DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL U>ir ïïtetu&fiaal can den dag I '1 Ai j F ABONNÉ’S F 750.- aursraunsu 1’1 F 250.- I Hl /TAllair Blookcrt ijd Officier van het Vreemdelingenlegioen in Spanje vertelt y 7 r' r'i I' 1 I Wie doodde g I Marco Graffi? 1 DONDERDAG 26 NOVEMBER 1936 .te Het legioen i' De klassieke Don Een oogenblik was voldoende VLIEGENIER IN DEN BURGERKRIJG ten Wi iïJü van ongeschiktheid tot werken door 17 17 CaD bij een ongeval met a, beide beenen of belde oogen 1 ft Uv«" doodelijken afloop 'aANGIFTe'mOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL f? I 1 Het verloop van den stryd b» verUes van een hand, een voet of een oog. Badajo* en Madrid Het leger der opstandelingen De ervaring van een vliegenier .•J k- W? I De guitaarspeler laat zijn fantasie den vrijen loop menlgen di HOOFDSTUK IV De zwarte daler 24 dat nu T ISO B I Dat- had een heel natuurlijke reden. De Vuurlander» woon den namelijk boven op de bergen, waar het geweldig koud kon i|jn. Nauwelijks waren Piet en Drein binnen of re begonnen druk te bepraten, wat «e met hen «ouden aanvangen. Intuaachen was het hok gesloten en keken Drein en Piet elkaar een» aan. „Daar zitten we nou”, «el Drein nijdig, Ju", antwoordde Plet, ,*n we zün knappe jongens als «w er nog levend uitkomen.” .Jong geleerd, oud gedaan", denkt deze moeder, die haar dochtertje al op zeer jeugdigen leeftijd leert sparen waarschijnlijk op de jeugd en de schoonheid welke voor een oogenblik de gruwelen van den burgeroorlog deden vergeten. Iele Me B i? >1 l/F' a p« Men 44- eren der» Var- 10- l* Uvte ent, roye 1-4 ent, k 0 te *a- :en- 10» i niet in de kamer laten blijven, me beloofd het leven van m|jn eest l-w 30_ irte- s.ao n -10 -10. t.jM w- 1— 11 tl |n- 14 naar de stad gekomen en had een paar kamers gehuurd in een bekend hotel; als haar ooit ge vaar mocht bedreigen, zou hij. zooals h|j tot Herbert zei, In leder geval in de buurt zijn. ..Dat gevaar wordt lederen dag al minder en minder," zei Herbert. „Daar behoef je al bijna geen rekening meer mee te houden. Maar ik zie voor jou een heel ander gevaar dreigen, Adrian!” Oraye antwoordde met een onverstaanbaar gebrom. En Herbert lachte en zei: Je zult toch niet willen ontkennen, dat je doodelijk verliefd bent op Lady Wargrave. Je wordt met den dag ver liefder. als je zooveel naar haar toegaat. Den laatsten tijd ben je lederen dag naar het kas teel toe geweest; en als jullie nu alle twee In Londen z|jn. dan zul Je even dikwijls in Park Lane verschijnen, als je het hier op het kasteel gedaan hebt. En hoe moet dat allemaal afloo- pen?” Oraye antwoordde weer met een gebrom. HU mompelde iets in zün baard over de dwaas heid uit zulke kleine dingen zulke groots ge volgtrekkingen te maken. „AU right, kerelI” zei .Herbert. ..Maar de liefde la geen klein ding. Ze is voor sommige men- schen de meest ernstige zaak van de wereld. En j|j bent een van die menschen. En ik weet ook heelemaal niet of Lady Wargrave wel ver liefd is op jou. Adrian. Ze is je natuurlijk erg ctankbaar, dat je het leven van haar kind hebt gered en ze bewondert je en ae heeft graag steun van zoo'n grooten man, net zooals aom- In de hut was een hok en daarbij stond een Vuurlander, die een hoed ophad var! een meneer, dien ae vroeger al gevangen hadden genomen. „Wilt U binnengaan”, zei de Vuurlander. t Viel Drein en Piet op. dat de mannen zoo warm gekleed waren I bjj. Weet je wat er kan gebeuren? Dat een van de ons bevriende naties onverwachts heel Bar celona zoo'n schop geeft als ik dat hondje heb gegeven. Dat noemen zü een fait ac compli. En daarmede zal de zaak een einde hebben genomen. Vertel eena. hebt u het le gioen wel eens aan het werk gezien?" ,JEn Barcelona?" De officier springt bijna op. zoo heftig wordt hij. ..Barcelona? Dat is geen Spaansche stad. Die wil ik van den eenen uit hoek tot den anderen bombardeeren tot het één puinhoop is. Veel verzet zullen w|j daar overigens niet vinden. Ik herinner me een veelbeteekenend geval. Ben paar jaar geleden, in het begin van de republiek zat Ik voor een café In Barcelona toen er een stel lui voorbü- kwamen met een hondje dat een strik om had met de monarchistische kleuren. Ik heb het beest een 'schop gegeven zoodat het, geloof ik, op een dak terecht is gekomen, en die lui zetten het op een loopen. Is dAt een volk?” „Ik heb nu langs de grens voldoende gezien om te be grijpen dst z|j zich tot het laatste zullen ver dedigen." ,.K|jk eena, waarde vriend, ik heb geen verstand van politiek, maar zooveel be grijp ik wel van den tegenwoordigen toestand van Europa dat als Franc* .in Madrid is, Bar celona vanzelf valt. Meen je dat Italië een rood Catalonlë als overbuur wenscht? De tijd van spitsvondige en langdradige politiek is voor- Later zou ik een bestorming van een beogen heuvel met eenlge rijen verschansingen van dichtbij zien verrichten door het legioen. De herinnering daaraan zal mü lang bljblUven. De legioensoldaten vechten met een rustige on verschrokkenheid. en bedaarde. zwijgende doodsverachting welke den toeschouwer vooral als deze een simpel man van studie is zooals ik diep treffen. Tijdens mijn gespeel^ met dezen officier had ik zulk een heftige ge- veéMsMt* van bet legtoMi nog^fet gesMb. an ik vroeg hem dus m|j daar iets van te ver tellen. „Welke gewaarwording geeft het boven de vuurlinies te bombardeeren?” Je hebt neiging te dalen, tot in het bereik van het vuur. DaT is heel merkwaardig. Het is alsof je naar benéden word gezogen, het geeft een ontzaglijke span ning en tegelijk een vreemdsoortige onverschil ligheid voor het gevaar. Het tikken van eeh ko gel tegen de pantserplaten (de moderne ge vechtsvliegtuigen uit Dultschland en Italië zUn van onder gepantserd) brengt je in een ge- vechtsroes. Ik sou ook liever een jachtvliegtuig besturen. Dat maakt je actiever, onmlddellüker betrokken bU het gevecht. Het beantwoordt ook meer aan m|jn karakter „Hoe stelt u zich bet verloop van den oorlog voor?” ,Jk geloof dat Mola gelijk heeft, en dat de oorlog in Januari afgeloopen is. Madrid is het groote punt. Daar richten w|j ons naar. Ik heb hooren beweren dat met den val van Ma drid de erkenning van Franco als dictator van Spanje door enkele groote mogendheden zal volgen." „En dan?” „Een krachtige militaire dictatuur, nauwe aansluiting bij gelijkgezinde naties en een algemeene opvoeding van het om SpaQje.lQL ggn Hinke,-mHltalza naUe laken.” Gelooft u Inderdaad dat Spanje zjjn eeuwenoude problemen opnieuw tot ikkellng kan komen onder een militair be wind?” „Ik weet niets van die eeuwenoude problemen. Het eenlge dat ik weet is dat het land van m|jn vader is geconfiskeerd. dat het huls van mijn broer in Madrid een clubgebouw van socialisten is, dat een huls dat wjj in Bar celona hebben een hospitaal voor roode mili tairen is. en dat er sinds jaar en dag geen orde en veiligheid in Spanje is geweest. Meer weet ik niet, en meer wensch ik niet te weten.” Graye om met hem mee te gaan. Maar Lady Wargrave nam Graye b|j beide handen, hoewel ze zich niet bewust was, welk vreeselljk risico hU op zich had genomen, om het leven van haar kind te redden. Graye voelde zich week wor den onder dien zachten druk. .Morgen zal ik u bedanken,” zei ze hem vast aankUkend. „Vanavond kan ik het niet.” Graye voelde zich pas weer bjj komen, toen zU met de koele nachtlucht om hen heen, door de Undenlaan reden. Toen zei hU plotseling: „Jack! Als Je me je woord niet geeft om hierover je mond te houden, pak ik morgen mUn koffers, en vertrek ik nog voor het ontbijt." .Rest. kerel," antwoordde Herbert zachtjes. ,Jk beloof het je. Maar God geve, dat je be waard moge blijven. Het risico is verschrikke lijk." „Nu. dat is genoeg, laten we er over zwijgen." „Ja, laten we dat doen.” zei Herbert. .Maar wel zal ik mijn mond eens roeren over die bronnen en putten hier. Daar zal ik me eens mee gaan bemoeien en er Lady Wargiave en haar zaakwaarnemers eens over interpelleeren. Ik zal haar zeggen, dat ze zoo gauw het kind een beetje beter is, maar naar de stad moet ver huizen, en dan dat oude huls maar eens na moet laten kijken. En trouwens het heele goed. Zoo, nu heb ik ze elndelUk eens gezien. Adrian. Een mooie vrouw. Vreemd, dat je haar zoo weer moest ontmoeten! Herkende ze je?" Graye gooide z|)n sigaret weg en lachte een beetje grimmig. Je had me volkomen ver- op zün beurt met haar. Ten slotte wenkte hulgeten,” zei hU. Na met een vluggen blik haar schoonheid in hch te hebben opgenomen, kwam hü direct tot de zaak, die hem hierheen had gebracht. ..Wat is het. Lady Wargrave? MUn vriend, Heeft hU Een medewerken die een bezoek op het too- neel van den Spaanschen burgerkrijg heeft ge bracht. schrijft ons onderstaanden brief, wi bij men er rekening mee dient te houden, bet artikel al eenlge weken geleden gesel ven is. groeide de opwinding onder degenen, die aan land wachtten. Bleek staarden zU de gezichten der wachten den aan en met lederen pas ging deze bleek heid over in het blijde rood van t weerzien. Heelemaal vooraan echter, juist daar, waar Bébé bU de volgende drie passen «Un zou, stond Helène Behrens, die wel recht had zich de verloofde van Rickmers te noemen. Drommels aan haar bad Rickmers abso luut niet gedacht, sooeeer waren zün gedachten door de blonde vreemde danseres in peslag geno men, dat die ook van haar dorp hierheen zou ko men; wat drom- mels. zoo was het goed. Rickmers maakte zich heel klein ach ter den breeden rug van een Amerikaan, die met zUn dikken ulster en zijn koffer bijna den heelen doorgang versperde. En toen gebeurde er iets, wat Rickmers wel zün heele leven niet vergeten sou. Een kind van ongeveer drie jaar had zich van de schort van zijn moeder losgerukt, was in het gedrang geraakt en lag nu heelemaal in het slijk, juist toen de slanke Bébé haar voet aan land wilde zetten. En toen de kleine om hoog krabbelde, grepen de smerige handjes naar een houvast en dat was juist de fijn ge- plisseerde rok van Bébé. die toen het dichtst bU was. Een gedempt scheldwoord kwam over de lip pen van de danseres, haar hand greep naar de kleine en.... wel weinig geoefend hulp te verleenen. viel het kind weer terug op de steenen. Bén pas naar voren slechts stond He lène Behrens stil, toen pakte zU het schreiend kindje van den grond. Geen oog had Rickmers dese seconde van de beide vrouwen afgewend en dit moment was voldoende om acht voorbije dagen uit te wis- schen en zün blauwe oogen aan andere, reine stralen te verkwikken. Een korte handdruk slechts was tusschen Rickmers en Helène gewisseld. En toen het kind aan de moeder teruggegeven was. wandel den rij hand in hand langs de verbaasd wach tende danseres i,een. Wie echter beiden met aandacht opnam, zag ook dat Helène Behrens de vrouw was, om ook een groot kind steun te verleenen. is een gesloten, vast en hecht blok waar men rustig en veilig mee kan werken. Aan de fas cisten hebben wU niets Men zegt dat er twee honderdduizend zün. maar als soldaten deugen ze niet. Het zün burgermannetjes met gewe ren. Aan het front dienen zij vrijwel nergens voor. ZU worden achter het front gebruikt als wachtposten, executeurs, bezettingstroepen enz. Het leger, het elgenlUke leger, is wat de manschappen betreft geen deugdelijk wapen. Het commando heeft dus ih de eerste plaats het legioen, dan de Oarlistische vrijwilligers, en tenslotte de Marokkanen.” ring aan Asturië in 1934 zal hen tot het laat ste staande houden tegen het legioen en de zware strUdkrachten.” „IXn leggen wjj hen tot den laatsten man neer en schieten wij Madrid plat." „Dat kou dan wel eens een kwade zetel voor een nieuwe regeering worden.” Een vaag gebaar is het antwoord. li' k I dr. Graye, is hier, zooals ik weet. I u iets verteld?" I ,HU wildé me I maar hU heeft u.-- I kind te zullen redden. Dat zal hU toch, gelooft I u niet?" I .Als hü het u beloofd heeft en als het men- I jehelUkerwUze gesproken mogelljk is. dan zal I M) <l«t. Maar heeft hU u niet gezegd, wat het I kind mankeerde?” I „Neen. HU keek er maar even naar en duwde i toen de kamer uit. En nu heb ik hier maar I staan wachten. Maar u zullen ze wel binnen I laten.” I hejn maar begaan." zei Herbert. HU I stond haar un te kUken en dacht aan allee, »at hU over haar had gehoord. En hU vroeg zich of se Graye herkend had. I hDt. Graye ia aeer bekwaam en iemand van I «foot* wilskracht,” zei hU plotseling. .Houd T at geheel vervuld van wat ik aan het |\l uitgestrekte front benoorden Madrid 1 s had gezien en gehoord, kwam ik in een klein stadje eenlge uren achter de frontlinie gelegen. Het kleine hotel was vol gasten, offi cieren, journalisten, en een aantal gezinnen dat uit hun landhuizen naar het stadje was gevlucht, Ik trof er bekenden, oa. een geestlgen rranschen journalist die door zUn opgewekte, kleurige conversatie onze naargeestige herin neringen verjaagde. WU zaten in een hoek van de eetzaal, en ik kon het geheele, bontgemeng- de gezelschap overzien. In den tegenoverge- atelden hoek zaten rondom een groote ronde tafel Duitsche vliegeniers, een vUftiental onge veer. Naast hen, eveneens aan een ronde ta fel zat een Spaansche familie, vader, moeder, drie dochters en een zoontje, welke een leven dig gesprek voerden op Spaansche wUze allen tegelijk met een familie die eenlge tafeltjes verder zat. Ongeveer midden in de zaal zaten twee jonge meisjes, zeer verzorgd gekleed en met het onberispelijke kapsel der Spaansche vrouw, met een jongmensch in een geïmprovi seerde uniform. Naast hen was nog een ta feltje open. Opeens bemerkte ik dat de kell- ner met een discreet gebaar de vaas bloemen welke op het tafeltje stond ter zijde schoof, wapen waren” WU hebben” den* opstand gen eenigszins schalksch glimlachje en een - - - coquet knikje van een der belde meisjes deed mU vermoeden dat ik het eerste tafereel van een Spaansche hofmakerU bUwoonde. Ik keek terzUde, en zag aan een tafeltje tegen den muur, twee mannen zitten, één met een zeer knap, donker verbrand gezicht en een forsche gestalte, de ander blond, tenger en heel lang. De man met het donker verbrande gezicht hief met het gebaar van den man van de wereld, op Spaansch-hoofsche wijze zUn glas op, neigde even met het hoofd in de richtU* van zün schoone overbuur, en dronk een teug, als hulde taire tucht? africhting, opvoeding? sfeer? is in Ik vroeg aan een tafelbuur, een officier var de Carlistlsche vrUwllllgers, wie die donkert „Don Juan” was. ,MU is nog een. beetje famlhe van mU. ïftj 1® «en jongere zoon van een oude adelUjke familie, en sinds eenlge Jaren offlclei bU t vreemdelingenlegioen. De wildste verhalen doen over hem de ronde. Op het oogenblik doet bU dienst als vliegenier. HU heeft eenlge „raids” uitgevoerd op Madrid. Ik zal je aan hem voorstellen. Zie hem aan het praten te krUgen." MUn tafelbuur was zoo vriendelUk op het juiste oogenblik, nJ. toen de Jonge meisjes de zaal verlieten, den officier met zUn vriend uit te noodigen met ons de koffie te gebruiken in de hall. Hierdoor werd ik in de gelegenheid ge- st< „U moet van mü geen romantische oorlogs verhalen verwachten. Die worden uitgedacht door lui die nooit een geweer in handen heb ben gehad. Maar u moet, zooals ik. een paar maal een aanval hebben verricht met honderd man.... en met tien of twaalf terugkeeren. dan weet u wat bet werk van een legioenaol- daat la Ben gevechtsactle welke u romantisch zoudt noemen was die voor Badajo*. Kent u Badajoa?7 ya. Bovendien, ik ben er vlak na de verovering gekomen." Het gezicht van den officier betrekt. .Dan zult u niet zoo gunstig over de legioensoldaten denken.” „Ik «al wat ik van de executies heb gezien mUn leven lang wurschUnlUk als een drukkende herinnering behouden." ,2U waren noodlg”. „Niet in die mate en zonder vorm van proces.” ..Laten wU dat voor wat het is. Ge hadt de kerels tegen die oude wallen moet zien opstormen. Dat was een ouderwetsche bestorming. Ben rivier, hooge muren, een paar poorten, een hoog stadsge deelte met een versterking. In twee dagen hebben zU het genomen, en de tegenstand was verbitterd, wanhopig. Met een troep kerels die zóó een stad nemen, bestorm ik morgen Madrid en Barcelona." ..De Madrilenen z|jn in een eeuw niet soo- veel veranderd. Een eeuw geledeii hebben zU Napoleon en zijn keurtroepen weerstaan, «U konden nu we! eens opgewassen zUn tegen Franco en zUn legioensoldaten en Marokka nen. Misschien zouden zU zich tegenover land- Igenooten gewonnen geven, maar de herlnne- w-a e „Westfalen" rees op uit den nevel, 1 sirenen loeiden, kettingen rinkelden, en met de laatste stooten der machine schuurde elndelUk de geweldige rosnp van de aeeboot tegen den muur en trok aan de tros sen, die dezen onrustlgen kameraad nu voor enkele weken vastbonden. Klaas Rickmers was een der eerjten, die met de passagiers net schip verliet. TerwUl »Un kameraden van de bemanning de handen nog vol hadden, en er nog wel twee uur verloopen zouden eer ae elndelUk ook aan land konden gaan, was het den steward Rickmers om aller lei schUnbaar gegronde redenen gelukt van den officier te verkrUgen. dat hU nu reeds «Un koffertje midden in den stroom der vertrekken de passagiers over de loopplank kon dragen. De ware reden, waarom Rickmers zoo’n haast had, .was echter een heel andere dan hU op gegeven had. Die reden heette Bébé Gordon en liep op twee slanke beenen en met een aardig relshoedje op de blonde lokken slechts twee passen voor hem uit. Niet alleen de passagiers maken op zoo'n langen overtocht kennis met elkaar, ook een steward kan, voorals als hu zoo sjiek en vief was als Rickmers, zUn chance hebben. BU Bébé Gordon was hU in den smaak gevallen, in 1 geheim hadden zU elkander leeren kennen en thans elndelUk zou hun het land die vrUheld van handelen geven, die hun tot dusver niet gegund was geweest. Bébé Gordon was volgens de passagierslijst revue-danseres, die wel wat geld had. In ieder geval meer uitgaf dan vele anderen, die echter veel meer in reserve hadden. Voor haar was de flinke, steward tijdens de lange reis een prettig tijdverdrijf geweest. ZU was gewoon bewonderd te worden en de aar dige jongen met al zUn geheimzinnigheden deed den tUd snel voorbU vliegen. Toen zU echter nu aan land weer de vele nieuwe gezichten aag. de jachtende auto’s en de drukte van het onbekende, was Bébé Gordon heelemaal niet NU meer over de afspraak, die «U met den steward gemaakt had. Rickmers echter zag niets dan haar blond kruliekopje en dacht met lederen pas, dien hU naar het land deed, weer aan wat nu elndelUk komen rou. Terwijl reeds de eerste auto's vanuit het enz. vallen?” Een vaag gebaar is het antwoord' schip door kettingen en kranen naar de kade getransporteerd werden, terwijl veel kopjes on bekende deuren aan de scheepszUde openden. Als er in AshendUke, of in de daar omheen- Uggende gehuchten, waar de toestanden nog veel primitiever waren dan in het dorp zelve, een paar boeren typhus, of diphteritls zouden heoben gekregen, en er aan gestorven zouden zUn. dan zou geen revolutie het kleine w'éreldje, waarover de Ashendjjkers al vele geslachten lang hebben geregeerd, geschokt hebben. Maar toen de achtste houder van den titel er mee getroffen werd en op het randje van het graf was gebracht, en de dokters op beslisten toon verklaarden, dat iedere bron en iedere put op het landgoed zoo wel als in het dorp, grondig behoorden te worden onderzocht, en waarschUn- lük afgekeurd zouden moeten worden, toen na men de zaken een anderen keer. Ofschoon ver scheidene van zUn pachters er aan stierven, bleef de jonge Sir Robert gelukkig leven en zoo gauw hU weer aan de beterende hand was, bracht zUn bezorgde moeder hem naar Lpnden, waar de familie een huls bezat in Park Lane. Maar ook van de veiligheid ctaarvan wilde Lady War grave zich eerst overtuigen en zU had Adrian Graye die geen schadelijke gevolgen had on dervonden van wat hU gedaan had om het leven van het kind te redden verzocht, om te onderzoeken of het huis aan alle verelschten voldeed. En Adrian had die taak op zich ge nomen en toen Lady Wargrave zich eenmaal veilig had geïnstalleerd, was dr. Gray* een regelmatige bezoeker geworden, HU was ook tnlge* menschen graag soo*n grooten Bint Ber- Ik hoor het Ued van het Vreemdelingenle gioen met het sombere refrein „wU worden niet gevangen en nemen niet gevangen, de dood (vrouwelUk in het Spaansch) is onze bruid.” Ik zie die harde, verweerde koppen, en denk aan hun verwoeden aanval op Badajoz. „Vertelt u me eens wat van het Vreemdelin genlegioen." „Och, wat zal ik u vertellen. Toen ik er als jong luitenant bUkwam, bestond het grootendeels uit desesperate kerels. Span jaarden en Zuld-Amerikanen met een tragiek in hun leven, Russische aristocraten. Duitsche officieren, Turken, enfin, avonturiers uit alle deelen van de wereld. Niet zoo bont, niet zoo gemengd als het Fransche legioen, maar toch een vreemde, u zoudt zeggen romantische we reld. Het waren bUna allemaal mannen die de bruggen achter zich hadden afgebroken, die nard over den vloer hebben, maar ik geloof, dat ze op het oogenblik alleen nog maar verliefd ta op haar baby. Maar je bent in leder geval «en mooi mengsel van Ridder Bayard en van Don Qulchote. en het is dus wel te raden wat je zult doen. Maar ik weet n^et. of je niet veel verstandiger zou doen als je weer eens een beetje ging klimmen In de Cordilleras, of tn de An des. of ttaar de wildernissen van Patagonië ging." ,4U loopt den moeilükheden altijd vooruit,” zei Graye. Maar toch voelde hU zich. bU de gedachte, dat Lady Wargrave in ieder geval een poosje in Londen sou «Un. heelemaal niet op «Un gemak. HU bedacht echter, dat die sensaties van den dag gauw genoeg vergeten «Un eq dat maar weinig menschen de dochter van een onbekend leeraartje in talen in verband zouden brengen met de weduwe van een be kend. rUk edelman. En zUn vertrouwen werd versterkt door een toevallige ontmoeting met Wirlescombe, dien hU op een goeden dag op Piccadilly tegen het lUf liep en dien hü direct herkende, ofschoon de detective hem met terug kende. .Maar u bent veel veranderd, mijnheer Graye.” merkte de detective op. „Ik zelf msmr weinig, al heb ik zoosüs alle menschen. die een dagje ouder worden, mUn broeksband een beetje uit moeten laten leggen. Wel, dat moet al zes of zeven jaar geleden lijn, da| w» elkaar voor hot laatst gezien hebben." „’n Volle seven." antwoordde Graye. „En Asturië in 1934?" „U bent een vriend van mUn neef, niet?” Ua, waarom vraagt u dat?” Jk bedoel, u probeert me toch niet uit te hooren over ons optreden in Asturië? Daar is genoeg over te doen geweest. WU zUn soldaten en doen wat ons bevolen wordt. WU hebben geen politieke Ideeën, maar volgen onze bevelen, stipt, zonder crltlek.” „Ik bedoelde slechts te zeggen dat na 1934 het legioen weer versterkt en beter uitgerust is." „Inderdaad. De regeering heeft toen in- gezien dat wU een krachtig en betrouwbsmr I der mUnwerkers bedwongen, en ik kan u zeggen dat die tegen de Rlfkabylen opwegen. Wat een kerels! Dear is ontzaglUk gevochten....” „En nu?” „En nu? Wel, precies zoo. Het le- gercommando heeft heel wel Ingezien dat de elgenlUke militaire actie door het legioen moet gebeuren.” „En door de Marokkanen....” „U moet goed begrijpen. De Spanjaarden zUn dap- ■per, vrijwel, zonder uitzondering, maar de Spanjaarden zUn over het geheel geen goede soldaten. Het ontbreekt den Spanjaarden aan militairen geest. Deze militaire geest, de mili- ui hooge mate aanwezig in het legioen. Zelfs in de tegenwoordige samenstelling. Het legioen op een hoogte van vUftlenhonderd meter.” ,jc«n men op zoo’n hoogte precies uitrekenen waar de bom valt?” „Er is een heele reken techniek, waarbU men met alles, hoogte, weers gesteldheid. snelheid, enz. rekening houdt. Ik doe het op gevoel.” „Dit kan toch tot onge lukken leiden. Die bom kan op een hospitaal' AWW tAnltanl" EPak vmrr rvnkxn n la „Hoe vindt u dat zelf, die Marokkanen te genover Spanjaarden in dienst van Spanjaar den?” „Ik heb geen oordeel, ik ben onderge schikte.” „Voor mU is het in beginsel de ne derlaag van de opstandelingen.” „De neder laag? Waarom?” „Ben opstand die wil door gaan voor een .spontane volksbeweging is ver loren als men zijn toevlucht moet nemen tot vreemde krijgsmachten. Het zal gèslachten duren eer de herinnering daaraan is ver dwenen." „Waarde vriend, je bent sentimen teel. Zoo zUn intellectueelen. Ik zal je scan- daliseeren, maar ik zeg je ronduit: de geluk kigste dag van mUn leven is de dag geweest waarop ik de eerste bom op de róode troepen liet vallen." .Maar ae zUn allen niet rood. Die bom heeft misschien menlgen braven katholiek het leven gekost." „Onzin. Die heele republiek is rood. Ik acht ieder middel goed om ze te bestrijden. Duitsche bommen en gas, Italiaansche vliegtuigen en granaten, zwarte troepen en wat u maar wilt. Weet u wat mUn taak is op het oogenblik? Ik ben vliegenier, tUdelUk dus losgemaakt van het legioen. Ik bombardeer de linies benoorden Madrid, en ga ook wel Madrid bombardeeren." „Ziet men als vliegenier de uitwerking van z|jn bombarde ment?" „Dat hangt er vanaf. De anderen heb ben niet veel behoorlUke vliegmachines. Soms dalen we tot heel laag, erTteupnen wU zelfs met een machinegeweer schieten. Met een zwaar bombardementsvliegtuig blUven we gewoonlUk een pgpatje met hem te maken. hoor dat u officier bent bU hst Vreem denlegioen. Ik moet dan natuurlUk denken aan den roman en de film La Bandera en zie dan een romantische wereld die nauwelUks meer van dezen tUd is.” „Dat is allemaal lit teratuur en muziek." Deze woorden littera tuur en muziek beteekenen in de gewone omgangstaal „onzin” en ge moet een Spaansch officier ze hooren uitspreken! Daarin klinkt een smalende spot waarvan men zich moeilUk een voorbeeld kan vormen. Hent u. al lang bU het Vreemdelingenle gioen?” „Van 1925 af, na de reorganisatie”. „U hebt dus den Marokkaanschen oorlog meege maakt?” Er komt een strakke, grimmige uitdrukking in het knappe, verbrande gezicht. Dat was een tijd! Weet u, in twee of drie Jaren verloor ons Tercio, dat toen uit acht Banderas (vendels) van duizend man bestond, eenlge opperoffleieren, meer dan honderd gewone of ficieren en bUna tweeduizend manschappen. Hebt ge onze mannen hier zien vechten? Kent ge ons lied? Welnu, dan kunt ge u voorstellen hoe zU gevochten hebben tegen de Rlfkabylen." geen banden meer met de wereld hadden, en wier eenlge familie en maatschappü het legioen was. ZU vormden een geheel, een groep van kameraden met onvoorwaardelUke gehoor zaamheid aan de officieren en een blinde toe wijding aan het corps. Kent u het spreek woord: het is kwaad vechten met een levens moe man? Welnu, zoo vochten die kerels. Denkt u zich in, een vierde .oneer dan een vierde van het heele legioen is in 1925 en 1926 gevallen.” .JEn daarna? Na de pacificatie van Ma rokko?" „Zoolang Primo de Rivera aan het bewind was. is het „Tercio”, het legioen, in aanzien gebleven. De val van de monarchie beeft aan onzen commandant het leven ge kost. De republiek zag ons aan met 'n wantrou wend oog. Het legioen was duur, en men begon het te verwaarlooeen. Er kwamen ook andere elementen in. De plaatsen van de gesneuvelde Russische aristocraten en Duitsche qfflcleren werden ingenomen door Spaansche arbeiders, boeren en burgerlultjes die werkloos waren en een bestaan zochten. Ik ben toen vliegenier ge worden." moed. Lady Wargrave! Zonder twUfel De deur van de kinderkamw ging plotseling open De nurse kwam naar bulten. ,De dokter zegt, dat u naar binnen mag ko men, mevrouw.” zei ze. Lady Wargrave snelde naar binnen en Her bert volgde haar. Graye stond nog zonder jas en vest, bU het bedje van het kind. HU keerde zich om naar Lady Wargrave en Herbert ,MU 1» nu bulten gevaar,” «el hU bruusk. „Ik denk, dat hU onder dr. Herbert’s verdere zorg nu gauw genoeg beter zal zUn. Ik heb de nurse al instructies gegeven." Herbert keek even naar het kind, sliep en rustig lag te ademen. .Diphteritls?” fluisterde hü. „En erg ook,” antwoordde Graye lakoniek. „En wat heb Je gedaan?" vroeg Herbert, plot seling beangstigd. „Al wat er onder deze omstandigheden gedaan kon worden,” zei Graye. Herbert verbleekte. „Wat dat?!" riep hü uit. Oraye fronste het voorhoofd. ,Er was niets andere'aan te doen,” «el hü ,MU binnen een paar minuten gestorven zün, als ik het niet gedaan had.” „En JU zult waarschijnlijk binnen een paar weken gestorven zün, omdat je het gedaan hebt,” mompelde Herbert bU zich «elf. Maar tegen Graye zei hü niets en drukte hem enkel maar eens stevig de hand. Daarna nam hü Lady Wargrave en-de nurse terzUde en sprak 68 >66

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3