WIJ LEEREN SCHAKEN
TASCH
H
TJeRTELLINGEN van
SIBOTAK
I
ZELFGEMAAKTE
Plechtige rentree van deh Fielp
r
Huishoudelijk werk en
de gezondheid
Kaaspannekoek
I
I
INBRAAK EN DIEFSTAL
Iets nieuws onder de zon
BRABANTSCHE BRIEVEN
In den Gemeenteraad
Ulvenhout
r->
i
Huiswerk minstens zoo goed als
onze gewone kamergymnastiek
GOEDKOOP
MOOI, STERK EN
nen geslagen,
swart X
eindspel van l. kubbel
naal-
6
Dit is de pointe. Er dreigt Dxh3.
S
3
2
Ntemaowiteeh-verdedigtaig
OPGAAP NO. 19
8
7
8
S
dit
4
VIERPAARDEN-SPEL
en met dr. Em. Lasker met swart.
2
1
d
t
h
t
Pe7-g6
6
5
3
2
zee d’n
verhaal
vertellen.
Dat
wi
boe
de publieke tribune,” riep den
la 3
1
Is
«k
tv-
■V
d<
B
J» Oct- 1938 na Chr.: FIELP BEECKERS’
plechtige terugkeer in den Edelachtbaren Raad,
•temt tot algemeene Vreugde van den VOLKE
VAN ULVENHOUT.”
kan innaaien
vorderen.
i
1
i
jabot
maleh
e2-e4
Pgl-f3
Pbl-c3
Rfl-bó
0-0
d2-d3
Rcl-g5
b2xc3
Rb5-c4
PÏ3-U4
3». Tgl-hl
30. Rd3-e2
g#-g4
Pee-ga
gesei
wedt
Es
na
van....
Maar
Het
kopje»,
beetfê
B
stoe
Blu
1
en
set
gek
I
rus
«p
am
in
rei
eerst
dubbel
de voo
M-a
afea -
en wit gaf de partij op.
OpenlnAn Badapeeter-gsmbiet
Ph5-g7
Pg7-e6
f«-a
Tf8-f6
g«-g6
PJ
ter
ruin
Best
Plaa
f<
vi
d
I
sell
tali
bet
rap
dat,
por
dit
Ult(
ven
Dal
wen
ach
B
als
te i
Mur de krantenmannen keken malkaar *ns
aan. verklaarden meteen, sonder woorden, den
.jut krankzinnig en lustig gingen ze
Tal-bi
Ddl-d3
g2xI3
Kgl-h3
Tfl-gl
d3-d4
Tbl-bO
Tb5-g5
TgS-g4
Rc4-d3
aai
out
opa
■on
teel
de
ent
trel
ze tl
dos
te
stel
ste
das
De
vóór
de i
meei
I t Is de trekkracht in
r dte geheimzinnige trek-
Bgi-ht
b7-b6
Rh5xg3
Pf8-h5
Dd8-f6
Ta8-e8
Kg8-h8
Df6-h6
fl-U
87-g6!
Te6-e7
c2-c3
Rd3-fl
Tg4-g2
Rfl-d3
18.
14.
15.
18.
17.
18.
18.
30.
31.
22.
33.
1.
2.
3.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
had!
Daar kwam den Burgemeester binnen, mee
d’n secretaris, belajen mee pampleren, vlak Lweer „voel
Notsel, beloofde ons, dat ie onzen kameraad, achter ’m aan. Dalük had den Burgemeester.
11. Rg5xf4 Ddl-d2 gaat niet wegens Pf6xe4.
In aanmerking kwam echter Rc4-b3, met het
oog op d6-d5.
11. tfndl
12. Ph4-f3 Rc8-g4
13. h2-h3. Dit is fout, omdat daardoor de ko-
ningsvleugel verzwakt wordt. Wit moest zich
met 13. Ddl-d2 verdedigen, om dan na Rg4xf3;
14. g2xf3 den konlng in den hoek te spelen en
de g-UJn te bezetten.
e
In plaats van 9. Rc4 te-spelen had hij om f2-f4
voor te bereiden het paard f3 moeten spelen. Zie
diagram.
Stand na den lOen zet van zwart
24. c3-c4. Waardoor swart zijn paard naar
centraal veld kan voeren.
oe zou het toch komen dat de tegen
woordige meisjes en jonge vrouwen zoo’n
afkeer hebben van huishoudelijk werk?
ZU beschouwen het als een sloofwerk, waarbij
hersens niet noodig zijn en waarboven zij zich
ver verheven voelen. Toch is het absoluut geen
minderwaardige bezigheid, terwijl het nooit in
sloofwerk zal ontaarden, als men er tenminste
hebben bevestigd en de voering voorzien is van
zakjes.
Den leeren knoop maken we zelf. U kent zs
toch, dl» holle, metalen knoopen, waar bet leer
om heen wordt gelegd en vast gehecht door er
den afzonderlijken onderkant, voorzien van me
talen punten in te drukken? Hiervoor moet
een dun stukje leer gènomen worden.
Op de plaats, waar de knoop komt, worden
twee gaatjes óf met hol pijp je óf met de tang
gemaakt, *n c.M. van elkaar. Door oen knoop
en de gaatjes treklten we een smal reepje leer
(van het vel gesneden, dat is steviger dan het
leerband) knoopen het aan den tïinncnkant
vast en plakken de eindjes op het leer.
Nu de voering. We stikken met de
machine aparte stukjes suède op de voering
Nu is de-instorting van bet witte spel geko
men.
d. f3xg4.
32. Tg2-g3
koop, maar tegelijkertijd ook zoo vers!
UJk leelfjk en dat op den duur, behalve
voorwerpen gauw oud zijn, ook zoo gai
voelt. Goed materiaal verveelt nooit,
er altijd weer met genoegen naar kijken, \m-
dat het altijd weer mooi is.
En daarom wordt zoo’n zelf-gemaakte tasch
zoo prettig in bet gebruik. Door de „inrich
ting" en door het uiterlfjk cachet, wat te dan
ken is aan de waarde van het materiaal.
Natuurlijk kunnen we dergelljke tasschen in
de etalage zien staan, maar ik geloof dat de
prijs zoo’n indruk op me zou maken, dat ik su
biet zou doorkropen: ze zijn verschrikkelijk
duur, die handgemaakte tasschen. En daarom,
wilt u een werkelijk mooie tasch hebben, maakt
u er dan zelf een. Hier hebt u er de beschrij
ving van.
Benoodlgdhedsn: oen stuk leer, een stuk
peau de suède, 4 M. leerband, knoop, een pot
speciale leerlijn.
Gereedschappen: HolpüPje en hamer of spe
ciale leertang, rijgnaald.
Eerst maakt u van papier het model, dat u
wenscht, op ware grootte. U kunt dan zien, of
bet model bevalt en in. de tweede plaats kunt
u In den leerhandel zien, hoe de gewenschte
hoeveelheid het voordeellgste uit de huid ge
eneden kan woeden.
Er is natuurlijk even veel peau de suède als
leer noodig. Het eerste dient voor de voe
ring, omdat het leer aan- den binnenkant niet
zoo mooi is en bovendien is bet voor de ge
wenschte stevigte onmisbaar.
We begipnen nu met het uitgeslagen papie
renmodel op den goeden kant van het leer
te leggen en snijden (knippen wordt niet mogi)
het gewenschte model er uit. Evenzoo doen
we bij het suède. De teekenlng geeft een een
voudig, doch aardig model aan. Hooge tasch -
jes zijn In de mode, dus....
Het is.de bedoeling, dat het suède en leer
op elkaar gelijmd warden met de leerlüm, maar
dat kan pas, wanneer we den knoop op ’t leer
1. d2-d4, Pg8-f6; 3. c3-c4, e7-efi- 3. d4xefi,
Pf6-g4; 4. e2-e4. Pg4xe5; 5. I2-f4, Pe5-c6 enz.
die zoo •ns heimelijk rondspeurde of z’n edel
achtbare mannen present waren, efkens „niks
liet merken” van de drukte „op de publieke tri
bune, tersluiks loenschte naar „de” pers,
dalijk had ie den Fielp in de-gaten endat
tmot gezeed, U dee ’m plazler den bakker verom
mijn part slept 8’er ’t heele kerkhof bij, Rops, te zlent
Nemen zeg ik.”
Toen keek den Fielp efkens naar ons, als ie
t over z’n kennissen had, die 'm gezeed had
den, dat leereer zoo best sprak. En den Jaan
zee toen teügen me: ^Dré, ik denk 7n te sme
ren, borrel”
i e -
1
Opioasing
an de opgaaf no. 18: speelt zwart
Kc8, dan ging de toren h7 verloren door
2. Dg8tKb7; 3. Dxh7t en zwart verliest-
Op 1Ke8 gaan zelfs de belde toreni ver
loren: 3. Dg8tK42 (e7): 3. Dzh7? en op defl
volgenden zet wordt de tweede toren geslagen.
Om torenverlies te vermijden moet zwart 1
Ta- of Th naar d7 spelen.
Uit dit eindspel is te leeren, dat men voor
standen, die theoretisch remise zijn, de aan
dacht nite mag laten Verslappen.
as t maar ontroerend-schoon is! Ge verstaat
(d’n Blaauwe begon al) ge verstaat” en hij
slikte ’n traan weg zoo groot als 'nen borrel
„ge verstaat, wij zijn schrikkelijk bljj dat d’n
Fielp weer heelegaar d’n ouwe is! Veur gin
Vld hadden wij 'm willen missen; ee? Dré?"
„Neeé, da’s veul waar!”
„Jp,” huichelde Rops ’n bietje mee: -t is
’nen goelen kluut, den Fielp! Maar ik eh
ik eh hjj trok 'ns aan z’n lange schrale
neus: ,4k eh had wel ik gedocht, In
den Raad zal Ik ‘m niemeer zien. Tot m'n spijt.
Tot m’n spijt, ee!”
Wij knikten Rops z’nen „spijt” tot louter
hoofdletters, versierd mee schoonen tranen-
ornament. Want Rops wacht al tien Jaien op
t eerebaantje van „Oudste Raadslid,” „pl.v.v.
Burgemeester.”
„Had ik eh nie geheurd, mannen, dat
d’n Fielp eh z’n spraak eh hoe za "k
zeggen? Erg aan den haperenden kant is....?’’
„Kwaadsprekerijloog den Blaauwe kloek.
.Jlnjjnigheid! Nlewaar Dré?”
„Eh jja, Jaja
„Dus we meugen op oe rekenen, Rop?”
„Vast as ’n huls!”
Woensdag, 28 October, zat de propclub, op
z’n Zondags, op de publieke tribune. De man
nen van de krant zaten vlak veur ons. Die had
den er nog *n tafeltje bij, veur hullle gerief,
t Waren nog Jonge gastjes en ik kreeg den in
druk, dat ze deur den hoofdrgsiacteur gestuurd
waren, om hier, In Ulvenhout, t vak te leeren
op onsen Raad, lijk *nen barbiersleerling leert
scheren op ’nen ouwen bolhoed.
Nou, de stemming was goed! Daar wlerden
om de groene tafel veul handen gegeven aan
den Fielp„.ze vonden allemaal dat ie er weer
bestig uitzag!
Dat gaat ook genoeg Veural dleën dag, want
ge kost zóó, aan alles zien, dat d’n Fielp „rijp”
was, om zoo noodig de schoonste hulde in ont
vangst te nemen! Z’n wangen blonken na van
t botte scheermes, z’n nekharen lagen, nog nat,
op M*nen zwarten jaaTreag. in 1 kort; hu zag
krachten, geloof maar gerust, *t zag er in de
weareld heel anders uit....!
Maar genoeg.
D n bakker, mee z’n „lekkage” In z’n spraak,
lijk d’n Blaauwe al geconstateerd had, ('t is
casueel zoo sterk d’n Fielp z’n Ulvenhoutsch op
Engelsch is gaan lijken!) d’n bakker dan, had
ai lang en seerjeus over zoo’n toespraak ge
docht, zee-t-ie! Wa k geren aanneem. Hoewel,
da’s ook ’n politiek verschijnsel: 't licht mot
van boven schijnen! Dus d’n Fielp, bekans
vijf-en-dertlg jaren is ie raadslid, d’n Fielp
is polijjek vol^psMj^dgurgewlntend, om ’n goel
gedacht op tijd tot^^zQiteUA maken! En óf
’t nou zoo’n bijzonder goel gedacht was, doet
er minder toe: d’n Fielp vónd 't *n kolossaal
idee! s
Als d’n Blaauwe dus mee ’t veurstel- kwam
afgezet, dan zee d’n Fielp, dat ie ’t „ss-ss-ss-
sjema, sjema zeg ik van den sp.”
Ja, ik zet daar *n puntje achter, amlco, want
sinds d’n Fielp z’n attakske, schei-t-ie er onder
’t spreken nou en dan uit! Als Iedereen dan
denkt dat ie gereed is, komt d’n Fielp na vijf
minuten z’n rede kalm vortzettenl Wat veul
conflicten “bplevert, want d’n bakker wordt
evenmin geren in de rede gevallen, als gij en
ik en iedereen!
Hij had dan ’t „ss-ss-sjema, ik zeg sjema van
den sp. Sputter. Ik zeg sepietss al in malkaar!”
Hu ging dus mee de „eer" van den Blaauwe
z’n idee strijken op zoo’n gehaaide manier, dat
zelfs den Blaauwe dat idee iets reusachtigs vond
van.... den FielpI En nie den Blaauwe,
maar d’n Fielp er in trapte!
Alleen: 'n uur vond d’n Fielp wal iets te
lang. „Navel, ik zeg nalf uur.^Nalf uur 8 zdrie
kertier-is vod. Ik zeg voldoende zeg ik.” be
weerde d’n bakker.
Waar wU ons bü neeriqgden!
Janus Rops, n* den Fielp *t oudeta Rasds-
1. d2-d4, Pg8-f8; 3. c2-c4, e7-eg; 3. Pbl-c3,
Rf8-b4; 4. Ddl-b3, c7-c5; 5. d4xcS enz.
e7-e5
PbUtc6
Pg8-f8
Rf8-b4
0-0
d7-d8
Rb4xc3
Pc4-e7
tÏK'C-
n g
den nestor varf den Raad, ma^n paar indruk
wekkende woorden zou i^Welkomen. „Witte-
wa?” zee Rops, en hU kneep éen oog dicht:
„wittèwa, t loopt dan ok naar Alderzlelen en
zoo, ik slèèp er efkens dleèn Alderzlelen ok bU!”
„Ferm,” zee d’n Blaauwe: „doet da! Veur
lid, wierd deur ons opgezocht. We wilden geren
zekerheid! Stel oe veur, dat den Burgemeester
vergeten zou den Fielp te verwelkomen!
Den Jaan, ’nen grooten heereboer onder
zUn hersens bü gebruikt. Bovendien is het voor
onze gezondheid minstens zoo goed als dage-
lüksche kamergymnastiek. U moet maar eens
opletten, hoe vaak dienstmeisjes, die werkelük
goed aanpakken, een moolen gang hebben en
meestal een goede houding en een goed figuur.
Het is een bekend feit, dat vrouwen, die zelf
In haar huishouden werken, meestal een uit
stekende gezondheid genieten.
Ook op dit gebied kan men natuurlUk over,
drüven, /naar als algemeenen regel kan men
aannemen, dat huishoudelijk werk een ultste-
Iffndeh Invloed op lichaam en geest heeft, om-
daj het nagenoeg alle spieren van het lichaam
in beweging zet, terwül het afwisseling genoeg
biedt om den geest bezig te houden. Verder
geeft het s veel gelegenheid om van de frlssche
lucht te ^genieten;, op een plaatsje of in den
tuin, hetzü bü ver open geschoven ramen, want
daar geschiedt het werk immers.
Een vrouw, die niet zelFln haar huis werkt,
zal wel genoodzaakt zün eiken dag eenlgen tüd
aan sport buitenshuis te besteden of tenminste
een goede dosis kamergymnastiek Uit te voe-«
ren. Maar hoe dikwüls Wordt dit niet nagelaten
door laksheid, slecht weer en dergeHjke fac
toren?
Meestal is een huls, waarin de vrouw zelf het
heft in handen houdt en zelf mee aanpakt, ook
gezelliger en vormt het een middelpunt, waar
iedereen graag komt aanloopen. Zoo werkt het
eene het andere in de hand.
Men kan het een dienstbode ook niet kwalijk
nemen, dat zü niet zooveel hart voor het haar
opgedragen werk heeft als de huisvrouw zelf.
En dan heeft zü ook niet zooveel tüd om juist
die kleinigheidjes te verzorgen, waardoor ’n huis
werkelük een „thuis” wordt. Wanneer U zelf
de kamer een beurt hebt gegeven, wil ik 10 te
gen 1 wedden, dat het er anders uitziet, dan
wanneer het meisje of de werkvrouw dit ge
daan heeft. Juist die paar bloempjes of dat
plantje, waar U een paar dorre blaadjes uit
wegnam, of dat vroolüke kleedje, dat U over
een tafeltje spreidde, brengen er een groot ver.
schll in aan.
In de meeste jonge huishoudens houdt Me
vrouw een groot deel van haar tüd over en heeft
zü weinig te doen. Hoeveel meer plezier zouden
zü van haar huisje beleven, als zü eens flink
de handen uit de mouwen staken en zorgden, dat
alles tot in de puntjes in orde was, als zü zelf
eens koekjes of een t^art bakten.
„Als U een ding goed gedaan wilt hebben, doe
het dan zelf” is ook hier weer van toepassing.
zen kermis te
blüft dus in m'n potlood deus najaar. Maar
’n andere gebeurtenis, die "k geren zou boek
staven in deuz’ Annalen van Ulvenhout, is den
plechtlgen rentree van den Help in de- Hooge
Vergadering van Schóót en Schepenen, in den
Raad der Vroeden, in'den Gemeenteraad van
Ulvenhout! Welk historisch feit ik eerst efkens
officieel wil vastleggen, mee deuze woorden
Maar den Tlest hield den Jaan pnder de
bank aan den bojem van s’n broek vast.
Op tr Jest, n’n uur is niks als den Fielp
spreekt dan ging ie mee de kist sigaren rood.
Hij tracteerde de pers natuurlUk ook en omdat
ie nou toch ‘in de buurt was, ook de propclub
op de publieke tribune.
Ik wees efkens naar de bordjes: „niet roo-
ken”. Maar den Fielp aee: „angen daar maar,
omdat de sigaar dan lekkerder smaakt!"
- Na z’n J«de, ging er *n kolossaal applaus.
Zoet jesaaq z&t den Fielp in één groot kompiot
sonder dat ie *t zelf in de gaten had!
D’n agenda kwam nie gereed. Dus ’s avonds
zou er nog "ns vergaderd worden. En als we
naar huis gingen, dan noemde den Blaauwe
nog ’n heele rist van punten op, die den Fielp
vergeten had! TM Spanje toe! Da’s ook begon
nen in jouw ziekte, Fielp. En ge mot laten mer
ken, dat ge alles züt blüven volgen. Dat dwingt
respect nt. En as ge weer mee de sigaren rond-
gaa t, komt dan eerst bü ons en op t end nog
’ns! Daar merkt niemand iets van. Ba 't is 7»
best merk!”
,4jawel," zee d’n bakker: Jk zal oe prentjes v
bedienen. M-m-nutar ddie pp-poe-punten die
ge ddsmr opnoemt.... jja, ddaar kan nik nog
wel *s op tr-trut-trug zeg ik komen!”
Ik ben avonds nmar thuisgebleven, amico.
Maar den Blaauwe is weer gegaan....!
„Of ik nou dAkr zit of thuis,” zee-tie: „da’s
eender en daar presenteeren ze oe nog "ns 7>
goeie flambouw!”
Ook is den Blaauwe ’s avonds mee pampte’’-
kes gaen werken. HU schreef daarop .■bolang
rtjke punten,” die den Fielp nie vergeten
mocht!
Dus is de vergadering verdaagd tot de vol-
eende week....!
Ook was er nog ’n lid, -nen advocaat, dto»
■n oogenbllk opstond, om den Fielp
kreeg ook ’n stiekum briefke van den Blaauwfc
Toen ging dleèn mensch rap zitten. Mee Tien
vuurrooien kop. r
Later, als den Blaauwe gevraagd wierd w»
er toch op dat pampterke gestaan had, da»
zee-t-ie: ,4k had er opgeschreven: meneer, oew
broek zakt af.”
Ge ziet, amlco, de-man-achter-de-schennen
is “n veurnaam persoon in de politiek.
En navenant dat den Blaauwe amateur
brocht ie t er nie slecht af. Maar nou
wellekes!
Veul groeten van Trui en als altü •e,°
haarke minder, van oewen
Pgg-f4
Wit heeft het spel ni^f sterk genoeg geopend.
UNIFORM? Een dAtx-pièce, die den indruk
geeft van een soldatenuniform. Voor wie
daarvan houden geen onaardig geval. Het
is gemaakt van marineblauwe wollen
jersey en de strepen, die het voorpand
sieren, zijn gekozen in zandkleur, wijnrood,
en blauw. Deze combinatie kan natuurlijk
volgens eigen smaak gewijzigd worden
De partü> met verkorte analyse is ontleend
aan het „Lehrbuch des Schachsplels” van Las
ker.
boven.
slanke
het echter
kend. ''Zooals u ziet
is er een klein
schootje aan.
De rand van den
is eenige
doorgestikt,
waarbij men even
tueel een koordje
het uitstaan te be-
Wlt begint en wint,
Zwart kan het nromotleveld bl voor zün pion
niet veroveren. Evenmin schünt bet mogelük,
dat de witte pion promoveert, omdat de zwarte
raadsheer oogenschünlük de diagonaal al-h8
kan bezetten. Door enkele paardzetten belet wit
evenwel aan den raadsheer de begeerde diago
naal te beheerschen. 1. Pf4-e6. Antwoordt zwart
nu met Rf2-el of h4, dan speelt wit 3. Pe«-c5t,
gevolgd door 3. Pc5-e4. Speelt swart I,
Rf2-g3, dan 3. Pe6-d4t en 3.1»d4-f3. In ieder ge
val kan de raadsheer de lange diagonaal niet
bezetten en heeft wit gelegenheid zün pion naar
h8 D. op te spelen en het spél te winnen.
-Dit eenvoudig, maar subliem eindspel is zeer
leerzaam. En bevelen wü büzonder in de aan
dacht der lezers aan.
Hiernevens het pa
troon van een ge-
kleede blouse, die
echter voor klein
tjes niet geschikt
zal zijn door de
groote, strikvormige
jabot. Die maakt
dan te breed van
Voor lange,
figuren is
uitste-
Ge weet, veur veertien, dagen gelejen
schreef Ik ’t oe al, hoe t eigenlük d’n
Blaauwe was, die T balleke aan t rollen
brocht. Hoe ie den Fielp wijsmaakte, dat ie
weer~bést in staat was om ’nen briljanten spiets
af te steken veur” *t geval ze hum welkom zou-
wen roepen, als ie na z’n herstel de eerste
Raadszitting sou büwonen.
D’n Blaauwe stookte *m op, dat ie minstens
"n aanspraak van ’n uur zou houwen, „eenen,"
zee-t-ie:3,,waar de vonken af spatten!”
D’n Blaauwe was dus zpoveul als „d’n man
achter de schermen”!
En die figuur hóórt er in de politiek büi
Waar of nie? Politiek zonder „man-achter-de-
schermen” is zooveul als münen groentenwagel
■onder Blek er
den duister. En
hook datte nis trechter.
trechtgekomen!”
HU keek rond.
Blaauwe begost bescheten maar hardnekkig te
applaudisseren.
„Stilte op
burgemeester.
„Zzoo ggaht. Gaauw zeg ikasmmün kennis
ei» sen zee-jen Fliep, Flelep, ge sp-sputter-sprlkt
oeweer ggoed as vanouds, toeter. Toen aeg ik,
eb ik mme ver-verpllcht ggevoeld de tutter
t-^ en zelf gemaakte tasch is verbazend pret-
H tig. In de eerste plaats is ze ongelooflük
sterk, als u ze twee Jaar lang-baast lede
ren dag gebruikt hebt, is ze nog mooi en ziet
ze er heusch uit. alsof ze'pas nieuw is. Maar
behalve dat ze sterk is kunt u de „Inrichting”
maken zooals u dat zelf verkiest. U kunt hier
een vak maken voor
wat. anders, zoo ^oaL
we allemaal persé oü
En dan is er eigenlük iets wat het belang
rijkste is: ze zün zoo mooi. Mooi, omdat-u er
goed materiaal voor gebruikt. Niets maakt een
voornameren indruk dan het feit, dat iets van
werkelük goed materiaal is gemaakt Er is zoo
verschrikkelük veel namaak, en daarom goed-
“‘hrikke-
dat de
w ver-
ik zult
Vrindelük, rap spoelde-n-ie z’n eigen naar
den Fielp, schudde ’m de hand en den Burge
meester, die maar klein van stuk Is, stond ge
woonweg in den Fielp z’nen schaduw.
,Kek ’m weer ’ns vrindelük doen....!” zee
den Jaan, den gepenslonneerden veldwachter,
die mee den „ouwe” nooit op kost schieten.
.Ochèrm, hoe lievekes!"
De „pers” keek om.
„Hou-tkoew bakkes, gehaktbal,”
Blaauwe.
Dn Fielp keek op!
„Neeé, gü nie, Fielp, ditte hier,” zee d’n Tlest,
die hier dalük heelegaar thuis was.
„WU meugen, als publiek, hier niks zeg
gen,” waarschuwde Janus.
„Dan zeg ik toch,” den Tlest weer: ,Jiou-d-
oewen kop, of ik zet er ’n kachelhoutje in,
recht-overènd.”
D’n Fielp, die nog altü mee den Burgemees
ter stond te praten, beduidde ons, mee z’n hand
op z’n rug, dat we zwügen moesten! Waarop
d’n Blaauwe zee, hardop: „Kek, kek d’n Fielp
daar staan te kwlspelstèèrten!”
D’n burgemeester ging in den grootsten stoel
zitten, tusschen wethouwer en secretaris en
opende de vergadering mee ’nen klop op de
tafel. En friemelend mee allebei z’n handen
aan den medaille van z’nen ambtsketting, riep
ie „ons geacht medelid, den heer Beeckers "n
hartelük welktom toe, nu hü, met Gods zegen,
weer gezond èn wel ter vergadering aanwezig
was. HU hoopte....” enz.
D’n Fielp wilde opstaan. Maar Rops, die
naast 'm zit, trok aan z’nen jas en Rops sprak:
.Meneer de veurzitter, as! ouwste lid, na den
beer Beeckers dan, sluit ik me geeren aan.
enz.
De krantenmannen luisterden maar half, taak van 't Rraadslidsjap oeweer hop te menen
schreven één woord op en luisterden toen nie
meer! ik beurde d’n eene teugen den andere
zeggen: .Hoorwegen....”
Dn Blaauwe stootte ze aan en zee: „Schrüf
toch, nondekeesi Heurt toch ’na boe schoon
Rops t allemaal kwütrokt.'
lulpmiddel bü het plegen van inbraak
- „rdt in Nederlandsch Oost-Indiè dlk-
wüis gebruik gemgakt van ketjoeboeng.
De gedroogde zaden der Datura fastiosa wor
den aan het smeulen gebracht en de zich ont
wikkelende rook wordt door middel van een
bamboehuis, die door een der wanden van het
huis gestoken wordt, in het vertrek geblazen.
Het eigenaardige van dit verdoovingsmiddel
is, dat de mensch, die een voldoende hoeveel
heid rook heeft ingeademd, zich van de feiten
bewust blüft, doch onmachtig is den diefstal
te beletten, ook al omdat hü zich niet meer be
wegen kan.
Abdoulla, die er warmpjes bü 'zat, zou dit
maal het kind van de rekening worden.
Rachmad, een berucht inbreker, die in deze
streek een ware terreur uitoefende, zou
akefietje even opknappen.
C'.
Zoo gebeurde het dan, dat Adboula na een
dag van ongewone inspanning zien ter ruste
begeven had.
Hst was den geheelen dag ondrastglük'varm
geweest en de wolkgevaarten, die zich tegen dep
avond boven het bosch opstapelden, en nu als
het ware een gigantisch zwart gordijn vormden
voorspelden weinig goeds. Ook de tastbare
duisternis werkte beklemmend. Krachtige
windstooten, vergezeld door knetterende blik-
semflitéêh en striemende regenvlagen, beuk
ten de woning. Af en toe induttend, schrok
Abdoula telkens wakker tot op feens, vlak in
zün nabüheid een gestommel zün oor trof. Hü
stond op van «ün rustbank en bemerkte, dat
een hevige loomheid en duizeling hem hadden
bevangen. Met de uiterste krachtsinspanning
wankelde hü naar den wand, zün kapmes in de
hand geklemd, wachtend op hetgeen gebeuren
ging.
Flauw besefte hü wel. dat booswichten be
zig waren de woning te ondergraven en tracht
ten hem te bedwelmen, doch dat door het toe
dienen van” een te geringe dosis ketjoeboeng
de toeleg mislukt was. Het graven en ruimen
van het gat vorderde goed en eien huivering
beving Abdoula. Hü zag hoe de losgegraaide
aarde werd weggehaald. Al spoedig zou de ope
ning groot genoeg zün om de onverlaten door
te laten. Het oogenbllk hiervoor «was nog niet
aangebroken. Geslepen als zü zün en op eigen
veiligheid bedacht, namen zü eerst een list te
baat, en duwden zü zeer behoedzaam een le-
vensgroote aangekleede pop naar binnen, om
bü mogelijke waakzaamheid der -bewoners, ge
waarschuwd te zün en aldus een-eventueelen
houw of slag met kapmes of knuppel op te
vangen.
Binnen bleef echter alles, doodstil, want Ab
doula, ook niet' van1 gisteren, kende deze truc,
beheerschte zich en wachtte af.
Buiten gierde de storm, de aarde dreunde ón
der het geweld der donderslagen. Allah was
hun gunstig gezind. De neerstroomende regen
vulde reeds het gat. Het was hoog tüd om voort
te maken.
Met fatalistische onverschilligheid drong de
roarer zich naar binnen, doch voor hü tüd
had steh op te richten, trof hem het .kapmes.
Het werd later een gemengd bericht in de
bladen, doch de ingwwüden wisten, dat dit
een vgn de weinige keeren is geweest, waarin
de büna onfeilbare ketjoeboeng zün uitwerking
had gemist.
Rops jprak verder! Van alles slepte-n-ie er-
1>Ü. tot de teersen vur AllerzieltJes toe!
D’n Fielp wierd er werendlg ‘n bietje witter
van. Keek naar ons en z’n oogpn zeeèn: „*t Is
toch schoon, weer beter te zün.”
Als Rops klaar was, dan. klopte d’n burge
meester weer mee den hamer en zèe, naar zü-
nen agenda kükend: „müneheeren, punt een
van i
d’n Fielp stond al recht en sprak:
„Meneer d’n W. weurzttter, oe-wethouwer en
mumroe. Medelejen van den Raad! Diep boe
bennlk get.... get.... ik zeg trofver deur de
oewoor. Den tut tut tot me ’richt.”
Rechter ging le staan. „Tc Ben weul zzlek
wlest. Zekes. Zo’n ha-ha-hat ik aeg hattakseke
valt.”
„Neeé,” zee den burgemeester: ,«n daarom
nogma....”
.Nie mee,” aee den Fielp, ,Mu-Ma-Muma.”
Weer docht d’n veurzitter dat den Fielp klaar
was en hU fezelde mee den secretaris over
den agenda.
„Maar aan ddoodgaan eb Ik nie ge-ge-gedd.
Gedocht, zeg Ik.”
Bedenkelük keek de burgemeester naar den
Fielp. De lejen van den Raad begorsten zwaar
te rooken. t Heele zaaltje wierd *n vischkom,
waarboven uit d’n Fielp zünen bleeloen kop
stak,
„Óe-oe wel oewas ik heven honger. Honge
rig!”
Het dagelüksch bestuur knikte.
„Hongerust zeg Ik, da *k mm’n sp. Sputter,
tk zeg spraak nie verota zzou krüg. Gen. M-
mm-maar hook datte nis trechter; Ik aeg
j n oogenoua opsionu, vu» uc»» r»«»p --
1 Was doodstil. Dus d’n- hoven te gaan praten. Maar dleèn advocaiw
soodat er zakjes ontstaan. Handig 's. wanneer
tegen den achterkant van de tasch van binnen,
wel te verstaan een reep suède van 7 c.M., br.
en even lang als de tasch breed is, in het mid
den en van onderen op de veering wordt vast
gestikt. zoodat twee aparte vakjes naast el
kaar komen. Op de teekenlng ziet u den uit
slag van de tasch, met de zakjes; de stippellün
is de stiknaald. De zükanten blüven voorlooplg
los, die worden naderhand wanrifeer de spie er
tusschen komt, vast gehecht.
2b is het tweede „zakje, het wordt aan drie
kanten opgestikt, en Het heeft juist de grootte
van een spiegeltje en kammetje.
Als ook dit klaar is, kunnen we de voering
op het leer plakken, goed de randen insmeren,
en dan leggen we. ^lles maar weer onder een
stapel boeken om het een nacht te laten dro
gen.
Den de Bgm. spieën, de stukjes leer, die de
noodige ruimte in uw tasch verschaffen en aan
de bükanten er tusschen hoor^n. 4
De vorm Is zooals teekeningetje no. 3 aan
geeft. De schuinte naar boven'is afhankelijk van
de verhouding van uw tasch. Probeert u dus
weer bü uw papieren model. Leg de spie
geyouwen er tusschen en let nu op, dat
irkttnt van de tasch gelük loont met den
Ent aan de spie, dan zult U wanneer
u de tasch open vouwt, van zelf den schuinen
bovenkant zien ontstaan. Het suède en leer
worden weer op elkaar geplakt en te drogen
gelegd onder den beroemden stapel boeken.
Nu kunnen we den volgenden dag beginnen
aan het in elkaar aetten. We beginnen met het
makenvgn de kleine gaatjes met de holpüp of
leertaSlgr een halve c.M. van elkaar en een
hgWe cM. van den kant af. Ook in de zükan-
ten van het opgestikte stukje suède tegen de
achterhelft van de tasch.
En nu, alsof u overhands naait, worden de
spieën er tusschen gemaakt met het leer-band
en vervolgens de geheele tasch. als het ware
omgenaaid".
Het knoopsgat wordt een ovale opening en
eveneens omgewerkt met het bond
Het omwerken van de tasch is een heel ge
duldwerkje omdat u steeds moet zorgen den
goeden kant van het band boven te houden.
.Maar.... u zult eens zien, wat een eer u,van
uvf werk hebt, als de tasch eenmaal klaar is en
nu Sint Nico laas niet zoo heel ver meer is,
kan het misschien een cadeautje voor een goe
de vrendin of voor een van onze groote doch
ters worden, die er vast^mee in haar schik
zullen zün. MARYE.
alt bet te verwonderen dat een kaasma-
kende streek, zooals Gouda en omgeving
is, er een eigen kaasgerecht op na
houdt? Maar dat dit gerecht, de kaaspAse-
koek, ook elders wel in den smaak valt, b^ljsi
het succes dat er op zuivel-kookdemonstAties
mee geoogst wordt.
Daar bü de bereiding van.-.kaaspannekoeken
plakjes kaas tusschen twee lagen beslag gebak
ken worden, is dit gerecht nogal stevig.
Dit is niet het geval met den luohtigen
kaaspannekoek, die er min of meer verwant
'mee is. Het opdienen van dezen laatsten —jen
voorgerecht moet met eenige voorzichtigheid
gebeuren, óm inzakken van het gebak te voor
komen. Zorg dus voor een verwarmden schotel
en dek den pannekoek bü het binnenbrengen
met een verwarmd deksel af.
recept (voor 4 personen) luidt: 1 ei, 1
melk, 4 afgestreken lepels bloem, klein
zout, 80 gram geraspte kaas, 1
afgestreken lepel boter.
Maak van bloem, zout, eierdooier en melk
een beslag. Voeg hierbü de geraspte kaas. Klop
het eiwit goed stüf en vermeng dit met bet
beslag. Doe het mf^gsel in de koejtepan met de
gesmolten boter; bak het zachtjes aan beide
kanten goudbruin en gaar (±15 mln.).
Doe den pannekoek op een verwarmden
schotel. Geef hem als voorgerecht of als warm
hapjè bü de koffietafel
- dit, daar een vakje voor
die kleine rtingetjej», <jie
/>ns willen hebben.
b e
eruit of ie sjuust „Zaterdagavond" gebouwen
Blaauwe vei
24.
25.
36.
27.
28.
Amico.
Mee den Allerzielen
ben *k efkens var»
m’n agperpo geraakt.
Van m’n veurnemen
om
F’
R?