Rijksmiddelen
ONWAARDIGEN
I
I
I
1
Drukpersvrijheid
r
enjtainervc
bedrijfsleven
Ministers zonder
portefeuille
Het oproepen van
dienstpmhtigen
I
I
I
n
I
VALUTA-OVEREENKOMST
1
I
MEN MIST BELANGRIJKE
VRAAGSTUKKEN
INKOMEN DER KROON
1
SCHADELOOSSTELLING
AAN KAMERLEDEN
II
Hoofdpijn, Kiespijn.
TENTOONSTELLING
bij „PIUS r
12% jerig btateee Ma
oaxe Ktuui- en Beekkendel
ZATERDAG 17 OCTOBER 1936
VAN WEEK TOT WEEK
Sluit Nederland zich aan?
De B. V.L.
Amtleriam
Organisch kiesrecht
niet genoemd
COMMISSIE VAN TOEZICHT
BENOEMD
Staatssecretarissen
gewenscht
Betere wettelyke regeling in de
Tweede Kamer bepleit
Evenredige vertegen
woordiging Z'1
Stellingen van den directeur der
Hoogere Krygaachool
HOOGER INVOERRECHT OP
ZUIVEL IN BELGIË
INDISCH INVOERRECHT
LAGER?
ONZE WEERMACHT IS
onvoldoende:
I
B
Regeering zet haar bemoeiingen
onveranderd voort
Op naleving van verbindend- en
onverbindendvertdaring van
overeenkomsten
Tweede Kamer acht de mogelijk
heid ervan wel gewenacht
Grond wettelyke voorziening in
Tweede Kamer bepleit
S
SI
ft
#1
CONTACT TUSSCHEN RIJK
EN GEMEENTEN
Speejaal rapport had een veel
grooter veld kunnen
beatryken
Ordening van beroeps
en bedrijfsleven
Wetevooretellen wekken gemengde
gevoelene in de Tweede Kamer
Tweede Kamer stemt met niet-
invoerihg in
WyzigingevoorateUen vinden
zlechtz weinig kritiek
In de eerate negen, maanden ruim
f 11 millioen beneden de
raming gebleven
Wettelyke erkenning van party-
wezen tegen veranippering
bepleit
Tweede Kamer dringt aan op
acherp toezicht, maar
repreaaieh
Vooratellen tot wyziging vinden
practiach geen bezwaren
Penaioenen
wy nodigen U uit tot een bezoek
R. de Wit eu Chr. Ddmen
ReeJkèiaatrent 35f
Bacon-export
OW
\1
4
a
4
I
D.
A.
t
7
k
k
Ten slotte spraken verscheidene leden er hun
verwondering over uit, dat het kabinet niet
heeft oyergenomen het voorstel der staatscom
missie betreffende de'cumulatie van de mlnts-
het pensioen als Kamerlid. Zij
terwedde mi
achten dese/bpudlng te meer bevreemdend, wijl
vtpagere gelegenheid het afsnijden .van
nulatle dor de regeering juist op aan de
at, ontkende overwegingen la afgewe-
bij een
deze\t
Grond'
sen.
kan
den
partijen
Me toe-
V
h
regelenden de
echter officieel
relding en ook later over die «naatregelen hun
Het voorstel tot het verleenen van pgn jaar-
Ujkach Inkomen uit "s Rijks kas aan den Prins
gemaal vond geen bedenking. Vele leden juich
ten dat voorstel toe.
Vele andere leden noemden de voorgestelde
bedragen geenszins onredelyk. De bewering, dat
het Inkomen der Kroon eigenlijk niet wordt ver.
mlnderd doch gesplitst, achtten zij niet wel
houdbaar.
loplg verslag der TWeede
udwetswyziging bepleitten
tl grondwelteiyke voorrie-
i het vooral in den laat-
BATAVIA. 16 Oct. (Aneta.) Het „Nieuws van
den Dag voor Ned-Indlë" verneemt, dat eerst
daags een verlaging van invoerrechten op ver
scheidene import-artlkelen verwacht kan wor
den en wel door reductie der opcenten in dier
voege, dgt de opcenten die thans 50 pCt. be
dragen tot 35 pet. zullen worden verminderd,
terwijl de opcenten, die thans 30 pCt. bedragen
zullen verdwijnen.
De landsinkomsten sullen hierdoor en door
de zoutprijs-verlaging met ruim tien millioen
gulden verminderen.
I erop. dat
JiK van de
bt. kenne-
ienen, de
iwoordlging
Naar het „Handelsblad” meldt, heeft de re
geering besloten, om ondanks de door het goud-
embargo sterk gewijzigde omstandigheden, hare
bemoeiingen met den bacon-export voorloopig
onveranderd te laten na 1 November as., al
leen met dit verschil uit den aard der saak
dat bij de aanbesteding van het slachtwerk
géén geheime afspraken en „opzetjes" meer
kunnen worden gemaakt.
Naar den Brusselscben correspondent van het
Handelsblad ter oore komt staat bet reeds vast,
dat de Invoerrechten op ettelijke zuivelproduc
ten in België verhoogd worden. In het depar
tement van Landbouw verkleinde men. dat bet
recht op boter naar alle 'waarschijnlijkheid
van 6 tot 9 franc, dat van gecondenseerde melk
en room van fr. 0.80 tot fr. 1.60 en dat van
melk en room in poedervorm of in blokken van
fr. 3 tot fr. 4 verhoogd zal worden. Voor boter
zou dit een verhooglng met 50 pCt voor de
telde andere producten met 100 pCt. betee-
kenen.
Volgens een persbericht uit Washington aan
de „Msb.”, zouden Nederland, België en Zwit
serland met het Amerikaansche ministerie van
Financiën onderhandelen over toetreding tot
de onlangs tusschen Engeland, Frankrijk en de
Vereenlgde Staten getroffen valuta-overeen
komst. waarbij de wlaselkoersstabUisatiefondsen
van deze landen elkaar technlschen steun toe
zegden Inzake de wisselkoersen en de goud-
beweglng.
Verscheidene Tweede Kamerleden gaven In
het Voorloopig Verslag over de wijzigingsvoor
stellen der Grondwet uiting aan hun .r^enomen-
held met bet feit, dat de regeering het advies
van de staatscommissie heeft gevolgd om het
dublum op te heffen, dat In Maart 1936 tot een
meenlngsverschll heeft geleid.
Vele leden daarentegen juichten
het toe, dat de regeering inzake de
drukpersvrijheid op haar aanvanke
lijk voornemen is teruggekomen.
Verscheidene dezer leden stelden voorop, dat
zij zich met betrekking tot de vraag, of artikel
7 der Grondwet, zooals dat thans luidt, cen
suur In den vorm van een verschijningsverbod
toelaat, onvoorwaardelijk schaarden Mn de
zijde van hen, die deze vraag In ontkennenden
zin beantwoorden. Dat de regeering deze op
vatting niet deelt, verontrustte deze leden.
Zulk een verbod toch achtten zy preventieve
censuur in de ergste gedaante.
Wel erkenden de hlerbedoelde leden, dat de
wijze, waarop in den laatsten tijd van sommige
zijden van het recht van openbare meenlngs-
ulting gebruik wordt gemaalét, zorg baart.
Daartegen wenschten zij echter uitsluitend re
pressief te zien opgetreden.
Wat de voorgestelde vermindering van het
pensioen van de leden de Tweede Kamer be
treft, gaven verscheidene leden de voorkeur aan
bet voorstel der staatscommissie, die het
maximum niet, gelijk de regeering, op ƒ3800,
doch op 3400 gesteld had willen zien.
Verslag der
voorgestelde
Met ingang van Vrijdag zijnbenoemd tot
leden van de commissie, bedoeld in artikel 13
van de Wet op het algemeen verbindend en*
oh verbindend verklaren van ondememersover-
ébnkomsten 1935 (belast met het toezicht op de
naleving der verbindend en onverbindend ver
klaring)
Mr. T. J. Verschuur, oud-mlnister var. Eco
nomische Zaken, te Voorburg; prof. mr. E. M.
Meyers, hoogleeraar aan, de rijksunlvers^elt te
Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer betreffende de voorgesftide grondwetswij
zigingen meenden verscheidene leden de opmer*
king niet achterwege te mogen laten, dat het
inkomen van de Kroon in het voorstel der re
geering eigenlijk niet wordt verminderd, docÉ
slechts gesplitst. Dit had deze leden* wel ver
wonderd. Zij veronderstelden Intusschen, dat
't feit, dat geen wezenlijke verlaging van h$t
inkomen der Kroon wordt voorgesteld, zijn ver
dediging moet vinden in de daling van de uit
komsten uit bet kroondomein.
Leiden; prof. dr. N. 3. Polak, hoogleeraar aan
de Ned. Handels-hoogeschool, te Rotterdam;
prof. dr. J. van Loon, byzotMer hoogleeraar aan
de rijksuniversiteit te Utrecht; prof. mr. C. F.
M..Romme, buitengewoon hoogleeraar aan de
R. K. Handelahoogeschool te Tilburg, Ie Am
sterdam; mr. A. M. Engels, administrateur,
hoofd van de afdeeling arbeid van het depar
tement van Sociale Zaken, te "s Gravenhage;
drs. M. de Blperne, directeur van den crisis-ac-
countantsdlerist,-te "s Gravenhagedrs. J. H.
Gispen, referendaris aan het departement van
Handel. Nijverheid en Scheepvaart, te ’s Gra
venhage; jhr. mr. G. A. M. J. Ruys de Beercn-
brouck. te Born; mr. A. Stoop, werkzaam bij
het departement van Justitie, te 's Graven
hage.
Voorts Is aangewezen als voorzitter: mr. T.
J. Verschuur; als onder-voerritter prof. mr. E.
M. Meyers en als secretaris drs. J. H. Gispen.
Blijkens het voor!
Kamer over de Gb
verscheidene leden e
nlng ten aanzien XI
sten tijd in de Staten-Generaal herhaaldeiyk
ter sprake gekomen contact tusschen rijk en
gemeenten. De gemeenten aldus deze leden
betrokken bjj tal van «ettelijke maat-
de uitvoering daarvan. Zij missen
1 gelegenheid tijdens de voorbe-
Voorts werd nog een ander denkbeeld in de
aandacht der regeering aanbevolen. Sinds de
oprichting van den Bijzonderen Vrywilligen
Landstorm is nog een andere mobilisatie dan
vroeger mogelijk geworden. Een aantal van
85.000 dienstplichtigen, die daartoe bij voor
baat den wensch te kennen hebben gegeven,
kunnen door de regeering tot vrijwillige op
komst in werkeljjken dienst worden toegelaten.
Artikel 187 der Grondwet is hierop niet van
toepassing en de regeering behoeft dus niet
„onverwijld” een wetsontwerp in te dienen,
waarin het in dienst blijven van deze dienst
plichtigen en reservisten wordt bepaald. De hler
bedoelde leden -tpeenden, dat de vraag, of die
manschappen óhttet'de Wapenen zullen blijven,
evenzeer aan de Staten-Generaal dient te wor
den voorgelegd als zulks by een gewone .mobili
satie het geval is.
Ook dit desideratum kon de instemming van
verscheidcne^JWën niet verwerven.
Aan het Voorloopig Verslag van de Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp tot het tn
omrweging nemen wan voorstellen tot ver
andering in de Grondwet, ontleenen wy het
volgende
Intusschen zouden deze leden gaarne zien,
dat van deze gelegenheid gebruik gemaakt werd
om een andere verbetering in artikel 187 aan
te brengen.
Wel kan, naar zy meenden, zonder bezwaar
worden teruggekeerd tot het beginsel, dat tege
lijkertijd met het uitvMrdigen van een mobili-
satiebevel een wetsontwerp by de Staten-Gene-
raai behoort te worden Ingediend.
Verscheidene andere leden verklaarden met
den hier uitgesproken wensch niet te kunnen
Instemmen.
Vele leden waren va^ meening, dat het
van belang zou zyn geweest. Indien gefun
deerde meerlingen omtrent alle belangryke
vraagstukken, welke ons volk en zyn ver
tegenwoordiging bezighouden, uit een rap
port waren gebleken. By den door de regee
ring gekozen opset en by de gevolgde werk-
wyze is dit van meet af aan uitgesloten ge
weest.
Men begreep zeer wel. dat een wyze van be
handeling als de bedoelde voor het kabinet een
aanzieniyke verzwaring van zyn arbeid zou
hebben beteekend. Het was juist om deze re
den, dat men een tydige inschakeling van an
dere krachten nuttig en noodzakeiyk zou heb
ben geacht, om zoo een veel grooter veld te
kunnen bestrijken.
Biykens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer inzake de voorstellen tot Grondwets
wijziging bestond by enkele leden tegen den
Inhoud van het ontwerp betreffende de mi
nisters zonder portefeuille, ernstig bezwaar.
Een reden om de voorgestelde
herziening als geheel af te wijzen,
vonden deze leden in hun onbevre
digdheid over de gevolgde procedure
niet.
-Volgens enkele der hier aan het woord zynde
leden zou een breed opgezet onderzoek,uitge
gaan van de Idee der decentralisatie, o.m. de
volgende punten moeten bespreken:
De vervanging van het bestaande Individua
listische kiesrecht door een organisch met ais
uitgangspunt het gezin; ■'''-fr'’"
De inschakeling van de territoriale onderdee-
len van het rijk by de voorbereiding, uitvoering
en toepassing van wettelyke regelingen;
de instelling van zgn. „Vorberatungs”-orga-
nen, overkoepeld dom- een centraal orgaan, met
geiyktydige inperking van de taak van den Raad
van State; en
een wijziging van de taak der Eerste Kamer,
die thans te veel een doublure van'de Tweede
Vele leden gaven als hun gevoelen te kennen,
dat de regeering goed heeft gedaan met zich
tot een beperkte Grondwetsherziening te bepa
len, daar de denkbeelden van hen, die een or
dening van het maatschappeiyk leven voor-
staan, nog zoo weinig zyn geordend.
-P-
Biykëns het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer iifcaae de voorstellen tot grondwets-
wyziging wenschten sommige leden hun stand
punt ten aanzien van een nadere regeling in da
Grondwet .van de grondslagen voor ordening van
het beroeps- en bedrijfsleven te bepalen aan de
nand van de ervaringen, welke naar hun in
zicht in de gfgeloopen jaren zijn opgedaan met
betrekking tot de z.g.n. bedrijfsorganisatie.
Komt een bedryfsregeling tot stand zonder
medewerking van de overheid, dan ligt het
uiterMrd ter uitsluitende beoordeeling van de
bedrijfsgenooten, of zy op den duur wenscheiyk
zal biyken te zyn voor den bedrijfstak, da» we»
of van de verstarrende werking daarvan dient
te worden teruggJkomen.
Als de overheid aan dergeiyke bedryfsrege-
lingen haar sanctie gaat hechten, dan wordt
het bedrijfsleven gebonden aan regelen, die het,
wellicht niet verdragen kan.
Verscheidene leden juichten het toe, dat
de regeering te dezen opzichte een poging
tot nadere fundëering in de Grondwet niet
achterwege heeft gelaten.
Dit vooropstellende, hechtten zy er aan te
verklaren,.dat naar hun meening het zwaarte
punt niet zoozeer ligt in de uiteraard noodzake-
lyke, formecie voorschriften, als wel in een
dMdwerkeiyk gebruik maken van de geschapen
mogeiykheden
Verscheidene andere leden, die meenden
hunnerzyds over deze aangelegenheid slechts
een enkele opmerking te moeten maken en zich
daarbij uitsluitend te moeten baseeren op het
geen is voorgesteld, gaven als hun oordeel te
kennen, dat aan een gewyzigde editie van ar
tikel 194 der Grondwet, wgarop de ontworpen
bepalingen in feite neerkotüen, elgeniyk geen
behoefte bestaat.
Van verschillende andere zijden daarentegen
verklaarde men zich met het hlerbedoelde
voorstel te kunnen vereenlgen. Daarby werd
er de nadruk op gelegd, dat het voorstel slechts
de mogeiykheld epent ministers zonder por
tefeuille te doen optreden. In hoever van die
mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt, zal
van de omstandigheden afhangen. En de
Staten-Generaal hebben de bevoegdheid over
dat gebruik hun meening uit te spreken.
Algemeen waren de leden, hier aan het
woord, van oordeel, dat het hlerbedoelde ge
bruik zeer beperkt zal moeten zyn.
Verscheidene leden bepleitten in dit ver
band ook het openen van de mogelijkheid tot
het benoemen van staatssecretarissen.
Biykens 't,Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer over de voorstellen tot grondwetswyziging
-zouden verscheidene "leden het als een verbete
ring beschouwen indien de thans geldende re-
,2 geling in zake de verblijfkosten van de leden
der Eerste Kamer zou worden Vervangen door
een regeling, waarby *n vaat bedrag als sdhade-
loosstelllng werd bepaald.
Om de' gedachten te bepalen werd in dit ver
band oen bedrag van ƒ1000 per jaar genoemd.
Andere leden zouden de toekenning van een
vaste schadeloosstelling ook aan de leden der
Eerste Kamer niet gewenscht oordeelen'.
Met betrekking tot d$ vermindtglng van de
schadeloosstelling van de leden der Tweede Ka
mer werd door verscheidene leden de opmer
king gemaakt, dat de overgroote meerderheid
van de leden der Kamer sinds jaren niet het.
volle hunkachtens *dè grondlvet toekonaoode
bedrag heeft getoucheerd. D^ze-ervaring had,
sur men meénde, van voorstallen als dtf thans
op dit punt gedane behooren te doen afzien.
De leden, hier aan pet Geoord, .konden zich
niet onttrekken aau den iqfjpufc,(dat onvoldoen
de rekening is gehouden met de Omstandigheid,
dat by de vaststelling van de hlerbedoelde
-
De rjjksmiddelen hebben over Sep
tember opgebracht f 31.926.038, het
geen f 908.848 meer is dan over Sep
tember 1935 en f968.622 meer dan
1/12 van de raming.
De opbrengst over de eerste negen
maanden van dit j'aar was f 267.518.567
en is daarmede f 11.125.183 beneden
9/12 van de raming gebleven en
f 6.101.906 beneden de opbrengst der
eerste negen ipaanden in 1935.
Biykens het Voorloopig
Tweede Kamer inzake de
grondwetswyziging stemden vele leden er
mede In, dat de Uegeering, in overeenstem
ming met het advies der staatscommissie,
heeft afgezien van het doen van voorstel
len. die de mogeiykheid zouden scheppen,
over- te gaan tot de instelling van een
kamer voor het bedryfsleven als bestand
deel der Staten-Genryaal
Wel zal, als eenmaal nieuwe organen voor
byzondere gebieden van het bedrijfsleven zyn
verrezen, waarschyniyk aan een centraal or
gaan behoefte ontstaan. Dat centrale orgaan
zal echter niet deel mogen uitmaken van de
Staten-Generaal. Het corporatieve beginsel,
dat der groepsvertegenwoordiglng. moge bruik
baar zyn voor de samenstelling van bedrijfs
organen, het is verwerpelyk als grondslag
voor het parlement, dat het algemeen belang
heeft te vertegenwoordigen en te behartigen.
Enkele leden, die met betrekking tot de
thans aanhangige voorstellen tot dezelfde
conclusie kwamen, wenschten in zoover van
een minder absoluut standpunt te doen biy-
ken, dat zy een ontwikkeling, waarby de
volksvertegenwoordiging is opgebouwd op een
sluitend systeem van corporaties, niet a priori
wilden verwerpen. Indien Inderdaad het na
tionale beroeps- en bedryfsleven in volle ver
scheidenheid geheel sou zyn georganiseerd, is
het denkbaar, dat op deze wyze de medezeg
genschap des volks doelmatig tot uiting zou
komen, ook In het licht van het algemeen be
lang.
Biykens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer in%gk>'-dë voorstellen tot w^zlglng van
de Grondwet, wezen sommige led
het voorstel, strekkende tot aanvi
.bepalingen betreffende het kiesr
iyk ten doel heeft den weg te
kleine partyen uit de volksvejtgj
te weren.
Het parlementaire stelsel werkt het zuiverst,
als slechts twee groote staatkundige
bestaan, gelyk vroeger het geval was.
stand behoort nu tot het verleden.
heeft 'men zich neer te leggen. Doch niet be
hoeft men lydeiyk aan te zien, dat een steeds
verder gaande versnippering aan een yehoor-
lyk functlonneeren van het parlementaire stel-
sel in den weg staat en dit op den duur wel
haast geheel onmogeiyk maakt.
Andere leden meenden, dat de oplossing
vin de in dit opzicht aanwezige moeilijkheden
In andere richting behoort te worden gezocht.
Zy zouden ih onze kieswetgeving het party-
wezen erkend vrtllen zien. By de wet zouden
dan elschen moeten worden gesteld, waaraan
zou moeten worden voldaan, wil een vereenl-
glng als politieke party, gerechtigd om by de
verkiezingen candidaten te stellen. worden
beschouwd. Die elschen zouden, wat het hier
in het geding zynde doel betreft, betrekking
moeten hebben op den tijd van bestaan* en op
het asntal leden. t
Het voorloopig Verslag der Tweede Kamer
over de voorgestelde grondwetswyziging zegt
ojn.:
Dat de regeering is teruggekomen op haar
aanvankeiyk voornemen tot wijziging van de
grondwetteiyke bepaling met betrekking tot de
vryheid van drukpers, meenden sommige leden
als een bewijs van zwakte te moeten beschou
wen.
scharieloaastelllng het algemeen belang ten
nauwste is betrokken. DemagogiscHe krachten
■hebben dit vraagstuk ontwricht.
■X
Er schynt te weinig aan te zijn gedacht, van
hbe uitnemend democratisch belang hot is, dat de
schadeloosstelling van dien aard zy, dat per
sonen uit alle kringen der bevolking ‘in de Ka
mer kunnen zitting nemen.
By deze zignswyze sloten verscheidene andere
ledein zich aan. Naar de meening van deze le-
dep is ook in de tegenwoordige omstandighe
den een bedrag van 54MO geenszins te hoog.
Meent men, dat een verlaging noodzakeiyk is,
dan moei, daarby echter naar hun oordeel se-
ker\niet verder worden gegaan dan tot ƒ4500.
Verscheidene leden verktaarden zich met het
voorstel der regeering te kunnen vereenlgen.
om -deze pynen te verdryven la een Mynhardt’s
Poeder. P. stuk 8 et.; doos 45 gt. By Uw Drogist
Vele leden gevoelden voor een voorschrift,
dat het mogeiyk maakt, 'bladen, die misbruik
maken van de persvryheid, te verplichten tot
het opnemen van een antwoórd zonder by-
of onderschrift en op een in het oog vallende
plaats van dengene, wiens wenstjh daartoe
door een bevoegde autoriteit rechtmatig is
geacht.
nlsatie der volkerenl Men moet het christen
dom „een kans” geven, uit sportiviteit, want
(zoo suggereert zulk een advertentie) als men
niet fair is tegenover het oude christendom, en
het de* kans niet gunt, dan loopt het af met
de christenheid in Europa, dan wordt ze over
rompeld door andere, nieuwere stroomlngen, die
de werfkracht en de geestdrift hebben van het
nieuwe, het oorspronkeiyke, het frissche. Is het
christendom dan achteriyk geworden, onfrisch.
verouderd, laat ons zeggen: oudbakken?
Het christendom zélf kan niet verouderen.
De leer der liefde is eiken dag even frisch. Ze
is eeuwig. Maar de levenswyze van de christe
nen, ja, daarin is veel verstard en verouderd
en onfrisch en onaant^pkkelyk geworden. Daar
gaat in menig geval geen werfkracht meer van
uit. Het is nog alleen in staat, het christendom
antipathiek te maken by zyn beoordeelaars.
Berdlajeff merkt echter op, dat het Eunmee-
sche christendom zich in een zware crisis be
vindt, en hy verwacht, dat het uit deze crisis
te voorschyn zal komen met grooter heeriyk-
heid dan het te voren vertoonde. Wederom zyn,
als zoo vaak in de geschiedenis, de christenen
blootgesteld aan bloedige vervolging en harde
onderdrukkingen in verschillende landen der
wereld, en deze sterke anti-christeiyke stroo-
ming zal vermoedelyk nog toenemen in felheid.
De christenen hebben door hun lauwheid en
hun oppervlakkigheid zelf dezen toestand uit
gedaagd. Thans zyn zy wel gedwongen, de edel
moedigheid. de offervaardigheid, de echte held
haftigheid te toonen, die men niet meer by hen
kon waarnemen, uitzonderingsgevallen daarge
laten. De geschiedenis dwingt de christenen
opnieuw tot een verwcrkeiyking van hun leer
m het particuliere en in het openbare leven. De
onwaardige christenen, die de waarde van het
christendom onzichtbaar maakten, zyn thans
gedwongen, hun onwaardigheid te boeten. - De
wereld gaat nooit nieuwe dwalingen aanhan
gen, zbolang de oude waarheid haar volle
kracht toont. De opkomst van communisme en
nationaal-soclalisme beteekent en geeft te
verstaan, dat er met het christendom iets niet
In orde Was. Maar de nieuwe dwalingen ont
goochelen den rnensch al spoedig. Zal de oude
waarheid dan haar volle kracht toonen? De
ontgoochelde liberalen, waar gaan zy heen?
Naar het oude en ware christendom of naar de
nieuwe en leugenachtige heilsleer van het ma
terialisme, linksch of rechtsch? Waarom trekt
de waarheid hen niet sterker aan? Wie eeriyk
deze vragen overweegt, zal voelen, wat er aan
het christeiyke leven van heden, trots zyn ster
ke uitwendige organisatie, ontbreekt, en deze
zelfkennis zal het begin eener noodzakelyke
zelfverbetering zyn. Onze maatsdhappy moet
den terugweg vinden naar de liefde. Ze zoekt
in lederen christen een gids.
Russische wijsgeer Nicolai Berdlajeff
1 heeft by het Vita Nova Verlag ti Zürich
A-^een drietal opstellen over het Christen
dom uitgegeven, welke hy bundelde onder den
titel: Over de waarde van het chris
tendom en de onwaardigheid van
de christenen. Dit te een titel, die te den
ken geeft I Zoo gaarne betoogen wy met klem,
dat het christendom de eenlge redding
brengen uit den geestelijken en zelfs uit
stoffeiyken chaos, die over Europa losbrak, doch
wat bedoelen wy dan met „het christendom"?
De verheven leer van het Evangelie en de over
levering der heiligen of bedoelen wy de prac-
tlsche levenswijze van de tegenwoordige chris
tenen? wy weten natuuriyk heel goed, dat
beide in overeenstemming moeten zyn, doch
het is heusch geen bescheidenheid, het is dood
gewone waarheidsliefde, die ons moet doen
toegeven, dat in bet openbare leven nogal eens
iets aan deze noodzakelyke overeenstemming
ontbreekt. De apologie van het christendom
hebben wy rustig overgelaten aan de weten-
schappeiyk gevormde Intellectueelen, in het
volle vertrouwen, dat dezen wel, toegerust met
hun groote kennlk, op alle bezwaren, van an
dersdenkende zijde geopperd, een passend en
overtuigend antwqprd zouden geven. Maar de
ware apologie van hét christendom is het leven
van de christenen. Het is niet alleen het parti
culiere vrome leven van dezen of genen chris
ten, het is vooral het openbare en het histori
sche leven van de geheele gemeenschap der
christenen, waarvan een apologetische, overtui
gende werking op de wereld moet uitgaan. Ge
beurt dit nog?
Nicolai Berdlajeff schroomt niet te beweren:
„Het grootste argument tegen het christen
dom leveren in onzen Ujd de christenen zelf”.
Dit js een ernstig woord! De christenen zyn
door hun gedrag en door de oppervlakkigheid
van hun levensopvattingen zoo meent deze
cultuur-phllosoof een beletsel voor degenen,
die de waarheid zoeken. Ze wt>rden tot het
christendom niet meer aangetrokken, zoodra ze
met de christenen hebben kennis gemaakt, en
daarom zoeken zy het by allerlei schynvormen
van godsdienst, allerlei verbasteringen, verwa-
teringen en versmeltingen van Indische of an
tieke heilsgedachten, en ten slotte by een har
de goddeloosheid, die de basis wordt van een
nationalistisch rechtvaardigheids-ideaal of van
een antl-christeiyken grootheidsdroom.
In vroeger tyden wist men beter onderscheid
te maken tusschen de leer en het leven, maar
het tegenwoordige gedachten-leven wordt be-
heerscht door een sterke aandacht voor den
mensch en voor bet menscheiyke, en dit is de
reden, waarom men ook het christendom niet
meer beoordeelt naar wat het wezenlyk is,
doch alleen naar de wyze, waarop het zich Mn
de waarneming voordoet, d.wx. naar het leven
van de geloovlgen. De lauwe geloovigen ver
dringen dus de aandacht, die moest uitgaan
mar het vurige geloof. De slechte christenen
stellen bet voortreffelijke christendom in de
schaduw. Het meerendeel onzer tydgenooten is
vast overtuigd, dat de oppervlakkige, al te
luchthartig levende christenen, die geen geest
drift en geen bezieling meer kennen en die ge
heel zyn opgegaan in de lauwheid en lamlen
digheid der burgeriyke maatschappy, de echte
vertegenwoordigers zyn van den christelyke
godsdienst, en ze komen tot de (verkeerde,
maar in zulk geval begrijpeiyke) gevolgtrek
king, dat het christendom een dood stelsel van
wetten, voorschrifteh en geloofspunten zou zyn.
waarvan geen begeesterende kracht meer uit
gaat, en dat het christendom zyn tyd gehad
beeft. Het behoort tot een voorbygegaan tyd-
perk van de geschiedenis der menschheid, zoo
redeneeren deze ongeloovlgen, die slechts naar
het leven der christenen kyken. Het beeft zich
zelf overleefd, er gaat geen enthousiasme meer
van uit, en het zal weldra gedoemd zyn, plaats
te maken voor nieuwe geestdriftige bewegingen,
die de wereld overstroomen. Het christendom
Is nog juist goed genoeg voor gezapige en lau
we conservatieven, maar den vooruitstrevenden
mensch hééft het niets te bieden. Het is een
herinnering aan vroegere grootheid. Thans ver
keert bet in pen diep verval, een soort dood
slaap, waaruit het wel niet meer zal ontwaken.
Zoo is Inderdaad de meening van v4eti.
Wie bet christendom werkeiyk kenfc, weet
heel goed, dat deze meening volstrekt onjuist
is. Het christendom is de religie van de liefde.
Doch kan men zeggen, dat deze mystieke lief
de tegenwoordig nog het openbare christelyke
leven in Europa doordringt, er vorm en kleur
aan geeft, er het onmlddeliyk waarneembare
kenmerk van vormt? Zeker, de liefde is niet
uitgestorven. Ze zal nooit geheel verdwünen uit
het mystieke Lichaam van Christus, waarvan
de liefde de hartslag is. Maar ze schynt rich
te hebben teruggetrokken binnen ondoordring
bare muren, deze liefde. Ze straalt niet meer
uit naar buiten, in *t openbare, voor iedereen
zichtbare leven. Men ziet, als buitenstaander,
vandaag de vferkeiyke grootheid van de chris
telyke levensopvatting niet.
„Het christendom is mislukt. Het heeft in
tweeduizend jaren van de menschen weinig
goeds kunnen maken Deze meening hoort
men herbaaldeiyk, b.v. op paciflsten-corigressen
of op sociale bijeenkomsten van maatschappij
hervormers met een materialistische wereldbe
schouwing. En deze meening vindt bulten onze
kringen heel wat meer aanhang dan wy door
gaans wel weten of gelooven. De .mislukking
van het christendom”, in dezen zin opgevat, is
een vaste stelregel van de communistische pro
paganda. Wy weten, dat deze veel verkondigde
meening onjuist en onhoudbaar is, en onrecht
vaardig, maar wat kunnen wy er tegen in bren
gen? Een neutraal orgaan bevatte onlangs hier
in Nederland een geweldig groote advertentie,
bestaande uit de woorden: .Geef bet christen
dom een kans!” Het feit, dat zulk een annonce
mogeiyk te in een land, dat toch geheel door
het christendom werd beechMfd en beheerscht,
*n dat in wezen nog gltyd een chrlsteiyk land
beat, mag men een rechtbeteekenend feit noe
men! Bet christendom moet om een kansje
bedelen, nadat het alle vormen van beschaving
heeft beheerscht, nadat het de grondslag is ge-
*aaat van alle wetgeving, van alle bestuuraor-
daning, van alle geestelijke en stotfeiyke orga- stem te doen boeren.
Vrijdag 30 October zal te Den Haag de Ver-
eenlging ter beoefening van de Krijgsweten
schap een vergadering houden. De directeur
van de Hoogere Krijgsschool, kol. jhr. J. Th.
Alting von Geusau, zal een voordracht houden
over: „Is herziening van de dienstplichtwet
urgent?”
Kolonel Alting von Geusau zal de volgende
stellingen bespreken:
Met het huidige contingent kan onze weer
macht, zooals die thans bestaat, reeds niet van
een voldoende aantal menschen voorzien
worden.
Als straks luchtdoelgeschut. infanterie-
geechut e. a- materieel van het defensiefonds
by de weermacht worden ingedeeld, zijn daar,
voor geen menschen beschikbaar, tenxy men
andere onderdeelen verzwakt.
Ook ter .wille van versterking onzer Infanterie
en van het verschaffen van meer oefenge
legenheid aan reserve-officieren, - is conttn-
gentsüitbreidlng noodig. evenals een ver
lenging van den eersten oefentijd voor de on
bereden wapens.
Het aantal lichtingen, waaruit het oorlogs-
leger gerecruteerd wordt, moet verminderd
worden en een derde herhalingsoefening in
gevoerd.
Tenslotte is een verdere verlenging van den
eersten oefentijd van sommige categorieta met
bet oog op een voortdurend strategische veilige
heid tegen overvallingen noodzakeiyk.