WIJ LEEREN SCHAKEN
ZELFGEMAAKTE
TASCH
3
i I
1
Ki
IW
H
Hè»
ABèB HAB
H
EOOi
5
SIBOTAK
H
I
0
UeRTELLINGEN van
8 i
M&B 1'
Plechtige rentree van den Fielp
BiiHi
E
3 Bglfg
abedefg b
1
1.
GOEDKOOP
r
I
1
Kaaspannekoek^
Huishoudelijk werk en
de gezondheid
MOOI, STERK EN
3
0>
INBRAAK EN DIEFSTAL
Iets nieuws onder de zon
5
BRABANTSCHE BRIEVEN
In den Gemeenteraad van
Ulvenhout
x»t
e=
Huiswerk minstens zoo goed als
onze gewone kamergymnastiek
■f?
naai.
5
FM-gS
4
3
2
1
b
d
t
e
h
g
t. d2-d4, PgB-fB; X c3-c4, e7-eö; 8. d4xe5,
Pf6-g4; 4. 'e3-e4, Pg4xe5; S. f2-f4, Pe5-cB eng,
Wit begint en wint
Zwart kan het nromotieveld bl voor zün pion
niet veroveren. Evenmin schijnt het mogelljk.
OPGAAF NO. 1»
8
7
4
S
4
3
2
1
1.
J. F. Ceppena te Ansstsrdaaa
7.
10.
opening en
8
7
6
5
4
3
2
1
Amico,
daarom
.en
vertellen.
Dat
I
T
I
Nu ia de instorting van bet witte spel geko
men.
24. c3-c4 Waardoor zwart zün paard naar een
centraal veld kan voeren.
f4-a
f3xe3
en wit gaf de part# op.
nen van de krant zaten vlak veur ons. Die hadf
den er nog *n tafeltje bü, veur hullie gerief.
7 Waren nog jonge gastjes en Ik kreeg den in
druk, dat ze deur den hoofdredacteur gestuurd
waren, om hier, in Ulvenhout, 7 vak te leeren
op onzen Raad, lijk "nen barbiersleerling leert
scheren op ’nen ouwen bolhoed.
Nou, de stemming was goed! Daar wierden
om de groene tafel veul handen gegeven aan
den Fielp, ze vonden allemaal dat ie er weer
bestlg uitzag!
Dat gaat ook genoeg Veural dleën dag, want
ge kost zóó. aan alles zien, dat d n Fielp „rijp”
was, om zoo noodig de schoonste hulde in ont
vangst te nemen! Z'n wangen blonken na van
7 botte scheermes, s'n nekharen lagen, nog nat.
op s’nen zwarten jaskraag, in *t kort; hü sag
koordje
te be-
Nemen zeg ik.”
Toen keek den Fielp efkens naar ons, als ie
1 over z’n kennissen had, die 'm gezeed had
den, dat ie weer zoo best sprak. En den Jaan
see toen teugen me: „Drt, ik denk In te sme
ren, borrel"
31. f3xg4
33. Tg2-g3
R*4-hë
b7-bB
Rh5xg3
PM-bg
DdS-fS
TaB-eB
KgB-bB
DfB-bB
H-fB
«7-gB»
1. d3-d4, PgB-fB; 3. C3-C4, e7-e6; 3. Pbl-c3,
Rf8-b4; 4. Ddl-bl, e7-c5; 5. d4xc5 ens.
Fh»-g?
Pg7-e6
fg-ra
Tf8-f6
van.... den Fielp....I En nie den Blaauwe,
maar d’n Fielp er in trapte!
Alleen: 'n uur vond d’n Fielp wel iets te
laihg. „Navel, ik zeg nalf uur. Nalf uur k sdrie
kertier is vod. Ik seg voldoende zeg ik.” be
weerde d’n bakker.
Waar wij ons bij neerlegden!
Janus Rops, na den FMp *t oudste Raads-
e2-e4
Pgl-f3
Pbl-c3
Rfl-M
0-0
d2-d3
Rcl-g5
b2xc3
Rb5-c4
Pf3-h4
luisterden maar half, taak van ”t Rraadslldsjap oeweer hop te menen.
am liiietAkivtan Faam nid» Naman «<k<y <lr
meer! Ik beurde d’n eene teugen den andere
zeggen: „Noorwegen.
Dn Blaauwe stootte se aan en see: „Schrijf
toch, nonde keest Heurt toch ’ns hoe schoon
Rops 7 allemaal kwjjtrokt."
Tal-bi
Ddl-d2
g2xf3
Kgl-h2
Tfl-gl
d3-d4
Tbl-bB
TbB-gS
c2-c3
Rd3-fl
Tg4-g2
Rfl-d3
24.
25.
36.
37.
38.
5.
Dit is de pointe. Er dreigt DxM.
29. Tgl-hl
30. Rd3-e2
M Oct. 1936 na Chr.: FIELP BEECKERS’
plechtige terugkeer in den Edelachtbaren Raad,
•temt tot algemeene Vreugde van den VOLKE
VAN ULVENHOUT.”
13.
14.
15.
16.
17.
18.
16.
20.
31.
22. Tg5-g4
33. Rc4-d3
6
jabot
malen
waarbij men even
tueel een
kan innaaien om het uitstaan
vorderen.
UNIFORM? Een deux-pièce, die den indruk
geeft van een soldatenuniform. Voor wie
daarvan houden geen onaardig geval. Het
is gemaakt van marineblauwe wollen
jersey en de strepen, die het voorpand
sieren, zijn gekozen in zandkleur, wijnrood,
en blauw. Deze combinatie kan natuurlijk
volgens eigen smaak gewijzigd worden
a Is hulpmiddel bü bet plegen van inbraak
ZX wordt in Nederlandsch Oost-lndlë dik-
x wUls gebruik gemaakt van ketjoeboeng.
De gedroogde zaden der Datura fastlosa wor
den aan het smeulen gebracht en de zich ont
wikkelende rook wordt door middel van een
bamboehuis, die door een der wanden van bet
huis gestoken wordt, in het vertrek geblazen.
Het eigenaardige van dit verdoovlngsmiddel
is, dat de mensch, die een voldoende hoeveel
heid rook heeft ingeademd, zich van de feiten
bewust blijft, doch onmachtig is den diefstal
te beletten, ook al omdat hü zich niet meer be
wegen kan.
Abdoulla, die er warmpjes bij zat, sou dit
maal het kind van de rekening worden.
Rachmad, een berucht Inbreker, die in deze
streek een ware terreur uitoefende, sou dit
akefietje even opknappen.
krachten, geloof maar gerust, 't sag er in de
weareld heel anders ult....l
Maar genoeg.
D’n bakker, mee z’n „lekkage” in z’n spraak,
lijk d’n Blaauwe al geconstateerd had, (7 is
casueel zoo sterk d’n Fielp z’n Ulvenhoutsch op
Engelsch is gaan lijken!) d’n bakker dan, had
al lang en seerjeus over zoon toespraak ge
docht, zee-t-ie 1 Wa "k geren aanneem. Hoewel,
da’s ook *n politiek verschijnsel: ’t licht mot
van boven schijnen! Dus d’n Fielp, bekans
vijf-en-dertig Jaren is ie raadslid, d’n Fielp
is politiek voldoende deurgewinterd, om 'n goei
gedacht op tijd tot 7 zijne te maken! En óf
7 nou zoo’n bijzonder goei gedacht was, doet
er minder toe: d’n Fielp vónd 7 *n kolossaal
idee!
Als d’n Blaauwe dus mee 7 veurstel kwam
afgezet, dan see d’n Fielp, dat ie *t „ss-ss-ss-
sjema, sjema seg ik van den sp.”
Ja, ik zet daar *n puntje achter, amico, want
sinds d’n Fielp s’n attakske, schei-t-le er onder
't spreken nou en dan uit! Als iedereen dan
denkt dat ie gereed is, komt d’n Fielp na vijf
minuten z’n rede kalm vortzetten! Wat veul
conflicten oplevert, want d’n bakker wordt
evenmin geren in de rede gevallen, als gjj en
ik en iedereen!
Hjj had dan ’t „ss-ss-sjema, ik zeg sjema van
den sp. Sputter. Ik seg sepietss al in malkaar!"
Hjj ging dus mee de ,jeer" van den Blaauwe
z’n idee strijken op soon gehaaide manier, dat
lid, wierd deur ons opgezocht. We wilden geren
zekerheid! Stel oe veur, dat den Burgemeester
vergeten zou den Fielp te verwelkomen!
Den Jaan, *nen grooten heereboer onder
Notsel, beloofde ons, dat ie onzen kameraad,
den nestor van den Raad, mee 'n paar indruk
wekkende woorden zou verwelkomen. „Witte-
wa?” zee Rops, en hij kneep éen oog dicht:
„wlttewa, ’t loopt dan ok naar Alderzlelen en
zoo, ik slèèp er efkens dleën Alderzielen ok bij I”
„Ferm,” zee d’n Blaauwe: „doet da! Veur
mijn part slept E’er ’t heele kerkhof bij, Rops,
as ’t maar ontroerend-schoon is! Ge verstaat
(d’n Blaauwe begon al) ge verstaat” en bil
slikte ’n traan weg zoo groot als ’nen borrel
,ge verstaat, wij zijn schrikkelijk blij dat d’n
Fielp weer heelegaar d’n ouwe is! Veur gin
teld hadden wij ’m willen missen; ee? Dré?”
„Neeë, da’s veul waar!”
rfla,” huichelde Rops 'n bietje mee: is
"nen goeien kluut, den Fielp! Maar ik eh
ik eb hjj trok ’ns aan z’n lange schrale
neus: Jk eh had wel ik gedocht, in
den Raad zal ik 'm nlemeer zien. Tot nTn spijt.
Tot m'n spijt, ee!”
Wij knikten Rops s’nen „spijt’* tot louter
hoofdletters, versierd mee schoonen tranen-
ornament. Want Rops wacht al tien jaien op
t eerebaantje van „Oudste Raadslid,” „pl.v.v.
Burgemeester.”
„Had ik eb nie gebeurd, mannen, dat
d’n Fielp eh s’n spraak eh hoe sa ’k
zeggen? Erg aan den haperenden kant is....7”
„Kwaadsprekerij!’’ loog den Blaauwe kloek.
.Tinijnlgheid! Niewaar Dré?”
..Eh jja. Ja ja.”
„Dus we meugen op oe rekenen. Rep?”
„Vast as 'n huis!”
Woensdag, 28 October, zat de propclub. oP
z’n Zondags, op de publieke tribune. De man-
7» aanspraak van *n uur zou houwen, „eenen,” zelfs den Blaauwe dat ldee_iets reusachtigs vond
zee-t-le: „waar de vonken af spatten!”
D’n Blaauwe was dus zooveul als „d’n man
achter de schermen”!
Rn die figuur hóórt er in de politiek biji
Waar of nie? Politiek zonder „man-achter-de-
schermen” is zooveul als mijnen groentenwagel
«onder Blek er onder) t Is de trekkracht in
dan duister. En zonder die geheimzinnige trek-
oe zou het toch komen dat de tegen
woordige meisjes en jonge vrouwen zoo’n
afkeer hebben van huishoudelijk werk?
Zij beschouwen het als een sloofwerk, waarbij
hersens niet noodig zijn en waarboven zjj zich
ver verheven voelen. Toch is het absoluut geen
^minderwaardige bezigheid, terwijl het nooit in
sloofwerk zal ontaarden, als men er tenminste
dat de witte pion promoveert, omdat de zwarte
raadsheer oogenschjjnlljk de diagonaal al-hg
kan bezetten. Door enkele paardzetten belet wit
evenwel aan den raadsheer de begeerde diago
naal te beheerschen. I. Pf4-e6. Antwoordt zwart
nu met Rf2-el of h4. dan speelt wit 2. Pe6-c5t,
gevolgd door 3. Pc5-e4. Speelt zwart 1
Rf2-g3, dan 2. Pe6-d4t en 3. Pd4-f3, In ieder ge
val kan de raadsheer de lange diagonaal niet
bezetten en heeft wit gelegenheid zijn pion naar
hg D. op te spelen en bet spel te winnen.
Dit eenvoudig, maar subliem eindspel Is zeer
leerzaam. En bevelen wij bijzonder In de aan
dacht der lezers aan.
Mee den Allerzielen
ben *k efkens van
m’n apperpo geraakt.
Van m’n veumemen
om oe iets van on
zen kermis te
blijft dus in m’n potlood deus natear. Maar
’n andeM gebeurtenis, die ’k geren zou boek
staven in deuz’ Annalen van Ulvenhout, is den
plechtigen rentree van den Fielp in de Hooge
Vergadering van Schout en Schepenen, in den
Raad der Vroeden, in den Gemeenteraad van
Ulvenhout! Welk historisch feit ik eerst efkens
officieel wil vastleggen, mee deuze woorden:
Oil lamg
•w 7an ds opgaaf no. 18: speelt swart 1.
V Kc8, dan ging de toren h7 verloren door
2. Dg8tKb7; 3. Dzh7t en zwart verliest
Op 1Ke8 gaan selfs de beide torens ver
loren: X Dg8tKd7 (e7): 3. Dxh7t en op den
volgenden zet wordt de tweede toren geslagen.
Om torenverlies te vermijden moet zwart 1.
Ta- of Th naar d7 spelen.
Uit dit eindspel is te leeren, dat men voor
standen, die theoretisch remise zijn, de aan
dacht niet mag laten verslappen.
EINDBPEX VAN L. KÜBBEL
zijn hersens bij gebruikt. Bovendien is het voor
onze gezondheid minstens soo goed als dage-
lijtsche kamergymnastiek. U moet maar eens
opletten, hoe vaak dienstmeisjes, die werkelijk
goed aanpakken, een moolen gang hebben en
meestal een goede houding en een goed figuur.
Het is een bekend feit, dat vrouwen, die zelf
in baar huishouden werken, meestal een uit
stekende gezondheid genieten.
Ook op dit gebied kan men natuurlijk over,
drijven, maar als algemeenen regel kan men
aannemen, dat huishoudelijk werk een uitste
kenden Invloed op lichaam en geest heeft, om
dat het nagenoeg alle spieren van het lichaam
in beweging zet, terwijl het afwisseling genoeg
biedt om den geest bezig te houden. Verder
geeft het veel gelegenheid om van de frissche
lucht te genieten; op een plaatsje of in den
tuin, hetzij bü ver opengeschoven ramen, want
daar geschiedt het werk immers.
Een vrouw, die niet zelf in haar huls werkt,
zal wel genoodzaakt zijn eiken dag eenlgen tijd
aan sport buitenshuis te besteden of tenminste
een goede dosis kamergymnastiek uit te voe
ren. Maar hoe dikwüls wordt dit niet nagelaten
door laksheid, slecht weer en dergelüke fac
toren?
Meestal is een huls, waarin de vrouw zelf het
heft in handen houdt en zelf mee aanpakt, ook
gezelliger en vormt het een middelpunt, waar
iedereen graag komt aanloopen. Zoo werkt het
eene het andere in de hand.
Men kan het een dienstbode ook niet kwalijk
nemen, dat zü niet zooveel hart voor het haar
opgedragen werk heeft als de huisvrouw zelf.
En dan heeft zü ook niet zooveel tüd om juist
die kleinigheidjes te verzorgen, waardoor ’n huis
werkelük een „thuis" wordt. Wanneer U zelf
de kamer een beurt hebt gegeven, wil ik 10 te
gen 1 wedden, dat het er anders uitziet, dan
waaneer bet meisje of de werkvrouw dit ge
daan' heeft. Juist die paar bloempjes of dat
plantje, waar U een paar dorre blaadjes uit
wegnam, of dat vroolüke kleedje, dat U over
een tafeltje spreidde, brengen er een groot ver.
schil in aan.
In de meeste jonge huishoudens houdt Me
vrouw een groot deel van haar tüd over en heeft
zü weinig te doen. Hoeveel meer plezier zouden
zü van haar huisje beleven, als zü eens flink
de handen uit de mouwen staken en zorgden, dat
alles tot in de puntjes in orde was, als zü zelf
eens koekjes of een taart bakten.
„Als U een ding goed gedaan wilt hebben, doe
het dan zelf" is ook hier weer van toepassing.
Stand na den lOen zet van zwart
■w walt bet te verwonderen dat een kaasma-
V kende streek, zooals Gouda en omgeving
U, er een eigen kaasgerecht op na
houdt? Maar dat dit gerecht, de kaaspanne-
koek, ook elders wel in den smaak valt, bewijst
het succes dat er op zulvel-kookdemonstraties
mee geoogst wordt.
Daar bü de bereiding van kaaspannekoeken
plakjes kaas tusschen twee lagen beslag gebak
ken worden, is dit gerecht nogal stevig.
Dit is niet het geval met den luchtlgen
kaaspannekoek, die er mln of meer verwant
mee is. Het opdienen van dezen laatsten een
voorgerecht moet met eenige voorzichtigheid
gebeuren, om Inzakken van het gebak te voor
komen. Zorg dus voor een verwarmden schotel
en dek den pannekoek bü het binnenbrengen
met een verwarmd deksel af.
Het recept (voor 4 personen) luidt: 1 ei, 1
kopje melk, 4 afgestreken lepels bloem, klein
beetje zout, 50 gram (Jjons) geraspte kaas, 1
afgestreken lepel boter.
Maak van bloem, zout, eierdooier en melk
een beslag. Voeg hlerbü de geraspte kaas. Klop
bet eiwit goed stüf en vermeng dit met het
beslag. Doe het mengsel in de koekepan met de
fësmolten boter; bak het zachtjes aan belde
kanten goudbruin en gaar (±15 mln.).
Doe den pannekoek op een verwarmden
schotel. Geef hem als voorgerecht of als warm
hapje bü de kofftetafeL
en zelf gemaakte tasch is verbasend pret
tig. In de eerste plaats is ze ongelooflük
Maar den Tiest hield den Jaan onder de
bank aan den bojem van z’n broek vast.
Op 't lest, n’n uur is niks als den Fielp
spreekt dan ging ie mee de kist sigaren rond.
Hij tracteerde de pers natuurlük ook en omdat
ie nou toch in de buurt was, ook de propclub
op de publieke tribune.
Ik wees efkens naar de bordjes: „niet roo-
ken". Maar den Fielp zee: „angen daar maar,
omdat de sigaar dan lekkerder smaakt!”
Na z’n rede, ging er *n kolossaal applaus.
Zoetjesaan zat den Fielp in één groot komplot,
zonder dat ie t zelf in de gaten had!
Dn agenda kwam nie gereed. Dus 's avonds
zou er nog ’ns vergaderd worden. En als we
naar huis gingen, dan noemde den Blaauwe
nog ’n heele rist van punten op. die den Fielp
vergeten had! Tot Spanje toe! Da’s ook. begon
nen in jouw ziekte. Fielp. En ge mot laten mer
ken, dat ge alles züt blüven volgen. Dat dwingt
respect af. En as ge weer mee de sigaren rond-
gaat, komt dan eerst bü ons en op t end nog
*iu! Daar merkt niemand iets van. En ’t Is "n
best merk!”
.Jjawel,” zee d’n bakker: „"k zal oe prentjes
bedienen. M-m-maar ddie pp-poe-punten die
ge ddaar opnoemt.... jja, ddaar kan nik nog
wel 's op tr-trut-trug zeg ik komen!”
Ik ben *S avonds maar thuisgebleven, amico.
Maar den Blaauwe is weer gegaan....!
„Of ik nou dkkr zit of thuis,” zee-tie: „da’s
eender en daar preeenteeren ze oe nog *ns 7»
goeie flambouw!"
Ook is den Blaauwe 's avonds mee pampier-
kes gaen werken. HU schreef daarop „belang
rijke punten," die den Fielp nie vergeten
mocht!
Dus is de vergadering verdaagd tot de vol
gende week....!
Ook was er nog *n lid. ’nen advocaat, die op
'n oogenbllk opstond, om den Fielp onderst
boven te gaan praten. Maar dleën advocaat
kreeg ook ’n stiekum briefke van den Blaauwe.
Toen ging dleën mensch rap sitten. Mee "nen
vuurrooien kop.
Later, als den Blaauwe gevraagd wierd wat
er toch op dat pampierke gestaan had. dan
zee-t-ie: ,Jk had er opgeschreven: meneer, oew
breek zakt af.”
Ge ziet, amico, de-man-achter-de-schermen
is “n veurnaam persoon in de poUttek.
En navenant dat den Blaauwe amateur is.
brocht ie t er nie slecht af. Maar nou is 1
wellekes!
Veul groeten van Trui en als altfj pssn
haarke minder, van oewen t
roodst er zakjes ontstaan. Handig wanneer
tegen den achterkant van de tasch van binnen,
wel te verstaan een reep suède van 7 cM., br.
en even lang als de tasch breed is, In het mid
den en van onderen op de voering wordt vast
gestikt. zoodat twee aparte vakjes naast el
kaar komen. Op de teekenlng ziet u den uit
slag van de tasch, met de zakjes; de stippellün
is de stiknaald. De zükanten blüven voorloopig
los, die worden naderhand wanneer de spie er
tusschen komt, vast gehecht.
3b is het tweede zakje, het wordt aan drie
kanten opgestikt, en bet heeft juist de grootte
van een spiegeltje en kammetje.
Als ook dit klaar is, kunnen we de voering
op het leer plakken, goed de randen insmeren,
en dan leggen we alles maar weer onder een
stapel boeken om het een nacht te laten dro
gen.
Dan de z.g.n. spieën, de stukjes leer, die de
noodlge ruimte in uw tasch verschaffen en aan
de bükanten er tusschen hooren.
De vorm is zooals teekenlngetje no. 3 aan
geeft. De schuinte naar boven is afhankelük van
de. verhouding van uw tasch. Probeert u dus
eerst weer bü uw papieren model. Leg de spie
dubbel gevouwen er tusschen en let nu op, dat
de voorkant van de tasch gelük loont met den
bovenkant aan de spie, dan zult U wanneer
u de tasch open vouwt, van zelf den schuinen
bovenkant zien ontstaan. Het suède en leer
worden weer op elkaar geplakt en te drogen
gelegd onder den beroemden stapel boeken.
Nu kunnen we den volgenden dag beginnen
aan het in elkaar aettAi. We beginnen met het
maken van de kleine gaatjes met de holpüp of
leertang, een halve cJM. van elkaar en een
halve cM. van den kant af. Ook in de zükan
ten van het opgestikte stukje suède tegen de
achterhelft van de tasch.
En nu, alsof u overhands naait, wórden de
spieën er tusschen gemaakt met het leer-band
en vervolgens de geheele tasch. als het ware
..omgenaaid”.
Het knoopsgat wordt een
eveneens omgewerkt met het
Het omwerken van de tasch is een heel ge
duldwerkje omdat u steeds moet zorgen den
goeden kant van het band boven te houden.
Maar.... u zult eens zien, wat een eer u van
uw werk hebt, als de tasch eenmaal klaar is en
nu Sint Nlcolaas niet zoo heel ver meer is,
kan het misschien een cadeautje voor een goe
de vrendln of voor een van onze groote doch
ters worden, die er vast mee in haar schik
zullen zün. MARYE.
is ontleend
I” ttn Las-
e7-e5
Pb8-c6
Pg8-f6
Rf8-b4
0-0
d7-(M
Rb4zc3
P«6-«7
P37-g6
Pg6-f4
Wit heeft het spel niet sterk genoeg geopend.
In plaats van 9. Rc4 te spelen had hü om I3-I4
voor te bereiden het paard f3 moeten spelen. Zie
diagram.
sterk, als u ze twee jaar lang naast lede
ren dag gebruikt hebt, is ze nog mooi en ziet
ze er heusoh uit. alsof ae pas nieuw is. Maar
behalve dat ze sterk is kunt u de „inrichting"
maken zooals u dat zelf verkiest. U kunt hier
een vak maken voor dit, daar een vakje voor
wat anders, zoo voor die kleine dingetjes, die
we allemaal persé bü ons willen hebben.
En dan is er eigenlük iets wat het belang
rijkste is: ze zün zoo mooi. Mooi, omdat u er
goed materiaal voor gpbrulkt. Niets maakt een
voornameren indruk dan het feit, dat iets van
werkelük goed materiaal is gemaakt. Er is zoo
verzehrlkkelük veel namaak, en daarom goed
koop. maar tegelükertüd ook zoo verschrikke-
lük leelük en dat op den duur, behalve dat de
voorwerpen gauw oud zün, ook zoo gauw ver
veelt. Goed materiaal verveelt nooit, u zult
er altüd weer met genoegen naar küken, om
dat het altüd weer mooi is.
En daarom wordt zoo’n zelf-gemaakte tasch
zoo prettig in het gebruik. Door de „inrich
ting” en door het ulterlük cachet, wat te dan
ken is aan de waarde van bet materiaal.
Natuurlük kunnen we dergelüke tasschen in
de etalage zien staan, maar ik geloof dat de
prüs zoo’n indruk op me zou maken, dat ik su
biet zou doorloopen: ze zün verschrikkelijk-
duur, die handgemaakte tasschen. En daarom,
wilt u een werkelük mooie tasch hebben, maakt
u er dan zelf een. Hier hebt u er de beschrij
ving van.
Benoodigdhedeneen stuk leer, een stuk
peau de suède, 4 M leerband, knoop, een pot
speciale leerlün.
Gereedschappen: Holpüpje en hamer of spe
ciale leertang, rügnaald.
Eerst maakt u van papier het model, dat u
wenscht, op ware grootte. U kunt dan zien, of
het model bevalt en in de tweede plaats kunt
u in den leerhandel zien, hoe de gewenschte
hoeveelheid het voordeeligste uit de huid ge
sneden kan worden.
Er is natuurlük even veel peau de suède als
leer noodig. Het eerste dient voor de voe
ring, omdat het leer aan den binnenkant niet
zoo mooi is en bovendien is bet voor de ge
wenschte stevigte onmisbaar.
We beginnen nu met het uitgeslagen papie
renmodel op den goeden kant van het leer
te leggen en snüden (knippen wordt niet mooi)
het gewenschte model er uit. Evenzoo doen
we bü het suède. De teekenlng geeft een een
voudig, doch aardig model aan. Hooge tasch-
Jes zün in de mode, dus....
Het is de bedoeling, dat het suède en leer
op elkaar gelümd worden met d; leeriüm, maar
dat kan pas, wanneer we den knoop op t leer
Ier bewoners, ge-
lus een eventueelen
ies of knuppel op te
11. Rg5xf4 Ddl-d2 gaat niet wegens Pf6xe4.
In aanmerking kwam echter Rc4-b3, met het
oog op d6-d5.
11e5xf4
13. Ph4-f3 Rc8-g4
13. h2-h3. Dit is fout, omdat daardoor de ko-
ningsvleugel verzwakt wordt. Wit moest zich
met 13. Ddl-d2 verdedigen, om dan na Rg4xf3,
14. g2xf3 den koning in den hoek te spelen en
de g-lün te bezetten.
Jxroen.
slanke
het echter
kend. Zooals u tiet
is er een klein
schootje aan.
De rand van den
i» eenige
doorgestikt.
VIERPAARDEN-SPEL
In 1909 gespeeld tusschen Janowski met wil, I
en met dr. Em. Lasker met zwart.
De partü met verkorte analyse is
aan bet „Lehrbuch des Schachspiels’
ker.
Hiemevent Aet pa
troon Dan <en ae-
w» aPvPvw arwwvw vw
kleede blouse, die
echter voor klein
tjes niet geschikt
zal zijn door de
groote, strikvormige
jabot. Die maakt
dan te breed van
Voor lange,
figuren is
uitste-
Ge weet, veur veertien dagen gelejen
schreef ik *t oe al, hoe 1 eigenlük d’n
Blaauwe was, die *t balleke aan t rollen
brocht. Hoe ie den Fielp wüsmaakte, dat ie
weer best in staat was om ’nen briljanten spiets
■f te steken veur 7 geval ze hum welkom zou-
wen roepen, als ie na z’n herstel de eerste
Raadszitting zou büwonen.
Dn Blaauwe stookte ’m op, dat ie minstens
Maar de krantenmannen keken malkaar *ns
aan, verklaarden meteen, zonder woorden, den
Blaauwe veur krankzinnig en lustig gingen ae
weer „voetballen”.
Rops sprak verder! Van alles slepte-n-le er-
bü, tot de heersen vur Allerzieltjes toe!
D’n Fielp wierd er werendlg ’n bietje witter
van Keek naar ons en z’n oogen zeeën: „7 is
toch schoon, weer beter te zün.”
Als Rops klaar was, dan klopte d’n burge
meester weer mee den hamer en zee, naar zü-
nen agenda kükend: „müneheeren, punt een
van....”
Maar d’n Fielp stond al recht en sprak:
..Meneer d’n vv. weurzitter, oe-wethouwer en
mumme. Medelejen van den Raad! Diep boe
bennlk get.get.ik zeg trofver deur de
oewoor. Den tut tut tot me ’richt."
Rechter ging ie staan. „*k Ben weul zzlek
wiest. Zekes Zo’n ha-ha-hat ik zeg hattakseke
valt."
..Neeë,” see den burgemeester:
nogma.
„Nie mee,” zee den Fielp, „Mu-Ma-Muma.”
Weer docht d’n veurzitter dat den Fielp klaar
was en hü fezelde mee den secretaris over
den agenda,
.Maar aan ddoodgaan eb ik nie ge-ge-gedd.
Gedocht, zeg Ik.”
Bedenkelük keek de burgemeester naar den
Fielp. De lejen van den Raad begorsten zwaar
te rooken. 7 Heele zaaltje wierd ’n vlschkom.
waarboven uit d’n Fielp zünen bleeken kop
stak,
„Óe-oe wel oewas ik heven honger. Honge
rig!”
Het dagelüksch bestuur knikte.
„Hongerust seg ik. da *k mm*n «P Sputter.
Ik seg spraak nie verom zzou krijg- Oen. M-
mm-maar hook datte nis trechter. Ik zeg
trechtgekomen I
Hü keek rond. 7 Was doodstil. Dus d’n
Blaauwe begoot bescheten maar hardnekkig te
applaud iseeren.
„Stilte op de publieke tribune,” riep den
burgemeester.
„Zzoo ggaht. Gdauw zeg ikasmmün kennis
sen zee-jen Fliep, Flelep, ge sp-sputter-sprikt
oeweer ggoed as vanouds, toeter. Toen zeg Ik,
eb ik mme ver-verplicht ggevoeld de tutter
Zoo gebeurde het dan, dat Adboula na een
dag van ongewone Inspanning zich ter ruste
begeven had.
Het was den geheelen dag ondraaglük warm
geweest en de wolkgevaarten, die zich tegen den
avond boven het bosch opstapelden, en nu als
het ware een gigantisch zwart gordijn vormden
voorspelden weinig goeds. Ook de tastbare
duisternis werkte beklemmend. Krachtige
windstooten, vergezeld door knetterende blik
semflitsen en striemende regenvlagen, beuk
ten de woning. Af en toe induttend, schrok
Abdoula telkens wakker tot op eens. vlak in
zün nabüheid een gestommel zün oor trof. Hü
stond op van zün rustbank en bemerkte, dat
een hevige loomheid fen duizeling hem hadden
bevangen. Met de uiterste krachtsinspanning
wankelde hü naar den wand, zün kapmes in de
hand geklemd, wachtend op hetgeen gebeuren
Ring.
Flauw besefte hü wel. dat booswichten be
zig waren de woning te ondergraven en tracht
ten hem te bedwelmen, doch dat door het toe
dienen van een te geringe dosis ketjoeboeng
de toeleg mislukt was. Het graven en ruimen
van het gat vorderde goed en een huivering
beving Abdoula. Hü zag hoe de ioegegraaide
aarde werd weggehaald. Al spoedig zou de ope
ning groot genoeg zün om de onverlaten door
te laten. Het oogenbllk hiervoor was nog niet
aangebroken. Geslepen als zü zün en op eigen
veiligheid bedacht, namen zü eerst een list, te
baat, en duwden zü zeer behoedzaam een le-
vensgroote aangekleede pop tiaar binnen, om
bü mogelüke waakzaamhe|
waarschuwd te zün
houw of slag met
vangen.
Binnen bleef echt^s eilas doodstil, want Ab-
doula, ook niet van gisteren, kende deze true,
beheerschte zich en wachtte af.
Bulten gierde de storm, de aarde dreunde on
der het geweld der donderslagen. Allah was
hun gunstig gezind. De neerstroomende regen
vulde reeds het gat. Het was hoog tüd om voort-
te maken.
Met fatalistische onverschilligheid drong de
roover zich naar binnen, doch voor hü tüd
had zich op te richten, trof hem het kapmes.
Het werd later een gemengd bericht in de
bladen, doch de ingewüden wisten, dat dit
een van de weinige keeren is geweest, waarin
de büna onfeilbare ketjoeboeng zün uitwerking
had gemist.
bebbsn bevestigd en de voering voonien is van
zakjes.
Den leeren knoop maken we zelf. U kent as
toch, die holle, metalen knoopen, waar het leer
om heen wordt gelegd ee vast gehecht door er
den afzonderlüken onderkant, voorzien van me
talen punten in te drukken? Hiervoor moet
een dun stukje leer genomen worden.
Op de plaats, waar de knoop komt, worden
twee gaatjes óf met holpüpje óf met de tang
gemaakt, *n cM. van elkaar. Door oen knoop
en de gaatjes trekken we een smal reepje leer
(van het vel gesneden, dat is steviger dan bet
leerband) knoopen het aan den binnenkant
vast en plakken de eindjes op het leer.
Nu de voering. We stikken met de
machine aparte stukjes suède op de voering
eruit of ie sjuust „Zaterdagavond" gehouwen
had!
Daar kwam den Burgemeester binnen, mee
d’n secretaris, belajen mee pampieren, vlak
achter 'm aan. Dalük had den Burgemeester,
die soo ’ns heimelük rondspeurde of s'n edel
achtbare mannen present waren, efkens „niks
liet merken" van de drukte op de publieke tri
bune, tersluiks loenschte naar „de” pers,
dalük had ie den Fielp in de gaten en.dat
mot gezeed, 7 dee "ril plazier den bakker verom
te zien!
Vrlndelük, rap spoeide-n-ie z’n eigen naar
den Fielp, schudde ’m de hand en den Burge
meester, die maar klein van stuk Is, stond ge
woonweg In den Fielp z'nen schaduw.
,Kek ’m weer "ns vrlndelük doen....!" zee
den Jaan, den gepe^ionneerden veldwachter,
die mee den „ouwe” nooit op kost schieten.
Ochèrm, hoe lievekesl”
De „pers” keek om.
„Hou-d-oew bakkes, gehaktbal,” zee d’n
Blaauwe.
Dn Fielp keek op!
Jieeë, gü nie, Fielp, ditte hier," zee d’n Tiest,
die hier dalük heelegaar thuis was.
„Wü meugen, als publiek, hier niks zeg
gen,” waarschuwde Janus.
,JMn zeg ik toch,” den Tiest weer: „hou-d-
oewen kop, of ik set er ’n kachelhoutje in,
recht-overènd.”
Dn Fielp, die nog altü mee den Burgemees
ter stond te praten, beduidde ons, mee s'n hand
op s'n rug, dat we zwügen moesten) waarop
d’n Blaauwe zee, hardop: „Kek, kek d’n Fielp
daar staan te kwispelstèèrten!”
D’n burgemeester ging in den grootsten stoel
zitten, tusschen wethouwer en secretaris en
opende de vergadering mee ‘nen klop op de
tafel. En friemelend mee allebei s’n handen
-aan den medaille, van z’nen ambtsketting, riep
„ons geacht medelid, den heer Beeckera 7»
rmrtelük welkom toe, nu hü, met Gods zegen,
wapr gezond en wel ter vergadering aanwezig
was. Hü hoopte....” ena
Dn Fielp wilde opstaan. Maar Rops, die
naast *m zit, trok aan z’nen jas en Rops sprak:
.Meneer de veurzitter, aal ouwste lid, na den
heer Beeckers dan, sluit ik me geeren aan....”
enz.
De krantenmannen I
schreven één woord op en luisterden toen nie