H DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL ïïwtc&fiaal can den iag Fascisme en godsdienstig leven DE UREN GAANI VOORBIJ BADKUIPEN De uithaalziekte r HET GOEDE KLIMAAT iHtna irfoon. WEGVERKEERSDAG VAN DE K.N.A.C, VRIJDAG 23 OCTOBER 1936 ▼an den Ifcroer ran bad- In het anion Wat scheelt HERMAN KRAMER. Evenals i setoren (Woedt vervolgd.) 1 IDA DM r\n nx uxiuy B B 16-A De movers waren echter zoo sluw geweest om ergens een luik openging als je buiten een soort wissel over- itten hm geduldig tot Drein en Met op het luik stonden en toen haalde een den wissel over. te maken, haalde. Ze Gelukkig dat de warm/ Mexicaansche son de pakjes Drein en Plet gauw deed drogen. Onder een paar palmen met breede bladeren deden sü hun middagdutje en gingen daarna op stap om bet nieuwe land eens te verkennen. UTT HET FRANSCH VERTAALD DOOR CHRISTINE KAMP En daar gingen Plet en Drein de donkere diepte in. Plons.... plons.,., vlak na elkaar kwamen ze in vies modderig water terecht. „Dut zal een aardbeving zijn", sei Plet. „Welnee**, ant woordde Drein, „dat is een stormwind. In Mexico noemen se dat een tornado." beweerden, dat zijn kneuzing toevallig was en met goede voeding, middelen en veel rust zou ge- regellng kuipen. trzesk I I ikbnre oetoel ng et christelijk godsdienstig leven is slar innerlijk wezen niet aan plaats en tijd gebonden. Het wordt niet naar kracht sn omvang bepaald door 'de omstandigheden van bet aardsche leven, noch door welstand, noch dpor gezondheid, noch door vrijheid at slavernij. De geschiedenis toont op grandioze wijze, hoe het godsdienstig leven, door de kracht van den geest, van Gods liefde en ge nade in verborgenheid groeide en zelfs in edel ste en teerste vormen verschijnen kon als naar menschelijk inzicht de voorwaarden voor bloei en vruchtbaarheid zoo ongunstig mogelijk waren. de ziel van haar kind. Een vreemd gevoel van verlichting kwam over haar, terwijl zij, sender er van bewust te zijn, bezwijmde. Peter en petekind kwamen tegelijk op het kerkhof van Arnaberry. Een congestie naar het hoofd maakte een einde aan net leven van den sterken oom Janeki. Arnaud d’Eskerona, zijn zuster eri. alle huur lieden, waarbij ook Dominique en Josefa zich bevonden vergezelden de twee lijkkisten. Margaïta had haar man niet alleen kunnen laten. Hij was als verzonken in smart en wan hoop. Langzamerhand echter, alsof de kleine doode hem het beetje leven had Ingestort, dat hij aan hem te danken had gehad, scheen Hugo te herstellen en zijn vrouw, die al haar moeder smart in haar ziel verborg, wijdde zich aan dat werk van opleving. Hij kreeg weer smaak in de dingen, die hem omgaven. Mep kon hem naar de hal overbrengen of naar den zonnigen tuin, waar HU uren qp zün chaise-longue kon liggen, de oogen gevestigd op die uitgestrekte vlakte der zee, waar de nevelen den Jaïzquibel verborgen, als grens van Spanje. De dokten slechts versterkende nezen. Margaïta verdubbelde baar zorgen en Hugo was er haar dankbaar voor. Soms, als zü bet kopje terugnam, waar hu uit gedronken had, hield hü haar hand vast om die te kussen. Het medelijden, dat haar bezield had voor bet kind met den blqeken glimlach, onder- het nauwelUks uithouden tot Peter weer her steld te Lenke: Ja, want een na-kuur is misschien ook nog noodig? Viola: Dat kun je begrijpen! Als Peter ge nezen en de najaars-achoocunaak voorbü te ga ik een paar weken uitrusten bü mün zuster in Parijs. is er. aoo vraagt men al onmiddellUk, niet een groot verschil tusschen het fascisme in het eene en het andere land, met name tusschen het fascisme in Italië en het nationaal-socia- Usme in Duitschland? Zeer zeker is dit bet geval, zoo goed als de sociaal-democratie in Engeland verschilt van die van Frankrijk of het vroegere Duitschland. Het natlonaal-aoclalisme heeft met al de ruwheid van het menschenslag, waaronder het entstond, zich tegen de kerken gericht, vooral ook tegen de Katholieke Kerk en met woord en ctaad haar het recht ontzegd, haar leden en haar jeugd naar eigen inzicht te leiden. Het Italiaansche fascisme echter heeft een overeenkomst met de Katholieke Kerk gesloten, waardoor een scheiding van gebied en werk zaamheid geregeld werd. Inderdaad een groot verschil, vooral een verschil in politiek beleid. Ieder weet, hoe moeilijk het is gebeurtenis sen van dichtbij te beoordeelen. Zoo te ook een juist oordeel over de bestaande verhouding van het fascisme en de Kerken op het oogenblik ondoenlUk, omdat de achtergrond der motieven en het gewicht der verschillende omstandig heden eerst in een verwijderd perspectief later wellicht te 'ontdekken is. Daarom is het goed om zich te herinneren, hoe het liberalisme, als politieke partU en als levensbeschouwing, nog niet zoo heel lang geleden in een analoog conflict met het godsdienstig leven zich be vond. Vanaf de verdrijving der Jezuïeten uit Duitsch land, vanaf de scheiding van Kerk en Staat in Frankrijk, den schoolstrijd in Nederland enz. te de Katholieke Kerk met liberalistische regee- ringen tot velerlei overeenkomst gekomen, die velen als compromis zouden willen veroordee- len, ware het niet dat evenals thans ten aan zien van het fascisme dit compromis uit sluitend zakelüke regelingen, niet beginsel of leer betrof. In menig land met een liberale re- geering heeft men bet godsdienstig leven schijnbaar niet gehinderd, maar steeds heeft het intuïtief bewustzijn van elk christen als ook de gemotiveerde uitspraak van de Chris telijke Kerk de liberale levenshouding ate on christelijk beschouwd. Het liberalisme als geestelUk klimaat te al tijd beschouwd als een giftige atmosfeer voor de ontwikkeling van het chrlstelUk godsdien stig leven. Vandaar dat in een land ate het onze de strijd tegen het liberalisme door alle christelUke partUen steedto met kracht werd gevoerd. Het ging hier niet zoomin als bU het fas cisme om bepaalde maatregelen van bestuur, economische at sociale meeningen, maar een levenshouding en een wereld- Neerlands zind'Ujkhetd en netheid Zijn tot onze groote vreugd Overal bekend geworden Als een nationale deugd. Sloeg dat vroeger meer op huizen, Op gordijnen en zoo meer, Thans is bij de Nederlander» 1 Baden ook in hooge eer. Daar kan men reeds niet meer buiten. Ja, men vindt het een gemis Als in een moderne woning Thans geen douche of badkuip is. Maar.... heel groote badkuip- stroomen Werden hier geïmporteerd/ Hebben onze landgenooten Dan nog niet genoeg geleerd? Zulk een badkuip-tnvoer strijdt toch Tegen *t nationaal fatsoen! Wat moet nou zoo’n Nederlander In een vreemde badkuip doen? Neen, zoo’n malle situatie Wordt door één ding slechts gered: Zooiets moet verboden worden, Kort en goed, dus bij de wet! Voortaan wordt de vreemde badkuip In ons Nederland geweerd, ’t Zij gegoten of geslagen. Nóg zoo fraai geëmailleerd. Want wij kunnen heuse h wel buiten Al die vreemde kuiperij: Neerland» bloed, en Neerland» badkuip Zij van vreemde smetten vrij! De minister van Waterstaat, Z.Exc. jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, zal de vergade ring openen en daarbu het woord voeren over autosnelwegen en over wegenaanleg en wegen verbetering in ons land, terwijl een aantal voor aanstaand» deskundigen medewerking beeft toegezegd. Zoo te de vraag of bet fascisme en zelfs bet netlonaal-soclalisme het godsdienstig leven ver mag te vernietigen met beslistheid ontkennend te beantwoorden. Ook bet communisme ver mag dit niet. Er is geen vijand van het chris tendom, die niet onmachtig is tegenover Chris tus, geen tyran of wet, die de kiemkracht van godsdienstig leven te verstikken vermag. Hoe somber ook de positie van de Kerk in Duitschland, evenals ook in Rusland te, reeds doen zich teekenen voor, die er op wUzen dat geloofsmoed en geloófskracht juist tegen alle druk in groeien. Kr zijn vrome menschen men denke aan sommige Russische secten, piëtisten enz. die dan ook meenen, dat meri elk systeem van re- geering, allen druk en slavernij, ook alle armoede en ellende, zonder weerstand aanvaarden moet. De christen beeft met cultuur- noch staats leven iets uitstaande, zoo meenen zU. De ge meenschapsvormen, waarvan hü deel uitmaken wil en die hem dwingen isolatie en resignatie op te geven, worden niet beheerscht door be schaving, geschiedenis, maatschappelijke of po litieke ordening, maar uitsluitend door de on- mkklellijke bewogenheid van bet hart, door hét gevoel van naastenliefde. 4 De Kerk als teedere moeder wakend over het godsdienstig leven, beeft van den aanvang barer geschiedenis den mensch in zün aardsch bestaan, in zijn zondigheid en blindheid door- éfchouwd. De Kerk wist en weet, dat de afzon dering en afwending van de lijdelijke dingen, in individueele gradatie voltrokken, slechts één zUde te van de veelvormige betrekkingen, die de mensch door inzicht in Gods wil geleid, door welbegrepen naastenliefde, als plichten te aan vaarden beeft. De Kerk heeft geleerd, dat het godsdienstig leven wel is waar naar wezen vrij te van alle aardsche omstandigheden, maar toqh naar verschüning in hooge mate hiervan afhangt. Zij weet, dat het klemkrachtig zaad, dat zü uitstrooit, in de verharde harten, als in een ongeploegden akker, niet wartel schiet, tenzU het „klimaat" zoo gunstig mogelijk te. Van oudsher weet zij dat sommige vormen van samenleving in grooter en kleiner kring, ver zoekingen tot het kwade kunnen zUn en den bloei van godsdienstig leven kunnen verstik ken. Met al de hevigheid der liefde, die bet ver lorene zoekt en terugbrengt en behoedt, met al <*e wijsheid van openbaring en traditie, met al bet inzicht door geschiedenis en menschelUk medeleven verworven, heeft dte Kerk dan ook zich met het maatschappelijk en politiek leven Ingelaten. Het is niet waar, wat vUanden van bet christendom zeggen, dat deze bemoeienis uit machtlust of heerschzucht oorsprong nam en dus een scheiding van Kerk en staat aan de eerste haar juiste beperking opleggen moet. Het is zorg voor het geestelUk heil, zorg dat niemand schade leidt aan zUn ziel en in zicht in het feit, dat de politieke partUen door hun idealen en daden niet indifferent zijn voor het godsdienstig leven, waardeer de Kerk positie neemt ook op politiek terrein. Zoo te het dus niet de vraag of in een fascis tisch land godsdienstig leven mogelük te, maar of het fascisme het „klimaat” vormt, waarin vroomheid groeit, dan wel waarin godsdienstig leven te verstikken dreigt. Men zou kunnen trachten deze vraag direct tot oplossing te brengen, nJ. door de wezen lijke kenmerken van de fascistische ideologie en fascistische levenshouding op te sporen en daaraan die van het chrlstelUk leven te toetsen. Het te echter goed ook indirect het probleem te benaderen en daarmede een leidraad tot het wezensonderzoek te vinden. Het te nX niet gemakkelük om de eigenlUke kern van het fas cisme te ontdekken. t t Ier volgt het tragisch spel van den ban- I—I kier Peter, die sedert eenlge dagen ouge- x -*• steld te, en zün vrouw Viola, die den heer Sandor en diens vrouw Lenke ontvangt, als zU den zieke komen bezoeken. ZU viel achterover op haar kussen en her haalde telkens weer: Het Licht.... het Licht.... I" Er kwam een uitdrukking van vrede over het mooie gelaat, dat steeds meer verbleekte. De inwendige bloeding was ingetreden, een sidde ring.... een zucht.... Alles was geëindigd. Margaïta had nog de kracht do oogleden te sluiten, dan, büna bezwijmend, liet zü zich meevoeren naar den auto, die haar naar het kind zou terugbrengen.... De kleine Jean stierf dien avond, op het uur, dat de hemel, door den Westenwind van polken gezuiverd, zich tooide met de zuivere kleuren van den ondergang der zon. Eerst begreep de arme moeder de smartelüke waarheid niet, maar Josefa, die naast haar aan het wiegje knielde, trok haar in de armen en fluisterde: „Laten wü God danken! Het kind te beveiligd voor de gevaren van deze aarde!” Die gedachte had do jonge moeder ook reeds gekoesterd; aoo dlkwüls bad zü gebeefd voor zaamheid. Wie nog eens in de vergeelde vlugschriften van veertig of. vüftig jaar geleden bladert, ont moet bU de liberale woordvoerders van dien tüd dezelfde „welwillendheid" tegenover de ChristelUke Kerk als thans bü de fascisten. Gelukkig staat ook uit dien tüd de uitspraak van de Kerk als een krachtig getuigenis, dat het christendom de liberalistische levenshou ding in haar wezen heeft doorzién, zoo goed als do Kerk thans de kern van bet fascisme heeft ontdekt en weet, dat dit naar innerlUken aard, ate levenshouding en wereldbeschouwing een vüand van bet christendom te. Zoo goed als vroeger in liberaal bestuurde landen, vindt men ook thans in fascistische landen millioenen menschen. die hun kerke- lüke plichten vervullen en een zedelük, vroom, godsdienstig leven leiden. Vooral in een land ate Italië, aoo gaarne ate voorbeeld aangehaald, gaat het politiek bedrüf van oudsher grooten- deels buiten de menigte om. Volksaard en ont wikkelingspeil brengen het mede, dat daar het fascisme wel als insigne, parade, demonstratie enz. wordt aanvaard, maar niet als levenshou ding en wereldbeschouwing. Er zün niet zoo heel veel overtuigde, doodernstige fascisten in Italië. In Duitschland te dit anders en ook in ons land wordt fascisme niet als uitwendige vorm gezien, maar ate een houding tegenover alle waarden van het leven en van den geest. In het bijzonder is dit bU de jeugd bemerkbaar, en geen wonder, dat de bezorgdheid der Kerk voor alles daarheen uitgaat. Het fascisme wil én als nationalistische be weging én als dictatoriale regeering den mensch waardeeren naar zün prestatie, zün arbeid voor de volksgemeenschap. Al zün deugden, gehoor zaamheid, zedelijkheid, offervaardigheid enz. zün dit alleen in zooverre* als zü dienstbaar zün voor het onmiddellüke landsbelang, aooals dit de dictator ziet. In zijn levenshouding is geen plaats voor stilte, eenvoud en nederigheid, voor de rela- tlveerlng van allen aardschen arbeid, voor het heimwee naar een verren horizont. Gevan gen in een hoogmoedige zelfverheerlUklng en mateloose eerzucht ziet dte fascist in de staats macht de hoogste waarde, waaraan alles onder worpen moei zün. De voor het godsdienstig leven zoo essen tieels macht van de zelfverloochening, het af zien van zich zelf, de hoop op een vrede onder de menschen en een broederschap tot eiken naaste te voor het fascisme verraad, onder mijning van de kracht van het volk, joodsche lafheid en zwart internationalisme. In de schaal der waardeeringen van het fascisme gaat macht boven recht, leven boven geest. In de opvoeding der jeugd wil het fascisme zedelüke deugden slechts als middelen voor grooter arbeidsgeschiktheid, voor directe en indirecte staatsmacht. Zoo zoutten wü kunnen voortgaan, maar noodlg is het niet. Theoretische bespie gelingen overtuigen weinigen, maar het beeld der werkelijkheid spreekt voor zich zelf. Welnu dit toont ons, dat het fascisme zeker tot een overeenkomst, een concordaat met de Kerk kan komen en dat godsdienstig leven in resignatie en isolatie, in besloten kring een eenzame bloel- plaats vinden kan, ook in een fascistisch land. Sandor: je eigenlük? Peter; (met een grafstem) Niets! Absoluut niets! Sandor: Waarom praat je dan zoo <m- natuurlükT Peter: Je kunt nooit weten, wie er onver wacht binnenkomt. Maar mü scheelt niets. Ik heb wel een herfstzlekte, doch dat is geen in fluenza of aooietk. Mijn ziekte vind je ook niet in een geneeskundig woordenboek. Ze heet: „uithaal-ziekte”. Sandor: Wat zeg jer Peter: Uithaal-aiekte. MUn vrouw heeft het en ik lüd er onder. Nadat we nu al jaren getrouwd zün, ben ik eindelük tot de ontdek king gekomen, dat bet dé moeite loont tüdena de najaarsschoonmaak vrijgezel te zün. Daar dat niet mogelük te voor me, word ik ziek. Van de groote schoonmaak heb ik nooit last, om dat we dan „bulten" zün, maar deze verschrik king heb ik jaren moeten ondergaan. De laat ste twee jaar heb ik deze kwestie afdoend op gelost. Ik wordt op het Juiste oogenblik zon der meer doodziek. Bulten den huisdokter, die een vriend is, laat ik nog een paar doktoren komen. Toevallig ook vrienden van me. Ze ko men regelmatig wat rookwerk halen, ivaardoor mün rook in de kamer niet opvalt en eten graag van al de lekkere hapjes, die ik laat aanrukken. Tenslotte raden ae me aan naar het ziekenhuis te gaan, waar ik een dag of wat vacantie geniet, want nauwelUks ben ik de deur uit of de woede barst hier los. AJs ik terugkom te alles opgepoetst, zün de stofzulg- apparaten bulten werking, is mün wintergar- derobe gereed, hartgen de tochtdekens voor de ramen en zün «ie werklui en verwarmings- technici verdwenen. Sandor: Een geweldig idee. Peter: En wat het mooiste is: Viola raakt van mün Mekte en haar uithaal zoo overstuur, dat zü een paar weken gaat uitrusten! (Ge rucht) Pas op, de vrouwen! Viola en Lenke komen binnen. Peter: (met zachte grafstem) Goedendag, Lenke. Lenke: (vol deernis) Ach, Peter, zeg maar niets. Ik heb van Viola al gehoord, hoe ziek je bent- En je moet misschien weer naar het ziekenhuis ook! Je mag toch wel voorzichtiger worden! (tot Viola) Zeg eens, lieve, weet je niet een goede werkster voor me? Ik wil Maan dag met den uithaal beginnen. Sandor: (niest plotseling tweemaal «eer luid) O, hee, o, weel Lenke: Och! Wat te er, Sandor? Sandor: (klagend met een grafstem) Mag ik even Je koorts-thermometer, Peter? Ik ge liefde te werpen om er een nieuw metaal van' te maken, dan was het, omdat hü haar sulve ren invloed vreesde over zün wellustige manier van schrijven gewaardeerd door een bedor ven publiek en daardoor een vermindering van zün beroemdheid. In plaats van haar aan zün werk te laten deelnemen, had hü haar overgelaten aan de eenzaamheid en aan het hart, aoo gevaarlük voor jonge vrouwen. Zü bekende bet toch zelf; ,,Op een middag, dat ik aoo alleen en aoo be droefd was....” Erger nog, hü had haar in een wereld doen binnengaan, waar de deugd niet in tel was; uit eerzucht had hü haar doen omgaan met verdachte personen, met Allette Cheron, met dien Rigal, die aoo gevaarlük kon vleien.... Als zü niet gevallen was als die Miriam in „Het diepe Meer" of de Jacqueline in JDe Gescheurde Sluier,” dan was het, omdat zü weerstand bad geboden aan hetgeen haar werd toegefluisterd, omdat zü nooit zich geheel had onthecht van den goddelüken Meester, die bet eeuwige in haar ziel had gestort, dan was het, omdat de vrouwen van haar geslacht, aooals die Dominica in Behoedster van den godsdienstige opvoeding de opwellingen weer hield, de schoonheid van haar ziel, die, als hü bet gewild bad zün talent sou hebben gezuiverd door er haar natuurlijke poëzie, frtech ate de beken, die van de bergen dalen, aan toe te voegen. Ate hü niet er in had toegestemd, cm zün leven in het hare te doen opgaan, haar kost- steunde ook de jonge vrouw en gaf haar den moed om de lustelooze gedachten te verdrüven, die haar den plicht te zwaar zouden hebben gemaakt. De roman JDe Behoedster van den Haard" lag nog steeds in den koffer, waar zü hem verborgen had en zü vermeed het, het boek aan te raken. Toch was het Hugo, die haar daartoe drong. Opeens vroeg hü: „Heb je hier dien roman van Ouranla?” Zü bloosde en antwoordde: ,Dle moet in dien koffer liggen.” „WU je hem mU geven? Ik heb bet boek indertüd nauwelUks Ingezien en zou het nu wel willen lezen.” Zü stond op om het te halen en ondanks al haar geestkracht beefden haar handen, toen zü het hem bracht. Hü scheen het te merken, want dan vroeg hü. terwül hü haar onderzoe kend aanzag: „Weet Je misschien, wie zich onder dat pseudoniem verbergt?” Heel oprecht schudde zü het hoofd en zei: „Neen, het geheim te goed bewaard gebleven. Maar wat ik wel kan verzekeren, dat te, dat de schrüver een echte Basklër is." Hü bekende haar niet, dat aan boord van bet jacht Massot hem de identiteit van dien geheimzinnigen Ouranla had onthuld en dat deze het was, die na hem het leven gered te hebben, heen was gegaan om zün dankbaar heid te ontgaan. Enkel zei hU: „Te oordeelen naar je ontroering, zou ik gedacht hebben dat je hom kende.” Zü werd zeer bleek, nooit had zü gelogen en nu kwam het haar voor, dat zü haar man ds bekoring moest bekennen, waaraan zü bloot had gestaan: ,,Op een middag, toen ik zoo al leen en aoo bedroefd was kwam het verlangen in mü op om dien schrijver mün verdriet mede te deelen. Hü drukte in zün roman aoo goed uit, wat ik in mün ziel gevoelde....” „Heb je aan dat verlangen toegegeven?" heb den brief geschreven, maar toen Ik dien wilde verzenden, begreep Ik, dat het niet passend was een correspondentie te voeren, zonder dat mün man daarvan In kennis werd gesteld. Die briefwisseling aou mü °P gevaar- lüke wegen kunnen brengen en toen heb ik mün brief verscheurd.” Hü veroorloofde zich niet de minste opmer king. Met gesloten oogen dacht hü na en schaamde zich tegenover die zuiverheid, die absolute rechtschapenheid. Al de vergissingen van dat eerste jaar van zün huwelük, al zün afdwalingen gedurende dien vervloekten kruis tocht op het Jacht kwamen hem voor den geest. Hoe had hü zoo te kort kunnen komen aan de heiligste plicMen, het edelmoedige meisje, dat hem haar leven had gewüd, aoo kunnen be handelen! HU vreesde de oogen op haar te vestigen, soodat zü daarin sou kunnen lezen wat hü gevoelde. Zü ging heen om het boek te halen en toen zü terugkwam, sloeg hü selfs den blik niet op. Verslonden in zün lectuur boorde of zag hü niets meer. Margaïta had gezegd: „HU drukte zoo goed uit, wat er in mün ziel omging!” Bü de lezing van „De Behoedster van den Haard” begreep hü nu het vurige karakter waarvan een sterks. ▼oor den Dinsdag Tl deser in het gebouw van Kunsten en wetenschappen te 'a-Oraven- hage te houden propagandadag voor betere wégen en voor veiliger verkeer bestsst, naar te gebleken, groote belangstelling. Haard,” haar door haar gebeden hadden be- sciicnnd. HU bciog het hoofd over die bladzijden, die zooveel gedachten in hem opwekten. Om hem heen bewoog zü zich, waarvan zün geest vol was, zü liep heen en weer en arrangeerde bloemen in de vazen. Helmelük verhief zü haar seest tot God oodat dat boek een dienen in- bare hoedanigheden in den smeltkroes hunner haaTman mocht maken «T «en H-fM- -1 blyvende verandering mocht teweeg brengen. Toen zü zag, dat hü het eindelük sloot, kwam zü dadelük tot hem en hoewel zü bleek was, glimlachte zü toch en vroeg: „Ben je niet te vermoeid geworden?" „Neen en ik ben blü, dat ik dien roman ge lezen heb. Me dunkt, nu ken ik je beter." Meer zei hü niet. De avond viel en omhulde ben met zün schemering, in het westen was er slechts een schün van rood licht. Weldra wer den hemel en zee grauw. Zü zette zich naast hem neer en er kwam een stilte over hen. vol onultsprekelüke ge- dachten, Zü vertelde hem niet, hoe zü geleden bad en hü bekende haar niet den strijd, dien hü te voeren had g^ud aan boord van La Gloirw, toen zün móéder,, teleurgesteld door de lief dadige beschikkingen van oom Janeki, hem wilde noodzaken, tot echtscheiding over te gaan, terwül zü voor zün oogen het reusachtige for tuin van gravin ds Maubemy stelde. om om H beschouwing. Ditzelfde geldt voor het fascisme, eenmaal het liberalisme verkondigen de natio nalistische partUen, ook in ons land, hun tole rantie ten aanzien van den godsdienst. Ieder zal hierin worden vrügelaten, de Staat zal er zich niet mee bemoeien, ate ten minste de Kerk zich niet met den Staat bemoeit. Zelfs zal de godsdienst worden bevorderd, want hü kan meehelpen het communisme te bestrijden en de menschen tot gehoorzaamheid aan het gezag te vermanen. Eerbied voor familieleven. In de ziekenkamer Peter ligt te bed in een pyama k la Holly wood. Op zün nachtkastje staan fleechjes, twee koorts-thermometers en een schel. Op een tafeltje daartegen geschoven nog meerdere fleachjes, een glas limonade, een paar boeken, een doos sigaret ten en een asch- bak. Over de voe ten heeft Pe ter nog een plaid liggen, om zün hals een omslag, (met bezorgdheid) De werkelükheid leert, dat de fascistische geest met zün hoogmoed en terreur tolerantie opvat als uitsluiting. Het fascisme te een gevaarlük klimaat voor godsdienstig leven. Hiermede kunnen wü echter niet eindigen. Nogmaals dringt zich de vergelüking op met het liberalisme, waarvan de geschiedenis vrij wel afgesloten voor ons ligt. Het liberalisme ate levenshouding en wereldbeschouwing, ate .Isme”, werd door de Kerk verworpen, maar democratische denkbeelden, in het liberalisme ontstaan, vonden in de katholieke wereld een eigen vorm. Er is een democratische katho lieke politiek, die niet liberalistisch, maar chrte- telük is en een atmosfeer, waarin godsdienstig leven ademen kan en groeien. Is dit ook ten aanglen van het fascisme mogelük? Geschiede nis en leven worden piet aan de schrijftafel gemaakt. De tüd. de werkelükheid zal moeten leeren in hoeverre de regeeringpvormen in christelUke landen zich zullen wüzigen. Hoe deze wüzigingen ook zullen zün, fas cisme en natlonaal-socialteme als Ideologie en levenshouding zijn evenzeer onaanvaardbaar ate het liberalisme dit eenmaal was. In een land zooate het onze, waar de Kerk haar stem nog verheffen kan, te bet dan ook goed, dat de bisschoppen, zooals geschied te, met alle kracht waarschuwen en vermanen tegen het fascistisch gevaar. lela: (met een uitdrukking in haar ge laat van lüdsame berusting). Ga maar binnen, Sandor. Ik praat dan Intusachen wat met Len ke en te veel menschen kan Peter niet bü zich neooen. Sandor stapt de kamer van den zieke binnen. Lenke: (soodra de bekte dames alleen sün.> Wat scheelt Peter eigenlük? Viola: (zü trekt de oogleden op) Niets! Absoluut niets! Zn Je weet niet, wat het zeg gen wil ate een man méént teek te zün. Toen Woensdagmiddag zün temperatuur plotseling steeg tot zeven en dertig vüf, Uet hü onmid- dellük drie doktoren en twee advocaten komen. Lenke: Waarvoor twee advocaten? Viola: Om zün testament te dicteeren en dan tegelük juridisch te doen beoordeelen. Het beeft een schat van tüd.... en geld gekost. Lenke: En hebben de doktoren dan niet geconstateerd, dat hem niets scheelde, ten minste niets ernstigs? Viola: Zelfs een dokter kan met Peter niet spreken, als hü gelooft, dat hü ziek is. Maar hü te ook nog aoo'n vreeselük lastige zieke. Hij steunt den heelen dag; nu eens controleert hü zün temperatuur en dan weer bestudeert hij minuten lang zün tong in een spiegel en zoekt dan allerlei woorden op in een artsenü-boek. Hü heeft al alle mogelüke ziekte-symptomen ontdekt; zelfs mllt-sucht zag hü op zün tong. Lenke: Net als mün man, ate hem iets man keert. Steunen, Jammeren, klagen en zelfs drei gen, dat hü deze wereld spoedig oü gaan ver laten. Viola: (trekt een neusje) Die tegenwoor dige mannen! Ze kunnen niets hebben en kun nen nergens tegen. Direct beginnen ze te Ma- gen en te jammeren Lenke: Zooate ik zal. Maar heeft hü ook eetlust? Viola: Hü verlangt den heelen dag alle denkbare gerechten. De huisarts zei, dat hü geheel naar wensch mocht eten, en dat heeft hü zoo opgevat, dat hü den geheelen dag eet, wat hü wenscht, van *s morgens vroeg tot *s avonds laat toe. Lenke: Wordt hü daar dan niet ziek van? Viola; Neen, want hü te uiterst voorzich tig. Ieder uur komt er een van de andere drie doktoren op bezoek, en die laat hü eerst proe ven en onderzoeken, of hu de spüzen wel ge bruiken mag. Lenke: Hoe lang denkt hü nog te bed te blUven? Viola; HU kon er eigenlük even goed di rect uit, maar alle vier de doktoren hebben hem aangeraden een dag of vier naar het zie kenhuis te gaan om zich daar eens nauwkeurig te laten onderzoeken. Lenke: Wat een moeite allemaal En wat een geld verslindt zooiets. Viola: Je hebt er geen idee van! Mün zenuwen zün er geheel door van streste Ik kan c offervaardigheid voor volk en vaderland, zede lijkheid en orde werden eenmaal door het libe ralisme evenzeer gewenscht als thans door het fascisme. En de woordvoerders van beide vragen ongeduldig, wat de Kerken dan nog meer zou den willen, ware het niet, dat zü geheime wen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 9