President Azana in de cel DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL Kinderpostzegels IN EEN BENEDICTIJNEN KLOOSTER L te te te te Ik V 1 Wie doodde Marco Graffi? 1 I De aanrijding 1 eht. ijn N 1 i Bisschop-spel te Salisbury Vader Abt hoeft zijn plaat» mot ten af*taan aan den hoog sten magistraat der Republiek er esweg „Ook wy katholieken” Waar vroeger zwijgende monniken gingen... fc. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJR DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL en i ft de ik zoo innig «n ar- i van de Zuidpool een hoop bevroren vleesch te gaan halen. bij een ongeval met op dit blad rijn Ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen HOOFDSTUK X Een kinderleven 34 I i Totdat op zekeren avond, toen Herbert was (Wordt vervolgd.) ürt. WJ sen :rd d te atsen W Hoe kleiner u den hoek naar links maakt, hoe greater het ongeluk, dat erin past(’th veel minder tljdroovend om In alle bochten altijd rechts te houden). afgronden. Als spookllchten stralenbundels Er werd een sloep uitgezet en daarmee werden Drein en Plet aan boord gehaald, 't Was voor hen een prettige verrassing, toen ze zagen, dat ze op een Hollandsch schip waren en de kapitein, die in het begin een beetje angstig achter een matroos was weg gekropen, was erg vriendelijk, daar hij hen voor echte schip breukelingen aanzag. nder de mensche lijke ondernemin gen, dit durf Ik zonder overdrijving zeggen, Is er geen, die hooger en edeler kan genoemd worden, dan de op richting van een Untverslteit. Kardinaal Newman In zijn lezing over „Christendom en wetenschap pelijk onderzoek-. niet weet woning binnen en draakte'het. licht aan. „Breng haar naar binnen, maar voorzichtig." 'was niets traags. Als Ctalre iets hebben wilde. Met teedere zorg |H lii ITlles van een hand, voet et een <x*. t na beeft 1 van riaatt t een werd tl)W- [ector i, m Jong gewend, oud gedaan rol- het Pro- Weldadig- st te t- M' het vak, "ti egee- ddent door nrare onge- toch kaïU W te m r» er Belde wes ten ol* 1."” schip waarop Drein en Piet zich bevonden, was volgeladen met ijskasten, 't Schip was uitgezonden om ergens in de buurt Weldra kwamen de lisbergen al in ucht. Groote, grunge, witte gevaarten, net drijvende kasteden van wit marmer. Plet en Drein vonden het een prachtig gezicht en genoten toen ze hoorden, dat ze straks in die witte Uswereld .mochten rond wandelen. rillen met egdek i den ader- uit rigen ie uit ■1 alle rar* wond beer i kon 3» !T 11 !Cbt5- risch- nnlng voor Via- hem t ge- ande- npen- tong snaar wetie t den istitie e be lagen chter u dat j van en te ■chter i esn hulp jesla? postzegels en prentbriefkaarten (waarvan de uitgifte 1 December aan vangt), Is van.de hand van pater 3. van jDverbeek, leeraar aan het in stituut voor Doofstommen te St. Mlchiels- Gestel, onddr den titel: „Ook wij Katholieken', volgende bijdrage opgenomen: „Ik ben verloofd,” zei ze kalm, ,3net Signor dl Spada. dien ik al heel lang ken. Signor dl Spa de’s broer, die op het kasteel logeert, is arts. Ze zouden erg boos zijn, als ik n anderen dokter liet komen. Dat noemen ze etiquette, niet?” Herbert antwoordde niet onmiddellijk. Er was Iets In haar blik, zelfs in haar houding, dat te kennen gaf. dat ze wilde vragen om medeleven^ sympathie en hulp. En opnieuw was hU blU, dat Adrian Graye de kamer uit was. „Neen,” zeide zjj, ,4k had misschien naar u moeten komen. Maar niemand het." Herbert begreep, dat hij iets moest zeggen, maar hU wist niet wat. „Als deze heer uw dokter is.” zei hij lang zaam. „van wiens diensten u reeds ten behoeve van het kind gebruik hebt gemaakt, dan zou zeer zeker strijden met de regels van ons .Wat u zonder hem er in te kennen, naar toe komt. Maar, is hU *n Eqgelsch dokter?" [ëvrouw Wargrave schudde ’t hoofd. ,Dat weet ik niet." zei ze hulpeloos. „Ik weet niets. Lucien zegt, dat h(j dokter is.” „Wacht ’n oogenbllk,” zei Herbert. Hij liep de kamer door, naar ’n plank vol handboeken en nam er ’n medisrii jaarboek af. ,Xh Spada," heet hl), „niet, mevrouw War grave?" Hij bladerde nauwkeurig t boek door. „1 Is geen Engelsche dokter,” zei hU. het boek weer terugzettend. „Maar hij kan natuur lijk een of anderen bultenlandschen graad heb ben. HU heeft het kind behandeld, veronder stel ik?" is de juiste manier en daar kan hij niets tegen hebben.” Maar mevrouw Wargrave schudde het hoofd. „Ik „durf niet,” fluisterde ze. „Ik durf nletl U begrijpt het niet. Maar als u hem eens zou kunnen zien, zotider dat zij het wisten? Zou u dat niet kunnen, toe?" „Maar hoe?” vroeg Herbert. „Ik weet het,” antwoordde ze. „U rijdt dik wijls over den weg langs het park, is t niet? Ja, dat heb ik u dikwijls zien doen. Nu, morgen gaan Lucien en Stefan al vroeg naar de stad. Ik zal met het kind en de nurse, die weet, dat ik naar u toe ben, door het park loopen en u dan om twaalf uur treffen bjj het groote hek. Dan kunt u hem eens zien. Wilt u dat alsje blieft doen?" „Ooed," zei Herbert. „Kom daar precies om twaalf uur, mevrouw Wargrave. Maar neemt u mij niet kwalijk maar is er eenige reden voor deze geheimzinnigheid? Denk er aan dat als het leven van uw kind, zijn gezondheid in eenlg gevaar verkeert, u dat moet laten weten aan de voogden. Als er maar in t minste aan zijn gezondheid mankeert, moet u de beste dokters laten komen. De voogden zouden daar op staan.” .Maar Stefan zegt, dat er niets met hem aan de hand is, dan wat ik u gezegd heb," ant woordde zU. HU zegt, dat ik on nood tg bang ben, alleen omdat hij *n beetje mager is en er geen leven in schijnt te zitten. U komt morgen toch?” eindigde zU. t, voegde hU er aan toe: „Ik hoop, dat alles wel is? En ik hoop, dat u niet alleen van het kasteel af bent gekomen. Ik zou dadelijk gekomen zijn, als u om me gestuurd had.” Ze schudde het hoofd en keek hem op ’n droeve en beetje bange manier aan. „Ja, ik ben alleen gekomen.".zei ze. „Dat geeft niets, dr. Herbert. Ik ken den weg. Ik ik kon niet om u sturen. Er zijn redenen.... Maar ik moest u dringend spreken." „U bent toch niet ziek?” vroeg Herbert snel Ze schudde haar hoofd en glimlachte op *n manier, waaruit bleek, hoe ze op ’t punt stond, in tranen uit te barsten en Herbert was bljj, dat Graye de kamer uit was gegaan. „Nee," antwoordde ze, „ik niet. Maar ik ben zoo ongerust over m’n jongen. Ik wou zoo graag dat u hem eens kwam opzoeken. Iemand moet eens naar hem zien!” Zeker," zei Herbert. „Ik zal morgen vroeg, naar het kasteel komen. Als u wilt, zal ik nog vanavond meegaan.” En daar hU haar nauwlettend gadesloeg, zag hij 'n blik vol vrees in haar oogen komen en zU legde onbewust haar arm op den zijnen, als om hem tegen te houden. „Neen, neen," riep ze uit. ,Jk wil niet, dat u naar het kasteel komt. We moeten iets af spreken.” „Niet naar het huls toe komen?" vroeg Her bert. „Maar waarom niet?” Mevrouw Wargave trok haar hand van zijn arm weg en *n anderen kant opkijkend, zweeg ze ’n oogenbllk. Toen ae weer opkeek, zag hij. dat ze hem In vertrouwen ging nemen. den.. de auto van den „Eerste Hulp dienst”.) ten. HU dacht met ontzetting aan het slippen van den gelen auto, aan ‘t verschrikte staren van Claire.... de botsing, scherven glas of er ger. En o, als ze haai naar m huls hadden gedragen en t gesloten vonden, waar waren ae dan met haar heengegaan? HU keek.en keek. Er stond een ouderwetsche auto voor z’n huls. Snel sprong de jonge dokter op den grond met den koffer, waar z’n Instrumenten in za ten en liep het pad op. .Hallo!" riep «hU- „ZUn julHe Een mannenstem gaf antwoord van uit het portiek. Bevend drong Jules voocbU, ging z’n guur, .jnattelandsdokter,"mompelde hU. „een half jaar verknoeid in soon gat” Daar klonk boven *t tikken van den regen, bet knarsen van remmen. Een meisje, gehuld in een grijzen regenmantel, sloeg het portier van een geel wagentje dicht en liep snel het pad op. Dr. Verneull liet haar binnen. „En?" glimlachte ae. „Schiet je ai op?" Ze stond voor hem, de voeten een eindje van elkaar en de handen in de zakken. VroolUk en met een zweeni van minachting %ag ae hem aan. Minachting voor Z’n traagheid? Aan haar A T T T” A 9C* op dit blad zUn Ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen p ’7^0 levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door p 7^0 - - - /X ,r, tiLUll |w r< O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen vrUo verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen W\Je doodelljken afloop* mwW» it hU. dat spoedgeval? Een ding werd John Herbert, als buitenstaan der van de gevoelens en emoties van de twee andere menschen, die met hem in de kamér stonden, en als iemand, die dus het geval op *n vrU belangelooze en onpartijdige manier kan beschouwen, zoo gauw mevrouw Wargrave was binnen gekomen en de keukenmeid de deur ichter haar had dichtgedaan, onmlddellljk dui delijk: zU had niet geweten, dat ze hier Adrian Oraye zou vinden. Toen ze hem zag, bleef zé staan, de kleur week van haar gezicht en hglf bevreesd met *n vreemde, vage vrees, die flauw In haar‘trekken was uitgedrukt half hulpeloos, keek ze van hem naar Herbert. Voor een van de twee zich kon bewegen of spreken, sprak ze zelf, of liever, liet ze zich onbewust de gedachte ontvallen, die in haar opkwam. „Ik wist niet, dat dr. Oraye hier was!” „Maak dat je weg komt, Adrian!” fluisterde hU. .Maak dat je weg komt!” Oraye draaide zich plotseling om en ging door de deur, die, naar de operatiekamer leidde, naar bulten. Her bert nam mevrouw Wargrave bij de band en leidde haar naar den stoel, waarvan hU bU haar binnenkomst was opgestaan. ,JDr. Oraye logeert al *n poosje bU me,” zei hU. „HU helpt me. Wat kan ik voor u doen, mevrouw Wargrave?” En toen hU zag, dat ze wat tijd noodlg had om van den schok, die Oraye’s onverwachte tegen woordigheid haar had gegeven, te bekomen, Zaterdagavond werd In de (Angücaanache) Kathedraal van Salisbury de Vesperdienst ge houden door twee koorknapen. Met medewer king en goedkeuring van den plebaan werd hier een zeer oud gebruik gedeeltelijk in eere her steld. In de Middeleeuwen namehjk was het den kinderen toegestaan, éénmaal per jaar. op Sin terklaasavond, op ernstige en eerbiedige wijze de plaats in te nemen van bisschop en kanun niken, en op plechtige manier een kerkdienst ,te celebreeren. Dan was de kleine „bisschop" gekleed in. bisschoppelijk gewaad. hU droeg een kleine koorkap en een mijter, er hield een staf In de hand. Ook de andere Jongens droegen koor kappen De kleine bisschop zat op den troon; zijn kamerdden namen plaats in de kanunniken bonken, terwUl de kanunniken zich voor dien keer nederig tevreden moesten stellen met de jongensplaatsen In dé kerk. Er werd een processie gehouden, waarbU de kanunniken voorop liepen, als anders de koor knapen, die dezen keer hun plaatsen innamen. Achter hen schreed plechtig de „bisschop der. onschuld" met zUn assistenten. Eeuwenlang handhaafde zich dit gebruik op dezen dag, tot er onder Hendrik VIII een eind aan werd gemaakt. BU die gelegenheid was de Kathedraal steeds propvol menschen, die den „zegen” van den kleinen bisschop zeer op prijs geten hangt. Op de klavieren van het prachtige orgel ligt een liederenbundel opengeslagen bU de „Internationale". Het strUdlled van den wereldbrand schUnt geklonken te hebben uit de zware pUpen van het machtig orgel, dat voorheen slechts den tof bong van God. Op de deur van de kapel hangt een papier; „Gebouw, door de generaliteit inbeslaggehqmen ten dien ste van het volk.” „Wat gebeurt hiermee?” vraag ik den bewaker. .Men wil er een sanatorium van maken, maar voor een hotel zou het beter geschikt zUn. Het Is een oude traditie, dat paA-gehuwde paar tjes de zwarte Madonna gaan vereeren in de kapel. Dat zou een goed zaakje kunnen wor den. De abdU is nog ongeschonden, de monniken zijn ttr veiligheid. In de eerste dagen der revo lutie is de burgemeester van een naburig dorp, toen hU hoorde dat enkele partijgenooten op weg waren naar Montserrat, naar de AbdU ge sneld met enkelen van zUn dorpelingen, die groote pakken» kfeeren meedroegen. Geholpen door de eenvoudige Catalaansche boeren, heb ben de monniken, vermomd, nog juist op tüd de grens bU Andorra kunnen passeeren. Toen de anarchisten-leiders naar den Montserrat men, heeft de burgemeester hen kunnefl reden, het gebouw voor vernieling te 4|_ „GU ziet dus een geheel ongeschonden abdjj, welker monniken allen In veiligheid zUn” ver telde de gids ons In den auto, toen wU naar Barcelona terugreden. „Maar die versohrikkelUk verminkte lUken van priesters en kloosterlingen dan?” „Wanneer In Barcelona alle kerken verwoest zUn, wanneer er geestelUken - zijn gedood, dan komt dat, omdat men uit de torens geschoten heeft.” Op deze onbewezen bewering durf ik niet verder in te gaan. „WU hebben vreeselUke uren meegemaakt. WU kregen geen gelegenheid om te gaan slapen. Voortdurend wérden mannen en vrouwen voor geleld en vroeg men ons: „Zullen wlf hen fusll- leeren?” En dan kwam men weer om brood, om bon nen, om onderdak, om munitie, geweren, ka- jpnnen. WU hebben, zooveel wU konden, alle pRasï^rs en religieuzen naar de grens gebracht. „Maar de skeletten dan van de zusters, die men ^n den Ihgang van een. kapel heeft ge- „Er wérd verteld, dat in dit klooster vrouwen met hAr kleine kinderen levend waren Inge metseld. En het is te ^begrijpen, dat het volk de waarheid wildfe weten en alles openbrak, en* woedend was toen het niet vond wat men het had wUsgemaakt. o Op het CatalonlSpl^p heb ik een vrouw met mummies zien smijten. Een groote menigte danste rond een Liefdezuster, die 'men geheel ontkleed had. En uit luidsprekers klonk *t her- h^aldelljk: „Schiet Iedereen neer die de revo lutie’ schade doet!” Ik heb zelf twaalf mannen latén fusilleeren. Zj) kwamen uit een kerk, de afmen vol met geroofde schatten. Zoo vonden reeds 12.000 ban dieten het elAde van hun leven. Maar, dat is nu afgeloopen. Het is afgeloopen? Zeker, in schUn heerscht er misschien rust. Maar des nachts knallen nog steeds de salvo's der executle-peletons. En den anderen dag kon digt een krant aan, dat enkele „fascisten" zijn terechtgesteld. ,JBr zUn er nog 50.000!" staat er In die krant. En de voorspelling van Herbert bleek juist te. >Un. De twee jonge doktoren hoorden niets van de menschen op het kasteel. En Lady Wargrave zag men niet In het dorp. En ook lieten zich haar gasten niet zien. Over het groote huis en het park zweefde een sfeer van geheimzin nig zwUgen, zoo diep en duister als de boomen en bosschen, waardoor ze beide waren Inge sloten. Geen geruchtje, hoe klein ook maar, drong door tot de gretige ooren van de dorps-theevisi tes. 't Was alleen bekend, dat mevrouw en haar gasten er waren en alles wat de oude vrijsters van AshendUke en de oude klanten van de herbergen wisten te vertellen, was. dat ’n bui tenlander natuurlUk heel Iets anders was dan ren gewoon Christen en zich daarom ook heel anders mocht gedragen. Totdat op zekeren avond, toen Herbert en Oraye hun laatste pUp rookten voor het naar bed gaan, hun keukenmeid de deur open deed en een dame binnenllet, die pas toen ze in de kamer was haar sluier afdeed. Die dame “dy Wargrave. hU 't uit haar moest halen. .Maar u bent niet u4reden?” vroeg hU .Hu kunt u hem dat niet vertellen?" Mevrouw Wargrave wrong haar handen, die op haar knieén lagen. Ineen. Ze was klaarblU- kelljk bevangen en bedrukt door iets, waarvan ze niet durfde spreken. „ZU” weer gebruikte ze dit woord, zooals Herbert opmerkte. ,xU zouden booq zijn. Lucien en zUn zuster zeggen, dat Stefan? zoo knap Is. En Stefan zegt, dat er niets mét het kind is, behalve, dat de Engelsche lucht hem geen goed doet, en dat hij beter zal worden, als we weer naar Italië teruggaan.” „Gaat u weer gauw naar Italië?” vroeg Her bert. volgende maand,” antwoordde ze. volgende maand.” Herbert dacht eens na. .Misschien heeft dokter dl Spada wel geluk,” zei hU. .Hebt u redenen óm te denken, dat hU dat niet heeft?" „Ik weet 1 niet," zei zU. „Ik ben zoo bang, ik weet niet, waar ik bang voor ben. t Ia net of mijn jongen langzaam wegkwijnt. O! kunt u niet eens naar hem kUken.” .Maar hoe?" zei Herbert. „Hoe? Toe, mevrouw Wargrave. kunt u niet tegen dr. dl Spada zeg gen, dat u nog 'ns *n ander advies wilt hebben en voorstellen om mU in consult te roepen? Dat ,Met veel liefde en buitengewone doening is het, dat ik gevolg geef aal vereerend verzoek jan de OentMe paganda Commissie voor de heldszegels voor het kind, om een arti keltje te schrijven voor het TUdschrlft voor Armwezen. Ik doe dat gaarne, daar overtuigd ben van het groote nut van deze liefdadlgheids-actle. Hierdoor worden immers zeer vele lukklge kinderen geholpen, terwijl slechts een gering offertje van den vdn het publiek gevorderd wordt. Eene som van meer dan 140.000 gulden werd verleden jaar in enkele weken ttjds voor het sympathieke doel bUeengebracht. En die kwam ten goede aan tel van hulp behoevende kinderen, aan zwakzinnigen. aan ziekelUke stumpetdjes, aan blinden, doofstommen, geestelijk en lichamelijk ge- brekkigen enz. vui alle godsdienstige ge-, zlndten zonder eenlg onderscheid. En hoe kwam die som bUeen? Werden daar groote offers voor gevraagd, bijdragen b.v. van 10 gulden, ’n rijksdaalder? Neen, zulke bUdragen zou men in dezen bangen tUd, waarin zoowat Iedereen zUn flnan- tieele zorgen heeft, zelfs niet van de beter gegoeden durven vragen. Men vraagt slechts enkele centen van elk niet behoeftig gezin. Koopt In de plaats van een gewonen postzegel eens enkele weldadlgheidszegels, die slechts *n «paar centen meer (osten; of neemt voor Kerst- - of Nieuwjaarskaarten eens "n paar van die prachtige kaarten, welke de Nederlandsclie bond van Kinderbescherming ook dit Jaar weer uitgeeft. Dan reeds zou in Nederland met zijn meer dan 8 millloen inwoners een somden half jaar vind je bUeenkomen, vele malen grooter dan die thans wordt bUeengebracht, een somwaar- door de thans begunstigde liefdewerken nog krachtiger steun zouden kunnen ont vangen. En ,,ook wU katholieken" moeten met en thousiasme meedoen aan dit prachtige werT Het sympathieke doel van’ deze actie ligt zoo geheel In onze Ujn, avne, on gelukkige kinderen te helpen, -het E‘is ge heel in overeenstemming met onze katho lieke leer. Daarom hebben dan ook H.H.E. de bisschoppen van Nederland allen hun volledige goedkeuring en sympathiebetui ging aan dit werk gegeven. Laten dan wij katholieken, allen zonder Uitzondering daadwerkelUk deze nationale actie met enthousiasme steunen. En meent ge, die enkele centen niet te kunnen missen, welnu, bespaart die dan door u eens een klein genot te ontzeggen. Dat kan toch iedereen en dat Is u toch zeker dit schoone liefdewerk ten volle waard. WU, Nederlanders, hebben ép gebied van liefdadigheid een buitengewoon goeden naam. Fier kon dan ook Prof. Mr. V. H. Rutgers. Nederlandach afgevaardigde ter volken bondsvergadering te Genève, op 10 Oct. J.1 in de rijfde commissie, die zich met sociale en humanitaire kwesties bezig houdt, Verklaren, dat in Nederland in het jaar 1934 het aantal aan particuliere In stellingen toevertrouwde kindefen onge veer 25 maal grooter vèas da?»-het aantal kinderen, dat in rljkstuchtscholen en op voedingsgestichten werd opgenomen. Laten wij dezen goeden naam hooghou den, ook in deze tUden, ja Juist in deze tijden, want nu is uw aller steun meer noodig dan ooit. God zegene u voor uw welwillende medewerking." Mevrouw Wargrave boog haar hoofd. Weer zag hu in haar oogen dat stille beroep op hem, het zoeken naar hulp tegen wat? ,Ja," mompelde ze. „maar. Zezweeg zoo lang, dat Herbert voelde, dat legde de jooye boer de in «en deken gewikkelde ‘gedaante op de bank. De jonge geneesheer ver mande zich en r schoof zacht den deken ozn het hoofd der ge daante weg. „Claire,” sprak hij nzet bevende stem, „Claire, ben Je HU zweeg en sag in t witte met zweet bver- dékte gelaat van een vrouw in een zwarte japon. .Maar been, dokter,” aetme Jonge boy; „X ie haar been nog al erg, geloof ik.” De dokter schudde het hoofd. HU moest zich Inspannen om te spreken. .Maar ik dacht.d«t iemand zei, dat een meisje met een gelen auto een ongeluk had gekregen." .Ja." hemim de jonge boer, en er klonk toorn in z’n stem. „Ze is tegen onzen wagen aangereden, op den straatweg. Maar «e stopte_„ niet eens; ze bekommerde zich om niets. Z« reed snel door en maakte, dat ze weg k Wam. M’n vrouw had wel dood kunnen zijn, dokter." De aangesprokene haalde diep Adem. trok, zlk jas uit en maakte den ouden koffer open. .Mier.kóm even helpen, ouj haar Lucie is ’t niet? om haar op de tafel te tinen. Zie zoo.Glimlachend keek hu in de doffe, bange oogen der hulpelooee vrouw en sloeg voorzichtig den deken om.'^Zoo gaat X goed. Ljjcle. Nu maar stil liggen.... zoo, prachtig. Laten we nu eens ktjken. Nou, dat valt mee; 't is gelukkig aoo erg niet.” Daar rinkelde de telefoon..., en nog eens. Geërgerd liep de jonge geneesheer naar het toestel. Hallo! Dokter Verneuil? Een oogenbllk. U wordt opgebeld uit Arcambas.” Maar snel en grimmig belde dr. Verneull weer af. n het Decembernummer van het „TUd schrlft voor Armwezen”, dat ditmaal geheel gewUd is aan de actie voor de wèldadigjieids- --.en redacteur van het Fransche Dagblad P ,Ja Journal” heeft een bezoek gebracht -LJaan het beroemde Benedictijnenklooster op den Montserrat, waar thans President Azana de cel van Vader Abt bewoont. Aan zUn hoogst Interessant relaas pntleenen wU de volgende pakkende beschrijving. Do harde stroozak is verwUderd en er staat nu een comfortabel bed. VVx het kleine venster, waarvan men de tralies beeft verwUderd, hangt een zwaar gor- dijn, dat is opengeschoven en de zon gelegen heid laat, om groote lichtplekken te kaatsen op de strakke witte muren, wasu- een Madonna glimlacht. Het telefoontoestel staat naast èen wit houten tafel op de koude roode plavuizen. Aza een eikenhouten kapstok hangen twee' ochtend- JapoAien. Door het hooge venster van de <p6egpre cel .‘van den abt der Benedictijnen van |Iontserrat riet men de witte toppen der Pyreneeën, die fel door de zon worden bestraald. Nu is hier de slaapkamer van den President der Speansckp Republiek en zjjn echtgenoote. „WU hebben den hoogsten magistraat van Spanje willen laten genieten van het heerlUkste panorama van Catalonlë” vertelt men aam iedereen, die hierover verbaaid is. - Azana begeeft zich lederen dag naar Barce lona, waar hij. een bureau heeft in het Cata laansche Parlementsgebouw. Hierin werkt hU enkele uren, terwUl zijn officieren in de gangen op. en neer wandelen, gekleed in een glanzend uniform vol goud en decoraties, een kleedU, die zj) zeker niet op het J*ateo de Gracia zouden durven dragen. wanneer de avond valt, en het bergachtig landsotaaB„ln een donkeren nevel wordt gehuld, dan razen enkele regeeringsauto’s ovgr de kron kelwegen, tusschen kala rotsblokken en gapende dwalem'tdhn de in bet verlaten landschep, hooger, steeds hooger. Dan verdwUnen de lich ten? plotseling binnen de massieve grauwe mu ren van de beroemde Montserrat, een der schoonste Benedictijner AbdUen, 1280 Meter boven den zee-splegel. Men heeft het den President zoo geriefelUk mogeljjk gemaakt. Enkele werklieden van C.N.T. hebben een troonhemel gemaakt boven het *bed In de cel van Vader Abt. Het vertrek daarnaast is Ingericht tot badkamer. De ontvangzaal van den abt is ingericht tot een vrU luxueuzen salon. Met een beitel heeft men het kruis uit den rug van de zware eikenhouten zetels gestoken. In strenge volgorde staan er nog de massieve zetels langs de muren; tret wapen van de abdU in de leeren zittingen geslageif; een schild op een berg. De kamer van den Prior is tot bureau van den particulieren secretaris Ingericht. Men vond hier nog een opengeslagen boek; .Be schouwingen over het geweld”, van Georges SoreL De secretaris had op de eenvoudige tafel reeds een schrijfmachine geplaatst, in een hoek stond zijn kampeerbed. Photo’s van President Companys en kolonel Macia waren op een oude muurschildering gehangen. In plaats van zwijgende monniken, dwqjlen nu zingende werkvrouwen de eindelooze gangen met grijs-marmeren tegels. In de eetzaal van den president heeft men frissche gordUnen ge hangen, terwUl er enkele smaakvolle moderne meubels zijn geplaatst. Alleen de gebrandschil derde boogvensters en de strakke gewelven dui den op een ^andere bestemming. Hier woont de president der Spaansche Republiek, Azana, de afvallige.... Het overige gedeelte van het klooster is ver laten. WU wandelen het vlug door in gezelschap van den man die met de bewaking is belast. HU verstaat zUn vak reeds uitstekend en laat ons even mUmerend stilstaan bü de heerlijke wer ken van Murillo, en- Greco, Ribera en Rlggi. WU gaan door de oude bibliotheek met ruim 200.000 boekdeelen, oude en nieuwe werken, groote folianten en kleine boekjes, zoowel van kerkvaders als moderne auteurs. Een soldaat met gymnastiek-schoenen aan en een muts met roode cocarde op het hoofd, sta pelt In de kapittelzaal kisten munitie op. Tegen den trota staat verlaten de kromstaf van Vader Abt. Indrukwekkend is de gewijde stilte, die in de onberoerde kapel heerscht Door de plechtige gebrandschilderde ramen valt slechts een schaarsch licht. Op de koorbanken liggen nog kerkboeken, ergens een bril en een zakdoek. En in die plechtige ttilte komt men diep onder den indruk. Als een looden last daalt de som bere stemming over on^en met weemoed zoeken wu tevergeefs naar het kleine, roode lichtje, dat in de diepe duisternis van het priesterkoor ver een nieuwen auto bUv., dC? kreeg ze dien ook, en heel gauw. Een beetje verlegen vatte hU d’r handen. Weer lachte ae. ..Zenuwachtig hè. Jules?” „Nu,” antwoordde haar verloofde, „ik ben nog nooit weggeloopen om te trouwen, dus. „Gekheid,” viel ze hem in de rede, ,jk heb een plaats besproken In den trein vsn rijf uur. -Met den wagen ga ik naar Arcambas en daar step ik In. KUk dan goed uit, hoor!" ,Ja. Maar wat zullen ze hier zeggen, als se merken, dat ik Hier m’n' practUk voor goed in den steek heb gelaten?." Claire Delbois lachte. ,Jk. beh bang,Jules, dat je altüd „de kleine jongen” van dokter Verneuil blUft." Jules beet óp z’n'lip. HU had zich voorge nomen sneclalist te wordpn en gemeend, dat hU de aanhankelUkheld niet mocht teleurstellen, die z’n vader onder die eenvoudige buitenmer.- schen had verworven. Daarom had h(J*zich in Carrals gevestigd. Een half jaar later had hU zich door Cliire Delbois laten Inpalmen. „Kom Jules,” hernam het jonge meisje, „na Carrais een onmogelüke plaats, en ik ben hier af m’n leven lang; X wordt tijd dat we trouwen en dan ergens an ders heen gaan.” HU lachte en rttek haar llefdejöl aqp. ^a, gauw hier van daan.” Claire trok haar hoedje recht. „Dus, we zien elkaar wel. hè? Niet te laat komen, hoor.” „Maar JU ook nletj’ zei hU bU de deur.». Eigenzinnig wierp ze bet hoofd in den nek. al* zou wel eens willen zien, wie me tegen hield, als ik iets wjl. Tot ziens.” HU keek haar na. hj keek-naar d'r~?eeren- den tred, naar d’r roekeloos afrijden. met het gele wagentje. Ze was klein van gestalte, maar dacht hU. onder die kleinheid ging haar kop pige aanmatiging schuil. Haar leven lang had ae daar partU van getrokken. Zoo heel erg vond hu dat niet. Maar soms dacht hU na over haar onbarmhartige en stugge koudheid. De jonge 'dokter trok z’n jasje uit en ging verder met inpakken. Even krulde zich z’n lip verachtelUk, toen hU z’n veelgeprezen proef schrift over Suikerziekte In een koffer wierp. Wat hadden de professoren daar mee wegge- loopen! Verneull. hadden ze gezegd, je kunt een groot specialist worden. Snel sloot hU de koffers, de ramen, en trok de gordUnen neer. Z’n hart klopte onrustig, toen hu aan Claire Delbois dacht. Daarna ging hU naar buiten. In den killen regen en stepte in z’n ouden two-seater. HU rred over Xaelfde grintpad, waarlangs z’n vader en hü zoo vaak hadden gereden, om te gaan, waar een dokter geroepen was. Veronderstel, Iemand hem nu noodig had. Maar d’r waren geen spoedgevallen in Carrais. HU staptede stoffige wachtkamer van *t station binnen. De oude Pierre Doihain, de stationschef, praatte door de telefoon. „Een oogenbllk.” riep Fierce, „daar is hU net. HU zal er direct wel zUn.” En hU hing den hoorn weer op. „Wat Is er Pierre?” vroeg dr. Verneuil^^M me een kaartje enkele reis naar. „Geen enkele reis,” zei de oude man vrU bits. .Maakt u maar gauw, dat u weer thuis komt. Er is een ongeluk gebeurd. Een meisje met een geel wagentje....” Jules Verneull verbleekte en rende naar bui- stelden. 197 I9ö Eerst «aar LINKS, dan naar RECHTS uitkijkan vóór u overstaekt, en.... even uw beurt aK wachten. (Neem lie ver een latere tram

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 7