscheidene andere
leden -zich aan. Naar de meening van dese le
den,Is ook In de tegenwoordige omstandighe
den ‘een bedrag van ƒ5000 geenszins te hoog.
Meent men, dat een verlaging noodzakelUk is,
dan moet daarbij echter naar hun oordeel ze
ker niet verder worden gegaan dan tot 4500.
Verscheidene leden verklaarden zich met het
voorstel der regeerlng te kunnen vereenlgen.
Naar het „Handelsblad” meldt, heeft de re
geerlng besloten, om ondanks de door het goud-
embargo sterk gewijzigde omstandigheden, hare
bemoeiingen met den bacon-export voorloopig
onveranderd te Jgten na 1 November »A, al
leen met dit veiechU uit den aard der zaak
dar bij de aanbesteding van het slachtwerk
géén geheime afspraken en ..opcetjea" meer
kunnen worden gemaakt.
Leiden; prof. dr. N. 3. Polak, hoogleeraar aan
de Ned. Handels-hoogeschool. te Rotterdam;
prof. dr. 3. van Loon, bijzonder hoogleeraar aan
de rijksuniversiteit te Utrecht; prof. mr. O. P.
M. Romme, buitengewoon hoogleeraar aan de
R. K. Handelshoogeschool te Tilburg, te Am
sterdam; mr. A. M. Engels, administrateur,
hoofd van de afdeellng arbeid van het depar
tement van Sociale Zaken, te 's Gravenhage,
drs. M de Bloeme, directeur van den crisis-ac-
countantsdienst, te s Gravenhage; dra. 3. H.
Gispen, referendaris aan het departement van
Handel. Nijverheid en Scheepvaart, te ’s Gra
venhage; jhr. mr. G. A. M 3. Ruyz de Beercn-
brouck. te Born; mr. A. Stoop, werkzaam bij
het departement van Justitie, te 's Graven
hage.
Voorts is aangewezen als voorzitter: mr. T.
J. Verschuur; als onder-voorsitter prof. mr. X..
M. Meyers en als secretaris drs. J. H. Gispen.
schajdelotestelllng hek. algemeen belang ten
nauwste is betrokken. Demagogische krachten
hebben dit vraagstuk ontwricht.
Voorts werd nog een ander denkbeeld in de
aandacht der regeering aanbevolen. Sinds de
oprichting van den Bijzonderen Vrljwilllgen
Landstorm is nog een andere mobilisatie dan
vroeger mogel(jk' geworden. Een aantal van
85.000 dienstplichtigen, die daartoe b|j voor
baat den wensch te kennen Lebben gegeven,
kunnen door de regeering tot vrijwillige op
komst in werkelljken dienst worden toegelaten.
Artikel 187 der Grondwet is hierop niet van
tbepasslng en de regeering behoeft dus niet
„onverwijld" een wetsontwerp In te dienen,
waarin het lp dienst blijven van deae dienst
plichtigen en reservisten wordt bepaaid. De hler
bedoelde leden meenden, dat de «raag, of die
manschappen onder de wapenen zullen blijven,
evenzeer aan de Staten-Generaal dient te wor
den Voorgelegd als zulks bij een gewone mobili
satie het geval Is.
Ook dit desideratum kon de instemming van
verscheidene leden niet verwerven.
nlsatle der volkeren! Men moet bet christen
dom „een kans" geven, uit sportiviteit, want
(zoo suggereert zulk een advertentie) als men
niet fair is tegenover bet oude christendom, en
het deze kans niet ggnt, dan loopt het af met
de christenheld in Europa, dan wordt ze over
rompeld door andere, nieuwere stroomlngen, die
de werfkracht en de geestdrift hebben van het
nieuwe, het oorspronkelijke, het frissche. Is het
christendom dan achterlijk geworden, onfrisch.
verouderd, laat ons zeggen: oudbakken?
Het christendom zélf kan niet verouderen.
De leer der liefde is eiken dag even frisch. Ze
is eeuwig. Maar de levenswijze van de christe
nen, ja, daarin Is veel verstard en verouderd
en onfrisch en onaantrekkelijk geworden. Daar
gaat in menig geval geen werfkracht meer van
uit. Het Is nog alleen In staat, het christendom
antipathiek te maken bij zijn beoordeelaars.
Be r dia je ff merkt echter op, dat het Europee-
sche christendom zich in een zware crisis be
vindt, en hU verwacht, dat het uit deze crisis
te voorschijn zal komen met grooter heerlijk
heid dan het te voren vertoonde. Wederom zijn,
als zoo vaak in de geschiedenis, de christenen
blootgesteld aan bloedige vervolging en harde
onderdrukkingen In verschillende landen der
wereld, en deze sterke antl-christelljke stroo-
mlng zal vermoedelijk nog toenemen in felheid
De christenen hebben door hun lauwheid
hun oppervlakkigheid zelf dezen toestand uit
gedaagd. Thans zUn zü wel gedabngen, de edel/-
moedigheid, de offervaardigheid, de echte held
haftigheid te toemen, die men niet meer bij hen
kon waarnemen, uitzonderingsgevallen daarge
laten. De geschiedenis dwingt de christenen
opnieuw tot een verwerkelijking van hun leer
in het particuliere en in bet openbare leven. De
onwaardige christenen, die de waarde van het
christendom onzichtbaar maakten, zijn thans
gedwongen, hun onwaardigheid te boeten. De
wereld gaat nooit nieuwe dwalingen aanhan-
ilang de oude waarheid haar volle
Kmt. De opkomst van communlsnte en
t-sociallsme beteekent en geeft te
Vele leden gevoelden voor een voorschrift,
dat het mogeljjk maakt, bladen, die misbruik
maken van de persvrijheid, te verplichten tot
het opnemen van een antwoord zonder b|j-
of onderschrift en op een in het ods vallende
plaats van dengene. wiens wensch daartoe
door een bevoegde autoriteit rechtmatig Is
geacht.
Vele leden waren van meening, dat bet
van belang zou zijn geweest. Indien gefun
deerde meeningen omtrent alle belangrijke
vraagstukken, welke ons volk en zijn ver
tegenwoordiging bezighouden,' uit een rap
port waren gebleken. Bij den door de regee
rlng gekozen opzet en bij de gevolgde werk
wijze is dit van meet af aan uitgesloten ge
weest.
Men begfëSp zeer wel, dat een wijze van be
handeling als de bedoelde voor het kabinet een
aanzienlijke verzwaring van. zijn arbeid zou
hebben beteekend. Het was juist om deze re
den, dat men een tijdige Inschakeling van an
dere krachten nuttig en noodzakelijk zou heb
ben geacht, om zoo een veel grooter veld te
kunnen bestrijken.
gen, d
kracht 1
nationadï-soclallsme beteekent en geeft
verstaan, dat er met het christendom iets niet
in orde Was. Maar de nieuwe dwalingen ont
goochelen den mensch al spoedig. Zal de oude
waarheid dan haar volle kracht tolkien? De
ontgoochelde liberalen, waar gaan zjj heen?
Naar het oude en ware christendom of naar de
nieuwe en leugenachtige heilsleer van het ma
terialisme, linksch of rechtsch? Waarom trekt
de waarheid hen niet sterker aan? Wie eerlijk
deze vragen overweegt, zal voelen, wat er aan
het christelijke leven van heden, trots zijn ster
ke uitwendige organisatie, ontbreekt, en deze
zelfkennis zal het begin eener noodzakelijke
zelfverbetering zijn. Onze maatschappij
den terugweg vinden naar de liefde,
in lederen christen een gids.
Van verschillende andere zijden daarentegen
verklaarde men zich met het hlerbedoelde
voorstel te kunnen vereenlgen. Daarbij werd
er de nadruk op gelegd, dat het voorstel slechts
de mogelijkheid epent ministers zonder por
tefeuille te doen optreden. In hoever van die
mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt, zal
van de omstandigheden afhangen. En de
Staten-Generaal hebben de bevoegdheid over
dat gébruik hun meening uit te spreken.
Algemeen waren de leden, hier aan het
woord, van oordeel, dat het hlerbedoelde ge
bruik zeer beperkt zal moeten zijn.
Verscheidene leden bepleitten in dit ver
band ook het openen van de mogelijkheid tot
het benoemen van staatssecretarissen.
De leden, hier aan het woord, konden zich
niet onttrekken aan den indruk, dat onvoldoen
de rekening la'gehouden met de omstandigheid,
dat bU de vaststelling van de hlerbedoelde
Vele leden daarentegen juichten
het toe, dat de regeering inzake de
drukpersvrijheid op haar »»nv»nke-
lijk voornemen is teruggekomen.
Verscheidene dezer leden stelden voorop, dat
zij zich met betrekking tot de vraag, of artikel
7 der Grondwet, zooals dat thans luidt, cen
suur in den vorm van een verschijningsverbod
toelaat, onvoorwaardeljjk schaarden aan de
zijde van hen, die deze vraag In ontkennenden
zin beantwoorden. Dat de regeerlng dese op
vatting niet deelt, verontrustte dese leden.
Zulk een verbod toch achtten zjj preventieve
censuur In de ergste gedaante.
Verscheidene andere leden, die meenden
hunnerzijds over deze aangelegenheid slechts
een enkele opmerking te moeten maken en zich
daarbij uitsluitend te moeten baseeren op het
geen is voorgesteld, gaven als hun oordeel te
kennen, dat aan een gewijzigde editie van ar
tikel 194 der Grondwet, waarop de ontworpen
bepalingen In feite neerkomen, eigenlijk geen
behoefte bestaat.
Aan het Voorloopig Verslag van de Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp tot het in
overweging nemen win voorstellen tot ver
andering in de Grondwet, ontleenen wjj het
volgende:
Blijkens het Voorloopig Verslag der Twbede
Kamer Inzake de voorstellen tot wijziging van
de Grondwet, weaen sommige leden erop, dat
het voorstel, strekkende tot aanvulling van de
bepalingen betreffende het kiesrecht, kenne
lijk ten doel heeft den weg te openen, de
kleine partijen uit de volksvertegenwoordiging
te weren.
Het parlementaire stelsel werkt het zuiverst,
als slechts twee groote staatkundige partijen
bestaan, aelljk vroeger het geval was. Die toe
stand behoort nu tot het verleden. Daarbij
heeft men zich neer te leggen. Doch niet be
hoeft men lijdelijk aan te zien, dat een steeds
vexder gaande versnippering aan een behoor
lijk functlonneeren van bet parlementaire stel
sel in den weg staat en dit op den duur wel
haast geheel ónmogelijk maakt.
Andere leden meenden, dat de oplaeslng
van de in dit opzicht aanwezige moeilijkheden
in andere richting behoort te worden geaocht.
Zjj zouden in onze kieswetgeving het partij
wezen erkend Willen zien. BIJ de wet zouden
dan eischen moeten worden gesteld, waaraan
zou moeten worden voldaan wil een vereenl-
glng als politieke partU. gerechtigd om bU de
verkiezingen candldaten te -stéllen. worden
beschouwd. Die eischen zouden, wat het hier
in het geding zijnde doel betreft, betrekking
moeten hebben op den tijd van bestaan en op
het aantal leden.
Met ingang van Vrijdag zjjn benoemd tot
leden van de commissie, bedoeld in artikel 13
van de Wet op he^ algemeen verbindend en
onverbindend verkluén van ondememersover-
eenkomsten 1935 (bAast met het toezicht op de
naleving der verbindend en onverbindend ver
klaring)j
Mr. T. J. Verschuur, oud-mlnlster van Eco
nomische Zaken, te Voorburg; prof. mr. E. M.
Mejjers, hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te
Het voorloopig Verslag der Tweede Kamer
over de voorgestelde grondwetswijziging zegt
om.:
Dat de regeering is teruggekomen op haar
aanvankelijk voornemen tot wijziging van de
grondwetteljjke bepaling met betrekking tot de
vrijheid van drukpers, meenden sommige leden
als een bewijs van zwakte te moeten beschou
wen.
Wel zal, als eenmaal nieuwe organen voor
bijzondere gebieden van het bedrijfsleven zijn
verrezen, waarschijnlijk aan een centraal or
gaan behoefte ontstaan. Dat centrale orgaan
zal echter niet deel mggsw—uitmaken van de
Staten-Generaal. Héfcorporatleve beginsel,
dat der groepsvertegenwoordiging, moge bruik
baar zjjn voor de samenstelling'van bedrijfs
organen. het is verwerpelijk als grondslag
voor het parlement, dat het algemeen belang
heeft te vertegenwoordigen en te behartigen.
Enkele leden, die met betrekking’ tot de
thans aanhangige voorstellen tot dezelfde
conclusie kwamen, wenschten in zoover van
een minder absoluut standpunt te doen blij
ken, dat zjj een ontwikkeling, waarbij de
volksvertegenwoordiging is opgebouwd op een
sluitend systeem van corporaties, niet a priori
wilden verwerpen. Indien inderdaad het na
tionale beroeps- en bedrijfsleven in volle ver
scheidenheid geheel zou zjjn georganiseerd, is
het denkbaar, dat op deze wijze de rfiedezeg-
genschap des volks doelmatig tot uiting sou
komen, ook In het licht van het algemeen be
lang.
De rijksmiddelen hebben .^ver Sep
tember opgebracht f 31.926.038, het
geen f 908.848 meer is dan over Sep
tember 1935 en f968.622 meer dan
1/12 van de raming.
De opbrengst over de eerste negen
maanden van dit jaar was f 267.518.567,
en is daarmede f 11.125.183 beneden
9/12 van de raming gebleven en
f 6.101.906 beneden de opbrengst der
eerste negen maanden in 1935.
Russische wijsgeer Nicolai Berdiajeff
1 heeft bU het Vita Nova Verlag te Zürich
-■--'een drietal opstellen over het Christen
dom uitgegeven, welke hij bundelde onder den
titel: Over de waarde van het chris
tendom en de onwaardigheid van
de christenen. Dit is een titel, die te den
ken geeft! Zoo gaarne betoogen wU met klem,
dat bet christendom de eenlge redding kan
brengen uit den geestelijken en zelfs uit den
stoffelljken chaos, die over Europa losbrak, doch
wat bedoelen wij dan met „het christendom”?
De verheven leer van het Evangelie en de over
levering der heiligen of bedoelen wjj de prac-
tische levensw\jze van de tegenwoordige chris
tenen? WIJ weten natuurlijk heel goed, dat
beide in overeenstemming moeten zjjn, doch
het is heusch geen bescheidenheid, het is dood
gewone waarheidsliefde, die ons moet doen
toegeven, dat in het openbare leven nogal eens
iets aan deze noodzakelUke overeenstemming
ontbreekt. De apologie van het christendom
hebben wU rustig overgelaten aan de weten-
schappelük gevormde intellectueelen, In het
volle vertrouwen, dat dezen wel, toegerust met
hun groote kennis, op alle bezwaren, van an
dersdenkende zUde geopperd, een passend en
overtuigënd antwoord zouden geven. Maar de
wire apologie van het christendom is het leven
van de christenen. Het Is niet alleen het parti
culiere vrome leven van dezen of genen chris
ten, het is vooral het openbare en het histori
sche leven van de geheele gemeenschap der
christenen, waarvan een apologetische, overtui
gende werking op de wereld moet uitgaan. Ge
beurt dit nog?
Nicolai Berdiajeff schroomt niet te beweren:
„Het grootste argument tegen het christen
dom leveren in onzen tU^ de christenen zelf.
Dit is een ernstig woord! De christenen zijn
door hun gedrag en door de oppervlakkigheid
van hun levensopvattingen zoo meent deze
cultuur-philosoof een beletsel voor degenen,
die de waarheid zoeken. Ze aarden tot het
christendom niet meer aangetrokken, zoodra ze
met de christenen hebben kennis gemaakt, en
daarom zoeken zU het bij allerlei schijnvormen
van godsdienst, allerlei verbasteringen, verwa-
teringen en versmeltingen van Indische of an
tieke heilsgedachten, en ten slotte bjj een har
de goddeloosheid, die de basis wordt van een
nationalistisch rechtvaardigheids-ideaal of van
een anti-christelUken grootheidsdroom.
In vroeger tijden wist men beter jiaderscheid
te maken tusschen de leer en het leven, maar
het tegenwoordige gedachten-leven wordt be-
heerscht door een sterke aandacht voor den
mensch en voor het menschelUke, en dit is de
reden, waarom men ook het christendom niet
meer beoordeelt naar wat het wezenlijk is,
doch alleen naar de wijze, waarop het zich aan
de waarneming voordoet, d.wx. naar het leven
van de geloovigen. De lauwe geloovigen ver
dringen dus de aandacht, die moest uitgaan
naar het vurige geloof. De slechte christenen
stellen het voortreffelUke christendom in da
schaduw. Het meerendeel onzer tUdgenooten is
vast overtuigd, dat de oppervlakkige, al te
luchthartig levende christenen, die geen geest
drift en geen bezlelipg meer kennen en die ge
heel zUn opgegaan in de lauwheid en lamlen
digheid der burgerlUke maatschappij, de echte
vertegenwtoordigers zün van den christelijke
godsdienst, en ze komen tot de (verkeerde,
maar in zulk geval begrijpelijke) gevolgtrek
king, dat bet christendom een dooib stelsel van
wetten, voorschrlfteh en geloofspunten zou zUn,
waarvan geen begeesterende kracht meer uit
gaat, en dat het christendom zUn tijd gehad
heeft. Het behoort tot een voorbijgegaan tijd
perk van de geschiedenis der menschheld, zoo
redeneeren deze ongeloovigen, die slechts naar
het leven der christenen kUken. Het heeft zich
zelf overleefd, er gaat geen enthousiasme meer
van uit, en het zal weldra gedoemd zijn, plaats
te maken voor nieuwe geestdriftige bewegingen,
die de wereld overstroomen. Het christendom
is nog juist goed genoeg voor gezapige en lau
we conservatieven, maar den vooruitstrevenden
mensch heeft het niets te bieden. Het is een
herinnering aan vroegere grootheid. Thans ver
keert het in een diep verval, een soort dood
slaap, waaruit het wel niet meer zal ontwaken.
Zoo is inderdaad de meening van velen.
Wie het christendom werkelijk kent, weet
heel goed, dat deze meening volstrekt onjuist
is. Het christendom is de religie van de liefde.
Doch kan men zeggen, dat deze mystieke lief
de tegenwoordig nog het openbare christelijke
leven in Europa doordringt, er vorm en kleur
aan geeft, er het onmiddelUjk waarneembare
kenmerk van vormt? Zeker, de liefde is niet
uitgestorven. Ze zal nooit geheel verdwijnen uit
het mystieke Lichaam van Christus, waarvan
de liefde de hartslag is. Maar ae schijnt zich
te hebben teruggetrokken binnen ondoordring
bare muren, deze liefde. Ze straalt niet meer
uit naar buiten, in het openbare, voor iedereen
zichtbare leven. Men ziet, als buitenstaander,
vandaag de werkelijke grootheid van de chris
telijke levensopvatting niet.
„Het christendom is mislukt. Het heeft
tweeduizend jaren van de menschen weinig
goeds kunnen maken.” Deze meening hoort
men herhaaldelUk, b.v. op pacifisten-congressen
of op sociale bijeenkomsten van maatschappU-
hervormers met een materialistische wereldbe
schouwing. Eu deze meening vindt buiten onze
kringen heel wat meer aanhang dan wU door
gaans wel weten of gelooven. De „mislukking
van het christendom”, in dezen zin opgevat, is
een vaste stelregel van de communistische pro
paganda. WU weten, dat deze veel verkondigde
meening onjuist en onhoudbaar is, en onrecht
vaardig, maar wat kunnen wU er tegen In bren
gen? Een neutraal orgaan bevatte onlangs hier
In Nederland een geweldig groote advertentie,
bestaande uit de woorden: „Geef het christen
dom een kans!” Het feit, dat zulk een annonce
mogelük Is In een land, dat toch geheel door
het christendom werd beschaafd en beheerscht,
en dat in weaen nog altUd een chrislelUk land
heet, mag men een Techtbeteekenend feit noe
men! Het christendom moet om een kansje
bedelen, nadat bet alle vormen van beschaving
heeft beheerscht, nadat het de grondslag Is ge
weest van alle wetgeving, van alle bestuursor-
denlng, van alle geestelUke en stoffelUke orga-
Vrijdag 30 October sal te Den Haag de Ter-
eenlglng ter beoefening van de KrUgsweten-
schap een vergadering houden. De directeur
van de Hoogerè Krijgsschool, kol. Jhr. J. Th.
Alting von Oeusau, sal een voordracht houden
over: „Is herziening van de dienstplichtwet
urgent?”
Kolonel Alting von Oeusau aal de volgende
stellingen bespreken:
Met het huidige contingent kan onze weer
macht, zooals die thans bestaat, reeds niet van
een voldoende aantal menschen voorzien
worden.
Als straks luchtdoelgeschut, Infanterle-
geschut e. a- materieel van bet defenslefonds
bU de weermacht worden ingedeeld, zijn daar
voor geen menschen beschikbaar, tenzu men
andere onderdeelen verzwakt.
Ook ter wille van versterking/onaer infanterie
en van het verschaffen van meer oefenge
legenheid aan reserve-offlcleren, is contln-
gentsultbreidlng noodlg, evenals een ver
lenging van den eersten oefentUd voor de on
bereden wapens.
Het aantal lichtingen, waaruit het oorlogs-
leger gerecruteerd wordt, moet verminderd
worden en een derde herhalingsoefening In
gevoerd.
Tenslotte is sen verdere verlenging van den
eersten oefentijd van sommige categorieën met
bet oog op een voortdurend strategische veilig
heid tegen overvalllngen noodsakelljk.