Ons Koninklijk Huis stamt af van St. Elisabeth DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL u&Aaal van den dag ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- Wie doodde I Marco Graffi? I r 11 T ALS TZOO DOORGAAT. BEWIJZEN UIT TWEE GESLACHTSLIJSTEN I De wraak zuchtige Amar Wouter Nijhoff i Tusschen twee grenzen I [I Us ze a 1 to rs bU verlies van een band, een voet of mb oog fc. N. J— leefd. Wat if verlang, zyn twee voortanden van den ongelooviée, dié de schuld te, dat ik de myne kwy» ben. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Zijn zèventigate verjaardag ZATERDAG 21 NOVEMBER 1936 A 'V -ZA’ 4 ft van Marburg, haar =s St J een i’ met 4? 30 k reizen”, antwoordde weer hü (Wordt vervolgd.! 1 M Maar een aap, die lanes den Weg zat, had de banaan gezien en dacht: Dat la iets voor ml). De aap stoof er op af en nikte de banaan uit de hand. Maar nu gebeurde er Iets vreeseUJks. De luchtballon ging met aap en al de lucht In. 8- n r- B. tr ■t to F a- d- r- le in B maar zeker bij levenslange geheele verlies van belde armen. Een prachtig hoekje in. het park Schönbrunn Weenen intlquair doet 'ens onderne- Zou een en andeé te kort geresumeerd! voldoende zUn den (thans 70-jarlgen huldigend :m mag daarenboven nog len als verzamelaar en ult- il- te te m di ril et )n u 4 3e e- en et n. o* Neder- an nr.e- aar ge in 35 d- or in L» Drein en Plet renden den vil egenden aap achterna maar toe vallig zat er aan den kant van een meertje een visscher, die juist met een ruk zijn hengel ophaalde en.... ot het zoo moest zijn.... het hengelsnoer slingerde zich precies om de staart van den aap. Ben dag later kochten ze aan een karretje op 't strand een luchtballon en een banaan. „Weet je wat”, zei Plet, „we binden de banaan aan den luchtballon, dat Is veel gemakkeiyker dra gen.” Piet voegde de daad bü het woord en bond de banaan aan het touwtje van den ballon vast. SO EINFACH 1ST ES NICHT. Otto Michael Verlag Beuziger A Co. A.G., Einsiedeln, Köln. gedragen had. sleet strikt rechtvaardige gen land, van Bronswijk acht kinderen had, zijn de mees te vorstenhuizen en vele aanzienlijke geslach ten van'Europa aan de heilige Elisabeth ver want. O In de lijst van Pastoor Thus it Prinses Juliana het 22ste geslacht, stammend van St. Elisa beth. In de UJst van Pater Strüter'tezU het 24ste) zoo men rekent langs Kóningin Emma, en het 22ste zoo men rekent langs Willem III. Philips de Grootmoedige ging tot het Pro testantisme over. Hl) maakte in 1539 een eind aan de bedevaarten naar het graf van St. Eli sabeth, door wederrechtelijk zich te bemoeien met de Eiisabethskerk te Marburg, die aan de Dultsche orde hoorde, en door haar relieken met geweld weg te nemen. op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen den, gaf hl) aafa z’n dienaars bevel, hem niet meer tot zich toe te laten. „Heel goed,” zei de tandelooee man. >te gij weigert mij recht te doen wedervaren, dan ga ik naar den sultan.” Den volgenden dag begaf hij zich dan ook op weg naar Tetuan, waar de sultan Móuley Hafid op dit oogenbllk verblijf hield. Maar ook de sultan gaf hem den raad, de aanzienlijke schadevergoeding aan te nemen, en verder maar niet meer aan de zaak te den ken. Maar Amar, de oude Arabier, wae ook nu daartoe niet te bewegen. .Bij den baard van den Profeet,” riep hij, «at moet Ik met dat geld beginnen? Ik ben oud en heb van m’n jeugd af in armoede ge reste lijke leider, haar op- i voedsel te eten, dat op - ----- Jfflze verkregen was. Haar kinderen werden door anderen verzorgd en nadat zy weenend haar echtgenoot In den grafkelder van de TTiuringache landgraven In het klooster Reinhardsbrunn had bijgezet, was ■Ij vrij het ideaal van haar tijdgenoot 8t. Fran- clscus van Assisi zoo volledig mogelijk te be leven, onder leiding van den uiterst strengen Conrad van Marburg. Wjjzen wjj er nog op, dat onze Prinses in de rechte Ujn een wettige afstammelinge is van St Elisabeth van Thurlngen. In het jaarboekje van Alberdlngk ThUm van 1898, Kt Kronlngsjaar van onze Koningin, heeft de zeereerw. heer Thus,,die enkele jaren geleden als pastoor van Sassenhelm gestorven is, een geslachtslijst op gesteld, om deze afstamming te bewijzen, waar na Pater F. Str&ter S.j. in Studiën van het zelfde jaar nog twee andere wegen gewezen heeft om aan te toon en. dat Koningin en Prin ses de nakomelingen zijn van de heilige Elisa beth. Nemen wj) de geslachtslijst, die Pater Strüter geeft, dan blijkt, dat onze Prinses zoo wel door haar grootvader als door haar groot moeder yanet. Elisabeth af stamt. In de opgaande lijn kosnt men, beginnend bij. Willem III, bü Willem I, die gehuwd was met Frederica Louisa Wilhelmina, Prinses van Prui sen, die een dochter was van Frederik Willem II, konlng van Pruisen en Frederica Louisa, Prinses van Hessen’-Daripstadt. Deze wak een dochter van Lodewük IX, landgraaf van Hes sen-Darmstadt. Beginnend' bij Koningin Emma krijgen wjj de volgende opsomming als ouders van Koningin Emma: Georg Victor, Vorst van Waldeck-Pyr- mont en Helena Wilhelmina, hertogin van Nas sau. Deze was een dochter van Willem Georg, hertog van Nassau en Paulina Frederica Marla, Prinses van Württemberg, die een dochter was van Paul Caret, Prins van Württemberg en Charlotte Georgina, Hertogin van 8aksen-Al- tenburg. Deze was een dochter van Frederik. Prins van Saksen-Hlldburghausen en Charlotte Georgina, prinses van Mecklenburg-Strelitz, die een dochter was van Garel II. Lodewük Frede rik, hertog van Mecklenburg-Strelitz en Frede rica Carolina van Hessen-Darmstadt, dochter was van Georg Willem van Darmstadt. Deze Georg Willem en de reeds genoemde- LodewiJk IX waren broers, zoodat wü nu den stamboom van dit huls naar boven kunnen volgen, waar wij als eersten landgraaf van Hes sen-Darmstadt Georg I vinden, gehuwd met Magdalena van de Lippe. Pastoor Thus gaat in zijn bewijsvoering aldus omhoog. Langs de mannelijke Oranjes komt hij tot Jan Willem Friso, den stadhouder van Fries land en Groningen, die gehuwd was met Maria Louise van Hessen-Kassel. Deze was een doch- ter*van Karei van Hessen-Kassel, die als eer sten landgraaf van Hessen-Kassel boven zich heeft, Willem IV den Wijzen, die een broer was van Georg L den eersten landgraaf van Hessen- Darmstadt. De vertakkingen komen dus samen in den vader van deze twee. Philips I den Grootmoe- dlgen, na wiens dood in 1567 het aloude Hessen gesplitst werd Htfcsen-Kaasef WH Hesen- Darmstadt. Van Philips I naar boven gaande komt men tot Hendrik I, het kind, den zoon van Sophia, de dochter van St. Elisabeth. Sophia had In den Thurlngschen Successie-oorlog voor haar zoon Hendrik Hessen verworven. Zij is het tweede kind van Elisabeth en het eenlge, dat kinderen gehad heeft. Door Elisabeth's kleinzoon Hen drik, die in zijn eerste huwelijk met Adelheid Iwji HERMAN KRAMER lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Jongen. Het is hier een groot dorp, en ik heb den laatsten tijd zooveel te doen, dat ik er een assistent bij zal moeten nemen. En een mevrouw Graye is er natuurlijk ook nog niet, hè Adrian?” .Been", zei Oraye. „Ook niet in de naaste toekomst?” .Been, ook niet in de naaste toekomst." „Ik had me voorgesteld, dat je wel een van die Spaansch-Mexlcaansche Senorltas van daar ginds zou hebben meegebracht”, zei Herbert. „Of een of andere schoonheid uit Argentinië. Kerel, Je zult me heel wat van Je reizen moe ten vertellen. Maar nu Je terug bent, wat ga je doen?" „Waarschijnlijk Graye laconiek. „Heb Je dan definitief ons beroep opgege ven?” .Dat zou ik niet willen beweren. Ik studeer nogal wat. zie je. Maar je moet bedenken, dat ik nog''geen twee en dertig ben, en dat ik dus eerst nog wel wat meer van de wereld zou willen zien. Misschien begin ik wel te prak- tlseeren als ik veertig ben." „Ik had gedacht, dat je het misschien ge zellig sou gevonden hebbgn, om hier naar toe te komen, en hier met mi) samen te praktlsee- ren. Het is een mooie streek en er wonen een heeleboel aardige menschen hier. Vanmiddag komen er weer een paar notabelen bij. Daar om is hier alles versierd. Lady Wargrave komt naar huls een Jonge weduwe, met een zoon- ■Dan heb ik een boodschap voor u, mijn heer. Dr. Herbert te Juist in zijn auto weggere den, maar zal over een paar minuten hier weer terug zijn, om u te halen. Jlm, breng de bagage van dezen heer eens naar buiten. Als u langs dat bosch den weg oploopt, zult u den dokter wel tegenkomen. Hl) is naar die boer derij ginds. Adrian Gray#, die gedurende zijn zes Jaar rei den in alle deelen van de we'reld uitgegroeid was tot een bijzonder sterk en athlettech uit- Xend man, wierp even een blik den weg op, en keek toen nog eens naar al de versieringen die overal rond hem wapperden en waal den. „Verwacht u koninklijk bezoek?” Blimiachend. °e stationschef lachte t^rug. ,Been, dat niet Precies, mijnheer”, set hfj. .Maar toch zoo lets. Lady Wargrave en de Jonge baron komen thuis.” .•Zoo", zei Graye. ,JDie ken ik niet. De Jon- •e baron te zeker de heer van het kasteel? En •rxH avonds na een marktdag, keerde een I 1 Fransch koopman te Marakesj te paard naar de stad terug. By den ingang der stadspoort .«tiet hij op ten geweldige drukte van menschen. kameelen, dromedarissen en ezels. Ofschoon de Franschman zich stapvoets en zoo voorzichtig 'mogelyk door de woelige menigte voortbewoog, zoq kon hy toch niet verhinderen, dat een oude Arabier een trap van «’n paard kreeg, op d$n grond viel en met z’n gezicht op de. straatsteenen terecht kwam, waarbij hij Z’n laatste .twee Voortanden brak. In t eerst was hy zóó geschrokken, dat ht) geen woord kon uitbrengen, maar spoedig her stelde hy zich, sprong hoedend op, schold den koopman uit voor alles wat leeiyk te en ver volgde -hem met z’n scheldwoorden en ver- wenschingen tot aan z’n woning. Daarna ging hy naar den rechter om in naam der wet recht te ^vragen. - Hy eischte niets -«weer of minder, dan dat de Fransche koopman zich ook twee tanden zou laten breken. De rechter trachtte den woedenden man tot bedaren te bréngen, raadde hem aan de aanzieniyke schadevergoe ding aan te nemen, die de koopman hem aan geboden had eii verder het ongelukkig geval te vergeten. Maar de oude Arabier wilde daarvan niets hooren. De rechter zond hem naar huis, met de be lofte, dat hem recht zou geschieden, in de hoop, dat, na eenige dagen, de woede van den klager welbekoeld zou zyn en MJf .van z’n eisch zou afzien. Een dag of drie daarna kwam de man, nog even woedend en opgewonden, terug en her haalde ook nu weer z’n etech. „Denk er wel aan." riep hy den rechter toe. „dat u beloofd hebt, my recht te doen gw- scftleden!" Zoo maakte hy het dagen achtereen den 'rechter lastig, die, ten einde raad, den. koop man by sich liet komen, hem een uiteenzetting- gaf van den stand van zaken en wees op het wettelyk recht van den klaget. Tenslotte ver zocht hif hem een eind aan de zaak te maken en zich twee voortanden te laten uittrekken. De koopman echter weigerde beslist. Hy wil de nóch z’n voortanden, nóch z’n snytanden, noch welken tand ook, missen. Weer moest dus de rechter den ouden Ara bier onverrichter zake naar hute laten gaan. En om niet meer door hem lastig gevallen te wor- y—p den 17den November 1231 ging naar ge- lukkiger oorden over «te jonge vrouw, wier V-ë liefdevol leven en troostend lyden ons op den 19den van dezelfde ma«md door de Kerk in herinnering wordt gebracht. Slechts 24 j«uu- oud was zy, toen zy stierf. fit. Elisabeth van Hongarye werd geboren in 1207 te Presburg. Erzebet of Erzi, zooate de Hojigaren haar noemen, was het eerste kind van konlng Andreas n van Hongarije, die re geerde van 1206 tot 1235 en van koningin Ger- trudte, uit *t gedacht der graven van Andesch of Meraniè, die in 1213 door Hongaarsche edelen werd vermoprd, omdat zy een Dultsche was. Een en Mj’.van kwam de kruier zeggen. „Hy te net den draai omgekomen." Graye liep het station uit, om zyn ouden vriend, dien hy al in verscheidene jaren niet meer gezien had, te begroeten. Hü moest zyn opgewondenheid met geweld onderdrukken. Behalve zyn moeder en zyn zusters had hy sinds zyn terugkomst in Enge land nog geen van zyn vrienden en kennissen gezien. En een beetje sentimenteel stond hy naar Herbert te staren, die in zyn auto naar het station’kwam gereden. Herbert sprong lachend uit zyn auto en druk te hem stevig de handen. Als echte Engetechen zeiden zy weinig in de tegenwoordigheid van den stationschef, en pas toen ze een eindje den weg op waren gereden, keken ze elkaar eens goed aan. En toen moesten ze alle twee lachen. „Op myn woord, kerel”, riep Herbert uit. ,Jk weet niet of ik Je wel herkend zou heb ben I Wat ben jy dikker en grooter geworden! En die baard! Je ziet er uit, als een echte Vi king!” „En jy. als een echte respectabele plattelands- dokter", lachte Graye. .Lieve hemel, wat sul len wy elkaar een boel te vertellen hebben. Zeg, tusschen twee haakjes, je hebt me in je brief nog niet eens verteld, of er in dien tusschen- tyd een mevrouw Herbert te bygekomen. Of rijden we op een jonggezellenhuls af?” „Er te nog geen mevrouw Herbert en *t ziet er ook niet naar uit, dat er gauw een zal ko men". antwoordde de jonge dokter. ,Jk heb al myn tyd noodig voor myn praktijk, -beete is dat?,waarin leder landgenoot van eenlge vermaardheid zoo gaarne zijn naam vindt. Zou een en andetj - voldoende zyn denltt te gedenken, van nei lovend getuigd worker nemend publicist. Onlangs nog werd volledig de uitgave der .Becterlandsche -Houtsneden, 1500—1550”. een unieke verzameling van reproducties in de oor- spronkeiyke grootte die Wouter Nljhoff samen stelde tot een monument van wat tot Neder lands trots diende te behoorên. Reeds eerder verschenen de beide banden van het standaarwerk ^L’Art typographlque dans les Pays-Bas, pendant les années 1500 A 4£t0." Dit te een wondere verzameling van precies 2106 afbeeldingen van letters, drukkersmerken, houtsneden en houtgravures, ornamenten, enz., die «oordien verspreid en meest ontoegankeiyk voor de belanghebbenden w«u^n. Mannen van dit voornaam en voortreffeUjk soort worden schaarsch in een tyd, die weinig meer gelegen laat liggen aan den adel van een edel vak of beroep. Het Is daarom, dat wy deze ultzondeflUke fl-' guur met dén zoo markanten kop op dezen dag even wilden belichten en er van harte den wensch aan toevoegen, dat hy nog lange jaren voor zyn machtig huls en waardevol werk moge behouden biyven. De Nederlandsche boekhandel sou zyn per soon als sierende kroon noode kunnen missen. „VM moet ik met dat geld beginnen? De beerscher over de geloovi- gen „kan geen gerechtigheid weigeren aan een trouw onderdaan en dienaar van den Profeet, zoocUs ik.” r t Maar sultan Mouley Hafid was een wijs man. Hy begreep, dat hy hier recht moest r.preken. HU dacht even na. en foen bad hy het gevonden. Hy liet den wraakzuchtlgen Amar nogmaals by zich ontbieden en sprak: ..Hdt geschiedde zooals gy gezegd hebt. Aan gezien de koopman u per ongeluk, te paard zit tend. omver heeft geloope^, zoo zal hü. Juist op dezelfde wyze door u. op een paard gezeten, oinvergelocpen mogen worden en met juist de zelfde 'kracht, dat ook zyn twee voortanden breken. Als hy echter ook maar een schram metje meer krijgt of welk ander lichaamsdeel ook breekt, dan zal ik u, omdat ik dan'aan neem dat gé het opaettelük gedaan hebt, door den beulin t openbaar laten geeselen, als straf voor hetgeen ge ten onrechte aan den Fransch man ffisbt misdaan.” Toen Amar dit wyze vonnis boorde, verbleek te hy. viel op z’n knieën en smeekte den sultan om vergeving. Deze werd hem goedgunstig ver leend. HU ging naay hute en werd door iedereen uitgelachen, omdat de heeracher der geloovi- gen.hem wegens zyn wraakzucht zoo op z’n nummer gezet bad. tje, die baron en bezittel v»n een moot land goed te.” „Dat vertelde me de stationschef’zei Oraye. „En wie te, of was Lady Wargrave? Van haar echtgenoot heb ik wel eens gehoord. Hy was die ontdekkingsreiziger, ^nlet?" ,Biemand weet, waar ze vandaan komt; t, te een of andere schoonheid, die Sir Robert op een van zyn reizen ontmoet heeft. Daar heb je den hoofdingang van kasteel Ashendyke", vervolgde hy. Graye attent makend op een mooie oude inrUpoort, waarachter een lln- denlaan leidde naar iets van roode steen in de verte. „En daar kun je nog even hét hute zien, een prachtig oud gebouw. En hier om den hoek te de groote markt, en dat halfbetlm- merde huls daarginds is het verbiyf van je on- derdanlgen dienaar." Graye keek met belangstelling rond. Hü zag een klein dorpspleintje, un de vier zyden om geven door de gebouwen, die het symbool zyn van een paar eeuwen Engelsch landleven. Aan den eenen kant stonden, in de schaduw van een ry oude populieren, de kerk, de school en het domlneehute. Aam den anderen kant gaf. aan beide zyden geflankeerd door een hooge heg. nog een tweede poort toegang tot het kas teel. Langs de belde overbiyvende karn ton van het pleintje stonden twee rijen van halfbetlmmerde huisjes, die meest met klimop begroeid waren, en waartusschen een vreemd oud herbergje stond: Het Wapen van Aahen- dyke. En midden op het pleintje verhief zich hy te zeker p&s meerderjarig geworden, of zoo iets?” De stationschef moest lachen. ,De jonge baron te pas drie Jaar oud myn heer" antwoordde hy. „Maar ’t te de eerste keer dat hy hier komt, en zyn moeder te ook nog nooit hier geweest. Ziet u, de vroegere Sir Robert was een bekend reiziger. U hebt mis schien wel eens van hem gehoord. Hy te vyf jaar geleden voor het laatst'hier geweest. HU te toen weer weggegaan, en we hebben later gehoord, dat hy met een bultenlandsche da me getrouwd te. En toen ze nog niet heel lang getrouwd waren, te hy gestorven en zy heeft sindsdien met den kleinen Jongen in het bui tenland gewoond. Maar nu komen ze vandaag thuis, en nu te het natuuriyk zoo’n beetje feest, want iedereen wil den jongen baron en zyn moeder zien.” .Batuuriyk" stemde Graye in. „En waar wo nen zy?” De stationschef wees naar den kerktoren, die hoog boven de populieren uitstak en waar op een roodwitte vlag wapperde. „Het kasteel Ashendyke ligt achter de kerk münheer”, zei hy. ,,’t Is een mooi oud huls. Net een museum, met al die oude meubels en schilderyen. Als u een tydje bü Dr. Herbert biyft logeeren. dan moet u eens van de gelegenheid gebruik maken en er eens gaan kyken." „Dat zal ik zeker eens doen”, beloofde Graye. „Daar komt Dr. Herbert al aan, mynheer” ongeschiktrfeid tot werken door p 7^0 e*n ongeval met p O Ewft a, belde beenen of beide oogen doodelljken afloop Dezer dagen vierde een merkwaardig lander een verjaardag, die hem meelij nlg ander recht geeft hier in ’tropen! huldlgd te worden. - Deze Hagenaar te zooal niet de oprichter dan toch de ziel en de'bestierder, de maker van het machtige hute Martlnus Nyhoff. In het oude 'Den Haag kent ieder Hollander de deftige promenade, het Lange Voorhout, met de meest oude gebouwen, waarlangs mén wan; delt tot vóór het paleis van wyien Koningin Emma. Op no. 9 is een moderne maar smaakvolle gevel met de noodiftend openstaande deuren tusschen rechts en links de breede ramen, waarachter slechts de water een drukke boe- kendoening vermag te vermoeden. Ter rechter hand van de breede marmeren vestibule te de „nieuwe” boekhandel, ter linkerhand de toon- kamer -f- hoe styivol en-anet welke schatten voorzien! van het antiquariMt. Dit zyn de domeinen, die de bezoeker betreden mag. En welk speurder naar nieuwe of oude uitgaven zou hier niet liefst dageiyks zyn speurtocht houden naar altüd weer iets wetenswaardlgs of begeerlUks? Maar men wete tevens, dat achter èn boven èn onder dit publiek terrein een groot bedrijf werkt, dat, als zeer weinig andere een wereld vermaardheid geniet. Er is geen boekhandel en géén liefhebber van boeken In de vyf wereld- deelen denkbaar, wien de naam Nyhoff onbe kend zou zyn. Deze uitgever zaken niet alleen maar kan er men, die geen ander vermag, omdat zyn miam niet enkel bekend maar bovendien een waar borg is. t De aaggt,vM »yn utj^ven wwdt hiermede tevens bepaald? het zyn meest Fetenschappe- lyke of publicaties van wereld-instellingen- als het Hof van Internationale Justitie, organen van dèh Volkenbond anderszins!®® Maar daarnaast zün bekende Nederlandsche uitgaven te noemen, onder vele andere bU- voorbeeld het voortreffeiyke tydschrlft Het Boek, de monumentale uitgaven van de Lin- schoten-vereenlglng en het overbekende Wie een reusachtige eik, waar een ronde bank om heen was gemaakt. En op die bank zaten op dat oogenbllk verscheidene oudjes de gebeurte nis van den <Jag te bepraten. Uit leder hute staken vlaggen. Aan den Ingang van het kas teel stond nog een eerepoort opgesteld; de kin deren liepen rond in hun beste ptücjes; er lag een glans van feestelykheld* over het geheel. Maar daar werd Oraye niet het meest door geboeid. Hem Interesseerde meer het eeuwen oude aanzien van het dorpje. ,Je voelt Je opgefrischt, als je weer eens zoo iets echt Engelsch tiet" zei hy, terwyi ze voor Herbert’s deur stil hielden. „Dit te nog eens een echt ouderwetach dorpje! Ik heb veel zin, om dat aanbod van Je aan te nemen. Jack, al te het alleen maar om in zoo’n mooi oud hute te kunnen wonen, als dit is!" t .Het te groot genoeg voor twee, of drie* zei Herbert, terwyi hy Oraye binnennoodlgde. „Ik loop er in verloren. Myn voorganger had vyf zoons en zes dochters. Een pracht-familie was het. En ik heb geen familie, alleen een paar foxterriers en een kat Kom binnen, kerel, en wees welkom.” Hevig ben ’k onlangs geschrokken, Ja. ik was finaal ontdaan Voor 'n bericht, dat kort geledeeu In de bladen heeft gestaan: In ons land, dat om ztfn vrede En tijn rust geprezen wordt. Komt thans langzggm-aan, Et» gevangenis-tekortl Sedert vier jaar is er stijging Van de criminaliteit, a Die je heusch toch wel doet AhrUcken, Alle grenzeh overschrijdt: Sedert twee en dertig is er Maakte dat bericht bekend Reeds een stijging van maar even Vier en zeventig procent! Alkmaars bajes, eerst gesloten, Neemt de gasten thans weer aan; Steeds nog stijging wat gebeurt er Als dat zoo maar dóór blijft gaan! Waar moet ’t heen met alle boeven Als die stroom nog immer wast? Wat een rare consequenties Zitten aan zoo’n stijging vast: Als *t zoo dóórgaat, waarde lezers, Wacht ons land den vrees’lljk lot, Want dan zit in 't jaar 2000 Héél ons Neerlandachter slot! usschen twee grenzen, daar waar het zorgekxxe klnd-zün ophoudt en waar het verantwoordeiykheidsbesef van den jon- mensch begint, ligt het niemands- waar de Jonge mensen in een eenzaam, gevecht zich de baste moet ver overen, waarop hy zyn volwassen-worden moet opbouwen. Het ziet er heelemaal niet zoo tragisch uit, en. waar het in het algemeen nogal goed afloopt, te men eer geneigd deze korte levenseplsode als een comedie te be schouwen. doch het conflict te er. Het is voor een man gemakkeiyk. als een man te denken tenminste, mannen geven het voor maar het kan voor een kind drommels moetiyk zyn, om die methode te veroveren. Michael heeft nu In het jongensboek ge tracht een beeld te geven van <fit proces, waar door de Jonge mensch er ulteindeiyk toe komt, om te gaan aanbidden wat hU verbrand,®en te verbranden wat hü aanbeden heeft. HU laat den held van zün verliaal Bunch, Einfach .Burvch" den doorsnee-kwajongen. een kln- derlljk-dommen streek uithalen. Die enkele breidt zich in zün gevolgen uit als een vet vlek, en toevallig raakt ..Bunch” op de hoogte van die gevolgen. Dit toeval te de eenige zwakke plek in het verhaal, dat dan verder consequent en onverbiddeiyk uitgesponnen wordt: lp Bunch ontwaakt het verantwoorde- lykheldsgevoel. en hy begint alle gevolgen van zün daad na te gaan, met de bedoeling om het aangerichte kwaad te bentellen. En daarby komt hü tot de ontdekking, dat een daad gauw genoeg gesteld te, maar dat het spreken van het verlossende woord niet zoo gemakkeiyk te. De „papieren wereld", waartegen Bursch ver zet pleegde, wreekt zich in de wérkelüke we reld. en Bursch moet een lydensweg gaan, om dat hü het kwaad weer hersteld heeft. En daarmee verovert hü zich de nieuwe gedach tenwereld, die hy noodig heeft. t Uitstekend ia dit verhaal verteld. Bursch te in zyn daden en gedachten inderdaad Bureel' en niet bet gébruikeiyke denk-cllché van der papieren paedagoog. De roemruchte „overgangstüd” van zonder dat het probleem van „hy en sü” er de on overkomelijke centrale plaats Inneemt slechts een vage aanduiding geeft aan, dat Michael deze kwestie niet over het hoofd sar en dit in den daden- en gedachtengang van den echten Jongen, die zün leeraren trot seert en zün ouders voorzichtig tart, terwyi hU hen eigeniyk hoogacht en liefheeft. Dit jongensboek werd een roman, die uitne mende lectuur verschaft aan oudere jongene en aan volwassenen, die voor dezen overgangs- tüd een belangstellend oog en een warmvoe lend hart beadtten. zuster van deze Gertrodte was st. Hedwig de echtgenoote van Hendrik I met den baard, her tog van Silezlë. .Behalve deze tante te er in EU- sabeth’s familie nog qen andere vi jumeliike heilige in de middeleeuwen: st. Isa^whvan Portugal, de echtgenoot# van den tjm^èken Portugeescben konlng Diniz. Deze eik'tCT. achternicht van &t. Elisabeth van Homrarife stierf in 1336. •a“W=. In 1211 zond Herman I, de landgraaf van Thurlngen, een gezantschap naar konlng An dreas om voor zyn oudsten zoon Herman ae kleine Elisabeth als toekomstige bruid te vra gen. Dit aankoek werd gedaan met politieke bedoelingen, daar het huwelük de draad moest rijn, welke het net van verbonden en afspraken rond Otto IV, den Welf, die met de Kerk ge twist had, steeds strakker zou aanhalen. Kort hierop reeds kwam het Hongaarsche meisje naar het Thurlngsche hof om er samen met Berman en de andere kinderen van den land- graaf te worden opgevoed. b Het hof op den Wartburg, die by Eisenach boog en statig gelegen te op een heuvel in het Ihuringer Woud, was in die dagen beroemd door de gulheid waarmee de landgraaf mlnl- ^^Mteegls en troubadours ontving en beschermde. oStenks alle luchtigheid van leven, die zy met hun luiten en liedjes den burcht binnenbrach ten (groeide de kleine EUskbeth op tot een goea en godsdienstig metejie met een sterke neigiM tot gebed en versterving. Op den laatsten dag van 1216 stierf Herman baar toekomstige echtgenoot, zy ging echter niet naar Hongarije terug, maar werd nu ver loofd met Lodewük, den tweeden zoon van den landgraaf. Wat sommigen vaar het hóf nog hadden ge meend met een schouderophalen te kunnen ver- waarloozen van een kind, dat zich verstervingen oplegt, wilden zy niet meer dulden van het op- groyiend meisje, dat eens hun meesteres zou rijn. Lodewük kwam echter voor zyn bruid op en beschermde haar tegen de hatelükheden van J Her‘, dle é*n ongekunstelde vroomheid een hekel hadden. De landgraaf zelf geraakte door zyn politieke verwikkelingen in conflict met de Kerk, waardoor hü een excommunicatie beliep welke door een openiyke verzoening nooit te opgeheven. Toen in 1217 de oude landgraaf, die tegen het eind van zyn leven bovendien nog zün verstand verloren had, het tydeiyke met bet eeuwige verwisselde, moest Lodewyk hem onoer deze treurige omstandigheden opvolgen. ta 1221 vereenlgden Lodewük en Elisabeth zich in het huweiyk, hoewel de bruid pas 14 en >de bnridegom-eiechts jaar oud was. DitShü-' hsriÜkTs in alle opzichten uiterst gelukkig ge weest, een wwcbeeld van onderlinge liefde e» aanhankeiykheid voor alle tüden. Lodewük nam zün Jonge vrouw in bescherming tegen de klein zielige geniepigheden, die tegen haar liefdewer ken en verstervingen werden uitgedacht en toonde zich zyn vrome vrouw geheel en al waardig. Menigmaal, zoo vertellen de kronieken met ingenomenheid, hield hü Elisabeth’s han den in de züne, als zy haar nachtwake hield en biddend voor zyn bed geknield lag. lodewük was daarby een bekwaam regeerder «dapper soldaat, die zün keizer diende allt krachten, die in hem waren. Hoe hoog aeze jonge edelman om zyn rechtschapenheid geacht j werd, moge biyken uit de vereerlng. die hem in Duitschland gegeven te. Ook hem immers heeft men den eeretltel van heilige gegeven. Uit dit huweiyk zyn drie kinderen geboren: m 1222 Herman II, die reeds op Jeugdigen leef- tüd. 19 Jaar oud, stierf; in 1224 Sophia die Hendrik II. den hertog van Braband huwde, en in 1227, eenige weken na den dood van haar T*4er, Gertrodte, die later abdis zou worden van het klooster Aldenburg by Wetzlar. Toen, in het voorjaar van 1226, Lodewük dén rijksdag van Cremona bywoonde, teisterden wa tersnood, hongersnood en peet het land van Thurlngen. Landgravinne Elisabeth trad in deze benarde tüden, terwyi haar echtgenoot ver weg en niet te bereiken was, resoluut op en hielp waar zy kon. 900 armen spyzlgde zy dageiyks en zelf verzorgde zy de zieken BU zyn terugkomst keurde Lodewük al haar liefdewer ken, hoe kostbaar ook, zonder meer goed. Haar hulpvaardigheid in dit rampjaar heeft Elisa beth voor immer patrones gemaakt van allen.' «He behoeftigen helpen. In 1227 ging Lodewyk met Frederik n op kruistocht naar het H. Laqd, maar stierf den elfden September te Otranto aan de pest. In October bereikte dea» Jobstyding Elisabeth, zy was 20 Jaar oud en moeder van drie kinderen. Wy zullen niet uitweiden over de heldhaftig- 15^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 7