DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
1
f 250 - keerden wij üit
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis-ongevallenverzekering aan den Heer JAC.
JANSON, VelserduinWeg 80; (Jmuiden (Oost);
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
I ONZE 361e UITKEERING
f 88.445.-
H
L
3s
F 750.-
F 750.-
F 250.-
BLOOKERS
CACAO
s?.
jWie doodde B
Marco Graffi?
B
u&Aaal van den daq
MA
Èen merkwaardige
bekeering
I
I
Half
elf
Blookertijd
geen bons-
geen toegift-ortikelen
DINSDAG 3 NOVEMBER 1936
Nieuw-heidensche pers
1
l
aan onze
De tucht op school
(c
Chaliapine
i
BlOOKBp
De juweelen van
Mevr. Bronte
Het Katholicisme in
Engeland
1
u
sïv'
Alles is ten koste gelegd aan de
KWALITEIT
AC VAN
I aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd
- DIRECTIE VEREEN. KATK PERS
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, CjE^HIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
-
VWM
en.
^CAO
hm
(Speciale correspondentie).
iiiiiimiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiinniiiiiii
Iers
1
I
iiipitaWI
o
107
n
S.
a
3
ai
i
l
■De
een
met den agent naar boven
4
HOOFDSTUK IH
DE ONTDEKKING
(Wordt vervolgd)
I
O
•■4
108
I
Honderdjarig beat aan der kerk
te Chipping Norton
Van neger-aportkampioen
IS
„Dag meneer de bediende," zei Plet Prikkel, terwijl hy bin
nentrad, „geef me een hand. We zijn een paar mannen van de
waterleiding en we komen het huls hier eens bekijken of er
geen lekken zijn.” „Goed heeren, komt U binnen, komt U bin
nen," zei de bediende.
3
an
e-
3.
t;
17
k
Gelukkig scheen bet nog een tijdje te duren voor Dinsdag
hen achterna kwam. Midden op het veld ontmoetten Drein en
Piet een meneer. .Hallo," zei de meneer, .Jullie kunnen geld
verdienen, als je ginds naar die villa gaat om eens stilletjes
af te kijken of mijn bediehden wel werken als ik niet thuis ben."
snslange geheele ongeschiktheid tot werken door
van belde armen, belde beenen of beide oogen
uur
een
iter elkaar de trap op, mijn
op de eerste verdieping waren
iffL En toen we by de deur
«U sagen we daar een jonge-
iö.
tot
Ikt
Uk
var-
7 ct.
U Kflsel en pustet te München zal dit na
jaar een merkwaardig boek verachynen,
dat ten titel draagt: Menachen, die zur
bij een ongeval met
doodeiyken afloop
i lachte
valscbe stee-
o.
sn
Hef goedkoopste der voorname merken
ter,
Bl.
«rd-
roote
2 40.
1.30
st.
Kro-
1200
ntu>
tuks
kg.
1
1.40,
kg.
roer
xrt
irte
en
snt.
per
>ter
18.00
BeUe-
unley
13.60.
3_2O,
0—12,
ao,
V 333
>—34.
R.M.
315
192
adel
313
n>n
Lens
rar-
gen
pen
300
lep-
O
in
ent
31*
ie-
hal bent wegge;
zien hebben.
of uitgegaan.”
„Ja, mMnheer. Maar toen de mist opkwam,
heb ik natuuriyk de buitendeur gesloten, om
hem er zoo veel mogeiyk uit te houden. Eerst
heeft men de voordeur, ziet u, en daarachter
zyn glazen tochtdeuren.”
,Jk begrijp het. Nadat JU dus de deur gesloten
grove
genh.
ol: I
O st.
leten
kg.
t per
0.00
4200
nken
K.G.
1.
14000
■tuks
Gele
1.30;
soort
ituks
•13
bfl wSm van wn hand,
een voet of een aag
11-
tg.
o-
10.
ist
ft
he
ar
o—
sen van da ramen van de eerste
en\ roept mfj om naar boven te
arat. dat ar een noord gebeurd
oer
•te
15,
00.
re-
.00
24.
-0.
10.
00
too
MUn bekeering was geenszins het gevolg van
den aandrang dezer Jesuleten. ook niet van den
Invloed, dien myn mede-studenten op my had
den. Zoo heeft men haar wel uitgelegd, doch
het Is onjuist. Lang vóórdat Ik de Marquette-
Unlversltelt bezocht had Ik al gfoote belang
stelling voor de Kerk, en wat ik-aan de Unl-
versltelt opmerkte, bevestigde slechts de con
clusies, waartoe ik te voren reeds gekomen was.
Op een reis met de Sportclub van de Mar-
quétte-Unlversiteit In 1932 vertrouwde Ik aan
een makker toe, dat ik van plan was, katho
liek te worden. Hy ried my aan, dadeiyk te
beginnen met het nemeh van onderricht. Het
schikte my echter slecht. Ik zat midden In
de studie en in de training (voor de Olympiade).
MUn vriend hield echter voet by stuk. Ik ging
iliiiiiiiiinminiiiiiiiniiiiniiii
Het Katholieke Schoolblad herinnert er aan,
dat in 190® in Engeland een vrouw werd ver
oordeeld. omdat zy een onderwijzeres bad be-
leedlgd en mishandeld, daar deze haar kind
een muts had afgenomen, waarmee het kind
voortdurend op zeer hlnderiyke wijze zat te
spelen. Wie weet, zegt bet blad, of de onder-
wyzeres In onze dagen niet zou veroordeeld zjjn
wegens verduistering van een hoofddeksel.
Welke tuchtmiddelen blyven een onderwijzer In
onze dagen nog over? Een tik? Verboden. In
den hoek? Mag niet. Strafwerk? WH moeder
volstrekt niet hebben. Schoolbiyven? Vrijheids-
berooving. Inbeslagneming wan voorwerpen,
waarmede gespeeld wordt? Strafbaar volgens
art. zooveel van wetboek van hoe-beet-dat-ook-
weer. We staan steeds met den eenen voet in
het politiebureau.
et dikke, roode hoofd van Mevrouw
Bronté glansde van genoegen. Elndeiyk
was ze op de thee gevraagd by lady
Gainsbury, een der voornaamste dames van
Manchester. Door een toeval was ze met deze
dame in kennis gekomen.
Mevrouw Bronté was dol op Juweelen en met
aandrang had ze de lady aangeboden haar
collectie eens te laten zien. Deze had dit echter
beleefd af geslagen.... weinig tijd.... erg druk,
maar mevrouw Bronté had den knoop doorge
bakt, door te zeggen, dat ze dan wel eens by
mevrouw Gainsbury thuis zou komen. De ult-
noodlging om thee te komen drinken was daar
op gevolgd, maar met een gezicht, dat ieder an
der dan mevrouw Bronté zou hebben alge-
schrikt.
Met een snoezig JuweelenklstJe In d’r hand-
tasch reed ze naar lady Gainsbury prachtige
woning. Austin, haar mam, kon tevreden zyn
over z’n vrouwtje, dat nu In de h^o^te krin
gen ging verkeeren.
Toen ze het salon biimenl
Bronté door de vrouw des 1
wezige dame voorgesteld
Benige minuten later stelde ze het briefje
aan lady Gainsbury ter hand, die zelde:
„Zooals u verkiest, maar bedenk wel, me
vrouw, dat u de gevolgen van zoo'n brief zult
moeten dragen.”
.Wat rgdaa al dia maaschan ge
vaarlijk vandaag”, dacht a Immers
vanmiddag achter het stuur. (Hoe
zegt men dat ook weer van dien
splinter, dien balk on uw oog?...)
iemand uit
verdieping,
komen. Hy
i«"
,.Je bent
gegaan?'
„We renden 'kt
heer. Al de ramsj
van mynheer Gi
van de flat kwar
man staan en die zei....
„Wat die Jongeman zei, sullen we op het
oogenblik nog buiten beschouwing laten Aeock.
Wat zag JU toen?"
,.Ik zag mynheer Graff! In bed liggen, mijn
heer. Hy was dood. Hy was gestoken. Door syn
hart gestoken, was hy.'
„Wat is er toen gebeurd?"
„Webber, de agent, is toen hulp en den politie-
dokter gaan halen, en ik ben daar gebleven."
„Gaf die jongeman, die vreemde, gaf die,
toen je de flat binnenkwam, een verklaring
van wat hy daar deed?"
^a, mynheer, dadeiyk, met een psmr woorden.
Hy zei...."
„Het doet er niét toe, wat hy zzL Dat hoeren
we later wel. Kende je hem?"
„HM was me volkomen vreemd, mynheer."
.Je had hem dus nooit van te voren gezien?"
Hooit, mUnheer.*
„Wat was de eerste gedachte, die by je op
kwam, toen je,hem daar vond?”
Chaliapine, de beroemde Russische baszan
ger, die op leeftyd begint te komen, heeft be
sloten rijn artistieke loopbaan er aan te geven.
Hy heeft een landgoed in Tirol gekocht en wil
daar ap zyn lauweren rusten. Met een concert
te Weenen hoopt hy van het publiek afscheid
te nemen.
h groot geluk,
bereikt of lie-
vreugden van de spert-
zeer aangenaam. Vleiende dag-
m niet htev- fa
noote. ,Jk wü mMn broche terug hebbenl"
En ze stampvoette van drift.
„Maar Gerry,” hernam haar man. „wat was
dat voor een vrouw, die je broche gestolen
heeft? Hoe heet ze?”
..Ze heet, geloof Ik, mevrouw Clayton, maar
een dame ia ze niet.”
Met één sprong en een verwenachlng, was
Austin Bronté uit s*n leunstoel gesprongen en
stond bevend van onteettlng voor z’n vrouw.
„Wat? Mevrouw Clayton, de vrouw van Phi
lipp Clayton? Ongelukkige, die vervlbroche
van jou heeft me geruïneerd.... hoor Je....
gerulneerdl Met haar man wilde Ik een con
tract sluiten, waardoor m’n zaak van den on
dergang gered zou zyn. Een jaar lang heb ik
onderhandeld en nu het aóo goed als voor
elkaar is, en het contract geteekend zal wor
den, maakt die ellendige broche van jou aan
allea een eind en Is m*n ondergang zoo goed
als zeker.... m’n sfaillissement is aanstaande.
Begrijp je dat?”
w— maar.... Austin, ze heeft tech
heusch die kostbare broche gestolen," snikte
üVdbWttT 1T-Z
hoor je het, al die steenen van Jou
zyn valsch gestolen, dan beteekende dat nog
niets. Of dacht Je soms dat ik in staat ben
met m’n inkomen aan Jou juweelen te geven
van 500 en 1000 pond, dom schepsel? Mevrouw
Clayton is bovendien schatrijk en....”
Op dit oogenblik werd er geklopt. Het dienst
meisje kwam binnen.
.Mevrou^jdase broche vond -ik op de sprei
van uw bed; u hebt vergeten het in uw juwee-
lenkistje te doen.”
Twee seconden daarna was mevrouw Bronté
In zwijm gevallen.
had. dus na negen uur. konden de bewoners
alleen binnenkomen met hun huissleutels. En
bezoekers, die er niet woonden, zouden die bin
nen hebben kunnen komen?" e
„Als ze gebeld hadden, mMnheer."
„Dus was het voor niemand mogeiyk om dien
avond tusschen kwart over negen en twaalf uur
het gebouw binnen te komen, zonder dat JU het
wist?"
.Absoluut onmogeiyk, mMnheer."
„Zyn Signor Oraffi en zyn kleindochter nog
voor twaalf uur teruggekomen?”
„Neen, mynheer, ze waren toen nog niet
terug."
Acock Is zeer beslist op dit punt; hy geeft
zyn antwoord met groeten nadruk.
,,Wat heb je na twaalf uur gedaan?"
„Wat ik altijd doe, mMnheer. Naar beneden
gegaan, een beetje gegeten, en toen naar bed."
„Heb je goed heb Je vast geslapen?"
„Ik slaap altyd goed en vast. mMnheer."
„Heb je s nachts niets gehoord?”
Jfiets, mMnheer.”
„Laat ons het nu eens hebben over den mor
gen, die er op volgde. Gebeurde er toen niets
ongewoons?”
„Ja
„Wl
vereerden als een echten kerel.... Ik werd
warm door hem ontvangen; hy maakte my de
studie van *t katholicisme niet moelltjk, en op
8 December 1932 werd ik opgenomen als lid
der Maria-Congregatle Ik bezoek nu regelma
tig de negerkerk van de 8t Benedictus Maurus.
in de nabyheid der Universiteit en vaak gaan
andere negers, ook niet-katholiek. met my mee.
Het katholicisme heeft my de oogen geopend;
ik verlaat mM thans op het gebed by al wat
ik voornemens ben te doen. Ik hoop, dat het
my gegeven zal zyn, de Katholieke geloofs
trouw altyd te bewaren.
Des avonds hoorde Austin Bronté het beelo
verhaal van z’n vrouw glim!schend aan.
stelde niet veel belang in dames-ruzies.
„Die fyne dames staan voor niets, als ze geen
geld hebben,” snauwde mevrouw.
„Kom, Gerry,”
suste d’r man,
„dat ding zal wel
terug komen, en
bovendien als ik
dat contract heb
afgesloten, krijg
Je er een van
de dubbele waarde."
.Die wil ik niet!” riep de woedende echtge-
RaJph Metcalfe, de Olympia-overwinnaar
van 1932, die tot het katholicisme be
keerd is
ad^rierd mevrouw
tdts aan een aan-
met de woorden:
„Lilly, mag ik je mevrouw Bronté voorstellen?
Mevrouw, dat is mevrouw Clayton,”
De bezoekster keek naar de betrekkeiyk jeug
dige dame voor haar, die smaakvol, maar in
haar oogen te eenvoudig gekleed was. ZM
bracht het gesprek onmlddeliyk op haar ju
weelen. Nu kon ze tenminste eens laten zien,
wat voor kostbaarheden ze had. BU alles noem
de ze den prys, want volgens haar was het
mooiste stuk datgene, waarvoor haar Austin
het meeste betaald had.
Mevrouw Clayton, die weinig belang in dit
alles scheen te stellen, stond even later op en
ging by ’t venster staan.
,Dat mensch is Jaloersch,” dacht de eigens^
res der juweelen.
Op haar beurt dacht mevrouw Clayton,
„kleeren en Juwwelen zyn biykbaar de eenlge
dingen, waarvoor die mèvrouw Bronté zich In
teresseert.”
De gastvrouw, die begreep wat er in het
tweetal omging, stelde mevrouw Bronté voor
even mee te gaan naar d’r slaapkamer, waar
ze een prachtige broche bewaarde, waarvan
men zelde dat ze eens het eigendom van de
pginses de Lamballe geweest was.
Belde dames verlieten nu het salon en toen
ze na een kwartier terug kwamen, stond me
vrouw Clayton nog steeds by ’t venster.
„MUn auto is voor, ik heb nog veel te doen;
tot ziens dus,” sprak ae en nam vluchtig en
haastig afscheid.
Langzamerhand schoot de tijd op en me
vrouw Bronté begreep dat het oogenblik ook
voor haar was aangebroken om op te stappen.
Voorzichtig bergde ze al haar sieraden weer
op. Toen ze een klein leeren étui opende,
slaakte ze eensklaps een kreet van schrik. De
broche, waarvoor haar man 500 pond betaald
had, en die pas een maand in haar bezit was,
was verdwenen.
Daaraan kan niemand anders, dacht ae, dan
die mevrouw Clayton schuldig zyn.
„Dat beeft die vrouw gestolen!” riep ae, ,ke
keek met zulke hongerige oogen naar m’n kost
baarheden! Ze heeft haar slag geslagen, toen
we even weg waren! Het ding is weg en ner
gens te vinden!”
Lady Gainsbury was Heek geworden.
„U bedoelt toch niet m’n vriendin, mevrouw
Clayton?” vroeg ze Ijskoud.
„Natuuriyk, wie anders?”
„U vergist u,” klonk het afgemeten.” Uwe be
schuldiging is belacheiyk. Mevrouw Clayton
heeft een afkeer van juweelen» Ze draagt ae
nooit.”
.Dn toch,” hield de bezoekster hardnekkig
vol, „heeft ze m’n broche van 500 AntBMMÜ
genomen. In deze kamer is niemand anders
gewast dan ’zy.”’ 3 *a> -»
„Enfin, mevrouw Clayton komt vanavond
nog by me, maar Ik zou haar zelfs niet willen
zeggen, dat u haar wantrouwt.”
„Dan zal ik het haar wel zeggen!” riep me
vrouw Bronté. ,Jk zal haar direct een briefje
schrijven en haar zeggen, dat, omdat ze een
vriendin is van u, ik er verder geen werk van
zal maken, als ze tenminste zorgt dat ik de
broche morgenochtend terug heb.”
iiiHHmNMiiiHiiiiHiHHiMuminMmiiiiiiiiiiHniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiimiiiiiiHiiif
Honderd jaren geleden den 25en October
1838 werd te Chipping Norton de H Drie-
eenheldskerk geopend door bisschop Walsh, den
Apostolischen Vicaris van het Midland-district,
t Honderdjarig bestaan van een kerk in een
kleine provincieplaats zeker geen feit van
meer dan lokale beteekonls, maar het ontstaan
van Chipping Norton’s kerk is' zoo ken^rkend
voor de wedergeboorte van t katholicisme in
Engeland, dat ook buKenlandsche katholieken
belang erin kunnen stellen.
Toen deze kerk gebouwd werd, woonde er in
Chipping Norton niet één katholiek ’t Moet in
dien tUd ongerijmd geleken hebben, dat in een
land, waar nog ter nauwernood begonnen was
met den weder-opbouw van het Katholicisme,
en waar de weinige honderdduizenden katho
lieken het nUpendste gebrek hadden zoowel aan
kerken en kapellen als aan priesters, een kerk
gesticht werd in een stadje zonder katholieken.
De uitkomst heeft bewezen, dat het allesbe
halve ongerijmd was, en dat reeds spoedig na
de stichting der steenen kerk ook een levende
kerk van geloovlgen verrees.
Chipping Norton is een klein, maar zeer be
koor iyk marktstadje aan den weg van Oxford
naar Worcester. Het ligt op *t hoogste mint der
Cotswold-heuvels twee-honderd-vyftig meter
boven den zeespiegel, t Heeft een rijk Katho- 1
liek verleden, waarvan de mooie mlddeleeuw-
sche kerk, die thans in handen der Protestan-
tenls, getuigenis aflegt.
Op drie.myien afstand ligt Heythro^, thans
een College der Jezuïeten, ’t Werd in 170® ge
bouwd door den niet-katholleken hertog van
Shrewsbury, maar ging na diens dood in 1717
over in 't bezit van katholieke erfgenamen. De
I - voornaamste hunner was de Jezuïet Gilbert
Talbot, die evenwel zyn rechten opgaf ten gun
ste van zyn Jongeren broeder. De katholieke
eigenaar bouwde een aan ’t huls grenzende ka
pel, die tot In "t midden der vorige eeuw nog
bestond, ofschoon ’t huls zelf in 1831 door
brand vernield werd.
Sinds 1739 waren steeds kanelaans aan "t
huis van de graven (gelUk zy later waren) van
Shrewsbury- verbonden. Father Patrick Heffer
nan, die deze functie sinds omstreeks 1824 be- 1
kleedde, schynt een man van groote energie ge
weest te zyn. Het ambt van huiskapelaan der
Shrewsbury’s stelde uit den aard der taak geen
•1 t® zware eischen aan den priester, en deze
besteedde al zyn vrijen tUd aan bet uitvoeren
van katholieke werken in de omgeving van het
grafelUk huls, waarby hy door de Shrewsbury’s
financieel gesteund werd. De toenmalige graaf,
Charles van Shrewsbury, gaf het geld voor den
bouw van de fraaie gothlsche kerk, welze Fa- i
ther Heffernan te Heythrop stichtte en welke
helaas vyftig jaren later gesloopt werd, toen
het landgoed overging in t bezit der Brasseyz.
Graaf Charles stierf kort na de inwydlng der
kerk en Father Heffernan, ofschoon zeer dank- j
baar voor den steun, dien hy en zyn voorgan
gers steeds van de Shrewsbury’s gekregen had
den, meenden dat bet in bet katholiek belang
zou zyn Indien een katholiek centrum gesticht
werd, geheel onafhankeiyk van de grafeiyke
familie. 1
Een katholieke vrouw. Miss Bowden, van
Radford, stelde voor dit doel 4000 tot zUn be
schikking. Father Heffernan had reeds spoedig 1
een keus gedaan. HU zou *n kerk bouwen te 1
Chipping Norton, t Leek ’n zonderlinge keus,
want er woonde in dit stadje niet één katho
liek, en men had den priester niet zonder reden
ervan kunnen beschuldigen, dat hy toegaf aan
lag een héuvèr?eff 4jri keil, tie 'hU of)] 1
*t hoogste punt wilde bouwen, zoowel t stadje
als de omgeving beheerschen zou. Klaarblijke-
lUk handelde hy volgens een instinct; dat hem
niet bedrogen heeft.
De pachters van Heythrop hielperi hem. zy
hakten en zaagden op *t landgoed, en voerden
*t met steenen en ander materiaal aan, en den
25en October 1836 was de kerk voltooid en In-
gewyd. Maar Father Heffernan was *n pastoor
zonder parochianen, zoo men eenlge katholieken
uit de omgeving uitzonderde.
Na weinig jaren reeds was hy niet meer op dé
omgeving aangewezen. Zóó veel bekeerlingen
werden gemaakt, dat bisschop de latere kar
dinaal Wiseman in 1845 53 inwoners van
Chipping Norton het H. Vormsel moest toe
dienen. Father Heffernan zelf had reeds spoe
dig zyn nieuwe kerk aan een anderen geesteiyke
overgedragen, en keerde terug naar Heythrop,
van waaruit hy zyn onvermoeide activiteit
voortzette. BU zyn dood In 1858 werd zMn stof
felijk overschot bMgezet naast dat van den
Graaf van Shrewsbury
Weinigen kennen zyn naam, en toch behoort
hy tot de groote pioniers der kerk in Engeland’.
Want meer dan 300 burgers van Chipping Nor
ton hooren lederen Zondag Mis in de Drieéen-
heldskerk, die zoo eenzaam was toen zU H eeuw
geleden werd ingewyd.
-
AflT A ®p bla<1 ingevolge de verzekertogsvoorwaarden tegen |e' b|)
t| .r1, IN F. s» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen AJVFe- ver]
r „De huurders hebben zeker allemaal
sleutel van die deur?”
„Zeker, mUnheer, allemaal.”
„Dus iedere huurder kan vóór acht
's nachts thuiskomen door middel van
huissleutel?”
„Juist, mynheer.”
„Woon Je In het gebouw zelf?”
„Ja, mijnheer. We bewonen het souterrain."
„Nu moet Ik je eens iets vragen over den
avond van den vierden November Van hoe laat
tot hoe laat was JU dien avond in de hal van
het flatgebouw?”
„De was in de hal, mUnheer. van kwart over
acht tot twaalf uur ’s nachts.”
,4e hebt gedurende dien tUd de hal niet ver
laten?”
„Neen mUnheer.”
„Heb je Signor Graffi en zUn kleindochter
dien avond zien ultgaan?”
„Ja. mynheer, ze zyn om half negen uitge
gaan.’’
„Was de mist toen al opgekomen?”
„Neen njUnheer. De mist kwam pas op om een
uur of negen.”
„Daar je dus tot twaalf uur toe niet uit de
geweest, moet Je dus iedereen ge-
dre dien avond is binnengekomen
.Juist.”
MUnheer Chrisenbury geeft het groote vel
papier aan den Coroner, en noodigt hem met
een gebaar uit, het eens goed te bekyken.
„De zou graag willen, mUnheer. dat u en de
leden van de Jury dezen plattegrond eens goed
bekeken, en vooral eens zouden willen letten op
de ligging van de slaapkamers. En wel om een
reden, die u gauw duidelijk genoeg zal worden
U zult bemerken, dat er een afstand is van
twee groote kamers, tusschen de eerste slaap
kamer en de derde.”
De Coroner bestudeert den Plattegrond; de
leden van de jury kyken er naar. De juryleden
begrijpen nog niet goed, warom men hun elgen-
lUk vraagt, er naar te kyken; in bun oogen,
en in die van het volk op de publieke tribune,
wordt het groote papier plotseling iets heel
geheimzinnigs en belangrijks. Als mUnheer
Chrisenbury het terugkrijgt van het laatste
Jurylid, rolt hU het weer op, en geeft hU het
aan den klerk, die naast hem zit. Blükbaar
heeft het zUn plicht gedaan. Manheer Chrisen
bury richt zich weer tot den getuige.
,,Als ik u goed begrepen heb, mMnheer
Quarendon. waren uw betrekkingen tot mMnheer
Graffl eenlgszlns anders, dan die van louter
huiseigenaar en huurder. U stond feiteiyk op
een meer vriendschappeiyken voet met elkaar."
,Ja, we konden het nogal goed met elkaar
vinden. Ik kwam zoo nu èn dan wel eens een
avondje by hem, en dan hU weer eens by mM.”
.Hoorde u hem nooit over zMn familie
praten?"
^la, toen hy dit voor Jaar utt Itali* wae terug-
mMnheer Iets heel ongewoons."
was dat voor Iets?”
„vyf minuten voor acht, mMnheer, Juist toen
ik naar boven ging, om de deur open te maken,
werd er heel hard gebeld, en hevig op de deur
gebonsd. Ik rende naar boven, en deed de deur
open. Daar stond een politieagent, dien Ik ken.
voor de deur. Webber was het. Ik ael: Wat Is er
te doen, Jlm? Hy antwoordde; D’r hangt
.V
De snel»wisselende toestand van de nieuw-
heldensche pers in Duitschland geeft een leer
zaam Inzicht In de gisting welke onder een deel
van het volk leeft.
We ontvangen een merkwaardig overzicht
van de bladen dezer beweging, n.l. aldus: Be
Reichswart, het blad vah graaf Reventlow die
uit de heidensche beweging omdat ze hem te
radicaal werd terug trad, zonk van 24000 ex. op
lage verleden zomer tot thane 18000. De Deut
sche Glaube, uitgaande val? dtai Hauerkrinj,
heeft 600Q exemplaren oplage? De Nordtachc
Stimmen van den zoo juist professor te Jena
geworden dr. Bernhard Kummer, dat de meer
wetenechappelUke stinomlng tracht te dragen,
Is opgeheven en In de Völkiache' Schule opge
gaan. De Dure hbruch, thans het otficieele or
gaan der hoofdbeweging, steeg van 9000 abon
né's verleden jaar tot 16800 exemplaren oplage.
Een deel der volgelingen van graaf Reventlow
en prof. dr. Wilhelm Hauer Is dus blUkbaar, bU
hun uittreding uit de beweging, van hen op de
Durchbruch en de otficieele beweging overge
gaan. Dit blad Is radicaal. Verder zUn de klei
nere bladen de Blits en de Weltkampf te noe
men. De Siegrune is weer verdwenen, eveneens
de Drehscheibe die verboden werd en toen her
leefde als Stünme der Weltanschauung, welke
In Augustus JJ. eveneens verboden werd. Ook
verboden werden de Deutsche Volkskirche en
de Religiose Revolution. 'Alle drie deze verbo
den organen waren bladen der richtlng-Arthur
Dlnter, welke richting nu zonder orgaan is
Nordland, het blad der „Völkische Aktion”
z^ik van ruim 20.000 tot een 10.000 oplage. De
Nordiache Zeitung en de Widar hebben slechts
zeer weinig lezers. Groot echter Is de oplage
van Ludendorffs blad, Am heiligen Quell, dat
van 67000 exemplaren oplage In dit voorjaar
naar Pater John Markoe 8.J., dien wU alien op 72000 steeg en zeer verbonden met Luden
dorff is bovendien de Deutsche Voiksaktion
met 7000 lezers, wier hoofdredacteur dezer da
gen wegens godslastering veroordeeld werd.
Aangekondigd is weer een nieuw tijdschrift
van dr. Grabert en Hans Kurth.
Wie het dicht bezette strijdveld overziet,
merkt dat de meest radicalen de sterkste aan
trekkingskracht hebben. Ludendorff’s blad en
de Durchbruch met hun fel anti-christendom
trekken het meest. Overigens overschatte men
de oplagecUfers niet; het zUn immers onder
een volk van 65> millloen zielen niet zoo groote
cyfers als het in Nederland tijken zou.
Er gaat een vreemd gemompel door de saai.
Iedereen staart naar den advokaat, en dan
naar den getuige; en van den getuige weer naar
den advokaat; en dan kyken ze allemaal naar
het groote vel wit papier. Maar met dat groote
’el papier Is mUnheer Chrisenbury nog niet
klaar.
,JSr is nog een slaapkamer, die uitkomt In
Signor Graffi's studeerkamer. Van wie Is die?”
„Van juffrouw Gemma. De oude beer had
dat zoo gearrangeerd, ctndat ze zich dan
*s nachts niet zoo alleen zou voeten. HU sou
dan altyd dicht by haar zyn.”
„Nu de derde slaapkamer. Is dat dfe, die hier
achter de derde woonkamer ligt, waarachyniyk
die woonkamer, die door Signor Graffl als lees
kamer werd gebruikt?"
„Ja, die Is het."
JDus tusschen deze slaapkaskr, eri de twee
andere, liggen de ontvangkamer en de studeer
kamer?" -
Klrche kamen en dat in *t kort de bekeerings-
geschledenis zal verhalen van een groot aantal
markante persooniykheden, die in den laatsten
tyd het Katholicisme omhelsden. Niet minder
dan 21 landen zullen vertegenwoordigd zyn in
deze verzameling, die haar ontstaan dankt aan
het initiatief van pater Severin Lamping O.F.M.
Ook uit Nederland worden eenlge gegevens om
trent bekende’bekeerlingen medegedeeld.
De uitgevers deelen in een propectus reeds
een en ander mede over den inhoud, zy vestigen
met name de aandacht op het bekeeringsver-
baal van Ralph. H. Metcalfe, die In 1932 bij
de Olympische Spelen te Los Angelos de zil
veren medaille behaalde in den 100 M. wed
strijd hardloopen en die deel uitmaakte van de
janvierende Amerikaansche ploeg in den Esta
fetteloop. Ralph H. Metcalfe Is een negerjongen,
die studeert aan de Marquette Universiteit.
wy laten hier zUn bekeerlngsgeschledenls
volgen, door hemzelven verteld, zooals ze dezer
dagen zal verachynen, met vele andere bekee-
ringsgeschiedenissen, In het hierboven genoem
de boek: Menschen die zur Klrche kamen.
„Het geeft aldus Ralph Metcalfe echt
een groote voldoening, als men opJit loop
baan het'wereldkamploenschap-^stüóopen be
haalt. Het is een
wanneer men het
ver nog,
wedstrijd)
bjadhertï'hten al mag men ze
schatten, zyn toch dingen, dié*!
over zichzelf leest. Maar niets van dat alles, en
zeker niet de eer en de gunsten, welke my ten
deel vielen, toen Ik als hardlooper zooveel ge
luk had, kunnen vergeleken worden by de
groote Innerlyke vreugde, die ik gevoelde op
den dag, waarop Ik voor het eerst ontdekte, dat
Ik katholiek was. In dezen godsdienst heb ik
een nieuw geluk gevonden en het katholieke
gebedreven geeft my een troost, waar Ik vroe
ger geen flauw vermoeden van had. MMn be
keering tot de Katholieke Kerk was zonder
eenigen twUfel de meest beteekenisvolle daad
van boel mMn leven. Ik kan niet zeggen, dat
Ik er een oogenblik spUt over heb gehad. Het
zal by veie lezers, vooral in de Vereenigde Sta
ten van Amerika, wel eenlge verbazing wek
ken. dat een negerjongen zich tot de Katholieke
Kerk bekeerde. Men zal dit opvatten als iets
heel ongewoons. Daar ons ras zich echter met
snellen spoed op cultureel gebied voorwaarts
beweegt, is de negerbevolklng een volstaand
veld voor den oogst van het Missiewerk. Onder
de negers heeft de Katholieke Missie buitenge
woon werk gedaan. Het wordt wel aangetoond
door de talrijke kerken en scholen voor kleur
lingen.
Ik mag niet zeggen, dat het my byzonder
moeliyk viel, katholiek te worden. De twyfels
en zwarigheden van zoovele convertleten, die
door hun vaders en familieleden worden be
lemmerd In hun gang naar de Kerk, heb Ik
niet behoeven te ondervinden. MUn moeder
werd tezamen met my katholiek. Ze woont in
Chicago, In het ouderiyk huis, en haar belang
stelling voor het katholicisme werd opgewekt
door blanke en zwarte vrouwen onder haar
vriendinnen. Deze waren n.l. katholiek en myn
moeder werd ontroerd door hun oprechtheid en
hun Mver en hun toewydlng. Ik bezocht in
die dagen nog het Gymnasium, en myn be
langstelling ging toevallig ook uit naar het Ka
tholicisme, zoodat ik my liet Inschrijven aan
de Marquette-unlveraitelt. die een Katholieke
Inrteillng is en door paters Jesuleten geleid
wordt 4
gekomen, vertelde hy me, dat zyn kleindochter
het eenlge familielid was, dat hy nog had.”
MUnheer Chrisenbury geeft te kennen, dat hU
dezen getuige geen vragen meer heeft te stel
len; ook de Coroner biykt er geen meer te heb
ben. Heeft mynheer Chichele nog iets te
vragen? Of een van de Juryleden? MUnheer
Chichele schudt het hoofd; de juryleden blyven
stil en stom. MUnheer Quarendon stapt het
hokje uit en gaat weer op de bank er achter
zitten. Dan wordt de ambtenaar weer actief en
roept met luider stem:
„Charles Acock.”
Weer staat er een man op van de bank tegen
de lambrizeering. Het is een forach, stevig
iemand, die aan zMn houding en zyn snor te
zien, zeker een tyd lang in het leger moet ge
weest zMn. HU legt den eed af op een manier,
die te kennen geeft, dat hy ieder woord, dat
hy zegt, meent, en dat hy al die formaliteiten
buitengewoon ernstig opneemt, en hy gaat
tegenover Chrisenbury staan, alsof zy met zUn
tweeén alleen in een kazerne-bureau waren, om
over ernstige regimentsaangelegenheden te
praten.
„Acock, je bent concierge en huisbewaarder,
en Je vrouw is huishoudster in het Austerilts
Flatgebouw?”
.Jawel, mUnheer."
„Vertel ons nu eens in het kort, hoe daar
de regels van het huls zyn, met betrekking tot
het sluiten van de voordeur."
„Ik maak de voordeur ’s morgens om acht
uur open, mynheer en sluit haar ’s avonds
om twaalf."
„Goed,” zei Drein, „dat doen we.” Maar toen het tweetal de
villa naderde, zag de hoofdbediende hen al aankomen. „Jon
gens,” zei hy tegen de anderen ,jnyn kop er af, als dat geen
spionnen zyn van de baasXAls ze straks binnenkomen, moeten
jullie maar hard aan het wterk gaan.”
„Koetbaarlf riep mUn^Wr WMIé.lan
oor M schfil. ^A1 had ae al die valsch
nen