IK 5 TO ,hw I M ^T J?IlNTtRtV-AA v V^RT£X •/'I' it i’è i mt w F i i I afc B 'X Zoekt gij betrouwbaar Personeel? „Omroeper” gezinnen digi b n w te Barneveld bij. Sint Nicolaas te Amsterdam. RB Prins Bernhard woont legeroefeningen lIaUL '1 r F Plaats dan een voor 80. A -- -• 1 <3 In - G< fe hw 4 f F - X oik Ll r St. Nicolaas komt! Uit de klas c J - v< DONDERDAG 26 NOVEMBER 1936 K mnnmiimmnniniiinimiininmnnmiiiiiiiniiiiinniininniniiininnimiiinifflimnninmnninf - ép h S^i Ml 4 '-w l. sw |*4i r LW ®Si I - - Ml I I 5’ t «I ■ftf ȱ- bed. ze Bert, „Jan ben je al kon „Hoeveel pooten heeft een k FIET BROOS, i ri/ O ^”-^8% I Twe vast rules Die h« ieder geval kreeg by nu het leesboek van Bert. Dat Is toch al meer dan genoeg als je helemaal niets verwacht. Nee, hy gaf niks weg. Dan had Sinterklaas het zelf maar aan Jaapje moeten brengen en niet aan hem. I ma lan stig var Ooi ha. d< f stel kor Indien feu, om Vele de reg ning za landsch in staat die van Verst bestel!» zonder ment, t beroep omstan Ver van d vloeie aanva verho lands» waard dienin door Wee collect den de in mariti noodig den st geerin met d» te kun Eeni gang gewees van he ning ir strekt! mogelt vloot t V< groo uitgi Rijk waa deze wore s Nie het w opzlc! tot v stuk leurs len dit o de st He midc schik oord» den, met FOTOREPORTAGE -.MM» f Ook tulgind: king kc kenen Indisch Vele leid var Verse het int» zal wor Verse naam t van de Ministe stukken op de d toe dooi Zll wez» lemente ben. Verse! op. dal slechts poot de naar he van Ko In wi voor 19; Aldus z» loop nu ernstig 1 1 Met leden u Foote i in West houding voldaan. Even stonden zij rillend te luisteren.,.. «few j v''iws-ïses»«s®i i St. Eicolaas, St. Nicolaas, Toe, brengt U wat bij mij. Zeg, rijdt ti met Uw witte paard, Ons huisje niet voorbiJT ïk was 'dit jaar erg lief en toet, Ik plaagde zusje niet. Daarom ben 'k heelemaal niet bang, Straks, voor Uw knechtje Piet! Want ’k weet, dat die de kinderen soek». Die stout en lui vaak zijn; Die krijgen dan een harde roe, In plaats van marsepein. Ik sta zóó dikwijls nu voor t raam. En ‘k kijk maar steeds op straat. Of U met zwarten Pieterknecht, Niet door ons straatje gaat! Ik zet m’n schoentje rs avonds trouw. Bij onzen schoorsteen neer; Ik vond er al iets lekkers in: Een marsepeinen peerl Wat hoor ik daar voor zochten stap, Is dat St. Nicolaas niet! Ja hoor, daar zijn ze eindelijk dan.... Dag Sinterklaas, dag Piet! .J^oeder,” zei Bert, „vindt U het goed dat Ik Jaapje ook wat geef van alles wat Ik heb gekregen?” „Natuurlijk jongen,” zei moeder biy, „breng het dan maar gauw. Hoe eerder hy er plezier van heeft hoe beter I” Prin» Bornhard bracht Woensdag ta Barneveld een bezoek aan de oefeningen met luchtafweergeschut door het corps luchtdoel-artlllerie uit Utrecht De Prins bezichtigt een hoogtezoeker voor vliegtuigen. In een oude schoenendoos legde Bert voor zichtig het in vloeipapier gewikkelde lees boek. Daar bovenop een handvol suiker- beestjes, twee marsepeinen oranjeappeltjes, een taai-taaiman en al de noten. „Doe jy d’r nou ook wat by, Jan,” zei hy tot zyn broer? „Hier.... neem die appels maar,” ant woordde Jan wrevelig. „Die kun je ook wel houden,” snauwde Bert, „gierige knul.” Met groote koeienletters schreef Bert op de doos: Voor Jaapje van Sinterklaas. Toen liep hy de achterdeur uit en klopte by buurman aan. De moeder van Jaapje deed open. „Hier,” zei hy, ,,dit is voor Jaapje van Sinterklaas.... dat.... ehdat.bee^ hy verkeerd bezorgd." „Dank je wel hoor," zei de vrouw,je bent een li^ve jongen.” Ze streek hem over de haren. Rood tot achter zyn ooren rende hy toen plotseling weg. Japie was in den zevenden hemel dat Sinterklaas toch nog wat gebracht had. Moeder schoof een tafeltje by en zette er alles op. „Sinterklaas heeft zeker in bet donker niet goed kunnen zien," zei hy, „ik had er eerst niets van gemerkt, maar hy had alles onder den schoorsteen in de keuken gezet. Vast een vergissing van heml”> Wat was Jaapje biy. „Moe," riep Bert een uurtje later, „waar zou Jan toch zitten, ik kan hem nergens meer vinden I” „Hy is net de achterdeur uitgegaan.” zei moeder, ,Jk weet niet wat hy ging doen.” Bert liep naar buiten. Hy had Jan nodig om even een plank vast te houden. Daar zag hy nog net boe Jan by buurman iets afgaf. Een pakje, meende hy. Spoedig erna was Jan al weer terug. „Wat ging jy by Japie doen” vroeg Bert. Jan keek Bert even aan, stak zyn handen in zyn zakken en holde weg om zyn vriend jes te gaan halen, om naar zyn stoomma chine te komen kyken. ’s Middags ging Bert Jaapje opzoeken. Die was aan *t kleuren in het kleurboek van Jan.... 1 Sonun <ht het •te geest verneme neer Vai <fen leid Helmuth *n pron «<*e en een intei »*ren 9! het moment ven opening. De auto's der belangstellenden, die tot de eersten wilden behooren, na de opening der niéuwe meer dan acht mijl lange brug van San Francisco naar Oakland Bay wilden passeeren dat lukte moest Minister Sllngenberg, die Woensdag» middag te den Haag de psycho-tecn» nlsche tentoonstelling opende, bekijkt een der geëxposeerde Instrumenten Nu zaten ze naast elkaar in de kerk. Bert met zyn ogen styf dicht en zyn handen ge vouwen. Hy bedankte O. L. Heer voor de timmerdoos. Hy ging er eerst een altaartje mee timmeren met een tabernakel. Dan deed hy zelf de mis. Jan met één hand onder het hoofd zat verstrooid met de andere in zyn kerkboek te bladeren. Die Bert, met zyn leesboek weg geven en zyn snoepgoed erbij. Hy was niet zo gek om zyn kleurboek en zyn fyne kryt- jes af te staan. Dank je harteUJk. Kon hy het soms helpen dat Jaapje ziek lag en dat zyn vader werkloos was. Sinterklaas had bet toch zeker aan hem gebracht en niet aan Jaapje. Vast niet om het een half uur naderhand weer weg te geven. Jaapje zou trouwens toch wel wat gekregen hebben. In ,JEn myn stoommachine!” Ze sprongen als Indianen om de tafel en zwaaiden met hun schatten in de lucht. Er stond nog veel meer op. Snoepgoed, suikerbeestjes en marsepeinen oranjeappel tjes. Twee doosjes sigaartjes van chocola, appelen en noten, een reuzen-taai-taaiman en voor elk een chocoladeletter. Verder nog een kleurboek voor Jan met kleurkrytjes en een leesboek voor Bert. Moeder stond er maar zo’n beetje by te lachen. Met zyn tweeën tegehjk vlogen ze haar om den hals. „Dank u wel moe. U bent de liefste moe der die er bestaat”, schreeuwden zy. „Wat is dat nu”, protesteerde moeder, ,Je moet my niet bedanken. Sinterklaas heeft al dat moois gebracht!” „Maar u hebt het betaald”, zei Bert wys. „Ga je maar vlug aankleeden en dan eerst naar de kerk, dan kun je straks alles nog eens beter bekyken.” Naast elkaar stapten ze voort. Voor het raam zat Jaapje. Hy wenkte even achter het gordyn. Ze knikten vriendelyk terug. Jaapje was hun kameraadje. „Jan,” zei Bert plotseling, „weet je wat ik gisteravond heb bedacht! Als ik die tim- merdoos kryg, dan.... dan geef ik al het andere aan Jaapje.” „Stommeling,” schold Jan, „wie geeft er nou alles weg. Dan heb je zelf niks om te snoepen.” „Nou ja, alles natuuriyk ook niet,” ant- woorde Bert, „myn chocoladeletter en een paar suikerbeestjes zal ik zelf wel houden. Man, je kunt Japie toch niet met zo’n beetje afschepen. Ik heb ’t hem beloofd dat hy ook wat kreeg.” „Je leesboek ook zeker,” spotte Jan, „dat geef je natuuriyk ook weg!” ,Ja,” antwoordde Bert, „ik kan het toch altyd nog aan Jaapje terugvragen om te lezen. En voorlopig doe ik toch niks dan timmeren.” „Nou, maar ik zal zo gek niet zyn!” zei Jan minachtend. van vader en moeder. Nee gelukkig bleef alles rustig. „Nog eens proberen", zei Jan. Wat was het koud en wat duurde het vreseiyk lang eer ze beneden waren. By iedere stap kraakten de treden alsof er wel een heel leger over heen marcheerde. EindeUjk stonden ze bibberend voor de deur van de achterkamer, waar ze hun schoentjes met hooi en stroo neergezet hadden. „We nemen alles mee naar boven”, fluis terde Bert. „Ben je betoeterd”, antwoordde Jan, „als vader en moeder dan straks beneden ko men, zien ze dat alles weg is!” Voorzichtig draaide Jan de knop van de deur om. De deur was gesloten. Even stonden beduusd elkaar aan te kyken. „Flauwe kul”, zei Jan hardop. „Ssssstdeed Bert geschrokken, „kom maar gauw mee, straks zien we al les toch.” Over de krakende trap slopen ze weer als inbrekers naar boven en zuchtten ver licht, toen ze de heerUjk warme dekens weer over zich heen voelden. „Opstaan jongens”, klonk de stem van moeder onder aan de trap. In een wip wa ren ze er uit en even er na stonden ze de huiskamer binnen. „J6, jaschreeuwde Bert, „daar hè je m’n timmerdoos!” Op den Dam te Amsterdam ging het Woensdag bij de huldiging van St Nicolaas en de uitdeeling van versnaperingen door den Sint geestdriftig toe r ,^eg Bert,” zet Jan ’s avonds in „zou Sinterklaas nou die stoommachine ook brengen, waar ik om gevraagd heb?” „Jadat denk ik wel”, antwoordde Bert, „maar die timmerdoos van mij.... ik weet het niet.... vader keek zo eigen- aardig toen hy myn verlangiystje las. Ik geloof nooit, dat hy er erg mee ingenomen was. Als hy nu maar niets tegen Sinter klaas zegt. Dan kryg ik misschien een of ander prul, waar ik toch niets aan. heb!” .Beter wat, dan niks”, meende Jan en draalde zich om, om te gaan slapen. Maar zo gemakkeiyk niet. Aldoor hy maar aan zyn stoommachine denken en met Bert ging het al net zo. Die woelde en draaide en zuchtte. Mis schien was zo’n timmerdoos wel erg duur, i Ja, hy geloofde wel aan Sinterklaas, maar toch had hy zo’n vermoeden, dat vader en moeder alles moesten betalen, wat zy kregen. Waarom zouden anders al die mooie dingen in de etalages uitgesteld] worden. En de mensen moesten ze betalen, dat had hy zelf gezien. En Japie van buur man zou anders ook wel wat krijgen. Maar die had hem zelf verteld, dat zyn moeder 1 had, dat Sinterklaas dit jaar niet :omen. Ze waren te arm. Als Sinter klaas alles zelf bracht, zou hy toch wel eerst naar de armen gaan. Het was een raar geval. Hy zou het morgen eens aan meester vragen. Eigeniyk ook niet, jokte ook maar wat. Laatst vertelde van visseben, die konden vliegen. Hy had maar net gedaan of hy het geloofde, maar by zich zelf had hy gedacht: „Maak dat de kat wys!” Het gaf ook eigeniyk alle maal niets, als hy zyn timmerdoos maar kreeg. Als hy die kreeg, nou dan.... dan.... Er lag nog een jongetje in bed. Het was Jaapje van buurman. Hy was ziek, al twee maanden en zyn vader was werkloos. Hy Leeraar: paard?” Jongen: „Vier. Aan lederen hoek één’ •Biet, kon jy een andere uitdrukktal geven voor’je woord breken?” «Ja, meneerstotteren!" Op uitnoodlglng van het Initiatief Comité Amsterdam bracht St Nico laas met zijn knechts Woensdag een bezoek aan de hoofdstad. De aan komst van den Sint per boot aan de Prins Hendrikkade Wachtend op h die onmiddellijk Links luitenant-generaal jhr. W. Röell, commandant van het veldleger zuchtte diep. Sinterklaas zou by hem van nacht wel niet komen. Moeder had het hem al zo half en half gezegd. Misschien! Hy verlangde zo heel weinig. Met speelgoed kon hy niet veel doen. Maar een kleurboek met kleurkryt. Hy keek in het donker eens naar de plaats waar hy zyn schoentje neer had gezet en langzaam kwamen blin kende pareltjes onder zyn wimpers te voorschyn. Niemand zag het nu immers. „Lieve, lieve Sinterklaasje”, snikte hy zachtjes,” geef my een kleurboek.... met krytjes. „Jan”, fluisterde wakker?” ’t Was nog geen vyf uur en pikdonker. ,Ja”, fluisterde Jan terug, ,Jk hoorde iemand op de trap, daar ben ik wakker van geworden. Ik denk dat dat Sinterklaas was!” „Vast”, meende Bert, „en dan staan on ze cadeautjes al klaar.” „Hoe laat zou het zyn”, vroeg Bert weer. „Bang-bang”, sloeg de klok in de gang vyf keer. „Hé, vyf uur pas, dan moeten we nog een eeuwigheid wachten, voor we alles kunnen bekyken. Zeg, durf je mee op te staan?” ,,’t Is my te koud”, zei Jan. Maar de verleiding was te” groot en hy kon toch ook niet meer slapen. ,JCom dan maar”, zei hy. Voetje goor voetje schuifelden ze nu in hun pyama door de gang naar de trap. Bert hield Jan by zyn jasje vast. „Voorzichtig aan”, fluisterde Jan en zette zyn voet op de eerste tree. .JCrrrrkraakte deze en vlug trok Jan zyn voet weer terug. Even stonden zy rillend te luisteren of zy geen geluid hoorden uit de slaapkamer iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiB

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 12