DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL 1 f 250 - keerden wij üit ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis-ongevallenverzekering aan den Heer JAC. JANSON, VelserduinWeg 80; (Jmuiden (Oost); wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is I ONZE 361e UITKEERING f 88.445.- H L 3s F 750.- F 750.- F 250.- BLOOKERS CACAO s?. jWie doodde B Marco Graffi? B u&Aaal van den daq MA Èen merkwaardige bekeering I I Half elf Blookertijd geen bons- geen toegift-ortikelen DINSDAG 3 NOVEMBER 1936 Nieuw-heidensche pers 1 l aan onze De tucht op school (c Chaliapine i BlOOKBp De juweelen van Mevr. Bronte Het Katholicisme in Engeland 1 u sïv' Alles is ten koste gelegd aan de KWALITEIT AC VAN I aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd - DIRECTIE VEREEN. KATK PERS AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, CjE^HIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL - VWM en. ^CAO hm (Speciale correspondentie). iiiiiimiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiinniiiiiii Iers 1 I iiipitaWI o 107 n S. a 3 ai i l ■De een met den agent naar boven 4 HOOFDSTUK IH DE ONTDEKKING (Wordt vervolgd) I O •■4 108 I Honderdjarig beat aan der kerk te Chipping Norton Van neger-aportkampioen IS „Dag meneer de bediende," zei Plet Prikkel, terwijl hy bin nentrad, „geef me een hand. We zijn een paar mannen van de waterleiding en we komen het huls hier eens bekijken of er geen lekken zijn.” „Goed heeren, komt U binnen, komt U bin nen," zei de bediende. 3 an e- 3. t; 17 k Gelukkig scheen bet nog een tijdje te duren voor Dinsdag hen achterna kwam. Midden op het veld ontmoetten Drein en Piet een meneer. .Hallo," zei de meneer, .Jullie kunnen geld verdienen, als je ginds naar die villa gaat om eens stilletjes af te kijken of mijn bediehden wel werken als ik niet thuis ben." snslange geheele ongeschiktheid tot werken door van belde armen, belde beenen of beide oogen uur een iter elkaar de trap op, mijn op de eerste verdieping waren iffL En toen we by de deur «U sagen we daar een jonge- iö. tot Ikt Uk var- 7 ct. U Kflsel en pustet te München zal dit na jaar een merkwaardig boek verachynen, dat ten titel draagt: Menachen, die zur bij een ongeval met doodeiyken afloop i lachte valscbe stee- o. sn Hef goedkoopste der voorname merken ter, Bl. «rd- roote 2 40. 1.30 st. Kro- 1200 ntu> tuks kg. 1 1.40, kg. roer xrt irte en snt. per >ter 18.00 BeUe- unley 13.60. 3_2O, 0—12, ao, V 333 >—34. R.M. 315 192 adel 313 n>n Lens rar- gen pen 300 lep- O in ent 31* ie- hal bent wegge; zien hebben. of uitgegaan.” „Ja, mMnheer. Maar toen de mist opkwam, heb ik natuuriyk de buitendeur gesloten, om hem er zoo veel mogeiyk uit te houden. Eerst heeft men de voordeur, ziet u, en daarachter zyn glazen tochtdeuren.” ,Jk begrijp het. Nadat JU dus de deur gesloten grove genh. ol: I O st. leten kg. t per 0.00 4200 nken K.G. 1. 14000 ■tuks Gele 1.30; soort ituks •13 bfl wSm van wn hand, een voet of een aag 11- tg. o- 10. ist ft he ar o— sen van da ramen van de eerste en\ roept mfj om naar boven te arat. dat ar een noord gebeurd oer •te 15, 00. re- .00 24. -0. 10. 00 too MUn bekeering was geenszins het gevolg van den aandrang dezer Jesuleten. ook niet van den Invloed, dien myn mede-studenten op my had den. Zoo heeft men haar wel uitgelegd, doch het Is onjuist. Lang vóórdat Ik de Marquette- Unlversltelt bezocht had Ik al gfoote belang stelling voor de Kerk, en wat ik-aan de Unl- versltelt opmerkte, bevestigde slechts de con clusies, waartoe ik te voren reeds gekomen was. Op een reis met de Sportclub van de Mar- quétte-Unlversiteit In 1932 vertrouwde Ik aan een makker toe, dat ik van plan was, katho liek te worden. Hy ried my aan, dadeiyk te beginnen met het nemeh van onderricht. Het schikte my echter slecht. Ik zat midden In de studie en in de training (voor de Olympiade). MUn vriend hield echter voet by stuk. Ik ging iliiiiiiiiinminiiiiiiiniiiiniiii Het Katholieke Schoolblad herinnert er aan, dat in 190® in Engeland een vrouw werd ver oordeeld. omdat zy een onderwijzeres bad be- leedlgd en mishandeld, daar deze haar kind een muts had afgenomen, waarmee het kind voortdurend op zeer hlnderiyke wijze zat te spelen. Wie weet, zegt bet blad, of de onder- wyzeres In onze dagen niet zou veroordeeld zjjn wegens verduistering van een hoofddeksel. Welke tuchtmiddelen blyven een onderwijzer In onze dagen nog over? Een tik? Verboden. In den hoek? Mag niet. Strafwerk? WH moeder volstrekt niet hebben. Schoolbiyven? Vrijheids- berooving. Inbeslagneming wan voorwerpen, waarmede gespeeld wordt? Strafbaar volgens art. zooveel van wetboek van hoe-beet-dat-ook- weer. We staan steeds met den eenen voet in het politiebureau. et dikke, roode hoofd van Mevrouw Bronté glansde van genoegen. Elndeiyk was ze op de thee gevraagd by lady Gainsbury, een der voornaamste dames van Manchester. Door een toeval was ze met deze dame in kennis gekomen. Mevrouw Bronté was dol op Juweelen en met aandrang had ze de lady aangeboden haar collectie eens te laten zien. Deze had dit echter beleefd af geslagen.... weinig tijd.... erg druk, maar mevrouw Bronté had den knoop doorge bakt, door te zeggen, dat ze dan wel eens by mevrouw Gainsbury thuis zou komen. De ult- noodlging om thee te komen drinken was daar op gevolgd, maar met een gezicht, dat ieder an der dan mevrouw Bronté zou hebben alge- schrikt. Met een snoezig JuweelenklstJe In d’r hand- tasch reed ze naar lady Gainsbury prachtige woning. Austin, haar mam, kon tevreden zyn over z’n vrouwtje, dat nu In de h^o^te krin gen ging verkeeren. Toen ze het salon biimenl Bronté door de vrouw des 1 wezige dame voorgesteld Benige minuten later stelde ze het briefje aan lady Gainsbury ter hand, die zelde: „Zooals u verkiest, maar bedenk wel, me vrouw, dat u de gevolgen van zoo'n brief zult moeten dragen.” .Wat rgdaa al dia maaschan ge vaarlijk vandaag”, dacht a Immers vanmiddag achter het stuur. (Hoe zegt men dat ook weer van dien splinter, dien balk on uw oog?...) iemand uit verdieping, komen. Hy i«" ,.Je bent gegaan?' „We renden 'kt heer. Al de ramsj van mynheer Gi van de flat kwar man staan en die zei.... „Wat die Jongeman zei, sullen we op het oogenblik nog buiten beschouwing laten Aeock. Wat zag JU toen?" ,.Ik zag mynheer Graff! In bed liggen, mijn heer. Hy was dood. Hy was gestoken. Door syn hart gestoken, was hy.' „Wat is er toen gebeurd?" „Webber, de agent, is toen hulp en den politie- dokter gaan halen, en ik ben daar gebleven." „Gaf die jongeman, die vreemde, gaf die, toen je de flat binnenkwam, een verklaring van wat hy daar deed?" ^a, mynheer, dadeiyk, met een psmr woorden. Hy zei...." „Het doet er niét toe, wat hy zzL Dat hoeren we later wel. Kende je hem?" „HM was me volkomen vreemd, mynheer." .Je had hem dus nooit van te voren gezien?" Hooit, mUnheer.* „Wat was de eerste gedachte, die by je op kwam, toen je,hem daar vond?” Chaliapine, de beroemde Russische baszan ger, die op leeftyd begint te komen, heeft be sloten rijn artistieke loopbaan er aan te geven. Hy heeft een landgoed in Tirol gekocht en wil daar ap zyn lauweren rusten. Met een concert te Weenen hoopt hy van het publiek afscheid te nemen. h groot geluk, bereikt of lie- vreugden van de spert- zeer aangenaam. Vleiende dag- m niet htev- fa noote. ,Jk wü mMn broche terug hebbenl" En ze stampvoette van drift. „Maar Gerry,” hernam haar man. „wat was dat voor een vrouw, die je broche gestolen heeft? Hoe heet ze?” ..Ze heet, geloof Ik, mevrouw Clayton, maar een dame ia ze niet.” Met één sprong en een verwenachlng, was Austin Bronté uit s*n leunstoel gesprongen en stond bevend van onteettlng voor z’n vrouw. „Wat? Mevrouw Clayton, de vrouw van Phi lipp Clayton? Ongelukkige, die vervlbroche van jou heeft me geruïneerd.... hoor Je.... gerulneerdl Met haar man wilde Ik een con tract sluiten, waardoor m’n zaak van den on dergang gered zou zyn. Een jaar lang heb ik onderhandeld en nu het aóo goed als voor elkaar is, en het contract geteekend zal wor den, maakt die ellendige broche van jou aan allea een eind en Is m*n ondergang zoo goed als zeker.... m’n sfaillissement is aanstaande. Begrijp je dat?” w— maar.... Austin, ze heeft tech heusch die kostbare broche gestolen," snikte üVdbWttT 1T-Z hoor je het, al die steenen van Jou zyn valsch gestolen, dan beteekende dat nog niets. Of dacht Je soms dat ik in staat ben met m’n inkomen aan Jou juweelen te geven van 500 en 1000 pond, dom schepsel? Mevrouw Clayton is bovendien schatrijk en....” Op dit oogenblik werd er geklopt. Het dienst meisje kwam binnen. .Mevrou^jdase broche vond -ik op de sprei van uw bed; u hebt vergeten het in uw juwee- lenkistje te doen.” Twee seconden daarna was mevrouw Bronté In zwijm gevallen. had. dus na negen uur. konden de bewoners alleen binnenkomen met hun huissleutels. En bezoekers, die er niet woonden, zouden die bin nen hebben kunnen komen?" e „Als ze gebeld hadden, mMnheer." „Dus was het voor niemand mogeiyk om dien avond tusschen kwart over negen en twaalf uur het gebouw binnen te komen, zonder dat JU het wist?" .Absoluut onmogeiyk, mMnheer." „Zyn Signor Oraffi en zyn kleindochter nog voor twaalf uur teruggekomen?” „Neen, mynheer, ze waren toen nog niet terug." Acock Is zeer beslist op dit punt; hy geeft zyn antwoord met groeten nadruk. ,,Wat heb je na twaalf uur gedaan?" „Wat ik altijd doe, mMnheer. Naar beneden gegaan, een beetje gegeten, en toen naar bed." „Heb je goed heb Je vast geslapen?" „Ik slaap altyd goed en vast. mMnheer." „Heb je s nachts niets gehoord?” Jfiets, mMnheer.” „Laat ons het nu eens hebben over den mor gen, die er op volgde. Gebeurde er toen niets ongewoons?” „Ja „Wl vereerden als een echten kerel.... Ik werd warm door hem ontvangen; hy maakte my de studie van *t katholicisme niet moelltjk, en op 8 December 1932 werd ik opgenomen als lid der Maria-Congregatle Ik bezoek nu regelma tig de negerkerk van de 8t Benedictus Maurus. in de nabyheid der Universiteit en vaak gaan andere negers, ook niet-katholiek. met my mee. Het katholicisme heeft my de oogen geopend; ik verlaat mM thans op het gebed by al wat ik voornemens ben te doen. Ik hoop, dat het my gegeven zal zyn, de Katholieke geloofs trouw altyd te bewaren. Des avonds hoorde Austin Bronté het beelo verhaal van z’n vrouw glim!schend aan. stelde niet veel belang in dames-ruzies. „Die fyne dames staan voor niets, als ze geen geld hebben,” snauwde mevrouw. „Kom, Gerry,” suste d’r man, „dat ding zal wel terug komen, en bovendien als ik dat contract heb afgesloten, krijg Je er een van de dubbele waarde." .Die wil ik niet!” riep de woedende echtge- RaJph Metcalfe, de Olympia-overwinnaar van 1932, die tot het katholicisme be keerd is ad^rierd mevrouw tdts aan een aan- met de woorden: „Lilly, mag ik je mevrouw Bronté voorstellen? Mevrouw, dat is mevrouw Clayton,” De bezoekster keek naar de betrekkeiyk jeug dige dame voor haar, die smaakvol, maar in haar oogen te eenvoudig gekleed was. ZM bracht het gesprek onmlddeliyk op haar ju weelen. Nu kon ze tenminste eens laten zien, wat voor kostbaarheden ze had. BU alles noem de ze den prys, want volgens haar was het mooiste stuk datgene, waarvoor haar Austin het meeste betaald had. Mevrouw Clayton, die weinig belang in dit alles scheen te stellen, stond even later op en ging by ’t venster staan. ,Dat mensch is Jaloersch,” dacht de eigens^ res der juweelen. Op haar beurt dacht mevrouw Clayton, „kleeren en Juwwelen zyn biykbaar de eenlge dingen, waarvoor die mèvrouw Bronté zich In teresseert.” De gastvrouw, die begreep wat er in het tweetal omging, stelde mevrouw Bronté voor even mee te gaan naar d’r slaapkamer, waar ze een prachtige broche bewaarde, waarvan men zelde dat ze eens het eigendom van de pginses de Lamballe geweest was. Belde dames verlieten nu het salon en toen ze na een kwartier terug kwamen, stond me vrouw Clayton nog steeds by ’t venster. „MUn auto is voor, ik heb nog veel te doen; tot ziens dus,” sprak ae en nam vluchtig en haastig afscheid. Langzamerhand schoot de tijd op en me vrouw Bronté begreep dat het oogenblik ook voor haar was aangebroken om op te stappen. Voorzichtig bergde ze al haar sieraden weer op. Toen ze een klein leeren étui opende, slaakte ze eensklaps een kreet van schrik. De broche, waarvoor haar man 500 pond betaald had, en die pas een maand in haar bezit was, was verdwenen. Daaraan kan niemand anders, dacht ae, dan die mevrouw Clayton schuldig zyn. „Dat beeft die vrouw gestolen!” riep ae, ,ke keek met zulke hongerige oogen naar m’n kost baarheden! Ze heeft haar slag geslagen, toen we even weg waren! Het ding is weg en ner gens te vinden!” Lady Gainsbury was Heek geworden. „U bedoelt toch niet m’n vriendin, mevrouw Clayton?” vroeg ze Ijskoud. „Natuuriyk, wie anders?” „U vergist u,” klonk het afgemeten.” Uwe be schuldiging is belacheiyk. Mevrouw Clayton heeft een afkeer van juweelen» Ze draagt ae nooit.” .Dn toch,” hield de bezoekster hardnekkig vol, „heeft ze m’n broche van 500 AntBMMÜ genomen. In deze kamer is niemand anders gewast dan ’zy.”’ 3 *a> -» „Enfin, mevrouw Clayton komt vanavond nog by me, maar Ik zou haar zelfs niet willen zeggen, dat u haar wantrouwt.” „Dan zal ik het haar wel zeggen!” riep me vrouw Bronté. ,Jk zal haar direct een briefje schrijven en haar zeggen, dat, omdat ze een vriendin is van u, ik er verder geen werk van zal maken, als ze tenminste zorgt dat ik de broche morgenochtend terug heb.” iiiHHmNMiiiHiiiiHiHHiMuminMmiiiiiiiiiiHniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiimiiiiiiHiiif Honderd jaren geleden den 25en October 1838 werd te Chipping Norton de H Drie- eenheldskerk geopend door bisschop Walsh, den Apostolischen Vicaris van het Midland-district, t Honderdjarig bestaan van een kerk in een kleine provincieplaats zeker geen feit van meer dan lokale beteekonls, maar het ontstaan van Chipping Norton’s kerk is' zoo ken^rkend voor de wedergeboorte van t katholicisme in Engeland, dat ook buKenlandsche katholieken belang erin kunnen stellen. Toen deze kerk gebouwd werd, woonde er in Chipping Norton niet één katholiek ’t Moet in dien tUd ongerijmd geleken hebben, dat in een land, waar nog ter nauwernood begonnen was met den weder-opbouw van het Katholicisme, en waar de weinige honderdduizenden katho lieken het nUpendste gebrek hadden zoowel aan kerken en kapellen als aan priesters, een kerk gesticht werd in een stadje zonder katholieken. De uitkomst heeft bewezen, dat het allesbe halve ongerijmd was, en dat reeds spoedig na de stichting der steenen kerk ook een levende kerk van geloovlgen verrees. Chipping Norton is een klein, maar zeer be koor iyk marktstadje aan den weg van Oxford naar Worcester. Het ligt op *t hoogste mint der Cotswold-heuvels twee-honderd-vyftig meter boven den zeespiegel, t Heeft een rijk Katho- 1 liek verleden, waarvan de mooie mlddeleeuw- sche kerk, die thans in handen der Protestan- tenls, getuigenis aflegt. Op drie.myien afstand ligt Heythro^, thans een College der Jezuïeten, ’t Werd in 170® ge bouwd door den niet-katholleken hertog van Shrewsbury, maar ging na diens dood in 1717 over in 't bezit van katholieke erfgenamen. De I - voornaamste hunner was de Jezuïet Gilbert Talbot, die evenwel zyn rechten opgaf ten gun ste van zyn Jongeren broeder. De katholieke eigenaar bouwde een aan ’t huls grenzende ka pel, die tot In "t midden der vorige eeuw nog bestond, ofschoon ’t huls zelf in 1831 door brand vernield werd. Sinds 1739 waren steeds kanelaans aan "t huis van de graven (gelUk zy later waren) van Shrewsbury- verbonden. Father Patrick Heffer nan, die deze functie sinds omstreeks 1824 be- 1 kleedde, schynt een man van groote energie ge weest te zyn. Het ambt van huiskapelaan der Shrewsbury’s stelde uit den aard der taak geen •1 t® zware eischen aan den priester, en deze besteedde al zyn vrijen tUd aan bet uitvoeren van katholieke werken in de omgeving van het grafelUk huls, waarby hy door de Shrewsbury’s financieel gesteund werd. De toenmalige graaf, Charles van Shrewsbury, gaf het geld voor den bouw van de fraaie gothlsche kerk, welze Fa- i ther Heffernan te Heythrop stichtte en welke helaas vyftig jaren later gesloopt werd, toen het landgoed overging in t bezit der Brasseyz. Graaf Charles stierf kort na de inwydlng der kerk en Father Heffernan, ofschoon zeer dank- j baar voor den steun, dien hy en zyn voorgan gers steeds van de Shrewsbury’s gekregen had den, meenden dat bet in bet katholiek belang zou zyn Indien een katholiek centrum gesticht werd, geheel onafhankeiyk van de grafeiyke familie. 1 Een katholieke vrouw. Miss Bowden, van Radford, stelde voor dit doel 4000 tot zUn be schikking. Father Heffernan had reeds spoedig 1 een keus gedaan. HU zou *n kerk bouwen te 1 Chipping Norton, t Leek ’n zonderlinge keus, want er woonde in dit stadje niet één katho liek, en men had den priester niet zonder reden ervan kunnen beschuldigen, dat hy toegaf aan lag een héuvèr?eff 4jri keil, tie 'hU of)] 1 *t hoogste punt wilde bouwen, zoowel t stadje als de omgeving beheerschen zou. Klaarblijke- lUk handelde hy volgens een instinct; dat hem niet bedrogen heeft. De pachters van Heythrop hielperi hem. zy hakten en zaagden op *t landgoed, en voerden *t met steenen en ander materiaal aan, en den 25en October 1836 was de kerk voltooid en In- gewyd. Maar Father Heffernan was *n pastoor zonder parochianen, zoo men eenlge katholieken uit de omgeving uitzonderde. Na weinig jaren reeds was hy niet meer op dé omgeving aangewezen. Zóó veel bekeerlingen werden gemaakt, dat bisschop de latere kar dinaal Wiseman in 1845 53 inwoners van Chipping Norton het H. Vormsel moest toe dienen. Father Heffernan zelf had reeds spoe dig zyn nieuwe kerk aan een anderen geesteiyke overgedragen, en keerde terug naar Heythrop, van waaruit hy zyn onvermoeide activiteit voortzette. BU zyn dood In 1858 werd zMn stof felijk overschot bMgezet naast dat van den Graaf van Shrewsbury Weinigen kennen zyn naam, en toch behoort hy tot de groote pioniers der kerk in Engeland’. Want meer dan 300 burgers van Chipping Nor ton hooren lederen Zondag Mis in de Drieéen- heldskerk, die zoo eenzaam was toen zU H eeuw geleden werd ingewyd. - AflT A ®p bla<1 ingevolge de verzekertogsvoorwaarden tegen |e' b|) t| .r1, IN F. s» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen AJVFe- ver] r „De huurders hebben zeker allemaal sleutel van die deur?” „Zeker, mUnheer, allemaal.” „Dus iedere huurder kan vóór acht 's nachts thuiskomen door middel van huissleutel?” „Juist, mynheer.” „Woon Je In het gebouw zelf?” „Ja, mijnheer. We bewonen het souterrain." „Nu moet Ik je eens iets vragen over den avond van den vierden November Van hoe laat tot hoe laat was JU dien avond in de hal van het flatgebouw?” „De was in de hal, mUnheer. van kwart over acht tot twaalf uur ’s nachts.” ,4e hebt gedurende dien tUd de hal niet ver laten?” „Neen mUnheer.” „Heb je Signor Graffi en zUn kleindochter dien avond zien ultgaan?” „Ja. mynheer, ze zyn om half negen uitge gaan.’’ „Was de mist toen al opgekomen?” „Neen njUnheer. De mist kwam pas op om een uur of negen.” „Daar je dus tot twaalf uur toe niet uit de geweest, moet Je dus iedereen ge- dre dien avond is binnengekomen .Juist.” MUnheer Chrisenbury geeft het groote vel papier aan den Coroner, en noodigt hem met een gebaar uit, het eens goed te bekyken. „De zou graag willen, mUnheer. dat u en de leden van de Jury dezen plattegrond eens goed bekeken, en vooral eens zouden willen letten op de ligging van de slaapkamers. En wel om een reden, die u gauw duidelijk genoeg zal worden U zult bemerken, dat er een afstand is van twee groote kamers, tusschen de eerste slaap kamer en de derde.” De Coroner bestudeert den Plattegrond; de leden van de jury kyken er naar. De juryleden begrijpen nog niet goed, warom men hun elgen- lUk vraagt, er naar te kyken; in bun oogen, en in die van het volk op de publieke tribune, wordt het groote papier plotseling iets heel geheimzinnigs en belangrijks. Als mUnheer Chrisenbury het terugkrijgt van het laatste Jurylid, rolt hU het weer op, en geeft hU het aan den klerk, die naast hem zit. Blükbaar heeft het zUn plicht gedaan. Manheer Chrisen bury richt zich weer tot den getuige. ,,Als ik u goed begrepen heb, mMnheer Quarendon. waren uw betrekkingen tot mMnheer Graffl eenlgszlns anders, dan die van louter huiseigenaar en huurder. U stond feiteiyk op een meer vriendschappeiyken voet met elkaar." ,Ja, we konden het nogal goed met elkaar vinden. Ik kwam zoo nu èn dan wel eens een avondje by hem, en dan hU weer eens by mM.” .Hoorde u hem nooit over zMn familie praten?" ^la, toen hy dit voor Jaar utt Itali* wae terug- mMnheer Iets heel ongewoons." was dat voor Iets?” „vyf minuten voor acht, mMnheer, Juist toen ik naar boven ging, om de deur open te maken, werd er heel hard gebeld, en hevig op de deur gebonsd. Ik rende naar boven, en deed de deur open. Daar stond een politieagent, dien Ik ken. voor de deur. Webber was het. Ik ael: Wat Is er te doen, Jlm? Hy antwoordde; D’r hangt .V De snel»wisselende toestand van de nieuw- heldensche pers in Duitschland geeft een leer zaam Inzicht In de gisting welke onder een deel van het volk leeft. We ontvangen een merkwaardig overzicht van de bladen dezer beweging, n.l. aldus: Be Reichswart, het blad vah graaf Reventlow die uit de heidensche beweging omdat ze hem te radicaal werd terug trad, zonk van 24000 ex. op lage verleden zomer tot thane 18000. De Deut sche Glaube, uitgaande val? dtai Hauerkrinj, heeft 600Q exemplaren oplage? De Nordtachc Stimmen van den zoo juist professor te Jena geworden dr. Bernhard Kummer, dat de meer wetenechappelUke stinomlng tracht te dragen, Is opgeheven en In de Völkiache' Schule opge gaan. De Dure hbruch, thans het otficieele or gaan der hoofdbeweging, steeg van 9000 abon né's verleden jaar tot 16800 exemplaren oplage. Een deel der volgelingen van graaf Reventlow en prof. dr. Wilhelm Hauer Is dus blUkbaar, bU hun uittreding uit de beweging, van hen op de Durchbruch en de otficieele beweging overge gaan. Dit blad Is radicaal. Verder zUn de klei nere bladen de Blits en de Weltkampf te noe men. De Siegrune is weer verdwenen, eveneens de Drehscheibe die verboden werd en toen her leefde als Stünme der Weltanschauung, welke In Augustus JJ. eveneens verboden werd. Ook verboden werden de Deutsche Volkskirche en de Religiose Revolution. 'Alle drie deze verbo den organen waren bladen der richtlng-Arthur Dlnter, welke richting nu zonder orgaan is Nordland, het blad der „Völkische Aktion” z^ik van ruim 20.000 tot een 10.000 oplage. De Nordiache Zeitung en de Widar hebben slechts zeer weinig lezers. Groot echter Is de oplage van Ludendorffs blad, Am heiligen Quell, dat van 67000 exemplaren oplage In dit voorjaar naar Pater John Markoe 8.J., dien wU alien op 72000 steeg en zeer verbonden met Luden dorff is bovendien de Deutsche Voiksaktion met 7000 lezers, wier hoofdredacteur dezer da gen wegens godslastering veroordeeld werd. Aangekondigd is weer een nieuw tijdschrift van dr. Grabert en Hans Kurth. Wie het dicht bezette strijdveld overziet, merkt dat de meest radicalen de sterkste aan trekkingskracht hebben. Ludendorff’s blad en de Durchbruch met hun fel anti-christendom trekken het meest. Overigens overschatte men de oplagecUfers niet; het zUn immers onder een volk van 65> millloen zielen niet zoo groote cyfers als het in Nederland tijken zou. Er gaat een vreemd gemompel door de saai. Iedereen staart naar den advokaat, en dan naar den getuige; en van den getuige weer naar den advokaat; en dan kyken ze allemaal naar het groote vel wit papier. Maar met dat groote ’el papier Is mUnheer Chrisenbury nog niet klaar. ,JSr is nog een slaapkamer, die uitkomt In Signor Graffi's studeerkamer. Van wie Is die?” „Van juffrouw Gemma. De oude beer had dat zoo gearrangeerd, ctndat ze zich dan *s nachts niet zoo alleen zou voeten. HU sou dan altyd dicht by haar zyn.” „Nu de derde slaapkamer. Is dat dfe, die hier achter de derde woonkamer ligt, waarachyniyk die woonkamer, die door Signor Graffl als lees kamer werd gebruikt?" „Ja, die Is het." JDus tusschen deze slaapkaskr, eri de twee andere, liggen de ontvangkamer en de studeer kamer?" - Klrche kamen en dat in *t kort de bekeerings- geschledenis zal verhalen van een groot aantal markante persooniykheden, die in den laatsten tyd het Katholicisme omhelsden. Niet minder dan 21 landen zullen vertegenwoordigd zyn in deze verzameling, die haar ontstaan dankt aan het initiatief van pater Severin Lamping O.F.M. Ook uit Nederland worden eenlge gegevens om trent bekende’bekeerlingen medegedeeld. De uitgevers deelen in een propectus reeds een en ander mede over den inhoud, zy vestigen met name de aandacht op het bekeeringsver- baal van Ralph. H. Metcalfe, die In 1932 bij de Olympische Spelen te Los Angelos de zil veren medaille behaalde in den 100 M. wed strijd hardloopen en die deel uitmaakte van de janvierende Amerikaansche ploeg in den Esta fetteloop. Ralph H. Metcalfe Is een negerjongen, die studeert aan de Marquette Universiteit. wy laten hier zUn bekeerlngsgeschledenls volgen, door hemzelven verteld, zooals ze dezer dagen zal verachynen, met vele andere bekee- ringsgeschiedenissen, In het hierboven genoem de boek: Menschen die zur Klrche kamen. „Het geeft aldus Ralph Metcalfe echt een groote voldoening, als men opJit loop baan het'wereldkamploenschap-^stüóopen be haalt. Het is een wanneer men het ver nog, wedstrijd) bjadhertï'hten al mag men ze schatten, zyn toch dingen, dié*! over zichzelf leest. Maar niets van dat alles, en zeker niet de eer en de gunsten, welke my ten deel vielen, toen Ik als hardlooper zooveel ge luk had, kunnen vergeleken worden by de groote Innerlyke vreugde, die ik gevoelde op den dag, waarop Ik voor het eerst ontdekte, dat Ik katholiek was. In dezen godsdienst heb ik een nieuw geluk gevonden en het katholieke gebedreven geeft my een troost, waar Ik vroe ger geen flauw vermoeden van had. MMn be keering tot de Katholieke Kerk was zonder eenigen twUfel de meest beteekenisvolle daad van boel mMn leven. Ik kan niet zeggen, dat Ik er een oogenblik spUt over heb gehad. Het zal by veie lezers, vooral in de Vereenigde Sta ten van Amerika, wel eenlge verbazing wek ken. dat een negerjongen zich tot de Katholieke Kerk bekeerde. Men zal dit opvatten als iets heel ongewoons. Daar ons ras zich echter met snellen spoed op cultureel gebied voorwaarts beweegt, is de negerbevolklng een volstaand veld voor den oogst van het Missiewerk. Onder de negers heeft de Katholieke Missie buitenge woon werk gedaan. Het wordt wel aangetoond door de talrijke kerken en scholen voor kleur lingen. Ik mag niet zeggen, dat het my byzonder moeliyk viel, katholiek te worden. De twyfels en zwarigheden van zoovele convertleten, die door hun vaders en familieleden worden be lemmerd In hun gang naar de Kerk, heb Ik niet behoeven te ondervinden. MUn moeder werd tezamen met my katholiek. Ze woont in Chicago, In het ouderiyk huis, en haar belang stelling voor het katholicisme werd opgewekt door blanke en zwarte vrouwen onder haar vriendinnen. Deze waren n.l. katholiek en myn moeder werd ontroerd door hun oprechtheid en hun Mver en hun toewydlng. Ik bezocht in die dagen nog het Gymnasium, en myn be langstelling ging toevallig ook uit naar het Ka tholicisme, zoodat ik my liet Inschrijven aan de Marquette-unlveraitelt. die een Katholieke Inrteillng is en door paters Jesuleten geleid wordt 4 gekomen, vertelde hy me, dat zyn kleindochter het eenlge familielid was, dat hy nog had.” MUnheer Chrisenbury geeft te kennen, dat hU dezen getuige geen vragen meer heeft te stel len; ook de Coroner biykt er geen meer te heb ben. Heeft mynheer Chichele nog iets te vragen? Of een van de Juryleden? MUnheer Chichele schudt het hoofd; de juryleden blyven stil en stom. MUnheer Quarendon stapt het hokje uit en gaat weer op de bank er achter zitten. Dan wordt de ambtenaar weer actief en roept met luider stem: „Charles Acock.” Weer staat er een man op van de bank tegen de lambrizeering. Het is een forach, stevig iemand, die aan zMn houding en zyn snor te zien, zeker een tyd lang in het leger moet ge weest zMn. HU legt den eed af op een manier, die te kennen geeft, dat hy ieder woord, dat hy zegt, meent, en dat hy al die formaliteiten buitengewoon ernstig opneemt, en hy gaat tegenover Chrisenbury staan, alsof zy met zUn tweeén alleen in een kazerne-bureau waren, om over ernstige regimentsaangelegenheden te praten. „Acock, je bent concierge en huisbewaarder, en Je vrouw is huishoudster in het Austerilts Flatgebouw?” .Jawel, mUnheer." „Vertel ons nu eens in het kort, hoe daar de regels van het huls zyn, met betrekking tot het sluiten van de voordeur." „Ik maak de voordeur ’s morgens om acht uur open, mynheer en sluit haar ’s avonds om twaalf." „Goed,” zei Drein, „dat doen we.” Maar toen het tweetal de villa naderde, zag de hoofdbediende hen al aankomen. „Jon gens,” zei hy tegen de anderen ,jnyn kop er af, als dat geen spionnen zyn van de baasXAls ze straks binnenkomen, moeten jullie maar hard aan het wterk gaan.” „Koetbaarlf riep mUn^Wr WMIé.lan oor M schfil. ^A1 had ae al die valsch nen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3