DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL ïïtdwfiAaal van den dag LUX TOILET ZEEP A F 750.- liMJ l60 Half elf - Blookertijd BLOOKER'S CACAO |Wie doodde j I Marco Graffi? g In Nederland gaat ieder per fiets” ALLE ABONNÊ’S ongevallen verzekerd vcx>r een n MEENING VAN ORTEGA Y GASSET DINSDAG 1 DECEMBER 1936 •f y i V ir9 1 r 1 Het gouden medaillon Goedkoopte geeft den doorslag f° I* I?” Naast de bekende bussen, thans ook verkrijgb. Blooker's Cacao in cartons van 1 ons ad13 et gebruik van fietsen tg 5e- paald een misbruik, tg iefg tegennatwrlyke AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTÉN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Zeep met waardevolle inhoudI 4 stukken toiletzeep van erkende kwaliteit voor slechts 50 ets. en dan nog een keurig shantung zak doekje er bij cadeau ("‘Maak een lijst van de kennissen, die U hiermede wire verrassen. Sï^erras bnnissen L met een meibom feestgeschenk „Toch J noch gewoon. .’•it t V di« irg an a r<J W I I te in ,.U r D wilde ik een» komen spreken over r i r g.lI' 7 It O I- Daar binnen waren net eenige Vuurlanden aan t beraad slagen, wat se Plet en Drein «ouden doen, als hun kameraad straks met hen terugkwam. Ze keken echter raar op hun neus, toen opeens een kist door het plafond kwam ploffen. Fo or or bij levenslange geheels 01 verlies van belde armen, n k er 0. n ik a. .arden tegen ultkeeringen heb, dat Slgnor Graffi me mee naar slaapkamer genomen heeft, om me een moot schilderij, dat daar hing, te laten ie Et le Et lt r X en !ld de Na lat ter od m ne e- ig de or 8. m ih tel ar ie lt :h Is Is l- btj verlies van een hand. Mn voet of een oog. werd? logische knock-out antwoordt ons De kist maakte een paar flinke buitelingen en de Vuurlander kon nog net zien, dat hü precies op zijn eigen hutje terecht 0 sou komen. Die was dus om zoo te zeggen uit en thuis. Als t dak maar niet teveel beschadigt, jammerde de stakker. Twee Vuurlanden vluchtten Ijlings heen en de derde met den hoed bleef alleen staan. De kist spatte uit elkaar en de Vuurlander met den kattestaart kwam te voorschijn. Deze zei In het Vuurlandsch allerlei dingen, waaraan je duidelijk kon merken, dat hjj geen goede opvoeding had genoten. gtetraat Dtt is niet acddenttai maar onverbiddelijk en essentieel. Neen. neen. Het gebruik van fietsen ta Hol land is bepaald een misbruik. Iets, dat niet be hoorlijk is. iets tegennatuurlijks. Maar alles binnen het menscheljjk gebied, zelfs het ergste. zen naar bepemlde J Hollandache ziel doorwerken. Ik heb er niets tegen In te brengen, wanneer gfj de flets gebruikt, omdat het een goedkoop middel van vervoer Is. Maar wanneer gij zulks doet, weest dan niet verrast, dat ik dat observeer en daarmede ook andere gehei men door dit feit geopenbaard. Ofschoon er ons nog genoeg te zeggen overblijft over de fietsen In Nederland. IJO irg kan gecompenseerd worden. En deze compen satie, deze verklaring voor het misbruik van de fiets Is het, die de reiziger vraagt, en daarom is hem dit voor den Hollander zoo simpele, zoo vulgalrtf’en soo dagelljksche feit-vreemd. Het is ‘éen vlak land zegt men ons en de verplaatsing per flets is er minder ver moeiend dan In een oneffen land. Goed, maar er zijn veel meer vlakke landen, waar men vermeden heeft zijn toevlucht te nemen tot de fiets. Deze verklaring is dus niet voldoende. In dit verband aanvaardt de toerist in mijn ge val niet gemakkelijk- als radicale verklaring voor eenlg menschelUk gedrag, die, waarbij de houding mechanisch het gevolg is van de om- Wan-' groote mrkeerswegen te clrculeeren. Onder de vele gevaren,-die men daarbij loopt, la er een, den toerist den wegte wljzi diepe geheimen, die Ih dé WW-MIK schlktheld tot werken door F b*J een ongeval met F 2K0 ilde beenen of belde oogen wV« doodelijken afloop *wwe dailkm in »*n zak. dat op een tafel lag. De vrouw des huizes had het daarop neer gewor pen, vóór se haar zoontje greep. Met bet sou venir verliet Sam het huis door de voordeur en maakte dat hU weg kwam. Nu was het een feit, dat de man* die zich bet gouden medaillon wederrechtelijk had toe geëigend. aser bjjgeloovig was. Hij vreesde niets zooeeer als een ontmoeting met een schele vrouw, die een baby met rood haar droeg. Aan dit bijgeloof leed hu al van rt jeugd af. Groot was dus »*n schrik, toen hu een eind verder mevrouw Shinton ontmoette en in t gezicht Hjj haalde, onbekend, wat de kerel van hem wilde, de wenkbrauwen op, waarop de man hem nog vertrouweljjker begon toe te lachen. En zün vuile wUsvlnger wees naar den versle ten rand van zün smerigen hoed. „Morgen, baas. U hebt mü gisteren dat aar digheidje gegeven ben u zeer verplicht, baas. En zeg, baas, als u soms nog iets van die dame zou willen weten, die daar gisteren in die taxi wegreed, dan kan Ik u wel vertellen, waar ze vandaan komt, want Ik heb haar terug zien komen, en toen heb ik er op gelet, waar ze naar toe ging, ziet u!” Graye bleef nUdig staan. HU keek den man aan maar die begreep hem verkeerd. „U hoeft me niets meer te geven, mUnheer,” haastte hü zich te zeggen. „Dat was gisteren avond meer dam genoeg. Ik zal het u voor niks vertellen. Om half elf is ze teruggekomen, die dame met dien zwarten sluier, en daar ginds op den hoek bleef ze staan, en toen ging ze daar die achterdeur van Wargréve-huta bin nen. Ik dacht, dat u dat misschien graag sou willen weten.” Graye dacht na. Op slot van rekening had hU dien man eerst Iets gevraagd. Het was den vent niet kwalük te nemen, dat hü dacht, dat hU er iets mee voor had. HU bleef staan en keek, leunend op «Ub paraplulen den man eens aan. „KUk eens hier, man,** zei hfj. ,Jk vroeg je dat gisteren, omdat ik dacht, dat de dame, die toen weggereden was, een kennis van me was, en omdat Ik wilds weten, waar se naar toe ging, daar ik haar nog moest spreken. Maar fitte in het verkeer van een ■gen, Is botweg gevaarlUk. is dig onaesthetisch. De ranke ïün van de flets tlgjarlge dikke dame erf van een Merbulklg ma alleen een kwestie van gewoonte, bét gaat niet alleen om twee gedragingen, een, waaraan we gewend «ün, bü toeval, en een andere onwen nige, die ons alleen daardoor stoort. Wanneer we onze bevreemding analyseeren, zien we, dat ze gevoed wordt door geenszins accidenteele oorzaken Dat bejaarde en gezette personen zich Voortdurend groote stad ongemotiveerd vermoeiend en is betreurenswaar- na voorzichtig, totdat ze aan hun woning ge komen waren. Wat sou hu doen? Brutaal naar binnen gaan en t geld opelschen? Geen denken aan. Zou hU wachten tot In den nacht en dan inbreken? HU had er niet veel zin In. Toch liep h|j den volgenden dag heen en weer In de straat, waar het echtpaar Shinton woonde. En zie, *t toeval was hem gunstig. Terwui Sam bulten stond en zich afvroeg hoe hu zich voelen zou met 1000 pond In z’n zak, zag hU eensklaps mevrouw Shinton met d r baby op den arm naar bulten stormen, naar een paar straten verder. Haar kind bad ge probeerd een knoop in te «likken en was daarin bijna geslaagd en nu rende z’n moeder met hem naar den dokter. Direct trad Sam Appe handelend op. In haar veroouwereerdheld had mevrouw Shinton de deur niet achter zich gesloten, soodat Som ongehinderd toegang tot de woning bad. Maar z’n arbeid viel hem niet mee. Eén kamer bad hU al doorgesnuffeld en hü was aan de tweede begonnen, zonder het bankbiljet van 1000 pond te vinden. Toen kwam de angst. De dame kon direct terug komen en wat dan? Sam bezat niet den moed van den echten inbreker en verlangde nu slechts naar bulten te komen, ver van het gevaar. Snel stak hU een gouden me- 28 De Spaansche filosoof en cultuurhistoricus Ortega y Gasset, schrUver van „De Opstand der Horden”, &e onlangs ons land heeft be zocht, schrijft thans geestige indrukken over Holland in .Da Naclon”, een te Buenos Aires verachUnend dagblad. Wat hem het meest ia opgevallen in Holland (en ook met andere be zoekers van ons' land schijnt dit het geval) is het overmatig gebruik dat wU maken van de flets De andere volkeren van de wereld beschott een de flets als een apparaat bestemd voor spel en sport. Het ontwikkelt een bijzondere snel heid door eenvoudige middelen, het vereischt eenige kracht en tegelUkertUd brengt het ge bruik gevaar met zich mee. Al deze eigenschap pen verwUzen de fiets naar het gebied van de sportieve activiteit en dan naar die, welke jeugd vereischt. Niettemin wordt het gebruik overal uitgebreid In dienst van de nuttigheid. De werkman, die in een afgelegen buitenwijk woont, gast en keert van zUn werk per flets. De be- zorger van bepaalde kleine koopwaren, de be- steljongen maken er eveneens gebruik van. Des te duldelUker onderstreept dit nuttig gebruik, dat men overal waarneemt, de overheerschende wetenschap, dat niet dit bet juiste doel is van de flets, maar het andere. Het onderlijnt ook het feit, dat dit secundaire gebruik zich beperkt tot het strikt noodzakelijke, waartoe men alleen zijn toevlucht neemt, wanneer er geen ander middel is, of wanneer de beperktheid van de economische middelen het als een tries te noodzakelijkheid opleggen. Daarom bevreemdt bet ons niet, den slecht gekleeden wtrkman naar huls te zien fietsen, terwijl hü ons stil zwijgend toeroept, dat hij een ander vervoer middel sou prefereeren en dat hl) dit juist ge bruikt, niet, omdat het verkieslijk is, maar uit trieste noodzaak. Hiermee wordt de tegen spraak genivelleerd; se wordt ons verklaard en ze wekt in oils geen bevreemding. Maar in Nederland gaat iedereen per flets, wat ook zijn leeftijd, zijn sexe, zijn gewicht, zijn rijkdom zU, en beweegt zijn voeten op de pe dalen, daarmee cynisch te kennen gevend, dat dit het meest natuurlijke ter wereld is, dat dit behoorlijk i*. Welnu, dit irriteert den reiziger, dit bevreemdt hem en dit kan hij niet begrij pen. Hoe kan hij Iets als natuurlijk en Juist beschouwen, -dat hem onbehoorlijk en verkeerd voorkomt? Hier gekomen maakt ons intellect, dat dialec tisch met zichzelf strijdt, deze tegenwerping: ik beschouw toch niet enkel natuurlijk en correct, datgene waaraan ik gewoon ben, dat wat ik in andere landen gezien heb. Waarom zou Hol land niet het door de Goden der fietsen uit verkoren volk zljpe aan hetwelk zijn autbef^fke bestemming geopenbaard we Intellect zichzelf met een zeker Ontstemd onge duld: O, neen! Niets van dit alles! Het Is niet zich zelf staand wezen, doch enkel indirect, In zoover dit bestaan samenvalt met een economi sche relatie en haar gevolgen politieke, we tenschappelijke, enz. en niet tegenover elkaar, onbelemmerd, als mensch tegenover mensch? Ik weet niet of dit soo is. Maar omdat ik het niet weet, vraag Ik het, en maak Ik er een kwestie van. Vast staat inmiddels, dat het niet onverschillig is, of men een wel of niet buiten sporig gebruik maakt van de flets, om over de standigheden. BIJ den mensch is elke beslissing In laatste Instantie lyrisch. Tenslotte doen wü wat wjj doen, omdat we er van houden, dat wil «eggen, omdat intieme motiveerlngen ons deze gedragslijn doen verklesen. Het Is geen excuus voor den Nederlander voor het onbehoorlijke en tegennatuurlijke gebruik van de flets, dat hij de schuld schuift op zijn vlak grondgebied. Neen, de Hollander is verantwoordelijk voor het feit. Op dit punt gekomen gaat er In ons in tellect plotseling een licht op, dat al «enigen tijd trachtte Innerlijk door te breken, maar dat wU, zonder te weten waarom, verstikten. Ten slotte denken we dit: de Hollander weet het komt er niet op aan in welken graad van weten dat zijn gebruik van de fiets gevaar lijk, vermoeiend en on-aesthetlsch is. evenals wjj dat weten; maar hu weet ook, dat het het goedkoopste vervoermiddel is en in afwijking van ons, verkiest hij goedkoopte boven schoon heid. boven gemak en boven het vermijden^ van gevaar. Uit deze voorkeur komt zijn absolute verantwoordelijkheid voort. Deze opmerking zou niet eenvoudiger kunnen zijn, en toch voelen we het als een plotseling lichtpunt. En het lijkt ons. dat wjj hierdoor, als door een valluik zijn gevallen van een triviaal en los thema, gelijk dit over de fietsen Is. in een gebied van belangrijke vraagstukken met wijde perspectieven. Het wil ons inderdaad voorkomen, dat wjj. voor de eerste maal, hier niet raken agn het een of ander toevallig verschijnsel van t'HOUandsche leven, maar aan het eigenlijke karakter van den Hollander, dat wij een stap doen In het interieur van zijn karakter als in een crypte. Allengs wordt de oorzaak van onze bevreemding opgehelderd. Deze zou waarlijk ón mogelijk zijn, wanneer het feit, waardoor ze werd opgeroepen, dit op zichzelf staande zou zijn dat de menschen fietsen. Maar nu zien wij met alle duidelijkheid, zonder er een Juist be grip voor te hebben, dat dit feit bestaat uit den vasten wil, te veel dingen te onderdrukken en uit een enthousiasme voor spaarzaamheid. Waarschijnlijk lijkt onze indruk belachelijk voor een goeden Hollander. Want, is het niet belangrijk, wanneer een practlsch probleem op de goedkoopst mogelijke wijze wordt opgelost? Ongetwijfeldzullen wij zeggen de kwestie op zichzelf la belangrljker dan schoonheid of gemak. Maar de zaak is hiermee niet afgedaan. Onze dialectiek, eenmaal op dreef, vervolgt haar weg en denkt: Ziet deae respectabele mensch, die met zijn lange jas en zijn komiek air van grooten ernst, rechtop en plechtig zich inspant op zijn pedalen, niet, dat hU een belachelijk figuur slaat. HU ziet het niet, omdat de preoc cupatie. om geld te besparen, hem belet, zich edelmoedig te verplaatsen op het standpunt van den evenmensch, die hem aanschowt. neer hij dit wel deed, kon hU zichzeM zien als een object, als een schouwspel, en evspzeer iets pijnlijks voor z()n naaste'. Waarom deze ergernis niet ontweken? Waarom uit zichzelf niet een beetje feest voor de oogen gemaakt voor den evenmensch? Is dit ook geen humane plicht? Of weet de Hollander, dat die evenmensch evenmin op hem let, omdat hjj evenzeer te veel gepreoccupeerd is door den economischen kant der dingen? dat wil zeggen, dat de eene Hol lander niet voor den ander bestaat als een op lt dat er maar ook in de toe komst, van alle narigheid af te kernen: bet ding terug geven aan de vrouw, van wie bU het gestolen had. In Calais bleef het vrachtschip, waarop Sam Appe tremmer was, twee dagen om vracht in te nemen. HU stood er bU de reeling naar te kUken. Dicht bU hem* was de bemanning bezig met inladen. Een groote koffer op een kween stapel stond gevaarlUk te wiebelen. Nlemsmd éetée er ep, ook Sam niet. Opeens kwam de kof fer naar benéden; Juist op tijd sprong Boen op sU om niet verpletterd te worden. Toch had hij een geduchten stoot tegen den schouder ge kregen. Z’n schouder moest verbonden worden en hu leed veel pijn. NauwelUks »'E het schip weer In Londen aangekomen, of Sam begaf zich direct op weg naar mevrouw Shinton. Bet gouden medsdllon brandde In z’n aak. hu moest en sou het kwUt. Maar hU moest ook voorzichtig wezen. HU had een pakje van het gestolen kleinood ge maakt en bleef bUna een kwartier om t huis scharrelen, om zich te vergewissen dat dezelfde menschen er nog in woonden. HU had zeker heid, toen hU mevrouw Shinton voer t raam zag. HU belde aan, de vrouw deed zelf open en hU overhandigde het sieraad aan de eigenares. „Wilt u dit aan uw man geven, mevrouw?** verzocht hU. want als ze topen deed, voor hU weg was, liep t nog mis. Op weg naar huis haalde hu voor t eerst sinds dagen vru adem. HU had een gevoel alsof een looden last van hem afgewenteld was. Lewis Shinton keek met gefronste wenkbrau wen naar het pakje, dat hU In z’n hand hield. Nieuwsgierig sneed hu bet touwtje door en na de papieren verwijderd te hebben, vond hU het gouden medaillon. Mevrouw Shinton keek met gespannen aandacht toe. Aan beiden ontsnapte een uitroep van verbazing. MUheer Shinton opende het kleinood met bevende handen. „O Lewis, vlug! Maar *t kan niet....** riep z’n vrouw. MUnheer Shinton trok het portretje er uit en bracht vervolgens een stijf opgevouwen bank biljet van 1000 pond te voorschUn. „*tls er.... we hebben het terug,** zet hU met beesche stem. .Maar Ik begrUp er niets van.waar Is hét geweest en hoe komt het weer hier? Nu vrouw, het blUft geen oogenblik langer in huls. Ik ga er direct mee naar de bank.** Deze /onpe dame draagt een gebloemde jwk die eigenlijk niet gebloemd iel Waarmee de stof dan wel bedrukt werd? Bij nadere beseliouwing borkent men het terstond: met motieven uit de wapens van onte Prinses en onsen aanstaanden Prtns-Gemaal. Vindingrijke stoffen-ontwerpers vonden in het vorstelijk huwelijk blijkbaar een welkome aanleiding tot het bedenken van deze patronen, die zoowel flatteus als oorspronkelijk zijn. Zij lieten zich daarbij inspireeren door het Engelsche voorbeeld; de Jtronings”-stoffen bedrukt met de merkwaardigste motieven (van de Britsche koloniën af tot het hoofd des Konings toe) zijn bij onze buren over zee de mode van den dag dat u bedoelt, daar nog zUn zal; tenminste, als die opvolger er nog is. Ik weet dat allemaal, omdat ik Quarendon eens op straat ontmoet heb, en toen ben ik ergens met hem gaan lun chen en heeft hU me dat allemaal verteld.” Graye trachtte zoo min mogelUk belangstel ling te toonen. .Het zou me verwonderen, als die man daar nog woonde,” zei hij. .Met lükt me niet waarechUnlUk nu al dezen tijd. Weet u nog hoe hü heette?" ..Laat met eens kUken," antwoordde Wlrles- combe nadenkend. „Hij heette wacht eens even Ik heb het opgeschreven In een boekje, waarin ik allee opgesohreven heb, wat op het geval betrekking heeft, t Moet In deze la lig gen. Ja. hier is het. En hier is de naam Signor Dl Spa da." .4M Spade," herhaalde Graye. „D-i S-p-a-d-a,” spelde de detective. *n Ita liaan, vermoed ik. Ja, dien zult u daar nog wel vinden, denk ik. Er wonen veel leeraren In die buurt. Maar de oude Graffi kon. aoo- als ik gehoord heb, het werk niet meer af.” Graye stond op. TerwUl i»U naar de deur liep, bleef hU schUnbaar even naar een paar platen, die daar aan den muur hingen, staan kUken. jjs uitspraak van die Jury ta askar altijd nog van kracht,” vroeg hU soo nonchalant mogelUk. „O, natuurlUk," antwoordde Wlrleaoombe. „En het arrestatiebevel ook. Ik heb het hier.” „U hebt het hier?" riep Graye uit. V worat vervoicci.) band met die zaak-Grafft? Neen, gooveel ge luk bestaat er niet. Dat is al lang In den doof pot." Graye vond het maar beter, den detective er niet van op de hoogte te stellen, dat de zaak- Oraffl weer op het punt stond aan het dag licht te komen. En daarom zweeg hU maar, eens een beetje, zonder het te ont- het was iemand anders. Wie er Wargrave-huls In of uitgaat kan me niets schelen. Versta Je? Dus voor mU hoef je niet op te letten.” De man lachte verlegen. ,MU beet, baas,” zei hU. ,Jk begrUp het Ik dacht alleen maar, omdat u me dat gisteren vroeg, en me er iets voor gaf, dat u lets van Wargrave House wilde weten, ziet u, en omdat Ik nogal eens In deze buurt rondsjouw, allerlei karweitjes opknap, en soo, en Ik u daar dik- wUls genoeg In en uit heb zien gaan, ziet u...." Graye begon het belachelijke, het dwaze van de situatie In te zien. En toch was het alweer «Un eigen schuld. HU had den man laten praten. „Heb J4 niets beters te doen, dan hier achter taxi’s en bagage aan te loopen?” vroeg hu. .Dat heb Je toch zeker niet altijd gedaan?” De man knikte. .Zeker niet, baas! Als ik kleeren en schoenen had, kon ik mUn oude baantje weer krUgen. als kellner in een café in Zuld-Londen,” zei hu. „Maar ik ben ziek geweest, en achteruit gegaan, en u weet hoe dat gaat, baas.” Graye stak «Un hand in «Un aak, en zocht, tot hU vUf goudstukken gevonden had. HU gaf ze den verwonderden min. „Zie, dat Je Je kleeren en Je schoenen weer terugkrUgt, en maak dat Je Je baantje weer krUgt!” bromde hU. JDat ta beter, dan hier rond te slenteren.” Daarna liep hU weg, met zün hoofd in de lucht, en hU probeerde het soo onverschillig mogelUk te doen. HU wilde niét, dat Lady War- T ewis Shinton verdiende een vrU goed aa- I larta, dat echter amper in de behoeften -•—'van hem en s*n vrouw vóórzag. HU was dus heel MU, toen een oud-tante hem 1000 pond tn den vorm van één bankbiljet naUet. „Duizend pond in één biljet!” zei z’n vrouw, pas maar goed op, Lewis!” Dit werd in een autobus gezegd en ofschoon mevrouw Shinton op gsdempten toon sprak, zoo had Sam Appe het toch gehoord. Dte Sam Appe was nu Juist geen dief van beroep, maar nam toch z’n kans waar, als hu onbemerkt Iets tn de wacht kon sleepen. Sam bleef zitten tot het echtpaar uitstapte en volgde ben daar.,mg Want die dame had twee oogen, die naar verzchillende kanten gericht waren en de tmby had beslist rood haar. Een huivering voer Sam Appe door de leden en thuis gekemen, schreef hU het mislukken van z’n onderneming toe aan die noodlottige ontmoeting. Het gouden medalL Ion wierp hU direct in een kistje, om het Ml gelegenheid te verkoopen. Een paar dagen later werd hU zóó door een auto aangereden, dat hU een paar we ken in een zieken huis moest door- brengen. Daarna was hü zóó slecht bU kas, dat hü als los werk man bü de gemeen terelniging ging. Vervolgens werd hü tremmer op een vracht schip, dat van Londen naar Galais voer. Z’n werk viel hem niet mee. m een rustpoos raakte z’n hand toevallig het medaillon, dat in s*n zak zat. Hü haalde het te voorschUn en bekeek het. tWas van goud en *t kettinkje ook. HU deed het open.... het medaillon bevatte een portret van mevrouw Shinton en haar rood harig kind. „Nou,” mompelde Sam, ,*t ta -een wonder, dat ik nog leef met zoo n ding In m'n zak.” HU stak z'n ongeluk wear bU zich. Mj tin zee gooien? HU twüfelde en dacht na. Etn. delUk kwam hü tot het één probaat middel was X .Het zou natuurlUk geen leugen zün, als ze d*> meld gezegd had. dit zoo aan den butler te vertellen,” bedacht hU- .Je mag zeggen, dat Je niet thuis bent, ook al zit Je veilig en wel vlak achter de deur. En ik ben een ploert om achterdochtig te zün maar de hemel weet, dat het enkel is, omdat ik zoo bezorgd voor haar ben!” HU ging naar zün club en probeerde al de gebeurtenissen van dien dag te vergeten, met het resultaat, dat hU. toen hü op «ün kamers terugkwam, er nog altüd over dacht. HU sliep vlecht, ontbeet haast niet, en besloot vóór den «Uddag nog eens naar Wargrave House te nog eens onder het voorwendsel, naar pet kind te komen kUken. HU wist wel, dat het een beetje vreemd was, wat hü deed. En tim eenige hoop was dat lady Wargrave, als soms In moellUkheden mocht zün gekomen, vertrouwen genoeg in hem zou stellen, om zUn hulp in te roepen. Toen hü op weg naar lady Wargrave door “outh Street liep, zag Graye plotseling een man “•Mt zich komen loopen, die hem van opeü vwLuuwelük aankeek. klaard «Un heel zien?" De detective krabde eens achter zün oor. „Dat zou Ik niet durven beweren, mUnheer Graye, na al die Jaren,” zei hü. „Een derge- lUke kleinigheid zal me wel niet geïnteresseerd hebben, tenzü er belangrljker dingen het ge volg van zouden zün geweest.” „In leder geval is dat zoo gebeurd,” ver volgde Graye. „En Ik heb nog dikwijls ge dacht, dat, als Ik ooit een flat in de stad zou huren, wat Ik nu van plan ben, ik er graag dat schilderU zou hebben hangen. Welnu, kunt u me mlschlen zeggen, wat er met de goederen van Slgnor Graffi gebeurd is?" .Ja. heel toevallig weet ik dat," antwoordde Wlrlescombe. „U zult er wel niets meer van weten, omdat u, zooals ik me nog kan herin neren, al spoedig na dat geval uit Londen ver trokken bent Familieleden van den ouden man zün niet op komen dagen. Ook hebben We niet op kunnen sporen, waar hü zün spaarcen tjes Het als hü die tenminste had. wat in verband met wat ik u vertellen zal erg te be twijfelen valt Want het bleek, dat hü aan den hulselgenstar hoe heette hü ook weer? O, Ja, Quarendon nog meer dan een Jaar huur schuldig was. Toen heeft natuurlUk Quarendon alles wat er was overgenomen. Daarna heeft Iemand, die den ouden Graffi van tUd tot tijd assisteerde bü het lesgeven, de flat in denzelf- den staat overgenomen, en zUn werk daar voortgezet. Dus ik vermoed dat het schildartt grave gade geslagen zou worden. En hü schold zich uit, om wat hü den avond te voren ge daan had. En weer ging hü naar Wargrave House. Maar hü kreeg haar niet te zien. Lady War grave was den geheelen dag voor niemand te spreken. Dus Graye ging maar weer teleur gesteld weg. En plotseling kreeg hü een idee. Hü riep een taxi aan, en reed naar Whitehall. Daar drong hü door tot in het heilige der hei ligen van New-Scotland-Yard, en vroeg naar Wlrleaoombe. En terwül men hem naar het kantoor van den detective bracht, moest hü lachen, toen hü er aan dacht, hoe knap hü begon te worden in het verzinnen van smoesjes. Wlrlescombe, die met den dag vroelüker en opgeruimder scheen te worden, ontving «ün bezoeker erg hartelUk. .Zoo, mUnheer Graye,” zei hü lachend „en wat brengt u in deze buurt? U hebt toch zeker niets nieuws en opzienbarends ontdekt in ver lachte kennen. Iets, dat met die zaak In verband staat." zei hü- ,Jk weet niet, of u zich nog kunt herin neren, dat ik bj het eerste ondenoek ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 13