den iaq van 1 ÜREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL F 750.- F 750.- Napoleons continentaal stelsel gWie doodde B Marco Graffi? F 250.- ai’TSs 7 .1 dol op H’ 130 JAAR GELEDEN Tusschen 3 en 5 ’s middags i uur Dr. R. van Marie i* L Boekbespreking v. o. CWordt betaald) I BOTERHAM l tot werken door beenen of beide oogen Een brok maritieme geschiedenis DeKinderen caZminaftg van een eteling om de macht ter tueechen Engeland g Frankrijk 'Ai DINSDAG 24 NOVEMBER 1936 Bekend kunsthistoricus overleden bij een ongeval met doodelljken afloop lange wor- zee ATT TZ* A ds vvirswirvirtngirüOTwaarden tegen 7^(1 levenslange geheele ongeschiktheid ■CAl sl tr« AA m J IN I w r*- O ongevallen veraekerd voor een der volgende tdtkeerlngen wVFe verlies van belde armen, belde beenei AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UJUR NA HET ONGEVAL 0} 162 f en H H R Eljn (1 Graye. pER PAK 2 1 De hengelaar was nog niet van zün verbazing bekomen, toen Plet en Drein zich al een heel eind van den wal bevonden, achter den aap aan, die al büna den overkant van bet meer bereikt had. MOXDKR LIKST VOOR. Tot de mooiste herinneringen aan den kindertijd behoort een uurtje met een boek, onder moeders begrijpende leiding levenz et voor Mijn beste mevrouw, u bent nu wel Lady War grave, maar ik weet, dat u nog niet zoo heel lang geleden Signorina Gergzna Graffl was, die in het Austerlitz flatgebouw woonde. Snap Je, Adrian?” „Om de waarheid te zeggen, neen", antwoord de Graye een beetje koppig. „En ik begrijp niet, waarom zJJ daar niet aan zou mogen worden herinnerd. Het is toch geen schande om Gem ma Graft! uit het Austerlitz flatgebouw ge dweest te zün! Ik zie niet in, waarom ae zich dat niet sou mogen herinneren. Waarom?" PBLORIMS NAAR LOVRDBS, door Frangois Mauriac, verta ling van Jacques Benoit; uitg. van TeuUngs^ VM. Don Bosch. -Daar heb Je weer ongelük," ael Graye. •Misschien was ze niet op t vasteland. Waar Je, dat Sir Robert Warmve met aUn vrouw zijn voor gebruik. et Novembernummer van bet Maandblad ,Ons Zeewezen" herinnert ergan. dat het den 21sten November 130 jaar gele- Wapoleon zün 2 _2_2_2 decreet van 2~ In dit boekje, meer novelle dan roman, zoo als de vertaler in zijn inleiding terecht op merkt, geeft Mauriac een verdediging, voor namelijk in dialoog, van de devotie der pel grimages naar de verschillende genade-oorden, die Frankrijk kent. TX e heer Th. Brown bad allerminst een I J zuiver geweten en den laatsten tyd deed dit verschijnsel óók zün uiterlUke rust weinig goed. - Da heer Brown was kassier bij verzekeringmaatschappU, en geld vele menschen een vreemdsoortige Bjj den heer Brown bleef er telkens iets aan zijn vingers hangen, zoo dikwijls hij zijn kas opmaakte. Daar de heer Brown een wonder was In de Mathematica, bleven de boeken van de maatschappij wonderlijk Juist in overeen stemming met de overgebleven gelden. Dte gewoonte van dm hèer Brown, om dat klevende geld niet in de kas, doch aan zijn zakdoek af te vegen, had hem reeds een aar dig sommetje opgeleverd en hij had zich zooals gebruikelijk is met zijn gewoonte ver trouwd gemaakt. Overigens bezat dé heer Brown een fiifbn smaak en zooiets is kostbaar. De gewoonte werd derhalve sleur. Tenslotte had de beer Brown ook een fijnen neus en deze kreeg den laatsten tijd onaangename aandoeningen. Het kasgeld ,A Is misschien beter, dat we bier weggaan”, zei Piet met bevende stem, t Was begrijpelijk, dat ze er allebei een vaartje in zetten. „Zou die kleine aap dezelfde zijn van dien bsdlon?” vroeg ^Ain. ,Dat weet ik niet", zei Piet. „Ze lijken allemaal zoo op 75kaar. Maar die banaan zijn we in leder geval kwijt-” wu alle romans, die ik treffen." -Ik vind er niets vn „Toch ben ik er zeker van,” antwoordde Oraye koppig. „Ik vertel Je, dat de vrouw, die ik zoo Juist gezien heb, en die ik voor Lady Wargrave houd. Gemma Graffl te. Ik ben er absoluut zeker van.” Een groote verbazing verscheen op Herbert's gezicht. -Wat sou dat vreemd zijn!” riep hij uit „Dat gelezen heb, over- Adrlan. Het te gelukkig niet waarschijnlijk, dat de menschen in Lady Wargrave, de vrouw en moeder van Engelsche edellieden, het kleine Italiaansche meisje zullen herkennen. En het te een voordeel voor haar, dat maar weinig menschen haar kenden.” „Dat te zoo,” zei Graye met het hoofd knik kend. ,4a, dat te zoo.” „Laat ons eens nagaan,” vervolgde Herbert. .Dat waren: de huiseigenaar, mijnheer Quafen- don en de concierge en zijn vrouw hoe heet ten ze ook weer? o Ja, Acock. Maar overigens nrfiand dan Jij tenminste voor zoover als we weten. Wel, het te niet erg waarschijnlijk, dat een van deze jnenschen ooit in de buurt van Ashendijké zal komen we zijn hier erg van dé wereld afgezonderd. Trouwens Quaren- don en de Acocks zijn misschien al dood. Maar ik zie van een anderen kant gevaar dreigen.” „Van welken?” vroeg Graye, die gespannen zat te luisteren. „Lady Wargrave zal zonder twijfel wel van tjjd tot tijd naar Londen gaan,” antwoordde Herbert. „En dan zal men haar zien. Er moeten natuurlijk nog andere menschen geweest zijn, die Marco Graffl en zijn kleindochter gekend hebben. Dat te niet anders mogelijk. Die kun nen hgar even goed als Jij herkennen. Maar veel erfeer zijn al die geïllustreerde week bladen, die er tegenwoordig uitkomen. Het sou me verwonderen, als de thuiskomst van Lady Wargrave niet in verschillende van die bladen werd beschreven en met foto's er bij. „Verdraaid!” riep Graye uit. ,Jk heb een vent en industrie. In 1797 schrijft hij al na den vrede van Cam po Furmk> aan Talleyrand, dat hij tot de con clusie te gekomen, dat Bigdand de ware vij and van Frankrijk tel Maar wat Napoleon in zijn worsteling met Engeland ontbrak was een goede vloot. Typeerend zijn de woorden, welke Napoleon kort na den slag bij ülm tot eenlge gevangen genomen generaals van Mach's leger richtte: „Ik wil niets op het koloniën en han< waard.als voor land te de vija van den Keizer handel. De smokkelhandel maakte echter de blokkade niet illusoir, daarvoor waren de kwantiteiten te gering, maar de kustbewoners verdienden een goed loon, hoewel niet gemak- kelljk verkregen. Speciaal de smokkelhandel over de HoUandsche en Duitsche waddeneilan den was zeer levendig, waarbij Helgoland voor de Duitsche eilanden als baste dienst deed en men kan zich levendig Indenken, hoe gevaar lijk het werk was in deze verradelijke wateren. Aan dezen sluikhandel, die zeker niet de schoonste ethische eigenschappen van de vol ken aan de Noordzeekust naar voren deed tre den, danken wij echter in niet geringe mate bet behoud van flink zeevolk, want de vernie tiging van onze zeevaart had er gemakkelijk toe kunnen lelden, dat er langzamerhand ge brek was gekomen aan goede zeelui. Hier ech ter was werk te doen, moeilijk en gevaarlijk werk, dat moed, doortastendheid, gehardheid en veelal groote zeemanschap veretechte. itlnent&Jk wil schepen, *6n dat te voer U evenveel |i.”_Mien voelt het: Roge- van Frankrijk in de oogen ---t is ook de deus ex Tnach in a van alle oorlogen en veldtochten, waartoe Na poleon wordt genoodzaakt, mede door zijn po gingen om de geheele Europeesche kustlij» te beheerschen. Na den val van Pruisen trekt Napoleon op 37 October 1806 Berlijn binnen, waar hij het oogenbllk gekomen acht om Engeland den ge- nadestoot toe te brengenden Sisten November vaardigt hij het decreet uit, waarbij het aoo- geqhaiqdw continentale stelsel wordt ingevoerd voor het geheele door hem beheerschte gebied; de maatregel, welke Engeland van geheel zijn Europeesch afzetgebied zal berooven. Wat zijn legers niet kunnen doen, waarvoor geen vloot beschikbaar is, dat zullen zijn douaniers voor hem verrichten: Engelands handel zal worden lamgelegd, zij zullen Engeland blokkeeren een blokkade in omgekeerden zin! Dat te het antwoord op Engelands Britannia rules the Waves! Sluit de kusten! Engeland wordt daardoor wel geschaad, maar niet op de. knieën gebracht; zijn handel werd niet gefnuikt, er bleef nog genoeg vrij gebied over; maar zonder gevolgen te het continentaal 1 stelsel, ondanks de in de onderworpen landen 1 veelal gebrekkige uitvoering, voor Engeland niet I geweest. Het beteekende het'begin van de ont- plooilng van de Europeesche industrie en heeft 1 tenslotte geleld tot een betere en gezondere i verhouding tusschen de handetepositles van i Engeland eenerzijds en het continentale Euro- pa anderzijds. i Maar ongedacht heeft het continentaal stel- sel voor nog iets anders gezorgd het betee- i Uit Perugia komt het bericht, dat aldaar te overleden dr. Ralmond van Marie, een bekend Nederlandsch kunsthistoricus, die ook in het buitenland een grooten naam had. Dr. van Marie te gestorven op betrekkelijk Jeugdigen leeftijd, hij was pas 49 jaar, en zijn vele vrien den in Holland zullen de tijding van dit vroeg tijdig overlijden met groote ontroering ver nemen. Van Marie te in 1887 geboren te 's Graven - hage. In 1906 was hij leerling van de Ecole des Chartes te Parijs en vervolgens aan de Ecole Pratique des Hautes Etudes, de Sorbonne en de Jk vind er niets vreemds aan,” zei Graye kalm. „Het te duidelijk, dat Ze naar het vaste- ■and ontvlucht te; dat ze daar na verloop van Mid dien Sir Robert Wargrave ontmoet heeft dat ze met hem getrouwd te. Wat te daar nou vreemd aan?” „Wel, als Je t precies wilt weten,” zei Her- J*rt. „dan vind ik het vreemd, dat de politie “aar daar nooit gevonden heeft. Ze hebben «*h indertijd genoeg drukte over haar ge haakt!" -Daar heb Je weer ongelük," de 50.000 dollar gaat. Heeft uw man u mis schien bedrogen? Hij heeft mogelijk het groot ste deel achter gehouden. U weet toch, dat hij een speler te, een speler, die altijd verliest?” Sprakeloos en zonder bepaalde uitdrukking zag mevrouw Brown voor zich uit. Dan haalde zjj diep adem, haar lippen bewogen. Zij scheen zich eerst te bedenken, doch dan barstte de woordenvloed los: JSen speler!? Daarvan heb ik nimmer Iets geweten. Maar nu begrijp ik, waarom hij lede ren Woensdagavond naar zijn „dub” ging en om één, twee uur in den nacht terugkwam. Hij te zelfs één keer om vier uur *s morgens eerst thuisgekomen. Omdat hij zoolang had ge schaakt, zeide hij. Nu begrijp ik het. Htj heeft mij verteld, dat hij per maand een drie tot vierhonderd dollar „bij" verdiende. Dat te in de vijf jaar, dat hij In z0n betrekking te, een twintig duizend dollar. Daarvan te de helft ver bruikt voor extra's en groote vacantte-reiaen; ruim tienduizend dollar staat op mijn naam op de bank. En al bet andere moet hjj dus ver speeld hebben? En ik wist daar niets van? Dat is gewoon schandelijk”.... „Vertelt u ons eens. boe laat kwam uw man gewocnlijk naar huls?” 4Hj gaat lederen morgen ruim acht uur weg en komt tegen zes uur thuis....” „Waar te uw man dan 1 middags tusschen drie en vijf uur?” jOp het kantoor.” „Dat kan niet. Om drie uur wordt gesloten; hy moet dus bij vieren thuis kunnen zijn.” „Dan te u verkeerd Ingelicht, ik haal dik wijls mijn fhan zelf af om enkele boodschappen met hem te doen. Om vijf uur sluiten dk bureaux. U kunt er bovendien bij het contriMe- departement persoonlijk naar informeeren." „Bij het departement voor contrtle? Wat beeft dat met een verzekeringsmaatschappij te maten?” K „Wel, mijn man is toch regeeringsocntrolaur? Hoe kon hu anders iets „bij” verdienen door alleen ten oogje dicht te knijpen?” Jteen. mevrouw Brown, uw man te kassier bU de levensverzekering-maatschappU U.S. in surance Company.” Met wijd-open oogen staarde mevrouw Brown haar bezoekers aan. Toen werd haar iets dui- delUk. Zü slikte moeilijk, daarop zei ae: „Pardon, maar moet u misschien bij Theo dore Brown zijn de andere zijde van daas verdieping? Hier woont Thanas Brown, be grijpt u." Een oogenbllk stonden de belde poütie-be- ambten perplex. Zü keken elkaar zwijgend dan, daarop zeide één hunner: „Inderdaad mevrouw, wij bedoelen TTieodcre Brown en niet Thomas Brown. Neemt u ons niet kwalük, de overtalrüke Browns in New- York hebben ons reeds menige verrassing be reid, welke wü zelfs niet hadden kunnen ver moeden.” Den volgenden dag ontmoetten de beide heeren Th. Brown elkander, zooals gewoonlijk 's morgens bet geval was. Ditmaal had de ont moeting echter niet plaats in de lift van bet flatgebouw in de Mayfair-avenue, doch in een zaal, waar zij beiden moesten wachten om zoo aanstonds leder verhoord te worden in bet voor-onderaoek van hun respectievelijke straf- kijn er Aan den overkant was t een echte wildernis. Voorzichtig slopen Drein en Piet verder, rr.nar opeens dook tusschen het hooge gras een reuze-aap op, wël tweemaal zoo groot als ze waren. Naast hem zat een klein aapje. .Daar heb je het al!” zei Herbert „Natuur- lük, er te tegenwoordig niets heilig of privé. We zullen afwachten. Maar mag ik Je nou eens een onbescheiden, maar een gewichtige vraag stellen? Je blüft hier een tüdje bü me en we leven hier in een klein wereldje, dus Je zult zeker, vroeg of laat. Lady Wargrave wel eens ontmoeten. Ik denk niet, dat ze je herkennen zal, want Je bent heel wat ouder geworden en die baard maakt een groot verschil. Maar ben Je van plan, haar te vertellen, dat Je haar herkend hebt?” Graye antwoordde niet onmlddellük, en Herbert wachtte bedaard: het was duldelük, dat hü diep zat na te defiken. Na een poosje sprak hü, en er zat een ietwat uitdagende klank in zün stem. „Waarom zou ik niet?” „Waarom zou je niet?” herhaalde Herbert. „Och Ja, waarom sou je niet? Want wat zou het op slot van rekening be teek enen? Alleen dit: dat Je haar in werkelijkheid zou zeggen: 3)aar heb ik niets van gezegd, want dat weet ik niet,” antwoordde Herbert. „Al wat ik weet, te, dat bü op een van zün laatste reizen met een bultenlandsche dame getrouwd te: dat hü nooit meer thuis te geweest en dat zü nu voor het eerst op Ashendüke komt. Ik heb ook, toe vallig, een tüdje geleden gehoord, dat de voog den van den jongen baron 6» grootste moeite hebben gehad haar te overreden om te komen en dat ze zelfs nu nog maar alleen beloofd heeft om gedurende den zomer te blüven.” „Juist zoo!” riep Graye uit. ,^e haatte En geland, dat herinner Je je toch zeker nog wel?” Dus Je bent er nog altijd zeker van, dat Lady Wargrave Gemma Graffl te?" vroeg Herbert. ,Dat heb ik je nu al zoo dikwüls gezegd, dat ik de keeren niet meer kan tellen,” antwoordde Graye. „Natuurlük te ze het.” Herbert stak zün handen in zün zakken en begon de kamer op en neer te wandelen. .Dan zal ik je eens wat vertellen, Adrian,” sel hü. .Als het waar te, dan te het heel Jam mer, dat ae teruggekomen te heel jammer!” Graye keek zün vriend verwonderd aan. „Waarom?" vroeg hü. „Omdat die uitspraak van de Jury er te. Ik ben wel geen jurist, maar ik ken toch genoeg van de wet om te weten, dat die uitspraak altüd nog van kracht te. Zü kan nog altijd gearres teerd worden.” „Onzin!” riep Graye uit. „Toch niet! Ga het den eersten den besten advokaat maar vragen, als je wilt. Het te zoo. Ik hoop voor haar, dat de oogen van andere Herbert boog zich voorover, en klopte ^'waarom zei hü. .Dat zal ik je dan eens vertellen. Omdat ik geloof, dat Lady Wargrave, die wü voor Gemma GrafM houden, nóch weet, dat haar grootvader vermoord te geworden, nóch dat ze door de uitspraak van een Jury voor een moordenares' wordt gehouden, daarom, Adrian.” t Oraye schrok. Hü wreef een paar maal met zün hand over zün voorhoofd en schudde het hoofd, alsof het hem pün deed na te denken. En Herbert sprak door. ,Zle je Adrian, niemand weet, waar Gemma Graffl naar toe is gegaan, toen ae op zoo merkwaardige manier gevlucht te. En ook weet niemand, waar de tegenwoordige Lady War grave getrouwd te met wülen Sir Robert. Ik ben er van overtuigd, dat Lady Wargrave niets weet van het bevel tot arrestatie, anders was as niet naar Engeland gekomen. Zou JU haar nu van die dingen op de hoogte willen gaan stellen?” ,Als Ik het deed, zou ik het alleen doen om die vervloekte verdenking van haar af te schui ven!" bromde Graye. ,Je weet dat dit het eenlge Is, dat ik zou willen.” ,Je kunt maar beter geen slapende honden wakker maken,” zei Herbert. „In ieder geval, zal je in dat kleine wereldje, waarin wü hier leven, haar zeker ontmoeten. Kijk eerst, voordat je iets laat merken,' of ze je nog herkent. Ik heb gehoord, dat ze niet van plan te, lang in Engeland te blüven. Volgens mü zou as goed ge daan hebben, als ae bgplemaal weggebleven was, melük was tenslotte samengekleefd tot een flinken klomp en daar meif nu 'eenmaal een berg gemakkelüker ziet dan een kiezelsteentje, kreeg de heer Brown een steeds vermoeiender dagtaak. Bovendien bespeurde hü bü den nieu wen beambte van den accountantsdienst be sliste detective-eigenschappen. Het was dus waarlük niet zonder reden, dat de heer Brown aan het ontbüt steeds minder goed gehumeurd scheen en in zün ochtendblad een eenzijdige belangstelling betoonde voor de rubriek rechtszaken.- „Die stomme Mackinson! Om er zóó in te tippeten.” gromde Brown op een morgen, toen hij zün echtgenoote nauwelüks een vriendelük woord toebedacht en uitsluitend zich interes seerde voor de jongste rechtszitting over den ^^rtenN^vri} v^ cU^dm<^^Seken,’<^*^t“bed^g i^ven banKier. Niet vry van sarcasme, meende zijn vrouw te mogen antwoorden: .Beste Theodoor, dat te het gewone risico van het bedröf; laat het je niet ontmoedigen.” De heer Theodoor Brown hield niet van die soort opmerkingen en hü vertrok in uiterst onprettige stemming naar zün kantoor. Tegen twaalf uur dien middag stapten twee heeren in de Uft van een grooten flatbpuw in Mayfair-avenue. Bü de vierde verdieping stap ten zü uit en kwamen in de ruime hall. Schuin voor hen zagen zü een deur, waarop een naam plaatje: Th. Brown. Een der heeren belde aan. Jlen dame opende de deur. ^Mqvrouw Brown persoonlijk?” informeerde de vrnkmde beer. „JaweTHUta wien heb ik het genoegen?” glim lachte mevrouw vriéndelijk. „Politie," ontpopten zich de heeren en toon den hun insigne aan de binnenzijde van hun overjas. - Mevrouw Brown had geen andere keuze dan de bezoekers binnen te laten; zwügend wachtte zü de komende dingen af. - „Uw man is een paar uur geleden gearres teerd. mevrouw Brown. Een vüf- tig duizend dol lar blüken door hem op onjuiste wüze te dit, aan de züde van den heer Brown "na- aangewend eigen c Daar wü veronderstellen dat u hiervan wel eer» en ander zal bekend zün, komen wü u een paar vragen stellen.” Mevrouw Brown zonk in een fauteuil en sloeg de handen voor de oogen; zü scheen seer ont- daan. Haar bezoekers taxeerden in hoeverre sprake kon zün van verrassing over hun mede- deeling of over het feit der ontdekking. Toen mevrouw Brown eenigszins zich hersteld had, vroeg men haar nogmaals: „Kunt u ons over dese vüftlg duizend dollar tets naders mededeeten?" Mevrouw Brown zocht naar woorden. Elnde- lük klonk het onzeker: .Maar het zün geen vüftlg duizend dollar, hoogstens vijftien tot twintig duizend....” ,Dat te onmogelük. mevrouw. Ik te tat de ■w—e Katholieke Unlversitelt steunen J is een praktisch apostolaat an een ware Kruistocht voor weten schap en geloof, r totdat de jongen groot was. Want ieder Jaar wordt de kans, dat men ze nog zal herkennen als Gemma Graffl kleiner.” Graye antwoordde niet Hü vroeg zich af, waar, wanneer en hoe Lady Wargrave"Ten hü elkaar zouden treffen. Maar de dagen verliepen en noch hü. noch Herbert zag haar. Of het kwam, omdat ze het zoo druk had met het In orde brengen van het huls, dat zoo vele jaren was overgelaten aan de zorg van het personeel, of omdat ae vond, dat de parken van het kasteel groot genoeg waren om In te wandelen, zeker was het, dat ae niet in het dorp ver scheen. En al veertien dagen waren weer ver- loo^n sinds den dag van haar aankomst, en nietaand in het dorp had haar nog gezien. En toen overkwam Graye het onverwachte. Op een avond Herbert was weggeroepen naar een verafgelegen gedeelte van het dorp zat hü nog laat te lezen en te rooken, toen de meid hem kwam zeggen, dat er een knecht van het kasteel was, met een dringende boodschap van Lady Wargrave haar jongentje was ziek en of de dokter dadelük wou komen. Graye legate zün püp neer en ging naar de hal. Bulten zag hü de lampen van een nota schünen. De knecht, die boog, toen hü plotseling die groote gestalte voor zich zag opduiken, zag er bezorgd uit. „Wat heeft bet kind?” vroeg Grays. Het te bü een schrijver van zün allure te verwachten, dat men meer dan een oppervlak kig relaas te hooren krijgt, van wat hem blük- baar zoo trekt in een regelmatig bezoek aan de beévaartplaatsen. Hü getuigt van de gods vrucht die. er onder de duizenden pelgrims leeft of gewékt wordt, door een bezoek aan wat men een „geschenk des hemels” mag noemen; maar hü geeft daarenboven ook met zeer in dringende kracht een beschrijving van de in- nerlüke, de psychische gesteldheid van deze menschen, onder wie hü zichzelf herkent als een hunner, als een zoeker van genade, bewust kende de^opkomst van een enormen smokkel- of onbewust. Hü stelt tegenover de eigen fi guur, gesymboliseerd in den pelgrim Augusti nus, een andere, Sergius, die het humanisme met zün scepsis en onverschilligheid vertegen woordigt. Uit hun gesprekken ontwikkelt zich de strekking van dit boek op %en ongedwongen wüze, steeds vlottend door de simpele hande ling, rond dit bezoek aan Lourdes geweven. Sergius wendt zich aan het eind naar de genie tingen der wereld, hetgeen den schrijver een fel contrastbeeld doet ontwerpen van het leven In Lourdes en dat aan het Lido, van het stre ven naar 1 genot en dat naar de genade. Het slothoofdstuk te t 'meest documentair en minst levendige deel van t werkje gewor den. De losse aanteekeningen door den pelgrim in Lourdes gemaakt, worden in Parijs, in het leven van. allen dig teruggekeerd,* door hem geordend. Zü zün een kleurig vuurwetk van goed proza, maar overtuigen niet meer dan een vuur werk overtuigt. Het 'is schoqn als besluit van deij feestelüken dag, dat te allés, maar bü Mauriac lp elk geval een saamvattlng, .die boeit. De sfeer van Lourdes is voortreffelük door leefd en tot expressie gebracht in dit boekje; de vertaler die lot deze stof zeer aangetrokken blükt te zün, heeft de sfeer en de spanning in goed Hollandsch proza opgevangen. Een enkel zonderling woord alg „Involgen" b.v. zal een drukfout voor navolgen zün. Vooral vopr hen die Ietwat cxltlsch tegen over de. massa-devotle op de bedevaartplaatsen der EL Kerk staan, te dit boekje van groote waarde. Verhelderend en argumenteeiend op een wüze die den eenvoudlgsten lezer boeien zal, te het in zün stül en strekking van een katholiciteit, waarmee wü gaarne de, Holland- sche devotlelectuur wat meer gezegend zagen. den was, dat Napoleon zün continentaal stelsel invoerde; bü decreet van 21 November 1806 werd te Berlün het Britsche Rük geblokkeerd. Alle briefwisseling en alle verkeer met Enge land werd verboden, alle Engelsche onderda nen, die zien binnen het machtsgebied van den Keizer bevonden, werden tot krügsgevangenen verklaard, alle Engelsche eigendommen werden in beslag genomen, alle handel in Engelsche goederen verboden en aan alle schepen, van Engeland en zün Koloniën komend, werd de toegang tot de continentale havens ontzegd. Het continentale stelsel is een brok maritieme geschiedenis en wel de culminatie van een lange worsteling om de macht ter zee tusschen de twee rijken; tevens is het ook het grootste be wijs van de stelling, dat wie de zee beheerscht, de sterkste te, ook te land. Deze economische maatregel was er een van grooten omvang en draagwüdte en werd, naar het Fransche oor deel, gerechtvaardigd door de vóórafgegane jge- weldpolltiek” van Engeland, want de invoering van de blokkade was geen alleenstaande maat regel, het. was een gevolg van vele voorafgaande gebeurtenissen. In de afgeloopen eeuwen had Ekrgeland in zün streven naar de onbeperkte macht ter zee, welke voor het land weer een noodzakelükhrfd was volgens Engelsche opvatting, af gerekend met SpaAje en daarna met Holland, dat aelf greeds de Portugeezen uit hun koloniaal bezit ■verdreven had en ten slotte was Frankrijk aan de beurt gekomen. Deze worsteling met het sterkere Frankrijk kenmerkte zich door een taaie, constant volgehouden politiek, terwül Frankrijk daarentegen niet zoo krachtdadig en vooral niet zoo volhardend optrad. Het spreekt, dat Frankrijk In den loop der tüden verscheidene pogingen deed om den toe stand züner marjne te verbeteren, doch bet slaagde er niet In een zeemacht op te bouwen, die zich met die van Engeland op den duur kon meten. Hoezeer de Franschen met hun onpracttecbe beginselen op handelsgebied zichzelf benadeel den. kan blüken uit het in 1786 gesloten En- gelsch-Fransche handelstractaat; hierbü wer den slechts de Fransche grootgrondbezitters eenzüdig begunstigd, terwül de Industrie zoo goed als geen voordellen verkreeg. Dit verdrag, dat de zwakke talentlooze Bourbonsche regee- rlng sloot, heeft niet weinig bügedragen tot de ontevredenheid in Frankrijk, die tenslotte leid de tot de revolutie. De Nationale Conventie nam dan ook ter stond stelling tegen de Engelsche suprematie op handelsgebied en bracht Ingrijpende veran deringen tot stand. De oorlogen met Engeland tüdens de revolutie en Consulaat en Keizerrijk zün dan ook in den grond genomen handels- óorlogen geweest; Engeland was zeker niet in dft eerste plaats bezorgd voor het lot der zwak ke Bourbons, maar het camoufleerde zün eco nomische oogmerken met politieke kwesties. Hoofdzaak was, dat Europa Engelands afzet gebied moest blüven en dat verhoed moest worden, dat Frankrük een verstandiger politiek sou voeren en als concurrent zou opgroeien. De Franschen waren in him streven oprechter en duidelüker: hun doel was los van Engeland te worden en die „natie van kruideniers” aan te grijpen in haar rijkdommen en handel. In Maart 1796 wordt reeds alle Invoer uit En geland in Frankrijk stopgezet en in Januari 1798 wordt als maatregel ter beteugeling-van den ontstanen smokkelhandel bepaald, dat alle Engelsche goederen zullen worden geoonfls- keerd en dat elk neutraal schip met Engelsche manufacturen tot goeden prijs zal worden ver klaard. Maar Engeland trok aan het langste einde, want het had de middelen om vüande- lüke schepen te vernietigen, vüandelüke kolo niën te blokkeeren en te nemen, in het kort, Engeland kon den Franschen meer nadeel toe brengen, dan de Franschen Engeland. Toen Holland zich dan nog aan de Franscne züde schaarde, werd het den Engelschen nog gemak- keiüker: de HoUandsche schepen en de Hol- landsche kolomen gingen denzeltden weg op als de Fransche, zoodat Pltt in 1801 met trots kon verklaren, dat de ITansche, HoUandsche en Spaansche handel ter zee vernietigd was en de handel van Engeland daarentegen in tien Jaar tüds verdubbeld was! Napoleon zette den strijd tegen Engeland voort, doch hü maakte van wat tot nu toe bü <te Fransche regeering „een” kwestie was ge weest tot „de” kwestie, de hoofdzaak, ja het beeft er zelfs allen schün van, dat Napoleon «oo ver ging om aan te nemen, dat de strijd tegen Engeland de eenig noodzakelüke voor het belang van Frankrijk was en dat alle an dere oorlogen, welke hü te voeren had, voort kwamen uit den onvermüdelüken strijd tegen Unlv'e^slté de Paris, waar hü in 1909 het Dl- plóme d'ltudes Unlversltalres behaalde en in 1910 het Doctorat de la Faculté des Lettres de ITnlversité de Paris avec mention trés hono rable. Tot 1918 heeft hü in Parijs gewoond, daapa in Perugia in Italië, waar zün huis San Marco een vuMffïïlïtaats werd van fraaie schil derijen en boeken. - Van zün werken noanen we Le Comté de Hollande sous PhUlppe le bon (1906)Hoorn au Moyen Age, waarop hü in 1910 promoveerde; bibUographle van 'sGravenhgge (1906); De mystieke leer van Meester Eckehart (1916); 81- raone Martin e* les pelntres descnécole (1930); Recherches sur l'lconographie de Glotte en de Duccio (19300); La pelnture romaine au moyen- age (1921); The Development of the Italian Schools of Painting, 1-15 en 17 en. 18 deden 1923-1936; Iconographie de l’art profane au Moyen &ge et k la Renaissance (3 deden) 1981- 1933. De Italiaansche kunstgeschiedenis, waaraan Dr. jan Marie werkte, zou 31 deelen omvatten. Het.is natuurlük de vraag, of de kopü zoover voltooid is, dat de ontbrekende deelen alsnog kmnen verschijnen. A K>0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 19