den iaq
van
1
ÜREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
F 750.-
F 750.-
Napoleons continentaal stelsel
gWie doodde
B Marco Graffi?
F 250.- ai’TSs
7
.1
dol op
H’
130 JAAR GELEDEN
Tusschen 3 en 5
’s middags
i
uur
Dr. R. van Marie i*
L
Boekbespreking
v. o.
CWordt betaald)
I
BOTERHAM
l tot werken door
beenen of beide oogen
Een brok maritieme
geschiedenis
DeKinderen
caZminaftg van een
eteling om de macht ter
tueechen Engeland
g Frankrijk
'Ai
DINSDAG 24 NOVEMBER 1936
Bekend kunsthistoricus overleden
bij een ongeval met
doodelljken afloop
lange wor-
zee
ATT TZ* A ds vvirswirvirtngirüOTwaarden tegen 7^(1 levenslange geheele ongeschiktheid
■CAl sl tr« AA m J IN I w r*- O ongevallen veraekerd voor een der volgende tdtkeerlngen wVFe verlies van belde armen, belde beenei
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UJUR NA HET ONGEVAL
0}
162
f
en
H
H
R
Eljn
(1
Graye.
pER PAK
2
1
De hengelaar was nog niet van zün verbazing bekomen, toen
Plet en Drein zich al een heel eind van den wal bevonden,
achter den aap aan, die al büna den overkant van bet meer
bereikt had.
MOXDKR LIKST VOOR. Tot
de mooiste herinneringen aan
den kindertijd behoort een
uurtje met een boek, onder
moeders begrijpende leiding
levenz
et voor
Mijn beste mevrouw, u bent nu wel Lady War
grave, maar ik weet, dat u nog niet zoo heel
lang geleden Signorina Gergzna Graffl was, die
in het Austerlitz flatgebouw woonde. Snap Je,
Adrian?”
„Om de waarheid te zeggen, neen", antwoord
de Graye een beetje koppig. „En ik begrijp niet,
waarom zJJ daar niet aan zou mogen worden
herinnerd. Het is toch geen schande om Gem
ma Graft! uit het Austerlitz flatgebouw ge
dweest te zün! Ik zie niet in, waarom ae zich
dat niet sou mogen herinneren. Waarom?"
PBLORIMS NAAR LOVRDBS,
door Frangois Mauriac, verta
ling van Jacques Benoit; uitg.
van TeuUngs^ VM. Don Bosch.
-Daar heb Je weer ongelük," ael Graye.
•Misschien was ze niet op t vasteland. Waar
Je, dat Sir Robert Warmve met aUn vrouw
zijn
voor
gebruik.
et Novembernummer van bet Maandblad
,Ons Zeewezen" herinnert ergan. dat
het den 21sten November 130 jaar gele-
Wapoleon zün 2 _2_2_2
decreet van 2~
In dit boekje, meer novelle dan roman, zoo
als de vertaler in zijn inleiding terecht op
merkt, geeft Mauriac een verdediging, voor
namelijk in dialoog, van de devotie der pel
grimages naar de verschillende genade-oorden,
die Frankrijk kent.
TX e heer Th. Brown bad allerminst een
I J zuiver geweten en den laatsten tyd deed
dit verschijnsel óók zün uiterlUke rust
weinig goed. -
Da heer Brown was kassier bij
verzekeringmaatschappU, en geld
vele menschen een vreemdsoortige
Bjj den heer Brown bleef er telkens iets aan
zijn vingers hangen, zoo dikwijls hij zijn kas
opmaakte. Daar de heer Brown een wonder
was In de Mathematica, bleven de boeken van
de maatschappij wonderlijk Juist in overeen
stemming met de overgebleven gelden.
Dte gewoonte van dm hèer Brown, om dat
klevende geld niet in de kas, doch aan zijn
zakdoek af te vegen, had hem reeds een aar
dig sommetje opgeleverd en hij had zich
zooals gebruikelijk is met zijn gewoonte ver
trouwd gemaakt.
Overigens bezat dé heer Brown een fiifbn
smaak en zooiets is kostbaar. De gewoonte werd
derhalve sleur. Tenslotte had de beer Brown
ook een fijnen neus en deze kreeg den laatsten
tijd onaangename aandoeningen. Het kasgeld
,A Is misschien beter, dat we bier weggaan”, zei Piet met
bevende stem, t Was begrijpelijk, dat ze er allebei een vaartje
in zetten. „Zou die kleine aap dezelfde zijn van dien bsdlon?”
vroeg ^Ain. ,Dat weet ik niet", zei Piet. „Ze lijken allemaal
zoo op 75kaar. Maar die banaan zijn we in leder geval kwijt-”
wu alle romans, die ik
treffen."
-Ik vind er niets vn
„Toch ben ik er zeker van,” antwoordde Oraye
koppig. „Ik vertel Je, dat de vrouw, die ik zoo
Juist gezien heb, en die ik voor Lady Wargrave
houd. Gemma Graffl te. Ik ben er absoluut
zeker van.”
Een groote verbazing verscheen op Herbert's
gezicht.
-Wat sou dat vreemd zijn!” riep hij uit „Dat
gelezen heb, over-
Adrlan. Het te gelukkig niet waarschijnlijk, dat
de menschen in Lady Wargrave, de vrouw en
moeder van Engelsche edellieden, het kleine
Italiaansche meisje zullen herkennen. En het
te een voordeel voor haar, dat maar weinig
menschen haar kenden.”
„Dat te zoo,” zei Graye met het hoofd knik
kend. ,4a, dat te zoo.”
„Laat ons eens nagaan,” vervolgde Herbert.
.Dat waren: de huiseigenaar, mijnheer Quafen-
don en de concierge en zijn vrouw hoe heet
ten ze ook weer? o Ja, Acock. Maar overigens
nrfiand dan Jij tenminste voor zoover als
we weten. Wel, het te niet erg waarschijnlijk,
dat een van deze jnenschen ooit in de buurt
van Ashendijké zal komen we zijn hier erg
van dé wereld afgezonderd. Trouwens Quaren-
don en de Acocks zijn misschien al dood. Maar
ik zie van een anderen kant gevaar dreigen.”
„Van welken?” vroeg Graye, die gespannen
zat te luisteren.
„Lady Wargrave zal zonder twijfel wel van
tjjd tot tijd naar Londen gaan,” antwoordde
Herbert. „En dan zal men haar zien. Er moeten
natuurlijk nog andere menschen geweest zijn,
die Marco Graffl en zijn kleindochter gekend
hebben. Dat te niet anders mogelijk. Die kun
nen hgar even goed als Jij herkennen. Maar
veel erfeer zijn al die geïllustreerde week
bladen, die er tegenwoordig uitkomen. Het sou
me verwonderen, als de thuiskomst van Lady
Wargrave niet in verschillende van die bladen
werd beschreven en met foto's er bij.
„Verdraaid!” riep Graye uit. ,Jk heb een vent
en industrie.
In 1797 schrijft hij al na den vrede van Cam
po Furmk> aan Talleyrand, dat hij tot de con
clusie te gekomen, dat Bigdand de ware vij
and van Frankrijk tel
Maar wat Napoleon in zijn worsteling met
Engeland ontbrak was een goede vloot.
Typeerend zijn de woorden, welke Napoleon
kort na den slag bij ülm tot eenlge gevangen
genomen generaals van Mach's leger richtte:
„Ik wil niets op het
koloniën en han<
waard.als voor
land te de vija
van den Keizer
handel. De smokkelhandel maakte echter de
blokkade niet illusoir, daarvoor waren de
kwantiteiten te gering, maar de kustbewoners
verdienden een goed loon, hoewel niet gemak-
kelljk verkregen. Speciaal de smokkelhandel
over de HoUandsche en Duitsche waddeneilan
den was zeer levendig, waarbij Helgoland voor
de Duitsche eilanden als baste dienst deed en
men kan zich levendig Indenken, hoe gevaar
lijk het werk was in deze verradelijke wateren.
Aan dezen sluikhandel, die zeker niet de
schoonste ethische eigenschappen van de vol
ken aan de Noordzeekust naar voren deed tre
den, danken wij echter in niet geringe mate
bet behoud van flink zeevolk, want de vernie
tiging van onze zeevaart had er gemakkelijk
toe kunnen lelden, dat er langzamerhand ge
brek was gekomen aan goede zeelui. Hier ech
ter was werk te doen, moeilijk en gevaarlijk
werk, dat moed, doortastendheid, gehardheid
en veelal groote zeemanschap veretechte.
itlnent&Jk wil schepen,
*6n dat te voer U evenveel
|i.”_Mien voelt het: Roge-
van Frankrijk in de oogen
---t is ook de deus ex Tnach in a
van alle oorlogen en veldtochten, waartoe Na
poleon wordt genoodzaakt, mede door zijn po
gingen om de geheele Europeesche kustlij» te
beheerschen.
Na den val van Pruisen trekt Napoleon op
37 October 1806 Berlijn binnen, waar hij het
oogenbllk gekomen acht om Engeland den ge-
nadestoot toe te brengenden Sisten November
vaardigt hij het decreet uit, waarbij het aoo-
geqhaiqdw continentale stelsel wordt ingevoerd
voor het geheele door hem beheerschte gebied;
de maatregel, welke Engeland van geheel zijn
Europeesch afzetgebied zal berooven. Wat zijn
legers niet kunnen doen, waarvoor geen vloot
beschikbaar is, dat zullen zijn douaniers voor
hem verrichten: Engelands handel zal worden
lamgelegd, zij zullen Engeland blokkeeren
een blokkade in omgekeerden zin! Dat te het
antwoord op Engelands Britannia rules the
Waves! Sluit de kusten!
Engeland wordt daardoor wel geschaad, maar
niet op de. knieën gebracht; zijn handel werd
niet gefnuikt, er bleef nog genoeg vrij gebied
over; maar zonder gevolgen te het continentaal 1
stelsel, ondanks de in de onderworpen landen 1
veelal gebrekkige uitvoering, voor Engeland niet I
geweest. Het beteekende het'begin van de ont-
plooilng van de Europeesche industrie en heeft 1
tenslotte geleld tot een betere en gezondere i
verhouding tusschen de handetepositles van i
Engeland eenerzijds en het continentale Euro-
pa anderzijds. i
Maar ongedacht heeft het continentaal stel-
sel voor nog iets anders gezorgd het betee- i
Uit Perugia komt het bericht, dat aldaar te
overleden dr. Ralmond van Marie, een bekend
Nederlandsch kunsthistoricus, die ook in het
buitenland een grooten naam had. Dr. van
Marie te gestorven op betrekkelijk Jeugdigen
leeftijd, hij was pas 49 jaar, en zijn vele vrien
den in Holland zullen de tijding van dit vroeg
tijdig overlijden met groote ontroering ver
nemen.
Van Marie te in 1887 geboren te 's Graven -
hage. In 1906 was hij leerling van de Ecole des
Chartes te Parijs en vervolgens aan de Ecole
Pratique des Hautes Etudes, de Sorbonne en de
Jk vind er niets vreemds aan,” zei Graye
kalm. „Het te duidelijk, dat Ze naar het vaste-
■and ontvlucht te; dat ze daar na verloop van
Mid dien Sir Robert Wargrave ontmoet heeft
dat ze met hem getrouwd te. Wat te daar
nou vreemd aan?”
„Wel, als Je t precies wilt weten,” zei Her-
J*rt. „dan vind ik het vreemd, dat de politie
“aar daar nooit gevonden heeft. Ze hebben
«*h indertijd genoeg drukte over haar ge
haakt!"
-Daar heb Je weer ongelük,"
de 50.000 dollar gaat. Heeft uw man u mis
schien bedrogen? Hij heeft mogelijk het groot
ste deel achter gehouden. U weet toch, dat hij
een speler te, een speler, die altijd verliest?”
Sprakeloos en zonder bepaalde uitdrukking
zag mevrouw Brown voor zich uit. Dan haalde
zjj diep adem, haar lippen bewogen. Zij scheen
zich eerst te bedenken, doch dan barstte de
woordenvloed los:
JSen speler!? Daarvan heb ik nimmer Iets
geweten. Maar nu begrijp ik, waarom hij lede
ren Woensdagavond naar zijn „dub” ging en
om één, twee uur in den nacht terugkwam. Hij
te zelfs één keer om vier uur *s morgens eerst
thuisgekomen. Omdat hij zoolang had ge
schaakt, zeide hij. Nu begrijp ik het. Htj heeft
mij verteld, dat hij per maand een drie tot
vierhonderd dollar „bij" verdiende. Dat te in
de vijf jaar, dat hij In z0n betrekking te, een
twintig duizend dollar. Daarvan te de helft ver
bruikt voor extra's en groote vacantte-reiaen;
ruim tienduizend dollar staat op mijn naam op
de bank. En al bet andere moet hjj dus ver
speeld hebben? En ik wist daar niets van? Dat
is gewoon schandelijk”....
„Vertelt u ons eens. boe laat kwam uw man
gewocnlijk naar huls?”
4Hj gaat lederen morgen ruim acht uur weg
en komt tegen zes uur thuis....”
„Waar te uw man dan 1 middags tusschen
drie en vijf uur?”
jOp het kantoor.”
„Dat kan niet. Om drie uur wordt gesloten;
hy moet dus bij vieren thuis kunnen zijn.”
„Dan te u verkeerd Ingelicht, ik haal dik
wijls mijn fhan zelf af om enkele boodschappen
met hem te doen. Om vijf uur sluiten dk
bureaux. U kunt er bovendien bij het contriMe-
departement persoonlijk naar informeeren."
„Bij het departement voor contrtle? Wat
beeft dat met een verzekeringsmaatschappij te
maten?” K
„Wel, mijn man is toch regeeringsocntrolaur?
Hoe kon hu anders iets „bij” verdienen door
alleen ten oogje dicht te knijpen?”
Jteen. mevrouw Brown, uw man te kassier
bU de levensverzekering-maatschappU U.S. in
surance Company.”
Met wijd-open oogen staarde mevrouw Brown
haar bezoekers aan. Toen werd haar iets dui-
delUk. Zü slikte moeilijk, daarop zei ae:
„Pardon, maar moet u misschien bij Theo
dore Brown zijn de andere zijde van daas
verdieping? Hier woont Thanas Brown, be
grijpt u."
Een oogenbllk stonden de belde poütie-be-
ambten perplex. Zü keken elkaar zwijgend dan,
daarop zeide één hunner:
„Inderdaad mevrouw, wij bedoelen TTieodcre
Brown en niet Thomas Brown. Neemt u ons
niet kwalük, de overtalrüke Browns in New-
York hebben ons reeds menige verrassing be
reid, welke wü zelfs niet hadden kunnen ver
moeden.”
Den volgenden dag ontmoetten de beide
heeren Th. Brown elkander, zooals gewoonlijk
's morgens bet geval was. Ditmaal had de ont
moeting echter niet plaats in de lift van bet
flatgebouw in de Mayfair-avenue, doch in een
zaal, waar zij beiden moesten wachten om zoo
aanstonds leder verhoord te worden in bet
voor-onderaoek van hun respectievelijke straf-
kijn er
Aan den overkant was t een echte wildernis. Voorzichtig
slopen Drein en Piet verder, rr.nar opeens dook tusschen het
hooge gras een reuze-aap op, wël tweemaal zoo groot als ze
waren. Naast hem zat een klein aapje.
.Daar heb je het al!” zei Herbert „Natuur-
lük, er te tegenwoordig niets heilig of privé.
We zullen afwachten. Maar mag ik Je nou eens
een onbescheiden, maar een gewichtige vraag
stellen? Je blüft hier een tüdje bü me en we
leven hier in een klein wereldje, dus Je zult
zeker, vroeg of laat. Lady Wargrave wel eens
ontmoeten. Ik denk niet, dat ze je herkennen
zal, want Je bent heel wat ouder geworden en
die baard maakt een groot verschil. Maar ben
Je van plan, haar te vertellen, dat Je haar
herkend hebt?”
Graye antwoordde niet onmlddellük, en
Herbert wachtte bedaard: het was duldelük, dat
hü diep zat na te defiken. Na een poosje sprak
hü, en er zat een ietwat uitdagende klank in
zün stem.
„Waarom zou ik niet?”
„Waarom zou je niet?” herhaalde Herbert.
„Och Ja, waarom sou je niet? Want wat zou
het op slot van rekening be teek enen? Alleen
dit: dat Je haar in werkelijkheid zou zeggen:
3)aar heb ik niets van gezegd, want dat weet
ik niet,” antwoordde Herbert. „Al wat ik weet,
te, dat bü op een van zün laatste reizen met
een bultenlandsche dame getrouwd te: dat hü
nooit meer thuis te geweest en dat zü nu voor
het eerst op Ashendüke komt. Ik heb ook, toe
vallig, een tüdje geleden gehoord, dat de voog
den van den jongen baron 6» grootste moeite
hebben gehad haar te overreden om te komen
en dat ze zelfs nu nog maar alleen beloofd heeft
om gedurende den zomer te blüven.”
„Juist zoo!” riep Graye uit. ,^e haatte En
geland, dat herinner Je je toch zeker nog wel?”
Dus Je bent er nog altijd zeker van, dat Lady
Wargrave Gemma Graffl te?" vroeg Herbert.
,Dat heb ik je nu al zoo dikwüls gezegd, dat
ik de keeren niet meer kan tellen,” antwoordde
Graye. „Natuurlük te ze het.”
Herbert stak zün handen in zün zakken en
begon de kamer op en neer te wandelen.
.Dan zal ik je eens wat vertellen, Adrian,”
sel hü. .Als het waar te, dan te het heel Jam
mer, dat ae teruggekomen te heel jammer!”
Graye keek zün vriend verwonderd aan.
„Waarom?" vroeg hü.
„Omdat die uitspraak van de Jury er te. Ik ben
wel geen jurist, maar ik ken toch genoeg van
de wet om te weten, dat die uitspraak altüd
nog van kracht te. Zü kan nog altijd gearres
teerd worden.”
„Onzin!” riep Graye uit.
„Toch niet! Ga het den eersten den besten
advokaat maar vragen, als je wilt. Het te zoo.
Ik hoop voor haar, dat de oogen van andere
Herbert boog zich voorover, en klopte
^'waarom zei hü. .Dat zal ik je dan eens
vertellen. Omdat ik geloof, dat Lady Wargrave,
die wü voor Gemma GrafM houden, nóch weet,
dat haar grootvader vermoord te geworden,
nóch dat ze door de uitspraak van een Jury voor
een moordenares' wordt gehouden, daarom,
Adrian.” t
Oraye schrok. Hü wreef een paar maal met
zün hand over zün voorhoofd en schudde het
hoofd, alsof het hem pün deed na te denken.
En Herbert sprak door.
,Zle je Adrian, niemand weet, waar Gemma
Graffl naar toe is gegaan, toen ae op zoo
merkwaardige manier gevlucht te. En ook weet
niemand, waar de tegenwoordige Lady War
grave getrouwd te met wülen Sir Robert. Ik ben
er van overtuigd, dat Lady Wargrave niets weet
van het bevel tot arrestatie, anders was as
niet naar Engeland gekomen. Zou JU haar nu
van die dingen op de hoogte willen gaan
stellen?”
,Als Ik het deed, zou ik het alleen doen om
die vervloekte verdenking van haar af te schui
ven!" bromde Graye. ,Je weet dat dit het eenlge
Is, dat ik zou willen.”
,Je kunt maar beter geen slapende honden
wakker maken,” zei Herbert. „In ieder geval,
zal je in dat kleine wereldje, waarin wü hier
leven, haar zeker ontmoeten. Kijk eerst, voordat
je iets laat merken,' of ze je nog herkent. Ik
heb gehoord, dat ze niet van plan te, lang in
Engeland te blüven. Volgens mü zou as goed ge
daan hebben, als ae bgplemaal weggebleven was,
melük was tenslotte samengekleefd tot een
flinken klomp en daar meif nu 'eenmaal een
berg gemakkelüker ziet dan een kiezelsteentje,
kreeg de heer Brown een steeds vermoeiender
dagtaak. Bovendien bespeurde hü bü den nieu
wen beambte van den accountantsdienst be
sliste detective-eigenschappen.
Het was dus waarlük niet zonder reden, dat
de heer Brown aan het ontbüt steeds minder
goed gehumeurd scheen en in zün ochtendblad
een eenzijdige belangstelling betoonde voor de
rubriek rechtszaken.-
„Die stomme Mackinson! Om er zóó in te
tippeten.” gromde Brown op een morgen, toen
hij zün echtgenoote nauwelüks een vriendelük
woord toebedacht en uitsluitend zich interes
seerde voor de jongste rechtszitting over den
^^rtenN^vri} v^ cU^dm<^^Seken,’<^*^t“bed^g i^ven
banKier. Niet vry van sarcasme, meende zijn
vrouw te mogen antwoorden:
.Beste Theodoor, dat te het gewone risico van
het bedröf; laat het je niet ontmoedigen.”
De heer Theodoor Brown hield niet van die
soort opmerkingen en hü vertrok in uiterst
onprettige stemming naar zün kantoor.
Tegen twaalf uur dien middag stapten twee
heeren in de Uft van een grooten flatbpuw in
Mayfair-avenue. Bü de vierde verdieping stap
ten zü uit en kwamen in de ruime hall. Schuin
voor hen zagen zü een deur, waarop een naam
plaatje: Th. Brown. Een der heeren belde aan.
Jlen dame opende de deur.
^Mqvrouw Brown persoonlijk?” informeerde
de vrnkmde beer.
„JaweTHUta wien heb ik het genoegen?” glim
lachte mevrouw vriéndelijk.
„Politie," ontpopten zich de heeren en toon
den hun insigne aan de binnenzijde van hun
overjas. -
Mevrouw Brown had geen andere keuze dan
de bezoekers binnen te laten; zwügend wachtte
zü de komende dingen af. -
„Uw man is een paar uur geleden gearres
teerd. mevrouw
Brown. Een vüf-
tig duizend dol
lar blüken door
hem op onjuiste
wüze te
dit, aan de züde van den heer Brown "na- aangewend
eigen c
Daar wü veronderstellen dat u hiervan wel eer»
en ander zal bekend zün, komen wü u een paar
vragen stellen.”
Mevrouw Brown zonk in een fauteuil en sloeg
de handen voor de oogen; zü scheen seer ont-
daan. Haar bezoekers taxeerden in hoeverre
sprake kon zün van verrassing over hun mede-
deeling of over het feit der ontdekking. Toen
mevrouw Brown eenigszins zich hersteld had,
vroeg men haar nogmaals:
„Kunt u ons over dese vüftlg duizend dollar
tets naders mededeeten?"
Mevrouw Brown zocht naar woorden. Elnde-
lük klonk het onzeker:
.Maar het zün geen vüftlg duizend dollar,
hoogstens vijftien tot twintig duizend....”
,Dat te onmogelük. mevrouw. Ik te tat de
■w—e Katholieke Unlversitelt steunen
J is een praktisch apostolaat an
een ware Kruistocht voor weten
schap en geloof,
r
totdat de jongen groot was. Want ieder Jaar
wordt de kans, dat men ze nog zal herkennen
als Gemma Graffl kleiner.”
Graye antwoordde niet Hü vroeg zich af,
waar, wanneer en hoe Lady Wargrave"Ten hü
elkaar zouden treffen. Maar de dagen verliepen
en noch hü. noch Herbert zag haar. Of het
kwam, omdat ze het zoo druk had met het In
orde brengen van het huls, dat zoo vele jaren
was overgelaten aan de zorg van het personeel,
of omdat ae vond, dat de parken van het
kasteel groot genoeg waren om In te wandelen,
zeker was het, dat ae niet in het dorp ver
scheen. En al veertien dagen waren weer ver-
loo^n sinds den dag van haar aankomst, en
nietaand in het dorp had haar nog gezien.
En toen overkwam Graye het onverwachte.
Op een avond Herbert was weggeroepen naar
een verafgelegen gedeelte van het dorp zat
hü nog laat te lezen en te rooken, toen de
meid hem kwam zeggen, dat er een knecht van
het kasteel was, met een dringende boodschap
van Lady Wargrave haar jongentje was ziek
en of de dokter dadelük wou komen.
Graye legate zün püp neer en ging naar de
hal. Bulten zag hü de lampen van een nota
schünen. De knecht, die boog, toen hü plotseling
die groote gestalte voor zich zag opduiken, zag
er bezorgd uit.
„Wat heeft bet kind?” vroeg Grays.
Het te bü een schrijver van zün allure te
verwachten, dat men meer dan een oppervlak
kig relaas te hooren krijgt, van wat hem blük-
baar zoo trekt in een regelmatig bezoek aan de
beévaartplaatsen. Hü getuigt van de gods
vrucht die. er onder de duizenden pelgrims
leeft of gewékt wordt, door een bezoek aan wat
men een „geschenk des hemels” mag noemen;
maar hü geeft daarenboven ook met zeer in
dringende kracht een beschrijving van de in-
nerlüke, de psychische gesteldheid van deze
menschen, onder wie hü zichzelf herkent als
een hunner, als een zoeker van genade, bewust
kende de^opkomst van een enormen smokkel- of onbewust. Hü stelt tegenover de eigen fi
guur, gesymboliseerd in den pelgrim Augusti
nus, een andere, Sergius, die het humanisme
met zün scepsis en onverschilligheid vertegen
woordigt. Uit hun gesprekken ontwikkelt zich
de strekking van dit boek op %en ongedwongen
wüze, steeds vlottend door de simpele hande
ling, rond dit bezoek aan Lourdes geweven.
Sergius wendt zich aan het eind naar de genie
tingen der wereld, hetgeen den schrijver een
fel contrastbeeld doet ontwerpen van het leven
In Lourdes en dat aan het Lido, van het stre
ven naar 1 genot en dat naar de genade.
Het slothoofdstuk te t 'meest documentair
en minst levendige deel van t werkje gewor
den. De losse aanteekeningen door den pelgrim
in Lourdes gemaakt, worden in Parijs, in het
leven van. allen dig teruggekeerd,* door hem
geordend. Zü zün een kleurig vuurwetk van goed
proza, maar overtuigen niet meer dan een vuur
werk overtuigt. Het 'is schoqn als besluit van
deij feestelüken dag, dat te allés, maar bü
Mauriac lp elk geval een saamvattlng, .die
boeit.
De sfeer van Lourdes is voortreffelük door
leefd en tot expressie gebracht in dit boekje;
de vertaler die lot deze stof zeer aangetrokken
blükt te zün, heeft de sfeer en de spanning in
goed Hollandsch proza opgevangen. Een enkel
zonderling woord alg „Involgen" b.v. zal een
drukfout voor navolgen zün.
Vooral vopr hen die Ietwat cxltlsch tegen
over de. massa-devotle op de bedevaartplaatsen
der EL Kerk staan, te dit boekje van groote
waarde. Verhelderend en argumenteeiend op
een wüze die den eenvoudlgsten lezer boeien
zal, te het in zün stül en strekking van een
katholiciteit, waarmee wü gaarne de, Holland-
sche devotlelectuur wat meer gezegend zagen.
den was, dat Napoleon zün continentaal stelsel
invoerde; bü decreet van 21 November 1806
werd te Berlün het Britsche Rük geblokkeerd.
Alle briefwisseling en alle verkeer met Enge
land werd verboden, alle Engelsche onderda
nen, die zien binnen het machtsgebied van den
Keizer bevonden, werden tot krügsgevangenen
verklaard, alle Engelsche eigendommen werden
in beslag genomen, alle handel in Engelsche
goederen verboden en aan alle schepen, van
Engeland en zün Koloniën komend, werd de
toegang tot de continentale havens ontzegd.
Het continentale stelsel is een brok maritieme
geschiedenis en wel de culminatie van een lange
worsteling om de macht ter zee tusschen de
twee rijken; tevens is het ook het grootste be
wijs van de stelling, dat wie de zee beheerscht,
de sterkste te, ook te land. Deze economische
maatregel was er een van grooten omvang en
draagwüdte en werd, naar het Fransche oor
deel, gerechtvaardigd door de vóórafgegane jge-
weldpolltiek” van Engeland, want de invoering
van de blokkade was geen alleenstaande maat
regel, het. was een gevolg van vele voorafgaande
gebeurtenissen.
In de afgeloopen eeuwen had Ekrgeland in
zün streven naar de onbeperkte macht ter zee,
welke voor het land weer een noodzakelükhrfd
was volgens Engelsche opvatting, af gerekend
met SpaAje en daarna met Holland, dat aelf
greeds de Portugeezen uit hun koloniaal bezit
■verdreven had en ten slotte was Frankrijk aan
de beurt gekomen. Deze worsteling met het
sterkere Frankrijk kenmerkte zich door een
taaie, constant volgehouden politiek, terwül
Frankrijk daarentegen niet zoo krachtdadig en
vooral niet zoo volhardend optrad.
Het spreekt, dat Frankrijk In den loop der
tüden verscheidene pogingen deed om den toe
stand züner marjne te verbeteren, doch bet
slaagde er niet In een zeemacht op te bouwen,
die zich met die van Engeland op den duur
kon meten.
Hoezeer de Franschen met hun onpracttecbe
beginselen op handelsgebied zichzelf benadeel
den. kan blüken uit het in 1786 gesloten En-
gelsch-Fransche handelstractaat; hierbü wer
den slechts de Fransche grootgrondbezitters
eenzüdig begunstigd, terwül de Industrie zoo
goed als geen voordellen verkreeg. Dit verdrag,
dat de zwakke talentlooze Bourbonsche regee-
rlng sloot, heeft niet weinig bügedragen tot de
ontevredenheid in Frankrijk, die tenslotte leid
de tot de revolutie.
De Nationale Conventie nam dan ook ter
stond stelling tegen de Engelsche suprematie
op handelsgebied en bracht Ingrijpende veran
deringen tot stand. De oorlogen met Engeland
tüdens de revolutie en Consulaat en Keizerrijk
zün dan ook in den grond genomen handels-
óorlogen geweest; Engeland was zeker niet in
dft eerste plaats bezorgd voor het lot der zwak
ke Bourbons, maar het camoufleerde zün eco
nomische oogmerken met politieke kwesties.
Hoofdzaak was, dat Europa Engelands afzet
gebied moest blüven en dat verhoed moest
worden, dat Frankrük een verstandiger politiek
sou voeren en als concurrent zou opgroeien. De
Franschen waren in him streven oprechter en
duidelüker: hun doel was los van Engeland te
worden en die „natie van kruideniers” aan te
grijpen in haar rijkdommen en handel.
In Maart 1796 wordt reeds alle Invoer uit En
geland in Frankrijk stopgezet en in Januari
1798 wordt als maatregel ter beteugeling-van
den ontstanen smokkelhandel bepaald, dat alle
Engelsche goederen zullen worden geoonfls-
keerd en dat elk neutraal schip met Engelsche
manufacturen tot goeden prijs zal worden ver
klaard. Maar Engeland trok aan het langste
einde, want het had de middelen om vüande-
lüke schepen te vernietigen, vüandelüke kolo
niën te blokkeeren en te nemen, in het kort,
Engeland kon den Franschen meer nadeel toe
brengen, dan de Franschen Engeland. Toen
Holland zich dan nog aan de Franscne züde
schaarde, werd het den Engelschen nog gemak-
keiüker: de HoUandsche schepen en de Hol-
landsche kolomen gingen denzeltden weg op als
de Fransche, zoodat Pltt in 1801 met trots kon
verklaren, dat de ITansche, HoUandsche en
Spaansche handel ter zee vernietigd was en
de handel van Engeland daarentegen in tien
Jaar tüds verdubbeld was!
Napoleon zette den strijd tegen Engeland
voort, doch hü maakte van wat tot nu toe bü
<te Fransche regeering „een” kwestie was ge
weest tot „de” kwestie, de hoofdzaak, ja het
beeft er zelfs allen schün van, dat Napoleon
«oo ver ging om aan te nemen, dat de strijd
tegen Engeland de eenig noodzakelüke voor
het belang van Frankrijk was en dat alle an
dere oorlogen, welke hü te voeren had, voort
kwamen uit den onvermüdelüken strijd tegen
Unlv'e^slté de Paris, waar hü in 1909 het Dl-
plóme d'ltudes Unlversltalres behaalde en in
1910 het Doctorat de la Faculté des Lettres de
ITnlversité de Paris avec mention trés hono
rable. Tot 1918 heeft hü in Parijs gewoond,
daapa in Perugia in Italië, waar zün huis San
Marco een vuMffïïlïtaats werd van fraaie schil
derijen en boeken. -
Van zün werken noanen we Le Comté de
Hollande sous PhUlppe le bon (1906)Hoorn
au Moyen Age, waarop hü in 1910 promoveerde;
bibUographle van 'sGravenhgge (1906); De
mystieke leer van Meester Eckehart (1916); 81-
raone Martin e* les pelntres descnécole (1930);
Recherches sur l'lconographie de Glotte en de
Duccio (19300); La pelnture romaine au moyen-
age (1921); The Development of the Italian
Schools of Painting, 1-15 en 17 en. 18 deden
1923-1936; Iconographie de l’art profane au
Moyen &ge et k la Renaissance (3 deden) 1981-
1933.
De Italiaansche kunstgeschiedenis, waaraan
Dr. jan Marie werkte, zou 31 deelen omvatten.
Het.is natuurlük de vraag, of de kopü zoover
voltooid is, dat de ontbrekende deelen alsnog
kmnen verschijnen.
A
K>0