WIJ LEEREN SCHAKEN ZELFGEMAAKTE TASCH 3 i I 1 Ki IW H Hè» ABèB HAB H EOOi 5 SIBOTAK H I 0 UeRTELLINGEN van 8 i M&B 1' Plechtige rentree van den Fielp BiiHi E 3 Bglfg abedefg b 1 1. GOEDKOOP r I 1 Kaaspannekoek^ Huishoudelijk werk en de gezondheid MOOI, STERK EN 3 0> INBRAAK EN DIEFSTAL Iets nieuws onder de zon 5 BRABANTSCHE BRIEVEN In den Gemeenteraad van Ulvenhout x»t e= Huiswerk minstens zoo goed als onze gewone kamergymnastiek ■f? naai. 5 FM-gS 4 3 2 1 b d t e h g t. d2-d4, PgB-fB; X c3-c4, e7-eö; 8. d4xe5, Pf6-g4; 4. 'e3-e4, Pg4xe5; S. f2-f4, Pe5-cB eng, Wit begint en wint Zwart kan het nromotieveld bl voor zün pion niet veroveren. Evenmin schijnt het mogelljk. OPGAAF NO. 1» 8 7 4 S 4 3 2 1 1. J. F. Ceppena te Ansstsrdaaa 7. 10. opening en 8 7 6 5 4 3 2 1 Amico, daarom .en vertellen. Dat I T I Nu ia de instorting van bet witte spel geko men. 24. c3-c4 Waardoor zwart zün paard naar een centraal veld kan voeren. f4-a f3xe3 en wit gaf de part# op. nen van de krant zaten vlak veur ons. Die hadf den er nog *n tafeltje bü, veur hullie gerief. 7 Waren nog jonge gastjes en Ik kreeg den in druk, dat ze deur den hoofdredacteur gestuurd waren, om hier, in Ulvenhout, 7 vak te leeren op onzen Raad, lijk "nen barbiersleerling leert scheren op ’nen ouwen bolhoed. Nou, de stemming was goed! Daar wierden om de groene tafel veul handen gegeven aan den Fielp, ze vonden allemaal dat ie er weer bestlg uitzag! Dat gaat ook genoeg Veural dleën dag, want ge kost zóó. aan alles zien, dat d n Fielp „rijp” was, om zoo noodig de schoonste hulde in ont vangst te nemen! Z'n wangen blonken na van 7 botte scheermes, s'n nekharen lagen, nog nat. op s’nen zwarten jaskraag, in *t kort; hü sag koordje te be- Nemen zeg ik.” Toen keek den Fielp efkens naar ons, als ie 1 over z’n kennissen had, die 'm gezeed had den, dat ie weer zoo best sprak. En den Jaan see toen teugen me: „Drt, ik denk In te sme ren, borrel" 31. f3xg4 33. Tg2-g3 R*4-hë b7-bB Rh5xg3 PM-bg DdS-fS TaB-eB KgB-bB DfB-bB H-fB «7-gB» 1. d3-d4, PgB-fB; 3. C3-C4, e7-e6; 3. Pbl-c3, Rf8-b4; 4. Ddl-bl, e7-c5; 5. d4xc5 ens. Fh»-g? Pg7-e6 fg-ra Tf8-f6 van.... den Fielp....I En nie den Blaauwe, maar d’n Fielp er in trapte! Alleen: 'n uur vond d’n Fielp wel iets te laihg. „Navel, ik zeg nalf uur. Nalf uur k sdrie kertier is vod. Ik seg voldoende zeg ik.” be weerde d’n bakker. Waar wij ons bij neerlegden! Janus Rops, na den FMp *t oudste Raads- e2-e4 Pgl-f3 Pbl-c3 Rfl-M 0-0 d2-d3 Rcl-g5 b2xc3 Rb5-c4 Pf3-h4 luisterden maar half, taak van ”t Rraadslldsjap oeweer hop te menen. am liiietAkivtan Faam nid» Naman «<k<y <lr meer! Ik beurde d’n eene teugen den andere zeggen: „Noorwegen. Dn Blaauwe stootte se aan en see: „Schrijf toch, nonde keest Heurt toch ’ns hoe schoon Rops 7 allemaal kwjjtrokt." Tal-bi Ddl-d2 g2xf3 Kgl-h2 Tfl-gl d3-d4 Tbl-bB TbB-gS c2-c3 Rd3-fl Tg4-g2 Rfl-d3 24. 25. 36. 37. 38. 5. Dit is de pointe. Er dreigt DxM. 29. Tgl-hl 30. Rd3-e2 M Oct. 1936 na Chr.: FIELP BEECKERS’ plechtige terugkeer in den Edelachtbaren Raad, •temt tot algemeene Vreugde van den VOLKE VAN ULVENHOUT.” 13. 14. 15. 16. 17. 18. 16. 20. 31. 22. Tg5-g4 33. Rc4-d3 6 jabot malen waarbij men even tueel een kan innaaien om het uitstaan vorderen. UNIFORM? Een deux-pièce, die den indruk geeft van een soldatenuniform. Voor wie daarvan houden geen onaardig geval. Het is gemaakt van marineblauwe wollen jersey en de strepen, die het voorpand sieren, zijn gekozen in zandkleur, wijnrood, en blauw. Deze combinatie kan natuurlijk volgens eigen smaak gewijzigd worden a Is hulpmiddel bü bet plegen van inbraak ZX wordt in Nederlandsch Oost-lndlë dik- x wUls gebruik gemaakt van ketjoeboeng. De gedroogde zaden der Datura fastlosa wor den aan het smeulen gebracht en de zich ont wikkelende rook wordt door middel van een bamboehuis, die door een der wanden van bet huis gestoken wordt, in het vertrek geblazen. Het eigenaardige van dit verdoovlngsmiddel is, dat de mensch, die een voldoende hoeveel heid rook heeft ingeademd, zich van de feiten bewust blijft, doch onmachtig is den diefstal te beletten, ook al omdat hü zich niet meer be wegen kan. Abdoulla, die er warmpjes bij zat, sou dit maal het kind van de rekening worden. Rachmad, een berucht Inbreker, die in deze streek een ware terreur uitoefende, sou dit akefietje even opknappen. krachten, geloof maar gerust, 't sag er in de weareld heel anders ult....l Maar genoeg. D’n bakker, mee z’n „lekkage” in z’n spraak, lijk d’n Blaauwe al geconstateerd had, (7 is casueel zoo sterk d’n Fielp z’n Ulvenhoutsch op Engelsch is gaan lijken!) d’n bakker dan, had al lang en seerjeus over zoon toespraak ge docht, zee-t-ie 1 Wa "k geren aanneem. Hoewel, da’s ook *n politiek verschijnsel: ’t licht mot van boven schijnen! Dus d’n Fielp, bekans vijf-en-dertig Jaren is ie raadslid, d’n Fielp is politiek voldoende deurgewinterd, om 'n goei gedacht op tijd tot 7 zijne te maken! En óf 7 nou zoo’n bijzonder goei gedacht was, doet er minder toe: d’n Fielp vónd 7 *n kolossaal idee! Als d’n Blaauwe dus mee 7 veurstel kwam afgezet, dan see d’n Fielp, dat ie *t „ss-ss-ss- sjema, sjema seg ik van den sp.” Ja, ik zet daar *n puntje achter, amico, want sinds d’n Fielp s’n attakske, schei-t-le er onder 't spreken nou en dan uit! Als iedereen dan denkt dat ie gereed is, komt d’n Fielp na vijf minuten z’n rede kalm vortzetten! Wat veul conflicten oplevert, want d’n bakker wordt evenmin geren in de rede gevallen, als gjj en ik en iedereen! Hjj had dan ’t „ss-ss-sjema, ik zeg sjema van den sp. Sputter. Ik seg sepietss al in malkaar!" Hjj ging dus mee de ,jeer" van den Blaauwe z’n idee strijken op soon gehaaide manier, dat lid, wierd deur ons opgezocht. We wilden geren zekerheid! Stel oe veur, dat den Burgemeester vergeten zou den Fielp te verwelkomen! Den Jaan, *nen grooten heereboer onder Notsel, beloofde ons, dat ie onzen kameraad, den nestor van den Raad, mee 'n paar indruk wekkende woorden zou verwelkomen. „Witte- wa?” zee Rops, en hij kneep éen oog dicht: „wlttewa, ’t loopt dan ok naar Alderzlelen en zoo, ik slèèp er efkens dleën Alderzielen ok bij I” „Ferm,” zee d’n Blaauwe: „doet da! Veur mijn part slept E’er ’t heele kerkhof bij, Rops, as ’t maar ontroerend-schoon is! Ge verstaat (d’n Blaauwe begon al) ge verstaat” en bil slikte ’n traan weg zoo groot als ’nen borrel ,ge verstaat, wij zijn schrikkelijk blij dat d’n Fielp weer heelegaar d’n ouwe is! Veur gin teld hadden wij ’m willen missen; ee? Dré?” „Neeë, da’s veul waar!” rfla,” huichelde Rops 'n bietje mee: is "nen goeien kluut, den Fielp! Maar ik eh ik eb hjj trok ’ns aan z’n lange schrale neus: Jk eh had wel ik gedocht, in den Raad zal ik 'm nlemeer zien. Tot nTn spijt. Tot m'n spijt, ee!” Wij knikten Rops s’nen „spijt’* tot louter hoofdletters, versierd mee schoonen tranen- ornament. Want Rops wacht al tien jaien op t eerebaantje van „Oudste Raadslid,” „pl.v.v. Burgemeester.” „Had ik eb nie gebeurd, mannen, dat d’n Fielp eh s’n spraak eh hoe sa ’k zeggen? Erg aan den haperenden kant is....7” „Kwaadsprekerij!’’ loog den Blaauwe kloek. .Tinijnlgheid! Niewaar Dré?” ..Eh jja. Ja ja.” „Dus we meugen op oe rekenen. Rep?” „Vast as 'n huis!” Woensdag, 28 October, zat de propclub. oP z’n Zondags, op de publieke tribune. De man- 7» aanspraak van *n uur zou houwen, „eenen,” zelfs den Blaauwe dat ldee_iets reusachtigs vond zee-t-le: „waar de vonken af spatten!” D’n Blaauwe was dus zooveul als „d’n man achter de schermen”! Rn die figuur hóórt er in de politiek biji Waar of nie? Politiek zonder „man-achter-de- schermen” is zooveul als mijnen groentenwagel «onder Blek er onder) t Is de trekkracht in dan duister. En zonder die geheimzinnige trek- oe zou het toch komen dat de tegen woordige meisjes en jonge vrouwen zoo’n afkeer hebben van huishoudelijk werk? Zij beschouwen het als een sloofwerk, waarbij hersens niet noodig zijn en waarboven zjj zich ver verheven voelen. Toch is het absoluut geen ^minderwaardige bezigheid, terwijl het nooit in sloofwerk zal ontaarden, als men er tenminste dat de witte pion promoveert, omdat de zwarte raadsheer oogenschjjnlljk de diagonaal al-hg kan bezetten. Door enkele paardzetten belet wit evenwel aan den raadsheer de begeerde diago naal te beheerschen. I. Pf4-e6. Antwoordt zwart nu met Rf2-el of h4. dan speelt wit 2. Pe6-c5t, gevolgd door 3. Pc5-e4. Speelt zwart 1 Rf2-g3, dan 2. Pe6-d4t en 3. Pd4-f3, In ieder ge val kan de raadsheer de lange diagonaal niet bezetten en heeft wit gelegenheid zijn pion naar hg D. op te spelen en bet spel te winnen. Dit eenvoudig, maar subliem eindspel Is zeer leerzaam. En bevelen wij bijzonder In de aan dacht der lezers aan. Mee den Allerzielen ben *k efkens van m’n apperpo geraakt. Van m’n veumemen om oe iets van on zen kermis te blijft dus in m’n potlood deus natear. Maar ’n andeM gebeurtenis, die ’k geren zou boek staven in deuz’ Annalen van Ulvenhout, is den plechtigen rentree van den Fielp in de Hooge Vergadering van Schout en Schepenen, in den Raad der Vroeden, in den Gemeenteraad van Ulvenhout! Welk historisch feit ik eerst efkens officieel wil vastleggen, mee deuze woorden: Oil lamg •w 7an ds opgaaf no. 18: speelt swart 1. V Kc8, dan ging de toren h7 verloren door 2. Dg8tKb7; 3. Dzh7t en zwart verliest Op 1Ke8 gaan selfs de beide torens ver loren: X Dg8tKd7 (e7): 3. Dxh7t en op den volgenden zet wordt de tweede toren geslagen. Om torenverlies te vermijden moet zwart 1. Ta- of Th naar d7 spelen. Uit dit eindspel is te leeren, dat men voor standen, die theoretisch remise zijn, de aan dacht niet mag laten verslappen. EINDBPEX VAN L. KÜBBEL zijn hersens bij gebruikt. Bovendien is het voor onze gezondheid minstens soo goed als dage- lijtsche kamergymnastiek. U moet maar eens opletten, hoe vaak dienstmeisjes, die werkelijk goed aanpakken, een moolen gang hebben en meestal een goede houding en een goed figuur. Het is een bekend feit, dat vrouwen, die zelf in baar huishouden werken, meestal een uit stekende gezondheid genieten. Ook op dit gebied kan men natuurlijk over, drijven, maar als algemeenen regel kan men aannemen, dat huishoudelijk werk een uitste kenden Invloed op lichaam en geest heeft, om dat het nagenoeg alle spieren van het lichaam in beweging zet, terwijl het afwisseling genoeg biedt om den geest bezig te houden. Verder geeft het veel gelegenheid om van de frissche lucht te genieten; op een plaatsje of in den tuin, hetzij bü ver opengeschoven ramen, want daar geschiedt het werk immers. Een vrouw, die niet zelf in haar huls werkt, zal wel genoodzaakt zijn eiken dag eenlgen tijd aan sport buitenshuis te besteden of tenminste een goede dosis kamergymnastiek uit te voe ren. Maar hoe dikwüls wordt dit niet nagelaten door laksheid, slecht weer en dergelüke fac toren? Meestal is een huls, waarin de vrouw zelf het heft in handen houdt en zelf mee aanpakt, ook gezelliger en vormt het een middelpunt, waar iedereen graag komt aanloopen. Zoo werkt het eene het andere in de hand. Men kan het een dienstbode ook niet kwalijk nemen, dat zü niet zooveel hart voor het haar opgedragen werk heeft als de huisvrouw zelf. En dan heeft zü ook niet zooveel tüd om juist die kleinigheidjes te verzorgen, waardoor ’n huis werkelük een „thuis" wordt. Wanneer U zelf de kamer een beurt hebt gegeven, wil ik 10 te gen 1 wedden, dat het er anders uitziet, dan waaneer bet meisje of de werkvrouw dit ge daan' heeft. Juist die paar bloempjes of dat plantje, waar U een paar dorre blaadjes uit wegnam, of dat vroolüke kleedje, dat U over een tafeltje spreidde, brengen er een groot ver. schil in aan. In de meeste jonge huishoudens houdt Me vrouw een groot deel van haar tüd over en heeft zü weinig te doen. Hoeveel meer plezier zouden zü van haar huisje beleven, als zü eens flink de handen uit de mouwen staken en zorgden, dat alles tot in de puntjes in orde was, als zü zelf eens koekjes of een taart bakten. „Als U een ding goed gedaan wilt hebben, doe het dan zelf" is ook hier weer van toepassing. Stand na den lOen zet van zwart ■w walt bet te verwonderen dat een kaasma- V kende streek, zooals Gouda en omgeving U, er een eigen kaasgerecht op na houdt? Maar dat dit gerecht, de kaaspanne- koek, ook elders wel in den smaak valt, bewijst het succes dat er op zulvel-kookdemonstraties mee geoogst wordt. Daar bü de bereiding van kaaspannekoeken plakjes kaas tusschen twee lagen beslag gebak ken worden, is dit gerecht nogal stevig. Dit is niet het geval met den luchtlgen kaaspannekoek, die er mln of meer verwant mee is. Het opdienen van dezen laatsten een voorgerecht moet met eenige voorzichtigheid gebeuren, om Inzakken van het gebak te voor komen. Zorg dus voor een verwarmden schotel en dek den pannekoek bü het binnenbrengen met een verwarmd deksel af. Het recept (voor 4 personen) luidt: 1 ei, 1 kopje melk, 4 afgestreken lepels bloem, klein beetje zout, 50 gram (Jjons) geraspte kaas, 1 afgestreken lepel boter. Maak van bloem, zout, eierdooier en melk een beslag. Voeg hlerbü de geraspte kaas. Klop bet eiwit goed stüf en vermeng dit met het beslag. Doe het mengsel in de koekepan met de fësmolten boter; bak het zachtjes aan belde kanten goudbruin en gaar (±15 mln.). Doe den pannekoek op een verwarmden schotel. Geef hem als voorgerecht of als warm hapje bü de kofftetafeL en zelf gemaakte tasch is verbasend pret tig. In de eerste plaats is ze ongelooflük Maar den Tiest hield den Jaan onder de bank aan den bojem van z’n broek vast. Op 't lest, n’n uur is niks als den Fielp spreekt dan ging ie mee de kist sigaren rond. Hij tracteerde de pers natuurlük ook en omdat ie nou toch in de buurt was, ook de propclub op de publieke tribune. Ik wees efkens naar de bordjes: „niet roo- ken". Maar den Fielp zee: „angen daar maar, omdat de sigaar dan lekkerder smaakt!” Na z’n rede, ging er *n kolossaal applaus. Zoetjesaan zat den Fielp in één groot komplot, zonder dat ie t zelf in de gaten had! Dn agenda kwam nie gereed. Dus 's avonds zou er nog ’ns vergaderd worden. En als we naar huis gingen, dan noemde den Blaauwe nog ’n heele rist van punten op. die den Fielp vergeten had! Tot Spanje toe! Da’s ook. begon nen in jouw ziekte. Fielp. En ge mot laten mer ken, dat ge alles züt blüven volgen. Dat dwingt respect af. En as ge weer mee de sigaren rond- gaat, komt dan eerst bü ons en op t end nog *iu! Daar merkt niemand iets van. En ’t Is "n best merk!” .Jjawel,” zee d’n bakker: „"k zal oe prentjes bedienen. M-m-maar ddie pp-poe-punten die ge ddaar opnoemt.... jja, ddaar kan nik nog wel 's op tr-trut-trug zeg ik komen!” Ik ben *S avonds maar thuisgebleven, amico. Maar den Blaauwe is weer gegaan....! „Of ik nou dkkr zit of thuis,” zee-tie: „da’s eender en daar preeenteeren ze oe nog *ns 7» goeie flambouw!" Ook is den Blaauwe 's avonds mee pampier- kes gaen werken. HU schreef daarop „belang rijke punten," die den Fielp nie vergeten mocht! Dus is de vergadering verdaagd tot de vol gende week....! Ook was er nog *n lid. ’nen advocaat, die op 'n oogenbllk opstond, om den Fielp onderst boven te gaan praten. Maar dleën advocaat kreeg ook ’n stiekum briefke van den Blaauwe. Toen ging dleën mensch rap sitten. Mee "nen vuurrooien kop. Later, als den Blaauwe gevraagd wierd wat er toch op dat pampierke gestaan had. dan zee-t-ie: ,Jk had er opgeschreven: meneer, oew breek zakt af.” Ge ziet, amico, de-man-achter-de-schermen is “n veurnaam persoon in de poUttek. En navenant dat den Blaauwe amateur is. brocht ie t er nie slecht af. Maar nou is 1 wellekes! Veul groeten van Trui en als altfj pssn haarke minder, van oewen t roodst er zakjes ontstaan. Handig wanneer tegen den achterkant van de tasch van binnen, wel te verstaan een reep suède van 7 cM., br. en even lang als de tasch breed is, In het mid den en van onderen op de voering wordt vast gestikt. zoodat twee aparte vakjes naast el kaar komen. Op de teekenlng ziet u den uit slag van de tasch, met de zakjes; de stippellün is de stiknaald. De zükanten blüven voorloopig los, die worden naderhand wanneer de spie er tusschen komt, vast gehecht. 3b is het tweede zakje, het wordt aan drie kanten opgestikt, en bet heeft juist de grootte van een spiegeltje en kammetje. Als ook dit klaar is, kunnen we de voering op het leer plakken, goed de randen insmeren, en dan leggen we alles maar weer onder een stapel boeken om het een nacht te laten dro gen. Dan de z.g.n. spieën, de stukjes leer, die de noodlge ruimte in uw tasch verschaffen en aan de bükanten er tusschen hooren. De vorm is zooals teekenlngetje no. 3 aan geeft. De schuinte naar boven is afhankelük van de. verhouding van uw tasch. Probeert u dus eerst weer bü uw papieren model. Leg de spie dubbel gevouwen er tusschen en let nu op, dat de voorkant van de tasch gelük loont met den bovenkant aan de spie, dan zult U wanneer u de tasch open vouwt, van zelf den schuinen bovenkant zien ontstaan. Het suède en leer worden weer op elkaar geplakt en te drogen gelegd onder den beroemden stapel boeken. Nu kunnen we den volgenden dag beginnen aan het in elkaar aettAi. We beginnen met het maken van de kleine gaatjes met de holpüp of leertang, een halve cJM. van elkaar en een halve cM. van den kant af. Ook in de zükan ten van het opgestikte stukje suède tegen de achterhelft van de tasch. En nu, alsof u overhands naait, wórden de spieën er tusschen gemaakt met het leer-band en vervolgens de geheele tasch. als het ware ..omgenaaid”. Het knoopsgat wordt een eveneens omgewerkt met het Het omwerken van de tasch is een heel ge duldwerkje omdat u steeds moet zorgen den goeden kant van het band boven te houden. Maar.... u zult eens zien, wat een eer u van uw werk hebt, als de tasch eenmaal klaar is en nu Sint Nlcolaas niet zoo heel ver meer is, kan het misschien een cadeautje voor een goe de vrendln of voor een van onze groote doch ters worden, die er vast mee in haar schik zullen zün. MARYE. is ontleend I” ttn Las- e7-e5 Pb8-c6 Pg8-f6 Rf8-b4 0-0 d7-(M Rb4zc3 P«6-«7 P37-g6 Pg6-f4 Wit heeft het spel niet sterk genoeg geopend. In plaats van 9. Rc4 te spelen had hü om I3-I4 voor te bereiden het paard f3 moeten spelen. Zie diagram. sterk, als u ze twee jaar lang naast lede ren dag gebruikt hebt, is ze nog mooi en ziet ze er heusoh uit. alsof ae pas nieuw is. Maar behalve dat ze sterk is kunt u de „inrichting" maken zooals u dat zelf verkiest. U kunt hier een vak maken voor dit, daar een vakje voor wat anders, zoo voor die kleine dingetjes, die we allemaal persé bü ons willen hebben. En dan is er eigenlük iets wat het belang rijkste is: ze zün zoo mooi. Mooi, omdat u er goed materiaal voor gpbrulkt. Niets maakt een voornameren indruk dan het feit, dat iets van werkelük goed materiaal is gemaakt. Er is zoo verzehrlkkelük veel namaak, en daarom goed koop. maar tegelükertüd ook zoo verschrikke- lük leelük en dat op den duur, behalve dat de voorwerpen gauw oud zün, ook zoo gauw ver veelt. Goed materiaal verveelt nooit, u zult er altüd weer met genoegen naar küken, om dat het altüd weer mooi is. En daarom wordt zoo’n zelf-gemaakte tasch zoo prettig in het gebruik. Door de „inrich ting” en door het ulterlük cachet, wat te dan ken is aan de waarde van bet materiaal. Natuurlük kunnen we dergelüke tasschen in de etalage zien staan, maar ik geloof dat de prüs zoo’n indruk op me zou maken, dat ik su biet zou doorloopen: ze zün verschrikkelijk- duur, die handgemaakte tasschen. En daarom, wilt u een werkelük mooie tasch hebben, maakt u er dan zelf een. Hier hebt u er de beschrij ving van. Benoodigdhedeneen stuk leer, een stuk peau de suède, 4 M leerband, knoop, een pot speciale leerlün. Gereedschappen: Holpüpje en hamer of spe ciale leertang, rügnaald. Eerst maakt u van papier het model, dat u wenscht, op ware grootte. U kunt dan zien, of het model bevalt en in de tweede plaats kunt u in den leerhandel zien, hoe de gewenschte hoeveelheid het voordeeligste uit de huid ge sneden kan worden. Er is natuurlük even veel peau de suède als leer noodig. Het eerste dient voor de voe ring, omdat het leer aan den binnenkant niet zoo mooi is en bovendien is bet voor de ge wenschte stevigte onmisbaar. We beginnen nu met het uitgeslagen papie renmodel op den goeden kant van het leer te leggen en snüden (knippen wordt niet mooi) het gewenschte model er uit. Evenzoo doen we bü het suède. De teekenlng geeft een een voudig, doch aardig model aan. Hooge tasch- Jes zün in de mode, dus.... Het is de bedoeling, dat het suède en leer op elkaar gelümd worden met d; leeriüm, maar dat kan pas, wanneer we den knoop op t leer Ier bewoners, ge- lus een eventueelen ies of knuppel op te 11. Rg5xf4 Ddl-d2 gaat niet wegens Pf6xe4. In aanmerking kwam echter Rc4-b3, met het oog op d6-d5. 11e5xf4 13. Ph4-f3 Rc8-g4 13. h2-h3. Dit is fout, omdat daardoor de ko- ningsvleugel verzwakt wordt. Wit moest zich met 13. Ddl-d2 verdedigen, om dan na Rg4xf3, 14. g2xf3 den koning in den hoek te spelen en de g-lün te bezetten. Jxroen. slanke het echter kend. Zooals u tiet is er een klein schootje aan. De rand van den i» eenige doorgestikt. VIERPAARDEN-SPEL In 1909 gespeeld tusschen Janowski met wil, I en met dr. Em. Lasker met zwart. De partü met verkorte analyse is aan bet „Lehrbuch des Schachspiels’ ker. Hiemevent Aet pa troon Dan <en ae- w» aPvPvw arwwvw vw kleede blouse, die echter voor klein tjes niet geschikt zal zijn door de groote, strikvormige jabot. Die maakt dan te breed van Voor lange, figuren is uitste- Ge weet, veur veertien dagen gelejen schreef ik *t oe al, hoe 1 eigenlük d’n Blaauwe was, die *t balleke aan t rollen brocht. Hoe ie den Fielp wüsmaakte, dat ie weer best in staat was om ’nen briljanten spiets ■f te steken veur 7 geval ze hum welkom zou- wen roepen, als ie na z’n herstel de eerste Raadszitting zou büwonen. Dn Blaauwe stookte ’m op, dat ie minstens Maar de krantenmannen keken malkaar *ns aan, verklaarden meteen, zonder woorden, den Blaauwe veur krankzinnig en lustig gingen ae weer „voetballen”. Rops sprak verder! Van alles slepte-n-le er- bü, tot de heersen vur Allerzieltjes toe! D’n Fielp wierd er werendlg ’n bietje witter van Keek naar ons en z’n oogen zeeën: „7 is toch schoon, weer beter te zün.” Als Rops klaar was, dan klopte d’n burge meester weer mee den hamer en zee, naar zü- nen agenda kükend: „müneheeren, punt een van....” Maar d’n Fielp stond al recht en sprak: ..Meneer d’n vv. weurzitter, oe-wethouwer en mumme. Medelejen van den Raad! Diep boe bennlk get.get.ik zeg trofver deur de oewoor. Den tut tut tot me ’richt." Rechter ging ie staan. „*k Ben weul zzlek wiest. Zekes Zo’n ha-ha-hat ik zeg hattakseke valt." ..Neeë,” see den burgemeester: nogma. „Nie mee,” zee den Fielp, „Mu-Ma-Muma.” Weer docht d’n veurzitter dat den Fielp klaar was en hü fezelde mee den secretaris over den agenda, .Maar aan ddoodgaan eb ik nie ge-ge-gedd. Gedocht, zeg Ik.” Bedenkelük keek de burgemeester naar den Fielp. De lejen van den Raad begorsten zwaar te rooken. 7 Heele zaaltje wierd ’n vlschkom. waarboven uit d’n Fielp zünen bleeken kop stak, „Óe-oe wel oewas ik heven honger. Honge rig!” Het dagelüksch bestuur knikte. „Hongerust seg ik. da *k mm*n «P Sputter. Ik seg spraak nie verom zzou krijg- Oen. M- mm-maar hook datte nis trechter. Ik zeg trechtgekomen I Hü keek rond. 7 Was doodstil. Dus d’n Blaauwe begoot bescheten maar hardnekkig te applaud iseeren. „Stilte op de publieke tribune,” riep den burgemeester. „Zzoo ggaht. Gdauw zeg ikasmmün kennis sen zee-jen Fliep, Flelep, ge sp-sputter-sprikt oeweer ggoed as vanouds, toeter. Toen zeg Ik, eb ik mme ver-verplicht ggevoeld de tutter Zoo gebeurde het dan, dat Adboula na een dag van ongewone Inspanning zich ter ruste begeven had. Het was den geheelen dag ondraaglük warm geweest en de wolkgevaarten, die zich tegen den avond boven het bosch opstapelden, en nu als het ware een gigantisch zwart gordijn vormden voorspelden weinig goeds. Ook de tastbare duisternis werkte beklemmend. Krachtige windstooten, vergezeld door knetterende blik semflitsen en striemende regenvlagen, beuk ten de woning. Af en toe induttend, schrok Abdoula telkens wakker tot op eens. vlak in zün nabüheid een gestommel zün oor trof. Hü stond op van zün rustbank en bemerkte, dat een hevige loomheid fen duizeling hem hadden bevangen. Met de uiterste krachtsinspanning wankelde hü naar den wand, zün kapmes in de hand geklemd, wachtend op hetgeen gebeuren Ring. Flauw besefte hü wel. dat booswichten be zig waren de woning te ondergraven en tracht ten hem te bedwelmen, doch dat door het toe dienen van een te geringe dosis ketjoeboeng de toeleg mislukt was. Het graven en ruimen van het gat vorderde goed en een huivering beving Abdoula. Hü zag hoe de ioegegraaide aarde werd weggehaald. Al spoedig zou de ope ning groot genoeg zün om de onverlaten door te laten. Het oogenbllk hiervoor was nog niet aangebroken. Geslepen als zü zün en op eigen veiligheid bedacht, namen zü eerst een list, te baat, en duwden zü zeer behoedzaam een le- vensgroote aangekleede pop tiaar binnen, om bü mogelüke waakzaamhe| waarschuwd te zün houw of slag met vangen. Binnen bleef echt^s eilas doodstil, want Ab- doula, ook niet van gisteren, kende deze true, beheerschte zich en wachtte af. Bulten gierde de storm, de aarde dreunde on der het geweld der donderslagen. Allah was hun gunstig gezind. De neerstroomende regen vulde reeds het gat. Het was hoog tüd om voort- te maken. Met fatalistische onverschilligheid drong de roover zich naar binnen, doch voor hü tüd had zich op te richten, trof hem het kapmes. Het werd later een gemengd bericht in de bladen, doch de ingewüden wisten, dat dit een van de weinige keeren is geweest, waarin de büna onfeilbare ketjoeboeng zün uitwerking had gemist. bebbsn bevestigd en de voering voonien is van zakjes. Den leeren knoop maken we zelf. U kent as toch, die holle, metalen knoopen, waar het leer om heen wordt gelegd ee vast gehecht door er den afzonderlüken onderkant, voorzien van me talen punten in te drukken? Hiervoor moet een dun stukje leer genomen worden. Op de plaats, waar de knoop komt, worden twee gaatjes óf met holpüpje óf met de tang gemaakt, *n cM. van elkaar. Door oen knoop en de gaatjes trekken we een smal reepje leer (van het vel gesneden, dat is steviger dan bet leerband) knoopen het aan den binnenkant vast en plakken de eindjes op het leer. Nu de voering. We stikken met de machine aparte stukjes suède op de voering eruit of ie sjuust „Zaterdagavond" gehouwen had! Daar kwam den Burgemeester binnen, mee d’n secretaris, belajen mee pampieren, vlak achter 'm aan. Dalük had den Burgemeester, die soo ’ns heimelük rondspeurde of s'n edel achtbare mannen present waren, efkens „niks liet merken" van de drukte op de publieke tri bune, tersluiks loenschte naar „de” pers, dalük had ie den Fielp in de gaten en.dat mot gezeed, 7 dee "ril plazier den bakker verom te zien! Vrlndelük, rap spoeide-n-ie z’n eigen naar den Fielp, schudde ’m de hand en den Burge meester, die maar klein van stuk Is, stond ge woonweg In den Fielp z'nen schaduw. ,Kek ’m weer "ns vrlndelük doen....!" zee den Jaan, den gepe^ionneerden veldwachter, die mee den „ouwe” nooit op kost schieten. Ochèrm, hoe lievekesl” De „pers” keek om. „Hou-d-oew bakkes, gehaktbal,” zee d’n Blaauwe. Dn Fielp keek op! Jieeë, gü nie, Fielp, ditte hier," zee d’n Tiest, die hier dalük heelegaar thuis was. „Wü meugen, als publiek, hier niks zeg gen,” waarschuwde Janus. ,JMn zeg ik toch,” den Tiest weer: „hou-d- oewen kop, of ik set er ’n kachelhoutje in, recht-overènd.” Dn Fielp, die nog altü mee den Burgemees ter stond te praten, beduidde ons, mee s'n hand op s'n rug, dat we zwügen moesten) waarop d’n Blaauwe zee, hardop: „Kek, kek d’n Fielp daar staan te kwispelstèèrten!” D’n burgemeester ging in den grootsten stoel zitten, tusschen wethouwer en secretaris en opende de vergadering mee ‘nen klop op de tafel. En friemelend mee allebei s’n handen -aan den medaille, van z’nen ambtsketting, riep „ons geacht medelid, den heer Beeckera 7» rmrtelük welkom toe, nu hü, met Gods zegen, wapr gezond en wel ter vergadering aanwezig was. Hü hoopte....” ena Dn Fielp wilde opstaan. Maar Rops, die naast *m zit, trok aan z’nen jas en Rops sprak: .Meneer de veurzitter, aal ouwste lid, na den heer Beeckers dan, sluit ik me geeren aan....” enz. De krantenmannen I schreven één woord op en luisterden toen nie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 9