Rijksmiddelen ONWAARDIGEN I I I 1 Drukpersvrijheid r enjtainervc bedrijfsleven Ministers zonder portefeuille Het oproepen van dienstpmhtigen I I I n I VALUTA-OVEREENKOMST 1 I MEN MIST BELANGRIJKE VRAAGSTUKKEN INKOMEN DER KROON 1 SCHADELOOSSTELLING AAN KAMERLEDEN II Hoofdpijn, Kiespijn. TENTOONSTELLING bij „PIUS r 12% jerig btateee Ma oaxe Ktuui- en Beekkendel ZATERDAG 17 OCTOBER 1936 VAN WEEK TOT WEEK Sluit Nederland zich aan? De B. V.L. Amtleriam Organisch kiesrecht niet genoemd COMMISSIE VAN TOEZICHT BENOEMD Staatssecretarissen gewenscht Betere wettelyke regeling in de Tweede Kamer bepleit Evenredige vertegen woordiging Z'1 Stellingen van den directeur der Hoogere Krygaachool HOOGER INVOERRECHT OP ZUIVEL IN BELGIË INDISCH INVOERRECHT LAGER? ONZE WEERMACHT IS onvoldoende: I B Regeering zet haar bemoeiingen onveranderd voort Op naleving van verbindend- en onverbindendvertdaring van overeenkomsten Tweede Kamer acht de mogelijk heid ervan wel gewenacht Grond wettelyke voorziening in Tweede Kamer bepleit S SI ft #1 CONTACT TUSSCHEN RIJK EN GEMEENTEN Speejaal rapport had een veel grooter veld kunnen beatryken Ordening van beroeps en bedrijfsleven Wetevooretellen wekken gemengde gevoelene in de Tweede Kamer Tweede Kamer stemt met niet- invoerihg in WyzigingevoorateUen vinden zlechtz weinig kritiek In de eerate negen, maanden ruim f 11 millioen beneden de raming gebleven Wettelyke erkenning van party- wezen tegen veranippering bepleit Tweede Kamer dringt aan op acherp toezicht, maar repreaaieh Vooratellen tot wyziging vinden practiach geen bezwaren Penaioenen wy nodigen U uit tot een bezoek R. de Wit eu Chr. Ddmen ReeJkèiaatrent 35f Bacon-export OW \1 4 a 4 I D. A. t 7 k k Ten slotte spraken verscheidene leden er hun verwondering over uit, dat het kabinet niet heeft oyergenomen het voorstel der staatscom missie betreffende de'cumulatie van de mlnts- het pensioen als Kamerlid. Zij terwedde mi achten dese/bpudlng te meer bevreemdend, wijl vtpagere gelegenheid het afsnijden .van nulatle dor de regeering juist op aan de at, ontkende overwegingen la afgewe- bij een deze\t Grond' sen. kan den partijen Me toe- V h regelenden de echter officieel relding en ook later over die «naatregelen hun Het voorstel tot het verleenen van pgn jaar- Ujkach Inkomen uit "s Rijks kas aan den Prins gemaal vond geen bedenking. Vele leden juich ten dat voorstel toe. Vele andere leden noemden de voorgestelde bedragen geenszins onredelyk. De bewering, dat het Inkomen der Kroon eigenlijk niet wordt ver. mlnderd doch gesplitst, achtten zij niet wel houdbaar. loplg verslag der TWeede udwetswyziging bepleitten tl grondwelteiyke voorrie- i het vooral in den laat- BATAVIA. 16 Oct. (Aneta.) Het „Nieuws van den Dag voor Ned-Indlë" verneemt, dat eerst daags een verlaging van invoerrechten op ver scheidene import-artlkelen verwacht kan wor den en wel door reductie der opcenten in dier voege, dgt de opcenten die thans 50 pCt. be dragen tot 35 pet. zullen worden verminderd, terwijl de opcenten, die thans 30 pCt. bedragen zullen verdwijnen. De landsinkomsten sullen hierdoor en door de zoutprijs-verlaging met ruim tien millioen gulden verminderen. I erop. dat JiK van de bt. kenne- ienen, de iwoordlging Naar het „Handelsblad” meldt, heeft de re geering besloten, om ondanks de door het goud- embargo sterk gewijzigde omstandigheden, hare bemoeiingen met den bacon-export voorloopig onveranderd te laten na 1 November as., al leen met dit verschil uit den aard der saak dat bij de aanbesteding van het slachtwerk géén geheime afspraken en „opzetjes" meer kunnen worden gemaakt. Naar den Brusselscben correspondent van het Handelsblad ter oore komt staat bet reeds vast, dat de Invoerrechten op ettelijke zuivelproduc ten in België verhoogd worden. In het depar tement van Landbouw verkleinde men. dat bet recht op boter naar alle 'waarschijnlijkheid van 6 tot 9 franc, dat van gecondenseerde melk en room van fr. 0.80 tot fr. 1.60 en dat van melk en room in poedervorm of in blokken van fr. 3 tot fr. 4 verhoogd zal worden. Voor boter zou dit een verhooglng met 50 pCt voor de telde andere producten met 100 pCt. betee- kenen. Volgens een persbericht uit Washington aan de „Msb.”, zouden Nederland, België en Zwit serland met het Amerikaansche ministerie van Financiën onderhandelen over toetreding tot de onlangs tusschen Engeland, Frankrijk en de Vereenlgde Staten getroffen valuta-overeen komst. waarbij de wlaselkoersstabUisatiefondsen van deze landen elkaar technlschen steun toe zegden Inzake de wisselkoersen en de goud- beweglng. Verscheidene Tweede Kamerleden gaven In het Voorloopig Verslag over de wijzigingsvoor stellen der Grondwet uiting aan hun .r^enomen- held met bet feit, dat de regeering het advies van de staatscommissie heeft gevolgd om het dublum op te heffen, dat In Maart 1936 tot een meenlngsverschll heeft geleid. Vele leden daarentegen juichten het toe, dat de regeering inzake de drukpersvrijheid op haar aanvanke lijk voornemen is teruggekomen. Verscheidene dezer leden stelden voorop, dat zij zich met betrekking tot de vraag, of artikel 7 der Grondwet, zooals dat thans luidt, cen suur In den vorm van een verschijningsverbod toelaat, onvoorwaardelijk schaarden Mn de zijde van hen, die deze vraag In ontkennenden zin beantwoorden. Dat de regeering deze op vatting niet deelt, verontrustte deze leden. Zulk een verbod toch achtten zy preventieve censuur in de ergste gedaante. Wel erkenden de hlerbedoelde leden, dat de wijze, waarop in den laatsten tijd van sommige zijden van het recht van openbare meenlngs- ulting gebruik wordt gemaalét, zorg baart. Daartegen wenschten zij echter uitsluitend re pressief te zien opgetreden. Wat de voorgestelde vermindering van het pensioen van de leden de Tweede Kamer be treft, gaven verscheidene leden de voorkeur aan bet voorstel der staatscommissie, die het maximum niet, gelijk de regeering, op ƒ3800, doch op 3400 gesteld had willen zien. Verslag der voorgestelde Met ingang van Vrijdag zijnbenoemd tot leden van de commissie, bedoeld in artikel 13 van de Wet op het algemeen verbindend en* oh verbindend verklaren van ondememersover- ébnkomsten 1935 (belast met het toezicht op de naleving der verbindend en onverbindend ver klaring) Mr. T. J. Verschuur, oud-mlnister var. Eco nomische Zaken, te Voorburg; prof. mr. E. M. Meyers, hoogleeraar aan, de rijksunlvers^elt te Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer betreffende de voorgesftide grondwetswij zigingen meenden verscheidene leden de opmer* king niet achterwege te mogen laten, dat het inkomen van de Kroon in het voorstel der re geering eigenlijk niet wordt verminderd, docÉ slechts gesplitst. Dit had deze leden* wel ver wonderd. Zij veronderstelden Intusschen, dat 't feit, dat geen wezenlijke verlaging van h$t inkomen der Kroon wordt voorgesteld, zijn ver dediging moet vinden in de daling van de uit komsten uit bet kroondomein. Leiden; prof. dr. N. 3. Polak, hoogleeraar aan de Ned. Handels-hoogeschool, te Rotterdam; prof. dr. J. van Loon, byzotMer hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Utrecht; prof. mr. C. F. M..Romme, buitengewoon hoogleeraar aan de R. K. Handelahoogeschool te Tilburg, Ie Am sterdam; mr. A. M. Engels, administrateur, hoofd van de afdeeling arbeid van het depar tement van Sociale Zaken, te "s Gravenhage; drs. M. de Blperne, directeur van den crisis-ac- countantsdlerist,-te "s Gravenhagedrs. J. H. Gispen, referendaris aan het departement van Handel. Nijverheid en Scheepvaart, te ’s Gra venhage; jhr. mr. G. A. M. J. Ruys de Beercn- brouck. te Born; mr. A. Stoop, werkzaam bij het departement van Justitie, te 's Graven hage. Voorts Is aangewezen als voorzitter: mr. T. J. Verschuur; als onder-voerritter prof. mr. E. M. Meyers en als secretaris drs. J. H. Gispen. Blijkens het voor! Kamer over de Gb verscheidene leden e nlng ten aanzien XI sten tijd in de Staten-Generaal herhaaldeiyk ter sprake gekomen contact tusschen rijk en gemeenten. De gemeenten aldus deze leden betrokken bjj tal van «ettelijke maat- de uitvoering daarvan. Zij missen 1 gelegenheid tijdens de voorbe- Voorts werd nog een ander denkbeeld in de aandacht der regeering aanbevolen. Sinds de oprichting van den Bijzonderen Vrywilligen Landstorm is nog een andere mobilisatie dan vroeger mogelijk geworden. Een aantal van 85.000 dienstplichtigen, die daartoe bij voor baat den wensch te kennen hebben gegeven, kunnen door de regeering tot vrijwillige op komst in werkeljjken dienst worden toegelaten. Artikel 187 der Grondwet is hierop niet van toepassing en de regeering behoeft dus niet „onverwijld” een wetsontwerp in te dienen, waarin het in dienst blijven van deze dienst plichtigen en reservisten wordt bepaald. De hler bedoelde leden -tpeenden, dat de vraag, of die manschappen óhttet'de Wapenen zullen blijven, evenzeer aan de Staten-Generaal dient te wor den voorgelegd als zulks by een gewone .mobili satie het geval is. Ook dit desideratum kon de instemming van verscheidcne^JWën niet verwerven. Aan het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot het tn omrweging nemen wan voorstellen tot ver andering in de Grondwet, ontleenen wy het volgende Intusschen zouden deze leden gaarne zien, dat van deze gelegenheid gebruik gemaakt werd om een andere verbetering in artikel 187 aan te brengen. Wel kan, naar zy meenden, zonder bezwaar worden teruggekeerd tot het beginsel, dat tege lijkertijd met het uitvMrdigen van een mobili- satiebevel een wetsontwerp by de Staten-Gene- raai behoort te worden Ingediend. Verscheidene andere leden verklaarden met den hier uitgesproken wensch niet te kunnen Instemmen. Vele leden waren va^ meening, dat het van belang zou zyn geweest. Indien gefun deerde meerlingen omtrent alle belangryke vraagstukken, welke ons volk en zyn ver tegenwoordiging bezighouden, uit een rap port waren gebleken. By den door de regee ring gekozen opset en by de gevolgde werk- wyze is dit van meet af aan uitgesloten ge weest. Men begreep zeer wel. dat een wyze van be handeling als de bedoelde voor het kabinet een aanzieniyke verzwaring van zyn arbeid zou hebben beteekend. Het was juist om deze re den, dat men een tydige inschakeling van an dere krachten nuttig en noodzakeiyk zou heb ben geacht, om zoo een veel grooter veld te kunnen bestrijken. Biykens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer inzake de voorstellen tot Grondwets wijziging bestond by enkele leden tegen den Inhoud van het ontwerp betreffende de mi nisters zonder portefeuille, ernstig bezwaar. Een reden om de voorgestelde herziening als geheel af te wijzen, vonden deze leden in hun onbevre digdheid over de gevolgde procedure niet. -Volgens enkele der hier aan het woord zynde leden zou een breed opgezet onderzoek,uitge gaan van de Idee der decentralisatie, o.m. de volgende punten moeten bespreken: De vervanging van het bestaande Individua listische kiesrecht door een organisch met ais uitgangspunt het gezin; ■'''-fr'’" De inschakeling van de territoriale onderdee- len van het rijk by de voorbereiding, uitvoering en toepassing van wettelyke regelingen; de instelling van zgn. „Vorberatungs”-orga- nen, overkoepeld dom- een centraal orgaan, met geiyktydige inperking van de taak van den Raad van State; en een wijziging van de taak der Eerste Kamer, die thans te veel een doublure van'de Tweede Vele leden gaven als hun gevoelen te kennen, dat de regeering goed heeft gedaan met zich tot een beperkte Grondwetsherziening te bepa len, daar de denkbeelden van hen, die een or dening van het maatschappeiyk leven voor- staan, nog zoo weinig zyn geordend. -P- Biykëns het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer iifcaae de voorstellen tot grondwets- wyziging wenschten sommige leden hun stand punt ten aanzien van een nadere regeling in da Grondwet .van de grondslagen voor ordening van het beroeps- en bedrijfsleven te bepalen aan de nand van de ervaringen, welke naar hun in zicht in de gfgeloopen jaren zijn opgedaan met betrekking tot de z.g.n. bedrijfsorganisatie. Komt een bedryfsregeling tot stand zonder medewerking van de overheid, dan ligt het uiterMrd ter uitsluitende beoordeeling van de bedrijfsgenooten, of zy op den duur wenscheiyk zal biyken te zyn voor den bedrijfstak, da» we» of van de verstarrende werking daarvan dient te worden teruggJkomen. Als de overheid aan dergeiyke bedryfsrege- lingen haar sanctie gaat hechten, dan wordt het bedrijfsleven gebonden aan regelen, die het, wellicht niet verdragen kan. Verscheidene leden juichten het toe, dat de regeering te dezen opzichte een poging tot nadere fundëering in de Grondwet niet achterwege heeft gelaten. Dit vooropstellende, hechtten zy er aan te verklaren,.dat naar hun meening het zwaarte punt niet zoozeer ligt in de uiteraard noodzake- lyke, formecie voorschriften, als wel in een dMdwerkeiyk gebruik maken van de geschapen mogeiykheden Verscheidene andere leden, die meenden hunnerzyds over deze aangelegenheid slechts een enkele opmerking te moeten maken en zich daarbij uitsluitend te moeten baseeren op het geen is voorgesteld, gaven als hun oordeel te kennen, dat aan een gewyzigde editie van ar tikel 194 der Grondwet, wgarop de ontworpen bepalingen in feite neerkotüen, elgeniyk geen behoefte bestaat. Van verschillende andere zijden daarentegen verklaarde men zich met het hlerbedoelde voorstel te kunnen vereenlgen. Daarby werd er de nadruk op gelegd, dat het voorstel slechts de mogeiykheld epent ministers zonder por tefeuille te doen optreden. In hoever van die mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt, zal van de omstandigheden afhangen. En de Staten-Generaal hebben de bevoegdheid over dat gebruik hun meening uit te spreken. Algemeen waren de leden, hier aan het woord, van oordeel, dat het hlerbedoelde ge bruik zeer beperkt zal moeten zyn. Verscheidene leden bepleitten in dit ver band ook het openen van de mogelijkheid tot het benoemen van staatssecretarissen. Biykens 't,Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer over de voorstellen tot grondwetswyziging -zouden verscheidene "leden het als een verbete ring beschouwen indien de thans geldende re- ,2 geling in zake de verblijfkosten van de leden der Eerste Kamer zou worden Vervangen door een regeling, waarby *n vaat bedrag als sdhade- loosstelllng werd bepaald. Om de' gedachten te bepalen werd in dit ver band oen bedrag van ƒ1000 per jaar genoemd. Andere leden zouden de toekenning van een vaste schadeloosstelling ook aan de leden der Eerste Kamer niet gewenscht oordeelen'. Met betrekking tot d$ vermindtglng van de schadeloosstelling van de leden der Tweede Ka mer werd door verscheidene leden de opmer king gemaakt, dat de overgroote meerderheid van de leden der Kamer sinds jaren niet het. volle hunkachtens *dè grondlvet toekonaoode bedrag heeft getoucheerd. D^ze-ervaring had, sur men meénde, van voorstallen als dtf thans op dit punt gedane behooren te doen afzien. De leden, hier aan pet Geoord, .konden zich niet onttrekken aau den iqfjpufc,(dat onvoldoen de rekening is gehouden met de Omstandigheid, dat by de vaststelling van de hlerbedoelde - De rjjksmiddelen hebben over Sep tember opgebracht f 31.926.038, het geen f 908.848 meer is dan over Sep tember 1935 en f968.622 meer dan 1/12 van de raming. De opbrengst over de eerste negen maanden van dit j'aar was f 267.518.567 en is daarmede f 11.125.183 beneden 9/12 van de raming gebleven en f 6.101.906 beneden de opbrengst der eerste negen ipaanden in 1935. Biykens het Voorloopig Tweede Kamer inzake de grondwetswyziging stemden vele leden er mede In, dat de Uegeering, in overeenstem ming met het advies der staatscommissie, heeft afgezien van het doen van voorstel len. die de mogeiykheid zouden scheppen, over- te gaan tot de instelling van een kamer voor het bedryfsleven als bestand deel der Staten-Genryaal Wel zal, als eenmaal nieuwe organen voor byzondere gebieden van het bedrijfsleven zyn verrezen, waarschyniyk aan een centraal or gaan behoefte ontstaan. Dat centrale orgaan zal echter niet deel mogen uitmaken van de Staten-Generaal. Het corporatieve beginsel, dat der groepsvertegenwoordiglng. moge bruik baar zyn voor de samenstelling van bedrijfs organen, het is verwerpelyk als grondslag voor het parlement, dat het algemeen belang heeft te vertegenwoordigen en te behartigen. Enkele leden, die met betrekking tot de thans aanhangige voorstellen tot dezelfde conclusie kwamen, wenschten in zoover van een minder absoluut standpunt te doen biy- ken, dat zy een ontwikkeling, waarby de volksvertegenwoordiging is opgebouwd op een sluitend systeem van corporaties, niet a priori wilden verwerpen. Indien Inderdaad het na tionale beroeps- en bedryfsleven in volle ver scheidenheid geheel sou zyn georganiseerd, is het denkbaar, dat op deze wyze de medezeg genschap des volks doelmatig tot uiting zou komen, ook In het licht van het algemeen be lang. Biykens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer in%gk>'-dë voorstellen tot w^zlglng van de Grondwet, wezen sommige led het voorstel, strekkende tot aanvi .bepalingen betreffende het kiesr iyk ten doel heeft den weg te kleine partyen uit de volksvejtgj te weren. Het parlementaire stelsel werkt het zuiverst, als slechts twee groote staatkundige bestaan, gelyk vroeger het geval was. stand behoort nu tot het verleden. heeft 'men zich neer te leggen. Doch niet be hoeft men lydeiyk aan te zien, dat een steeds verder gaande versnippering aan een yehoor- lyk functlonneeren van het parlementaire stel- sel in den weg staat en dit op den duur wel haast geheel onmogeiyk maakt. Andere leden meenden, dat de oplossing vin de in dit opzicht aanwezige moeilijkheden In andere richting behoort te worden gezocht. Zy zouden ih onze kieswetgeving het party- wezen erkend vrtllen zien. By de wet zouden dan elschen moeten worden gesteld, waaraan zou moeten worden voldaan, wil een vereenl- glng als politieke party, gerechtigd om by de verkiezingen candidaten te stellen. worden beschouwd. Die elschen zouden, wat het hier in het geding zynde doel betreft, betrekking moeten hebben op den tijd van bestaan* en op het asntal leden. t Het voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de voorgestelde grondwetswyziging zegt ojn.: Dat de regeering is teruggekomen op haar aanvankeiyk voornemen tot wijziging van de grondwetteiyke bepaling met betrekking tot de vryheid van drukpers, meenden sommige leden als een bewijs van zwakte te moeten beschou wen. scharieloaastelllng het algemeen belang ten nauwste is betrokken. DemagogiscHe krachten ■hebben dit vraagstuk ontwricht. ■X Er schynt te weinig aan te zijn gedacht, van hbe uitnemend democratisch belang hot is, dat de schadeloosstelling van dien aard zy, dat per sonen uit alle kringen der bevolking ‘in de Ka mer kunnen zitting nemen. By deze zignswyze sloten verscheidene andere ledein zich aan. Naar de meening van deze le- dep is ook in de tegenwoordige omstandighe den een bedrag van 54MO geenszins te hoog. Meent men, dat een verlaging noodzakeiyk is, dan moei, daarby echter naar hun oordeel se- ker\niet verder worden gegaan dan tot ƒ4500. Verscheidene leden verktaarden zich met het voorstel der regeering te kunnen vereenlgen. om -deze pynen te verdryven la een Mynhardt’s Poeder. P. stuk 8 et.; doos 45 gt. By Uw Drogist Vele leden gevoelden voor een voorschrift, dat het mogeiyk maakt, 'bladen, die misbruik maken van de persvryheid, te verplichten tot het opnemen van een antwoórd zonder by- of onderschrift en op een in het oog vallende plaats van dengene, wiens wenstjh daartoe door een bevoegde autoriteit rechtmatig is geacht. nlsatie der volkerenl Men moet het christen dom „een kans” geven, uit sportiviteit, want (zoo suggereert zulk een advertentie) als men niet fair is tegenover het oude christendom, en het de* kans niet gunt, dan loopt het af met de christenheid in Europa, dan wordt ze over rompeld door andere, nieuwere stroomlngen, die de werfkracht en de geestdrift hebben van het nieuwe, het oorspronkeiyke, het frissche. Is het christendom dan achteriyk geworden, onfrisch. verouderd, laat ons zeggen: oudbakken? Het christendom zélf kan niet verouderen. De leer der liefde is eiken dag even frisch. Ze is eeuwig. Maar de levenswyze van de christe nen, ja, daarin is veel verstard en verouderd en onfrisch en onaant^pkkelyk geworden. Daar gaat in menig geval geen werfkracht meer van uit. Het is nog alleen in staat, het christendom antipathiek te maken by zyn beoordeelaars. Berdlajeff merkt echter op, dat het Eunmee- sche christendom zich in een zware crisis be vindt, en hy verwacht, dat het uit deze crisis te voorschyn zal komen met grooter heeriyk- heid dan het te voren vertoonde. Wederom zyn, als zoo vaak in de geschiedenis, de christenen blootgesteld aan bloedige vervolging en harde onderdrukkingen in verschillende landen der wereld, en deze sterke anti-christeiyke stroo- ming zal vermoedelyk nog toenemen in felheid. De christenen hebben door hun lauwheid en hun oppervlakkigheid zelf dezen toestand uit gedaagd. Thans zyn zy wel gedwongen, de edel moedigheid. de offervaardigheid, de echte held haftigheid te toonen, die men niet meer by hen kon waarnemen, uitzonderingsgevallen daarge laten. De geschiedenis dwingt de christenen opnieuw tot een verwcrkeiyking van hun leer m het particuliere en in het openbare leven. De onwaardige christenen, die de waarde van het christendom onzichtbaar maakten, zyn thans gedwongen, hun onwaardigheid te boeten. - De wereld gaat nooit nieuwe dwalingen aanhan gen, zbolang de oude waarheid haar volle kracht toont. De opkomst van communisme en nationaal-soclalisme beteekent en geeft te verstaan, dat er met het christendom iets niet In orde Was. Maar de nieuwe dwalingen ont goochelen den rnensch al spoedig. Zal de oude waarheid dan haar volle kracht toonen? De ontgoochelde liberalen, waar gaan zy heen? Naar het oude en ware christendom of naar de nieuwe en leugenachtige heilsleer van het ma terialisme, linksch of rechtsch? Waarom trekt de waarheid hen niet sterker aan? Wie eeriyk deze vragen overweegt, zal voelen, wat er aan het christeiyke leven van heden, trots zyn ster ke uitwendige organisatie, ontbreekt, en deze zelfkennis zal het begin eener noodzakelyke zelfverbetering zyn. Onze maatsdhappy moet den terugweg vinden naar de liefde. Ze zoekt in lederen christen een gids. Russische wijsgeer Nicolai Berdlajeff 1 heeft by het Vita Nova Verlag ti Zürich A-^een drietal opstellen over het Christen dom uitgegeven, welke hy bundelde onder den titel: Over de waarde van het chris tendom en de onwaardigheid van de christenen. Dit te een titel, die te den ken geeft I Zoo gaarne betoogen wy met klem, dat het christendom de eenlge redding brengen uit den geestelijken en zelfs uit stoffeiyken chaos, die over Europa losbrak, doch wat bedoelen wy dan met „het christendom"? De verheven leer van het Evangelie en de over levering der heiligen of bedoelen wy de prac- tlsche levenswijze van de tegenwoordige chris tenen? wy weten natuuriyk heel goed, dat beide in overeenstemming moeten zyn, doch het is heusch geen bescheidenheid, het is dood gewone waarheidsliefde, die ons moet doen toegeven, dat in bet openbare leven nogal eens iets aan deze noodzakelyke overeenstemming ontbreekt. De apologie van het christendom hebben wy rustig overgelaten aan de weten- schappeiyk gevormde Intellectueelen, in het volle vertrouwen, dat dezen wel, toegerust met hun groote kennlk, op alle bezwaren, van an dersdenkende zijde geopperd, een passend en overtuigend antwqprd zouden geven. Maar de ware apologie van hét christendom is het leven van de christenen. Het is niet alleen het parti culiere vrome leven van dezen of genen chris ten, het is vooral het openbare en het histori sche leven van de geheele gemeenschap der christenen, waarvan een apologetische, overtui gende werking op de wereld moet uitgaan. Ge beurt dit nog? Nicolai Berdlajeff schroomt niet te beweren: „Het grootste argument tegen het christen dom leveren in onzen Ujd de christenen zelf”. Dit js een ernstig woord! De christenen zyn door hun gedrag en door de oppervlakkigheid van hun levensopvattingen zoo meent deze cultuur-phllosoof een beletsel voor degenen, die de waarheid zoeken. Ze wt>rden tot het christendom niet meer aangetrokken, zoodra ze met de christenen hebben kennis gemaakt, en daarom zoeken zy het by allerlei schynvormen van godsdienst, allerlei verbasteringen, verwa- teringen en versmeltingen van Indische of an tieke heilsgedachten, en ten slotte by een har de goddeloosheid, die de basis wordt van een nationalistisch rechtvaardigheids-ideaal of van een antl-christeiyken grootheidsdroom. In vroeger tyden wist men beter onderscheid te maken tusschen de leer en het leven, maar het tegenwoordige gedachten-leven wordt be- heerscht door een sterke aandacht voor den mensch en voor bet menscheiyke, en dit is de reden, waarom men ook het christendom niet meer beoordeelt naar wat het wezenlyk is, doch alleen naar de wyze, waarop het zich Mn de waarneming voordoet, d.wx. naar het leven van de geloovlgen. De lauwe geloovigen ver dringen dus de aandacht, die moest uitgaan mar het vurige geloof. De slechte christenen stellen bet voortreffelijke christendom in de schaduw. Het meerendeel onzer tydgenooten is vast overtuigd, dat de oppervlakkige, al te luchthartig levende christenen, die geen geest drift en geen bezieling meer kennen en die ge heel zyn opgegaan in de lauwheid en lamlen digheid der burgeriyke maatschappy, de echte vertegenwoordigers zyn van den christelyke godsdienst, en ze komen tot de (verkeerde, maar in zulk geval begrijpeiyke) gevolgtrek king, dat het christendom een dood stelsel van wetten, voorschrifteh en geloofspunten zou zyn. waarvan geen begeesterende kracht meer uit gaat, en dat het christendom zyn tyd gehad beeft. Het behoort tot een voorbygegaan tyd- perk van de geschiedenis der menschheid, zoo redeneeren deze ongeloovlgen, die slechts naar het leven der christenen kyken. Het beeft zich zelf overleefd, er gaat geen enthousiasme meer van uit, en het zal weldra gedoemd zyn, plaats te maken voor nieuwe geestdriftige bewegingen, die de wereld overstroomen. Het christendom Is nog juist goed genoeg voor gezapige en lau we conservatieven, maar den vooruitstrevenden mensch hééft het niets te bieden. Het is een herinnering aan vroegere grootheid. Thans ver keert bet in pen diep verval, een soort dood slaap, waaruit het wel niet meer zal ontwaken. Zoo is Inderdaad de meening van v4eti. Wie bet christendom werkeiyk kenfc, weet heel goed, dat deze meening volstrekt onjuist is. Het christendom is de religie van de liefde. Doch kan men zeggen, dat deze mystieke lief de tegenwoordig nog het openbare christelyke leven in Europa doordringt, er vorm en kleur aan geeft, er het onmlddeliyk waarneembare kenmerk van vormt? Zeker, de liefde is niet uitgestorven. Ze zal nooit geheel verdwünen uit het mystieke Lichaam van Christus, waarvan de liefde de hartslag is. Maar ze schynt rich te hebben teruggetrokken binnen ondoordring bare muren, deze liefde. Ze straalt niet meer uit naar buiten, in *t openbare, voor iedereen zichtbare leven. Men ziet, als buitenstaander, vandaag de vferkeiyke grootheid van de chris telyke levensopvatting niet. „Het christendom is mislukt. Het heeft in tweeduizend jaren van de menschen weinig goeds kunnen maken Deze meening hoort men herbaaldeiyk, b.v. op paciflsten-corigressen of op sociale bijeenkomsten van maatschappij hervormers met een materialistische wereldbe schouwing. En deze meening vindt bulten onze kringen heel wat meer aanhang dan wy door gaans wel weten of gelooven. De .mislukking van het christendom”, in dezen zin opgevat, is een vaste stelregel van de communistische pro paganda. Wy weten, dat deze veel verkondigde meening onjuist en onhoudbaar is, en onrecht vaardig, maar wat kunnen wy er tegen in bren gen? Een neutraal orgaan bevatte onlangs hier in Nederland een geweldig groote advertentie, bestaande uit de woorden: .Geef bet christen dom een kans!” Het feit, dat zulk een annonce mogeiyk te in een land, dat toch geheel door het christendom werd beechMfd en beheerscht, *n dat in wezen nog gltyd een chrlsteiyk land beat, mag men een rechtbeteekenend feit noe men! Bet christendom moet om een kansje bedelen, nadat het alle vormen van beschaving heeft beheerscht, nadat het de grondslag is ge- *aaat van alle wetgeving, van alle bestuuraor- daning, van alle geestelijke en stotfeiyke orga- stem te doen boeren. Vrijdag 30 October zal te Den Haag de Ver- eenlging ter beoefening van de Krijgsweten schap een vergadering houden. De directeur van de Hoogere Krijgsschool, kol. jhr. J. Th. Alting von Geusau, zal een voordracht houden over: „Is herziening van de dienstplichtwet urgent?” Kolonel Alting von Geusau zal de volgende stellingen bespreken: Met het huidige contingent kan onze weer macht, zooals die thans bestaat, reeds niet van een voldoende aantal menschen voorzien worden. Als straks luchtdoelgeschut. infanterie- geechut e. a- materieel van het defensiefonds by de weermacht worden ingedeeld, zijn daar, voor geen menschen beschikbaar, tenxy men andere onderdeelen verzwakt. Ook ter .wille van versterking onzer Infanterie en van het verschaffen van meer oefenge legenheid aan reserve-officieren, - is conttn- gentsüitbreidlng noodig. evenals een ver lenging van den eersten oefentijd voor de on bereden wapens. Het aantal lichtingen, waaruit het oorlogs- leger gerecruteerd wordt, moet verminderd worden en een derde herhalingsoefening in gevoerd. Tenslotte is een verdere verlenging van den eersten oefentijd van sommige categorieta met bet oog op een voortdurend strategische veilige heid tegen overvallingen noodzakeiyk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 5