H
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
ïïwtc&fiaal can den iag
Fascisme en godsdienstig leven
DE UREN GAANI
VOORBIJ
BADKUIPEN
De
uithaalziekte
r HET GOEDE
KLIMAAT
iHtna
irfoon.
WEGVERKEERSDAG VAN
DE K.N.A.C,
VRIJDAG 23 OCTOBER 1936
▼an den Ifcroer ran bad-
In het anion
Wat scheelt
HERMAN KRAMER.
Evenals
i
setoren
(Woedt vervolgd.)
1
IDA
DM
r\n nx
uxiuy
B B 16-A
De movers waren echter zoo sluw geweest om ergens een luik
openging als je buiten een soort wissel over-
itten hm geduldig tot Drein en Met op het luik
stonden en toen haalde een den wissel over.
te maken,
haalde. Ze
Gelukkig dat de warm/ Mexicaansche son de pakjes
Drein en Plet gauw deed drogen. Onder een paar palmen met
breede bladeren deden sü hun middagdutje en gingen daarna
op stap om bet nieuwe land eens te verkennen.
UTT HET FRANSCH VERTAALD
DOOR CHRISTINE KAMP
En daar gingen Plet en Drein de donkere diepte in. Plons....
plons.,., vlak na elkaar kwamen ze in vies modderig water
terecht. „Dut zal een aardbeving zijn", sei Plet. „Welnee**, ant
woordde Drein, „dat is een stormwind. In Mexico noemen se
dat een tornado."
beweerden, dat zijn kneuzing
toevallig was en met goede voeding,
middelen en veel rust zou ge-
regellng
kuipen.
trzesk
I
I
ikbnre
oetoel
ng
et christelijk godsdienstig leven is slar
innerlijk wezen niet aan plaats en tijd
gebonden. Het wordt niet naar kracht
sn omvang bepaald door 'de omstandigheden
van bet aardsche leven, noch door welstand,
noch dpor gezondheid, noch door vrijheid at
slavernij. De geschiedenis toont op grandioze
wijze, hoe het godsdienstig leven, door de
kracht van den geest, van Gods liefde en ge
nade in verborgenheid groeide en zelfs in edel
ste en teerste vormen verschijnen kon als naar
menschelijk inzicht de voorwaarden voor bloei
en vruchtbaarheid zoo ongunstig mogelijk
waren.
de ziel van haar kind. Een vreemd gevoel van
verlichting kwam over haar, terwijl zij, sender
er van bewust te zijn, bezwijmde.
Peter en petekind kwamen tegelijk op het
kerkhof van Arnaberry. Een congestie naar
het hoofd maakte een einde aan net leven van
den sterken oom Janeki.
Arnaud d’Eskerona, zijn zuster eri. alle huur
lieden, waarbij ook Dominique en Josefa zich
bevonden vergezelden de twee lijkkisten.
Margaïta had haar man niet alleen kunnen
laten. Hij was als verzonken in smart en wan
hoop. Langzamerhand echter, alsof de kleine
doode hem het beetje leven had Ingestort, dat
hij aan hem te danken had gehad, scheen Hugo
te herstellen en zijn vrouw, die al haar moeder
smart in haar ziel verborg, wijdde zich aan
dat werk van opleving. Hij kreeg weer smaak
in de dingen, die hem omgaven.
Mep kon hem naar de hal overbrengen of
naar den zonnigen tuin, waar HU uren qp zün
chaise-longue kon liggen, de oogen gevestigd
op die uitgestrekte vlakte der zee, waar de
nevelen den Jaïzquibel verborgen, als grens van
Spanje.
De dokten
slechts
versterkende
nezen.
Margaïta verdubbelde baar zorgen en Hugo
was er haar dankbaar voor. Soms, als zü bet
kopje terugnam, waar hu uit gedronken had,
hield hü haar hand vast om die te kussen.
Het medelijden, dat haar bezield had voor
bet kind met den blqeken glimlach, onder-
het nauwelUks uithouden tot Peter weer her
steld te
Lenke: Ja, want een na-kuur is misschien
ook nog noodig?
Viola: Dat kun je begrijpen! Als Peter ge
nezen en de najaars-achoocunaak voorbü te
ga ik een paar weken uitrusten bü mün zuster
in Parijs.
is er. aoo vraagt men al onmiddellUk, niet
een groot verschil tusschen het fascisme in het
eene en het andere land, met name tusschen
het fascisme in Italië en het nationaal-socia-
Usme in Duitschland? Zeer zeker is dit bet
geval, zoo goed als de sociaal-democratie in
Engeland verschilt van die van Frankrijk of
het vroegere Duitschland.
Het natlonaal-aoclalisme heeft met al de
ruwheid van het menschenslag, waaronder het
entstond, zich tegen de kerken gericht, vooral
ook tegen de Katholieke Kerk en met woord
en ctaad haar het recht ontzegd, haar leden en
haar jeugd naar eigen inzicht te leiden.
Het Italiaansche fascisme echter heeft een
overeenkomst met de Katholieke Kerk gesloten,
waardoor een scheiding van gebied en werk
zaamheid geregeld werd. Inderdaad een groot
verschil, vooral een verschil in politiek beleid.
Ieder weet, hoe moeilijk het is gebeurtenis
sen van dichtbij te beoordeelen. Zoo te ook een
juist oordeel over de bestaande verhouding van
het fascisme en de Kerken op het oogenblik
ondoenlUk, omdat de achtergrond der motieven
en het gewicht der verschillende omstandig
heden eerst in een verwijderd perspectief later
wellicht te 'ontdekken is. Daarom is het goed
om zich te herinneren, hoe het liberalisme,
als politieke partU en als levensbeschouwing,
nog niet zoo heel lang geleden in een analoog
conflict met het godsdienstig leven zich be
vond.
Vanaf de verdrijving der Jezuïeten uit Duitsch
land, vanaf de scheiding van Kerk en Staat in
Frankrijk, den schoolstrijd in Nederland enz. te
de Katholieke Kerk met liberalistische regee-
ringen tot velerlei overeenkomst gekomen, die
velen als compromis zouden willen veroordee-
len, ware het niet dat evenals thans ten aan
zien van het fascisme dit compromis uit
sluitend zakelüke regelingen, niet beginsel of
leer betrof. In menig land met een liberale re-
geering heeft men bet godsdienstig leven
schijnbaar niet gehinderd, maar steeds heeft
het intuïtief bewustzijn van elk christen als
ook de gemotiveerde uitspraak van de Chris
telijke Kerk de liberale levenshouding ate on
christelijk beschouwd.
Het liberalisme als geestelUk klimaat te al
tijd beschouwd als een giftige atmosfeer voor
de ontwikkeling van het chrlstelUk godsdien
stig leven. Vandaar dat in een land ate het
onze de strijd tegen het liberalisme door alle
christelUke partUen steedto met kracht werd
gevoerd.
Het ging hier niet zoomin als bU het fas
cisme om bepaalde maatregelen van bestuur,
economische at sociale meeningen, maar
een levenshouding en een wereld-
Neerlands zind'Ujkhetd en netheid
Zijn tot onze groote vreugd
Overal bekend geworden
Als een nationale deugd.
Sloeg dat vroeger meer op huizen,
Op gordijnen en zoo meer,
Thans is bij de Nederlander»
1 Baden ook in hooge eer.
Daar kan men reeds niet meer buiten.
Ja, men vindt het een gemis
Als in een moderne woning
Thans geen douche of badkuip is.
Maar.... heel groote badkuip-
stroomen
Werden hier geïmporteerd/
Hebben onze landgenooten
Dan nog niet genoeg geleerd?
Zulk een badkuip-tnvoer strijdt toch
Tegen *t nationaal fatsoen!
Wat moet nou zoo’n Nederlander
In een vreemde badkuip doen?
Neen, zoo’n malle situatie
Wordt door één ding slechts gered:
Zooiets moet verboden worden,
Kort en goed, dus bij de wet!
Voortaan wordt de vreemde badkuip
In ons Nederland geweerd,
’t Zij gegoten of geslagen.
Nóg zoo fraai geëmailleerd.
Want wij kunnen heuse h wel buiten
Al die vreemde kuiperij:
Neerland» bloed, en Neerland»
badkuip
Zij van vreemde smetten vrij!
De minister van Waterstaat, Z.Exc. jhr. Ir.
O. C. A. van Lidth de Jeude, zal de vergade
ring openen en daarbu het woord voeren over
autosnelwegen en over wegenaanleg en wegen
verbetering in ons land, terwijl een aantal voor
aanstaand» deskundigen medewerking beeft
toegezegd.
Zoo te de vraag of bet fascisme en zelfs bet
netlonaal-soclalisme het godsdienstig leven ver
mag te vernietigen met beslistheid ontkennend
te beantwoorden. Ook bet communisme ver
mag dit niet. Er is geen vijand van het chris
tendom, die niet onmachtig is tegenover Chris
tus, geen tyran of wet, die de kiemkracht van
godsdienstig leven te verstikken vermag.
Hoe somber ook de positie van de Kerk in
Duitschland, evenals ook in Rusland te, reeds
doen zich teekenen voor, die er op wUzen dat
geloofsmoed en geloófskracht juist tegen alle
druk in groeien.
Kr zijn vrome menschen men denke aan
sommige Russische secten, piëtisten enz. die
dan ook meenen, dat meri elk systeem van re-
geering, allen druk en slavernij, ook alle armoede
en ellende, zonder weerstand aanvaarden moet.
De christen beeft met cultuur- noch staats
leven iets uitstaande, zoo meenen zU. De ge
meenschapsvormen, waarvan hü deel uitmaken
wil en die hem dwingen isolatie en resignatie
op te geven, worden niet beheerscht door be
schaving, geschiedenis, maatschappelijke of po
litieke ordening, maar uitsluitend door de on-
mkklellijke bewogenheid van bet hart, door
hét gevoel van naastenliefde.
4 De Kerk als teedere moeder wakend over het
godsdienstig leven, beeft van den aanvang
barer geschiedenis den mensch in zün aardsch
bestaan, in zijn zondigheid en blindheid door-
éfchouwd. De Kerk wist en weet, dat de afzon
dering en afwending van de lijdelijke dingen,
in individueele gradatie voltrokken, slechts één
zUde te van de veelvormige betrekkingen, die
de mensch door inzicht in Gods wil geleid, door
welbegrepen naastenliefde, als plichten te aan
vaarden beeft. De Kerk heeft geleerd, dat het
godsdienstig leven wel is waar naar wezen
vrij te van alle aardsche omstandigheden, maar
toqh naar verschüning in hooge mate
hiervan afhangt. Zij weet, dat het klemkrachtig
zaad, dat zü uitstrooit, in de verharde harten,
als in een ongeploegden akker, niet wartel schiet,
tenzU het „klimaat" zoo gunstig mogelijk te.
Van oudsher weet zij dat sommige vormen van
samenleving in grooter en kleiner kring, ver
zoekingen tot het kwade kunnen zUn en den
bloei van godsdienstig leven kunnen verstik
ken.
Met al de hevigheid der liefde, die bet ver
lorene zoekt en terugbrengt en behoedt, met al
<*e wijsheid van openbaring en traditie, met al
bet inzicht door geschiedenis en menschelUk
medeleven verworven, heeft dte Kerk dan ook
zich met het maatschappelijk en politiek leven
Ingelaten. Het is niet waar, wat vUanden van
bet christendom zeggen, dat deze bemoeienis
uit machtlust of heerschzucht oorsprong nam
en dus een scheiding van Kerk en staat aan de
eerste haar juiste beperking opleggen moet.
Het is zorg voor het geestelUk heil, zorg
dat niemand schade leidt aan zUn ziel en in
zicht in het feit, dat de politieke partUen
door hun idealen en daden niet indifferent zijn
voor het godsdienstig leven, waardeer de Kerk
positie neemt ook op politiek terrein.
Zoo te het dus niet de vraag of in een fascis
tisch land godsdienstig leven mogelük te,
maar of het fascisme het „klimaat” vormt,
waarin vroomheid groeit, dan wel waarin
godsdienstig leven te verstikken dreigt.
Men zou kunnen trachten deze vraag direct
tot oplossing te brengen, nJ. door de wezen
lijke kenmerken van de fascistische ideologie
en fascistische levenshouding op te sporen en
daaraan die van het chrlstelUk leven te toetsen.
Het te echter goed ook indirect het probleem
te benaderen en daarmede een leidraad tot
het wezensonderzoek te vinden. Het te nX niet
gemakkelük om de eigenlUke kern van het fas
cisme te ontdekken.
t t Ier volgt het tragisch spel van den ban-
I—I kier Peter, die sedert eenlge dagen ouge-
x -*• steld te, en zün vrouw Viola, die den
heer Sandor en diens vrouw Lenke ontvangt,
als zU den zieke komen bezoeken.
ZU viel achterover op haar kussen en her
haalde telkens weer: Het Licht.... het
Licht.... I"
Er kwam een uitdrukking van vrede over het
mooie gelaat, dat steeds meer verbleekte. De
inwendige bloeding was ingetreden, een sidde
ring.... een zucht.... Alles was geëindigd.
Margaïta had nog de kracht do oogleden te
sluiten, dan, büna bezwijmend, liet zü zich
meevoeren naar den auto, die haar naar het
kind zou terugbrengen....
De kleine Jean stierf dien avond, op het uur,
dat de hemel, door den Westenwind van polken
gezuiverd, zich tooide met de zuivere kleuren
van den ondergang der zon. Eerst begreep de
arme moeder de smartelüke waarheid niet,
maar Josefa, die naast haar aan het wiegje
knielde, trok haar in de armen en fluisterde:
„Laten wü God danken! Het kind te beveiligd
voor de gevaren van deze aarde!”
Die gedachte had do jonge moeder ook reeds
gekoesterd; aoo dlkwüls bad zü gebeefd voor
zaamheid.
Wie nog eens in de vergeelde vlugschriften
van veertig of. vüftig jaar geleden bladert, ont
moet bU de liberale woordvoerders van dien
tüd dezelfde „welwillendheid" tegenover de
ChristelUke Kerk als thans bü de fascisten.
Gelukkig staat ook uit dien tüd de uitspraak
van de Kerk als een krachtig getuigenis, dat
het christendom de liberalistische levenshou
ding in haar wezen heeft doorzién, zoo goed als
do Kerk thans de kern van bet fascisme heeft
ontdekt en weet, dat dit naar innerlUken aard,
ate levenshouding en wereldbeschouwing een
vüand van bet christendom te.
Zoo goed als vroeger in liberaal bestuurde
landen, vindt men ook thans in fascistische
landen millioenen menschen. die hun kerke-
lüke plichten vervullen en een zedelük, vroom,
godsdienstig leven leiden. Vooral in een land
ate Italië, aoo gaarne ate voorbeeld aangehaald,
gaat het politiek bedrüf van oudsher grooten-
deels buiten de menigte om. Volksaard en ont
wikkelingspeil brengen het mede, dat daar het
fascisme wel als insigne, parade, demonstratie
enz. wordt aanvaard, maar niet als levenshou
ding en wereldbeschouwing. Er zün niet zoo
heel veel overtuigde, doodernstige fascisten in
Italië. In Duitschland te dit anders en ook in
ons land wordt fascisme niet als uitwendige
vorm gezien, maar ate een houding tegenover
alle waarden van het leven en van den geest.
In het bijzonder is dit bU de jeugd bemerkbaar,
en geen wonder, dat de bezorgdheid der Kerk
voor alles daarheen uitgaat.
Het fascisme wil én als nationalistische be
weging én als dictatoriale regeering den mensch
waardeeren naar zün prestatie, zün arbeid voor
de volksgemeenschap. Al zün deugden, gehoor
zaamheid, zedelijkheid, offervaardigheid enz.
zün dit alleen in zooverre* als zü dienstbaar
zün voor het onmiddellüke landsbelang, aooals
dit de dictator ziet.
In zijn levenshouding is geen plaats voor
stilte, eenvoud en nederigheid, voor de rela-
tlveerlng van allen aardschen arbeid, voor
het heimwee naar een verren horizont. Gevan
gen in een hoogmoedige zelfverheerlUklng en
mateloose eerzucht ziet dte fascist in de staats
macht de hoogste waarde, waaraan alles onder
worpen moei zün.
De voor het godsdienstig leven zoo essen
tieels macht van de zelfverloochening, het af
zien van zich zelf, de hoop op een vrede
onder de menschen en een broederschap tot
eiken naaste te voor het fascisme verraad, onder
mijning van de kracht van het volk, joodsche
lafheid en zwart internationalisme. In de
schaal der waardeeringen van het fascisme gaat
macht boven recht, leven boven geest. In de
opvoeding der jeugd wil het fascisme zedelüke
deugden slechts als middelen voor grooter
arbeidsgeschiktheid, voor directe en indirecte
staatsmacht. Zoo zoutten wü kunnen voortgaan,
maar noodlg is het niet. Theoretische bespie
gelingen overtuigen weinigen, maar het beeld
der werkelijkheid spreekt voor zich zelf. Welnu
dit toont ons, dat het fascisme zeker tot een
overeenkomst, een concordaat met de Kerk kan
komen en dat godsdienstig leven in resignatie
en isolatie, in besloten kring een eenzame bloel-
plaats vinden kan, ook in een fascistisch land.
Sandor:
je eigenlük?
Peter; (met een grafstem) Niets! Absoluut
niets!
Sandor: Waarom praat je dan zoo <m-
natuurlükT
Peter: Je kunt nooit weten, wie er onver
wacht binnenkomt. Maar mü scheelt niets. Ik
heb wel een herfstzlekte, doch dat is geen in
fluenza of aooietk. Mijn ziekte vind je ook
niet in een geneeskundig woordenboek. Ze
heet: „uithaal-ziekte”.
Sandor: Wat zeg jer
Peter: Uithaal-aiekte. MUn vrouw heeft
het en ik lüd er onder. Nadat we nu al jaren
getrouwd zün, ben ik eindelük tot de ontdek
king gekomen, dat bet dé moeite loont tüdena
de najaarsschoonmaak vrijgezel te zün. Daar
dat niet mogelük te voor me, word ik ziek. Van
de groote schoonmaak heb ik nooit last, om
dat we dan „bulten" zün, maar deze verschrik
king heb ik jaren moeten ondergaan. De laat
ste twee jaar heb ik deze kwestie afdoend op
gelost. Ik wordt op het Juiste oogenblik zon
der meer doodziek. Bulten den huisdokter, die
een vriend is, laat ik nog een paar doktoren
komen. Toevallig ook vrienden van me. Ze ko
men regelmatig wat rookwerk halen, ivaardoor
mün rook in de kamer niet opvalt en eten
graag van al de lekkere hapjes, die ik laat
aanrukken. Tenslotte raden ae me aan naar
het ziekenhuis te gaan, waar ik een dag of wat
vacantie geniet, want nauwelUks ben ik de
deur uit of de woede barst hier los. AJs ik
terugkom te alles opgepoetst, zün de stofzulg-
apparaten bulten werking, is mün wintergar-
derobe gereed, hartgen de tochtdekens voor de
ramen en zün «ie werklui en verwarmings-
technici verdwenen.
Sandor: Een geweldig idee.
Peter: En wat het mooiste is: Viola raakt
van mün Mekte en haar uithaal zoo overstuur,
dat zü een paar weken gaat uitrusten! (Ge
rucht) Pas op, de vrouwen!
Viola en Lenke komen binnen.
Peter: (met zachte grafstem) Goedendag,
Lenke.
Lenke: (vol deernis) Ach, Peter, zeg maar
niets. Ik heb van Viola al gehoord, hoe ziek
je bent- En je moet misschien weer naar het
ziekenhuis ook! Je mag toch wel voorzichtiger
worden! (tot Viola) Zeg eens, lieve, weet je
niet een goede werkster voor me? Ik wil Maan
dag met den uithaal beginnen.
Sandor: (niest plotseling tweemaal «eer
luid) O, hee, o, weel
Lenke: Och! Wat te er, Sandor?
Sandor: (klagend met een grafstem) Mag
ik even Je koorts-thermometer, Peter? Ik ge
liefde te werpen om er een nieuw metaal van'
te maken, dan was het, omdat hü haar sulve
ren invloed vreesde over zün wellustige manier
van schrijven gewaardeerd door een bedor
ven publiek en daardoor een vermindering
van zün beroemdheid.
In plaats van haar aan zün werk te laten
deelnemen, had hü haar overgelaten aan de
eenzaamheid en aan het hart, aoo gevaarlük
voor jonge vrouwen. Zü bekende bet toch zelf;
,,Op een middag, dat ik aoo alleen en aoo be
droefd was....”
Erger nog, hü had haar in een wereld doen
binnengaan, waar de deugd niet in tel was;
uit eerzucht had hü haar doen omgaan met
verdachte personen, met Allette Cheron, met
dien Rigal, die aoo gevaarlük kon vleien....
Als zü niet gevallen was als die Miriam in
„Het diepe Meer" of de Jacqueline in JDe
Gescheurde Sluier,” dan was het, omdat zü
weerstand bad geboden aan hetgeen haar werd
toegefluisterd, omdat zü nooit zich geheel had
onthecht van den goddelüken Meester, die bet
eeuwige in haar ziel had gestort, dan was het,
omdat de vrouwen van haar geslacht, aooals
die Dominica in Behoedster van den
godsdienstige opvoeding de opwellingen weer
hield, de schoonheid van haar ziel, die, als hü
bet gewild bad zün talent sou hebben gezuiverd
door er haar natuurlijke poëzie, frtech ate de
beken, die van de bergen dalen, aan toe te
voegen.
Ate hü niet er in had toegestemd, cm zün
leven in het hare te doen opgaan, haar kost-
steunde ook de jonge vrouw en gaf haar den
moed om de lustelooze gedachten te verdrüven,
die haar den plicht te zwaar zouden hebben
gemaakt.
De roman JDe Behoedster van den Haard"
lag nog steeds in den koffer, waar zü hem
verborgen had en zü vermeed het, het boek
aan te raken. Toch was het Hugo, die haar
daartoe drong. Opeens vroeg hü: „Heb je hier
dien roman van Ouranla?”
Zü bloosde en antwoordde: ,Dle moet in dien
koffer liggen.”
„WU je hem mU geven? Ik heb bet boek
indertüd nauwelUks Ingezien en zou het nu
wel willen lezen.”
Zü stond op om het te halen en ondanks al
haar geestkracht beefden haar handen, toen
zü het hem bracht. Hü scheen het te merken,
want dan vroeg hü. terwül hü haar onderzoe
kend aanzag: „Weet Je misschien, wie zich
onder dat pseudoniem verbergt?”
Heel oprecht schudde zü het hoofd en zei:
„Neen, het geheim te goed bewaard gebleven.
Maar wat ik wel kan verzekeren, dat te, dat de
schrüver een echte Basklër is."
Hü bekende haar niet, dat aan boord van
bet jacht Massot hem de identiteit van dien
geheimzinnigen Ouranla had onthuld en dat
deze het was, die na hem het leven gered te
hebben, heen was gegaan om zün dankbaar
heid te ontgaan. Enkel zei hU: „Te oordeelen
naar je ontroering, zou ik gedacht hebben dat
je hom kende.”
Zü werd zeer bleek, nooit had zü gelogen en
nu kwam het haar voor, dat zü haar man ds
bekoring moest bekennen, waaraan zü bloot
had gestaan: ,,Op een middag, toen ik zoo al
leen en aoo bedroefd was kwam het verlangen
in mü op om dien schrijver mün verdriet mede
te deelen. Hü drukte in zün roman aoo goed
uit, wat ik in mün ziel gevoelde....”
„Heb je aan dat verlangen toegegeven?"
heb den brief geschreven, maar toen Ik
dien wilde verzenden, begreep Ik, dat het niet
passend was een correspondentie te voeren,
zonder dat mün man daarvan In kennis werd
gesteld. Die briefwisseling aou mü °P gevaar-
lüke wegen kunnen brengen en toen heb ik mün
brief verscheurd.”
Hü veroorloofde zich niet de minste opmer
king. Met gesloten oogen dacht hü na en
schaamde zich tegenover die zuiverheid, die
absolute rechtschapenheid. Al de vergissingen
van dat eerste jaar van zün huwelük, al zün
afdwalingen gedurende dien vervloekten kruis
tocht op het Jacht kwamen hem voor den geest.
Hoe had hü zoo te kort kunnen komen aan de
heiligste plicMen, het edelmoedige meisje, dat
hem haar leven had gewüd, aoo kunnen be
handelen!
HU vreesde de oogen op haar te vestigen,
soodat zü daarin sou kunnen lezen wat hü
gevoelde. Zü ging heen om het boek te halen
en toen zü terugkwam, sloeg hü selfs den blik
niet op. Verslonden in zün lectuur boorde of
zag hü niets meer.
Margaïta had gezegd: „HU drukte zoo goed
uit, wat er in mün ziel omging!” Bü de lezing
van „De Behoedster van den Haard” begreep
hü nu het vurige karakter waarvan een sterks.
▼oor den Dinsdag Tl deser in het gebouw
van Kunsten en wetenschappen te 'a-Oraven-
hage te houden propagandadag voor betere
wégen en voor veiliger verkeer bestsst, naar
te gebleken, groote belangstelling.
Haard,” haar door haar gebeden hadden be-
sciicnnd.
HU bciog het hoofd over die bladzijden, die
zooveel gedachten in hem opwekten. Om hem
heen bewoog zü zich, waarvan zün geest vol
was, zü liep heen en weer en arrangeerde
bloemen in de vazen. Helmelük verhief zü haar
seest tot God oodat dat boek een dienen in-
bare hoedanigheden in den smeltkroes hunner haaTman mocht maken «T «en
H-fM- -1 blyvende verandering mocht teweeg brengen.
Toen zü zag, dat hü het eindelük sloot, kwam
zü dadelük tot hem en hoewel zü bleek was,
glimlachte zü toch en vroeg: „Ben je niet te
vermoeid geworden?"
„Neen en ik ben blü, dat ik dien roman ge
lezen heb. Me dunkt, nu ken ik je beter."
Meer zei hü niet. De avond viel en omhulde
ben met zün schemering, in het westen was er
slechts een schün van rood licht. Weldra wer
den hemel en zee grauw.
Zü zette zich naast hem neer en er kwam
een stilte over hen. vol onultsprekelüke ge-
dachten,
Zü vertelde hem niet, hoe zü geleden bad en
hü bekende haar niet den strijd, dien hü te
voeren had g^ud aan boord van La Gloirw,
toen zün móéder,, teleurgesteld door de lief
dadige beschikkingen van oom Janeki, hem
wilde noodzaken, tot echtscheiding over te gaan,
terwül zü voor zün oogen het reusachtige for
tuin van gravin ds Maubemy stelde.
om
om H
beschouwing.
Ditzelfde geldt voor het fascisme,
eenmaal het liberalisme verkondigen de natio
nalistische partUen, ook in ons land, hun tole
rantie ten aanzien van den godsdienst. Ieder
zal hierin worden vrügelaten, de Staat zal er
zich niet mee bemoeien, ate ten minste de
Kerk zich niet met den Staat bemoeit. Zelfs
zal de godsdienst worden bevorderd, want hü
kan meehelpen het communisme te bestrijden
en de menschen tot gehoorzaamheid aan het
gezag te vermanen. Eerbied voor familieleven.
In de ziekenkamer
Peter ligt te bed in een pyama k la Holly
wood. Op zün nachtkastje staan fleechjes, twee
koorts-thermometers en een schel. Op een
tafeltje daartegen geschoven nog meerdere
fleachjes, een
glas limonade,
een paar boeken,
een doos sigaret
ten en een asch-
bak. Over de voe
ten heeft Pe
ter nog een plaid
liggen, om zün hals een omslag,
(met bezorgdheid)
De werkelükheid leert, dat de fascistische geest
met zün hoogmoed en terreur tolerantie opvat
als uitsluiting. Het fascisme te een gevaarlük
klimaat voor godsdienstig leven.
Hiermede kunnen wü echter niet eindigen.
Nogmaals dringt zich de vergelüking op met
het liberalisme, waarvan de geschiedenis vrij
wel afgesloten voor ons ligt. Het liberalisme ate
levenshouding en wereldbeschouwing, ate
.Isme”, werd door de Kerk verworpen, maar
democratische denkbeelden, in het liberalisme
ontstaan, vonden in de katholieke wereld een
eigen vorm. Er is een democratische katho
lieke politiek, die niet liberalistisch, maar chrte-
telük is en een atmosfeer, waarin godsdienstig
leven ademen kan en groeien. Is dit ook ten
aanglen van het fascisme mogelük? Geschiede
nis en leven worden piet aan de schrijftafel
gemaakt. De tüd. de werkelükheid zal moeten
leeren in hoeverre de regeeringpvormen in
christelUke landen zich zullen wüzigen.
Hoe deze wüzigingen ook zullen zün, fas
cisme en natlonaal-socialteme als Ideologie en
levenshouding zijn evenzeer onaanvaardbaar ate
het liberalisme dit eenmaal was. In een land
zooate het onze, waar de Kerk haar stem nog
verheffen kan, te bet dan ook goed, dat de
bisschoppen, zooals geschied te, met alle kracht
waarschuwen en vermanen tegen het fascistisch
gevaar.
lela: (met een uitdrukking in haar ge
laat van lüdsame berusting). Ga maar binnen,
Sandor. Ik praat dan Intusachen wat met Len
ke en te veel menschen kan Peter niet bü zich
neooen.
Sandor stapt de kamer van den zieke binnen.
Lenke: (soodra de bekte dames alleen sün.>
Wat scheelt Peter eigenlük?
Viola: (zü trekt de oogleden op) Niets!
Absoluut niets! Zn Je weet niet, wat het zeg
gen wil ate een man méént teek te zün. Toen
Woensdagmiddag zün temperatuur plotseling
steeg tot zeven en dertig vüf, Uet hü onmid-
dellük drie doktoren en twee advocaten komen.
Lenke: Waarvoor twee advocaten?
Viola: Om zün testament te dicteeren en
dan tegelük juridisch te doen beoordeelen. Het
beeft een schat van tüd.... en geld gekost.
Lenke: En hebben de doktoren dan niet
geconstateerd, dat hem niets scheelde, ten
minste niets ernstigs?
Viola: Zelfs een dokter kan met Peter niet
spreken, als hü gelooft, dat hü ziek is. Maar hü
te ook nog aoo'n vreeselük lastige zieke. Hij
steunt den heelen dag; nu eens controleert hü
zün temperatuur en dan weer bestudeert hij
minuten lang zün tong in een spiegel en zoekt
dan allerlei woorden op in een artsenü-boek.
Hü heeft al alle mogelüke ziekte-symptomen
ontdekt; zelfs mllt-sucht zag hü op zün tong.
Lenke: Net als mün man, ate hem iets man
keert. Steunen, Jammeren, klagen en zelfs drei
gen, dat hü deze wereld spoedig oü gaan ver
laten.
Viola: (trekt een neusje) Die tegenwoor
dige mannen! Ze kunnen niets hebben en kun
nen nergens tegen. Direct beginnen ze te Ma-
gen en te jammeren
Lenke: Zooate ik zal. Maar heeft hü ook
eetlust?
Viola: Hü verlangt den heelen dag alle
denkbare gerechten. De huisarts zei, dat hü
geheel naar wensch mocht eten, en dat heeft
hü zoo opgevat, dat hü den geheelen dag eet,
wat hü wenscht, van *s morgens vroeg tot
*s avonds laat toe.
Lenke: Wordt hü daar dan niet ziek van?
Viola; Neen, want hü te uiterst voorzich
tig. Ieder uur komt er een van de andere drie
doktoren op bezoek, en die laat hü eerst proe
ven en onderzoeken, of hu de spüzen wel ge
bruiken mag.
Lenke: Hoe lang denkt hü nog te bed te
blUven?
Viola; HU kon er eigenlük even goed di
rect uit, maar alle vier de doktoren hebben
hem aangeraden een dag of vier naar het zie
kenhuis te gaan om zich daar eens nauwkeurig
te laten onderzoeken.
Lenke: Wat een moeite allemaal En wat
een geld verslindt zooiets.
Viola: Je hebt er geen idee van! Mün
zenuwen zün er geheel door van streste Ik kan
c
offervaardigheid voor volk en vaderland, zede
lijkheid en orde werden eenmaal door het libe
ralisme evenzeer gewenscht als thans door het
fascisme. En de woordvoerders van beide vragen
ongeduldig, wat de Kerken dan nog meer zou
den willen, ware het niet, dat zü geheime wen-