Ons Koninklijk Huis stamt af
van St. Elisabeth
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
u&Aaal van den dag
ALLE ABONNÉ’S
F 750.-
F 750.-
Wie doodde I
Marco Graffi?
I
r
11
T
ALS TZOO DOORGAAT.
BEWIJZEN UIT TWEE
GESLACHTSLIJSTEN
I
De wraak
zuchtige Amar
Wouter Nijhoff
i
Tusschen twee grenzen
I
[I
Us
ze
a
1
to
rs
bU verlies van een band,
een voet of mb oog
fc. N.
J—
leefd. Wat if verlang, zyn twee voortanden van
den ongelooviée, dié de schuld te, dat ik de
myne kwy» ben.
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Zijn zèventigate verjaardag
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1936
A
'V -ZA’
4
ft
van Marburg, haar
=s
St
J
een
i’
met
4?
30
k
reizen”,
antwoordde
weer
hü
(Wordt vervolgd.!
1
M
Maar een aap, die lanes den Weg zat, had de banaan gezien
en dacht: Dat la iets voor ml). De aap stoof er op af en nikte
de banaan uit de hand. Maar nu gebeurde er Iets vreeseUJks.
De luchtballon ging met aap en al de lucht In.
8-
n
r-
B.
tr
■t
to
F
a-
d-
r-
le
in
B
maar
zeker
bij levenslange geheele
verlies van belde armen.
Een prachtig hoekje in.
het park Schönbrunn
Weenen
intlquair doet
'ens onderne-
Zou een en andeé te kort geresumeerd!
voldoende zUn den (thans 70-jarlgen huldigend
:m mag daarenboven nog
len als verzamelaar en ult-
il-
te
te
m
di
ril
et
)n
u
4
3e
e-
en
et
n.
o*
Neder-
an nr.e-
aar ge
in
35
d-
or
in
L»
Drein en Plet renden den vil egenden aap achterna maar toe
vallig zat er aan den kant van een meertje een visscher, die
juist met een ruk zijn hengel ophaalde en.... ot het zoo
moest zijn.... het hengelsnoer slingerde zich precies om de
staart van den aap.
Ben dag later kochten ze aan een karretje op 't strand een
luchtballon en een banaan. „Weet je wat”, zei Plet, „we binden
de banaan aan den luchtballon, dat Is veel gemakkeiyker dra
gen.” Piet voegde de daad bü het woord en bond de banaan
aan het touwtje van den ballon vast.
SO EINFACH 1ST ES NICHT. Otto
Michael Verlag Beuziger A Co.
A.G., Einsiedeln, Köln.
gedragen had. sleet
strikt rechtvaardige
gen
land,
van Bronswijk acht kinderen had, zijn de mees
te vorstenhuizen en vele aanzienlijke geslach
ten van'Europa aan de heilige Elisabeth ver
want.
O
In de lijst van Pastoor Thus it Prinses Juliana
het 22ste geslacht, stammend van St. Elisa
beth.
In de UJst van Pater Strüter'tezU het 24ste)
zoo men rekent langs Kóningin Emma, en het
22ste zoo men rekent langs Willem III.
Philips de Grootmoedige ging tot het Pro
testantisme over. Hl) maakte in 1539 een eind
aan de bedevaarten naar het graf van St. Eli
sabeth, door wederrechtelijk zich te bemoeien
met de Eiisabethskerk te Marburg, die aan de
Dultsche orde hoorde, en door haar relieken
met geweld weg te nemen.
op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen
den, gaf hl) aafa z’n dienaars bevel, hem niet
meer tot zich toe te laten.
„Heel goed,” zei de tandelooee man. >te gij
weigert mij recht te doen wedervaren, dan ga
ik naar den sultan.”
Den volgenden dag begaf hij zich dan ook
op weg naar Tetuan, waar de sultan Móuley
Hafid op dit oogenbllk verblijf hield.
Maar ook de sultan gaf hem den raad, de
aanzienlijke schadevergoeding aan te nemen,
en verder maar niet meer aan de zaak te den
ken. Maar Amar, de oude Arabier, wae ook nu
daartoe niet te bewegen.
.Bij den baard van den Profeet,” riep hij,
«at moet Ik met dat geld beginnen? Ik ben
oud en heb van m’n jeugd af in armoede ge
reste lijke leider, haar op-
i voedsel te eten, dat op
- ----- Jfflze verkregen was. Haar
kinderen werden door anderen verzorgd en
nadat zy weenend haar echtgenoot In den
grafkelder van de TTiuringache landgraven In
het klooster Reinhardsbrunn had bijgezet, was
■Ij vrij het ideaal van haar tijdgenoot 8t. Fran-
clscus van Assisi zoo volledig mogelijk te be
leven, onder leiding van den uiterst strengen
Conrad van Marburg.
Wjjzen wjj er nog op, dat onze Prinses in de
rechte Ujn een wettige afstammelinge is van St
Elisabeth van Thurlngen. In het jaarboekje van
Alberdlngk ThUm van 1898, Kt Kronlngsjaar
van onze Koningin, heeft de zeereerw. heer
Thus,,die enkele jaren geleden als pastoor van
Sassenhelm gestorven is, een geslachtslijst op
gesteld, om deze afstamming te bewijzen, waar
na Pater F. Str&ter S.j. in Studiën van het
zelfde jaar nog twee andere wegen gewezen
heeft om aan te toon en. dat Koningin en Prin
ses de nakomelingen zijn van de heilige Elisa
beth. Nemen wj) de geslachtslijst, die Pater
Strüter geeft, dan blijkt, dat onze Prinses zoo
wel door haar grootvader als door haar groot
moeder yanet. Elisabeth af stamt.
In de opgaande lijn kosnt men, beginnend bij.
Willem III, bü Willem I, die gehuwd was met
Frederica Louisa Wilhelmina, Prinses van Prui
sen, die een dochter was van Frederik Willem
II, konlng van Pruisen en Frederica Louisa,
Prinses van Hessen’-Daripstadt. Deze wak een
dochter van Lodewük IX, landgraaf van Hes
sen-Darmstadt.
Beginnend' bij Koningin Emma krijgen wjj de
volgende opsomming als ouders van Koningin
Emma: Georg Victor, Vorst van Waldeck-Pyr-
mont en Helena Wilhelmina, hertogin van Nas
sau. Deze was een dochter van Willem Georg,
hertog van Nassau en Paulina Frederica Marla,
Prinses van Württemberg, die een dochter was
van Paul Caret, Prins van Württemberg en
Charlotte Georgina, Hertogin van 8aksen-Al-
tenburg. Deze was een dochter van Frederik.
Prins van Saksen-Hlldburghausen en Charlotte
Georgina, prinses van Mecklenburg-Strelitz, die
een dochter was van Garel II. Lodewük Frede
rik, hertog van Mecklenburg-Strelitz en Frede
rica Carolina van Hessen-Darmstadt,
dochter was van Georg Willem van
Darmstadt.
Deze Georg Willem en de reeds genoemde-
LodewiJk IX waren broers, zoodat wü nu den
stamboom van dit huls naar boven kunnen
volgen, waar wij als eersten landgraaf van Hes
sen-Darmstadt Georg I vinden, gehuwd met
Magdalena van de Lippe.
Pastoor Thus gaat in zijn bewijsvoering aldus
omhoog. Langs de mannelijke Oranjes komt hij
tot Jan Willem Friso, den stadhouder van Fries
land en Groningen, die gehuwd was met Maria
Louise van Hessen-Kassel. Deze was een doch-
ter*van Karei van Hessen-Kassel, die als eer
sten landgraaf van Hessen-Kassel boven zich
heeft, Willem IV den Wijzen, die een broer was
van Georg L den eersten landgraaf van Hessen-
Darmstadt.
De vertakkingen komen dus samen in den
vader van deze twee. Philips I den Grootmoe-
dlgen, na wiens dood in 1567 het aloude Hessen
gesplitst werd Htfcsen-Kaasef WH Hesen-
Darmstadt.
Van Philips I naar boven gaande komt men
tot Hendrik I, het kind, den zoon van Sophia,
de dochter van St. Elisabeth. Sophia had In den
Thurlngschen Successie-oorlog voor haar zoon
Hendrik Hessen verworven. Zij is het tweede
kind van Elisabeth en het eenlge, dat kinderen
gehad heeft. Door Elisabeth's kleinzoon Hen
drik, die in zijn eerste huwelijk met Adelheid
Iwji
HERMAN KRAMER
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Jongen. Het is hier een groot dorp, en ik heb
den laatsten tijd zooveel te doen, dat ik er
een assistent bij zal moeten nemen. En een
mevrouw Graye is er natuurlijk ook nog niet,
hè Adrian?”
.Been", zei Oraye.
„Ook niet in de naaste toekomst?”
.Been, ook niet in de naaste toekomst."
„Ik had me voorgesteld, dat je wel een van
die Spaansch-Mexlcaansche Senorltas van daar
ginds zou hebben meegebracht”, zei Herbert.
„Of een of andere schoonheid uit Argentinië.
Kerel, Je zult me heel wat van Je reizen moe
ten vertellen. Maar nu Je terug bent, wat ga
je doen?"
„Waarschijnlijk
Graye laconiek.
„Heb Je dan definitief ons beroep opgege
ven?”
.Dat zou ik niet willen beweren. Ik studeer
nogal wat. zie je. Maar je moet bedenken,
dat ik nog''geen twee en dertig ben, en dat ik
dus eerst nog wel wat meer van de wereld
zou willen zien. Misschien begin ik wel te prak-
tlseeren als ik veertig ben."
„Ik had gedacht, dat je het misschien ge
zellig sou gevonden hebbgn, om hier naar toe
te komen, en hier met mi) samen te praktlsee-
ren. Het is een mooie streek en er wonen een
heeleboel aardige menschen hier. Vanmiddag
komen er weer een paar notabelen bij. Daar
om is hier alles versierd. Lady Wargrave komt
naar huls een Jonge weduwe, met een zoon-
■Dan heb ik een boodschap voor u, mijn
heer. Dr. Herbert te Juist in zijn auto weggere
den, maar zal over een paar minuten hier
weer terug zijn, om u te halen. Jlm, breng de
bagage van dezen heer eens naar buiten. Als u
langs dat bosch den weg oploopt, zult u den
dokter wel tegenkomen. Hl) is naar die boer
derij ginds.
Adrian Gray#, die gedurende zijn zes Jaar rei
den in alle deelen van de we'reld uitgegroeid
was tot een bijzonder sterk en athlettech uit-
Xend man, wierp even een blik den weg op,
en keek toen nog eens naar al de versieringen
die overal rond hem wapperden en waal
den.
„Verwacht u koninklijk bezoek?”
Blimiachend.
°e stationschef lachte t^rug. ,Been, dat niet
Precies, mijnheer”, set hfj. .Maar toch zoo
lets. Lady Wargrave en de Jonge baron komen
thuis.”
.•Zoo", zei Graye. ,JDie ken ik niet. De Jon-
•e baron te zeker de heer van het kasteel? En
•rxH avonds na een marktdag, keerde een
I 1 Fransch koopman te Marakesj te paard
naar de stad terug. By den ingang der
stadspoort .«tiet hij op ten geweldige drukte van
menschen. kameelen, dromedarissen en ezels.
Ofschoon de Franschman zich stapvoets en zoo
voorzichtig 'mogelyk door de woelige menigte
voortbewoog, zoq kon hy toch niet verhinderen,
dat een oude Arabier een trap van «’n paard
kreeg, op d$n grond viel en met z’n gezicht op
de. straatsteenen terecht kwam, waarbij hij Z’n
laatste .twee Voortanden brak.
In t eerst was hy zóó geschrokken, dat ht)
geen woord kon uitbrengen, maar spoedig her
stelde hy zich, sprong hoedend op, schold den
koopman uit voor alles wat leeiyk te en ver
volgde -hem met z’n scheldwoorden en ver-
wenschingen tot aan z’n woning. Daarna ging
hy naar den rechter om in naam der wet recht
te ^vragen. - Hy eischte niets -«weer of minder,
dan dat de Fransche koopman zich ook twee
tanden zou laten breken. De rechter trachtte
den woedenden man tot bedaren te bréngen,
raadde hem aan de aanzieniyke schadevergoe
ding aan te nemen, die de koopman hem aan
geboden had eii verder het ongelukkig geval te
vergeten. Maar de oude Arabier wilde daarvan
niets hooren.
De rechter zond hem naar huis, met de be
lofte, dat hem recht zou geschieden, in de
hoop, dat, na eenige dagen, de woede van den
klager welbekoeld zou zyn en MJf .van z’n
eisch zou afzien.
Een dag of drie daarna kwam de man, nog
even woedend en opgewonden, terug en her
haalde ook nu weer z’n etech.
„Denk er wel aan." riep hy den rechter toe.
„dat u beloofd hebt, my recht te doen gw-
scftleden!"
Zoo maakte hy het dagen achtereen den
'rechter lastig, die, ten einde raad, den. koop
man by sich liet komen, hem een uiteenzetting-
gaf van den stand van zaken en wees op het
wettelyk recht van den klaget. Tenslotte ver
zocht hif hem een eind aan de zaak te maken
en zich twee voortanden te laten uittrekken.
De koopman echter weigerde beslist. Hy wil
de nóch z’n voortanden, nóch z’n snytanden,
noch welken tand ook, missen.
Weer moest dus de rechter den ouden Ara
bier onverrichter zake naar hute laten gaan. En
om niet meer door hem lastig gevallen te wor-
y—p den 17den November 1231 ging naar ge-
lukkiger oorden over «te jonge vrouw, wier
V-ë liefdevol leven en troostend lyden ons op
den 19den van dezelfde ma«md door de Kerk
in herinnering wordt gebracht. Slechts 24 j«uu-
oud was zy, toen zy stierf.
fit. Elisabeth van Hongarye werd geboren in
1207 te Presburg. Erzebet of Erzi, zooate de
Hojigaren haar noemen, was het eerste kind
van konlng Andreas n van Hongarije, die re
geerde van 1206 tot 1235 en van koningin Ger-
trudte, uit *t gedacht der graven van Andesch
of Meraniè, die in 1213 door Hongaarsche edelen
werd vermoprd, omdat zy een Dultsche was. Een
en Mj’.van
kwam de kruier zeggen. „Hy te net den draai
omgekomen."
Graye liep het station uit, om zyn ouden
vriend, dien hy al in verscheidene jaren niet
meer gezien had, te begroeten.
Hü moest zyn opgewondenheid met geweld
onderdrukken. Behalve zyn moeder en zyn
zusters had hy sinds zyn terugkomst in Enge
land nog geen van zyn vrienden en kennissen
gezien. En een beetje sentimenteel stond hy
naar Herbert te staren, die in zyn auto naar
het station’kwam gereden.
Herbert sprong lachend uit zyn auto en druk
te hem stevig de handen. Als echte Engetechen
zeiden zy weinig in de tegenwoordigheid van
den stationschef, en pas toen ze een eindje
den weg op waren gereden, keken ze elkaar eens
goed aan. En toen moesten ze alle twee lachen.
„Op myn woord, kerel”, riep Herbert uit.
,Jk weet niet of ik Je wel herkend zou heb
ben I Wat ben jy dikker en grooter geworden!
En die baard! Je ziet er uit, als een echte Vi
king!”
„En jy. als een echte respectabele plattelands-
dokter", lachte Graye. .Lieve hemel, wat sul
len wy elkaar een boel te vertellen hebben. Zeg,
tusschen twee haakjes, je hebt me in je brief
nog niet eens verteld, of er in dien tusschen-
tyd een mevrouw Herbert te bygekomen. Of
rijden we op een jonggezellenhuls af?”
„Er te nog geen mevrouw Herbert en *t ziet
er ook niet naar uit, dat er gauw een zal ko
men". antwoordde de jonge dokter. ,Jk heb
al myn tyd noodig voor myn praktijk, -beete
is dat?,waarin leder landgenoot van eenlge
vermaardheid zoo gaarne zijn naam vindt.
Zou een en andetj -
voldoende zyn denltt
te gedenken, van nei
lovend getuigd worker
nemend publicist.
Onlangs nog werd volledig de uitgave der
.Becterlandsche -Houtsneden, 1500—1550”. een
unieke verzameling van reproducties in de oor-
spronkeiyke grootte die Wouter Nljhoff samen
stelde tot een monument van wat tot Neder
lands trots diende te behoorên.
Reeds eerder verschenen de beide banden van
het standaarwerk ^L’Art typographlque dans
les Pays-Bas, pendant les années 1500 A 4£t0."
Dit te een wondere verzameling van precies
2106 afbeeldingen van letters, drukkersmerken,
houtsneden en houtgravures, ornamenten, enz.,
die «oordien verspreid en meest ontoegankeiyk
voor de belanghebbenden w«u^n.
Mannen van dit voornaam en voortreffeUjk
soort worden schaarsch in een tyd, die weinig
meer gelegen laat liggen aan den adel van een
edel vak of beroep.
Het Is daarom, dat wy deze ultzondeflUke fl-'
guur met dén zoo markanten kop op dezen dag
even wilden belichten en er van harte den
wensch aan toevoegen, dat hy nog lange jaren
voor zyn machtig huls en waardevol werk moge
behouden biyven.
De Nederlandsche boekhandel sou zyn per
soon als sierende kroon noode kunnen missen.
„VM moet ik met dat geld beginnen?
De beerscher
over de geloovi-
gen „kan geen
gerechtigheid
weigeren aan een
trouw onderdaan
en dienaar van
den Profeet, zoocUs ik.” r t
Maar sultan Mouley Hafid was een wijs
man. Hy begreep, dat hy hier recht moest
r.preken. HU dacht even na. en foen bad hy
het gevonden.
Hy liet den wraakzuchtlgen Amar nogmaals
by zich ontbieden en sprak:
..Hdt geschiedde zooals gy gezegd hebt. Aan
gezien de koopman u per ongeluk, te paard zit
tend. omver heeft geloope^, zoo zal hü. Juist
op dezelfde wyze door u. op een paard gezeten,
oinvergelocpen mogen worden en met juist de
zelfde 'kracht, dat ook zyn twee voortanden
breken. Als hy echter ook maar een schram
metje meer krijgt of welk ander lichaamsdeel
ook breekt, dan zal ik u, omdat ik dan'aan
neem dat gé het opaettelük gedaan hebt, door
den beulin t openbaar laten geeselen, als straf
voor hetgeen ge ten onrechte aan den Fransch
man ffisbt misdaan.”
Toen Amar dit wyze vonnis boorde, verbleek
te hy. viel op z’n knieën en smeekte den sultan
om vergeving. Deze werd hem goedgunstig ver
leend. HU ging naay hute en werd door iedereen
uitgelachen, omdat de heeracher der geloovi-
gen.hem wegens zyn wraakzucht zoo op z’n
nummer gezet bad.
tje, die baron en bezittel v»n een moot land
goed te.”
„Dat vertelde me de stationschef’zei Oraye.
„En wie te, of was Lady Wargrave? Van haar
echtgenoot heb ik wel eens gehoord. Hy was
die ontdekkingsreiziger, ^nlet?"
,Biemand weet, waar ze vandaan komt; t,
te een of andere schoonheid, die Sir Robert
op een van zyn reizen ontmoet heeft. Daar heb
je den hoofdingang van kasteel Ashendyke",
vervolgde hy. Graye attent makend op een
mooie oude inrUpoort, waarachter een lln-
denlaan leidde naar iets van roode steen in
de verte. „En daar kun je nog even hét hute
zien, een prachtig oud gebouw. En hier om
den hoek te de groote markt, en dat halfbetlm-
merde huls daarginds is het verbiyf van je on-
derdanlgen dienaar."
Graye keek met belangstelling rond. Hü zag
een klein dorpspleintje, un de vier zyden om
geven door de gebouwen, die het symbool zyn
van een paar eeuwen Engelsch landleven. Aan
den eenen kant stonden, in de schaduw van
een ry oude populieren, de kerk, de school en
het domlneehute. Aam den anderen kant gaf.
aan beide zyden geflankeerd door een hooge
heg. nog een tweede poort toegang tot het kas
teel. Langs de belde overbiyvende karn
ton van het pleintje stonden twee rijen van
halfbetlmmerde huisjes, die meest met klimop
begroeid waren, en waartusschen een vreemd
oud herbergje stond: Het Wapen van Aahen-
dyke. En midden op het pleintje verhief zich
hy te zeker p&s meerderjarig geworden, of zoo
iets?”
De stationschef moest lachen.
,De jonge baron te pas drie Jaar oud myn
heer" antwoordde hy. „Maar ’t te de eerste
keer dat hy hier komt, en zyn moeder te ook
nog nooit hier geweest. Ziet u, de vroegere Sir
Robert was een bekend reiziger. U hebt mis
schien wel eens van hem gehoord. Hy te vyf
jaar geleden voor het laatst'hier geweest. HU
te toen weer weggegaan, en we hebben later
gehoord, dat hy met een bultenlandsche da
me getrouwd te. En toen ze nog niet heel lang
getrouwd waren, te hy gestorven en zy heeft
sindsdien met den kleinen Jongen in het bui
tenland gewoond. Maar nu komen ze vandaag
thuis, en nu te het natuuriyk zoo’n beetje feest,
want iedereen wil den jongen baron en zyn
moeder zien.”
.Batuuriyk" stemde Graye in. „En waar wo
nen zy?”
De stationschef wees naar den kerktoren,
die hoog boven de populieren uitstak en waar
op een roodwitte vlag wapperde.
„Het kasteel Ashendyke ligt achter de kerk
münheer”, zei hy. ,,’t Is een mooi oud huls.
Net een museum, met al die oude meubels en
schilderyen. Als u een tydje bü Dr. Herbert biyft
logeeren. dan moet u eens van de gelegenheid
gebruik maken en er eens gaan kyken."
„Dat zal ik zeker eens doen”, beloofde Graye.
„Daar komt Dr. Herbert al aan, mynheer”
ongeschiktrfeid tot werken door p 7^0 e*n ongeval met p O Ewft
a, belde beenen of beide oogen doodelljken afloop
Dezer dagen vierde een merkwaardig
lander een verjaardag, die hem meelij
nlg ander recht geeft hier in ’tropen!
huldlgd te worden. -
Deze Hagenaar te zooal niet de oprichter dan
toch de ziel en de'bestierder, de maker van het
machtige hute Martlnus Nyhoff.
In het oude 'Den Haag kent ieder Hollander
de deftige promenade, het Lange Voorhout, met
de meest oude gebouwen, waarlangs mén wan;
delt tot vóór het paleis van wyien Koningin
Emma.
Op no. 9 is een moderne maar smaakvolle
gevel met de noodiftend openstaande deuren
tusschen rechts en links de breede ramen,
waarachter slechts de water een drukke boe-
kendoening vermag te vermoeden. Ter rechter
hand van de breede marmeren vestibule te de
„nieuwe” boekhandel, ter linkerhand de toon-
kamer -f- hoe styivol en-anet welke schatten
voorzien! van het antiquariMt. Dit zyn de
domeinen, die de bezoeker betreden mag. En
welk speurder naar nieuwe of oude uitgaven
zou hier niet liefst dageiyks zyn speurtocht
houden naar altüd weer iets wetenswaardlgs of
begeerlUks?
Maar men wete tevens, dat achter èn boven
èn onder dit publiek terrein een groot bedrijf
werkt, dat, als zeer weinig andere een wereld
vermaardheid geniet. Er is geen boekhandel en
géén liefhebber van boeken In de vyf wereld-
deelen denkbaar, wien de naam Nyhoff onbe
kend zou zyn. Deze uitgever
zaken niet alleen maar kan er
men, die geen ander vermag, omdat zyn miam
niet enkel bekend maar bovendien een waar
borg is.
t De aaggt,vM »yn utj^ven wwdt hiermede
tevens bepaald? het zyn meest Fetenschappe-
lyke of publicaties van wereld-instellingen- als
het Hof van Internationale Justitie,
organen van dèh Volkenbond anderszins!®®
Maar daarnaast zün bekende Nederlandsche
uitgaven te noemen, onder vele andere bU-
voorbeeld het voortreffeiyke tydschrlft Het
Boek, de monumentale uitgaven van de Lin-
schoten-vereenlglng en het overbekende Wie
een reusachtige eik, waar een ronde bank om
heen was gemaakt. En op die bank zaten op
dat oogenbllk verscheidene oudjes de gebeurte
nis van den <Jag te bepraten. Uit leder hute
staken vlaggen. Aan den Ingang van het kas
teel stond nog een eerepoort opgesteld; de kin
deren liepen rond in hun beste ptücjes; er lag
een glans van feestelykheld* over het geheel.
Maar daar werd Oraye niet het meest door
geboeid. Hem Interesseerde meer het eeuwen
oude aanzien van het dorpje.
,Je voelt Je opgefrischt, als je weer eens zoo
iets echt Engelsch tiet" zei hy, terwyi ze voor
Herbert’s deur stil hielden. „Dit te nog eens
een echt ouderwetach dorpje! Ik heb veel zin,
om dat aanbod van Je aan te nemen. Jack,
al te het alleen maar om in zoo’n mooi oud
hute te kunnen wonen, als dit is!" t
.Het te groot genoeg voor twee, of drie* zei
Herbert, terwyi hy Oraye binnennoodlgde. „Ik
loop er in verloren. Myn voorganger had vyf
zoons en zes dochters. Een pracht-familie was
het. En ik heb geen familie, alleen een paar
foxterriers en een kat Kom binnen, kerel, en
wees welkom.”
Hevig ben ’k onlangs geschrokken,
Ja. ik was finaal ontdaan
Voor 'n bericht, dat kort geledeeu
In de bladen heeft gestaan:
In ons land, dat om ztfn vrede
En tijn rust geprezen wordt.
Komt thans langzggm-aan,
Et» gevangenis-tekortl
Sedert vier jaar is er stijging
Van de criminaliteit, a
Die je heusch toch wel doet AhrUcken,
Alle grenzeh overschrijdt:
Sedert twee en dertig is er
Maakte dat bericht bekend
Reeds een stijging van maar even
Vier en zeventig procent!
Alkmaars bajes, eerst gesloten,
Neemt de gasten thans weer aan;
Steeds nog stijging wat gebeurt er
Als dat zoo maar dóór blijft gaan!
Waar moet ’t heen met alle boeven
Als die stroom nog immer wast?
Wat een rare consequenties
Zitten aan zoo’n stijging vast:
Als *t zoo dóórgaat, waarde lezers,
Wacht ons land den vrees’lljk lot,
Want dan zit in 't jaar 2000
Héél ons Neerlandachter slot!
usschen twee grenzen, daar waar het
zorgekxxe klnd-zün ophoudt en waar het
verantwoordeiykheidsbesef van den jon-
mensch begint, ligt het niemands-
waar de Jonge mensen in een
eenzaam, gevecht zich de baste moet ver
overen, waarop hy zyn volwassen-worden
moet opbouwen. Het ziet er heelemaal niet
zoo tragisch uit, en. waar het in het algemeen
nogal goed afloopt, te men eer geneigd deze
korte levenseplsode als een comedie te be
schouwen. doch het conflict te er. Het is voor
een man gemakkeiyk. als een man te denken
tenminste, mannen geven het voor maar
het kan voor een kind drommels moetiyk zyn,
om die methode te veroveren.
Michael heeft nu In het jongensboek ge
tracht een beeld te geven van <fit proces, waar
door de Jonge mensch er ulteindeiyk toe komt,
om te gaan aanbidden wat hU verbrand,®en te
verbranden wat hü aanbeden heeft. HU laat den
held van zün verliaal Bunch, Einfach
.Burvch" den doorsnee-kwajongen. een kln-
derlljk-dommen streek uithalen. Die enkele
breidt zich in zün gevolgen uit als een vet
vlek, en toevallig raakt ..Bunch” op de hoogte
van die gevolgen. Dit toeval te de eenige
zwakke plek in het verhaal, dat dan verder
consequent en onverbiddeiyk uitgesponnen
wordt: lp Bunch ontwaakt het verantwoorde-
lykheldsgevoel. en hy begint alle gevolgen van
zün daad na te gaan, met de bedoeling om het
aangerichte kwaad te bentellen. En daarby
komt hü tot de ontdekking, dat een daad gauw
genoeg gesteld te, maar dat het spreken van
het verlossende woord niet zoo gemakkeiyk te.
De „papieren wereld", waartegen Bursch ver
zet pleegde, wreekt zich in de wérkelüke we
reld. en Bursch moet een lydensweg gaan, om
dat hü het kwaad weer hersteld heeft. En
daarmee verovert hü zich de nieuwe gedach
tenwereld, die hy noodig heeft.
t Uitstekend ia dit verhaal verteld. Bursch te
in zyn daden en gedachten inderdaad Bureel'
en niet bet gébruikeiyke denk-cllché van der
papieren paedagoog.
De roemruchte „overgangstüd” van zonder
dat het probleem van „hy en sü” er de on
overkomelijke centrale plaats Inneemt
slechts een vage aanduiding geeft aan, dat
Michael deze kwestie niet over het hoofd sar
en dit in den daden- en gedachtengang
van den echten Jongen, die zün leeraren trot
seert en zün ouders voorzichtig tart, terwyi hU
hen eigeniyk hoogacht en liefheeft.
Dit jongensboek werd een roman, die uitne
mende lectuur verschaft aan oudere jongene
en aan volwassenen, die voor dezen overgangs-
tüd een belangstellend oog en een warmvoe
lend hart beadtten.
zuster van deze Gertrodte was st. Hedwig de
echtgenoote van Hendrik I met den baard, her
tog van Silezlë. .Behalve deze tante te er in EU-
sabeth’s familie nog qen andere vi jumeliike
heilige in de middeleeuwen: st. Isa^whvan
Portugal, de echtgenoot# van den tjm^èken
Portugeescben konlng Diniz. Deze eik'tCT.
achternicht van &t. Elisabeth van Homrarife
stierf in 1336. •a“W=.
In 1211 zond Herman I, de landgraaf van
Thurlngen, een gezantschap naar konlng An
dreas om voor zyn oudsten zoon Herman ae
kleine Elisabeth als toekomstige bruid te vra
gen. Dit aankoek werd gedaan met politieke
bedoelingen, daar het huwelük de draad moest
rijn, welke het net van verbonden en afspraken
rond Otto IV, den Welf, die met de Kerk ge
twist had, steeds strakker zou aanhalen. Kort
hierop reeds kwam het Hongaarsche meisje
naar het Thurlngsche hof om er samen met
Berman en de andere kinderen van den land-
graaf te worden opgevoed. b
Het hof op den Wartburg, die by Eisenach
boog en statig gelegen te op een heuvel in het
Ihuringer Woud, was in die dagen beroemd
door de gulheid waarmee de landgraaf mlnl-
^^Mteegls en troubadours ontving en beschermde.
oStenks alle luchtigheid van leven, die zy met
hun luiten en liedjes den burcht binnenbrach
ten (groeide de kleine EUskbeth op tot een
goea en godsdienstig metejie met een sterke
neigiM tot gebed en versterving.
Op den laatsten dag van 1216 stierf Herman
baar toekomstige echtgenoot, zy ging echter
niet naar Hongarije terug, maar werd nu ver
loofd met Lodewük, den tweeden zoon van den
landgraaf.
Wat sommigen vaar het hóf nog hadden ge
meend met een schouderophalen te kunnen ver-
waarloozen van een kind, dat zich verstervingen
oplegt, wilden zy niet meer dulden van het op-
groyiend meisje, dat eens hun meesteres zou
rijn. Lodewük kwam echter voor zyn bruid op
en beschermde haar tegen de hatelükheden van
J Her‘, dle é*n ongekunstelde vroomheid een hekel
hadden. De landgraaf zelf geraakte door zyn
politieke verwikkelingen in conflict met de
Kerk, waardoor hü een excommunicatie beliep
welke door een openiyke verzoening nooit te
opgeheven. Toen in 1217 de oude landgraaf, die
tegen het eind van zyn leven bovendien nog
zün verstand verloren had, het tydeiyke met
bet eeuwige verwisselde, moest Lodewyk hem
onoer deze treurige omstandigheden opvolgen.
ta 1221 vereenlgden Lodewük en Elisabeth
zich in het huweiyk, hoewel de bruid pas 14 en
>de bnridegom-eiechts jaar oud was. DitShü-'
hsriÜkTs in alle opzichten uiterst gelukkig ge
weest, een wwcbeeld van onderlinge liefde e»
aanhankeiykheid voor alle tüden. Lodewük nam
zün Jonge vrouw in bescherming tegen de klein
zielige geniepigheden, die tegen haar liefdewer
ken en verstervingen werden uitgedacht en
toonde zich zyn vrome vrouw geheel en al
waardig. Menigmaal, zoo vertellen de kronieken
met ingenomenheid, hield hü Elisabeth’s han
den in de züne, als zy haar nachtwake hield en
biddend voor zyn bed geknield lag.
lodewük was daarby een bekwaam regeerder
«dapper soldaat, die zün keizer diende
allt krachten, die in hem waren. Hoe hoog aeze
jonge edelman om zyn rechtschapenheid geacht
j werd, moge biyken uit de vereerlng. die hem in
Duitschland gegeven te. Ook hem immers heeft
men den eeretltel van heilige gegeven.
Uit dit huweiyk zyn drie kinderen geboren:
m 1222 Herman II, die reeds op Jeugdigen leef-
tüd. 19 Jaar oud, stierf; in 1224 Sophia die
Hendrik II. den hertog van Braband huwde,
en in 1227, eenige weken na den dood van haar
T*4er, Gertrodte, die later abdis zou worden
van het klooster Aldenburg by Wetzlar.
Toen, in het voorjaar van 1226, Lodewük dén
rijksdag van Cremona bywoonde, teisterden wa
tersnood, hongersnood en peet het land van
Thurlngen. Landgravinne Elisabeth trad in
deze benarde tüden, terwyi haar echtgenoot
ver weg en niet te bereiken was, resoluut op
en hielp waar zy kon. 900 armen spyzlgde zy
dageiyks en zelf verzorgde zy de zieken BU zyn
terugkomst keurde Lodewük al haar liefdewer
ken, hoe kostbaar ook, zonder meer goed. Haar
hulpvaardigheid in dit rampjaar heeft Elisa
beth voor immer patrones gemaakt van allen.'
«He behoeftigen helpen. In 1227 ging Lodewyk
met Frederik n op kruistocht naar het H.
Laqd, maar stierf den elfden September te
Otranto aan de pest. In October bereikte dea»
Jobstyding Elisabeth, zy was 20 Jaar oud en
moeder van drie kinderen.
Wy zullen niet uitweiden over de heldhaftig-
15^