WIJ LEEREN SCHAKEN TASCH H TJeRTELLINGEN van SIBOTAK I ZELFGEMAAKTE Plechtige rentree van deh Fielp r Huishoudelijk werk en de gezondheid Kaaspannekoek I I INBRAAK EN DIEFSTAL Iets nieuws onder de zon BRABANTSCHE BRIEVEN In den Gemeenteraad Ulvenhout r-> i Huiswerk minstens zoo goed als onze gewone kamergymnastiek GOEDKOOP MOOI, STERK EN nen geslagen, swart X eindspel van l. kubbel naal- 6 Dit is de pointe. Er dreigt Dxh3. S 3 2 Ntemaowiteeh-verdedigtaig OPGAAP NO. 19 8 7 8 S dit 4 VIERPAARDEN-SPEL en met dr. Em. Lasker met swart. 2 1 d t h t Pe7-g6 6 5 3 2 zee d’n verhaal vertellen. Dat wi boe de publieke tribune,” riep den la 3 1 Is «k tv- ■V d< B J» Oct- 1938 na Chr.: FIELP BEECKERS’ plechtige terugkeer in den Edelachtbaren Raad, •temt tot algemeene Vreugde van den VOLKE VAN ULVENHOUT.” kan innaaien vorderen. i 1 i jabot maleh e2-e4 Pgl-f3 Pbl-c3 Rfl-bó 0-0 d2-d3 Rcl-g5 b2xc3 Rb5-c4 PÏ3-U4 3». Tgl-hl 30. Rd3-e2 g#-g4 Pee-ga gesei wedt Es na van.... Maar Het kopje», beetfê B stoe Blu 1 en set gek I rus «p am in rei eerst dubbel de voo M-a afea - en wit gaf de partij op. OpenlnAn Badapeeter-gsmbiet Ph5-g7 Pg7-e6 f«-a Tf8-f6 g«-g6 PJ ter ruin Best Plaa f< vi d I sell tali bet rap dat, por dit Ult( ven Dal wen ach B als te i Mur de krantenmannen keken malkaar *ns aan. verklaarden meteen, sonder woorden, den .jut krankzinnig en lustig gingen ze Tal-bi Ddl-d3 g2xI3 Kgl-h3 Tfl-gl d3-d4 Tbl-bO Tb5-g5 TgS-g4 Rc4-d3 aai out opa ■on teel de ent trel ze tl dos te stel ste das De vóór de i meei I t Is de trekkracht in r dte geheimzinnige trek- Bgi-ht b7-b6 Rh5xg3 Pf8-h5 Dd8-f6 Ta8-e8 Kg8-h8 Df6-h6 fl-U 87-g6! Te6-e7 c2-c3 Rd3-fl Tg4-g2 Rfl-d3 18. 14. 15. 18. 17. 18. 18. 30. 31. 22. 33. 1. 2. 3. 5. 6. 7. 8. 9. 10. had! Daar kwam den Burgemeester binnen, mee d’n secretaris, belajen mee pampleren, vlak Lweer „voel Notsel, beloofde ons, dat ie onzen kameraad, achter ’m aan. Dalük had den Burgemeester. 11. Rg5xf4 Ddl-d2 gaat niet wegens Pf6xe4. In aanmerking kwam echter Rc4-b3, met het oog op d6-d5. 11. tfndl 12. Ph4-f3 Rc8-g4 13. h2-h3. Dit is fout, omdat daardoor de ko- ningsvleugel verzwakt wordt. Wit moest zich met 13. Ddl-d2 verdedigen, om dan na Rg4xf3; 14. g2xf3 den konlng in den hoek te spelen en de g-UJn te bezetten. e In plaats van 9. Rc4 te-spelen had hij om f2-f4 voor te bereiden het paard f3 moeten spelen. Zie diagram. Stand na den lOen zet van zwart 24. c3-c4. Waardoor swart zijn paard naar centraal veld kan voeren. oe zou het toch komen dat de tegen woordige meisjes en jonge vrouwen zoo’n afkeer hebben van huishoudelijk werk? ZU beschouwen het als een sloofwerk, waarbij hersens niet noodig zijn en waarboven zij zich ver verheven voelen. Toch is het absoluut geen minderwaardige bezigheid, terwijl het nooit in sloofwerk zal ontaarden, als men er tenminste hebben bevestigd en de voering voorzien is van zakjes. Den leeren knoop maken we zelf. U kent zs toch, dl» holle, metalen knoopen, waar bet leer om heen wordt gelegd en vast gehecht door er den afzonderlijken onderkant, voorzien van me talen punten in te drukken? Hiervoor moet een dun stukje leer gènomen worden. Op de plaats, waar de knoop komt, worden twee gaatjes óf met hol pijp je óf met de tang gemaakt, *n c.M. van elkaar. Door oen knoop en de gaatjes treklten we een smal reepje leer (van het vel gesneden, dat is steviger dan het leerband) knoopen het aan den tïinncnkant vast en plakken de eindjes op het leer. Nu de voering. We stikken met de machine aparte stukjes suède op de voering Nu is de-instorting van bet witte spel geko men. d. f3xg4. 32. Tg2-g3 koop, maar tegelijkertijd ook zoo vers! UJk leelfjk en dat op den duur, behalve voorwerpen gauw oud zijn, ook zoo gai voelt. Goed materiaal verveelt nooit, er altijd weer met genoegen naar kijken, \m- dat het altijd weer mooi is. En daarom wordt zoo’n zelf-gemaakte tasch zoo prettig in bet gebruik. Door de „inrich ting" en door het uiterlfjk cachet, wat te dan ken is aan de waarde van het materiaal. Natuurlijk kunnen we dergelljke tasschen in de etalage zien staan, maar ik geloof dat de prijs zoo’n indruk op me zou maken, dat ik su biet zou doorkropen: ze zijn verschrikkelijk duur, die handgemaakte tasschen. En daarom, wilt u een werkelijk mooie tasch hebben, maakt u er dan zelf een. Hier hebt u er de beschrij ving van. Benoodlgdhedsn: oen stuk leer, een stuk peau de suède, 4 M. leerband, knoop, een pot speciale leerlijn. Gereedschappen: HolpüPje en hamer of spe ciale leertang, rijgnaald. Eerst maakt u van papier het model, dat u wenscht, op ware grootte. U kunt dan zien, of bet model bevalt en in. de tweede plaats kunt u In den leerhandel zien, hoe de gewenschte hoeveelheid het voordeellgste uit de huid ge eneden kan woeden. Er is natuurlijk even veel peau de suède als leer noodig. Het eerste dient voor de voe ring, omdat het leer aan- den binnenkant niet zoo mooi is en bovendien is bet voor de ge wenschte stevigte onmisbaar. We begipnen nu met het uitgeslagen papie renmodel op den goeden kant van het leer te leggen en snijden (knippen wordt niet mogi) het gewenschte model er uit. Evenzoo doen we bij het suède. De teekenlng geeft een een voudig, doch aardig model aan. Hooge tasch - jes zijn In de mode, dus.... Het is.de bedoeling, dat het suède en leer op elkaar gelijmd warden met de leerlüm, maar dat kan pas, wanneer we den knoop op ’t leer 1. d2-d4, Pg8-f6; 3. c3-c4, e7-efi- 3. d4xefi, Pf6-g4; 4. e2-e4. Pg4xe5; 5. I2-f4, Pe5-c6 enz. die zoo •ns heimelijk rondspeurde of z’n edel achtbare mannen present waren, efkens „niks liet merken” van de drukte „op de publieke tri bune, tersluiks loenschte naar „de” pers, dalijk had ie den Fielp in de-gaten endat tmot gezeed, U dee ’m plazler den bakker verom mijn part slept 8’er ’t heele kerkhof bij, Rops, te zlent Nemen zeg ik.” Toen keek den Fielp efkens naar ons, als ie t over z’n kennissen had, die 'm gezeed had den, dat leereer zoo best sprak. En den Jaan zee toen teügen me: ^Dré, ik denk 7n te sme ren, borrel” i e - 1 Opioasing an de opgaaf no. 18: speelt zwart Kc8, dan ging de toren h7 verloren door 2. Dg8tKb7; 3. Dxh7t en zwart verliest- Op 1Ke8 gaan zelfs de belde toreni ver loren: 3. Dg8tK42 (e7): 3. Dzh7? en op defl volgenden zet wordt de tweede toren geslagen. Om torenverlies te vermijden moet zwart 1 Ta- of Th naar d7 spelen. Uit dit eindspel is te leeren, dat men voor standen, die theoretisch remise zijn, de aan dacht nite mag laten Verslappen. as t maar ontroerend-schoon is! Ge verstaat (d’n Blaauwe begon al) ge verstaat” en hij slikte ’n traan weg zoo groot als 'nen borrel „ge verstaat, wij zijn schrikkelijk bljj dat d’n Fielp weer heelegaar d’n ouwe is! Veur gin Vld hadden wij 'm willen missen; ee? Dré?" „Neeé, da’s veul waar!” „Jp,” huichelde Rops ’n bietje mee: -t is ’nen goelen kluut, den Fielp! Maar ik eh ik eh hjj trok 'ns aan z’n lange schrale neus: ,4k eh had wel ik gedocht, In den Raad zal Ik ‘m niemeer zien. Tot m'n spijt. Tot m’n spijt, ee!” Wij knikten Rops z’nen „spijt” tot louter hoofdletters, versierd mee schoonen tranen- ornament. Want Rops wacht al tien Jaien op t eerebaantje van „Oudste Raadslid,” „pl.v.v. Burgemeester.” „Had ik eh nie geheurd, mannen, dat d’n Fielp eh z’n spraak eh hoe za "k zeggen? Erg aan den haperenden kant is....?’’ „Kwaadsprekerijloog den Blaauwe kloek. .Jlnjjnigheid! Nlewaar Dré?” „Eh jja, Jaja „Dus we meugen op oe rekenen, Rop?” „Vast as ’n huls!” Woensdag, 28 October, zat de propclub, op z’n Zondags, op de publieke tribune. De man nen van de krant zaten vlak veur ons. Die had den er nog *n tafeltje bij, veur hullle gerief, t Waren nog Jonge gastjes en ik kreeg den in druk, dat ze deur den hoofdrgsiacteur gestuurd waren, om hier, In Ulvenhout, t vak te leeren op onsen Raad, lijk *nen barbiersleerling leert scheren op ’nen ouwen bolhoed. Nou, de stemming was goed! Daar wlerden om de groene tafel veul handen gegeven aan den Fielp„.ze vonden allemaal dat ie er weer bestig uitzag! Dat gaat ook genoeg Veural dleën dag, want ge kost zóó, aan alles zien, dat d’n Fielp „rijp” was, om zoo noodig de schoonste hulde in ont vangst te nemen! Z’n wangen blonken na van t botte scheermes, z’n nekharen lagen, nog nat, op M*nen zwarten jaaTreag. in 1 kort; hu zag krachten, geloof maar gerust, *t zag er in de weareld heel anders uit....! Maar genoeg. D n bakker, mee z’n „lekkage” In z’n spraak, lijk d’n Blaauwe al geconstateerd had, ('t is casueel zoo sterk d’n Fielp z’n Ulvenhoutsch op Engelsch is gaan lijken!) d’n bakker dan, had ai lang en seerjeus over zoo’n toespraak ge docht, zee-t-ie! Wa k geren aanneem. Hoewel, da’s ook ’n politiek verschijnsel: 't licht mot van boven schijnen! Dus d’n Fielp, bekans vijf-en-dertlg jaren is ie raadslid, d’n Fielp is polijjek vol^psMj^dgurgewlntend, om ’n goel gedacht op tijd tot^^zQiteUA maken! En óf ’t nou zoo’n bijzonder goel gedacht was, doet er minder toe: d’n Fielp vónd 't *n kolossaal idee! s Als d’n Blaauwe dus mee ’t veurstel- kwam afgezet, dan zee d’n Fielp, dat ie ’t „ss-ss-ss- sjema, sjema zeg ik van den sp.” Ja, ik zet daar *n puntje achter, amlco, want sinds d’n Fielp z’n attakske, schei-t-ie er onder ’t spreken nou en dan uit! Als Iedereen dan denkt dat ie gereed is, komt d’n Fielp na vijf minuten z’n rede kalm vortzettenl Wat veul conflicten “bplevert, want d’n bakker wordt evenmin geren in de rede gevallen, als gij en ik en iedereen! Hij had dan ’t „ss-ss-sjema, ik zeg sjema van den sp. Sputter. Ik zeg sepietss al in malkaar!” Hu ging dus mee de „eer" van den Blaauwe z’n idee strijken op zoo’n gehaaide manier, dat zelfs den Blaauwe dat idee iets reusachtigs vond van.... den FielpI En nie den Blaauwe, maar d’n Fielp er in trapte! Alleen: 'n uur vond d’n Fielp wal iets te lang. „Navel, ik zeg nalf uur.^Nalf uur 8 zdrie kertier-is vod. Ik zeg voldoende zeg ik.” be weerde d’n bakker. Waar wU ons bü neeriqgden! Janus Rops, n* den Fielp *t oudeta Rasds- 1. d2-d4, Pg8-f8; 3. c2-c4, e7-eg; 3. Pbl-c3, Rf8-b4; 4. Ddl-b3, c7-c5; 5. d4xcS enz. e7-e5 PbUtc6 Pg8-f8 Rf8-b4 0-0 d7-d8 Rb4xc3 Pc4-e7 tÏK'C- n g den nestor varf den Raad, ma^n paar indruk wekkende woorden zou i^Welkomen. „Witte- wa?” zee Rops, en hU kneep éen oog dicht: „wittèwa, t loopt dan ok naar Alderzlelen en zoo, ik slèèp er efkens dleèn Alderzlelen ok bU!” „Ferm,” zee d’n Blaauwe: „doet da! Veur lid, wierd deur ons opgezocht. We wilden geren zekerheid! Stel oe veur, dat den Burgemeester vergeten zou den Fielp te verwelkomen! Den Jaan, ’nen grooten heereboer onder zUn hersens bü gebruikt. Bovendien is het voor onze gezondheid minstens zoo goed als dage- lüksche kamergymnastiek. U moet maar eens opletten, hoe vaak dienstmeisjes, die werkelük goed aanpakken, een moolen gang hebben en meestal een goede houding en een goed figuur. Het is een bekend feit, dat vrouwen, die zelf In haar huishouden werken, meestal een uit stekende gezondheid genieten. Ook op dit gebied kan men natuurlUk over, drüven, /naar als algemeenen regel kan men aannemen, dat huishoudelijk werk een ultste- Iffndeh Invloed op lichaam en geest heeft, om- daj het nagenoeg alle spieren van het lichaam in beweging zet, terwül het afwisseling genoeg biedt om den geest bezig te houden. Verder geeft het s veel gelegenheid om van de frlssche lucht te ^genieten;, op een plaatsje of in den tuin, hetzü bü ver open geschoven ramen, want daar geschiedt het werk immers. Een vrouw, die niet zelFln haar huis werkt, zal wel genoodzaakt zün eiken dag eenlgen tüd aan sport buitenshuis te besteden of tenminste een goede dosis kamergymnastiek Uit te voe-« ren. Maar hoe dikwüls Wordt dit niet nagelaten door laksheid, slecht weer en dergeHjke fac toren? Meestal is een huls, waarin de vrouw zelf het heft in handen houdt en zelf mee aanpakt, ook gezelliger en vormt het een middelpunt, waar iedereen graag komt aanloopen. Zoo werkt het eene het andere in de hand. Men kan het een dienstbode ook niet kwalijk nemen, dat zü niet zooveel hart voor het haar opgedragen werk heeft als de huisvrouw zelf. En dan heeft zü ook niet zooveel tüd om juist die kleinigheidjes te verzorgen, waardoor ’n huis werkelük een „thuis” wordt. Wanneer U zelf de kamer een beurt hebt gegeven, wil ik 10 te gen 1 wedden, dat het er anders uitziet, dan wanneer het meisje of de werkvrouw dit ge daan heeft. Juist die paar bloempjes of dat plantje, waar U een paar dorre blaadjes uit wegnam, of dat vroolüke kleedje, dat U over een tafeltje spreidde, brengen er een groot ver. schll in aan. In de meeste jonge huishoudens houdt Me vrouw een groot deel van haar tüd over en heeft zü weinig te doen. Hoeveel meer plezier zouden zü van haar huisje beleven, als zü eens flink de handen uit de mouwen staken en zorgden, dat alles tot in de puntjes in orde was, als zü zelf eens koekjes of een t^art bakten. „Als U een ding goed gedaan wilt hebben, doe het dan zelf” is ook hier weer van toepassing. zen kermis te blüft dus in m'n potlood deus najaar. Maar ’n andere gebeurtenis, die "k geren zou boek staven in deuz’ Annalen van Ulvenhout, is den plechtlgen rentree van den Help in de- Hooge Vergadering van Schóót en Schepenen, in den Raad der Vroeden, in'den Gemeenteraad van Ulvenhout! Welk historisch feit ik eerst efkens officieel wil vastleggen, mee deuze woorden Maar den Tlest hield den Jaan pnder de bank aan den bojem van s’n broek vast. Op tr Jest, n’n uur is niks als den Fielp spreekt dan ging ie mee de kist sigaren rood. Hij tracteerde de pers natuurlUk ook en omdat ie nou toch ‘in de buurt was, ook de propclub op de publieke tribune. Ik wees efkens naar de bordjes: „niet roo- ken”. Maar den Fielp aee: „angen daar maar, omdat de sigaar dan lekkerder smaakt!" - Na z’n J«de, ging er *n kolossaal applaus. Zoet jesaaq z&t den Fielp in één groot kompiot sonder dat ie *t zelf in de gaten had! D’n agenda kwam nie gereed. Dus ’s avonds zou er nog "ns vergaderd worden. En als we naar huis gingen, dan noemde den Blaauwe nog ’n heele rist van punten op, die den Fielp vergeten had! TM Spanje toe! Da’s ook begon nen in jouw ziekte, Fielp. En ge mot laten mer ken, dat ge alles züt blüven volgen. Dat dwingt respect nt. En as ge weer mee de sigaren rond- gaa t, komt dan eerst bü ons en op t end nog ’ns! Daar merkt niemand iets van. Ba 't is 7» best merk!” ,4jawel," zee d’n bakker: Jk zal oe prentjes v bedienen. M-m-nutar ddie pp-poe-punten die ge ddsmr opnoemt.... jja, ddaar kan nik nog wel *s op tr-trut-trug zeg ik komen!” Ik ben avonds nmar thuisgebleven, amico. Maar den Blaauwe is weer gegaan....! „Of ik nou dAkr zit of thuis,” zee-tie: „da’s eender en daar presenteeren ze oe nog "ns 7> goeie flambouw!” Ook is den Blaauwe ’s avonds mee pampte’’- kes gaen werken. HU schreef daarop .■bolang rtjke punten,” die den Fielp nie vergeten mocht! Dus is de vergadering verdaagd tot de vol- eende week....! Ook was er nog ’n lid, -nen advocaat, dto» ■n oogenbllk opstond, om den Fielp kreeg ook ’n stiekum briefke van den Blaauwfc Toen ging dleèn mensch rap zitten. Mee Tien vuurrooien kop. r Later, als den Blaauwe gevraagd wierd w» er toch op dat pampterke gestaan had, da» zee-t-ie: ,4k had er opgeschreven: meneer, oew broek zakt af.” Ge ziet, amlco, de-man-achter-de-schennen is “n veurnaam persoon in de politiek. En navenant dat den Blaauwe amateur brocht ie t er nie slecht af. Maar nou wellekes! Veul groeten van Trui en als altü •e,° haarke minder, van oewen Pgg-f4 Wit heeft het spel ni^f sterk genoeg geopend. UNIFORM? Een dAtx-pièce, die den indruk geeft van een soldatenuniform. Voor wie daarvan houden geen onaardig geval. Het is gemaakt van marineblauwe wollen jersey en de strepen, die het voorpand sieren, zijn gekozen in zandkleur, wijnrood, en blauw. Deze combinatie kan natuurlijk volgens eigen smaak gewijzigd worden De partü> met verkorte analyse is ontleend aan het „Lehrbuch des Schachsplels” van Las ker. boven. slanke het echter kend. ''Zooals u ziet is er een klein schootje aan. De rand van den is eenige doorgestikt, waarbij men even tueel een koordje het uitstaan te be- Wlt begint en wint, Zwart kan het nromotleveld bl voor zün pion niet veroveren. Evenmin schünt bet mogelük, dat de witte pion promoveert, omdat de zwarte raadsheer oogenschünlük de diagonaal al-h8 kan bezetten. Door enkele paardzetten belet wit evenwel aan den raadsheer de begeerde diago naal te beheerschen. 1. Pf4-e6. Antwoordt zwart nu met Rf2-el of h4, dan speelt wit 3. Pe«-c5t, gevolgd door 3. Pc5-e4. Speelt swart I, Rf2-g3, dan 3. Pe6-d4t en 3.1»d4-f3. In ieder ge val kan de raadsheer de lange diagonaal niet bezetten en heeft wit gelegenheid zün pion naar h8 D. op te spelen en het spél te winnen. -Dit eenvoudig, maar subliem eindspel is zeer leerzaam. En bevelen wü büzonder in de aan dacht der lezers aan. Hiernevens het pa troon van een ge- kleede blouse, die echter voor klein tjes niet geschikt zal zijn door de groote, strikvormige jabot. Die maakt dan te breed van Voor lange, figuren is uitste- Ge weet, veur veertien, dagen gelejen schreef Ik ’t oe al, hoe t eigenlük d’n Blaauwe was, die T balleke aan t rollen brocht. Hoe ie den Fielp wijsmaakte, dat ie weer~bést in staat was om ’nen briljanten spiets af te steken veur” *t geval ze hum welkom zou- wen roepen, als ie na z’n herstel de eerste Raadszitting sou büwonen. D’n Blaauwe stookte *m op, dat ie minstens "n aanspraak van ’n uur zou houwen, „eenen," zee-t-ie:3,,waar de vonken af spatten!” D’n Blaauwe was dus zpoveul als „d’n man achter de schermen”! En die figuur hóórt er in de politiek büi Waar of nie? Politiek zonder „man-achter-de- schermen” is zooveul als münen groentenwagel ■onder Blek er den duister. En hook datte nis trechter. trechtgekomen!” HU keek rond. Blaauwe begost bescheten maar hardnekkig te applaudisseren. „Stilte op burgemeester. „Zzoo ggaht. Gaauw zeg ikasmmün kennis ei» sen zee-jen Fliep, Flelep, ge sp-sputter-sprlkt oeweer ggoed as vanouds, toeter. Toen aeg ik, eb ik mme ver-verpllcht ggevoeld de tutter t-^ en zelf gemaakte tasch is verbazend pret- H tig. In de eerste plaats is ze ongelooflük sterk, als u ze twee Jaar lang-baast lede ren dag gebruikt hebt, is ze nog mooi en ziet ze er heusch uit. alsof ze'pas nieuw is. Maar behalve dat ze sterk is kunt u de „Inrichting” maken zooals u dat zelf verkiest. U kunt hier een vak maken voor wat. anders, zoo ^oaL we allemaal persé oü En dan is er eigenlük iets wat het belang rijkste is: ze zün zoo mooi. Mooi, omdat-u er goed materiaal voor gebruikt. Niets maakt een voornameren indruk dan het feit, dat iets van werkelük goed materiaal is gemaakt Er is zoo verschrikkelük veel namaak, en daarom goed- “‘hrikke- dat de w ver- ik zult Vrindelük, rap spoelde-n-ie z’n eigen naar den Fielp, schudde ’m de hand en den Burge meester, die maar klein van stuk Is, stond ge woonweg in den Fielp z’nen schaduw. ,Kek ’m weer ’ns vrindelük doen....!” zee den Jaan, den gepenslonneerden veldwachter, die mee den „ouwe” nooit op kost schieten. .Ochèrm, hoe lievekes!" De „pers” keek om. „Hou-tkoew bakkes, gehaktbal,” Blaauwe. Dn Fielp keek op! „Neeé, gü nie, Fielp, ditte hier,” zee d’n Tlest, die hier dalük heelegaar thuis was. „WU meugen, als publiek, hier niks zeg gen,” waarschuwde Janus. „Dan zeg ik toch,” den Tlest weer: ,Jiou-d- oewen kop, of ik zet er ’n kachelhoutje in, recht-overènd.” D’n Fielp, die nog altü mee den Burgemees ter stond te praten, beduidde ons, mee z’n hand op z’n rug, dat we zwügen moesten! Waarop d’n Blaauwe zee, hardop: „Kek, kek d’n Fielp daar staan te kwlspelstèèrten!” D’n burgemeester ging in den grootsten stoel zitten, tusschen wethouwer en secretaris en opende de vergadering mee ’nen klop op de tafel. En friemelend mee allebei z’n handen aan den medaille van z’nen ambtsketting, riep ie „ons geacht medelid, den heer Beeckers "n hartelük welktom toe, nu hü, met Gods zegen, weer gezond èn wel ter vergadering aanwezig was. HU hoopte....” enz. D’n Fielp wilde opstaan. Maar Rops, die naast 'm zit, trok aan z’nen jas en Rops sprak: .Meneer de veurzitter, as! ouwste lid, na den beer Beeckers dan, sluit ik me geeren aan. enz. De krantenmannen luisterden maar half, taak van 't Rraadslidsjap oeweer hop te menen schreven één woord op en luisterden toen nie meer! ik beurde d’n eene teugen den andere zeggen: .Hoorwegen....” Dn Blaauwe stootte ze aan en zee: „Schrüf toch, nondekeesi Heurt toch ’na boe schoon Rops t allemaal kwütrokt.' lulpmiddel bü het plegen van inbraak - „rdt in Nederlandsch Oost-Indiè dlk- wüis gebruik gemgakt van ketjoeboeng. De gedroogde zaden der Datura fastiosa wor den aan het smeulen gebracht en de zich ont wikkelende rook wordt door middel van een bamboehuis, die door een der wanden van het huis gestoken wordt, in het vertrek geblazen. Het eigenaardige van dit verdoovingsmiddel is, dat de mensch, die een voldoende hoeveel heid rook heeft ingeademd, zich van de feiten bewust blüft, doch onmachtig is den diefstal te beletten, ook al omdat hü zich niet meer be wegen kan. Abdoulla, die er warmpjes bü 'zat, zou dit maal het kind van de rekening worden. Rachmad, een berucht inbreker, die in deze streek een ware terreur uitoefende, zou akefietje even opknappen. C'. Zoo gebeurde het dan, dat Adboula na een dag van ongewone inspanning zien ter ruste begeven had. Hst was den geheelen dag ondrastglük'varm geweest en de wolkgevaarten, die zich tegen dep avond boven het bosch opstapelden, en nu als het ware een gigantisch zwart gordijn vormden voorspelden weinig goeds. Ook de tastbare duisternis werkte beklemmend. Krachtige windstooten, vergezeld door knetterende blik- semflitéêh en striemende regenvlagen, beuk ten de woning. Af en toe induttend, schrok Abdoula telkens wakker tot op feens, vlak in zün nabüheid een gestommel zün oor trof. Hü stond op van «ün rustbank en bemerkte, dat een hevige loomheid en duizeling hem hadden bevangen. Met de uiterste krachtsinspanning wankelde hü naar den wand, zün kapmes in de hand geklemd, wachtend op hetgeen gebeuren ging. Flauw besefte hü wel. dat booswichten be zig waren de woning te ondergraven en tracht ten hem te bedwelmen, doch dat door het toe dienen van” een te geringe dosis ketjoeboeng de toeleg mislukt was. Het graven en ruimen van het gat vorderde goed en eien huivering beving Abdoula. Hü zag hoe de losgegraaide aarde werd weggehaald. Al spoedig zou de ope ning groot genoeg zün om de onverlaten door te laten. Het oogenbllk hiervoor «was nog niet aangebroken. Geslepen als zü zün en op eigen veiligheid bedacht, namen zü eerst een list te baat, en duwden zü zeer behoedzaam een le- vensgroote aangekleede pop naar binnen, om bü mogelijke waakzaamheid der -bewoners, ge waarschuwd te zün en aldus een-eventueelen houw of slag met kapmes of knuppel op te vangen. Binnen bleef echter alles, doodstil, want Ab doula, ook niet' van1 gisteren, kende deze truc, beheerschte zich en wachtte af. Buiten gierde de storm, de aarde dreunde ón der het geweld der donderslagen. Allah was hun gunstig gezind. De neerstroomende regen vulde reeds het gat. Het was hoog tüd om voort te maken. Met fatalistische onverschilligheid drong de roarer zich naar binnen, doch voor hü tüd had steh op te richten, trof hem het .kapmes. Het werd later een gemengd bericht in de bladen, doch de ingwwüden wisten, dat dit een vgn de weinige keeren is geweest, waarin de büna onfeilbare ketjoeboeng zün uitwerking had gemist. Rops jprak verder! Van alles slepte-n-ie er- 1>Ü. tot de teersen vur AllerzieltJes toe! D’n Fielp wierd er werendlg ‘n bietje witter van. Keek naar ons en z’n oogpn zeeèn: „*t Is toch schoon, weer beter te zün.” Als Rops klaar was, dan. klopte d’n burge meester weer mee den hamer en zèe, naar zü- nen agenda kükend: „müneheeren, punt een van i d’n Fielp stond al recht en sprak: „Meneer d’n W. weurzttter, oe-wethouwer en mumroe. Medelejen van den Raad! Diep boe bennlk get.... get.... ik zeg trofver deur de oewoor. Den tut tut tot me ’richt.” Rechter ging le staan. „Tc Ben weul zzlek wlest. Zekes. Zo’n ha-ha-hat ik aeg hattakseke valt.” „Neeé,” zee den burgemeester: ,«n daarom nogma....” .Nie mee,” aee den Fielp, ,Mu-Ma-Muma.” Weer docht d’n veurzitter dat den Fielp klaar was en hU fezelde mee den secretaris over den agenda. „Maar aan ddoodgaan eb Ik nie ge-ge-gedd. Gedocht, zeg Ik.” Bedenkelük keek de burgemeester naar den Fielp. De lejen van den Raad begorsten zwaar te rooken. t Heele zaaltje wierd *n vischkom, waarboven uit d’n Fielp zünen bleeloen kop stak, „Óe-oe wel oewas ik heven honger. Honge rig!” Het dagelüksch bestuur knikte. „Hongerust zeg Ik, da *k mm’n sp. Sputter, tk zeg spraak nie verota zzou krüg. Gen. M- mm-maar hook datte nis trechter; Ik aeg j n oogenoua opsionu, vu» uc»» r»«»p -- 1 Was doodstil. Dus d’n- hoven te gaan praten. Maar dleèn advocaiw soodat er zakjes ontstaan. Handig 's. wanneer tegen den achterkant van de tasch van binnen, wel te verstaan een reep suède van 7 c.M., br. en even lang als de tasch breed is, in het mid den en van onderen op de veering wordt vast gestikt. zoodat twee aparte vakjes naast el kaar komen. Op de teekenlng ziet u den uit slag van de tasch, met de zakjes; de stippellün is de stiknaald. De zükanten blüven voorlooplg los, die worden naderhand wanrifeer de spie er tusschen komt, vast gehecht. 2b is het tweede „zakje, het wordt aan drie kanten opgestikt, en Het heeft juist de grootte van een spiegeltje en kammetje. Als ook dit klaar is, kunnen we de voering op het leer plakken, goed de randen insmeren, en dan leggen we. ^lles maar weer onder een stapel boeken om het een nacht te laten dro gen. Den de Bgm. spieën, de stukjes leer, die de noodige ruimte in uw tasch verschaffen en aan de bükanten er tusschen hoor^n. 4 De vorm Is zooals teekeningetje no. 3 aan geeft. De schuinte naar boven'is afhankelijk van de verhouding van uw tasch. Probeert u dus weer bü uw papieren model. Leg de spie geyouwen er tusschen en let nu op, dat irkttnt van de tasch gelük loont met den Ent aan de spie, dan zult U wanneer u de tasch open vouwt, van zelf den schuinen bovenkant zien ontstaan. Het suède en leer worden weer op elkaar geplakt en te drogen gelegd onder den beroemden stapel boeken. Nu kunnen we den volgenden dag beginnen aan het in elkaar aetten. We beginnen met het makenvgn de kleine gaatjes met de holpüp of leertaSlgr een halve c.M. van elkaar en een hgWe cM. van den kant af. Ook in de zükan- ten van het opgestikte stukje suède tegen de achterhelft van de tasch. En nu, alsof u overhands naait, worden de spieën er tusschen gemaakt met het leer-band en vervolgens de geheele tasch. als het ware omgenaaid". Het knoopsgat wordt een ovale opening en eveneens omgewerkt met het bond Het omwerken van de tasch is een heel ge duldwerkje omdat u steeds moet zorgen den goeden kant van het band boven te houden. .Maar.... u zult eens zien, wat een eer u,van uvf werk hebt, als de tasch eenmaal klaar is en nu Sint Nico laas niet zoo heel ver meer is, kan het misschien een cadeautje voor een goe de vrendin of voor een van onze groote doch ters worden, die er vast^mee in haar schik zullen zün. MARYE. alt bet te verwonderen dat een kaasma- kende streek, zooals Gouda en omgeving is, er een eigen kaasgerecht op na houdt? Maar dat dit gerecht, de kaaspAse- koek, ook elders wel in den smaak valt, b^ljsi het succes dat er op zuivel-kookdemonstAties mee geoogst wordt. Daar bü de bereiding van.-.kaaspannekoeken plakjes kaas tusschen twee lagen beslag gebak ken worden, is dit gerecht nogal stevig. Dit is niet het geval met den luohtigen kaaspannekoek, die er min of meer verwant 'mee is. Het opdienen van dezen laatsten —jen voorgerecht moet met eenige voorzichtigheid gebeuren, óm inzakken van het gebak te voor komen. Zorg dus voor een verwarmden schotel en dek den pannekoek bü het binnenbrengen met een verwarmd deksel af. recept (voor 4 personen) luidt: 1 ei, 1 melk, 4 afgestreken lepels bloem, klein zout, 80 gram geraspte kaas, 1 afgestreken lepel boter. Maak van bloem, zout, eierdooier en melk een beslag. Voeg hierbü de geraspte kaas. Klop het eiwit goed stüf en vermeng dit met bet beslag. Doe het mf^gsel in de koejtepan met de gesmolten boter; bak het zachtjes aan beide kanten goudbruin en gaar (±15 mln.). Doe den pannekoek op een verwarmden schotel. Geef hem als voorgerecht of als warm hapjè bü de koffietafel - dit, daar een vakje voor die kleine rtingetjej», <jie />ns willen hebben. b e eruit of ie sjuust „Zaterdagavond" gebouwen Blaauwe vei 24. 25. 36. 27. 28. Amico. Mee den Allerzielen ben *k efkens var» m’n agperpo geraakt. Van m’n veurnemen om F’ R?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 22